Onderwijs & Onderzoek Inleiding, doelstellingen en resultaten
Auteurs:
Frederik Houben (Hogeschool PXL) Annemie Spooren (Hogeschool PXL)
1
INDEX
1. Vraag uit het voortraject naar meer opleiding en expertise omtrent NAH 2. Doelstellingen van het O&O-deelproject 3. Resultaten a. Competentieprofielen en vormingspakketten voor de verschillende betrokken disciplines b. Vorming i. Reguliere opleidingen ii. Postgraduaat en navormingen c. Educatief pakket “Hersenkronkels” d. Gericht aanbod van stageplaatsen en afstudeerprojecten rond NAH problematiek i. Stageplaatsen ii. Afstudeerprojecten e. Aanbod van aangepaste psycho-educatie voor personen met NAH en hun context. f. Gezamenlijke onderzoeksprojecten rond NAH problematiek
2
1.
Vraag uit het voortraject naar meer opleiding en expertise omtrent NAH
Uit de voorstudie van het ERNAH-project kwam de vraag vanuit het werkveld voor de ontwikkeling en implementatie van NAH-onderwijsinitiatieven zodat op korte termijn meer NAHkennis kan geïntroduceerd worden in reguliere opleidingen, navormingen, stageplaatsen, afstudeerprojecten, PWO’s, alsook in de psycho-educatie voor personen met NAH. Om meer geavanceerde NAH-know-how te integreren binnen onderwijs & onderzoek, is het noodzakelijk dat onderwijs- en onderzoeksinstellingen structurele initiatieven nemen : In samenwerking met deze onderwijs- en onderzoeksinstellingen moet hun expertise geëxtraheerd worden, vervolgens in competentieprofielen gegoten worden en aansluitend geïmplementeerd worden in de opleidingen, ergotherapie, orthopedagogie, verpleegkunde, logopedie, kinesitherapie, maatschappelijk werk, psychologie… In het kader van ambulante NAH-revalidatiezorg zullen (bestaande) NAHvormingspakketten (verder) ontwikkeld en geïmplementeerd worden om de kwaliteit van zorg te verhogen. In deze pakketten gaat de aandacht naar thema’s als executief functioneren, zelfbeeld, ziekte-inzicht, trajectbegeleiding om cliënten met NAH, mantelzorgers, thuiszorgdiensten, begeleidend personeel … meer vertrouwd te maken met de specifieke hulpvragen en eigenschappen van de persoon met NAH. Een opleiding tot NAH-referentiepersoon kan de aanzet geven tot de oprichting van een postgraduaat NAH dat zal voorzien in competentieverwerving op het vlak van verdieping in de specifieke zorg voor de cliënt met NAH en zijn context, zoals onder andere de impact van de chronische neurologische aandoeningen op de psychische en cognitieve problematiek. Psycho-educatie is een waardevolle methodiek ten behoeve van personen met een chronische beperking, zoals NAH (en hun context). Binnen deze methodiek kunnen een reeks educatieve interventies aangereikt worden om mensen te leren omgaan met hun beperkingen door kennis hierover aan te reiken, vaardigheden in de omgang te oefenen en zelfvertrouwen in de verwerking ervan aan te kweken, waardoor de personen met NAH en zijn context zich beter kan manifesteren. Deze voorlichting en informatie vergroten de kans dat de cliënt met NAH een beter klankbord voor de professionele zorgverlener kan zijn. De spin-off-initiatieven van het Leer- en Innovatiecentrum (onder impuls van ZOL Genk en KHLim), waar zorg voor de cliënt en opleiding met elkaar verweven werden, bieden krachtige leeromgevingen, vernieuwende leertrajecten…. Naar analogie kan deze methodiek gehanteerd worden voor NAH-stageplaatsen en NAH-afstudeerprojecten. Er wordt gestreefd naar het voorzien in leeropdracht(en) aan universiteiten en hogescholen zodat NAH structureel als vak of vakonderdeel aangeboden wordt aan professionals in opleiding. Via projectmatig wetenschappelijk onderzoek kunnen onderwijs- en opleidingsinstellingen NAH-doelgroep gerelateerde en expertise verruimende bijdragen leveren. Daarnaast is het waardevol om te streven naar meer evidence based practice waarbij onderwijs- en onderzoeksinstellingen de zorginstellingen ondersteunen bij het beantwoorden van specifieke vragen. Op basis van deze bevindingen werd het Onderwijs & Onderzoek (O&O) deelproject opgestart.
