8
Naut
Natuur en techniek
HANDLEIDING THEMA 4 LES 2
Thema 4 Voortplanting
thema 4 Voortplanting
les 1
les 2
les 3
les 4
72
VOORAF Vertel dat bij voortplanting vaak wordt gezegd: dat gaat over de bloemetjes en de bijtjes. Vraag: ‘Wat hebben die met voortplanting te maken?’
KIJKEN Bekijk samen de foto. Vraag: ‘Wat zoekt de bij op de bloem? Wat zijn die korreltjes op het lijf van de bij?’
MENING Vraag: ‘Zijn bijen nuttige dieren?’ Vertel dat als er weinig bijen zijn, er ook minder fruit komt, want bijen bestuiven de fruitbomen. Het fruit wordt dan schaars en duur.
2
Dit is een kopie van: handleiding, pagina 2
Naut groep 8 Proeflessensyllabus handleiding
© Malmberg, ’s-Hertogenbosch
Voortplanting Als er geen voortplanting was, zouden mensen, dieren en planten uitsterven. De voortplanting is dus heel belangrijk. En wat gebeurt er met het nieuwe leven? Wat voor ontwikkeling maken planten, dieren en mensen door? Begrippen stuifmeel bestuiving zaadbeginsel knol bol levenscyclus geslachtsrijp larve metamorfose pop
73
BEGRIPPEN Laat de kinderen de introductietekst en de begrippen lezen. Vraag: ‘Naar welke begrippen zijn jullie nieuwsgierig?’
ONTDEKKEN Vertel dat de kinderen in dit thema van alles te weten komen over de voortplanting en ontwikkeling van mensen, dieren en planten. 3
Dit is een kopie van: handleiding, pagina 3
Naut groep 8 Proeflessensyllabus handleiding
© Malmberg, ’s-Hertogenbosch
Les 2 Levensfasen Lesdoelen
Begrippen
De kinderen: • kennen de levensfasen van de mens; • kunnen vertellen wat er in de pubertijd met het lichaam gebeurt; • weten wanneer je officieel en wanneer je biologisch volwassen bent; • kunnen uitleggen waarom baby’s niet op hun hoofd moeten vallen en oude mensen rimpels krijgen.
thema 4
• levenscyclus • geslachtsrijp
les 2 Levensfasen
les 1
les 3
De tijd dat een mens, dier of plant leeft, noem je een levenscyclus. De levenscyclus van de mens begint bij de bevruchting: het moment dat het zaadje van een man versmelt met het eitje van een vrouw. De levenscyclus eindigt als je doodgaat.
STAP 1
Van baby tot puber
Baby Een pasgeboren baby weegt ongeveer 3,5 kilo en is gemiddeld vijftig centimeter lang. In de eerste maanden groeien de armen en benen behoorlijk snel. Het hoofd groeit relatief minder snel. Een baby heeft een groot hoofd, in vergelijking met een volwassene. In deze fase leert een mens voor het eerst zijn spieren te gebruiken, door dingen te grijpen en zich op te trekken bijvoorbeeld. De wereld ontdekken gaat eerst kruipend. De meeste baby’s leren lopen als ze ongeveer een jaar oud zijn.
Lesschema (max 50 min.)
Materialen
Stap 1 12 min. Stap 2 10 min. Stap 3 12 min. Stap 4 10 min. Dit weet ik nu 5 min.
