Timing van ondersteuningsbeleid “The sooner we start, the further they go”
Colloquium ‘Tien jaar GOK-decreet’
Brussel 16-11-2012 Steven Groenez www.steunpuntSSL.be
Probleemstelling • Persistente sociale ongelijkheid – – – –
Kinderarmoede stijgt en intergenerationele kansarmoede blijft hoog Maatschappelijke hoop: opwaartse sociale mobiliteit dmv onderwijs Onderwijs slaagt er evenwel niet in om cirkel van kansarmoede te doorbreken Leidt vaak tot discussie over WAT en HOEVEEL we doen.
• Waarom: (sociaal) beleid te sterke nadruk op curatieve aanpak – Extra investeringen gebeuren vaak ná indicatie van ontwikkelingsproblemen
• Twee redenen waarom dit weinig effectief is 1. Verschillen in cognitieve, taal- en sociaal-emotionele ontwikkeling ontstaan op vroege leeftijd, met name vóór de toegangspoort van het onderwijs 2. Remediëren in het onderwijs, en de menselijke ontwikkeling in het algemeen, is moeilijk: eens kinderen een onderwijsachterstand hebben, is het moeilijk om die nog in te lopen
Steven Groenez
16-11-2012
2
Waarom de voorschoolse periode? “If the race is already halfway run even before children begin school, then we clearly need to examine what happens in the earliest years.” (Esping-Andersen, 2005)
“Like it or not, the most important mental and behavioural patterns, once established, are difficult to change once children enter school.” (James Heckman, 2004)
Steven Groenez
16-11-2012
3
Als samenleving investeren we veel in mensen, maar heel onevenwichtig over de levenscyclus Rendement van investeringen in menselijke ontwikkeling
Investeringen in gezondheid, onderwijs, vervangingsinkomens
Mismatch: Verschuiving van curatieve naar preventieve aanpak nodig
0
1
3
20
60
80 Leeftijd
E. Melhuish (2010) Scottish Parliament’s Finance Committee’s inquiry into preventative spending
Steven Groenez
16-11-2012
4
Ongelijkheid in de vroege cognitieve ontwikkeling (2-10 jr) 1970 British Cohort study naar socio-economische status
Feinstein (2000) Steven Groenez
16-11-2012
5
Ongelijkheid in de vroege cognitieve ontwikkeling (2-10 jr) 1970 British Cohort study naar socio-economische status Hoge Q op 22 m
Feinstein (2003) Steven Groenez
16-11-2012
6
Testscore woordenschat naar leeftijd (3 en 5 jaar) en socio-economische status (2000 Millenium Cohort study)
Blanden & Machin (2010) Steven Groenez
16-11-2012
7
Waarom de voorschoolse periode? •
Menselijke vaardigheidsontwikkeling is dynamisch proces (Heckman) Op elk moment van de menselijke ontwikkeling vormen de reeds verworven vaardigheden niet alleen het startkapitaal voor de volgende periode, ze beïnvloeden ook de productiviteit van het leren in de volgende periode
skill multiplier effect of “ontwikkelingssneeuwbal” (best te vergelijken met schuld/spaardynamiek (rentesneeuwbal) Cruciaal om op jonge leeftijd voldoende ontwikkelingskansen te krijgen om de vaardigheidsverwerving op gang te brengen: jongeren die jong kunnen starten met een grotere set van vaardigheden, zijn ook meer efficiënt in de latere verwerving van vaardigheden
•
Onderbouwing vanuit neurologisch onderzoek
- specifieke ontwikkelingsfasen in de hersenen (sensitieve én kritische periodes) - vooral vroeg in de levenscyclus met cruciale rol van taalontwikkeling - worden vroege kansen gemist, langdurige effecten die later moeilijker te compenseren zijn - Voorkomen is beter dan genezen (vroege investeringen voorkomen schoolmoeheid, afhaken) Voorkomen is makkelijker dan genezen (vroege investeringen zijn effectiever) Voorkomen is goedkoper dan genezen (vroege investeringen zijn kostenefficiënter) Steven Groenez
16-11-2012
8
Theorie van dynamische vaardigheidsontwikkeling Carneiro en Heckman (2003) & Cunha e. a. (2005)
– Vaardigheden zijn het resultaat van investeringen in vaardigheidsontwikkeling gedurende de levenscyclus (familie, scholen, bedrijven) – Vaardigheden bouwen voort op elkaar: ‘skill begets skill’, ‘motivation begets motivation’:
S0
S1
It
……
I2
I1
S2
……
St-1
St
– Vaardigheden zijn zelf-produktief: • vaardigheden ontwikkelen zich deels automatisch, investeringen blijven doorwerken • kruisbestuivingen: binnen én tussen cognitieve en socio-emotionele vaardigheden • vroege investeringen vergroten de stock waarop verder gebouwd wordt.