3
2. Doelstellingen van het O&O-deelproject De volgende doelstellingen werden geformuleerd.
Competentieprofielen en vormingspakketten voor de verschillende betrokken disciplines.
Aanbod van aangepaste psycho-educatie voor personen met NAH en hun context.
Gericht aanbod van stageplaatsen en afstudeerprojecten rond NAH problematiek
Gezamenlijke onderzoeksprojecten rond NAH problematiek
3. Resultaten a. Competentieprofielen en vormingspakketten voor de verschillende betrokken disciplines Er werd gestart met een inventarisatie van bestaande competentieprofielen omtrent NAH. Een literatuurstudie wees uit dat er op internationaal vlak een aantal competenties en competentieprofielen rond NAH beschreven zijn, maar dat deze competenties zijn niet rechtstreeks overdraagbaar zijn voor de Belgische situatie. Daarom werd op basis van deze literatuurstudie besloten om een competentieprofiel op te stellen voor gezondheidsmedewerkers die werken met personen met NAH, dat relevant is voor de Belgische/Vlaamse situatie en rekening houdt met de verschillende settings. Hierbij werd er aandacht besteed aan de verschillende disciplines die betrokken zijn bij de NAH problematiek. Verder werd er ook een onderscheid gemaakt tussen een basiscompetenties omtrent NAH, die elke gezondheidsmedewerker zou moeten bezitten, en gespecialiseerde competenties voor gezondheidsmedewerkers die meer en intensiever omgaan met personen met NAH. De verschillende disciplines (ergotherapeuten, kinesitherapeuten, verpleegkundigen, psychologen, orthopedagogen en artsen) werden bevraagd via een enquête. Om rekening te houden met het standpunt van personen met een NAH werden de data van een kwalitatieve studie verwerkt. Hierbij werd gevraagd naar de ervaring van te leven met een milde NAH in de chronische fase en welke behoefte-ervaring naar competenties van zorgverleners zij hebben. Uit dit onderzoek blijkt dat ook personen met een milde traumatische NAH in de chronische fase voortdurend blijven balanceren tussen van waarde zijn en niet meer van waarde zijn en blijven streven naar herwonnen levenskwaliteit. Zij formuleren een behoefte naar betere kennis, psychosociale en praktische ondersteuning vanuit de zorgverleners. Kennis en inzicht in de beleving van de NAH en de verschillende factoren die invloed hebben op de balans om van waarde te zijn en bij gevolg op de mate van levenskwaliteit, stellen hulpverleners in staat personen met NAH beter te ondersteunen. De volledige kwalitatieve studie werd beschreven in hoofdstuk 5c (“Een verwoest leven in heropbouw”). De resultaten van de enquête en van de kwalitatieve studie werden gevalideerd via focusgroepen van de verschillende disciplines. Er werd bijkomend een focusgroep georganiseerd voor logopedisten en voor personen met NAH en hun mantelzorgers. Op basis van de resultaten van de enquête, de focusgroepen en het kwalitatief onderzoek werden basiscompetenties en gespecialiseerde competenties geïdentificeerd. Er werd een basiscompetentieprofiel opgesteld voor verpleegkundigen, ergotherapeuten, kinesitherapeuten, psychologen, opvoeders, logopedisten en artsen. Er werd ook een interdisciplinair gespecialiseerd competentieprofiel opgesteld. Het volledig rapport van de competentieprofielen is terug te vinden in hoofdstuk 5d (“Competentieprofielen”). Deze competentieprofielen vormde de basis om vormingspakketten op te stellen (zie volgend punt). 4