Basis Lesboek: pagina 78 t/m 81 Werkboek: pagina 56 t/m 59 Handleiding: pagina 12 t/m 19 Meer Achtergrondinformatie: pagina 36, 38 Bakkaart 19 t/m 24 Digitaal schoolbord: les 2
les 4
Peuter en kleuter Een peuter is een kind tussen anderhalf en vier jaar. Peuters groeien ook hard, maar minder snel dan baby’s. Ze leren rennen, klimmen en praten. Kinderen tussen vier en zes jaar noem je kleuters. Een kleuter gaat voor het eerst naar school. Door veel te spelen met andere kinderen ontwikkelen zich de sociale vaardigheden. Schoolkind Schoolkind ben je tussen je zesde en twaalfde jaar. Je gaat naar school en je leert lezen, rekenen en schrijven. Als je jezelf met kleuters vergelijkt, zul je zien dat er ook lichamelijk al heel wat is veranderd. Puber Pubers zijn kinderen tussen de twaalf en zestien jaar. In de puberteit wordt het lichaam langzaam volwassen. In deze fase groeit een mens meestal hard en maakt een grote lichamelijke ontwikkeling door. De voortplantingsorganen beginnen te functioneren en je wordt geslachtsrijp. Dat wil zeggen dat je jezelf kunt voortplanten. Ga naar
STAP 1 in je werkboek.
78
VOORAF Vraag: ‘Wie vindt zichzelf al een puber? Wat betekent dat: puber zijn? Wat ben je daarvoor?’
LEZEN Laat de kinderen de tekst zelfstandig lezen.
BESPREKEN Vraag: ‘Wie is het laatste jaar flink gegroeid? Hoeveel centimeter? Ben je erg veranderd sinds je een baby was? Wie heeft bijvoorbeeld heel ander haar gekregen?’
12
Dit is een kopie van: handleiding, pagina 12
Naut groep 8 Proeflessensyllabus handleiding
© Malmberg, ’s-Hertogenbosch
1
VOORAF
thema 4 STAP 1
les 2 Levensfasen
les 1
les 3
Vraag: ‘Wat ben je na de pubertijd?’ (Volwassene.) ‘En hoe noem je de laatste levensfase?’ (Oudere/bejaarde.)
les 4
Van baby tot puber
1 Welke levensfasen heb jij tot nu toe meegemaakt?
baby, peuter, kleuter, schoolkind, (puber) 1b Lees de zinnen. Bij wie horen ze? Bij de baby of de puber? Trek een lijn van de zin naar het juiste plaatje. Let op: sommige zinnen passen bij allebei.
MET Z’N TWEEËN
Ik word al snel volwassen
Laat de kinderen de opdrachten in tweetallen maken. Bij opdracht 2 kunnen ze praten over wanneer ze zelf iets leerden.
Mijn voedsel krijg ik van iemand anders.
Ik groei enorm!
Er gaat voor mij dit jaar veel veranderen.
BESPREKEN Vraag: ‘Weet je wanneer je leerde lopen (praten, lezen)?’ Vertel dat niet ieder kind zich op dezelfde manier ontwikkelt, maar dat iedereen wel de verschillende fasen doormaakt.
Mijn hoofd is behoorlijk groot. 2 Wat kunnen ze? Zet steeds een kruisje op de goede plek. baby ademen fietsen lezen praten groeien
peuter
schoolkind
X
X
X
X X
X X X X X Ga naar
puber
X X X X X STAP 2 in je lesboek.
56
13
Dit is een kopie van: handleiding, pagina 13
Naut groep 8 Proeflessensyllabus handleiding
© Malmberg, ’s-Hertogenbosch
1
Les 2 Levensfasen
STAP 2
Van volwassene tot oudere
Volwassene De encyclopedie omschrijft een volwassene als iemand die zelfstandig kan handelen zonder de hulp van anderen. Volgens de wet is iemand volwassen vanaf een bepaalde leeftijd. We noemen dat meerderjarig. In de meeste landen ben je meerderjarig met achttien jaar, maar dat kan ook zestien of eenentwintig zijn. In Nederland ben je vanaf je achttiende wettelijk volwassen. Vanaf dat moment mag je bijvoorbeeld stemmen. Biologisch volwassen ben je als je geslachtsrijp bent. Bij jongens is dat meestal rond hun veertiende of vijftiende jaar. Bij meisjes meestal rond hun twaalfde of dertiende. Een mens zit lichamelijk op zijn top als hij dertig is. Kijk maar naar profvoetballers. De meeste talenten breken door rond hun achttiende en stoppen vlak na hun dertigste.
