0
1
2
3
4
Tippenboek
voorlezen met kinderen van 0 tot 2 jaar
5
6
0
1
2
3
4
5
6
0
1
2
3
Inhoud Vooraf Het allereerste begin Hoe kunt u dit Tippenboek gebruiken? Het materiaal Tips bij de Boekenbeerwandplaat De baby is 2 of 3 maanden •
De ontwikkeling van uw baby
•
Tips bij de mobile
•
Tips bij de cassette
De tekst van het nieuwe Tippenboek 0-2 jaar is gebaseerd op de Tippenboek 0-1 jaar
•
Voorlezen
en 1-2 jaar (1996). Deze werden ontwikkeld door Mariet Thalens.
•
Fijn om te weten
Colofon
Daarnaast is gebruik gemaakt van het Tippenboek 1-2 jaar dat werd samengesteld door
De baby is 3, 4, of 5 maanden
Gerry Platenkamp, Schoolbegeleidingsdient Rijnland (2000).
•
De ontwikkeling van uw baby
De inhoud is door Ingrid Bon (Biblioservice Gelderland) en Truuske Sanders (Vereniging van
•
Tips bij het Tingting-rammelboekje
Openbare Bibliotheken) afgestemd op Taallijn VVE van het Expertisecentrum Nederlands en
•
Voorlezen
Sardes. De Taallijn VVE is ontwikkeld in opdracht van het ministerie van OCW, 2003
•
Fijn om te weten De baby is 5, 6 of 7 maanden
Eindredactie:Wilma van der Pennen Illustraties: Anjo Mutsaars
•
De ontwikkeling van uw baby
Vormgeving: Buro Extern, Alkmaar
•
Tips bij het Aaiboekje
Productie: Buro Extern, Alkmaar
•
Voorlezen
•
Fijn om te weten
© 2004 Vereniging van Openbare Bibliotheken Niets uit deze uitgave mag verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt worden door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze dan ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
>
4
5
6
0
1
2
3
4
5
6
0
1
De baby is 7, 8 of 9 maanden
2
3
4
Uw kind is 16 tot 20 maanden
•
De ontwikkeling van uw baby
•
De ontwikkeling van uw kind
•
Tips bij het Spetter-spatboekje
•
Tips bij Doedoe kleedt zich aan van Anette Swoboda
•
Tips bij het washandje
•
Voorlezen
•
Voorlezen
•
Fijn om te weten (1)
•
Fijn om te weten
•
Fijn om te weten (2)
De baby is 9, 10 of 11 maanden
Uw kind is 20 tot 24 maanden
•
De ontwikkeling van uw baby
•
De ontwikkeling van uw kind
•
Tips bij het Dada-glimboekje
•
Tips bij De pan van Jan Ormerod
•
Voorlezen
•
Voorlezen
•
Fijn om te weten
•
Fijn om te weten
De baby wordt een jaar •
De ontwikkeling van uw baby
•
Tips bij het Hoera-boekje
•
Voorlezen
•
Fijn om te weten En dan is uw baby een jaar!
•
Tips bij de Boekenbeerwandplaat Uw kind is 12 tot 16 maanden
•
De ontwikkeling van uw kind
•
Tips bij Kijk eens wat ik kan! van Mies van Hout
•
Voorlezen
•
Fijn om te weten (1)
•
Fijn om te weten (2)
5
6
0
1
2
3
4
5
6
0
1
2
3
4
5
6
Vooraf Samen met uw kind doet u mee aan Boekenpret.Wist u dat u voor thuis heel wat leuke dingen meekrijgt: een mobiel bijvoorbeeld, en boekjes en een cd met liedjes? U kunt deze boekjes bewaren in de speciale Boekenbeerwandplaat. De Boekenbeer zal voor uw kind een speciaal vriendje worden. De beer komt u tegen op het consultatiebureau, in de bibliotheek en later op de peuterspeelzaal en in groep 1 en 2. Bij de boekjes zijn allerlei tips gemaakt. Die kunnen u helpen wanneer u samen met uw baby gaat lezen.Verder zijn er ook nog tips over hoe u het best kunt voorlezen, en waar u dat kunt doen. U kunt al deze informatie in dit Tippenboek bewaren. Het boek groeit met uw baby mee. Het begint met informatie over baby's van 2 of 3 maanden en loopt door totdat uw baby twee jaar zal zijn. We hopen dat u veel plezier heeft tijdens het voorlezen aan uw kind. En dat u deze informatie daarbij goed kunt gebruiken.Want: voorlezen is leuk. En u kunt er niet vroeg genoeg mee beginnen!
0
1
2
3
4
5
6
0
1
Het allereerste begin
2
3
4
5
6
nalezen. U kunt het Tippenboek ook zelf aanvullen. Misschien heeft u zelf goede voorleestips. Als u tijdens het spelen met een boek of tijdens het
Voorlezen aan baby’s, kan dat?
voorlezen een foto van uw kind maakt, kunt u die foto in dit Tippenboek
Ze begrijpen toch geen verhaaltjes?
bewaren. Het is ook goed enkele eigen ervaringen met het voorlezen op te
En kunnen ze al naar plaatjes kijken?
schrijven. Hoe uw kind reageerde op de boeken, welke plaatjes het langzamerhand ging herkennen, of wat u zelf van het voorlezen vond.
Baby's kunnen vaak meer dan u denkt. Al vanaf de eerste dag luistert de
Ook de opdrachten die u bij ieder bezoek van de begeleidster krijgt kunt u
baby naar uw stem. Het gezicht van vader of moeder krijgt alle aandacht.
in dit Tippenboek opschrijven. Zo vormt het een leuke herinnering voor
Wanneer u tegen uw baby praat, kijkt hij vooral naar uw ogen en naar uw
later.
bewegende mond. Al snel probeert hij zelf geluiden te maken. Als de baby drie maanden oud is, kan hij een speeltje vasthouden wanneer u dit in zijn handen geeft. In het eerste jaar ontwikkelt een kind zich snel en leert het
Het materiaal
veel nieuwe dingen. Wie meedoet aan Boekenpret krijgt voor thuis een wandplaat, waarop een In dit Tippenboek kunt u lezen wat uw baby op een bepaalde leeftijd zoal
voorlezende beer staat, omgeven door de Boekenbeer en andere kleine
kan. Maar vooral wat u en uw baby kunnen doen met de Boekenbeer en
beren. Op deze wandplaat zijn vakjes voor boeken en een cassettebandje
de materialen die daarbij horen. Deze materialen passen bij de ontwikke-
gemaakt. De boekjes zijn van stof, plastic en karton. Bij de wandplaat krijgt
ling van uw kind.
iedereen ook een mobiel die u een leuke plaats in de kinderkamer kunt
In het Tippenboek kunt u ook lezen hoe een baby met de boekjes speelt,
geven.
en hoe u kunt ingaan op alles wat uw kind in de boekjes ziet.Want langza-
U krijgt telkens een boekje mee naar huis dat past bij de leeftijd van uw
merhand verandert het spelen met boekjes in het kijken naar plaatjes, en
kind. Bij het boekje zijn tips gemaakt. U kunt deze tips in dit Tippenboek
krijgt uw kind steeds meer belangstelling voor wat er op de plaatjes te zien
bewaren.
is. Bij de Boekenbeerwandplaat horen de volgende boeken: •
Hoe kunt u dit Tippenboek gebruiken?
Tingting-rammelboekje Een stoffen boekje voor baby's. Het is een kussen in de vorm van een boekje, met afbeeldingen in vrolijke kleuren op de voor- en achterkant, dat
Tijdens het bezoek van de begeleidster of bij een groepsbijeenkomst krijgt u informatie over de ontwikkeling van uw baby, over voorlezen, praten, zin-
rammelt als u het schudt. •
Aai-voelboekje
gen en spelen met uw baby, en over de materialen van de Boekenbeer.
Dit is een wat groter stoffen boekje met vier bladzijden, met tekeningen
Deze informatie kunt u bewaren in dit Tippenboek en later nog eens rustig
van ronde vormen en een zachte stoffen poes.
0
1 •
2
3
4
5
6
Spetter-spatboekje
0
1
2
3
4
5
6
De baby is 2 of 3 maanden
Een boekje met gekleurde plaatjes die te maken hebben met badderen en kliederen met water. •
Washandje Een washandje met een afbeelding om spelletjes in bad of kiekeboespellet-
•
•
Uw baby luistert graag naar stemmen. Hij herkent ook al bekende stem-
jes mee te spelen.
men, zoals die van u. Uw baby vindt het daarom heel gezellig als u tegen
Dada-glimboekje
hem praat of een liedje voor hem zingt.
Een kartonnen boekje met acht bladzijden met glimmende en vrolijk •
De ontwikkeling van uw baby
•
Uw kind begrijpt nog niet wat er wordt gezegd of gezongen. Maar door uw
gekleurde afbeeldingen.
stem te horen, weet uw kind dat u er bent. Het geeft een gevoel van veilig-
Hoera-verjaardagsboekje
heid. U kunt aan uw kind merken dat het er rustig van wordt.
Een kartonnen boekje met twaalf bladzijden over de eerste verjaardag.
•
Dingen die bewegen vindt een baby leuk, zoals uw gezicht zien als u tegen uw kind praat, of een mobile boven de wieg. Uw kind kijkt geboeid naar
Ook is er op de wandplaats plek voor het cassettebandje. Hierop staan liedjes die passen bij de Boekenbeer, de boekjes en de mobile.
deze bewegende dingen. •
Uw baby kan zelf een speeltje vasthouden als u het in zijn handen geeft.
