TSBmag Tilburg School of Social and Behavioral Sciences
Trends Carl Rohde, de Coolhunter
Trends in HR Studies Led the light shine in
1
gazine Inhoud
KlaaspaulWijoHans
Jaargang 14 • nr 2
TSB Magazine is een uitgave van de Tilburg School of Social and Behavioral Sciences aan Tilburg University, die vooral intern wordt verspreid in een oplage van 600.
3. Sijtsma over Einstein
06
6. Zorgelijke proefschriften 8. Thema: Trends in HRS 11. Bemoeizorg
08 12 18
12. Thema: Carl de Coolhunter 16. Raad werkt slim 17. Jordy de Assessor 18. Dementiesimulator 19. Meer dissertaties 22. Thema: Rural Spark 24. Talentmanagement
24 26 34
26. Sportmanagement 28. Nieuwkomers 30. Subsidies & awards 32. Personalia 34. Statistiek van de liefde 36. Tilburg Seasons Beauty
TSB Magazine Hergebruik Indien u dit exemplaar na lezing niet behoudt, gelieve deze dan niet in de papiercontainer te deponeren maar te retourneren aan het secretariaat t.b.v. hergebruik (o.a. voor studenten). Productie Afdeling Communicatie TSB, Prismagebouw, Kamer P 2.120, Postbus 90150, 5000 LE Tilburg
TSB Magazine november 2012
Zou Einstein tenure krijgen? door Klaas Sijtsma Wie weet hoeveel artikelen Einstein publiceerde? En in welke tijdschriften? Ik kom er op terug.
Redactie Clemens van Diek (Comm), Monique Vermee (Secr. MT), Ilja Verouden (Comm) Met medewerking van Esther van Eeuwijk (Beelenkamp), Jordy van Lith, Jaap Paauwe (HRS), Klaas Sijtsma (decaan), Fotografie Ben Bergmans, Clemens van Diek, Hollandse Hoogte (cover, pag 11, 12, 14, 26), Stijn van Kruijsdijk, Science of the Times, Rural Spark, Ilja Verouden Grafisch ontwerp en vormgeving Beelenkamp ontwerpers, Tilburg Drukwerk PrismaPrint, Tilburg University Gebruikte afkortingen CP Cross-cultural Psychology CIR Center for Innovation Research Comm Afdeling Communicatie/ Communications CoRPS Center of Research on Psychology in Somatic diseases ERI Education and Research Institute EVS European Values Study LS Leisure Studies MPNP Medical Psychology and Neuropsychology MT Management Team MTO Methoden en Technieken van Onderzoek/Methodology and Statistics OKP Ontwikkelings- en Klinische Psychologie/ Developmental and Clinical Psychology OS Organization Studies HRS Human Resource Studies SocPsy Social Psychology SOC Sociology SpITs IT Office Tiber Tilburg Institute for Behavioral Economics Research TiU Tilburg University Tranzo Wetenschappelijk centrum op het gebied van zorg en welzijn TSB Tilburg School of Social and Behavioral Sciences Uitgave november 2012
2
Column
Klaas Sijtsma is hoogleraar Methoden van Psychologisch Onderzoek en decaan van de Tilburg School of Social and Behavioral Sciences (TSB).
In de negentiende eeuw was het wetenschappelijk debat vaak nog een oefening in welsprekendheid. Empirisch onderzoek zoals wij dat kennen, vond nauwelijks plaats. Eind negentiende eeuw waren de Natuurwetenschappen al op moderne leest geschoeid. Niet de Geesteswetenschappen, die kwamen pas later. Psychologie en Sociologie in de hedendaagse vorm bestonden nog niet. Psychologisch onderzoek was er al wel maar maakte lange tijd deel uit van de natuurwetenschappelijke traditie en werd vaak beoefend door fysici. Het was dan ook vaak psychofysisch onderzoek naar drempelwaarden voor stimulusdetectie, en dergelijke. Vandaag de dag zie je die bètatraditie trouwens weer heel duidelijk terug, maar nu in het neurowetenschappelijk domein. Rond 1900 was de wetenschap nog klein. Kamerlingh Onnes, de koudeonderzoeker uit Leiden, was de eerste die een modern lab exploiteerde, met een
“Waar het echt op aankomt, is dat men straks zegt: in Tilburg zijn ze top op de gebieden A, B en C.” wetenschappelijke staf, instrumentenmakers, assistenten en leerlingen. Hij had dat thuis afgekeken van zijn vader en diens broer, die in Feerwerd in de provincie Groningen een steenfabriek runden. Kamerlingh Onnes runde zijn lab als die steenfabriek. Uit de hele wereld kwamen collega’s naar Leiden om een tijdje mee te kunnen lopen in het beroemde lab. Einstein bezocht regelmatig Kamerlingh Onnes en diens collega’s. Zo ben ik weer bij hem terug.
Het jaar 1905 is het annus mirabilis, het wonderjaar, van Einstein. Hij was 26 jaar oud. Hij publiceerde in dat jaar vier artikelen in Annalen der Physik en een proefschrift dat 21 pagina’s telde. Daarmee is een gebrekkig antwoord gegeven op de vraag hoeveel Einstein publiceerde en in welke tijdschriften. Met de kennis van enkele jaren later, kun je zeggen dat elk van de artikelen op zich een Nobelprijs had kunnen opleveren. Voor een ervan won hij de prijs in 1921. Einsteins onderzoeksgroep telde een persoon, hijzelf. Hij werkte niet eens aan de universiteit en het duurde nog enkele jaren voordat hij een aanstelling bemachtigde. De vraag die ik stel, is: waardoor kennen wij Einstein? Het antwoord is: door de inhoud van zijn werk. Alle andere zaken doen er met terugwerkende kracht niet toe. Er zijn onderzoekers die honderden, duizenden artikelen publiceren. Maar alleen degenen die iets bijzonders ontdekken, blijven in de herinnering voortbestaan. Ook al worden die ontdekkingen later achterhaald. Dat is trouwens het kenmerk van wetenschap: kennis van vandaag is geschiedenis van morgen. Hoe groter de kloof tussen vandaag en morgen, hoe beter je het trouwens doet. Einstein doet het dus goed. Hoeveel publicaties had Einstein nu eigenlijk? In de periode 1901- 1922, zijn toptijd, waren dat er in totaal 155, inclusief commentaren en dergelijke. Daarvan stonden de artikelen in de toptijdschriften van die tijd. Is dit veel? Gerard ’t Hooft, de Utrechtse Nobelprijswinnaar voor natuurkunde in 1999 staat thans op 239 publicaties, all in. En de Rotterdamse viroloog Ab Osterhaus heeft 580 tijdschriftartikelen. Je moet het aantal publicaties dus wel koppelen aan het vakgebied. Maar eerder nog aan hun inhoud. Doen ze er toe? Dan is het aantal ineens niet meer zo belangrijk. ΩΩ
TSB Magazine november 2012
3
vervolg pagina 3
Wat mij betreft zit het zo. Wie hard werkt en goed is in zijn vak, publiceert veel. Wat veel is, hangt af van het vak: publiceer je alleen of met vele anderen, zijn artikelen inhoudelijk uitvoerig of bescheiden, hoe moeilijk is het vakgebied? Veel publiceren is handig om je inhoudelijk te verbeteren, maar ook je schrijfvaardigheid. Maar om iets belangrijks te doen moet je op een gegeven moment hoog mikken. Dat kan zich uiten in de keuze van de onderzoeksthema’s of van de tijdschriften. Ik zou zeggen: beide. Doe onderzoek naar belangrijke thema’s en los openstaande problemen op, en publiceer erover in goede tijdschriften. Waar het echt op aankomt, is dat men straks zegt: in Tilburg zijn ze top op de gebieden A, B en C. Dat is het enige waar het op aankomt.
Einsteins onderzoeksgroep telde een persoon, hijzelf.
Om terug te komen op mijn vraag: Einstein had tenure gekregen. Hij publiceerde meteen in de toptijdschriften en was ongewoon creatief. Vervolgens duurde het nog even voordat anderen doorhadden wat hij precies deed en hoe verbazingwekkend dat was. Vandaag weet iedereen dat Einstein een kei was. Dat heeft uiteindelijk alleen te maken met kwaliteit.
Agenda
4
TSB Magazine november 2012
PhD Defense Tranzo Rosalie van der Sar: Alcohol, illicit drugs, policy and opinion: crossing boundaries; Promotoren: Henk Garretsen & Ien van de Goor, Aula, 14u00 15. PhD Defense CoRPS Erla Svansdóttir: Type D personality across general population and coronary patient samples in Iceland: Implications for cardiovascular health. Promotor: Johan Denollet, Aula, 16u15 16. SocPsy Colloquium Christian Kandler: Nature and nuture of xenophobia: The roots of nationalism, out-group prejudices, and discriminatory intentions, AZ 209, 12u45-13u45 21. PhD Defense CoRPS: Adomas Bunevicˇius: Mental distress and patient centered outcomes in patients with coronary disease; Promoteren: Johan Denollet & Victor Pop, Aula, 10u15 PhD Defense Tranzo Hanneke Drewes: Understanding how to improve chronic care: using variation to gain insight. Promotor: Gert Westert, Aula, 16u15 22. HRS Colloquium Marije de Goede (Rathenau Inst.), 12u45-14u00 Mastervoorlichtingsavond, Aula ΩΩ
Agenda (
vervolg)
Trendwatchen, trendzetten, trendvolgen Trends is het thema van dit nummer. Alumnus Carl Rohde (cultuursocioloog) speurt met zijn leger van honderden coolhunters, zijn ‘voelsprieten’ wereldwijd, naar coole veranderingen, mentality trends. Hij analyseert ze waarna bedrijven en organisaties als Wrangler, Adidas en de Nederlandse overheid, er hun voordeel mee doen. En Carl natuurlijk ook! Trends zetten, trends watchen of trends volgen? Wat is de kip en wat het ei? Er zijn trends die al ver doorgedrongen zijn in ons leven, van noord, oost, zuid tot west, en steeds manifester worden: de (jonge) mens wil meer autonomie, het heft in eigen handen houden, wil basically duurzaam leven (zon, wind, exit oil) en eerlijk (fair trade), wil niet gevangen zitten in grote gecentraliseerde systemen en structuren. People, planet maar met profit. Dat laatste zien we concreet terug bij het ideële maar ook commerciële bedrijf Rural Spark, dat de energieafhankelijkheid van mensen op het platteland van India vermindert. Hoe nieuwe technologie (LED, zonnepaneel) het leven daar verlicht.
Colloquia/Seminars/Promoties/Oratie November 2. PhD Defense HRS Sjoerd van den Heuvel: The influence of the psychological contract on attitude towards change. Promotoren: René Schalk & Charissa Freese, Aula, 10u15 SocPsy Colloquium Marleen Gillebaart: Novelty preference, AZ 209, 12u45-13u45 SOC Seminar Jos Palm en leerstoel Cultuur in Brabant: Roomslezen, verheffing en vermaning, BlackBox, 13u00-17u00 5. PhD Defense Tranzo Guus Munten: Implementation of Evidence Based Practice in mental health nursing; Promotoren: Henk Garretsen & Inge Bongers, Aula 14u15 6. MTO Colloquium Jules Ellis, CZ 110, 12u4513u45 9. 85e Dies Natalis, Lezing door/eredoctoraat voor Ellen Johnson Sirleaf (Nobelprijswinnares en presidente van Liberia) en herdenking 100e geboortedag Marga Klompé, Aula, 15u15 SocPsy Colloquium Jürgen Beckmann: Preventing choking under pressure through hemisphere-specific priming, AZ 209, 12u45-13u45 14. Oratie CoRPS Frans Pouwer: Diabetes mellitus: voer voor medisch psychologen, Aula, 10u15
Redactioneel
En overal zien we de impact van social media. Dat blijft wel een dingetje hoor. In de Human Resource Studies zien we trends die aansluiten bij wat Carl de Coolhunter ons voorschotelt: connectivity. Verder in dit nummer her en der aandacht voor health & care, zorg en gezondheid, ook een thema dat nu en in de toekomst voor ieder van ons veel impact zal hebben, en al heeft. Omdat we de zorgpremies zien weglekken uit de portemonnee, omdat we zorgbehoevender worden, bij groepen gaan horen met een medisch etiket: de dikken of de dunnen, de hartfalers, de depressieven, de tandelozen, de kankersurvivors, de dementen en de diabeten. En daar zijn dan weer bijpasende jobs en zorggebieden voor: bemoeizorg(ers), mantelzorg(ers), zorghotel(iers), thuis(be)zorgers, verslavingszorg(ers), zorgmanagers niet te vergeten. En daar worden bijvoorbeeld Tranzo en CoRPS weer beter van! Ons lichaam en onze geest zijn niet langer uit elkaar te houden. Body & soul are one. De twee zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Depressieve D-types maken stofjes aan in het bloed, waardoor de boel sneller verstopt raakt en hartfalen op de loer ligt. En dan is er nog de hokjesgeest. Zijn we middeninkomer of babyboomer, horen we tot de millenniumgeneratie of Generatie X? Voelen we ons gothic of pensionada? Doorboren we ons lijf met allerlei ijzerwaren? Laten we ons lichaam volspuiten met identiteitsinkt? Om te showen: dit is mijn identiteit, en uit te dragen: I am Cool!