Oudere Mensen kunnen heel oud worden, soms wel 115 jaar! Steeds meer mensen worden oud, dat betekent dat de fase van oudere een steeds groter deel van je leven is. Reservetijd Vanaf een jaar of zestig breekt de biologische reservetijd van het leven aan. Dat betekent dat de kracht van het lichaam afneemt en vrouwen zich ook niet meer kunnen voortplanten. Er is in deze fase vaak wat meer tijd om andere dingen te doen, en niet alles draait meer om werk. Dat geldt natuurlijk niet voor elke oudere, het heeft ook te maken met iemands gezondheid. Het lichaam is eigenlijk niet gemaakt om heel lang oud te zijn. Daardoor is de kans dat je ziek wordt als je oud bent veel groter dan als je jong bent. Ga naar
STAP 2 in je werkboek.
79
VOORAF Vraag: ‘Wanneer is iemand volwassen? Wat hoort bij volwassen zijn? Wie kijkt ernaar uit? Wie niet?’
LEZEN Laat de kinderen de tekst zelfstandig lezen.
BESPREKEN Vraag: ‘Wat is het verschil tussen biologisch volwassen en meerderjarig? Wanneer ben je, biologisch gezien, een oudere?’
14
Dit is een kopie van: handleiding, pagina 14
Naut groep 8 Proeflessensyllabus handleiding
© Malmberg, ’s-Hertogenbosch
19
VOORAF
STAP 2
Vraag: ‘Wie heeft een opa of een oma die heel actief is? Waarmee? Wie heeft een opa of een oma die niet meer zoveel kan? Of een opa of een oma die ziek is?’ Laat de kinderen hierover vertellen.
Van volwassene tot oudere
3a Wanneer bereik je biologisch gezien het hoogtepunt van je levenscyclus? Vertel ook waarom.
Als je volwassen bent. Je kunt je dan voortplanten en het is de fase waarin je fysiek op het toppunt van je kracht bent. ANDERE LEERSTIJL
b Veel ouderen zijn nog heel actief. Waarom noemen we dan toch de periode vanaf het zestigste levensjaar de biologische reservetijd?
Vraag: ‘Wat wil jij doen als je volwassen bent? Waarom kan dat nu nog niet? Heeft het te maken met de wet (autorijden) of met de ontwikkeling van je lichaam?’
De kracht van het lichaam begint af te nemen en vrouwen kunnen zich niet meer voortplanten.
BESPREKEN Teken een leeftijdstabel op het bord en zet daar de woorden volwassen, meerderjarig, top, stilstand en teruggang op bij de bijbehorende leeftijden. 4 Welke dingen lijken jou leuk om te doen als je volwassen bent? Schrijf er drie op.
eigen antwoord
Ga naar
STAP 3 in je lesboek. 57
15
Dit is een kopie van: handleiding, pagina 15
Naut groep 8 Proeflessensyllabus handleiding
© Malmberg, ’s-Hertogenbosch
20
Les 2 Levensfasen
thema 4 STAP 3
les 2 Levensfasen
les 1
les 3
In de puberteit
Wat gebeurt er allemaal? De puberteit is de periode van je twaalfde tot ongeveer je zestiende. Het is de fase waarin meisjes en jongens zich van kind tot volwassene ontwikkelen.
les 4
Groeispurt De lichamelijke veranderingen in de puberteit worden veroorzaakt door hormonen. Dit zijn chemische stoffen in het bloed. Het bloed vervoert de stoffen naar alle delen en organen in het lichaam. Vanaf dat moment beginnen zowel jongens als meisjes te groeien in lengte en gewicht. Dit noem je een groeispurt. Een roerige tijd In de puberteit beginnen zowel jongens als meisjes zich vaak anders te gedragen. Door de groeispurt en al die veranderingen in hun lichaam voelen pubers zich in deze periode meestal nogal onzeker. Veel meisjes en jongens in de puberteit gaan meer nadenken over het leven. Ook vragen ze zich af hoe hun toekomst als volwassene eruit gaat zien. Een beetje piekeren en ruzie met ouders of school hoort daar vaak bij. Het is een roerige tijd. Niet zo raar eigenlijk, want de verandering van kind naar volwasse gaat behoorlijk snel.