•
Door uw dagelijkse handelingen te benoemen combineert uw kind dat wat het waarneemt met de woorden die het hoort.
Tips bij de Boekenbeerwandplaat •
Geef de Boekenbeerwandplaat een plaats bij uw voorleesplek of zet hem op een plek waar uw kind de Boekenbeerwandplaat vaak kan zien.
•
De Boekenbeer op de wandplaat is een boekenvriend voor uw kind.Vertel uw kind over de beer op de wandplaat. Op de plaat is te zien hoe de grote beer de Boekenbeer en zijn vriendjes voorleest.
•
Nu is uw kind er nog te jong voor, maar later kunt u samen met uw kind de boekjes in de Boekenbeerwandplaat doen.
•
Wanneer u gaat voorlezen kunt u het liedje 'Boekenbeer waar ben je' zingen. Na het voorlezen kunt u nog een liedje zingen.
0
1
2
3
4
5
6
0
1
2
3
4
5
De baby is 2 of 3 maanden Tips bij de mobile •
De mobile kunt u boven de wieg hangen, boven de box, de commode of op een plaats waar de baby er vaak naar kan kijken.
•
Als u tegen de mobile blaast of ertegenaan tikt, gaat de mobile bewegen.
•
Uw baby kan de mobile niet zelf vasthouden. Daar is de mobile te kwetsbaar voor. Maar u kunt de aandacht van uw baby op de mobile richten door de mobile aan te wijzen en de baby te vertellen wat er te zien is.
•
Als u uw baby op de arm neemt, kan hij de hangende mobile nog beter bekijken.
Daar komt ngelopen een muisje aa uw neusje jo ar en komt na gekropen. er het lijfuw vingers ov Wandel met by. je van uw ba annend sp n ee et En eindig m us. tikje op zijn ne
6
0
1
2
3
4
5
6
0
1
2
3
4
5
6
De baby is 2 of 3 maanden Tips bij de cd Mijn ervaringen met de mobile •
De liedjes op de cassette zijn bedoeld om de aandacht van het kind te richten op de Boekenbeer of op een van de boekjes van de Boekenbeer.
•
U kunt het liedje 'Draaien, draaien' bij de mobile zingen. U zult merken dat uw baby dan nog meer plezier beleeft aan de mobile.
•
U kunt ook een liedje voor uw baby zingen als u samen een boekje gaat bekijken. Maar de liedjes kunnen ook tijdens het voorlezen worden gezongen. Bij het opbergen van het boekje kunt u 'Dag beer' zingen.
•
De liedjes hoeven niet precies zoals ze op de cassette staan te worden gezongen. U kunt een gedeelte van een liedje zingen als dat zo uitkomt, of een woord erin veranderen.
0
1
2
3
4
5
6
0
1
2
3
4
5
6
De baby is 2 of 3 maanden Voorlezen Mijn ervaringen met de cd Knus en gezellig Voorlezen aan kinderen van 2 of 3 maanden verloopt anders dan het voorlezen dat we gewend zijn van vroeger, of het voorlezen dat we weleens op tv zien. Een baby kan nog niet naar een verhaal luisteren of met u praten over de mooie plaatjes die er in een boekje staan. Maar uw baby kan wel met een boekje spelen, een boekje vasthouden en naar plaatjes kijken. Uw baby vindt voorlezen wel heel plezierig.Voor een baby ligt het plezier in voorlezen vooral in het gezellige en het knusse. De baby vindt het fijn om bij u op schoot te zitten en om samen met iets bezig te zijn.
0
1
2
3
4
5
6
0
1
2
3
4
5
6
De baby is 2 of 3 maanden Fijn om te weten Mijn ervaringen met voorlezen Liedjes, rijmpjes en versjes Baby's zijn dol op liedjes, rijmpjes en versjes. Ze genieten van het ritme en de melodie. Waarom is het goed om vaak liedjes te zingen en te neuriën? Het is belangrijk voor het leren praten.Want uw baby hoort steeds weer dezelfde klanken. Door het zingen krijgt uw kind gevoel voor taal. Hoe begint u met spelen? Eerst trekt u zijn aandacht. Noem zijn naam. Kijk hem aan: zorg dat u oogcontact krijgt. Lach naar hem, beweeg met uw hoofd, noem zijn naam weer. Ziet u hoe hij terugkijkt? Heel gewone dingen zijn leuk speelgoed een slabbetje haarborstel popje rammelaar
0
1
2
3
4
5
6
0
1
2
3
4
5
6
De baby is 3, 4 of 5 maanden De ontwikkeling van uw baby Mijn ervaringen met de spelen •
Uw baby ontdekt zijn vingers en handen. Hij kan er lang naar kijken en gaat met de eigen vingers spelen.
•
Uw kind gaat grijpen naar voorwerpen die het ziet. Het kan voorwerpen vasthouden en heen en weer bewegen.Vooral voorwerpen met felle kleuren en voorwerpen die geluid maken trekken de aandacht.
•
Uw kind stopt alles in de mond. Op die manier verkent uw kind de dingen om zich heen.
•
Uw baby kan horen waar een geluid vandaan komt.Wanneer u een rammelaar heen en weer beweegt, kijkt uw kind in de richting van dit geluid.
•
Uw kind kan al iets onthouden. Het onthoudt een liedje dat vaak wordt gezongen. Of een vaste volgorde in de dingen die u doet.
•
Uw kind merkt, dat er iets gebeurt als het een bepaalde beweging maakt. Dat de rammelaar een geluid maakt wanneer je ertegenaan slaat. Of dat de mobile gaat bewegen wanneer je hem aanraakt. Deze gebaren gaat uw kind daarom steeds opnieuw maken.
Probeer te wekken belangstelling beur t voor wat er ge baby: Zeg tegen uw u?' a nou met jo 'Wat doet mam ?' ar 'Wat zie je da ' t? da is at 'W ?' je or ho at 'W
0
1
2
3
4
5
6
0
1
2
3
4
5
6
De baby is 3, 4, of 5 maanden Tips bij het Tingting-rammelboekje •
Haal het boekje samen met uw baby uit de Boekenbeer en zoek een rustige plek om voor te lezen.
•
Bij u op schoot kan uw baby met het boekje spelen. Hij kan het rammelboekje leren vasthouden en bekijken.
•
Als uw baby naar een van de plaatjes kijkt, kunt u iets over het plaatje vertellen.
•
Uw baby vindt het fijn om naar uw stem te luisteren en om samen bezig te zijn.
•
Tijdens het voorlezen kunt u met het boekje rammelen, het boekje omdraaien of op het boekje tikken. Uw kind vindt het rammelgeluid van het boekje leuk.
•
Ook kunt u tussendoor het liedje 'Draai het wieletje nog eens om' gaan zingen.
•
Na het voorlezen kunt u het boekje weer samen opbergen in de Boekenbeer.
Vertel uw baby doet gewoon wat u en voor er zijn woord Hij leer t dan: by aant. Als u uw ba wat er gebeur veel vertellen: kleedt, kunt u mdje aan, 'Zo, eerst je he or de mouw, je armpje do piep!
Ja, daar is r. je armpje wee aaien, dr je ik bu Even op je mooie trui dan kan ik je en. goed dichtmak r aan, ie lu e w En nou je nieu en, even vastmak r.' aa kl zo, al
0
1
2
3
4
5
6
0
1
2
3
4
5
6
De baby is 3, 4, of 5 maanden Voorlezen Mijn ervaringen met het Tingting-rammelboekje Boeken verkennen Een baby ziet een boek nog als speelgoed. Daarom gaat hij ermee zwaaien, of gaat hij erop slaan of doet hij het boekje in de mond. Dat hoort bij het ontdekken van boeken. De babyboekjes kunnen tegen een stootje. Door samen regelmatig met een boekje bezig te zijn, ontdekt het kind langzamerhand het verschil tussen een boekje en andere speeltjes. Bij een boek hoort: bij papa of mama op schoot zitten, samen bezig zijn, naar iets kijken en vooral: luisteren naar hun stem. Uw baby kan ernaar kijken. Het boek vastpakken. Erop sabbelen.Voor een baby is een boek eerst speelgoed. Maar... over een paar maanden gaat uw baby merken dat een boek ook nog iets anders is. Dat er interessante dingen in staan. Samen kijken en ontdekken In boekjes voor baby's staan meestal alleen plaatjes, bijvoorbeeld van dieren. Dat is leuk, want daar kunt u geluiden bij maken. En uw kind zal dat prachtig vinden! Zo leert u uw kind al heel vroeg wat een boek eigenlijk voor een ding is. Niet te lang Als u uw baby voorleest, kunt u gemakkelijk zien wanneer uw kind er genoeg van heeft. Het gaat dan met de ogen wegkijken en richt zijn aandacht op iets anders. U kunt proberen zijn aandacht weer op het boek te vestigen door iets aan te wijzen of door het rammelgeluid te maken. Merkt u aan uw kind dat het uitgekeken is, dan kunt u het boek weer opbergen of in de wieg of box leggen.
0
1
2
3
4
5
6
0
1
2
3
4
Het samen bezig zijn met een boek duurt maar kort, soms maar een paar minuten. Maar u kunt het wel meerdere keren op een dag doen: na het bad of na een voeding of fruithapje. Zo wordt het voorlezen tot een vaste gewoonte voor u en uw baby.