23. SocPsy Colloquium Jean Vroomen (MPNP): Multisensory interactions in space and time: Part 1, AZ 209, 12u45-13u45 PhD Defense MTO J.H. Straat: Using scalability coefficients and conditional association to access monotone homogeneity. Promotor: Klaas Sijtsma, Aula 14u15 28. PhD Defense Tranzo Tom Joosten: Redesign in mental health care. Promotor: Richard Janssen & Inge Bongers, Aula 14u15 29. SocPsy Colloquium nog niet bekend, AZ 209, 12u45-13u45 Symposium Tranzo/GGZ Breburg/Trimbos: Een gezonde geest in een gezond lichaam, Aula, 09u00 Zorgsalon Tranzo: Is zelfredzaamheid wenselijk voor ouderen en hun mantelzorgers? 14u4517u00 30. PhD Defense CoRPS Mariska Bot: Dynamics of depression and diabetes. Promotoren: Peter de Jonge en Frans Pouwer, Aula, 10u15 PhD Defense SocPsy Yvette van Osch: Show or hide your pride. The social modulation of emotion expression. Promotor: Marcel Zeelenberg, Aula, 14u15 December 3. Hooglerarenlunch, Faculty Club, 12-14u 4. MTO Colloquium nog onbekend, PZ 15, 12u45-13u45 7. SocPsy Colloquium Bernard Hommel: The Yin and Yang of cognitive control, AZ 209, 12u45-13u45 PhD Defense Tranzo Maartje de Vos: Effective use of quality indicators in intensive care. Promotor: Gert Westert, Aula, 14u15 13. HRS Colloquium Lotte Glaser (VU), 12u45-14u00 14. PhD Defense CoRPS L. van Esch: Anxiety in breast cancer patients. Promotoren: Jolanda de Vries & Anne Roukema, Aula, 10u15 SocPsy Colloquium Christopher Olivola: Intuïtion = bad, AZ 209, 12u45- 13u45 PhD Defense MTO P.M. Kruyen: Using short tests and questionnaires for making decisions about individuals: when is short too short? Promotor: Klaas Sijtsma, Aula, 14u15 20. Kerstborrel TSB, Faculty Club, 15u00 µ
Het zijn trendy identiteitstijden. De Signs of the Times bieden in ieder geval genoeg stof voor Science of the Time. (CvD)
TSB Magazine november 2012
5
Proefschriften Bevolkingsonderzoek borstkanker onder vuur De voordelen van het bevolkingsonderzoek naar borstkanker wegen niet meer op tegen de nadelen. Een bericht met de onheilspellende boodschap dat er ‘iets’ gezien is op de mammogram kan ernstige psychologische gevolgen hebben. Claudia Keyzer-Dekker stelt dat vrouwen recht hebben op goede informatievoorziening, zodat zij zelf beter kunnen beslissen over deelname aan het bevolkingsonderzoek. Eerder onderzoek liet al zien dat een mammogram in het kader van de borstkanker screening amper invloed heeft op borstkankersterfte. Keyzer-Dekker toont aan dat bij vrouwen, bij wie de mammogram een afwijking vertoont, de angst en depressiesymptomen toenemen, met een slechtere kwaliteit van leven tot tenminste één jaar na de diagnose. Zelfs als het bij nader onderzoek vaststelt gaat om een goedaardige afwijking Aangezien het bevolkingsonderzoek borstkanker (BOB) aangeboden wordt aan gezonde vrouwen zonder klachten, is het belangrijk dat de nadelen van de screenings tot een minimum beperkt blijven. In de huidige informatievoorziening rond de screening worden de ernstige (psychologische) consequenties niet genoemd. Keyzer-Dekker stelt dat vrouwen recht hebben op goede informatievoorziening zodat zij beter kunnen beslissen of zij willen deelnemen aan het BOB. Daarnaast adviseren zij om de huidige opzet en uitvoering van het BOB opnieuw te evalueren. Claudia Keyzer-Dekker (1973, A’dam) promoveerde vrijdag 5 oktober in Tilburg op het proefschrift Anxiety and Quality of Life in (benign) breast disease. Promotoren: Anne Roukema en Jolanda de Vries (CoRPS). Ze studeerde geneeskunde in Amsterdam. In 2010 voltooide Claudia haar opleiding tot chirurg in het VU Medisch Centrum en het MC Alkmaar. Zij werkt momenteel als kinderchirurg in opleiding in het UMC Groningen.
6
TSB Magazine november 2012
Depressie en ongezonde leefstijl stimuleren ontstekingswaarden Depressieve klachten hebben een negatieve invloed op het ontstaan en het beloop van hart en vaatziekten. Een mogelijke verklaring ligt in ontstekingsmechanismen, blijkt uit onderzoek van promovenda Hester Duivis. Ze zijn een indicatie van een ontsteking ergens in het lichaam. Daarnaast zijn onstekingsmechanismen betrokken bij aderverkalking. Hester onderzocht of depressie en ontstekingsmechanismen met elkaar verband houden en wat de kenmerken van deze relatie zijn bij volwassen hartpatiënten met en zonder depressie en adolescenten. Depressie en ontstekingsmechanismen bleken bij zowel oudere hartpatiënten, gezonde volwassenen als adolescenten aan elkaar gerelateerd. Depressieve klachten voorspellen hogere ontstekingswaarden in het bloed en niet andersom. Vooral mensen die vaker last hebben van depressieve gevoelens lieten hogere ontstekingswaarden zien. Een ongezonde leefstijl (roken, weinig bewegen, overgewicht) speelt een grote rol in deze relatie. Herhaalde depressieve klachten, in combinatie met een ongezonde leefstijl, vergroten het risico op hogere ontstekingswaarden in het bloed, al in de adolescentie. Dit verklaart mogelijk de verhoogde kans bij depressieve mensen op het ontwikkelen van hart en vaatziekten als ook de slechtere prognose voor patiënten met hart en vaatziekten. Hester Duivis (1978, Amstelveen) promoveerde op 26 oktober in Tilburg op haar proefschrift Depression and inflammation; a life perspective. Promotoren: Peter de Jonge, Brenda Penninx (VUMC) en co-promotor Nina Kupper. Hester studeerde klinische neuropsychologie aan de VU A’dam. In 2008 startte ze met haar promotieonderzoek bij het Center of Research on Psychology in Somatic Diseases (CoRPS).
Diabetesepidemie voorkomen Diabetes is een veel voorkomende chronische ziekte, die gekenmerkt wordt door verslechtering van de glucosestofwisseling en gepaard kan gaan met ernstige complicaties zoals nierfalen, blindheid en hart(vaten) aandoeningen. Paulien Vermunt wil met deze dissertatie bijdragen aan de kennis over implementatie van leefstijlinterventies ter voorkoming van diabetes type 2 in de dagelijkse zorgpraktijk. Wereldwijd zijn er bijna 350 miljoen diabetici, waarvan er naar schatting 183 miljoen nog niet gediagnosticeerd zijn. De bijbehorende zorguitgaven lopen op tot 365 miljard euro. Nederlandse cijfers zijn al even zorgwekkend. Schattingen lagen in 2007 op 740.000 gediagnositiceerde en 250.000 nog nietgediagnosticeerde personen.
Via huisartsen potentiële diabetici opsporen en helpen is effectief De bijbehorende zorgkosten waren 1 miljard euro; 1,4% van de totale Nederlandse zorgkosten in dat jaar. Daarnaast ziten er naar verwachting evenveel mensen in een voorstadium van diabetes 2. Elk jaar ontwikkelen vele van deze ‘prediabetici’ daadwerkelijk diabetes, daarmee bijdragend aan de wereldwijde diabetesepidemie.
Leefstijlbegeleiding Om deze trend te stoppen is het noodzakelijk dat het ontstaan van diabetes 2 vertraagd of zelfs voorkomen wordt. Leefstijlbegeleiding bij mensen met een hoog risico op diabetes lijkt in deze behoefte te kunnen voorzien. Uit eerder onderzoek bleek al dat een gezonder voedingspatroon en meer beweging de kans op diabetes flink reduceert. In de zogenaamde APHRODITEstudie (Actieve Preventie in Hoog Risico Individuen Diabetes Type 2, in en rondom Eindhoven) deed Paulien onderzoek naar preventie in de Nederlandse huisartsenpraktijk. Patiënten met een hoog risico op diabetes werden uitgenodigd deel te nemen aan een interventie om de leefstijl te verbeteren, welke gericht was op gewichtsverlies, meer beweging, meer vezels en minder (verzadigd) vet. Pakweg de helft van de 16.000 benaderde huisartspatiënten tussen 40 en 70 jaar retourneerde een vragenlijst. Van de hoogrisico personen (1533) maakte driekwart een afspraak met de huisarts.
Hoge therapietrouw Deelnemers werden ondersteund om ongezonde gewoontes te veranderen door hun motivatie te vergroten, door hen aan te moedigen hun voornemens in de praktijk te brengen en door hen te helpen barrières te overwinnen en terugval te voorkomen. Veranderingen in klinische en leefstijlmaten werden geëvalueerd. Het grote aantal mensen dat bereid was deel te nemen aan de interventie, de hoge therapietrouw en de positieve houding van zorgverleners, maken de Nederlandse huisartsenpraktijk geschikt voor preventie van diabetes 2 door leefstijlbegeleiding. Echter, omdat de effectiviteit van de interventie vergeleken met de gangbare huisartsenzorg onvoldoende was, is implementatie van het programma in zijn huidige vorm niet aan te bevelen. Evaluatie van leefstijlverandering bij patiënten en van de implementatie van het programma brachten verschillende mogelijkheden naar voren voor het verfijnen van de vorm, de inhoud en de organisatorische structuur van de interventie. Verder onderzoek is nodig naar het effect van deze aanpassingen op (kosten)effectiviteit en haalbaarheid van het programma en op de tevredenheid van deelnemers en zorgverleners. Paulien Vermunt (1982, Hoorn) verdedigde op 22 juni 2012 in Tilburg haar proefschrift Type 2 Diabetes prevention in Dutch primary care; the APHRODITE Study. Promotoren: Gert Westert en Hans van Oers (Tranzo). Paulien studeerde biologie in Utrecht, het Noorse Bergen en Leiden (2e master biomedische wetenschapscommunicatie). In 2007 startte ze met haar promotieonderzoek in Tilburg en bij het RIVM. Na haar promotie kon ze bij het RIVM aan de slag als onderzoeker.
Cum laude voor Vermunt en Valchev Paulien Vermunt (Tranzo) verwierf met haar proefschrift Type 2 diabetes prevention in Dutch primary care: the APHRODITE study het predicaat cum laude (promotoren: Gert Westert en Hans van Oers). Ook Velichko Valchev (Cross-cultural Psychology) promoveerde deze zomer cum laude op zijn proefschrift Personality and Culture in South Africa (promotor Fons van de Vijver).
TSB Magazine november 2012
7
Thema
Trends in Human Resource Studies
Meesters in technologie en experts in sociale media “De millenniumgeneratie stelt hogere eisen aan werk en werkgever dan eerdere generaties.” “Koffiedik kijken is prima”, vindt Paauwe, “maar wel op basis van wetenschappelijke analyses.” Hij tovert een serie slides te voorschijn met tabellen, grafieken en analyses alle keurig voorzien van (wetenschappelijke) bronnen. Te beginnen met een onderzoek uit 2011 onder 1.900 HR-professionals en 12.500 managers van organisaties in 74 landen. Wat zijn de meest belangrijke vaardigheden voor de komende drie jaar vergeleken met de afgelopen drie jaar, was de vraag. Met stip werden het in gang zetten en sturen van veranderingen, het identificeren en ontwikkelen van toekomstig talent, en het stimuleren van creativiteit en innovatie genoemd als vaardigheden die de komende jaren aanzienlijk in belang zullen toenemen. Tegelijkertijd constateert bijna de helft van de ondervraagden dat zijzelf en hun collega’s tekort komen als het gaat om het effectief toepassen van deze drie kritieke vaardigheden.
Competenties Na 25 jaar departement HR-Studies is de vraag waar het de komende jaren heen gaat met het human resource management en het HR-onderzoek. Een educated guess op basis van wetenschappelijke onderzoek en trends door professor Jaap Paauwe, voorzitter van het Tilburgse departement HR-Studies.
8
TSB Magazine november 2012
Jaap Paauwe (1953) is hoogleraar Organisatie en Personeel en voorzitter van het departement Human Resource Studies. “Jongeren zijn sneller verveeld, ook in hun werk.”
Uit ander onderzoek blijkt dat HR-professionals al lang niet meer het selecteren en rekruteren van talent als de grootste uitdaging zien, maar veel eerder het meten van het financiële effect van HR-programma’s, het toepassen van workforce metrics en workforce analytics, het sturen van interne mobiliteit en loopbaanontwikkeling en het bewerkstelligen van een sterke cultuur van zelfleren. Een studie onder Europese bedrijven identificeert vijf cruciale competenties, willen deze bedrijven de concurrentie kunnen blijven aangaan: het managen van talent, het managen van verandering en culturele omslagen, het managen van de demografie (vergrijzing), het managen van het evenwicht tussen werk en privé, en het creëren van een lerende organisatie.
Paauwe: “Dit zijn de doelen die bedrijven en HRmanagers de komende jaren voor zich zien. Voor een deel zijn die gebaseerd op de verwachtingen over het toekomstige aanbod aan werkkrachten. Voor een ander deel op veranderende verwachtingen van werknemers zelf. Als we kijken naar de zaken die verschillende generaties werknemers belangrijk vinden in het werk, dan zien we een verschuiving in verwachtingen en eisen van babyboomers, via de generatie X naar de millennium generatie. De laatste generatie stelt hogere eisen aan werk en werkgever dan de eerdere generaties en is tegelijkertijd minder bereid om zelf in het werk te investeren.”
Connectivity Dat heeft gevolgen voor de arbeids(ruil)relatie, de verwachtingen over en weer in het psychologisch contract waarbij van beide zijden meer flexibiliteit wordt geëist en de HR-instrumenten die zullen moeten worden ingezet om deze werknemers te motiveren, te stimuleren en te binden. De gestandaardiseerde maatregelen als wetten en collectieve arbeidsovereenkomsten, die traditioneel houvast en zekerheid boden aan werkgevers en werknemers, voldoen steeds minder en zullen langzaam maar zeker terrein verliezen ten gunste van specifieke en flexibele HR-activiteiten toegesneden op de persoon, hetgeen tot uitdrukking komt in gepersonaliseerde Ideals en job crafting. Werknemers zullen zich proactiever opstellen. Paauwe: “We zullen een periode tegemoet gaan waarin de organisatiegraad van werknemers laag is en waarin er wordt gekozen voor meer individuele deals. Jongeren zijn sneller verveeld, ook in hun werk, en zullen sneller willen wisselen van functie. De arbeidsmarkt zal zich kenmerken door tijdelijkΩΩ TSB Magazine november 2012
9
Rapport
“Beweeglijkheid van de arbeidsmarkt, de tijdelijkheid van de arbeidsrelaties en de rol van sociale media zullen de toekomst van HRM bepalen.” Paauwe HR-topper Hoogleraar Organisatie en Personeel Jaap Paauwe staat 15de in de top 20 van meest invloedrijke internationale denkers op het gebied van HRM. De vaste columnist van P&Oactueel prijkt tussen grote namen als Chris Argyris, Henry Mintzberg en Dave Ulrich. De ranking wordt jaarlijks samengesteld door het Britse HR Magazine. Directeuren en ‘grote denkers’ op deze lijst worden aangedragen door vakgenoten. Jaap ontwikkelde het Advanced Human Resource Executive Program samen met HR-managers van o.a. Unilever, Shell, AkzoNobel en Philips.