Biologisch volwassen Een meisje is geslachtsrijp als de eicellen in haar lichaam rijp worden. De eerste eicel wordt meestal rijp rond haar twaalfde. Vanaf dat moment kan een meisje kinderen krijgen en is ze biologisch volwassen. Het lichaam van jongens begint meestal rond het veertiende jaar zaadcellen te maken. Jongens zijn vanaf dat moment geslachtsrijp en biologisch volwassen.
Weetje: Jongens krijgen in de puberteit twee baarden. De eerste baard groeit als baardhaar op de kin. De tweede in de keel. Niet echt natuurlijk! In de puberteit worden de stembanden langer en krijgen jongens een zwaardere mannenstem. Dat noemen we de baard in de keel.
Ga naar
STAP 3 in je werkboek.
80
LEZEN Laat de kinderen de tekst zelfstandig lezen.
BESPREKEN Vraag: ‘Welke dingen horen er nog meer bij de puberteit?’ (Bijvoorbeeld puistjes, haargroei, moe zijn.)
VERTELLEN Bij sommige volkeren bestaan rituelen die kinderen tot volwassene maken. Daarna hebben ze dezelfde rechten en plichten als volwassenen. Discussie: zie extra activiteiten.
16
Dit is een kopie van: handleiding, pagina 16
Naut groep 8 Proeflessensyllabus handleiding
© Malmberg, ’s-Hertogenbosch
21
VOORAF
thema 4 STAP 3
les 1
les 2 Levensfasen
les 3
Niet iedereen in de groep zal al in de puberteit zijn. Maak twee groepen waar ze zichzelf bij in kunnen delen: pubers en onderzoekers.
les 4
In de puberteit
5 In de puberteit veranderen er veel dingen. Wat gebeurt er bij meisjes? Wat gebeurt er bij jongens? Kruis het aan.
biologisch volwassen groei eicellen baardgroei geslachtsrijp groeispurt
jongen
meisje
X
X X
X X X
IN EEN GROEPJE
X X
6a Een landelijk onderzoeksbureau vraagt jou om hulp. Ze willen graag weten hoe de gemiddelde puber zich voelt. Ze hebben vragen opgesteld. Welke vragen vind jij goed, en welke niet? goed
niet goed
Wat vind je leuk aan de puberteit?
Laat de pubers de vragen van het onderzoeksbureau beantwoorden en er samen over praten. De onderzoekers beoordelen de vragen. Moeten er vragen bij? Zijn er vragen overbodig?
BESPREKEN Laat elke groep verslag doen van de bevindingen.
Wat vind je niet zo leuk of waar zie je tegenop? Zit je lekker in je vel? Welke hobby’s heb je? Zit je in een groeispurt of nog niet? b Als je zelf nog twee vragen zou mogen bedenken voor deze enquête, welke vragen zouden dat dan zijn?
eigen antwoord Ga naar
STAP 4 in je lesboek.