b. Vorming Er werd gestart met een inventarisatie van bestaande opleidingen omtrent NAH waarbij het vormingsaanbod rond NAH is in kaart gebracht. Deze inventarisatie legde duidelijk de lacune bloot die de personen met een NAH en hun omgeving al geruime tijd aankaarten, namelijk een gebrek aan basisopleiding (en basiskennis) betreffende NAH, in het bijzondere de kennis over de neuropsychologische gevolgen die gepaard kunnen gaan met een NAH. Er blijkt een duidelijke vraag naar meer basiscompetenties in reguliere opleidingen, een multidisciplinair postgraduaat en verdere navorming en vorming op maat. Het volledig rapport van deze inventarisatie is terug te vinden in hoofdstuk 5b. i. Reguliere opleidingen Op basis van de basiscompetentieprofielen voor de verschillende disciplines werden leerdoelstellingen voor de overeenkomstige opleidingen bepaald. Voor het opstellen van de leerdoelstellingen werd er rekening gehouden met de verschillende onderwijsdomeinen die aanwezig zijn binnen de diverse opleidingen (biomedische, humane, vakspecifieke en wetenschappelijke leerlijn). Omdat elke onderwijsinstelling en opleiding een eigen specifieke (pedagogisch en didactische) leerstijl heeft, werd beslist in samenspraak met onderwijsdeskundigen om geen concreet didactisch uitgewerkt lessenpakket per discipline uit te werken. Wel werden er vanuit deze leerdoelstellingen werden leerinhouden bepaald waarbij er suggesties beschreven zijn omtrent didactische werkvormen. De volledige uitwerking van de leerdoelstellingen naar leerinhouden met didactische suggesties is beschreven in hoofdstuk 5d. ii. Postgraduaat en navormingen Gezien de nood aan een interdisciplinair diepgaandere vorming werd er een voorstel ingediend voor het oprichten van een postgraduaat via een gezamenlijk werking PXL en UCLL. De inhoud van het postgraduaat werd opgesteld op basis van het gespecialiseerd competentieprofiel en op basis van de resultaten van het kwalitatief onderzoek naar de competentienoden vanuit perspectief van de cliënt met NAH (cfr. supra). Het voorstel tot inrichting van “interdisciplinaire postgraduaat deskundige NAH” werd door PXL en UCLL goedgekeurd in maart 2014. Na goedkeuring werden de leerdoelstellingen concreter ingevuld en een volledig programma van 20 studiepunten uitgewerkt. Via het ERNAH netwerk binnen Limburg, maar ook via de werking van de Vlaamse stuurgroep NAH werden sprekers met ruime expertise aangetrokken. Het volgen van een postgraduaat vereist van de studenten een continue inzet gedurende een gans academiejaar. Dit is echter niet haalbaar voor een groot aantal zorgverleners. Daarom werd er besloten om binnen het postgraduaat een module in te richten rond specifieke topics die ook opengesteld wordt voor zorgverleners die niet volledig wensen deel te nemen aan het postgraduaat, maar die wel interesse hebben in bepaalde topics omtrent NAH. Deze topics werden geselecteerd op basis van de resultaten van de competentieprofielen en het belang dat men hechtte aan specifieke topics. Via avondseminaries werden deze topics aangeboden aan het brede publiek van zorgverleners van personen met NAH. Het postgraduaat met de avondseminaries werd opgenomen in het vormingsaanbod van de PXL en zal mits voldoende inschrijven jaarlijks ingericht