10
TSB Magazine november 2012
heid en beweeglijkheid, en talent en talentontwikkeling zullen centraal staan. Ondanks de nadruk op het individuele, zullen werknemers een grote behoefte hebben aan verbinding, connectivity, via sociale media. Dat heeft invloed op het vak van personeelsbeleid en organisatie en de vereisten van de HR-functie.” Paauwe verwijst naar het model van de driepotige kruk (the threelegged stool) volgens welke, aldus Dave Ulrich, een goede HR-functie georganiseerd zou moeten zijn. De poten zijn: (1) de Centres of expertise, die hoogwaardig advies en service bieden op sleutelterreinen van HRM, zoals training en ontwikkeling van personeel, organisatieverandering, CAO en pensioensystematiek, beloning en relaties met werknemers; (2) de Strategic business partners, die lijnmanagers ondersteunen hun doelen in de praktijk te bereiken door een effectieve formulering en uitvoering van strategie op het terrein van HRM; en (3) de Shared service centres, die alle routinematige diensten leveren, zoals werving en selectie, monitoren van ziekteverzuim en werknemersproblemen, zoals discipline en absentie. Paauwe: “Het is een populair model, al valt er het een en ander op af te dingen, zeker wat betreft de algemene toepasbaarheid ervan. Ik denk dat er in elk geval nog een vierde poot aan die kruk toegevoegd moet gaan worden, namelijk het management van de HR-infrastructuur. Human resource management wordt meer en meer een bedrijfstak, die net als in de arbosector diensten aanbiedt, die door bedrijven worden ingekocht. Het wordt steeds belangrijker om goed in de gaten te houden wat wordt ingekocht en hoe de verschillende ingekochte diensten zich tot elkaar verhouden en synergetisch samenkomen tot één HR-functie.”
Social media Het zullen vooral de beweeglijkheid van de arbeidsmarkt, de tijdelijkheid van de arbeidsrelaties en de rol van sociale media zijn, die de toekomst van het human resource management gaan bepalen, verwacht Paauwe. “Dat betekent dat er voor organisaties meer nadruk zal komen liggen op het opsporen en (tijdelijk) inkopen van specifiek talent en specifieke deskundigheid. Dat betekent meer HR-instrumenten die zijn gericht op toepassing van technologie en ict op het werk, branding van de organisatie en een intensief gebruik van sociale media. Daarop moet een departement als het onze inspelen in de opleiding en het onderzoek. Dat doen we al door onze duidelijke gerichtheid op de analyse van de arbeidsmarkt en de behoeften van potentiële werknemers, op het managen van talent en op een HR-beleid dat wordt gevoerd vanuit het versterken van de kracht van medewerkers in plaats van vooral aandacht voor het verbeteren van hun zwakkere kanten. We hebben echter nog te weinig aandacht voor de werkgerelateerde technologische en ict-aspecten en de sociale media. We weten bijvoorbeeld wel hoe we aan teambuilding moeten doen, maar onvoldoende hoe we ict of sociale media moeten inzetten als HR-instrument. We zijn nog lang niet, zoals zou moeten, ‘meesters in technologie’ en ‘experts in sociale media’. Dat wordt een van de uitdagingen van het komende decennium.” Interview: Maarten Evenblij. Uit: Een veelzijdig perspectief. Vijfentwintig jaar Human Resource Studies, Dept. HRS, Tilburg University, 2012.
Bemoeizorg verbetert kwaliteit van leven Bemoeizorg werkt. Dat is de conclusie van een onderzoeksrapport van Tranzo, wetenschappelijk centrum voor zorg en welzijn van Tilburg University. Al twee decennia bestaan in Nederland bemoeizorgprogramma’s voor mensen met complexe verslavings- en psychiatrische problematiek. Bemoeizorg richt zich op mensen die geen contact hebben met de reguliere hulpverlening zoals de geestelijke gezondheidszorg, verslavingszorg of het maatschappelijk werk ondanks hun zorgwekkende leefsituatie. In bemoeizorgprogramma’s worden cliënten opgezocht door de hulpverlening na een melding door bijvoorbeeld familie, buren of de woningbouwcorporatie. Bemoeizorgers zoeken dan contact en verlenen vervolgens laagdrempelige, praktische hulp in de eigen leefomgeving van cliënten. Met als doel hen na een aantal maanden door te kunnen verwijzen naar reguliere voorzieningen.
Uithuiszetting Om de effecten van deze bemoeizorgprogramma’s in kaart te brengen, zijn drie jaar lang in onafhankelijke bemoeizorgteams in verschillende regio’s cliënten gevolgd. De problematiek van deze cliënten bleek bij de start van een bemoeizorgtraject qua ernst vergelijkbaar te zijn met die van psychiatrische patiënten in dagbehandeling. Zo was er bij de helft van de cliënten sprake van problemen met alcohol, drugs of medicatie, had tweederde problemen met het maken en onderhouden van sociale relaties en had 54% belangrijke problemen met de woonomstandigheden. Bij een kwart was zelfs sprake van een dreigende uithuiszetting,
dakloosheid of het volledig ontbreken van basisvoorzieningen in de woonsituatie. Ook ervoeren de cliënten een relatief lage kwaliteit van leven.
Kwaliteit van leven Gedurende de aangeboden bemoeizorgprogramma’s bleek de kwaliteit van leven van de cliënten echter sterk te verbeteren; een effect dat in andere onderzoeken naar bemoeizorgprogramma’s in Nederland en Engeland niet eerder werd gezien. Ook nam de ernst van de problematiek op verschillende leefgebieden af. Beide effecten hielden aan tot in ieder geval zes maanden na de bemoeizorg. De ernst van de problematiek nam in die periode zelfs af. De relatie tussen cliënten en hulpverleners was vanaf de start vrij goed; cliënten stonden open voor begeleiding. Deze resultaten zijn bemoedigend en verhogen de evidence based status van de bemoeizorg. Kennisverspreiding door het maken van een handboek voor bemoeizorg en een traject van aanmelding bij een databank voor interventies van het RIVM of Movisie, zouden logische vervolgstappen zijn. Het volledige rapport, getiteld De effecten van bemoeizorg: De resultaten van een onderzoek bij Nederlandse bemoeizorgteams van de hand van Diana Roeg, Margot Voogt, Marcel van Assen en Henk Garretsen, is te downloaden op www.tranzo.nl. Het onderzoek werd gefinancierd door ZonMw.
TSB Magazine november 2012
11
Thema
Carl de Coolhunter
op jacht naar trends
“Hoe cool trends ook zijn, ze moeten wel ergens toe leiden.” Dr. Carl Rohde (1954) studeerde cultuursociologie in Rotterdam en Tilburg en promoveerde in 1997 op een cultuurhistorisch proefschrift aan de Universiteit van Utrecht. In Utrecht werkte hij lange tijd als cultuursociologisch onderzoeker. De afgelopen twintig jaar bouwde Carl een reputatie op als internationaal academisch trendwatcher. Rohde leidt nu Science of the Time, een virtueel netwerk van trendwatchers en marktonderzoekers. Hij publiceert geregeld over onderwerpen op het gebied van trends in (inter)nationale vakbladen en tijdschriften. Ook houdt hij wereldwijd lezingen. In zijn research staan sociaal-culturele mentaliteitsveranderingen, zowel in de samenleving als geheel als bij specifieke generaties en doelgroepen centraal. Carl is tevens lector bij Fontys Hogeschool Marketing en Management te Eindhoven, waar hij zijn internationale methode en bevindingen doceert en verder uitwerkt. Waarom bent je destijds Sociologie in Tilburg gaan studeren? Carl: “Op de Erasmus Universiteit Rotterdam, waar ik met mijn studie Cultuursociologie ben gestart, was ik erg gecharmeerd van professor Anton Zijderveld. Om hem ben ik naar Tilburg overgestapt. Naast Zijderveld heb ik goede herinneringen aan Hans Adriaansens. Zijderveld is inmiddels met pensioen. Adriaansens werkte destijds in Tilburg, maar ging later naar Utrecht. Bij hem ben ik gepromoveerd. Hij bracht me ook op het spoor van het werk wat ik nu doe. Nu is hij dean van de Roosevelt Academy in Middelburg, een kleinschalig University College met ongeveer 600 studenten. Speelt Tilburg University nu nog een rol? Carl: “Bescheiden. Ik woon in Tilburg en kom af en toe weleens op de campus.” Heb je een relatie en kinderen? Carl: “Ik heb een zoon uit een relatie in mijn studietijd. We zijn uit elkaar gegaan, waarna zij nog twee kinderen bij iemand anders kreeg. Momenteel zijn we weer bij elkaar, living apart, dus ik heb een zoon en twee stiefkinderen. Gaat goed. Ja, heel cool.”
12
TSB Magazine november 2012
Cultuursocioloog en TSB-alumnus Carl Rohde heeft het helemaal gemaakt. Hij is de oprichter en baas van een internationaal succesvol en gezaghebbend trendwatchbureau genaamd Science of the Time. Sinds 1992 leidt Carl zijn bedrijf met z’n indrukwekkend netwerk van trendwatchers en marktonderzoekers. In 2010 werd hij nog gekozen tot trendwatcher van het jaar. door Clemens van Diek Carl omschrijft zijn business liever als Cool Hunting, op zoek naar coole trends, coole ontwikkelingen, coole ideeën, coole producten en diensten. De Coolhunter maakt daartoe vele vlieguren. Meer dan 40 trips per jaar, van Lissabon, Shanghai, Madrid, Rio de Janeiro tot Berlijn. Hij houdt lezingen, geeft colleges, publiceert in vakbladen en magazines, biedt zijn kennis aan bij bedrijven en is de spin in zijn zelf gesponnen coole web. Bedrijven als Microsoft, Nike, Unilever, Heineken, Wrangler, BMW, Sony en organisaties als het Rode Kruis en de Nederlandse overheid zijn afnemers van zijn verzamelde coole kennis. Jaarlijks bezoekt Carl zo’n 30 universiteiten in de wereld waar hij duizenden studenten bereikt met zijn colleges over trendwatching en coolhunting. Als lector Trendwatching & Innovatie bij Fontys doceert en publiceert hij over mentaliteitsveranderingen bij specifieke generaties en doelgroepen. Wat beweegt consumenten? Wat fascineert of irriteert hen? Waar raak je ze mee? Vragen die zijn studenten ook op het bordje krijgen, mogen uitzoeken en analyseren. Trendwatching is hot tegenwoordig. Daarbij valt echter veel oppervlakkigheid te bespeuren (‘hello-look-what-I-found-as-nice-and-cool-on-the-internet’). Daar wil Carl
voor waken. Zijn club staat voor serieus trendwatch-onderzoek, dat wil zeggen: academisch, empirisch en methodologisch goed onderbouwd, in combinatie met commerciële toepassingen. Carl: “Ons Cool City Hunt project is het grootste Cool Mentality onderzoek onder jongeren over de hele wereld. Maar we richten ons niet uitsluitend op de jongere generatie maar ook op kinderen, adolescenten, 30- en 50-plussers.” Het Cool City Hunt project is een internationaal trendonderzoek met wereldwijd zo’n twintig universiteiten. Studenten vormen daarin een team van honderden cool hunters. In hun stad, van Amsterdam tot Sao Paulo, van Los Angeles tot Sjanghai, maken zij rapporten over wat er allemaal cool gevonden wordt. Cool betekent daarbij niet zo zeer ‘hip’ maar staat voor: aantrekkelijk en inspirerend met toekomstpotentieel binnen de eigen generatie. De resultaten van dit project moeten de verschijningsvorm en de betekenis van wereldwijde trends bloot leggen. Carl: “We hechten niet zo aan gadgets en de waan van de dag, de korte termijn hypes. Onze trends hebben een solide basis, waar bedrijven hun merken, nieuwe producten en diensten, en hun communicatieconcepten op kunnen bouwen. We helpen ze wereldwijd om trends ΩΩ
TSB Magazine november 2012
13
Excitement, een Jackass-moment. De mens wil uitdagingen, een spannend leven, Wow-ervaringen.
Vervolg pag. 13
te implementeren in innovatieve ideeën, producten en diensten. Want, hoe cool trends ook zijn, ze moeten wel ergens toe leiden.” De toegenomen onvoorspelbaarheid van de consument maakt namelijk dat de traditionele doelgroepanalyse en de daarop gebaseerde marktsegmentatiestrategieën niet meer zo’n goede strategische basis vormen voor bedrijven en organisaties. Effectiever is het om de juiste groep op het juiste moment binnen de juiste trends aan te spreken. Science of the Time zorgt er voor dat bedrijven “geloofwaardig innoveren op basis van serieus onderzoek.” Zonder de juiste kennis van cool mentality trends innovereer je ‘ins Blaue hinein’.
Trendstudie
Welke Cool Mentality Trends zijn er gespot en onderzocht door Science of the Time? Cool Duurzaam. Diep in hun hart willen mensen duurzaam leven, ook al kunnen ze de duurdere groene producten niet betalen. Cool Duurzaamheid gaat over people, planet, profit en staat ook voor innovatie en concurrentiekracht op de wereldmarkt. Social Web Continued. Het Social Web is de revolutionaire mentaliteitstrend van deze tijd. Van Wikinomics tot Wikileaks, van de Arabische Lente, de ‘Blackberried’ plunderingen in Londen tot Weibo, de Chinese twitter. Het Social (media) web staat voor connectivity in een nieuwe (deels virtuele) wereld van chatten, ontmoeten, leren en onderwijzen. Wow-ervaringen. Mensen willen opwinding, Excitement, bijv. in extreme sports of een Jackass–moment. We leven in het tijdperk van de onvergetelijke wow ervaringen. Urban Nomads. De creatieven in grote steden omarmen een 24/7/365 levensstijl. Ze scheppen hun eigen werkomgeving. Urban Nomads eisen wifi, gezond eten, mobiliteit en vrijetijd in hun Coole City. Sane Recession. De recessie heeft ook positieve kanten. Wie niet sterk is moet slim zijn. De crisis maakt ons veerkrachtig, creatief, slim en stimuleert Collective Consumerism. De Maslow Piramide zijn we voorbij. Give Us Narrative. Een mens is meer dan een serie biochemische processen. We zijn op zoek naar betekenis. Tegenover de groeiende individualisering (megatrend) zien we een nieuw verlangen naar grote verhalen die betekenis geven en inspireren, Cool Wonderlands.