Mijn ervaringen met voorlezen
5
6
0
1
2
3
4
5
6
0
1
2
3
4
5
6
De baby is 3, 4, of 5 maanden Fijn om te weten Speciale babyboeken Er zijn boeken voor heel kleine kinderen. Er zijn zelfs boeken voor baby's. U kunt al heel vroeg een boekje van stof aan uw baby geven. Er zijn ook boeken van plastic, van dik karton en zelfs van hout. Met grotemensenboeken moet u voorzichtig zijn. Maar met babyboeken hoeft dat niet. Waar vindt u boeken voor baby's? Misschien heeft u ze weleens gezien bij een andere moeder. Boeken liggen in de wachtkamer bij de dokter of bij de verloskundige. U kunt ze kopen in winkels: een boekwinkel, een warenhuis, een speelgoedwinkel. U kunt boeken soms ook lenen bij de bibliotheek, maar de meeste bibliotheken hebben geen stoffen boekjes (omdat ze het uitlenen niet hygiënisch vinden). Praten en vertellen Alle baby's vinden het fijn als er tegen hen gepraat wordt. Ze proberen u aan te kijken. Ze worden heel stil en aandachtig. Soms kunt u niet zien dat uw baby naar uw stem luistert. Want hij kijkt u niet aan.Toch kunt u wel aan zijn lijfje zien dat hij goed oplet. Hij ligt heel stil en wacht af. Praten met uw baby, dat kan bij alles wat u doet. Maar als uw baby honger heeft, wil hij liever drinken dan praten. En als uw baby moe is, wil hij slapen.
0
1
2
3
4
5
6
0
1
2
3
4
5
6
De baby is 5, 6 of 7 maanden De ontwikkeling van uw baby Mijn ervaringen •
Uw baby kan de bewegingen van zijn handen steeds beter sturen. Het pakken en vasthouden van voorwerpen gaat meer gericht. Ook kan uw kind iets van de ene in de andere hand pakken.
•
Als uw kind de dingen goed kan vasthouden, kan het ze ook beter bekijken. Uw kind krijgt daardoor nog meer belangstelling voor de voorwerpen om zich heen.
•
Uw baby gaat allerlei voorwerpen met de handen en mond betasten. De baby voelt nu of iets zacht is, of glad of hard.
•
Uw baby kan nu verschillende klanken maken. Hij heeft duidelijk plezier in zijn eigen gebrabbel.Wanneer u deze klanken nadoet, stimuleert dat de baby om nog meer geluiden te maken. Zo ontstaan er gesprekjes tussen u en uw kind.
•
Uw baby leert bekende dingen herkennen. Bekende mensen en dingen worden meer vertrouwd. Bij gebeurtenissen die dagelijks voorkomen, gaat uw baby de vaste volgorde herkennen.
0
1
2
3
4
5
6
0
1
2
3
4
5
6
De baby is 5, 6 of 7 maanden Tips bij het Aaiboekje •
Uw baby vindt het leuk om samen met u het boek uit de Boekenbeer te halen. U kunt daarbij een liedje zingen: 'Boekenbeer waar ben je' of 'Wat hoor ik daar?'
•
Laat uw baby zelf het boek verkennen. Op de vier bladzijden is al veel te zien. De ronde vormen en de felle kleuren trekken de aandacht van het kind.
•
Bij de plaatjes kunt u allerlei bewegingen maken, zoals de poes aaien, de poes een kusje geven of doen alsof u een ballon opblaast.
•
U kunt ook samen met uw baby de gebaren maken. Met het handje van uw baby over de zachte stof van de poes aaien of uw kind de poes een kusje laten geven.
•
Bij dit boek passen allerlei geluiden: pffft, de ballon loopt leeg, de poes zegt miauw en de vis zegt blub, blub. Sttt, het kindje slaapt.
•
Als u regelmatig uit het boek voorleest, gaat uw kind de geluiden herkennen en weet het welk geluid bij welk plaatje hoort.
•
Het Aaiboekje heeft bladzijden. U kunt laten zien hoe je die moet omslaan. Als uw kind het boekje vasthoudt, zal het ook zelf de bladzijden gaan omslaan.
Om u heen, at is, zijn heel w in uw eigen hu zen woorden te le Kijk maar: rs babyzalf, luie ie ol , zeep lender verjaardagska
0
1
2
3
4
5
6
0
1
2
3
4
5
6
De baby is 5, 6 of 7 maanden Voorlezen Mijn ervaringen met het Aaiboekje Herhalen Voorlezen aan kinderen van ongeveer een half jaar betekent vooral dat u goed naar uw kind moet kijken.Waar heeft het aandacht voor? Naar welk plaatje kijkt het nu? Welk geluid vindt het leuk? Of: welk gebaar van mij vindt het grappig? Als u daar als voorlezer op let, kunt u juist die leuke dingen gaan herhalen. Het voorlezen wordt dan voor uw baby en ook voor uzelf steeds plezieriger. Het kleine publiek Jonge kinderen laten ook goed merken dat ze voorlezen leuk vinden. Soms houden ze een vinger van vader of moeder vast, of kijken ze lachend naar het gezicht van de voorlezer. Aanwijzen en vertellen Bij het samen naar de plaatjes kijken, kunt u aanwijzen wat er op de plaatjes te zien is. Uw kind begint het aanwijzen al te volgen. Maar het wil zelf ook allerlei dingen met het boek doen, zoals ermee zwaaien, erop slaan of het boek in de mond nemen. Als uw kind het boek in de mond neemt, kunt u niet meer over de plaatjes vertellen of iets aanwijzen. Af en toe is het een oplossing om uw kind even een bijtring of een fopspeen in de mond te geven. De aandacht kan dan nog wat langer op het boek gericht blijven.
0
1
2
3
4
5
6
0
1
2
3
4
5
6
De baby is 5, 6 of 7 maanden Fijn om te weten Mijn ervaringen met voorlezen Hoe geeft u het goede voorbeeld? Uw baby leert ervan als hij u ziet lezen en schrijven. U bent zijn eerste voorbeeld. En daarom is het goed dat uw baby ziet dat u leest en schrijft. Als uw kind wat groter is, merkt het wat lezen is. Als u een versje voorleest bijvoorbeeld. Of u zegt: 'Even opschrijven welke boodschappen we moeten halen.' En het ziet hoe schrijven gaat. Lezen, lezen, lezen... U leest misschien meer dan u denkt... •
Reclame die in de bus valt, het huis-aan-huisblad, de ondertiteling van de tv
Maar ook verpakkingen: •
het pak melk en de jampot
•
de doos van de papieren luiers
•
de bus van de poedermelk
•
het boek van het consultatiebureau
0
1
2
3
4
Wat heb ik vandaag gelezen
5
6
0
1
2
3
4
Wat heb ik vandaag geschreven
5
6
0
1
2
3
4
5
6
0
1
2
3
4
5
6
De baby is 7, 8 of 9 maanden De ontwikkeling van uw baby •
Uw baby kan nu goed rechtop zitten. Hij kan ook steeds beter een speeltje of een boek pakken en vasthouden.
•
Uw baby heeft veel interesse in alles wat u doet. Hij kan lang naar uw bezigheden kijken.
•
Uw baby heeft veel belangstelling voor allerlei verschillende soorten geluiden.Veel van deze geluiden herkent hij al: het slaan van de klok, het blaffen van de hond, het rinkelen van de telefoon.
•
Als u veel met uw baby praat, kan hij enkele zinnen en woorden al begrijpen. Hij kijkt in de goede richting als u vraagt waar papa is of waar de fles is.
Hoe heet jij? by regelmatig Noem uw ba . bij zijn naam de kamer or do u s Bijvoorbeeld al d tilt. u hem uit be loopt. Of als pen: Hij gaat snap bij mij!' t or ho 'Dat woord
0
1
2
3
4
5
6
0
1
2
3
4
5
6
De baby is 7, 8 of 9 maanden Tips bij het Spetter-spatboekje •
U kunt het boek samen met uw baby uit de Boekenbeer halen en daarbij het Boekenbeerliedje zingen of het liedje 'Kledder, kledder, klater'.
•
Het boek kan goed rechtop staan. U kunt het zo neerzetten, dat uw baby ernaar kan kijken als hij in het bad of in de box zit.
•
Geef uw baby het boek opgevouwen in handen. Als het boek openvalt, is dat een hele verrassing voor uw kind.
•
In het boek is veel te zien. U kunt de voorwerpen op de plaatjes aanwijzen.
•
Bij de plaatjes kunnen veel verschillende geluiden en allerlei gebaren worden gemaakt.
•
Als uw kind geluiden maakt bij het boek, probeer die dan na te doen. Het moedigt uw baby aan om nog meer te zeggen.
Uw kind ziet het ding: beker '. woord 'beker En hoor t het m Zo leer t u he s. je rd oo w
0
1
2
3
4
5
6
0
1
2
3
4
5
6
De baby is 7, 8 of 9 maanden Tips bij het washandje Mijn ervaringen met het Spetter-spatboekje •
U kunt met uw hand in het washandje een dier nadoen, bijvoorbeeld een hond en doen alsof de hond blaft. Of met uw baby 'zal ik jou eens pakkepakke-pakke' spelen.
•
Met het washandje kunt u allerlei badspelletjes doen: water laten druppelen of laten spetteren. U kunt daarbij de geluiden nadoen of het liedje 'Kledder, kledder, klater' zingen.
•
U kunt met het washandje een kiekeboespelletje doen. Er kunnen blokken in worden verstopt of het eendje in het bad. Haal ze daarna weer te voorschijn of laat uw kind dit zelf proberen.
•
U kunt het washandje ook als zak in de box hangen en er speelgoed in doen en eruit halen.
Spelen je met een doek betje. doekje of slab Gebruik een do van dit ekje Neem de punt in uw mond. et uw hoofd. Schud dan m nden dit heel Veel baby's vi leuk!