worden. Het postgraduaat NAH is officieel gestart in het academiejaar 2014-2015. Op dit ogenblik hebben 12 studenten van verschillende disciplines (o.a. ergotherapie, kinesitherapie, psychologie, …) de opleiding afgerond. Het postgraduaat is positief geëvalueerd zowel door studenten als docenten. De Het interdisciplinaire karakter werd als een meerwaarde beschouwd. Gezien het postgraduaat nu één maal doorlopen is, zullen de docenten volgend academiejaar de leerstof nog iets beter op elkaar kunnen afstemmen. 5
De brochure voor AJ 1516 werd opnieuw opgesteld en verspreid naar alle stakeholders van ERNAH en naar het volledige Vlaamse netwerk (oa via SEN). De volledige uitwerking van de leerdoelstellingen naar leerinhouden met didactische suggesties is beschreven in hoofdstuk 5e. c. Educatief pakket “Hersenkronkels” Tijdens het voortraject van het ERNAH project (Euregionaal Project Niet Aangeboren Hersenaandoeningen) bleek duidelijk dat er behoefte is aan meer kennis en competenties binnen het werkveld van personen met niet-aangeboren hersenletsels (NAH). De meeste opleidingen en navormingen focussen op hoogopgeleide (bachelor-niveau of hoger) zorg- en hulpverleners. Maar in het NAH-zorglandschap zijn ook veel laagopgeleide zorgverleners. Ook zij hebben nood aan meer ondersteuning en kennis omtrent NAH, opdat zij beter gewapend zijn om met deze complexe doelgroep om te gaan. Een goede sensibilisatie kan ervoor zorgen dat er een betere begeleiding is en dus een hoger welbevinden bij de cliënt met NAH. Daarom werd in kader van een bachelorproef binnen de opleiding Ergotherapie van de Hogeschool PXL een educatief pakket ontwikkeld dat focust op de doelgroep van laagopgeleide hulpverleners. Het vormingspakket omvat een educatief spel met kennisvragen, filmfragmenten en inlevingsopdrachten. Door middel van een literatuuronderzoek en een participatief kwalitatief onderzoek werd de inhoud van het pakket bepaald en afgelijnd. Uit de literatuurstudie bleek dat lager geschoolde individuen baat hebben bij sensibilisatie en training om competenties met betrekking tot de omgang met personen met NAH. Het educatief pakket “Hersenkronkels” behandelt 13 thema’s. De zorgverleners beantwoorden per thema een aantal vragen, bekijken filmfragmenten en voeren opdrachten uit. Dit gebeurt onder begeleiding van een expert van het ERNAH-onderzoeksteam. De thema’s die aan bod komen, zijn:
Algemeen thema: bestaande uit 5 vragen en 1 opdracht Epilepsie: bestaande uit 5 vragen Executieve functies (functies van de hersenen voor niet routinematige handelingen): bestaande uit 4 vragen Aandacht: bestaande uit 5 vragen en 1 opdracht Geheugen: bestaande uit 4 vragen en 1 filmfragment Oriëntatie in tijd, ruimte en persoon: bestaande uit 4 vragen Neglect (een fenomeen waarbij er geen aandacht is voor bepaalde omgevingsfactoren): bestaande uit 4 vragen en 1 filmfragment Gedragsmoeilijkheden: bestaande uit 4 vragen en 1 opdracht Motorische moeilijkheden: bestaande uit 4 vragen Sensorische moeilijkheden: bestaande uit 4 vragen Vermoeidheid: bestaande uit 4 vragen Communicatieve moeilijkheden: bestaande uit 4 vragen en 2 filmfragmenten Basishouding in de omgang: bestaande uit 4 vragen
Het educatief pakket is beschikbaar vanaf oktober 2016 voor zorginstellingen en organisaties die werken met laagopgeleide zorgverleners.