14
TSB Magazine november 2012
Cool Nostalgia. Hoe verder we buiten onze ‘zone’ komen (dorp, stad of land), in de off-line wereld, des te meer koesteren we onze wortels. Cool Compassion. Mensen beseffen: “Ik heb een goed leven, beter dan vele anderen. Ik ben bevoorrecht. En ik wil iets goeds terug doen voor de wereld.” Stress Society. We zijn gestresst, werken te hard, druk druk druk. Als gevolg van megatrends als individualisering en globalisering eisen we steeds meer van onszelf. We willen alles zijn: een goede partner, ouder, geliefde, vriend, carrièremaker, atleet. Het mobiele netwerk vergroot die stress. We ontdekken de spirituele dimensie van het leven: mindfulness is zo’n trend. Relax! Filtering Instantanuous Information Overload. De opkomst van de app (filter, selecteer) is een deel van het antwoord. Tender Urbanity. De trend Love Thy City staat voor de liefde voor de stad. De helft van de wereldbevolking woont in de Urban Jungle. Iedere grote stad zoekt zijn eigen identiteit. Jongeren willen iets van hun stad maken: Cool Appropriation. Daarbinnen zoekt men verborgen plekken van ‘exclusiviteit’. Ressentimental Culture. De opkomst van Ressentimental Culture is groot, vooral in het Westen. Er is woede over oneerlijkheid, onrecht, corruptie, ongeijke verdeling. Kijk naar Griekenland, Portugal, Spanje. Cool Hope. Miljoenen mensen hebben de afgelopen decennia grote armoede overwonnen. Dat biedt hoop, die georganiseerd kan worden via social media, getuige de revoluties in de Arabische regio. “
Trend: een nieuw verlangen naar grote verhalen die betekenis geven en inspireren
Dankzij de voortdurende input uit het wereldwijde netwerk is het bureau van Carl in staat om mentaliteitsveranderingen te spotten. Op de interactieve website wordt de oogst in zeven ‘hoofdstukken’ gepresenteerd (zie http://scienceofthetime.com): 1. Mentality Trends zijn krachtige trends die de komende jaren manifest worden en ons leven gaan beïnvloeden. Dit zijn de inzichten die nauwlettend in de gaten gehouden moeten worden. 2. Social DNA. Om nuttige inzichten te krijgen waar klanten iets aan hebben wordt gewerkt met specifieke doelgroepen. Wat hebben diverse generaties gemeen en hoe zijn ze te typeren. 3. Insight in cool biedt de meest interessante uitkomsten uit het onderzoek, met de toppers van de Coolest Worldwide. 4. Megatrends zijn ‘bewegingen’ over een langere periode (‘erfgoed’) die invloed hebben op ons Social DNA, onze verlangens, opinies, onze mindsets. Deze Decade Influencers stoppen niet en zijn in kaart gebracht op een tijdlijn. 5. De sectie Method biedt een sneak peek in de ‘keuken van cool’: hoe wordt het onderzoek gedaan. 6. In het Lab of Cool bespreken trendprofessionals tendensen met elkaar en anderen. Meestal ‘achter gesloten deuren’ of op uitnodiging. Klanten kunnen hier ook vragen om expertise. 7. De Library is de intellectuele en academisch schatkist. Hier zijn literatuurverwijzingen te vinden, aanraders en interessante boeken.
Welke generaties onderscheidt Science of the Time? En wat is hun Social DNA? Wat vinden ze belangrijk, wat zijn hun verlangens, dromen voor de toekomst? Welke eigenschappen kenmerken de onderscheiden generaties? Social DNA Jongeren (de Computer Game Kids) • Ik kan onderhandelen. • Ik eis interactiviteit • Ik ben te dik • Ik lees niet maar zap Social DNA van Adolescenten (12-25) • Ik wil connected zijn • Ik wil ergens bijhoren • Ik ben cynisch en berekenend • Ik ben ambitieus Social DNA van de 30-Somethings • Ik ben gestresst • Help mij te ontspannen • Mannen: de eerste keer geen seks • Vrouwen: de enige weg is omhoog Social DNA van de 50 + generatie • Behandel me niet als My Age • Respect mijn Vitality management • Omarm mijn Welness Portfolio • Kwaliteit is alles voor mij • Ik zit midden in de Zingeving • Ik heb die branding van merken door
Trendwatching Trendwatchen is het cultuur-sociologisch verklaren van mentaliteitstrends en het in kaart brengen van veranderingen in de maatschappij. Trendwatching draagt bij aan de vertaling van trends naar vernieuwende (bedrijfs) concepten. Maatschappelijke ontwikkelingen zorgen voor veranderende tendensen in meningen, houdingen, levensstijlen, consumptie, opinies, behoefte- en keuzepatronen.
Samenredzaamheid Voor Prinsjesdag (met de Troonrede) organiseert een groep trendwatchers in Nederland de zogenaamde TrendRede voor burgers, bedrijven en bestuurders. ‘Samenredzaamheid’ is een van de intrigerende toekomsttermen uit de TrendRede 2013. TSB Magazine november 2012
15
Slim werken
Student Assessor
Jordy van Lith:
TsBMaGaZINE Tilburg school of social and Behavioral sciences
Faculteitsraad aan de iPad
hergebruik dit exemplaar
TSB stimuleert dat medewerkers slimmer gaan (samen)werken. Together, Smart, Better. Slimmere printers/copiers/scanners, de zogenaamde multifunctionals, zijn inmiddels op strategische plekken geïnstalleerd. ‑ Verder draait er momenteel een pilot Paperless. Een van de clubs die daaraan meedoet is de Faculteitsraad. Want de raad was toch wel een papiermachine. Voor bestuur en de raadsleden werden de vele ‘stukken’ voorheen uitgeprint. Soms meerdere versies. Maar de paperassenproductie is gestopt. Weer een paar bomen gespaard. Sharepoint en een iPad leveren nu stukken minder printwerk op. En ook minder werk voor het secretariaat, wat dit aangaat.
Paperless is more! 25 jaar Human Resource studies Het fenomeen Posterpresentatie
TSB Magazine mei 2012
1
Twee quotes nog even uit ons vorige magazine: Rien Deijkers: Slimmer samenwerken is geen keuze meer maar pure noodzaak om duurzamer te gaan werken. Less paper is hier een belangrijk aspect van. Daarom moet het gemeengoed worden. SpITs heeft al jaren een duurzaamheidsdoelstelling. De techniek is nu zover dat we die doelstelling beter kunnen ondersteunen. We ondersteunen TSB graag bij het werken op een meer duurzame maar ook slimmere wijze. Ankie van Steen: Slimmer samenwerken is een middel om het sociale kapitaal beter te benutten. Naast kennis zet je in op creativiteit, betrokkenheid, werkplezier, energie en flexibiliteit. En dat alles met gebruikmaking van up to date technologie en werkomgeving. Zo kan een innovatievere, meer duurzame en aantrekkelijke organisatie ontstaan. TSB staat dus voor Together, Smart, Better.” En zo zagen we Ankie en onze SpITs’ers de raadsleden voorzien van een tablet.
De faculteit verdient een herkenbaar imago door Jordy van Lith
Ongevraagd advies leveren op alles wat met studenten van doen heeft. Sinds 1 september 2012 ben ik daarmee bezig. “Twee jaar geleden kwam ik naar Tilburg toe om sociologie te studeren. Sindsdien ben ik ook buiten de collegezaal actief geweest. Al snel bleek ik een passie voor het gesproken woord te bezitten, en ben ik voorzitter geworden van de lokale debatvereniging Cicero. Als studentbestuurder ben ik me steeds meer gaan interesseren voor de organisatorische kant van de universiteit. Als een eigen club al zoveel complexiteit en lastige vraagstukken met zich meebrengt, hoe zit het dan met een miljoenenonderneming? Welke daadkrachtige visie en wijze besluiten houden de boel draaiende? Om uiting te geven aan die interesse, heb ik me kandidaat gesteld voor Fractie SAM. Na een lange, leerzame verkiezingsstrijd, die gepaard ging met een grote mentale en fysieke inspanning, greep ik helaas mis. Met een uitslag van 238 (van de 292 benodigde) stemmen, heb ik inmiddels de teleurstelling om weten te zetten in een lichte trots. “ “Het collegejaar 2012-2013 zou het jaar worden dat ik mijn bachelor af zou ronden. De medezeggenschap was niet doorgegaan, en de eindstreep was in zicht. Toen bereikte mij opeens de vacature voor studentassessor. Die kans heb ik gegrepen en gekregen. De kern van mijn werkzaamheden is dat ik de vergaderingen van het management bijwoon, en mijn eigen visie op de te bespreken zaken geef. Om zo goed mogelijk geïnformeerd te zijn, onderhoud ik nauw
“Ik heb een passie voor het gesproken woord” contact met fractie Stimulus, de opleidingscommissies, de studieverenigingen, docenten en natuurlijk studenten zelf. “
Faculteitsraadlid Floortje Mols (CoRPS) maakt een foto met haar nieuwe iPad. Ook goeiendag, Rien!
16
TSB Magazine november 2012
Studentraadsleden blij met hun nieuwe functionele gadget. Het nieuwe slimme en democratische werken kan beginnen.
SpITs organiseerde een uitlegsessie. Hoe kun je slimmer werken met een iPad. In een pilotproject krijgen alle raadsleden een exemplaar uitgereikt.
“In mijn functie houd ik me vooral bezig met de grote lijnen. Waar willen we heen met de faculteit? Op welke manier kunnen we de algehele kwaliteit van het onderwijs verbeteren? En hoe behouden we de mogelijkheid voor studenten om te excelleren buiten hun studie? Dus ten eerste zal ik me bezighouden met de richting van de faculteit. En dat begint soms met praktische zaken zoals de beeldvorming. Niet alleen willen we dat onze opleidingen een scherp profiel hebben met een heldere beschrijving van hun wetenschappelijke domeinen. Ook de faculteit verdient een herkenbaar, vertrouwd imago.
Naam Jordy van Lith Verjaardag 18 september 19?? (raden maar) Sterrenbeeld Maagd (Virgo) Geboorteplaats Geldermalsen Vwo Scholengemeenschap Cambium te Zaltbommel Vwo Profiel Natuur & Techniek Opleiding Tilburg University: Sociologie Film Into the wild (2007, regie Sean Penn) Muziek Soul bijv. Ray Charles Boek Steve Jobs, de biografie van Walter Isaacson Sport ooit zes jaar karate gedaan Kleur Oranje Favoriet politicus Pim Fortuyn Politieke partij Lid PvdA Email
[email protected]
Daarnaast zijn de opleidingen voortvarend aan de slag met het intensiveren van hun onderwijs. Om de jaarevaluaties niet af te hoeven wachten, zullen Stimulus en ik zorgen voor een tussentijdse terugkoppeling. Daarbij spreken we met studenten en docenten over hun bevindingen. Op basis van die feedback kan er voor het tweede semester eventueel bijgestuurd worden. Tot slot denken we bij ‘excellence’ niet meteen aan TSB. Dat gaat wel gebeuren. En dit bereik je door ervoor te zorgen dat studenten uitdagende vakken volgen, maar ook daarbuiten zich kunnen doen gelden. Het bijwonen van een pittige minor, het meedoen aan excellence programs, het lopen van stage en het gaan op exchange zijn de middelen om dit te bereiken. Wat mij betreft krijgt iedere student het gevoel dat er meer kansen zijn dan je ooit zou durven grijpen. “ “Heb je een mening die gehoord moet worden, spreek me dan een keer aan. Ik kijk ernaar uit om met jou de dialoog aan te gaan, en vervolgens de goede punten om te laten zetten in concreet beleid.” TSB Magazine november 2012
17
Experience
Mensen met dementie leven gemiddeld acht jaar met hun ziekte
Dementie invoelen via simulator Met behulp van serious gaming en virtual reality ervaren gezonde mensen wat het is om dementie te hebben. In de dementiesimulator komt compassie tot leven.
Eind oktober werd Into D’mentia gepresenteerd: een ervaringstraining voor mensen die zorgen voor iemand met dementie. Deze ‘dementie experience’ bevordert het inlevingsvermogen, zodat men beter kan inspelen op behoeften van en zorg voor dementerenden. Meer inlevingsvermogen vergroot de empathie en leidt tot minder stress bij mantelzorgers. Door hen dusdoende sterker te maken kunnen zij thuis langer de zorgtaken volhouden en kunnen dementerenden langer thuis blijven wonen.
Technologie Het ziektebeeld van dementie is erg complex. Daarom worden slechts een paar symptomen gesimuleerd: geheugenproblemen, desoriëntatie en
18
TSB Magazine november 2012
begrips- en/of handelingsproblemen. De ‘experience’ van Into D’mentia bestaat uit: • Een simulator: een fysieke, interactieve ruimte waar, gebruik makend van o.a. serious gaming en virtual reality technieken, de leefwereld van een persoon met dementie wordt nagebootst door een realistisch verhaal te ‘vertellen’ en mensen zelf te laten ervaren wat de beperkingen en hinderpalen zijn waarmee iemand met dementie dagelijks geconfronteerd wordt. • Een intake en follow-up: bezoekers worden vooraf voorbereid op de simulatie, en kunnen naderhand kunnen reflecteren op de beleefde ervaring. In de followup wordt tevens de vertaalslag naar de dagelijkse praktijk gemaakt. De followup heeft een coachend karakter.
Doelgroep Als eerste richt Into D’mentia zich op de mantelzorger en zijn sociale netwerk (voorlichtings en trainingsinstrument). Driekwart van de dementerenden woont thuis en wordt verzorgd door part-
ner/mantelzorger. Bijna allemaal ervaren zij problemen met de zorg voor hun naaste. De meest voorkomende reden voor opname in een behandel of zorgcentrum van iemand met dementie is de overbelasting van de mantelzorger. Door overbelasting kan de mantelzorger in de thuissituatie niet de benodigde zorg geven. Zij hebben dus advies, informatie over het ziektebeeld en ondersteuning bij de omgang met hun naaste hard nodig. Into D’mentia kan ook worden ingezet bij zorginstellingen (trainingsinstrument zorgprofessionals), in het onderwijs (opleidingsinstrument) en in het bedrijfsleven (stimulator voor product en serviceinnovatie). Verder kan het project een rol spelen in onderzoek naar dementie en als instrument voor publieksvoorlichting over dementie.