Geef uw baby een punt je n va het doek in de hand. n het Laat hem aa n. doekje trekke
0
1
2
3
4
5
6
0
1
2
3
4
5
6
De baby is 7, 8 of 9 maanden Voorlezen Mijn ervaringen met het washandje (kiekeboe-spelletje) Wat kunt u doen voordat u gaat voorlezen? Bekijk het boek dat u aan uw kind wilt geven eerst zelf. •
Vindt u het een leuk of een mooi boek?
•
Is het stevig genoeg voor een baby?
•
Er hoeven geen woorden in te staan.
•
Eén plaatje per bladzijde is genoeg.
•
Het leukst zijn plaatjes van dieren en mensen, want daar kunt u gemakkelijk iets bij vertellen. Herhaal ongeveer dezelfde woorden, geluiden en bewegingen bij hetzelfde plaatje, zodat uw baby ze leert herkennen.
Spelen of lezen? Het is prima als uw baby het boek in de mond stopt. Maar af en toe kunt u proberen of hij ook iets anders met het boek wil doen. Geef dan een bijtring, lapje of fopspeen om in te bijten. Dwing uw kind niet. Wil het niet meer met het boek spelen, stop er dan mee. Probeer het een andere keer nog eens.
0
1
2
3
4
5
6
0
1
2
3
4
5
6
De baby is 7, 8 of 9 maanden Fijn om te weten Mijn ervaringen met voorlezen Een kiekeboespelletje is spannend! U kunt dingen verstoppen onder een doekje of achter uw rug. Als uw baby eenmaal doorheeft hoe dit spelletje gaat, kunt u samen veel plezier hebben. Samen spelen Als u goed kijkt naar de reacties van uw baby, dan voelt u vanzelf wel aan welk spelletje u kunt kiezen. En of u rustig of een beetje wild kunt spelen. Probeer te ontdekken met welk spelletje jullie samen de meeste pret hebben. Dat kunt u vaak herhalen. Herhalen is heel goed, want uw kind leert dan wat er komen gaat. Luisteren: heel belangrijk Luister goed naar uw kind en wacht tot het iets terug heeft gezegd. Zo leert u hem: praten doe je om de beurt. Probeer zelf uw beurt af te wachten. Kijk afwachtend en knik begrijpend. Geen lawaai Rust, stilte in de kamer is belangrijk. Dan kan uw baby goed horen wat er gezegd wordt. En dan kan hij zijn eigen stem goed horen.
0
1
2
3
4
5
6
0
1
2
3
4
5
De baby is 9, 10 of 11 maanden De ontwikkeling van uw baby Mijn ervaringen •
Uw baby kan een voorwerp van de ene in de andere hand overpakken.
•
Uw baby kan zich verplaatsen en gaat steeds meer zelf de omgeving verkennen.
•
Uw baby herkent bekende dingen en personen op plaatjes en foto's. Als u een paar foto's in een map doet, hebt u een heel speciaal prentenboek gemaakt voor uw kind.
•
Tijdens het brabbelen van uw kind hoort u steeds meer bekende klanken en lettergrepen. Sommige kinderen kunnen al woorden nazeggen.
•
De meeste kinderen begrijpen wel woorden, zoals de eigen naam, maar zeggen deze woorden nog niet.
6
0
1
2
3
4
5
6
0
1
2
3
4
5
6
De baby is 9, 10 of 11 maanden Tips bij het Dada-glimboekje •
Laat uw kind ook eens zelf een boek uit de Boekenbeer pakken. Het Dadaglimboekje zal vast de aandacht trekken.
•
De glimmende bladzijden van het Dada-glimboekje werken als een spiegel. Laat uw kind zichzelf bekijken. U kunt dan zijn naam noemen of dag-dag zeggen.
•
Laat uw kind ook naar zichzelf zwaaien of met de wijsvinger voelen hoe glad de bladzijden zijn.
•
U kunt de voorwerpen op de plaatjes aanwijzen en benoemen. Het zijn allemaal glimmende plaatjes, die u elke keer als een spiegel kunt gebruiken.
•
Maak ook de geluiden die bij de voorwerpen horen: hap-hap, toet-toet en tringgggggg.
0
1
2
3
4
5
6
0
1
2
3
4
5
6
De baby is 9, 10 of 11 maanden Voorlezen Mijn ervaringen met het Dada-glimboekje Voorlezen kan al iets langer Kinderen begrijpen op deze leeftijd steeds beter wat er op de plaatjes te zien is. Ze kijken vaak heel aandachtig naar de plaatjes en kunnen het voorlezen ook al langer volhouden. Ze weten over welk plaatje u iets vertelt, ook al wijst u het niet direct aan. Kinderen gaan nu ook zelf aanwijzen op de plaatjes. U kunt dan de naam van het voorwerp noemen. Wanneer u tijdens het voorlezen allerlei gebaren maakt, gaat uw kind die nadoen. Juist dit bewegen tijdens het voorlezen maakt het extra aantrekkelijk. Een vaste gewoonte Als uw kind echt niet meer wil, kunt u beter stoppen en het later op de dag nog eens proberen. Als u regelmatig voorleest, op vaste momenten van de dag, wordt het voorlezen voor uw kind vertrouwd en bekend. Het wordt dan een vaste gewoonte waar uw kind zich prettig bij voelt.
0
1
2
3
4
5
6
0
1
2
3
4
5
6
De baby is 9, 10 of 11 maanden Fijn om te weten Mijn ervaringen met voorlezen Liedjes horen erbij Zing vaak dezelfde liedjes, en verander weinig. Dat geeft het vertrouwde, veilige gevoel dat bij het slapengaan hoort. Kinderen horen ook graag de melodie van het muziekdoosje. Dat kunt u aan het bed hangen. Laat het spelen als u door de deur verdwijnt. Dat kan uw baby geruststellen. Maar: een muziekdoos is niet hetzelfde als papa of mama die zelf zingt. Dus sla het zelf zingen niet over! En nu gaan we slapen.... Hebt u een paar liedjes gezongen en wilt u ermee ophouden? Of uw baby heeft er genoeg van? Zorg dan voor een duidelijke afsluiting: een gezellige warme knuffel tot slot. Zodat uw baby snapt: het is weer afgelopen.
0
1
2
3
4
5
6
0
1
2
3
4
5
6
De baby wordt een jaar De ontwikkeling van uw baby Mijn ervaringen met zingen Voor de meeste ouders is zo'n eerste jaar erg snel gegaan. Er gebeurt ook zoveel met uw kind! Als u terugkijkt naar wat uw baby direct na de geboorte nog niet kon en nu wel, dan is dat al heel veel.Van huilen naar brabbelen en woorden nazeggen.Van liggen naar zitten en zich optrekken. Van zomaar met de armen zwaaien naar iets oppakken en met de duim en wijsvinger vasthouden. Uw kind heeft vast al veel belangstelling voor zijn omgeving en voor alles wat daar te zien en te horen is.Wat andere mensen en kinderen doen, heeft zijn belangstelling. Uw kind volgt ze aandachtig met de ogen en probeert zo nu en dan iets na te doen. Maar uw kind geniet het meest als u samen iets doet: een liedje zingen, kiekeboe spelen, een boek bekijken, samen in de spiegel kijken en dag zwaaien, een verstopspelletje doen of samen naar de eendjes wandelen.
0
1
2
3
4
5
6
0
1
2
3
4
5
6
De baby wordt een jaar Tips bij het Hoera-boekje •
U kunt dit boek ingepakt als een cadeau aan uw kind geven. Dit kan vlak voor zijn eerste verjaardag of op de verjaardag zelf.
•
Laat uw kind zelf het boek uit het papier halen. Het uitpakken van cadeautjes vinden alle kinderen leuk. Ook het scheuren van papier hoort daarbij.
•
Een vlag en een feesthoed horen bij een verjaardag. Laat uw kind zichzelf eens in de spiegel bekijken met de hoed op. Herkent het ook de hoed in het boek?
•
Vaak willen kinderen geen hoed op hun hoofd. Zet dan de hoed op uw eigen hoofd of op het hoofd van een beer of pop.
•
Met het pakpapier kunt u ook kiekeboespelletjes spelen.
•
Laat uw kind zelf het boek bekijken. Als het dingen aanwijst kunt u de naam zeggen en er iets bij vertellen.
•
Op de plaatjes is heel veel te zien. Ook allerlei kleine dingen, zoals de aardbeien en kaarsjes op de taart of de sterretjes op de hoed.Wijs uw kind ook op deze kleine onderdelen van een plaatje.
•
Bij de plaatjes kunt u allerlei geluiden en bewegingen maken, zoals het uitblazen van de kaarsen, kusjes geven en hoera zeggen.
•
Bij een verjaardag horen verjaardagsliedjes. Op de cd van de Boekenbeer staat het liedje 'Een taartje, een taartje hoort erbij.'
•
In het boek gebeurt al veel. U hoeft niet elke keer alle bladzijden te bekijken.
0
1
2
3
4
5
6
0
1
2
3
4
5
6
De baby wordt een jaar Voorlezen Mijn ervaringen met het Hoera-boekje Een boek kiezen •
Welk boek zal mijn kind leuk vinden?
•
En welk boek is voor mijn kind geschikt?
•
Waar moet ik op letten bij het kiezen van een boek?
•
Waar zijn geschikte boeken te vinden? Geschikte kinderboeken kunt u op verschillende plaatsen lenen of kopen. Uw kind kan ook gratis lid worden van een bibliotheek. Er is wel een bibliotheek bij u in de buurt of er komt een Bibliobus langs. Stap gerust naar binnen. Men wil u daar graag helpen. In de meeste speelgoedwinkels en warenhuizen zijn ook prentenboeken te koop. Die zijn meestal niet al te duur en goed geschikt voor uw kind. Een idee voor een cadeautje!