6
d. Gericht aanbod van stageplaatsen en afstudeerprojecten rond NAH problematiek i. Stageplaatsen Naast het aanbieden van vorming, kan de vraag naar meer kennis en competenties omtrent NAH ingevuld worden door studenten tijdens hun opleiding meer in contact te brengen met het werkveld bij personen met NAH. Hiervoor is er een goede wisselwerking en netwerk nodig tussen kennisinstellingen en instellingen in het werkveld NAH. Om dit te bewerkstellingen werd een bevraging van de stakeholders in verband met beschikbare stageplaatsen in een NAH-setting uitgevoerd. Dit leidde tot een inventarisatie van mogelijke stageplaatsen voor de verschillende disciplines in verschillende setting. Op basis van deze inventarisatie werden de betrokken opleidingen van de hogescholen en stageplaatsen met elkaar in contact gebracht. Een aantal studenten werd uitgezonden naar verschillende NAH gerelateerde stageplaatsen. Uit deze groep studenten werden er een aantal bevraagd naar de meerwaarde van een klinische stage omtrent NAH op gebied van kennis en competenties. Er werd één open vraag gesteld nl. ”Wat is de meerwaarde van je stage / afstudeerproject voor je expertise binnen NAH?” waarbij de antwoorden genoteerd en nadien gecodeerd werden. Studenten gaven 2 grote thema’s aan die tijdens de stage hun expertise hebben verruimd. Door stages te lopen binnen deze doelgroep leert men omgaan met gedragsmatige problemen en andere omgangstechnieken. -
-
Quote student 1 : “ Door stage te lopen zie je meer omgangstechnieken en de noodzaak hiervan. Het emotionele aspect wordt in de opleiding amper benadert. Er zijn ook veel problemen rond ziekte-inzicht.” Quote student 1 : “Bij het omgaan met personen met NAH is 1 + 1 niet 3 “. Quote student 2 : “Deze personen met NAH hebben veel motivatie nodig. Je moet heel goed aanduiden waar er verbetering is zit en waar we nog aan werken.”
Door stage te lopen binnen deze doelgroep heeft men een veel beter zicht op de verscheidenheid aan symptomen en de complexiteit van NAH. Studenten leren om deze problematiek individueel te benaderen door het zien van de verschillende uitingsvormen van NAH. -
Quote student 3 : “De stage bij personen met NAH heeft mij geleerd van heel individueel te kijken. Als je in een patiëntendossier ‘NAH’ ziet staan dan weet je eigenlijk nog niets.” Quote student 4 : “Elke NAH is anders, elke volgende patiënt is anders en je moet altijd nadenken wat heeft die persoon.”
Binnen de stagecontext verwerven studenten niet enkel vaardigheden in het omgaan met personen met NAH of inzicht in de verscheidenheid aan symptomen. Studenten verwerven ook nieuwe of verdiepende kennis in therapeutische of inhoudelijke aspecten. -
-
-
Quote student 1 : “Het meest prominente is het belang van foutloos leren. Dit wordt niet echt toegelicht tijdens de opleiding maar is wel van toepassing bij alle personen met NAH.” Quote student 2 : “Binnen revalidatie miste ik vooraf theorie, was ik niet helemaal mee met het medisch verhaal. Ik had nog nooit van CPT gehoord, dit ik heb ik geleerd tijdens mijn stage.” Quote student 3 : “Je leert zaken bij die je niet in school hebt gezien. Er is niet één soort CVA.” 7
De problematiek van niet-aangeboren hersenletsel (NAH) is zeer complex, wat maakt dat zorgverleners die werken met mensen met een NAH de nodige kennis en competenties moeten bezitten. Het volgen van stage of uitwerken van projecten zijn hierbij een waardevolle aanvulling tijdens de opleiding. Dit wordt bevestigd en mooi verwoord door een quote van een student: “Door op stage te gaan ondervind je de complexiteit en dit is didactisch niet altijd toe te lichten binnen een onderwijssetting.” ii. Afstudeerprojecten Een andere manier om kennis en competenties omtrent NAH te vergroten bij studenten is het aanbieden van afstudeerprojecten omtrent