Wat is dementie? Dementie is een verzamelnaam voor ziekteverschijnselen die veroorzaakt worden door nietaangeboren afwijkingen in de hersenen. De meest bekende vormen zijn de ziekte van Alzheimer, vasculaire dementie, Lewy body dementie en frontotemporale dementie. Bij dementie is sprake van een toenemende achteruitgang van cognitieve vermogens in combinatie met veranderingen in emotie en gedrag. Cognitieve vermogens zijn bijvoorbeeld het geheugen, de aandacht en taal en informatieverwerking. Achteruitgang wordt veroorzaakt door beschadigingen of veranderingen in het brein. Patiënten vertonen gedrags- en stemmingsontregelingen zoals depressief, angstig, agressief en opstandig gedrag, agitatie, dwalen, achterdochtig gedrag, wanen en hallucinaties. Doordat mensen steeds ouder worden en door de toenemende vergrijzing zal het aantal mensen met dementie toenemen. In Nederland waren er
in 2009 270.000 mensen met dementie. In 2050 zal dit aantal gegroeid zijn tot over de 500.000. Mensen met dementie leven gemiddeld acht jaar met hun ziekte. Gedurende het ziekteproces neemt zowel het aantal klachten als de ernst van de klachten toe. Uiteindelijk overlijdt een patiënt aan de gevolgen van dementie.
Achtergrond Het perspectief op de zorg voor mensen met dit soort chronische ziekten is in de afgelopen decennia fundamenteel veranderd. Van een hoofdzakelijk medische benadering is de aandacht verschoven naar de chronische gevolgen van dementie en psychosociale aspecten, zoals begeleiding bij het accepteren van en omgaan met de ziekte in het dagelijks leven, en uiteindelijk ook naar de kwaliteit van leven van de mensen met dementie. Dit bredere perspectief heeft geleid tot nieuwe zorgdoelen en de ontwikkeling van een hele reeks nieuwe zorg en behandelmethoden, die samengevat worden in termen als ‘psychosociale’, ‘belevingsgerichte’ en ‘niet-medicamenteuze’ behandelingen. Wat ze gemeenschappelijk hebben is dat alle methoden beogen mensen met dementie en hun verzorgers te helpen bij het omgaan met de praktische, emotionele en sociale gevolgen van dementie, zodat ontregelingen in gedrag, psychisch functioneren en stemming verminderen of worden voorkomen en zij een aanvaardbare kwaliteit van leven behouden. In dat kader is Into D’mentia dus te zien.
boven Carlijn Campman onder Margriet Sitskoorn
Vanuit TSB zijn Margriet Sitskoorn en Carlijn Campman (dept. Medische Psychologie en Neuropsychologie) nauw betrokken bij het project, dat tot stand kwam in samenwerking met VU Medisch Centrum, Minase, De Wever, Zorggroep Elde, Ideon en Gleijm en van der Waart.
TSB Magazine november 2012
19
Proefschriften Dementiezorg: verpleeghuis of kleinschalig wonen? Wereldwijd groeit het aantal mensen met dementie en daarmee de vraag naar residentiële zorg. In Nederland overheerst het idee dat kleinschalige woonvormen met een meer huiselijke, persoonsgerichte benadering beter zijn voor ouderen met dementie dan traditionele verpleeghuisafdelingen. Ietje de Werd-de Rooij, zelf directeur van twee woonzorgcentra, onderzocht of dat echt zo is door voor het eerst deze beide vormen in Nederland en België te vergelijken. Ze concludeert dat beide typen afdelingen voordelen kunnen opleveren. Het onderzoek naar residentiële zorg voor ouderen met dementie toont aan dat de kwaliteit van zowel het traditionele verpleeghuis als kleinschalige woonvormen niet eenduidig is. Zo laten de kleinschalige woonvormen positieve resultaten zien waar het gaat om sociale relaties en bezigheden. Maar in de meer traditionele vorm ontwikkelt een dementerende minder gedragsproblemen. Familieleden van bewoners ervaren echter meer en beter contact met verzorgenden wanneer hun naaste in een kleinschalige woonvorm woont. De Werd-de Rooij beveelt aan om de beste elementen uit beide typen woonvormen te kiezen en te combineren tot een gedifferentieerd woonzorgaanbod voor ouderen met dementie. Daarbij dient niet de schaal van de zorg en huisvesting, maar het belang van de oudere met dementie voorop te staan. Ietje de Werd-de Rooij (1955) promoveerde op 28 september in Tilburg op haar proefschrift Living with dementia in small-scale and traditional long-term care settings (a longitudinal comparative study on residents, family and professional caregivers in the Netherlands and Belgium). Promotoren: Jos Schols, Anja Declercq en co-promotor Katrien Luijkx. Het onderzoek is het resultaat van samenwerking tussen Tranzo (Tilburg University), De Wever en Lucas, KU Leuven. Ietje studeerde Rechtswetenschappen aan de OU Heerlen. In 2000 werd ze manager van verpleeghuis Oosterhof in Den Bosch. In 2005 wordt ze directeur van Woonzorgcentrum de Kievithorst (sinds 2012 De Heikant/De Kievitshorst), onderdeel van De Wever in Tilburg.
20
TSB Magazine november 2012
Onderwijs kort Organisatieverandering
Mommersteeg beste docent MP
Onderwijsvisitatie OW/OS & PEW/HRS
Als gevolg van technologische ontwikkelingen is de wereld die ‘werk’ heet in een versnelling geraakt. De doordringendheid en urgentie van organisatieverandering is toegenomen. Als gevolg hiervan kunnen beloften en afspraken die de ene dag in goed vertrouwen zijn gemaakt, de volgende dag alweer verbroken worden. Medewerkers die zoiets meemaken, weten we, voelen zich minder betrokken bij de organisatie, hebben minder vertrouwen in management en zijn sneller geneigd ontslag te nemen. Tot nog toe is er weinig onderzoek gedaan naar de wijze waarop gepercipieerde beloften de attitude van een medewerker t.o.v. een organisatieverandering beïnvloeden. Sjoerd van den Heuvel onderzoekt in zijn proefschrift hoe het psychologisch contract van medewerkers hun attitude t.o.v. organisatieverandering beïnvloedt. Sjoerd van den Heuvel: The Influence of the psychological contract on attitude towards change. Promotor: René Schalk (HR-Studies), 2 november 2012.
Eerstejaars studenten van de master Medische Psychologie hebben Paula Mommersteeg gekozen tot beste docent van de opleiding. Twee en drie werden resp. Jos Widdershoven en Anne Roukema. Wat waardeerden studenten in Paula? “Ze heeft veel enthousiasme voor haar vak; ze is een gepassioneerd, kundig en betrokken docente; ze staat open voor vragen en de mening van studenten; ze maakt veel gebruik van ondersteunend lesmateriaal en interactie met studenten.”
Begin september werden de bachelors OW en PEW en de masters OS en HRS gevisiteerd in het kader van de formele procedure rondom de heraccreditatie van de opleidingen. De visitatie werd uitgevoerd door een internationale commissie, samengesteld door de QANU (Quality Assurance Netherlands Universities). De commissie voerde gesprekken met betrokkenen van de opleidingen en met studenten. De commissie rapporteerde in een eerste voorlopige reactie positief over haar bevindingen.
Open dag: volle bak!
Vice-decaan onderwijs Paul de Graaf reikte op 21 september aan acht bachelors Psychologie en twee bachelors Organisatiewetenschappen het certificaat voor het facultaire Excellence Program uit. De studenten hebben in jaar 2 en 3 van de bacheloropleiding in totaal vier extra cursussen succesvol gevolgd. Het Excellence Program is een intensief, interdisciplinair en Engelstalig programma, bovenop het reguliere curriculum.
Alcohol- en drugsbeleid in Noorwegen en Nederland In de Westerse landen is in de loop der jaren alcohol- en drugsbeleid ontwikkeld om de schadelijke effecten ervan te verminderen. Dit beleid kan effectiever zijn als er draagvlak voor is onder de bevolking. Rosalie van der Sar onderzoekt in deze studie de opinie van burgers die deze mening beïnvloeden in twee Westerse landen, in casu Nederland en Noorwegen, die verschillen in de mate van striktheid in hun alcohol- en drugsbeleid. Dit beleid verschilt in beide landen maar in sociaal en cultureel opzicht lijken de twee landen veel op elkaar. Rosalie van der Sar: Alcohol, illicit drugs, policy and opinion: Crossing boundaries. Promotoren: Henk Garretsen en Ien van de Goor (Tranzo), 14 november 2012
Certificaten Excellence Program
BKO-certificaten uitgereikt
De Open Dag voor de vier TSB bacheloropleidingen op 18 oktober was een succes. De openingspresentatie door Marcel Zeelenberg trok een volle aula met 594 bezoekers (32% meer dan in 2011), een aantal dat in de loop van de dag nog wat aangroeide. De interesse voor Sociologie, Organisatiewetenschappen en Personeelwetenschappen lagen op een prima peil. Psychologie trok 363 bezoekers (+5%), Organisatiewetenschappen 311 (+73%), Personeelwetenschappen 206 (+33%) en Sociologie 172 (+28%). De proefcolleges zaten eveneens flink in de lift. Gelet op het verband tussen open dagbezoekers en instroom mag voor 2013-14 een stabiele instroom verwacht worden voor OS en PW, voor Sociologie mogelijk een lichte groei. De belangstelling voor Psychologie lag weliswaar ietsje hoger dan vorig jaar, maar het is afwachten of de instroom niet weer hinder ondervindt van de (verplichte) Numerus Fixus, die voor Tilburg eigenlijk overbodig is. Maar dat is allemaal nog koffiedikkijken.
Onderwijsmeeting: Wat is een goede docent? Tilburg University organiseert op 17 december van 13 tot 17 uur een universiteitsbrede onderwijsbijeenkomst. Thema: Wat maakt iemand tot een goede leraar? De beste docenten kennen hun materie als hun broekzak en weten studenten te betrekken en uit te dagen. Je deelt ervaringen met mededocenten. Na de keynote lezing volgen drie parallelsessies: 1. Hoe wordt een docent goed in het betrokken maken van studenten? 2. Idem in lesgeven aan grote groepen studenten? 3. Idem in het lesgeven aan multiculturele klassamenstellingen?
Vice-decaan Onderwijs, Paul de Graaf, reikte bij de laatste faculteitsborrel acht certificaten Basiskwalificatie Onderwijs ( BKO) uit. Certificaat plus bloemen gingen naar vijf medewerksters bij het departement Developmental and Clinical Psychology: Evi de Cock, Annemiek Karreman, Janneke Maas, Charlotte Vreeswijk en Johanna Glimmerveen. Twee certificaten gingen naar Medical Psychology and Neuropsychology/CoRPS in casu Nina Kupper en Brenda den Oudsten. Bij Sociale Psychologie was er een BKO-certificaat voor Maartje Elshout. Voorafgaand aan de BKO-uitreiking werd een moment stilte in acht genomen vanwege het overlijden van Ad Vossen, waarvan de crematie die middag plaatsvond.
Hilde Verbraak vervangt John Raesen John Raesen afdelingshoofd HRM van TSB, treedt wegens gezondheidsproblemen per 1 november tijdelijk uit zijn functie. John gaat zich richten op zijn herstel maar blijft incidenteel op de faculteit aanwezig. Hij zal een half jaar niet of nauwelijks inzetbaar zijn. De functie van John wordt waargenomen door Hilde Verbraak, momenteel werkzaam als beleidsadviseur bij de centrale afdeling HR Policy. Hilde zal zich inzetten voor verdere professionalisering van de afdeling HRM en het personeelsbeleid. Zij zal een jaar aan TSB verbonden blijven. Zodra John voldoende hersteld is, draagt zij haar leidinggevende taken weer aan hem over.
TSB Magazine november 2012
21
Trend
LED: duurzame vervanger voor kerosinelamp daarbij en biedt steeds meer mogelijkheden om op kleinschalige en duurzame wijze energie op te wekken en toe te passen. Rural Spark werkt in deze case aan het ontwikkelen van de energienetwerken van de toekomst. Denk daarbij aan het inzetten van duurzame energie om huizen op het Indiase platteland van licht te voorzien. Hoe werkt het precies? Een dorpsbewoner huurt een zonnepaneel en een oplaadsysteem van Rural Spark. Daar krijgt hij 20 LED-lampen bij, die weer doorverhuurd kunnen worden aan dorpsgenoten. Zodoende ontstaat een goedkope, zelfvoorzienende en milieuvriendelijke vervanger voor de (vervuilende) houtbrander of kerosinelampen die nog massaal worden gebruikt. De verhuurder van de LED-lampen verwerft inkomen en de huurders wordenminder afhankeijk van fossiele brandstoffen. Dus het project stimuleert ook nog eens de accumulatie van inkomen in de eigen gemeenschap.
in India
Base of the Pyramide
Harmen van Heist, afgestudeerde Organisatiewetenschappen, is medeoprichter van Rural Spark. Dit bedrijf zette op het platteland van India een bijzonder interessant LED-lampenproject op. De Indiërs worden er op een duurzame en zelfvoorzienende wijze van energie voorzien. Rural Spark betekent vrij vertaald: lokale vonk.
Arme mensen zijn niet hulpeloos 22
TSB Magazine november 2012
Duurzaam Rural Spark sluit aan bij een actuele trend, namelijk: het heft in eigen handen nemen, weg uit de allesbeklemmende afhankelijkheid van grote gecentraliseerde systemen. Nieuwe moderne technologie helpt
In 2011 startte Rural Spark in het dorp Madhya Pradesh. Drie partners (Xidas, DGCEVS, Basix) werken samen met vier lokale leveranciers van zonnenergie. Hun ‘kit’ bestaat uit een zonnepaneel, oplaaddock en 20 Solar Lampen. Om energie op te vangen op dagen met extra veel zon, introduceerde Rural Spark batterijen (share cubes). De vier leveranciers verhuren een LED-Solar Lamp aan 40 huishoudens (zie netwerkschema). Er is inmiddels ook een onderhoudsnetwerk met een 4e lokale partner opgezet. Juridisch is een en ander afgedekt via een contact in Delhi.