58
17
Dit is een kopie van: handleiding, pagina 17
Naut groep 8 Proeflessensyllabus handleiding
© Malmberg, ’s-Hertogenbosch
22
Les 2 Levensfasen
Dit weet ik nu STAP 4
Groeien en krimpen
De babytijd en de puberteit zijn de twee levensfasen waarin je het hardst groeit. Je groeit niet alleen in de lengte, ook je organen en je bloedvaten groeien. En je huid groeit mee. Dat moet wel, want anders zou je na een poosje niet meer in je vel passen! Kwetsbaar babyhoofd Behalve je organen, bloedvaten en huid, groeien ook je botten met je mee. Botten bestaan voor een groot deel uit kalk, ook je schedel. Je schedel bestaat uit ongeveer dertig verschillende botjes die als een puzzel precies in elkaar passen. Bij een baby zijn de botjes nog niet aan elkaar gegroeid. Er zit kraakbeen tussen, dat veel zachter is dan bot. Daarom is het zo gevaarlijk als een baby op zijn hoofd valt. Er zitten nog openingen in de schedel, en dat maakt het babyhoofd extra kwetsbaar.
De levenscyclus van de mens bestaat uit verschillende fasen: baby, peuter, kleuter, schoolkind, puber, volwassene en oudere. • In de puberteit worden meisjes en jongens geslachtsrijp. • Je bent biologisch volwassen als je lichamelijk volgroeid en geslachtsrijp bent. • Je organen, je bloedvaten, je botten en ook je huid groeien met je mee. Alleen je tanden groeien niet.
maar ook doordat al het kraakbeen is omgezet in bot. Kraakbeen is zacht en bevat meer water. Kraakbeen zit ook tussen je wervels. Als het wordt omgezet in bot, wordt de wervelkolom korter. Daarom worden oudere mensen dus wat kleiner.
Vallende tanden Je zou denken dat je tanden ook meegroeien. Maar dat doen ze dus niet. Daar heeft je lichaam iets op gevonden! Als je een half jaar bent, komen je eerste tandjes, dat zijn melktanden. Er passen er twintig in je mond, dan is je kaak vol. Je kaak groeit door en op je vijfde jaar komt er ruimte voor grotere tanden. Je melktanden vallen één voor één uit en er komen nieuwe, grotere tanden voor in de plaats. Net als de meeste mensen heb je rond je twaalfde jaar 32 blijvende tanden en kiezen. En daar moet je het dan de rest van je leven mee doen. Misschien tot je 115 bent. Krimpen Wist je trouwens dat oudere mensen krimpen? Dat komt niet alleen doordat ze meestal wat gebogen lopen,
Ga naar
STAP 4 in je werkboek. 81
VOORAF Herhaal dat een baby ongeveer 50 centimeter is bij de geboorte. Vraag: ‘Hoeveel centimeter ben je sindsdien gegroeid? Wat groeide het hardst? Groeide er ook iets níet mee?’
LEZEN Laat de kinderen de tekst zelfstandig lezen.
BESPREKEN Laat de kinderen hun schedel voelen. Vraag: ‘Is het één hard stuk? Laat ze hun tanden en kiezen tellen. Hoeveel moeten er nog bij? Waar?’
TERUGKIJKEN Praat met de kinderen over de levensfasen die achter hen liggen. Vraag: ‘Waarvan ben je blij dat het achter de rug is? Wat zou je nog best willen doen, maar ben je nu te oud voor?’
18
Dit is een kopie van: handleiding, pagina 18
Naut groep 8 Proeflessensyllabus handleiding
© Malmberg, ’s-Hertogenbosch
23
VOORAF
STAP 4
Bekijk de afbeelding van de schedel. Vraag: ‘Van welke levensfase zal die zijn?’
Groeien en krimpen
7 Waar of niet waar? Kruis het goede antwoord aan. waar Bij de schedel van een baby zijn de botten nog niet met elkaar vergroeid. Groeien doe je zowel voor als na je geboorte. Oude mensen krimpen een beetje.
MET Z’N TWEEËN
niet waar
Laat de kinderen de opdracht in tweetallen maken. Ze kunnen in elkaars mond kijken hoe het zit met de tanden en kiezen.
X X X
8a Het gebit van een jong kind heeft twintig tanden. Hier zie je de mond van een volwassene, wijd open, er zitten nog geen tanden en kiezen in. Teken jij ze erin? Neem voor hoektanden een driehoekje, voor kiezen een vierkantje en voor gewone tanden een rondje. b Hoeveel tanden en kiezen zitten er in een volwassen gebit?
