Zondagmiddag 19 juli 2009
Dorpskerk
Ds. J. Schep
Thema: “Uw Koninkrijk kome... Lezingen: (Daniël 2:44) Matt.3: 1 en 2; 4: 17; 10: 5-8 Filipp. 2: 5-11 Zondag 49 Intro Als je vandaag of morgen op vakantie gaat naar het buitenland, dan heb je een paspoort nodig of op z’n minst een ID. Een paspoort met daarop de woorden “Koninkrijk der Nederlanden” en in deze tijd staat daar dan ook netjes bij “Europese Unie”. Wij leven in een Koninkrijk waarin veel zaken nog zo netjes geregeld zijn, dat we bevoorrecht zijn. We hebben niet veel behoefte om te ruilen met anderen, met een ander land – op een uitzondering na die het hier helemaal gezien heeft en wil emigreren. En al vragen we ons soms af waar het naar toe gaat met deze wereld – als alle ellende in binnen- en buitenland al teveel op ons netvlies komt, dan nóg zijn we over het algemeen wel tevreden met ons Koninkrijkje: deze Lage Landen, de Pays Bas aan de Zee. Wij leven in het Licht en elders heb je koninkrijken, die eerder in de macht van het kwaad lijken. Maar af en toe bekruipt ons toch de gedachte dat het anders zou kunnen. Dat de God, in Wie we geloven die hemel en aarde geschapen heeft, die deze wereld zelfs zo belangrijk vond dat Hij zijn Zoon gezonden heeft in ons midden, dat die God definitief orde op zaken zou moeten stellen. In de gebeden in de kerkdienst, klinkt bij mij nog al eens de zin: “Heer, er gebeurt zoveel in deze wereld, wat tegen de komst van Uw Rijk lijkt in te gaan”. En daarom blijven wij bidden: Uw Koninkrijk kome. Dat Koninkrijk dat onze verdelingen tussen goed en kwaad, duister en licht overbodig zal maken, omdat dan alles Licht wordt. In deze tweede bede van het Onze Vader – die vanmiddag centraal staat vragen we of God Zijn Koninkrijk, Zijn heerschappij (want dat is in de taal van het Nieuwe Testament het zelfde woord) definitief wil vestigen op deze aarde. Want dáár zien we toch naar uit! Zoals de schrijver G.K. van het Reve in één van zijn gedichten misschien wat overmoedig schreef: Dat Koninkrijk van U - U weet wel - wordt dat nog wat? Nu zou je je kunnen afvragen: Is het er dan al niet? Dat Koninkrijk. Is het er dan niet vanaf de schepping? Of zoals in de Psalmen bezongen wordt: God aanvaardt toch het Koningschap over deze wereld. (Ps.93, 97, 99) God is Koning - vanaf het begin.... Dat Rijk is er dan toch! Maar aan de andere kant loopt er een lijn door heel de Bijbel heen, door de geschiedenis van de mensheid ook, de lijn van opstand tegen God. Je zou kunnen zeggen: “God is een koning in Ballingschap” zoals er heel wat ex-koningen zijn, bv, van Roemenië of Griekenland.
Copyright Protestantse Gemeente in wording te Zuidland - www.KerkenInZuidland.nl
1/5
Zondagmiddag 19 juli 2009
Dorpskerk
Ds. J. Schep
Ook God in ballingschap: De onderdanen hebben het vertrouwen in de koning opgezegd en gaan hun eigen weg onder leiding van dictator S.A. Tan. En hoewel deze koning bij machte is om in één keer zijn heerschappij te herstellen, doet Hij dat niet. Hij vraagt vrijwillige onderwerping van zijn mensen. God is geen dictator. Nu zou je kunnen zeggen dat God het plan heeft opgevat voor een geweldloze revolutie. Door het zenden van zijn Zoon wil Hij de opstandige mensen weer onder zijn heerschappij brengen (veel gelijkenissen in het N.T. spreken op deze manier over het Koninkrijk van God, zoals die van de onrechtmatige pachters..) In Jezus Christus wil God zijn heerschappij over deze aarde opnieuw vestigen. Daarom roept Johannes de Doper - in aansluiting bij Daniël 2 met déze woorden de mensen op: “Kom tot inkeer, want het Koninkrijk van de hemel is nabij”. En “nabij” betekent dan niet, dat het ons als een donkere wolk boven het hoofd hangt en ieder moment naar beneden kan komen, maar dat het nu al zijn invloed doet gelden. Ook Jezus Christus maakt even later die boodschap tot de zijne (4:17) en zelfs de discipelen worden op een bepaald moment met dat zelfde woord uitgezonden... Sinds Jezus Christus breekt het Koninkrijk van God - of het Koninkrijk van de hemel, zoals Mattheüs schrijft - uit ontzag voor de Gods-naam) breekt dit Koninkrijk zich baan in deze wereld. Maar dat klinkt zo direct, bijna geweldig, gewelddadig. Is het niet beter om het te vergelijken met een groeiproces? Eenmaal zal het in zijn volheid verschijnen en dát is in de christelijke geloofsvoorstelling altijd verbonden geweest met de wederkomst van Jezus Christus. In het Avondmaalsformulier staat “dat wij mogen uitzien naar de wederkomst van Jezus Christus en naar de bruiloft van het Lam, in de volkomenheid van Gods Koninkrijk, waar Gods alles in allen zal zijn”. Bijbel-Woorden die we ook in de Catechismus hoorden. Er is een ontwikkeling gaande in dat Koninkrijk; ook nu leven mensen binnen dat Rijk ... maar als ik de Bijbel goed begrepen heb, komt de voltooiing door het ingrijpen van Jezus Christus Zelf, door zijn definitieve verschijnen.
