TIMING
DOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
Oriëntatiefase 5min
De leerlingen leren om zelf verantwoordelijk te zijn voor hun eigen leerproces door zelfstandig oefeningen te maken.
ONDERWIJS- EN LEERACTIVITEITEN
MEDIA EN WERKVORMEN
Hebben de leerlingen al van Lierke plezierke gehoord?
Klas is in hoeken opgedeeld.
Vertel de leerlingen dat je een hoekenwerk van plan bent. Leg hen de verschillende hoeken uit nadat je de werkbundels hebt uitgedeeld. Op de tweede bladzijde vinden de lln een handig overzicht van de verschillende hoeken rond Lier. De leerlingen kunnen kiezen in welke hoek ze starten. Na elke 15 minuten wordt er doorgeschoven met de wijzers van de klok. Het is belangrijk dat de leerlingen met een even aantal in een groep zitten. Nadat de leerlingen alle oefeningen afgemaakt hebben, gaan ze naar de verbeterhoek. Wanneer er dan nog tijd over is kunnen ze terecht in de ‚Nu of nooit‘ hoek.
Uitvoeringsfase 60 min Hoek 1 De leerlingen kunnen vragen beantwoorden over een gelezen tekst.
Op de Zimmertoren staat een Jubelklok. Dhr. Zimmer is hier erg bekend mee geworden. Op de klok kan je niet alleen het uur aflezen
In hoek 1 de leerlingen kunnen twee teksten lezen over de Zimmertoren en Pallieter. Er is ook een luisterfragment over de Aragonbrug. Ze kunnen zelf kiezen in welke volgorde ze de oefeningen maken.
teksten Pallieter en Zimmertoren Luisterfragment Aragonbrug
De leerlingen kunnen de Zimmertoren herkennen.
maar ook de seizoenen, de oudheid van de maan, de zonstand, de seizoenen,…
De leerlingen kunnen na een luisterfragment hierover vragen beantwoorden. Lezen en Luisteren
Hoek 2
De leerlingen kunnen een gelezen tekst in hun eigen woorden samenvatten. Spreken De leerlingen kunnen de OVT en de VVT vormen. De leerlingen kunnen de OVT VVT op de juiste manier gebruiken.
In Lier staat er een begijnhof sinds 13de eeuw. Voor Felix Timmermans was dat zijn grootste inspiratie. Samen met 12 andere Vlaamse begijnhoven staat het op de Werelderfgoedlijst van UNESCO
Deze hoek biedt de leerlingen nog enkele bijzondere bezienswaardigheden aan in Lier. Dit keer met een godsdienstig kantje. Ze luisteren naar een fragment over de Sint Gummaruskerk. Daarna lezen de leerlingen de inleiding over het begijnhof en vertellen kort aan elkaar waarover het gaat. Tot slot maken de leerlingen herhalingsoefeningen op de OVT en VVT. Ze kunnen de infofiche omtrent deze tijden nog raadplegen maar proberen zonder.
luisterfragment theorie OVT en VVT
Hoek 3
De leerlingen kennen de woordenschat ‘bij de bakker’.
Het Lierse vlaaike is een kruidig gebakje op basis van kandijsiroop en vierkruiden. Woordenschat ‘bij de bakker’
De leerlingen kennen de woordenschat ‘op café’. De leerlingen kunnen met behulp van de woordenschat een spreekoefening houden. De leerlingen kunnen gedicteerde woorden op de juiste manier schrijven.
•
Wie is er aan de beurt?
•
Wie is de volgende?
•
Kan ik u verder helpen?
Bestellen Voorbeeld: Ik had graag een grof brood en twee koffiekoeken, a.u.b. • het wit brood •
het grof brood
•
het meergranenbrood
•
het stokbrood /-en (lang, dun brood met harde korst)
•
de pistolet /-s (broodje, meestal rond)
•
de croissant /-s (halvemaanvormig broodje)
•
de koffiekoek /-en (zoetigheid)
•
de taart /-en (meestal rond, luchtig gebak van deeg met
Lln bekijken het fragmentje over de Lierse vlaaikes of lezen de inleiding. Vervolgens bestuderen ze de woordenschat nauwkeurig en na 2 minuten draaien ze hun blad om. Dan moeten ze proberen zo de oefening te maken om zichzelf te testen.
fragment Lierse vlaaikes (computer)
Na een hapje is het tijd voor een drankje. De leerlingen leren het Zimmerplein kennen en leren de woordenschat hieromtrent. Nu kunnen ze de oefeningen maken met de woordenschat binnen bereik. Ze doen invuloefeningen en bereiden ook een mondelinge dialoog voor. Tot slot schrijven ze ook gedicteerde woorden neer.
dictee luisterfragment
room en vruchten of confituren erop of erin) •
het Liers vlaaike /-s
•
een gesneden brood
•
de boterham/-men (een plak gesneden brood)
•
de sandwiche (zacht, mals melkbroodje)
Wilt u verder nog iets? • Nee, dank je. Dat zal het zijn voor mij. •
Ja, graag nog een kriekentaart.