De verwachting is dat de elektriciteitsvraag op het Indiase platteland sterk zal toenemen, met een factor 5 tot 2030. Maar het aanbod van LPG, kerosine en elektriciteit door de overheid kan die vraag niet bijhouden. En ook de corruptie in India wekt niet mee om vraag en aanbod bij elkaar te krijgen. Allemaal extra redenen waarom er op het Indiase platteland grote mogelijkheden liggen, en ook nog eens commercieel haalbaar, om de levensomstandigheden te verbeteren via een duurzame en autonome energie-infrastructuur.
Het LED-licht zien
Het idee dat leidde tot Rural Spark ontsproot uit het brein van drie studenten, één aan Tilburg University dus (Organization Studies) en twee aan de TU Eindhoven. De Tilburgse inbreng was Harmen’s scriptie Becoming indigenous at the Base of the Pyramid (BoP). De twee andere bronnen waren scripties over energie delen in India (Creating rural energy) en over duurzame in plaats van fossiele energiebronnen in de toekomst (Lowering the threshold for access to sustainable energy solutions). In oktober werd het project gepresenteerd op een conferentie (NordiCHI) aan de universiteit van Kopenhagen.
Rural Spark netwerk
Harmen van Heist medeoprichter van Rural Spark: designing for entrepreneurship to grow the world’s next energy network. Rural Spark Torrenalee 26-06 5617BD Eindhoven
[email protected] www.ruralspark.com
Een van de theoretische fundamenten onder het project ontwikkelde Harmen van Heist in zijn scriptie: de Base of the Pyramide. De term zegt het al. Zoek het bottom-up, aan de basis van de pyramide, bij de mensen. Doe het samen. BoP gaat uit van het principe dat arme mensen prima in staat zijn om kansen op te pakken. Ze zijn niet hulpeloos. Behandel hen niet als kanslozen maar als kansrijken. De ‘armen’ blijken evenzee r bewuste consumenten en actieve producenten. Alternatieve modellen gaan dan ook uit van ‘de armen’ als veerkrachtige en creatieve ondernemers. Rural Spark sluit daar op aan door, zoals gezegd, ook het zakelijke verdienaspect mee te nemen. Maak het project commercieel zodat iedereen er iets aan kan verdienen. In de woorden van Harmen: “BoP benadrukt de kansen en voordelen van een zakelijke aanpak, waarbij economische en sociale duurzaamheid centraal staan. Een commerciële benadering is nodig om financiële continuïteit te waarborgen. Inkomsten maken een onderhoudsen supportnetwerk mogelijk, waardoor continuïteit ook op sociaal, technisch en milieuvlak gewaarborgd wordt. Enkele mechanismen uit mijn thesis worden nu in praktijk gebracht, zoals samenwerking met lokale partners in India.” Rural Spark staat inmiddels op het punt om een grote investering van twee Franse multinationals te ontvangen, meldt Harmen. Lukt dat, dan kan wat in de drie afstudeerscripties ooit als onderzoek begon op nog grotere schaal worden toegepast. Rural Spark bewijst
dat kleinschalige projecten zoden aan de dijk kunnen zetten in ontwikkelingsgebieden. Commercieel ondernemen en hulp verlenen kan heel goed samengaan. Rural Spark is een werkbaar voorbeeld van een duurzame en tegelijk zakelijke aanpak.
Nauwe band Het sterke punt van Rural Spark ligt in de nauwe band met de gebruikers bij de implementatie van de innovatie. Omdat er op locatie zelf wordt ‘ontworpen’ verloopt ook de feedback met de mensen snel. Het is de ambitie van Rural Spark om over vijf jaar een uitgebreid netwerk te hebben opgebouwd rond duurzame energie, een netwerk dat het leven van velen zal ‘verlichten‘. (CvD) TSB Magazine november 2012
23
Publicatie
Elaine Farndale “Deze bevindingen dienen als een nieuw raamwerk, dat ik vaak gebruik in het onderwijs. Talentmanagement is een relatief nieuw onderzoeksgebied, waaraan we met deze studie een bijdrage hebben geleverd.” Academy of Management
Zes principes
voor effectief talentmanagement
Samen met een aantal collega’s onderzocht Elaine Farndale de praktijk van het talentmanagement. Dat zijn alle HR-activiteiten, gericht op de meest belovende mensen in de organisatie, de high potentials, die moeten worden voorbereid om de toekomstige topmanagers te worden.* “Er niet één beste manier om je human resource management te organiseren, voor hoe je personeelswerving en training moet doen”, waarschuwt Farndale, onderzoeker bij het departement HRStudies van Tilburg University en aan de Pennsylvania State University in de VS. “Maar er zijn wel ‘beste principes’ onderliggende ideeën over aan welke criteria een HR-activiteit moet voldoen om maximaal effectief te zijn. De praktijk kan dan vervolgens op maat worden gemaakt naar de specifieke situatie in het bedrijf.”
High potentials Een deel van de 33 multinationals die zij onderzocht, ziet talent in sommige werknemers die meer ‘waarde’ of ‘potentie’ hebben dan andere en dat het bedrijf daarom het leeuwendeel van zijn aandacht moet richten op deze mensen. Een ander deel van de bedrijven heeft een meer inclusieve 24
TSB Magazine november 2012
visie en vreest dat te veel nadruk op de topmensen het moreel binnen het bedrijf zal ondermijnen en de kansen op bredere voordelen zal verminderen. In deze visie is talent te vinden bij elke individuele werknemer op elk niveau van de organisatie. Deze twee visies op talent zijn niet exclusief, veel bedrijven hanteren een gemengde visie en zetten verscheidene carrièrepaden en ontwikkelingsstrategieën in, afhankelijk van de aard van de talentenpool, zoals senior leiders, technisch experts en jonge high potentials.
Best practices De onderzoekers hebben HR-Professionals en managers van bedrijven die in diverse lijsten waren aangemerkt als ‘best geleide bedrijven’ geïnterviewd, evenals directeuren en lijnmanagers. Daarnaast zijn 20 bedrijven via enquêtes extra bevraagd over de praktijk van hun talentmanagement, zoals training en ontwikkeling, waardering, beloning, relaties tussen werknemers, leiderschap en opvolging. Farndale: “Uiteindelijk ontdekten we dat een set van zes principes, meer dan ‘beste praktijken’, het succes van een goed functionerend talentmanage-
Jaap Paauwe en Elaine Farndale zijn voor de komende drie jaar gekozen in het Executive Committee van de HR Division van de Academy of Management. De afgelopen jaren zijn stafleden van het departement HRS zeer actief geweest voor de Academy met het organiseren van symposia, professional development workshops en het presenteren van papers. Ook tijdens het afgelopen congres van de Academy (Boston, augustus 2012) was HRS met 12 bijdragen weer goed vertegenwoordigd.
ment kan verklaren. Die zes principes liggen ten grondslag aan een goede praktijk van talentmanagement, zoals werving en selectie, ontwikkeling en training, prestatiemanagement, behoud van werknemers, compensatie en beloning, en talent beoordeling.”
De zes principes zijn: 1. Overeenkomst met bedrijfsstrategie. Welk soort talent is nodig, gezien de strategie van het bedrijf? Selecteer talent in overeenstemming met de pijlers van de strategie voor de komende jaren. 2. Interne consistentie. Zorg ervoor dat de diverse instrumenten voor talentmanagement met elkaar samenhangen en benadruk niet slechts enkele. Dus naast meer training en ontwikkeling ook het benadrukken en belonen van iemands betrokkenheid bij het bedrijf. 3. Culturele inbedding. De normen, waarden en standaards die een bedrijf wil uitdragen, moeten voor meer dan honderd procent aanwezig zijn in deze talenten, die de organisatie zullen gaan leiden. Zij moeten voor anderen het perfecte rolmodel zijn. 4. Betrokkenheid van het management. Talentmanagement moet niet iets zijn van de HRafdeling alleen; het gehele management, tot en met de directie, moet ervan zijn doordrongen en bereid zijn er een deel van zijn tijd in te steken, zelfs topprioriteit te geven.
5. Evenwicht tussen lokale en mondiale behoeften. Het is niet goed om talentvolle medewerkers louter vanuit het hoofdkantoor te benaderen en te beïnvloeden zij zijn immers de toekomstige leiders. Maar ook een louter lokale benadering is niet goed, dan profiteren talenten onvoldoende van de totale kennis binnen het bedrijf. Talentvolle werknemers, die binnen het bedrijf rouleren, hebben vaak verschillende behoeften en moeten overal worden beschermd. 6. Wees een merk, ook voor werknemers. Bedrijven presenteren zich als merk naar consumenten. Zich als merk naar werknemers verkopen en duidelijk maken waarom een talent bij het betreffende bedrijf moet komen en blijven heeft een positief effect op het werven en behouden van talentvolle medewerkers.
*G.K. Stahle, I. Björkman, E. Farndale, S.S. Morris, J. Paauwe, P. Stiles, J. Trevor, & P.M. Wright: Six principles of effective global talent management, Sloan Management Review 2012, 53 (2), 2532. Uit: Een veelzijdig perspectief. Vijfentwintig jaar Human Resource Studies, Dept. HRS, Tilburg University, 2012 (interview door Maarten Evenblij).
TSB Magazine november 2012
25
Publicatie
Nieuwstikker
Voetbalclubs:
hou relatie met sponsor zakelijk andere sectoren (biotech, semiconductors) juist laat zien dat deze onderliggende sociale relaties belangrijk zijn voor het opbouwen van wederzijds vertrouwen, wat een positief effect heeft op de uitkomsten van de relatie. In ons geval staan de sterke sociale relaties tussen club en sponsor echter vaak zakelijke onderhandelingen in de weg over de hoogte van het sponsorbedrag. Voetbalclubs die het meeste sponsorgeld binnenhalen, hebben meestal langdurige sponsorrelaties waarbij er frequent contact is met de sponsor, maar waar de relatie met de sponsor wel zakelijk blijft.”
Kleine stad
Organisatiewetenschapper Joris Knoben onderzocht met twee collega’s of amateurvoetbalclubs het meeste baat hebben bij één grote of juist meerdere kleine sponsors. En moeten clubs louter werken met lokale sponsors of ook verder kijken? Is de aard van de clubrelaties van invloed op de gelden die worden opgehaald? Vraag is ook of je sponsorrelaties beter kunt baseren op sterke sociale relaties of dat die contacten zakelijk gehouden moeten worden.
Sterke sociale band tussen sponsor en bestuursleden niet goed voor opbrengst. Dit sociaal netwerkonderzoek is gestart door student en voetballiefhebber Maurice Pouwels, die het nuttige met het aangename wilde combineren voor zijn afstudeeronderzoek. Later is Michiel Pieters, voorzitter van in de Jupiler League uitkomende FC Eindhoven, toegevoegd aan het onderzoeksteam. Hiermee werd een mooie mix van wetenschappers en praktijkmensen gevonden voor het onderzoek. Dat kwam goed uit omdat de onderzoekspopulatie niet altijd even bekend was met, of openstond voor, het invullen van vragenlijsten voor wetenschappelijk onderzoek.
26
TSB Magazine november 2012
Knoben: “De praktijkkennis en contacten van mijn co-auteurs waren ontontbeerlijk bij de uitvoering van het onderzoek. Via de KNVB hebben we een lijst van alle voetbalclubs gekregen, waarvan het hoogste team uitkomt in de vierde klasse amateurs. Onder deze clubs hebben we een vragenlijst uitgezet. Van meer dan honderd voetbalclubs kregen we de vragenlijsten terug, waarop we onze statistische analyses hebben losgelaten.”
Zakelijk Het meest opvallende resultaat is dat voetbalclubs met veel sponsors, die gebaseerd zijn op sociale relaties tussen de sponsor en (bestuurs)leden van de club, relatief weinig sponsorgeld binnenhalen. Knoben: ”Dit is opvallend omdat onderzoek in
Duidelijk werd ook dat clubs, die uitsluitend met sponsors uit hun directe omgeving werken, geen voor- of nadeel ondervinden voor wat betreft de hoeveelheid sponsorgeld die wordt binnengehaald. Bedenk daarbij wel dat het gros van de sponsors uit de directe omgeving van de sportclub komt, namelijk 70% binnen een straal van vijf kilometer. “Een andere interessante bevinding”, stelt Knoben, “is dat amateurclubs in middelmatig urbane gebieden het makkelijkst aan sponsorgeld kunnen komen. In rurale gebieden zijn vaak weinig interessante sponsoren aanwezig, terwijl in sterk urbane gebieden vaak veel concurrentie is van andere hoger spelende of professionele sportclubs. In kleinere steden is de balans tussen vraag en aanbod van sponsorgeld voor de amateurclubs die we hebben onderzocht optimaal.”
Sponsorbeleid Er zijn behoorlijk veel amateurvoetbalclubs in Nederland voor wie de bevindingen van Knoben c.s. van belang kunnen zijn. De publicatie geeft concrete aanknopingspunten voor clubs om hun sponsorbeleid vorm te geven. Zo is het voor hen interessant om te weten of en hoe ze het beste kunnen samenwerken met lokale sponsors of dat het voordelig is om buiten de directe omgeving naar sponsors te zoeken. (IV) Joris Knoben (TSB, OS, zie foto rechts), Michiel Pieters (vz. FC Eindhoven) en Maurice Pouwels (afgestudeerd OS, nu werkzaam bij de gemeente Heeze-Leende): A social network perspective on sport managemen: the effect of network embeddedness on the commercial performance of sport organizations, in: Journal of Sport Management, 2012.
Hendrik Roozen: bijzonder hoogleraar Verslaving Hendrik Roozen is met ingang van 1 augustus 2012 benoemd tot bijzonder hoogleraar Verslaving. De leerstoel is mogelijk gemaakt door de verslavingszorginstellingen Novadic-Kentron en IrisZorg. Roozen gaat onderzoek doen naar factoren die verslavingsgedrag initiëren en in stand houden. Hierin staat de toepassing van de Community Reinforcement Approach – een gedragstherapeutische aanpak – centraal. Op grond van de resultaten worden diagnostiek en behandeling van patiënten verbeterd. Doel is om de kwaliteit van leven van patiënten te verbeteren en de ziektelast te verminderen. De leerstoel Verslaving is verbonden aan de Academische Werkplaats Verslaving bij Tranzo, een samenwerkingsverband van de universiteit met zorginstellingen in de verslavingszorg, gericht op kennisontwikkeling en innovatie van het zorgaanbod. Hendrik Roozen (1968) studeerde psychologie in Leiden met als specialisatie klinische en gezondheidspsychologie. Hij promoveerde in 2005 op het gebied van Community Reinforcement Approach (CRA) in combinatie met het farmacon naltrexon aan de VU A’dam. Roozen is gezondheidszorgpsycholoog bij de verslavingszorginstelling Novadic-Kentron en het adviesbureau Roozen & Meyers Consultancy. Vanuit dit bureau organiseert hij trainingen, werkbegeleidingen en supervisietrajecten voor hulpverleners, en verricht hij consultaties bij gezondheidszorg-, forensischeen verslavingszorginstellingen. .......................................................................