Waar kunt u op letten als u een boek kiest? •
Kinderen houden van mooie, gekleurde voorwerpen. Een boek met heldere kleuren ziet er voor een kind uitnodigend uit. Het zal zo'n boek sneller pakken.
•
Het is voor uw kind prettig als het zelf het boek kan vasthouden en zelf de bladzijden mag omslaan. Boeken met een stevige kaft en met dikke bladzijden zijn daarom het meest geschikt.
•
Kies een boek met plaatjes die uw kind herkent. Er kunnen voorwerpen op staan uit de eigen omgeving of plaatjes van dieren die uw kind weleens ziet.
0
1
2
3
4
5
6
0
1
2
3
4
5
6
De baby wordt een jaar Fijn om te weten Mijn ervaringen met voorlezen Veel praten Kijk uw baby aan wanneer u tegen hem praat. U ziet dan goed hoe hij reageert en hij zal terugkijken. Hij ziet uw mond bewegen en hoort de geluiden die u maakt. En dat is interessant voor hem. Probeer levendig te praten. Breng afwisseling in uw stem. Luid en zacht, hoog en laag. Dat is leuk om naar te luisteren. Herhalen leuk? U kunt steeds over dezelfde dingen en gebeurtenissen praten. Herhalen dus, zodat uw kind de dingen en de woorden gaat herkennen. U kunt ook nieuwe dingen toevoegen. Een boek maken Een idee om een fotoboek te maken? Doe een aantal foto's van mama, papa, oma, opa of andere bekende mensen in een fotomap. Ook een foto van een huisdier of van speelgoed van uw kind kan er in. Als uw kind in zo'n map bladert, geeft het herkennen van mensen en voorwerpen op de foto's veel plezier. Tips om zelf boeken te maken: •
Stevig papier.
•
Velletjes met ronde hoeken knippen.
•
Touwtje om velletjes te verbinden.
•
Eventueel plakplastic.
•
Géén nietjes gebruiken. Denk hierbij aan de belangstelling en interesses van uw kind.
0
1
2
3
4
5
6
0
1
2
3
4
5
6
En dan is uw baby een jaar! Kinderen tussen een en twee jaar krijgen steeds meer belangstelling voor Mijn ervaringen
alles wat er om hen heen gebeurt. Ze kunnen kruipen en lopen. Ze gaan zelf op onderzoek uit om die grote wereld te verkennen. Daar hebben ze het heel erg druk mee. Het is dan extra fijn om even rustig bij papa en mama op schoot te zitten en samen in een boek te kijken.Want ook in een boek is veel te ontdekken over de wereld om je heen. Kinderen tussen een en twee jaar beginnen steeds meer te praten. Ze weten dat alle dingen een naam hebben en willen die namen ook graag horen. Als u samen in een aanwijsboek kijkt, kunt u voorwerpen met uw kind aanwijzen en benoemen en er samen over praten.Voorgelezen worden geeft kinderen een rustpunt: 's avonds voor het naar bed gaan, of zomaar even tussendoor.
Tips bij de Boekenbeerwandplaat Voor kinderen van 1 tot 2 jaar wordt opnieuw de Boekenbeerwandplaat gebruikt. Nu komen er andere boekjes in. Er worden vier boeken gebruikt. Drie daarvan krijgt u van de begeleidster, samen met de tips die bij deze boeken horen. Het vierde boekje kunt u zelf uitkiezen, tijdens een groepsbijeenkomst, of in de bibliotheek. •
Geef de Boekenbeer een plaats, zó dat uw kind de plaat vaak ziek en er zelf bij kan.
•
Doe de drie boeken die u krijgt in de Boekenbeer. De Boekenbeer heeft een extra vak voor de boeken die u leent.
•
Vertel uw kind over de Boekenbeer: hij wordt zo een vertrouwd figuur voor uw kind.
0
1 •
2
3
4
5
6
Als u gaat voorlezen kunt u samen het liedje 'Boekenbeer, waar ben je' zin-
0
1
2
3
4
5
6
Uw kind is 12 tot 16 maanden
gen. •
Uw kind kan ook zelf een boek kiezen en uit de Boekenbeer halen.
•
Na het voorlezen kunt u het liedje 'Dag Beer' zingen. U bergt dan samen het boek weer op of laat uw kind zelf het boek in de Boekenbeer doen.
De ontwikkeling van uw kind •
Uw kind doet u graag na. Het wil ook met een emmer water bezig zijn of met een pan of een krant.
•
Uw kind wil graag allerlei voorwerpen uit de eigen omgeving onderzoeken. Het doet kasten en laden open en haalt van alles te voorschijn.
•
Samen spelen vindt uw kind heel plezierig.Verstopspelletjes, met de bal rollen of de pop eten geven.
•
Uw kind wil u graag helpen. Het kan al boodschappen uit de tas halen, zelf de sokken uittrekken of van een lepel eten.
•
Uw kind gaat vaak de eerste losse stappen maken. Het wil dit steeds oefenen, en daarbij ook dingen duwen, trekken of sjouwen.
•
Uw kind gaat woorden gebruiken. Het kan u met één woord al veel verschillende dingen duidelijk maken.
•
Veel namen van dieren en voorwerpen uit de eigen omgeving kent uw kind al, ook al zegt het kind ze nog niet allemaal zelf.
Pluisversje er) uisje (wijsving Hier is een m atje) w n pluisje (klein En daar is ee muisje Hup zegt het pluisje t he en weg is het op r (vinge ) en gg le watje
0
1
2
3
4
5
6
0
1
2
3
4
5
Uw kind is 12 tot 16 maanden Tips bij Kijk eens wat ik kan! van Mies van Hout (Kimio) Dit boek gaat over een meisje en een jongen. Het meisje en de jongen laten om de beurt zien wat ze al kunnen. •
Lees het boekje vooral zelf.
•
Laat eerst de voorkant van het boek goed zien.
•
Vertel bij elke plaat wat de jongen of het meisje doet.
•
Wijs op het plaatje aan wat u allemaal ziet.
•
Laat uw kind ook zelf in de handen klappen, een kus geven of zwaaien.
•
Maak erbij de geluiden die op de plaat staan, bijvoorbeeld 'trrring' van de telefoon, 'vroem vroem' van de auto.
•
Doe nu samen de geluiden na.
•
Laat uw kind de woorden zeggen die het al kent.
•
Pak de telefoon of een bord en doe het voor.
•
De dingen die bij u thuis zijn kunt u erbij pakken en het voordoen.
•
Laat uw kind ook zelf het boek vasthouden en er in kijken of bladeren.
•
Met het vingerpopje 'konijn' kunt u allerlei verstopspelletjes doen.
•
Laat uw kind het konijn zoeken in het boek.
•
Laat uw kind zijn knuffel een kus geven.
•
Speel samen kiekeboe.
•
Aan het einde van het boek zal uw kind merken dat het ook alles kan.
6
0
1
2
3
4
5
6
0
1
2
3
4
5
6
Uw kind is 12 tot 16 maanden Voorlezen Mijn ervaringen met Kijk eens wat ik kan! Welk boek gaan we lezen? Hoe kunt u boeken kiezen die precies geschikt zijn voor uw kind? Neem er de tijd voor om over de boeken na te denken. Ga af op uw eigen ervaring en eigen gevoel. Ziet u een boek dat u misschien wilt hebben of lenen? Bekijk het dan van buiten en van binnen. En denk dan eens na: •
Heeft u al eerder zo'n soort boek gehad? Hoe ging het lezen toen?
•
Denkt u dat uw kind al een boek kan begrijpen dat weer een beetje moeilijker is?
•
Wat vindt u zelf van dit boek? Vindt u het leuk? Niks aan? Houd ook rekening met uzelf. Samen lezen, samen pret!
•
Met uw kind praten over de plaatjes is belangrijk (maar dat gaat niet even goed bij elk boek). Is er een boek bij waarmee u goed zou kunnen praten?
Wat zou uw kind leuk vinden? Waar kijkt uw kind geboeid naar? Wat begrijpt het? In deze periode heeft uw kind veel belangstelling voor dingen die het kent en meemaakt. Alledaagse gebeurtenissen. Boeken over gewone dingen zijn interessant. Er zijn zoveel mooie boeken! Misschien pakt u het makkelijkst boeken die u al een beetje kent. Maar... durf ook boeken te pakken die u nog niet kent.Wie weet ontdekt u iets heel leuks!
0
1
2
3
4
5
6
0
1
2
3
4
Hoe kiest u een geschikt boek? •
Kies boeken die sterk zijn.
•
Boeken met kartonnen bladzijden zijn sterk, en uw kind kan ze goed hanteren.
•
Boeken van plastic en stof zijn ook goed, maar let wel op de plaatjes! Zijn die plaatjes nog boeiend voor uw kind?
•
Kan uw kind al voorzichtig zijn met papieren bladzijden? Dan kunt u ook boeken van papier gebruiken. U kunt uw kind leren hoe je een boek met papieren bladzijden 'leest'. Voorzichtig! U gaat samen het boek bekijken en u doet voor hoe je voorzichtig de bladzijden omslaat. Maar... scheuren is wél prachtig, vinden sommige kinderen. Geef dan papier dat rustig gescheurd mag worden. Zoek papier op dat niet op een echt boek lijkt, bijvoorbeeld een folder. Zodat uw kind het verschil ziet tussen papier dat je wel en dat je niet mag scheuren.