BESPREKEN Vraag: ‘Groei je meer van bevruchting naar geboorte of van geboorte naar volwassenheid?’ (Relatief groei je tussen bevruchting en geboorte het meest. Van 1 cel naar 50 cm.)
32 Extra 1 Maak een tekening van jezelf zoals je er nu uitziet. Maak daarnaast een tekening zoals jij denkt dat je er over tien jaar uitziet, en teken ook hoe jij eruitziet als je zeventig bent. 2 Maak een lied of rap over iemands leven van baby tot bejaarde. Vraag aan je meester of juf of je er een ritme-instrument bij mag gebruiken. Misschien mag je het lied aan je klasgenoten laten horen als het af is.
59
19
Dit is een kopie van: handleiding, pagina 19
Naut groep 8 Proeflessensyllabus handleiding
© Malmberg, ’s-Hertogenbosch
24
8
Naut
Natuur en techniek
LESBOEK THEMA 4 LES 2
thema 4 Voortplanting
les 1
les 2
les 3
les 4
72
Dit is een kopie van: lesboek, pagina 72
Naut groep 8 Proeflessensyllabus lesboek
© Malmberg, ’s-Hertogenbosch
4
Voortplanting Als er geen voortplanting was, zouden mensen, dieren en planten uitsterven. De voortplanting is dus heel belangrijk. En wat gebeurt er met het nieuwe leven? Wat voor ontwikkeling maken planten, dieren en mensen door? Begrippen stuifmeel bestuiving zaadbeginsel knol bol levenscyclus geslachtsrijp larve metamorfose pop
73
Dit is een kopie van: lesboek, pagina 73
Naut groep 8 Proeflessensyllabus lesboek
© Malmberg, ’s-Hertogenbosch
4
thema 4
les 1
les 2 Levensfasen
les 3
De tijd dat een mens, dier of plant leeft, noem je een levenscyclus. De levenscyclus van de mens begint bij de bevruchting: het moment dat het zaadje van een man versmelt met het eitje van een vrouw. De levenscyclus eindigt als je doodgaat.
STAP 1
Van baby tot puber
Baby Een pasgeboren baby weegt ongeveer 3,5 kilo en is gemiddeld vijftig centimeter lang. In de eerste maanden groeien de armen en benen behoorlijk snel. Het hoofd groeit relatief minder snel. Een baby heeft een groot hoofd, in vergelijking met een volwassene. In deze fase leert een mens voor het eerst zijn spieren te gebruiken, door dingen te grijpen en zich op te trekken bijvoorbeeld. De wereld ontdekken gaat eerst kruipend. De meeste baby’s leren lopen als ze ongeveer een jaar oud zijn.
les 4
Peuter en kleuter Een peuter is een kind tussen anderhalf en vier jaar. Peuters groeien ook hard, maar minder snel dan baby’s. Ze leren rennen, klimmen en praten. Kinderen tussen vier en zes jaar noem je kleuters. Een kleuter gaat voor het eerst naar school. Door veel te spelen met andere kinderen ontwikkelen zich de sociale vaardigheden. Schoolkind Schoolkind ben je tussen je zesde en twaalfde jaar. Je gaat naar school en je leert lezen, rekenen en schrijven. Als je jezelf met kleuters vergelijkt, zul je zien dat er ook lichamelijk al heel wat is veranderd. Puber Pubers zijn kinderen tussen de twaalf en zestien jaar. In de puberteit wordt het lichaam langzaam volwassen. In deze fase groeit een mens meestal hard en maakt een grote lichamelijke ontwikkeling door. De voortplantingsorganen beginnen te functioneren en je wordt geslachtsrijp. Dat wil zeggen dat je jezelf kunt voortplanten. Ga naar
STAP 1 in je werkboek.