– Vaardigheden zijn dynamisch complementair: • hogere vaardigheidsniveaus maken de investeringen in de volgende periode meer productief. • investeringen renderen meer naarmate vaardigheidsniveau hoger is ‘vruchtbare akker’ • vroege investeringen vergroten het rendement van latere investeringen – Trekken hogere vaardigheden ook hogere investeringen aan?
Steven Groenez
16-11-2012
9
Belang technologie van vaardigheidsontwikkeling (voorbeeld: investering I=1 in elke periode) investeringen zelfproductiviteit investeringen & zelfproduktiviteit invest & zelfprod & dynam complementariteit
0
1
2
Steven Groenez
3
4
5
6
7
8
16-11-2012
9
S' = S +0,2I S' = 1,05S S' = 1,05S + 0,2I S' = 1,05S + 0,2I + 0,025SxI
10 11 12 13 14 15 16 17 18
10
Lineaire technologie: verschillen in vroege omgevingen (periode 1-5) en effect van vroege investeringen (periode 6-10) versus late (periode 12-16) low start low start, high early ses low start, low early ses, early compensation
0
1
2
3
4
5
6
7
8
high start high start, high early ses low start, low early ses, late compensation
9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22
Vaardigheidskloof groeit niet Timing van investeringen maakt geen verschil Steven Groenez
16-11-2012
11
Niet lineaire technologie: verschillen in vroege omgevingen (periode 0-5) en effect van vroege investeringen (periode 6-10) versus late (periode 12-16) low start low start, high early ses low start, low early ses, early compensation
0
1
2
3
4
5
6
7
8
high start high start, high early ses low start, low early ses, late compensation
9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22
Vaardigheidskloof neemt toe onder gelijke behandeling Timing van investeringen: vroege investeringen renderen meer dan late Steven Groenez
16-11-2012
12
Empirische vaststellingen – VS: Cunha & Heckman (2008 & 2010): cohortestude 0-14 jarigen • sterke zelfproduktiviteit voor cognitieve en socio-emotionele vaardigheden • sterkere complementariteit bij cognitieve dan bij socio-emotionele vaardigheden
– Cunha & Heckman (2010) naarmate kinderen ouder worden • Wordt de complementariteit in produktie van cognitieve vaardigheden nog sterker: – het wordt steeds moeilijker om de compenseren voor lage vroegtijdige investeringen • Wordt de complementariteit in produktie van socio-emotionele vaardigheden zwakker: – ook op latere leeftijd is het makkelijker om te compenseren voor lage vroegtijdige investeringen – Wordt ook ondersteund door neuro-biologische evidentie over kritische en sensitieve periodes in de hersenontwikkeling: ernstige deprivatie in vroege ontwikkelingsfase kan langdurige gevolgen hebben op ontwikkeling
Steven Groenez
16-11-2012
13
Vroege sensitiviteit: intensiteit van hersenontwikkeling
Nelson (2000) From Neurons to Neighborhoods
Sociale omgangsvormen (piek lft 3 jaar) Taal (piek lft 2 jaar)
Hoog
Emotiecontrole (piek lft 1 jaar)
Laag 0
Steven Groenez
1
2
3
16-11-2012
4
5
Leeftijd 7 6 14
Rendement van investeringen gedurende de levenscyclus
Steven Groenez
16-11-2012
Cunha & Heckman (2005), Interpreting the evidence on life cycle skill formation
15
Rendement van investeringen gedurende de levenscyclus
Cunha & Heckman (2006)
Rendement Kinderen van lagere sociaal-economische groepen Kinderen hogere sociaal-economische groepen
Leeftijd Voorschools
Steven Groenez
Leerplicht onderwijs
16-11-2012
Hoger onderwijs
Arbeidsmarkt
16
Voorspelde toename in testscore woordenschat tussen 5-7 jr naar SES en deelname aan voorschoolse voorzieningen (Millenium Cohort study)
Becker (2009) Steven Groenez
16-11-2012
17
Deze technologie verklaart waarom – gebeurtenissen in moederschoot of net na de geboorte een voorspellende kracht hebben voor uitkomsten op volwassen leeftijd, – vaardigheidskloof kan toenemen zonder dat de school leerlingen ongelijk behandelt • toenemende vaardigheidskloof tussen SES-groepen met dezelfde onderwijsinputs • niet alleen als resultaat van verschillen in thuis omgeving in de schooljaren • maar ook als lange termijn gevolgen van verschillen in thuisomgeving tijdens voorschoolse periode – een zelfde onderwijsinvestering een verschillende opbrengst kan teweeg brengen: een zelfde investering zal meer renderen voor kinderen die verder staan in hun ontwikkeling – remediëren in onderwijs niet makkelijk is en hoe later dit gebeurt, hoe meer kosten- en tijdsintensief • Investeringen bij jonge kinderen een hoog rendement hebben • Investeringen bij kinderen tijdens de adolescentie een veel lager rendement hebben ‘zaaien op een minder vruchtbare akker’. • Indien vroege investeringen bij achtergestelde kinderen niet opgevolgd worden door latere investeringen, het effect afgezwakt wordt.