Fijne voorleesplekken Er zijn zoveel fijne voorleesplekken: •
een grote stoel
•
kussens op de grond
•
het grote bed
•
een bank buiten...
Waar bewaart u de boeken? U kunt boeken opbergen op een speciale plek waar uw kind zelf de boeken kan pakken. Bijvoorbeeld in een doos, in een tas die u aan de speelgoedkast hangt, in een eigen la, in het onderste vak van een wandmeubel.
Mijn ervaringen met voorlezen
5
6
0
1
2
3
4
5
6
0
1
2
3
4
5
6
Uw kind is 12 tot 16 maanden Fijn om te weten (1) Zingen hoort erbij Liedjes zingen en erbij bewegen: ook dat is spelen. Met woorden en muziek. U kunt allerlei liedjes zingen terwijl u uw kind verzorgt. U kunt daarnaast van het zingen een apart spel maken. Een spel waarvoor u de tijd neemt met het kind. Zorg dat uw kind uw gezicht goed kan zien. En zorg dat het u aankijkt. U kunt zijn aandacht vasthouden met de uitdrukking op uw gezicht, uw ogen en uw stem. Hoe reageert uw kind? Als u goed naar het kind kijkt, dan ziet u hoe het reageert. Hoe kijkt het precies? Verbaasd, lachend, bedenkelijk? U ziet ook of het zin krijgt om mee te doen met de bewegingen en met de woorden. Uw kind vindt het leuk? Dan gaat u samen nog even gezellig door met zingen! Een rustige omgeving Samen liedjes zingen is fijn voor het contact tussen u en uw kind. Daarom moet u zorgen voor rust. Is er veel lawaai? Dan wordt uw kind afgeleid, en u ook? En dan hebt u dus niet zo'n goed contact met elkaar. Hoe zorgt u voor rust? •
Zet de radio en de tv uit.
•
Kies een goed moment, als het rustig is in huis.
•
Of kies een plek waar geen lawaai is.
0
1
2
3
4
5
6
0
1
2
3
4
Ieder heeft zijn eigen manier van zingen Zingen en erbij bewegen, dat is ook: praten met je lijf. Uw kind vangt dat op. Hoe zingt u? Hoe is uw stemming, hoe beweegt u, hoe kijkt u erbij? Let er eens op. Misschien bedenkt u hoe u het zingen en het bewegen nog leuker kunt maken. Een klein kind doet graag alles na. Uw gebaren, geluiden en bewegingen. Ook uw manier van doen als u zingt. Maar soms doet het uit zichzelf opeens iets wat betekent: zullen we zingen? Nog wat tips •
Kent u niet veel liedjes? Leer ze dan! Uw kind heeft er veel aan. Zingen is goed voor zijn taal. Zingen is goed voor jullie contact. Maar het is vooral knus en grappig om samen te zingen.
•
Zing niet te vlug. Uw kind heeft tijd nodig om het liedje tot zich door te laten dringen. En om de bewegingen na te doen. U kunt even stoppen en een regel herhalen. Dan is uw kind weer 'bij'.
•
Met herhalen leert uw kind het lied goed kennen. Bij uzelf gaat het ook zo: als u een nieuw liedje een paar keer hebt gehoord, dan weet u ongeveer hoe het gaat.
•
Reageert uw kind op de bewegingen of op het liedje zelf? Laat merken dat u het goed vindt. Daardoor moedigt u het aan en voelt het zich trots.
Mijn ervaringen liedjes zingen
5
6
0
1
2
3
4
5
6
0
1
2
3
4
5
6
Uw kind is 12 tot 16 maanden Fijn om te weten (2) Deze liedjes vindt mijn kind leuk: Praten bij platen Plaatjes vind je overal. Natuurlijk in boeken, maar ook in reclamefolders, tijdschriften en in winkels. En op verpakkingen: •
De hagelslagdoos
•
Het melkpak
•
Een doos met krijtjes
•
Cadeaupapier Over die platen kunt u ook praten. Geef het kind de kans om het plaatje goed te bekijken als het dat wil.Wil het steeds hetzelfde plaatje opzoeken en bekijken? Prima, het ontdekt er steeds iets nieuws aan. Of uw kind kijkt heel goed van het een naar het ander. Samen plaatjes kijken betekent samen praten. Dus: u kunt beter de fopspeen van uw kind uit zijn mond halen en even wegleggen. Dan kan het beter praten en de woorden goed uitspreken.
Verschillende boeken Er zijn boeken met alleen plaatjes. En er zijn boeken met platen en woorden. U bekijkt met uw kind een platenboek. Dan gaat u vanzelf in uw eigen woorden vertellen wat er gebeurt. Uw kind doet mee, praat u na. Soms vult het zelf een woord in. Leest u een boek waar ook woorden in staan? Dan moet u inschatten wat uw kind begrijpt. Zijn de woorden te moeilijk voor uw kind? Dan gaat u in uw eigen woorden vertellen bij de platen. Denkt u dat uw kind de woorden in het boek
0
1
2
3
4
5
6
wel begrijpt? Dan leest u gewoon voor! Maar u kunt ook allebei doen: voorlezen en erbij vertellen.
0
1
2
Een plaat kan uw kind uitnodigen om te gaan praten en er van alles bij te slepen.Wat kunt u daarbij doen? Het kan bijvoorbeeld zo gaan: Uw kind ziet dit plaatje en zegt: 'tas'. U ziet hoe het met zijn ogen zijn eigen tas zoekt in de kamer. Uw kind zegt: 'Tas pakken.' U zegt: 'Ja, ga je tas maar halen. Jij hebt ook een speelgoedtas.' Het glijdt van uw schoot en dribbelt weg. U kunt nu met uw kind praten over de spulletjes in de tas. En dan gaat uw kind herkennen: de dingen uit het boek hebben iets te maken met de échte dingen die ik tegenkom. Wat is er te zien? Er zijn platen waarbij je heel veel kunt verzinnen. Uw kind kan met u meepraten en het laatste woord van een zin invullen. En natuurlijk geluiden en bewegingen maken. Zo kunt u de aandacht van uw kind bij het plaatje houden. Dus, dan gaat u niet meteen door naar de volgende bladzijde. Woorden en begrippen Als u met uw kind praat over een plaatje: probeer dan verschillende woorden te gebruiken. Een 'hond' is ook een 'dier', en misschien heeft de hond in het boek een naam. Zo gaat uw kind begrijpen dat er verschillende woorden zijn voor hetzelfde ding.
4
Waar praat u over? Over de dingen die uw kind op dit moment boeien. De dingen waar het naar kijkt.
Luisteren, reageren, aanmoedigen.
3
5
6
0
1
2
3
4
5
6
0
1
2
3
4
5
6
Uw kind is 16 tot 20 maanden De ontwikkeling van uw kind Mijn ervaringen met praten bij plaatjes •
Uw kind krijgt steeds meer belangstelling voor de wereld om zich heen. Voor wat u in huis doet en voor wat er buiten te zien is.
•
Omdat uw kind al veel woorden kent, gaat het ook steeds meer begrijpen van alles om zich heen. Het kan al korte opdrachten uitvoeren, zoals 'pak je bal maar'.
•
Ook andere kinderen worden interessant. Nog niet zozeer om mee te spelen, maar wel om naar te kijken of aan te raken.
•
Uw kind wil alles nadoen wat u doet of wat anderen doen. Als u een sopje heeft, wil uw kind ook water met een doek. Als u stofzuigt doet uw kind de bewegingen na. Of het maakt het geluid van de boormachine waarmee u aan het werk bent.
•
Uw kind begint echt te spelen en gaat zijn fantasie gebruiken. De pop krijgt ook een hapje eten. De kinderstoel is opeens een auto met het lege bord als stuur.
•
Ook bij het praten doet uw kind u na. Dat is maar goed ook, want zo leert het veel van de taal.
•
Uw kind ontdekt dat alles een naam heeft. Het wordt erg nieuwsgierig naar al die namen. Het gaat dingen aanwijzen. En het is pas tevreden als u de naam ervan zegt. Het leert op die manier veel nieuwe woorden.
•
Uw kind heeft veel belangstelling voor zijn eigen lichaam. Benoem de verschillende lichaamsdelen en laat uw kind zijn oren, neus, benen, voeten, handen enzovoort aanwijzen.
•
Er zijn veel liedjes en versjes waarin de verschillende lichaamsdelen voorkomen, zoals 'Klap eens in je handjes', of 'Deze vuist op deze vuist'.
0
1
2
3
4
5
6
0
1
2
3
4
5
6
Uw kind is 16 tot 20 maanden Tips bij Doedoe kleedt zich aan van Annette Swoboda (Sjaloom) In dit hardkartonnen prentenboekje wordt eendje Doedoe gevolgd vanaf het opstaan. Doedoe trekt zijn speelpak aan, zet zijn pet op, trekt zijn schoenen aan... en merkt opeens dat het buiten regent. Niet dat dat erg is: hij neemt gewoon zijn paraplu mee! Alles wat Doedoe doet wordt gevolgd door een stel nieuwsgierige vriendjes, die ook hun pakjes aantrekken, petjes opzetten en uiteindelijk goedgehumeurd achter Doedoe aan de regen in stappen. Uiteraard allemaal voorzien van een passende paraplu. Het boekje eindigt met de vaststelling: 'Regen of zonneschijn, buiten spelen is fijn.' •
Lees het boekje vooral zelf.
•
Laat eerst de voorkant van het boek goed zien.
•
In dit boekje gebeurt op elke bladzijde iets. Daardoor kunt u bij dit boek veel vertellen. U kunt aanwijzen en benoemen wat er op de plaatjes te zien is. U kunt ook vertellen wat Doedoe doet of wat de drie vriendjes doen.