Uitdrukkingen met 'brood' • Als iemand zich financieel geen zorgen moet maken, kun je zeggen: Zijn brood is gebakken! • Als een product erg succesvol is, kun je zeggen: Dat gaat als warme broodjes over de toonbank • Als het iemand slecht gaat is er altijd wel iemand anders die daarvan profiteert, dan kun je
zeggen: De een zijn dood is de ander zijn brood. Er zijn heel wat cafés op het Zimmerplein waar je terecht kan voor een pintje. Woordenschat ‘op café’ Een rondje geven in het café • Wil je iets van me drinken? •
Wat wil je/willen jullie drinken?
•
Ik trakteer.
•
Wie wil er iets drinken.
•
Ik geef een rondje.
•
Nee, dit rondje is voor mij.
Weigeren/bedanken • Nee, dank je. •
Ik hoef niks (meer), bedankt.
•
Ik heb liever …
Betalen • Mag ik de rekening, a.u.b.? •
Wij zouden graag afrekenen.
•
Kunt u onze rekening maken,
a.u.b.? Iets reserveren en mogelijke reacties U belt een restaurant op: • Ik wil graag een tafel reserveren voor … personen. •
Kan ik een tafel reserveren voor vrijdagavond om acht uur?
•
We hebben helaas geen plaats meer.
Streektaal • Een pintje = een biertje Uitdrukkingen • Als je op iemands gezondheid drinkt, kun je zeggen: Op je gezondheid! Of: Santé! Of: Schol! •
In een discussie, als alle partijen een beetje moeten toegeven om tot een compromis te komen, kun je zeggen: We moeten water bij de wijn doen.
Hoek 4 De leerlingen kennen de
K. Lierse S.K. is de club van de stad
De leerlingen maken kennis met de trots
lijst woordenschat
woordenschat over sport.
Lier die in Tweede Klasse speelt.
van Lier op sportief gebied: K. Lierse S.K.
Woordenschat sport
De leerlingen kunnen een dialoog schrijven, gebruikmakend van de woordenschat.
Praten over … (een sportevenement): • Heb jij die voetbalwedstrijd, tenniswedstrijd, hockeywedstrijd gezien?
De leerlingen lezen hardop per twee de inleiding. Daarna zoeken ze een ander duo om de opdrachten te doen. Op onleesbare afstand bevindt zich de woordenschat theorie. 1 iemand van het team tracht die te lezen door ernaar te spurten. De andere vervolledigt hun theoretische kader. Wie als team het snelst klaar is, wint.
De leerlingen kunnen een tekst hardop voorlezen.
•
Nee, die heb ik gemist.
•
Ja, het was een fantastische wedstrijd!
De leerlingen kunnen samen aan een opdracht werken.
•
Ja, wat speelden ze goed, hè!
Een reactie, een oordeel geven • Ze hebben verdiend gewonnen. (positief) •
Ze hebben terecht verloren. (negatief)
•
Ze hebben het aan zichzelf te wijten. (negatief)
•
Het was waardeloos. (negatief)
Teleurstelling uiten en relativeren • Wat jammer dat ze verloren hebben. •
Daar ben ik niet goed van.
Daarna maken ze per twee de oefeningen: ‘Kies de goede reactie’ en schrijven ze samen een dialoog.
•
Wat was dat waardeloos, zeg!
•
Volgende keer beter!
•
Er kan er maar één de beste zijn, hè
Aanmoedigen • Vooruit, pak die bal! •
Kom op, scoren!
•
Kom op jongens, we gaan ervoor!
•
We gaan ertegenaan!
Praten over mentaliteit en inzet • Je moet je volledig inzetten. •
Je moet je voor de volle 100% geven.
Let op de voetbal: de ronde bal waarmee gespeeld wordt. het voetbal: het spel voetbal waarnaar gekeken kan worden. Waardering over de inzet • Ze blijven doorgaan tot de laatste minuut. (positief) •
De spelers tonen gebrek aan inzet. (negatief)
•
Jullie missen de winnaarsmentaliteit. (negatief)
•
Wat een slappe vertoning! (negatief) Uitdrukkingen • Als je een gemakkelijke kans laat liggen, kun je zeggen: Dat was een kans voor open doel.