Knoben wint Dexter Award Met A Community Level Theory of Organizational Resistance to Anti Smoking Regulation wonnen Joris Knoben, Patrick Vermeulen (RUN) en Tal Simons (TiSEM) de Carolyn Dexter Award van de Academy of Management, zijnde het beste internationale paper.
TSB Magazine november 2012
27
Nieuwkomers Developmental and Clinical Psychology (DCP) Wiebke Bleidorn Date employment: 1 April 2012 Function: universitair docent Developmental Psychology Description: My research focuses on the patterns, sources, and underlying processes of personality development across the life span. Jasmijn de Lijster In dienst: 1 september 2012 Functie: docent Ontwikkelingspsychologie Binnen de bachelor Psychologie ben ik dit jaar als docent betrokken bij de cursus Academische Vaardigheden en begeleid ik studenten bij het schrijven van hun bachelorthesis. Daarnaast begeleid ik studenten met de opzet en uitvoering van hun masterthesis, binnen de track Kinder en Jeugdpsychologie van de master Psychologie en Geestelijke Gezondheid. Jelle Sijtsema In dienst: 1 oktober 2012 Functie: universitair docent (assistant professor) In de afgelopen jaren heb ik mij voornamelijk gericht op het onderzoek naar agressie in de adolescentie. Belangrijke vragen hierbij zijn: welke rol spelen vrienden en ouders in de ontwikkeling van agressie en welke biologische mechanismen liggen ten grondslag aan agressie? In Tilburg hoop ik dit onderzoek verder uit te breiden. Daarnaast zal ik een bijdrage leveren aan het onderwijs bij Forensische Psychologie. Marion van den Heuvel In dienst: 1 september 2012 Functie: onderzoeker Ik zal de volgende fase van een longitudinaal onderzoek naar de invloed van prenatale stress op de socialeemotionele en cognitieve ontwikkeling van het kind onderzoeken, dat is als de kinderen 3,5 jaar oud zijn. Liselotte den Boer In dienst: 1 september 2012 Functie: stagecoördinator/docent Na het afronden van de master Medische Psychologie heb ik een jaar gewerkt als psycholoog in een revalidatiecentrum. Nu ben ik weer terug op Tilburg University als stagecoördinator/docent voor de master Psychologie en Geestelijke Gezondheidzorg. Ik ben verantwoordelijk voor de coördinatie en begeleiding van de stages voor de tracks Kinder- en Jeugdpsychologie en Forensische Psychologie. Daarnaast zal ik een aantal groepjes begeleiden voor de cursus Practicum Intake en Indicatiestelling.
28
TSB Magazine november 2012
Ton Verhoeven In dienst: 20 augustus 2012 Functie: docent Ontwikkelingspsychologie Ik geef en coördineer het vak Klinische Vaardigheden voor de richting Kinder- en Jeugdpsychologie. Daarnaast begeleid ik studenten met hun psychologisch onderzoek en zal ik ook als docent optreden bij Practicum Intake en Indicatiestelling. Mijn persoonlijke interesse richt zich op leven en werken in een (intramurale) instelling en in het bijzonder (in) de zorg voor mensen met een verstandelijke beperking. Theo Klimstra In dienst: 1 oktober 2012 Functie: universitair docent Ontwikkelingspsychologie In Tilburg zal ik mijn onderzoek naar de ontwikkeling van persoonlijkheid en identiteit in de adolescentie en jongvolwassenheid voortzetten. Daarnaast zal ik het eerstejaarsvak Persoonlijkheidsleer doceren en bachelor en masterthesissen begeleiden.
Methodology and Statistics (MTO) Maurits Kaptein Date employment: 1 September 2012 Functie: assistant professor Statistics & Research Methods Over the last few years I have been interested in quantifying and predicting responses to, and heterogeneity in, persuasion. Since the field’s main challenges are in machine learning and estimation, I am excited to further this work at the Department of Methodology and Statistics. Dereje Gudicha Date employment: 31 August 2012 Function: doctor candidate / promovendus Currently, I am working on research which is about ‘power analysis for simple and complex mixture models’. The research is funded by Netherlands Organization for Scientific Research (NWO). Jelte Wicherts In dienst: 1 mei 2012 Functie: universitair hoofddocent Methoden en Technieken Mijn onderzoek richt zich op de effecten van verwachtingen van onderzoekers op de uitkomsten van hun statistische analyses. Daarnaast doe ik onderzoek naar vertekeningen in metaanalyses, groepsverschillen in IQ, vergelijkbaarheid van psychometrische testscores over groepen (meetinvariantie) en de aard van individuele verschillen in o.a. intelligentie.
Florian BoeingMessing Date employment: 1 September 2012 Function: junior researcher I am working on Bayesian techniques for testing order constraints on (co)variances. This includes developing software that enables researchers to apply the techniques to their own data. Geert van Kollenburg In dienst: 1 juli 2012 Functie: promovendus MTO Na de Research Master ben ik direct doorgestroomd als aio op het Viciproject van Jeroen Vermunt. Ik ga de komende jaren (gebruiksvriendelijke) diagnostieken ontwikkelen voor Latente Klasse modellen.
Tranzo Neis Bitter In dienst: 1 mei 2012 Functie: promovendus Mijn promotieonderzoek heeft als doel de effecten van de methodiek ‘Systematisch Rehabilitatiegericht Handelen’ te onderzoeken op onder andere herstel en maatschappelijke participatie van mensen met ernstige psychiatrische aandoeningen.
Organization Studies (OS) Annefleur Krijkamp In dienst: 1 september 2012 Functie: promovendus Organization Studies/CIR Momenteel ben ik bezig met het vormgeven van mijn onderzoeksproject voor de komende vier jaar. Inhoudelijk kan ik daar momenteel nog weinig over zeggen.
Claudia Toma Date employment: 1 October 2012 Function: assistant professor My research interests are in the area of judgment and decisionmaking. More specifically I’m interested to study the impact of egocentric biases (e.g., social projection, illusion of transparency) on the quality of decisions, negotiations and how they affect the quality of interpersonal relations. My teaching activities are Group Work Psychology (Master) and Introduction to Psychology for the Social Sciences.
Sociology (SOC) Rense Corten In dienst: 1 september 2012 Functie: universitair docent Sociologie Ik doe onderzoek naar de dynamiek van sociale netwerken en de effecten van die netwerken op gedrag, bijvoorbeeld in sociale dilemma’s. Sinds enige tijd doe ik ook onderzoek naar online sociale netwerken. Daarnaast geef ik dit jaar het vak Contemporary Sociological Theories.
SpITs Denian Jastremski In dienst: 17 september 2012 Functie: installatiemedewerker Ik kom bij SpITs de ICT versterken met o.a. het installeren van pc’s, plaatsen van pc’s. Ik hoop hier kennis en werkervaring op te doen die mij zullen helpen in het bereiken van mijn doel.
Social Psychology (SP)
Rectificaties TSB Magazine
Mark Brandt Date employment: 1 August 2012 Function: assistant professor My research explores the causes and consequences of ideological and moral beliefs using a variety of statistical and methodological techniques.
In het vorige TSB Magazine zijn de volgende fouten geconstateerd. Op p. 30 in de rubriek Nieuwkomers werden per abuis verkeerde foto’s geplaatst bij Helma de Morree (links) en Jet Krikhaar (rechts). Bij deze de correcte foto’s. Op p. 18 werd de achternaam van Ruud Luijkx (dus niet Luijckx) verkeerd gespeld. Bovendien is Ruud niet lid van het dept. MTO maar van SOC. Excuus voor deze omissies.
TSB Magazine november 2012
29
Prijzen en Awards Delsys Prize voor Ton van Boxtel Ton van Boxtel (MPNP) heeft de 2012 Delsys Prize gewonnen voor een innovatieve toepassing op het gebied van de kinderpsychiatrie. Het gehonoreerde project, getiteld Facial EMG indices of empathy in children and adolescents with disruptive behaviour disorders, betreft een toepassing voor het meten van empathie via de registratie van spieractiviteit.Ton werkt daarin samen met Minet de Wied (UU). De prijs bestaat uit een technologisch zeer geavanceerd meetsysteem voor het registreren van electromyografische activiteit (spieractiviteit). De officiële bekendmaking vond op 1 november plaats op de website van Delsys (The Delsys Prize: Promoting Innovation in Electromyography, http://www.delsys.com/DelsysPrize/Prize_Apply.html)
Vidi’s voor Tamietto en Wicherts De Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO) heeft onlangs aan twee vernieuwende TSB-wetenschappers een Vidi-financiering toegekend: Marco Tamietto en Jelte Wicherts. Ze ontvangen ieder een bedrag van maximaal € 800.000 voor hun onderzoek. Marco Tamietto (MPNP/CoRPS) kreeg zijn Vidisubsidie voor onderzoek naar menselijke emoties. Emoties worden in het dagelijks leven beïnvloed door de fysieke en sociale context waarin iemand zich bevindt. In dit project onderzoekt Marco hoe het menselijk brein de informatie uit de context en emoties integreert om de betekenis van een situatie te kunnen afleiden. Jelte Wicherts (MTO) ontving de flinke som geld voor onderzoek naar de menselijke kant van statistiek. Onderzoek is mensenwerk maar er is weinig bekend over de effecten van verwachtingen van onderzoekers op de uitkomst van hun statistische analyses. Veelvoorkomende fouten worden onderzocht en remedies en modelmatige correcties worden ontwikkeld voor vertekeningen. In totaal ontvingen 94 onderzoekers (uit 654 aanvragen) in Nederland een Vidi-subsidie, waarmee NWO de talentvolle onderzoekers de mogelijkheid biedt om een eigen onderzoekslijn te ontwikkelen en een eigen onderzoeksgroep op te bouwen. Vidi is gericht op excellente onderzoekers die na het promoveren al een aantal jaren succesvol onderzoek hebben verricht. De wetenschappers behoren tot de beste tien à twintig procent van hun vakgebied. Met een Vidi kunnen zij vijf jaar lang onderzoek doen.
Unilever beloont Terri Seuntjens Promovendus Terri Seuntjens (SocPsy) heeft de Unilever Researchprijs 2012 gewonnen. De Unilever Researchprijzen worden jaarlijks toegekend aan studenten in de chemie, biologie, gezondheid, werktuigbouwkunde en sociale wetenschappen aan Nederlandse universiteiten. De uitreiking vindt plaats op 20 november in de foyer van het Unilevergebouw te Vlaardingen.
30
TSB Magazine november 2012
Kort nieuws Cognitieve revalidatie Karin Gehring (foto) en Margriet Sitskoorn (beiden CoRPS) hebben voor hun project Ontwikkeling van een internettoepassing voor cognitieve revalidatie voor patienten met een hersentumor subsidie ontvangen van het Innovatiefonds Zorgverzekeraars (€ 215.536) en van de Stichting ‘t Hoofdgerecht (€ 20.000).
Tranzo: subsidie van Provincie Tranzo heeft van de Provincie N-Brabant subsidie ontvangen voor projecten binnen de Academische Werkplaats Ouderenbeleid en Sociale Zorg. Het project Kennisoverdracht Sociale Zorg richt zich op de overdracht van wetenschappelijke kennis aan o.a. bestuurders, huisartsen, jeugdartsen en verpleegkundigen. Deirdre Beneken genaamd Kolmer ontwikkelt hiervoor materiaal. Deirdre is tevens begonnen aan een tweede project: een onderzoek naar hiaten in de Informele Zorg, waarvan de resultaten in augustus 2013 worden verwacht.
Reisbeurs voor Moniek van Zitteren De Council on Peripheral Vascular Disease heeft Moniek van Zitteren (CoRPS) beloond met een reisbeurs. Daarmee kan ze de Scientific Sessions 2012 van de American Heart Association in Los Angeles bijwonen.
Depressie en ziekte
Talent Grant voor MTO Research masterstudent Dereje Gudicha uit Ethiopië heeft een NWO Onderzoeksbeurs verworven. Na zijn afstuderen gaat hij verder als promovendus MTO. Naast Jeroen Vermunt zal ook postdoc Fetene Tekle het project mede begeleiden vanwege zijn expertise (en toevallig komt hij ook uit Ethiopië). Titel van het project: Power analysis for simple and complex mixture models.
Tweede tranche subsidie CIR De universiteitsraad heeft ingestemd met het vrijgeven van de tweede tranche subsidie die voor CIR was gereserveerd in het Fonds Beleidsinitiatieven. De raad baseerde zich op de uitstekende mid-term evaluatie, waarbij CIR met een 4,64 werd beoordeeld (op een vijfpuntsschaal).
René Schalk (HRS) is onlangs aangesteld als Associate Editor van het Journal of Managerial Psychology. Dit tijdschrift richt zich op toepassingen van psychologische theorie binnen HRM en is één van de vooraanstaande tijdschriften binnen het vakgebied Toegepaste Psychologie.
Professor Van de Poll
Zorggebruik van migrantenjeugd
Lonneke van de Poll (CoRPS/MPNP) is benoemd tot hoogleraar Cancer Epidemiology and Survivorship. De leerstoel wordt gesponsord door het Integraal Kankercentrum Zuid (IKZ). Van de Poll is gespecialiseerd in de kwaliteit van leven van mensen die kanker hebben overleefd.
De Gezondheidsraad heeft een advies aangeboden aan de minister omtrent de Psyschische gezondheid en zorggebruik van migrantenjeugd. Marrie Bekker (OKP) was een van de auteurs.
Effecten Cultuurhoofdstad 2018
Het onderzoek Heart Patients With a Distressed Personality Reported Worse Health van Susanne Pedersen (CoRPS) werd gepresenteerd voor de American Heart Association. Een geïmplanteerde defibrilator leidt bij mensen met een Type-D persoonlijkheid tot een slechtere gezondheid, zeker wanneer zij een ‘shock’ kregen om het hartritme te herstellen.
Greg Richards (LS) leidt het onderzoek dat TiU de komende jaren gaat uitvoeren naar de effecten van EindhovenBrabant Culturele Hoofdstad 2018.