•
Met het petje bij dit boek kunt u hetzelfde doen als Doedoe en zijn kameraadjes. Zet zelf ook een het petje op en doe dat op verschillende manieren: scheef, achterstevoren, op-z'n-kop... Laat het kind ontdekken dat zelfs het stokpaard in het boek een eigen petje krijgt.
•
U kunt met het petje ook een kiekeboe-spelletje doen. Houd het voor uw gezicht en kom er dan stralend achter te voorschijn. Succes verzekerd!
•
Ook bewegingen zoals het lopen van de vriendjes kunt u nadoen. Doe daarbij alsof u met laarzen door diepe plassen stapt.
•
Uw kind kan ook andere bewegingen van u nadoen, die niet in het boek voorkomen. Zoals in de handen klappen, met de armen zwaaien, met de voeten stappen of heen en weer wiegen. U kunt ook om de beurt een
0
1
2
3
4
5
6
0
1
2
3
4
beweging bedenken en die van elkaar nadoen. •
Met het petje kan van alles worden gedaan: vraag uw kind wat er in het petje kan. U kunt samen allerlei speelgoed in en uit het petje doen.
•
U kunt er ook een raadspel van maken. U legt iets onder het petje en het kind moet raden wat dat is.
•
Dierengeluiden of andere geluiden nadoen vindt uw kind leuk.Welk geluid maakt een eendje als het slaapt? Wat zegt het hondje en wat zegt de vogel?
•
Zing samen een versje over de regen. Bijvoorbeeld 'Het regent, het regent, de pannetjes worden nat...'.
•
Bespreek samen met uw kind wat u zojuist in het boekje hebt gezien en gelezen. Laat uw kind dit vertellen en vul het af en toe aan. Daarmee sluit u het voorlezen goed af.
•
Over Doedoe zijn nog meer boekjes verschenen, bijvoorbeeld Doedoe’s potje. Daarin kunt u lezen hoe Doedoe zijn potje voor van alles gebruikt... behalve waar het voor nodig is. Uw kind vindt het vast leuk om over hetzelfde figuurtje nog wat te lezen. Probeer het boekje te lenen in de bibliotheek of koop het in boekwinkel of warenhuis.
Mijn ervaringen met Doedoe kleedt zich aan
5
6
0
1
2
3
4
5
6
0
1
2
3
4
5
6
Uw kind is 16 tot 20 maanden Voorlezen Boekenpraat Als u gaat voorlezen, gebruik dan ook woorden die met lezen en met boeken te maken hebben. Zoals: voorkant, achterkant, bladzijde, omslaan. Zo leert u uw kind iets over boeken. Waar gaat het verhaal over? Kinderen krijgen wanneer ze ongeveer anderhalf jaar zijn, steeds meer belangstelling voor de inhoud van boeken. Ze herkennen veel van wat er op de platen te zien is. Maar op die platen moet nu ook iets gebeuren. Kinderen gaan op deze leeftijd interesse krijgen in wat de figuren in het boek doen en meemaken. U kunt daarom het benoemen en aanwijzen van de platen nu aanvullen met veel te vertellen over wat er op de plaatjes gebeurt. Uw kind leeft mee met gebeurtenissen in een boek: aankleden, in bad gaan, boodschappen doen, samen op de fiets. Die dingen hebben te maken met zijn eigen leven. Die herkent uw kind en dat vindt het leuk. Het verband tussen de platen Op de platen staan ook méér dingen afgebeeld, die met elkaar verband houden. Uw kind gaat het verband tussen de verschillende onderdelen op een bladzijde ontdekken. Het begrijpt wat het ene met het andere te maken heeft. Hoe kunt u voorlezen? U leest samen een boek over een meisje dat nieuwe schoenen krijgt. U leest voor: 'Jij kunt nu zo goed lopen, wij gaan nieuwe schoenen kopen.'
0
1
2
3
4
5
6
U vraagt aan uw kind: 'Waar zijn jouw schoenen? Zijn jouw schoenen ook nieuw?'
0
1
2
3
4
5
6
Nog wat tips •
'Schoenen groot en schoenen klein, o wat passen deze schoenen fijn.'
Stel vragen als: 'Wat is dit?' 'Hoe kan dat nou?' 'Waarom gaat hij weg?' 'Wat gaat hij nou doen?' 'Wat zit er achter de deur, denk je?'
•
U hoeft een boek niet van voor naar achter te lezen. Uw kind kan ook
Misschien denkt u: mijn kind snapt nog niet wat 'schoenen passen' is.
best in het midden of achteraan beginnen. Of het wil meteen door naar de
Dan kunt u dat uitleggen en laten zien.
volgende bladzijde. Dat geeft niet. Later komt de goede volgorde wel.
U neemt een schoen van uw kind en vertelt: 'Die schoen past mama niet. Hij past jouw pop ook niet. Maar hij past jou precies.' Voorlezen aan een jong kind betekent: lezen, vertellen, uitleggen en laten zien. Herhaling Een kind wil graag vaak hetzelfde boek lezen. Het is goed om dat te doen. Want dan leert het het verhaal steeds beter kennen. En het gaat aandacht geven aan de moeilijke dingen in het verhaal.Vandaag vindt het dit ene plaatje spannend. Morgen ziet het opeens iets nieuws op een ander plaatje. Er zijn allerlei voorleesmomenten: •
Als uw kind naar bed gaat
•
Als het lekker bij u wil zitten
•
Als het aandacht wil
•
Als het zich verveelt
•
Als het net wakker is na zijn middagdutje
•
Als u het even wilt afleiden
•
Als u zin hebt in samen lezen
•
Misschien kunt u af en toe een beetje sturen: eerst dit plaatje, en dan de volgende bladzijde.
0
1
2
3
4
5
6
0
1
2
3
4
5
6
Uw kind is 16 tot 20 maanden Fijn om te weten (1) Mijn ervaringen met voorlezen Bewegingen, geluiden, rijmpjes en spelletjes Ze horen er steeds bij, de liedjes, versjes en spelletjes. Sommige kinderrijmpjes zijn wel honderd jaar oud, of meer: Olleke Bolleke Rubisolleke Olleke Bolleke Knol! Soms snap je zo'n versje niet. Soms is het gewoon onzin, maar het klinkt wél leuk. Samen rijmpjes en versjes opzeggen is een leuk spel. Rijmpjes en versjes zijn net kleine, grappige verhalen. Uw kind geniet van de klanken, van de herhalingen. En van de bewegingen, want die horen er natuurlijk bij. Uw kind gaat meedoen. Samen kunt u veel plezier hebben. Een voorbeeld voor bij het naar bed gaan: aanwijzen: Naar bed, naar bed, zei Duimelot (duim) Eerst nog wat eten, zei Likkepot (wijsvinger) Waar zal ik dat halen, zei Lange Jan (middelvinger) In grootvaders kastje, zei Ringeling (ringvinger) Dat zal ik verklappen, zei 't kleine ding (pink)
0
1
2
3
4
5
6
0
1
2
3
4
5
Een voorbeeld van een kriebelversje (met twee vingers langs het armpje omhoog lopen tot bovenaan de schouder) Mannetje, mannetje, kleine man Klimt omhoog, zo hoog als hij kan En komt bij het topje aan Dan kan hij roetsjsjs (met vingers naar beneden glijden) Omlaag weer gaan Hoe komt u aan rijmpjes- en versjesboeken? U kunt een versjesboek kopen. Dat is de moeite waard omdat u zo'n boek jarenlang elke dag kunt gebruiken in uw gezin. In boekwinkel en bibliotheek kunt u snuffelen tussen de rijmpjes- en liedjesboeken. U kunt daar ook advies vragen. Hoe leert u een nieuw rijmpje? Lees het een paar keer hardop. Luister goed naar uzelf. Probeer het dan uit uw hoofd te zeggen. Herhalen en oefenen maar! Maak de bewegingen erbij. U kunt het rijmpje ook overschrijven of kopiëren en boven de aankleedtafel hangen. Soms helpt het als u probeert u iets voor te stellen bij de woorden.Wat ziet u voor u? U kunt ook best woorden veranderen als u dat beter vindt klinken.
Mijn ervaringen met rijmpjes, versjes en spelletjes
6
0
1
2
3
4
5
6
0
1
2
3
4
5
6
Uw kind is 16 tot 20 maanden Fijn om te weten (2) Zeg het met woorden Uw kind zegt woorden en die betekenen iets.Veel woorden bij elkaar: dat is een verhaal. Uw kind is graag bezig met echte dingen: de grote veger of een pan uit de keukenkast. De echte telefoon vindt het leuker dan de speelgoedtelefoon. Het doet u na en probeert ook zo echt mogelijk te praten. Uw kind gaat nu echt praten Uw kind zegt woorden om u iets te vertellen of om iets te vragen. Dat is iets anders dan de woorden die het alleen maar zegt om u na te doen. Uw kind begint te begrijpen dat woorden iets betekenen. Zijn eerste woorden zijn voor dingen, mensen en gebeurtenissen die het nu heel belangrijk vindt. Uw kind praat misschien nog niet zo goed, maar vaak weet het wél goed wat het bedoelt. Belangrijk is dat uw kind weet wat een woord betekent. Goed praten, de woorden goed uitspreken, dat komt nog wel. De woordenschat Uw kind krijgt een grote woordenschat. Het gaat steeds meer woorden zeggen. Eerst zegt het één woord, maar het bedoelt een hele zin. Mama kan betekenen: Mama, waar ben je? Mama, hoor je mij? Mama, kijk eens naar mij.