Daarom bidden wij ook - en dat zou je dagelijks moeten doen, om het kader van ál ons bezig-zijn aan te geven: “UW Rijk kome - dáár gaat het om - en het is van U. En terwijl het bij het gebed “Uw wil geschiede” volgens Zondag 49 vooral gaat om de menselijke gehoorzaamheid en beschikbaarheid om die wil te doen, gaat het bij “Uw Koninkrijk kome” om wat God zal doen.... En dan gaat het natuurlijk om de “wereld”, die zo gauw mogelijk bekeerd moet worden. Het Rijk van de duisternis....
Copyright Protestantse Gemeente in wording te Zuidland - www.KerkenInZuidland.nl
2/5
Zondagmiddag 19 juli 2009
Dorpskerk
Ds. J. Schep
Nee, niets daarvan! De Catechismus hanteert blijkbaar de stelregel: “verbeter de wereld en begin bij jezelf!” Wat wil dat zeggen: “Uw Koninkrijk kome”? “Regeer ons zó door uw Woord en Geest, dat wíj ons steeds meer aan U onderwerpen”. Gods Koninkrijk - in dit geval kunnen we het beter vertalen met “koningschap” (Hand. 1: 6) - begint dicht bij huis: bij onszelf In ons eígen leven gaat het om de vraag: Wie is er koning? Willen wij zelf koning zijn op onze vierkante meter, voelen wij ons het beste thuis in ons eigen rijkje? Óf onderwerpen wij ons aan Góds heerschappij - gehoorzamen wij zíjn Woord, staan wij open voor de leiding van de Geest - Samengevat: “Zoeken wij zijn Koninkrijk?” (Matt.6:33) Iedere keer weer merk ik bij mijzelf, dat ik toch weer zélf op de troon ben gaan zitten en God in ballingschap heb gestuurd. Dat-moet-niet-zo-zijn zegt de Catechismus. Het leven binnen het Koninkrijk, wordt soms omschreven met “binnengaan”. Niet iedereen, die “Heer, Heer” tegen Mij zegt, zal het Koninkrijk van de hemel binnengaan horen we in de Bergrede... “maar wie handelt naar de wil van de Vader (Matt. 7:21). En tegen Nicodemus zegt Jezus: “Je zult het Koninkrijk niet zien/ niet binnen gaan, als je niet opnieuw geboren bent”! (Johannes 3: 3 en 5) Misschien zou je het mogen vertalen in een beeld van onze tijd: Je hebt niet zomaar het visum voor het Koninkrijk der hemelen in je zak. Het moet ons door Jezus Christus zelf uitgereikt worden. Zó wordt je burger van het Koninkrijk der Hemelen: door wedergeboorte, zoals je het ook meestal door geboorte bent van het Koninkrijk der Nederlanden. Maar die heerschappij van God zal dan ook in ons leven gerealiseerd moeten worden, ... tot uiting komen. Dán wordt de persoonlijke Het betekent “Bewaar en
kring iets breder. Het Koninkrijk van God is niet alleen het heil. ook zegt de Catechismus: vermeerder uw kerk”
Dat wil niet zeggen dat kerk en Koninkrijk samenvallen. Het Rijk is ruimer dan de kerk, ook ruimer dan Kerk met een hoofdletter; en ruimer dan alle christelijke activiteiten bij elkaar, want God heeft zo zijn vooruitgeschoven posten. En een kerklidmaatschap is dus ook niet gelijk het toegangsbewijs, het visum. Maar wél past de kerk - als gemeenschap van gelovigen - in Gods strategie voor de komst van Zijn Rijk. Het is niet zo, zoals in de afgelopen eeuw een franse kerkhistoricus kritisch schreef: “Jezus verkondigde het Koninkrijk, maar wat er kwam, was de kerk”. Alsof de kerk haaks staat op het Koninkrijk. Nee, de kerk past in Gods beleid.