HRS-studente wint thesisprijs Masterstudente Marilene Mineur (HRS) heeft met haar thesis de NOBCO Thesisprijs 2012 gewonnen. De scriptie, getiteld Determining relevant factors of coaching: The development of a questionnaire kwam tot stand i.s.m. de Wetenschapswinkel, Lidwien Kamp van CoachNetwerk BV en met Anne Ribbers (HRS) als eerste begeleider. Op het jaarlijkse congres van de Nederlandse Orde van Beroepscoachen (NOBCO) ontving Marilene de prijs van € 1000.
Schalk editor JMP
Ter gelegenheid van de promotie van Hester Duivis organiseerde CoRPS 26 oktober het symposium Depressie en ziekte; een rol voor inflammatie, gezondheidsgedrag en veroudering? Het symposium werd afgesloten met de openbare verdediging van Hester. Zie ook proefschriften op pagina 6.
Defibrilator en gezondheid
Herindeling Psychologie
Paper MPNP in Current Biology
Per 1 januari 2013 is de herindeling van de departementen Psychologie als volgt: • Cognitive Neuropsychology (CNP) • Developmental Psychology (DP) • Medical and Clinical Psychology (MCP) • Social Psychology (SP)
Het paper Subcortical connections to human amygdala and their changes following destruction of the visual cortex door Marco Tamietto en Beatrice de Gelder (MPNP) is geplaatst in Current Biology (Impact Factor 10).
Valchev in JPSP Een hoofdstuk uit de dissertatie van Velichko Valchev (The Use of Traits and Contextual Information in Free Personality Descriptions across Ethnocultural Groups in South Africa) is geaccepteerd door de Journal Personality and Social Psychology (JPSP).
Gedotterde hartpatiënten Na een dotterbehandeling hebben hartpatiënten die ook depressief zijn een relatief grote kans om vroegtijdig te overlijden. Er moet meer aandacht komen voor psychologische risicofactoren bij gedotterde patiënten. Dat stelt Nikki Damen (MPNP) in de International Journal of Cardiology.
Honorering huisarts secundair De manier waarop huisartsen worden betaald heeft een beperkt effect op de betaalbaarheid, toegankelijkheid en kwaliteit van huisartsenzorg. De medische ethiek en richtlijnen lijken grote verschillen in de verleende zorg tegen te gaan, stelt Christel van Dijk (OS) in haar dissertatie waarop ze in juni promoveerde.
TEDx-spreker Maurits Kaptein (MTO) sprak 31 oktober voor TEDxTilburgUniversity over Persuasion profiles en het online beïnvloeden van consumenten. Zijn onderzoek is gepubliceerd in toonaangevende journals zoals het Journal of Interactive Marketing. Zijn werk is beschreven in de meerdere week en dagbladen zoals Wired (VS), het Financieel Dagblad en Bright.
TSB Magazine november 2012
31
Personalia Departementen/Departments Developmental and Clinical Psychology (DCP) In dienst Wiebke Bleidorn Ton Verhoeven Liselotte den Boer Nicole Buck Marion van den Heuvel Jasmijn de Lijster Jens Henrichs Theo Klimstra Jelle Sijtsema Uit dienst Cecile Huitink Fred van Raaij Andreas Wismeijer Johanna Glimmerveen Wonneke Brinkmann Odin van der Stelt
1 apr 2012, universitair docent 20 aug 2012, docent 1 sept 2012, stagecoördinator 1 sept 2012, docent 1 sept 2012, onderzoeker 1 sept 2012, docent 1 okt 2012, universitair docent 1 okt 2012, universitair docent 1 okt 2012, universitair docent
16 apr 2012, promovendus 1 sept 2012, hoogleraar 1 sept 2012, universitair docent 21 sept 2012, docent 1 okt 2012, docent 1 okt 2012, docent
Uit dienst Geert Bartels Vera Toepoel
In dienst Liesbeth Bluekens 1 mei 2012, secretaresse Annefleur Krijkamp 1 sept 2012, promovendus Uit dienst Steffie Janssen Konstantinos Pitsakis Aafke Raaijmakers
Uit dienst Anouk Strijbosch Christopher Harris
In dienst Mark Brandt Tony Evans Terri Seuntjens Claudia Toma
In dienst Monique van Limpt
1 sept 2012, stagecoördinator
Uit dienst Guus van Heck Mariska Bot Hester Duivis Gert Kristo Marleen Pullens
1 mei 2012, hoogleraar 1 aug 2012, promovendus 1 sept 2012, promovendus 22 sept 2012, promovendus 22 dec 2012, promovendus
Methodology and Statistics (MTO) In dienst Geert Kollenburg Dereje Gudicha Florian BoeingMessing Maurits Kaptein Jaap Joris Vens Jolanda Verhoef
TSB Magazine november 2012
1 juli 2012, promovendus 31 aug 2012, promovendus 1 sept 2012, onderzoeker 1 sept 2012, universitair docent 1 sept 2012, docent 1 sept 2012, docent
7 juni 2012, docent 1 sept 2012, universitair docent
Organization Studies (OS)
Social Psychology (SP)
1 apr 2012, onderzoeker 1 sept2012, universitair docent
Tranzo 1 aug 2012, docent 1 sept 2012, promovendus 1 sept 2012, promovendus 1 dec 2012, promovendus
Leisure Studies (LS)
Human Resource Studies (HRS)
Medical Psychology and Neuropsychology (MPNP)
32
Uit dienst Stephanie André Peter Kruyen Hendrik Straat Judith Conijn
Uit dienst Sanne Groenink Loes Janssen Kate Ranganath Kirsten Ruijs
1 sept 2012, promovendus 1 sept 2012, universitair docent 1 sept 2012, promovendus
1 aug 2012, universitair docent 15 aug 2012, universitair docent 1 sept 2012, promovendus 1 okt 2012, universitair docent
1 juli 2012, promovendus 1 aug 2012, universitair docent 22 aug 2012, universitair docent 1 sept 2012, universitair docent
In dienst Marjolein Jeene Rense Corten Caroline Dewilde Uit dienst Suzanne Noordhuizen Marjolein Jeene Matthijs Kalmijn Ellen Verbakel Katya Ivanova Wim van Oorschot
Diensten/Services
Lenny Katrien Luijkx (Tranzo) en Kees Labee, 13 mrt 2012 Ise Niels van de Ven (SP), 19 mrt 2012 Fiene Margo Peeters (Tranzo), 26 mrt 2012 Thijs Rosalie van der Sar (Tranzo) en Richard Hendriks, 17 apr 2012 Floris Fleur van Engelen (Tranzo), 19 apr 2012 Marit Karlijn (Tranzo) en Maarten van Beurden Berkers, 27 juli 2012 Ties Margot Joosen (Tranzo) en Bernd Snijders, 2 aug 2012 Joep Nienke Moor (Soc), 11 aug 2012
Education and Research Institute (ERI)
Overleden
Uit dienst Emma Mulders 1 mei 2012, medewerkster frontoffice Marion van Heijningen 1 sept 2012, beleidsmedewerker Renata Martens 1 sept 2012, jurist Shirley Baert 1 dec 2012, beleidsmedewerker
Ad Vossen (MTO)
1 mei 2012, promovendus 14 sept 2012, secretaresse
Uit dienst Peggy Emmerink Karin Valentijn Albert Wong Inge van Veggel Nicolien Zwijnenberg Rosalie van der Sar Hanneke Drewes
15 mrt 2012, onderzoeker 1 apr 2012, onderzoeker 1 mei 2012, onderzoeker 1 juni 2012, onderzoeker 1 juni 2012, onderzoeker 1 sept 2012, promovendus 18 nov 2012, promovendus
Faculteitsbureau/MT Office Uit dienst Christel Hezemans 1 mei 2012, projectleider HR Office Linda Arnts 1 jan 2013, beleidsmedewerker MT Office
SpITs / ICT Office In dienst Denian Jastremski
Sociology (SOC) 20 aug 2012, universitair docent 1 sept 2012, universitair docent 1 okt 2012, universitair docent
24 mrt 2012, promovendus 16 apr 2012, promovendus 1 aug 2012, hoogleraar 1 aug 2012, universitair docent 1 sept 2012, onderzoeker 1 okt 2012, hoogleraar
Geboorte
In dienst Neis Bitter Coby Onverwagt-de Kruik
Uit dienst Tan Ta Sander Vermeer
17 sept 2012, ondersteuner ICT
1 mei 2012, ondersteuner ICT 1 juli 2012, ondersteuner ICT
27 juni 2012
Ambts en dienstjubilea 12,5 dienstjubileum Johan Denollet (MPNP) ArnoudJan Bijsterveld (Soc) Liesbeth Bout (Faculteitsbureau) Marjan Pollemans (ERI) Greg Richards (LS) Tobias Goessling (OS)
1 juni 2012 1 juni 2012 1 juli 2012 1 aug 2012 1 sept 2012 1 okt 2012
25 jaar ambtsjubileum Fred Vermaat (Faculteitsbureau) Loek Halman (Soc) Jean Vroomen (MPNP) Marcel Zeelenberg (SP)
1 juni 2012 1 okt 2012 1 okt 2012 24 okt 2012
40 jaar dienst en ambtsjubileum Bert Bastiaansen (SpITs) Ton Aalbers (SpITs)
1 juni 2012 16 juni 2012
Getrouwd MarieAnne Mittelhaeuser en Richard Deirdre Beneken genaamd Kolmer en Anwar Marijke Braeken en Geert Anke Nieuwesteeg en Erik
23 mrt 2012 7 juli 2012 19 juli 2012 3 sept 2012
TSB Magazine november 2012
33
oratie
De verstoring van ‘de statistiek van de liefde’ Interventies ouder/kind onvoldoende wetenschappelijk onderbouwd In Nederland heeft ongeveer 68% van de kinderen onder de vijf jaar last van emotionele en gedragsproblemen. Maar hoeveel van deze baby’s en peuters daadwerkelijk worden gediagnosticeerd met serieuze stoornissen is niet bekend. Hedwig van Bakel (departement Ontwikkelingspsychologie) is benoemd op de leerstoel Infant Mental Health, die handelt over geestelijke gezondheidszorg van baby’s en peuters.
Patronen Hedwig onderzoekt hoe vaak deze stoornissen voorkomen, wat de oorzaak is van de problemen en hoe de kinderen en hun ouders beter geholpen kunnen worden. Uitgangspunt bij het vakgebied Infant Mental Health is de relatie tussen ouder en kind. Al vanaf de geboorte en zelfs al daarvoor is er namelijk sprake van een interactie. Baby’s, hoe klein
van schoot tot sofa
120492_oratie_van Bakel_cover pms 132.indd 1
Het werken met ouders en baby’s in de geestelijke gezondheidszorg is echter relatief nieuw. In Nederland is het aanbod van wetenschappelijk effectief gebleken behandelingen voor baby’s en peuters met problemen nog op een hand te tellen. Voor kinderen onder de drie jaar met traumagerelateerde problematiek of met ernstige emotionele problemen,
Inaugurale rede: Prof. dr. Hedwig van Bakel Datum: 5 oktober 2012 Locatie: Aula, Tilburg University Titel rede: Understanding infants: van schoot tot sofa
Prof. dr. Hedwig van Bakel
TSB Magazine november 2012
Interventies
ontbreken zelfs bewezen effectieve interventies. Dat wil niet zeggen dat kinderen en hun ouders niet goed worden geholpen, maar vooral dat de huidige interventies nog onvoldoende wetenschappelijk zijn onderbouwd. Van Bakels doel voor de komende jaren is om bestaande diagnostiek en behandelingen wetenschappelijk beter te onderbouwen en verder te ontwikkelen. Binnenkort start ze bijvoorbeeld met een onderzoek naar het effect van de Dimence OuderKind !nterventie, een interventie voor peuters met een problematische relatie met hun ouders, en een onderzoek naar het Newborn Behavioral Observation System bij te vroeg geborenen en hun ouders. Dat laatste is een samenwerkingsproject van het Specialistisch Centrum Infant Mental Health, het Deventer Ziekenhuis en het Amstelland Ziekenhuis, samen met wetenschappers van Harvard (VS) en uit Cambridge (VK).
Prof. dr. Hedwig J.A. van Bakel (1971) is bijzonder hoogleraar Infant Mental Health aan Tilburg University en hoofd van het Specialistisch Centrum Infant Mental Health bij Dimence Geestelijke Gezondheidszorg. Ze studeerde aan de Radboud Universiteit Nijmegen Orthopedagogiek en Neuro en Revalidatiepsychologie (cum laude afgestudeerd). Daarna was ze als docent, onderzoeker en psycholoog werkzaam aan de Universiteit Maastricht en het daaraan verbonden Academisch Ziekenhuis. Van 1998 tot 2002 werkte ze aan de Radboud Universiteit Nijmegen, afdeling Ontwikkelingspsychologie, aan haar proefschrift Infants and their parents: development in a social context. Tegelijkertijd verrichtte ze klinische werkzaamheden binnen het Academisch Centrum Kinder en Jeugdpsychiatrie en behaalde ze haar BIGregistratie als Gezondheidszorgpsycholoog. Na haar promotie (2002, cum laude) ontving ze in 2003 een Veni-beurs van het NWO. Sinds 2004 is ze verbonden aan Tilburg University als universitair (hoofd)docent. Per 1 maart 2011 is ze benoemd op de bijzondere leerstoel Infant Mental Health, mogelijk gemaakt door Dimence Geestelijke Gezondheidszorg.
Understanding infants:
34
ook, proberen voortdurend een relatie te vinden tussen hun eigen emoties en gedrag en dat van hun ouders: ‘als ik lach, lacht mama terug’, ‘als ik begin te huilen, houdt papa me vast’. Hoe vaker baby’s dit soort ervaringen hebben, des te waarschijnlijker is het dat ze patronen ontdekken en vertrouwen krijgen. Wanneer deze ‘statistiek van de liefde’ ernstig wordt verstoord, kunnen bij baby’s en peuters geestelijke problemen ontstaan. De oorzaak daarvan ligt niet altijd bij de baby, ook psychische problemen van de ouders kunnen invloed hebben op de relatie. En altijd gaat het om een complexe wisselwerking tussen ouder en kind.
24-09-12 13:22
TSB Magazine november 2012
35
Tilburg
Seasons Beauty
Tilburg School of Social and Behavioral Sciences