0
1
2
3
4
5
6
Aan de toon waarop uw kind 'mama' zegt, kunt u wel horen wat het
0
1 •
2
3
4
5
Uw kind heeft tijd nodig.
bedoelt: u moet hem helpen met iets, of u moet komen, of het wil iets heb-
Als u vraagt: 'Waar is papa nou?' dan moet uw kind heel veel doen:
ben, of...
rondkijken, denken, en proberen u antwoord te geven.
Van losse woorden naar hele zinnen! Na de zinnen van één woord, komt de volgende stap. Uw kind zegt zinnen van twee woorden!
Dat kost tijd. Daarom: wacht rustig en geef niet snel zelf een antwoord.
Bijvoorbeeld: Begrijpt u niet wat uw kind u zeggen wil? Pop stoel = de pop moet in de stoel zitten
Soms begrijpt u niet wat uw kind zeggen wil. Probeer er dan toch achter
Papa nou? = waar is papa naartoe gegaan?
te komen, met wijzen en met vragen. Uw kind voelt dan dat u het belangrijk vindt om hem te begrijpen.
Een poosje later komen er meer woorden bij. Het gaat al een beetje lijken op grotemensenzinnen:
Spreekt uw kind een woord niet goed uit? Jonge kinderen kunnen de woorden nog niet altijd goed uitspreken. Dat
Deur open, buiten toe = doe jij de deur voor mij open, want ik wil naar
geeft niet, het komt vanzelf. Laat hem nog eens horen hoe u het woord
buiten toe.
zegt.
Nog wat tips •
Soms snapt u wel wat uw kind wil of bedoelt. Maar het kan het nog niet goed zeggen. Dan kunt u helpen: 'Jij wil op de stoel zitten, hè?' 'Jij wil het blokje uit de doos halen, lukt het niet? Zal ik je helpen?' 'Je sap is op? Ja, nou is je beker op de grond gevallen, dat zie ik.'
6
0
1
2
3
4
5
6
0
1
2
3
4
5
6
Uw kind is 20 tot 24 maanden De ontwikkeling van uw kind Mijn ervaringen •
Uw kind kan zich steeds beter bewegen. Het kan klimmen, achteruit lopen, zich bukken. Ook fijne bewegingen lukken steeds beter, zoals het vasthouden van een potlood of krijtje, het bladeren in een boek of voorzichtig iets stapelen.
•
Uw kind leert de eigenschappen van voorwerpen: of iets hard is, zacht, glad, zwaar of licht. Laat uw kind daarom verschillen dingen zien, horen, voelen en ruiken.Vertel erbij hoe iets voelt, ruikt of smaakt.
•
Uw kind wordt steeds zelfstandiger. Het helpt bij het aankleden, het kan zelf iets opruimen. Het kan zelf uit een beker drinken en van een lepel eten. En het kan ook 'nee' zeggen als het iets niet wil.
•
Uw kind krijgt steeds meer woorden tot zijn beschikking. Het gaat ook allerlei dingen vragen: 'Is dat?' Of: 'Naartoe?'
•
Uw kind gebruikt meestal zinnetjes van twee woorden. Deze twee woorden kunnen van alles betekenen: 'Mam bal' kan zijn: 'Mama, hier is de bal'. Of: 'Mama, mag ik de bal', of: 'Waar is de bal?'
•
Meestal weet u wel wat uw kind bedoelt. Is dat niet het geval, dan kunt u aan uw kind vragen wat het bedoelt. 'Wil je de bal?' Uw kind hoort dat meteen hoe een hele zin klinkt en leert daar weer van.
•
Uw kind kan al hele gesprekken voeren. Als u iets zegt, wacht het op de beurt om iets terug te zeggen.
0
1
2
3
4
5
6
0
1
2
3
4
5
6
Uw kind is 20 tot 24 maanden Tips bij De pan van Jan Ormerod (De Vries-Brouwers) Dit boek gaat over een alledaags voorwerp: een pan, en alles wat een kind en een poes daarmee kunnen doen. •
U kunt, voordat u begint met voorlezen, eerst samen de voorplaat bekijken. Uw kind weet dan al waar het boek over gaat.
•
Als uw kind het boek voor de eerste keer hoort, kunt u in uw eigen woorden vertellen wat er op de platen gebeurt. Laat uw kind ook vertellen wat het op de plaatjes ziet.
•
Dit boek heeft een korte, eenvoudige tekst.Tijdens het voorlezen kunt u ook deze tekst gebruiken. Het praten over de plaatjes en het voorlezen van de tekst kunnen elkaar afwisselen. U kunt bijvoorbeeld eerst de tekst lezen en dan samen met uw kind over het plaatje praten.
•
Tijdens het voorlezen kunt u samen nadoen wat het jongetje met de pan doet. U maakt gebaren alsof u op een fluit speelt of u doet alsof u een pan op uw hoofd ziet.
•
Pak er eens een pan bij. U kunt laten zien of uw pan ook een deksel heeft en of er iets in zit.
•
Laat uw kind maar eens voelen hoe glad de buitenkant van de pan is, of hoe koud of hoe warm de pan aanvoelt.
•
Misschien kan uw kind zich spiegelen in de pan. Aan de binnenkant van het omslag staan kleine pannen afgebeeld, met een deel van het gezicht van het jongetje erop. U kunt er ook een spiegel bij pakken, of andere glimmende voorwerpen waarop u uzelf kunt zien.
•
Uw kind vindt het prachtig alle pannen uit de kast te halen en bij alle pannen een deksel te zoeken.
•
In het boek kruipt de poes in de pan. U kunt een verstopspelletje spelen met uw kind, door ook iets in de pan te doen. Laat uw kind maar eens
0
1
2
3
4
5
6
0
1
2
3
4
horen of voelen wat er in de pan zit. Of laat een deel van het voorwerp uit de pan steken, zoals de staart van de poes. Laat uw kind vertellen wat er in de pan zit. •
U kunt voor of tijdens het voorlezen het liedje 'Hé, hé, wat zit er in die pan' zingen.
Mijn ervaringen met De Pan
5
6
0
1
2
3
4
5
6
0
1
2
3
4
5
6
Uw kind is 20 tot 24 maanden Voorlezen Voor kinderen van rond de twee jaar wordt de buitenwereld steeds interessanter. Er is veel te zien, te proberen en te ontdekken; meer dan je als tweejarige aankunt. Veel van die buitenwereld is in de boeken terug te vinden. Boeken geven de kans om veel te leren over de wereld, zonder dat je daar zelf bij bent. Boeken brengen de buitenwereld bij je thuis. Er zijn boeken over veel verschillende onderwerpen: dieren, speelgoed, auto's. U kunt proberen boeken te lenen of te kopen over de onderwerpen waar uw kind belangstelling voor heeft. Maar ook in folders en tijdschriften is veel te zien wat uw kind interessant vindt. Laat uw kind er zelf maar eens in bladeren, of ga samen met uw kind plaatjes zoeken die het leuk vindt. U kunt de platen uitscheuren of uitknippen en bij elkaar op een groot papier plakken; of op losse blaadjes die u bij elkaar in een map doet. Zo heeft uw kind er weer een boek bij. Door plaatjes te bekijken over de dingen die uw kind interesseren, leert het meteen de woorden die erbij horen. De woordenschat van uw kind wordt daarmee steeds groter. Uw kind kan daardoor ook steeds beter aan anderen duidelijk maken wat het bedoelt. Op deze leeftijd kunnen de meeste kinderen ook al een groot aantal woorden zeggen. Als uw kind al veel woorden kent, gaat het ook bij de platen in een boek meer zeggen.Voor de voorlezer wordt het voorlezen daarom gemakkelijker.Want als uw kind met woorden op de plaatjes rea-
0
1
2
3
4
5
6
0
1
2
3
4
geert, kunt u daar weer op ingaan. Zo ontstaan er tijdens het voorlezen allerlei gesprekjes tussen u en uw kind. Soms hebben kinderen een boek dat ze steeds opnieuw willen bekijken. Zelf bent u er misschien al lang op uitgekeken, maar uw kind is het nog niet. Het is goed zo'n favoriet steeds opnieuw voor te lezen. Uw kind ontdekt er nog steeds iets nieuws in, en beleeft er nog steeds plezier aan. Veel kinderen vinden het nu ook leuk om de boeken uit hun babyperiode nog eens te bekijken. Ze herkennen de plaatjes en kunnen er nu zelf iets bij vertellen. Probeer maar eens of uw kind dat ook leuk vindt.
Mijn ervaringen met voorlezen
5
6
0
1
2
3
4
5
6
0
1
2
3
4
5
6
Uw kind is 20 tot 24 maanden Fijn om te weten Lenen of kopen? Boeken kunt u lenen in de bibliotheek. Handig, u hebt het een paar weken in huis, en daarna ruilt u het weer in voor een ander boek. Boeken kunt u ook kopen. In een warenhuis, de kinderboekenwinkel, een gewone boekwinkel, in een speelgoedwinkel. In de bibliotheek is een afdeling voor kinderen Uw kind kan zelf een bibliotheekkaart krijgen. Dat kost weinig of niets. De medewerkers van de bibliotheek helpen u graag. Ze kunnen u wijzen waar de boeken voor hele kleine kinderen staan. Als u het vraagt, geven ze u ook advies. Neem rustig de tijd om een of meer boeken uit te zoeken. Bevalt een boek thuis toch niet? Leg het dan gewoon opzij, tot u weer naar de bibliotheek gaat. Bevalt een boek heel erg goed? Probeer dan of u het nog een keer kunt lenen.
0
1
2
3
Mijn ervaringen
4
5
6