Steven Groenez
16-11-2012
18
Timing van investeringen (vroeg, laat, gebalanceerd) en uitkomsten op volwassen leeftijd •
Stel: overheid wil de ontwikkeling van kinderen in kwetsbare gezinnen positief beïnvloeden. Hoe kunnen de beschikbare middelen optimaal ingezet worden?
•
Eerste beleidsoptie: Voorschoolse investering die kinderen van de laagste 10% in de vaardigheidsverdeling op de leeftijd van 6 jaar naar het 4°deciel brengt. – Om dit te bereiken dienen de investeringen van het laagste deciel naar het 7°deciel gebracht te worden. Dit is een tijdelijke investering die geen opvolging kent.
•
Tweede beleidsoptie: investeringen worden uitgesteld tot de vroege adolescentie (lft 11-12 jr). – De compenserende investeringen zijn van die orde dat ze het gekwalificeerd schoolverlaten tot hetzelfde niveau brengen als in de eerste beleidsoptie. – Om dit te bereiken dienen de investeringen tot het hoogste deciel (90-100%) gebracht te worden. – De netto verdisconteerde kost van deze investeringen zijn 35% groter dan in de eerste beleidsoptie – Late remediëring is mogelijk maar duur.
•
Derde beleidsoptie: optie 1 en 2 worden gecombineerd
•
Vierde beleidsoptie: middelen die nodig zijn in de derde beleidsoptie worden optimaal ingezet over de volledige periode (2-16jr)
Steven Groenez
16-11-2012
19
Timing van investeringen (vroeg, laat, gebalanceerd) en uitkomsten op volwassen leeftijd Cunha & Heckman
(2006)
Kinderen in kwetsbare gezinnen: Eerste deciel (onderste 10%) in de verdeling van cognitieve en socio-emotionele vaardigheden op leeftijd van 6 jaar Scenario 1
Scenario 2
Scenario 3
Scenario 4
Baseline
Voorschoolse interventie: kinderen naar 4° deciel in vaardigheidsverdeling op 6 jaar
Interventie tijdens adolescentie: investeringen van 1° naar 9° deciel op leeftijd van 11-12 jaar
Interventie voorschools en tijdens adolescentie
Verander de initiële condities en gebalanceerde interventie
Gekwalificeerd schoolverlaten
0.411
0.658
0.639
0.848
0.914
Deelname aan HO
0.045
0.126
0.116
0.272
0.375
Criminele veroordeling
0.228
0.171
0.173
0.127
0.108
Bijstand
0.177
0.091
0.097
0.041
0.026
Steven Groenez
16-11-2012
20
Vergelijking van de effecten van investeringsstrategieën Bron: Cunha and Heckman naar timing van de investering (2006) geen ingrijpen (kost=0) enkel voorschools (kost=optie1) enkel adolescentie (kost=optie1 +35%) voorschools en tijdens adolescentie (kost=optie1+ optie 2) gebalanceerde investering (kost=optie 1+ optie 2)
100%
90% 80% 70% 60% 50% 40%
30% 20% 10% 0% Gekwalificeerd schoolverlaten Steven Groenez
Deelname aan HO 16-11-2012
Criminele veroordeling
Bijstand 21
Kernidee: paradigmaverschuiving nodig van curatieve naar preventieve acties. Deze paradigmawissel wordt onderbouwd niet alleen vanuit sociale rechtvaardigheid maar ook vanuit efficiëntieoverwegingen. Voorkomen is niet alleen beter dan genezen, het is ook goedkoper.
“ The sooner we start, the further they go”
Steven Groenez
16-11-2012
22