Hoek 5
•
Als je weinig middelen hebt waar je toch je doel mee moet bereiken, zeg je: Wij moeten roeien met de riemen die we hebben.
•
Als je de tegenstander samen onder druk houdt, zeg je: De bal in de ploeg houden.
•
Als er geen één leuk programma op televisie is, zeg je: Er is geen bal op de televisie.
Gevoelens of emoties zijn psychische processen die je niet in de hand hebt. Woordenschat affectie = warm, liefdevol gevoel voor iemand. synoniemen: sympathie, genegenheid
Deze ‘Nu of Nooit’ hoek is gemaakt om leerlingen op te vangen die vroeger klaar zijn of een uitbreidingsoefening willen. De leerlingen vullen een gatenliedjestekst in terwijl ze naar het liedje luisteren. De leerlingen lezen de inleiding over
liedje Nu of Nooit van de Kreuners op mp3 gevoelensspel Juffrouw Symforosa
angst = gevoel van bang zijn voor iets. adj = bang boosheid = lichte vorm van agressie. Je bent lichtjes kwaad. adj = boos eenzaamheid = bij gebrek aan contacten met andere, een gemis van werksituatie of andere belemmeringen om deel te nemen aan het maatschappelijke leven. adj = eenzaam geluk = gelukkig (adj) zijn. blij/tevreden zijn met de situatie jaloezie = gevoel waarbij men iets wenst te krijgen wat een ander heeft, of bang is om iets wat men heeft, te verliezen; daarbij kan het zowel om materiële als immateriële zaken gaan. adj = jaloers liefde = het gevoel dat je van hiemand houdt, dat je iets er fijn vindt. onmacht = machteloosheid, onmogelijkheid om iets te doen wat je eigenlijk wel graag wilt doen. onrust = nervositeit, situatie waarin mensen opgewonden zijn. Mix van angst, bekommernis, beroering. Schuldgevoelens = gevoelens die je besluipen nadat iets is mis gegaan waar jij je verantwoordelijk voor voelde. somberheid = tijdelijk bedruk zijn en de toekomst somber inzien. tevredenheid = goed gestemd zijn over een situatie waarin iemand zich bevindt of bijvoorbeeld over
Mevrouw Symforosa. Zij worstelde met haar gevoelens. De leerlingen spellen memoryspel met de gevoelenskaarten. Op 1 kaart staat de omschrijving van het gevoel, op de andere kaart staat de voorbeeldzin. Als laatste opdracht lezen de leerlingen een gedicht van Felix Timmermans en gebruiken hierbij de gevoelens die ze geleerd hebben tijdens het gevoelensspel.
diensten of producten adj = tevreden verdriet = gevoel dat gepaard gaat met verlies en ook bij rouwverwerking. Je voelt je triestig en weent soms. adj = verdrietig verliefdheid = de amoureuze gerichtheid op een persoon, dit gaat verder dan liefde. Gevoel dat je hebt in het begin van een liefdesrelatie, je loopt op wolkjes, zweeft, lacht altijd,… adj = verliefd verveling = lichte vorm die kan overslaan in frustratie. Verveling is een onaangenaam gevoel van lusteloosheid, desinteresse, grenzend aan ergernis. Verveling treedt op als dingen die leuk zijn om te doen niet mogen of kunnen. Alles wordt aanzien als saai. Ergernis of irritatie is een volgend stadium, je bent prikkelbaar door de verveling. Frustratie is hevige ergernis of irritatie doordat iets niet lukt of iets niet mag. vriendschap = persoonlijke band tussen mensen die elkaar leuk vinden en vertrouwen. zinervaring = gevoel van verbondenheid, van deel uit te maken van een groter geheel dat iemand onverwacht kan krijgen wanneer hij terminaal ziek is en dit onder ogen ziet.
Afrondingsfase 15min
De leerlingen kunnen
De leerlingen kunnen de eindtest nog maken. Dit als test hoeveel ze opgestoken
eindtest
een dialoog voorbrengen met de nodige inleving en aandacht voor uitspraak en intonatie.
hebben van dit hoekenwerk. Deze wordt door een andere leerling verbeterd en de punten worden aan de leerkracht overhandigd. Je kan ook nog enkele dialoogjes laten voorbrengen bv. het gesprek tussen de reporter en de voetballer Cavens. Of het dialoogje op café.