Copyright Protestantse Gemeente in wording te Zuidland - www.KerkenInZuidland.nl
3/5
Zondagmiddag 19 juli 2009
Dorpskerk
Ds. J. Schep
Heel lang is het zelfs zo gezien: Het is Gods bruggenhoofd in vijandig gebied. En áls de kerk dan aangevallen wordt - dan is dat omdat de vijand (de boze - H.C.) zich bedreigd voelt, bedreigd als er christenen zijn die zich voegen onder de heerschappij van hun Heer Jezus en hem de dienst opzeggen. Dan komt hij in verzet. Ik weet niet of er nu nog sterk in deze termen gedacht wordt - en we weten ook van eigen fouten van de kerk - maar dát er verzet is tegen het Evangelie, blijkt toch steeds weer opnieuw. “Heer, bewaar uw kerk” - tot aan het eind der tijden... ja zelfs: vermeerder Uw kerk. Laat het zo mogen zijn, dat in de wereld de kerk zich mag uitbreiden! Kwantitatief misschien, in aantal - en wie durft dat in 2009 nog hardop te zeggen. En toch..., maar misschien nog wel meer: “kwalitatief”, zodat herkenbaar wordt: Dáár regeert de Heer. De Heer is Koning! En vanuit de gedachte dat er “geen terrein des levens waarvan Christus niet zegt: het is van Mij” heeft men zelfs geprobeerd gestalte geven aan het Koningschap van Christus in politiek, vakbond en noem maar op... door allerlei christelijke organisaties. En in de optimistische jaren aan het begin van de twintigste eeuw dacht men zelfs dat de tijd binnen handbereik was, dat de hele wereld voor Christus gewonnen zou zijn. We weten wat er van gekomen is... Eén ding is wel duidelijk geworden: Het koninkrijk van God valt niet samen met een kerk, zelfs niet met alle gelovigen, is ook geen optelsom van al onze activiteiten, maar bestaat uit Gods zeggenschap over... en zijn handelen in deze wereld, in zijn kerk en dóór zijn kinderen. En uit Zijn strijd tegen alles wat daar tegenin gaat. Wij bidden - zoals gezegd - de tweede bede van het Onze Vader “totdat Uw Rijk in volmaaktheid komt, waarin Gij alles in allen zult zijn”. Dat betekent dat het Rijk heel de wereld zal omvatten. Als een steen, die kringen in het water schrijft: de enkele mens, de kerk, de schepping. Allen vallen zij onder de heerschappij van Christus. En als het dan gaat om de wereld, dan horen we ook het woord van Jezus: “Zoekt eerst Zijn Koninkrijk en Zijn gerechtigheid” en dat is niet alleen de ons geschonken gerechtigheid, maar ook de betoonde gerechtigheid. (Matt. 6:33) Leven vanuit dát Koningschap van Christus. In ons leven zal zichtbaar zijn, dát wij dát Rijk verwachten, juist nu ook de schepping “zucht” (Romeinen 8 vers 22). Bij het lezen van die woorden uit de Romeinen-brief, vermeld in de tekstverwijzingen van deze zondag, moest ik denken aan alles wat er gaande is in de wereld op dit moment. Op het gebied van de politiek, de economie, mensenrechten en milieu. Een schepping in barensnood! Daarom is het zo belangrijk, dat wij in deze tijd - zoals de Catechismus in het volgende hoofdstuk dat zal zeggen - even gewillig en trouw onze taak en roeping uitvoeren op aarde als de engelen dat doen in de hemel.
Copyright Protestantse Gemeente in wording te Zuidland - www.KerkenInZuidland.nl
4/5
Zondagmiddag 19 juli 2009
Dorpskerk
Ds. J. Schep
Als wij zo leven, als wij zo werken, mogen wij bidden: “Kom Here Jezus! Opdat uw Rijk voltooid zal zijn”. Daar mogen we naar uitzien, Daar mogen we nu al vanuit leven. Onder de heerschappij van Koning Jezus. Amen
Copyright Protestantse Gemeente in wording te Zuidland - www.KerkenInZuidland.nl
5/5