NAH. De keuze van topics wordt bepaald door gezamenlijk overleg tussen kennisinstellingen en het klinisch werkveld. Dit bevordert dan ook de wisselwerking tussen het werkveld en de kennisinstellingen hetgeen kan leiden tot beter afstemming van onderwijsinhouden op de noden in het werkveld. Anderzijds biedt het participeren aan afstudeerprojecten aan instellingen in het werkveld de kans om expertise te verruimen rond innovatie en evidence based handelen. Uit een initiële bevraging van het werkveld, bleek dat er weinig topics aangereikt werden vanuit het werkveld. Daarom is er als binnen PXL opleiding ergotherapie een methodiek uitgewerkt die het samenwerken rond afstudeerprojecten faciliteert. Academiejaar 1415 werden enkel binnen de opleiding ergotherapie 16 studenten betrokken bij eindwerken omtrent NAH. Deze manier van werken wordt uitgerold binnen de opleiding ergotherapie, maar proberen we ook uit te rollen binnen andere opleidingen. Ook binnen de opleidingen verpleegkunde van de Hogeschool PXL en UC Leuven-Limburg werden afstudeerprojecten opgestart. Een rapport over resultaten van het aanbod aan afstudeerprojecten en topics rond afstudeerprojecten in te vinden in hoofdstuk 5b. e. Aanbod van aangepaste psycho-educatie voor personen met NAH en hun context. Binnen het ERNAH-project werd een analyse gemaakt van het bestaande aanbod omtrent psychoeducatie gericht op cliënten met NAH en hun mantelzorgers. Het rapport hieromtrent is terug te vinden in hoofdstuk 5f. f.
Gezamenlijke onderzoeksprojecten rond NAH problematiek
Uit de bevraging rond mogelijke onderwerpen voor afstudeerprojecten bleek dat het werkveld moeite heeft met het schriftelijk formuleren van deze onderwerpen of noden hieromtrent. Daarom werd voor het uitwerken van gezamenlijk onderzoeksprojecten een andere methodiek gebruikt. In een eerste ronde werden er gesprekken gevoerd met de individuele instellingen. Deze ideeën werden gebundeld tot een werkdocument rond gezamenlijke onderzoeksthema’s. Dit werkdocument werd verspreid onder de verschillende stakeholders met de vraag om dit document intern te bespreken. Daarna werd een brainstorm georganiseerd met onderzoekers en medewerkers van de Limburgse kennisinstellingen (Uhasselt, PXL en KHLIM) en verschillende zorginstelingen (OPZC Rekem, vzw Stijn, Vlaamse Liga NAH). Hieruit volgende een visietekst over de onderzoeksnoden en samenwerkingsmogelijkheden. Deze visietekst werd later gebruikt als basis voor het Vlaams Hersenletselplan – speerpunt onderzoek. De volledige visietekst is terug te vinden in hoofdstuk 5g. Een aantal onderzoeksnoden werden opgenomen in de voorbereiding van een aantal Europese en Vlaamse calls of worden uitgewerkt in huidige onderzoeksprojecten. De vraag rond cliënt- en taakgerichte revalidatie binnen NAH wordt momenteel uitgewerkt binnen een goedgekeurd TETRA (IWT) project. De vragen m.b.t. meten van algemeen functioneren en welbevinden over de 8
verschillende settings heen, alsook de verdere verfijning van het FINAH instrument werden opgenomen bij de voorbereiding van het Interreg Project Meetpunt. Het uitbouwen en ontwikkelen van revalidatie-technologie m.b.t. personen met NAH werd meegenomen in de voorbereiding van het Interregproject I-Cord. De vragen naar zingeving en dagbesteding werden opgenomen in de voorbereidingen van het TBM/IWT project “Back-to-Work - social integration”. De vraag rond patient-centered care werd meegenomen in het TETRA/IWT aanvraag. Een aantal van deze projecten werden niet goedgekeurd, voor andere projecten wacht men nog op goedkeuring. Voor de afgekeurde voorstellen worden er momenteel er stappen ondernomen om de voorstellen opnieuw in te dienen. Verder zijn er een aantal topics, bij wijze van verkenning, uitgewerkt via afstudeerprojecten (o.a. integratie psychiatrie en NAH).
9