78
Dit is een kopie van: lesboek, pagina 78
Naut groep 8 Proeflessensyllabus lesboek
© Malmberg, ’s-Hertogenbosch
53
STAP 2
Van volwassene tot oudere
Volwassene De encyclopedie omschrijft een volwassene als iemand die zelfstandig kan handelen zonder de hulp van anderen. Volgens de wet is iemand volwassen vanaf een bepaalde leeftijd. We noemen dat meerderjarig. In de meeste landen ben je meerderjarig met achttien jaar, maar dat kan ook zestien of eenentwintig zijn. In Nederland ben je vanaf je achttiende wettelijk volwassen. Vanaf dat moment mag je bijvoorbeeld stemmen. Biologisch volwassen ben je als je geslachtsrijp bent. Bij jongens is dat meestal rond hun veertiende of vijftiende jaar. Bij meisjes meestal rond hun twaalfde of dertiende. Een mens zit lichamelijk op zijn top als hij dertig is. Kijk maar naar profvoetballers. De meeste talenten breken door rond hun achttiende en stoppen vlak na hun dertigste.
Oudere Mensen kunnen heel oud worden, soms wel 115 jaar! Steeds meer mensen worden oud, dat betekent dat de fase van oudere een steeds groter deel van je leven is. Reservetijd Vanaf een jaar of zestig breekt de biologische reservetijd van het leven aan. Dat betekent dat de kracht van het lichaam afneemt en vrouwen zich ook niet meer kunnen voortplanten. Er is in deze fase vaak wat meer tijd om andere dingen te doen, en niet alles draait meer om werk. Dat geldt natuurlijk niet voor elke oudere, het heeft ook te maken met iemands gezondheid. Het lichaam is eigenlijk niet gemaakt om heel lang oud te zijn. Daardoor is de kans dat je ziek wordt als je oud bent veel groter dan als je jong bent. Ga naar
STAP 2 in je werkboek.
79
Dit is een kopie van: lesboek, pagina 79
Naut groep 8 Proeflessensyllabus lesboek
© Malmberg, ’s-Hertogenbosch
54
thema 4 STAP 3
les 1
les 2 Levensfasen
les 3
In de puberteit
Wat gebeurt er allemaal? De puberteit is de periode van je twaalfde tot ongeveer je zestiende. Het is de fase waarin meisjes en jongens zich van kind tot volwassene ontwikkelen.
les 4
Groeispurt De lichamelijke veranderingen in de puberteit worden veroorzaakt door hormonen. Dit zijn chemische stoffen in het bloed. Het bloed vervoert de stoffen naar alle delen en organen in het lichaam. Vanaf dat moment beginnen zowel jongens als meisjes te groeien in lengte en gewicht. Dit noem je een groeispurt. Een roerige tijd In de puberteit beginnen zowel jongens als meisjes zich vaak anders te gedragen. Door de groeispurt en al die veranderingen in hun lichaam voelen pubers zich in deze periode meestal nogal onzeker. Veel meisjes en jongens in de puberteit gaan meer nadenken over het leven. Ook vragen ze zich af hoe hun toekomst als volwassene eruit gaat zien. Een beetje piekeren en ruzie met ouders of school hoort daar vaak bij. Het is een roerige tijd. Niet zo raar eigenlijk, want de verandering van kind naar volwasse gaat behoorlijk snel.
Biologisch volwassen Een meisje is geslachtsrijp als de eicellen in haar lichaam rijp worden. De eerste eicel wordt meestal rijp rond haar twaalfde. Vanaf dat moment kan een meisje kinderen krijgen en is ze biologisch volwassen. Het lichaam van jongens begint meestal rond het veertiende jaar zaadcellen te maken. Jongens zijn vanaf dat moment geslachtsrijp en biologisch volwassen.
Weetje: Jongens krijgen in de puberteit twee baarden. De eerste baard groeit als baardhaar op de kin. De tweede in de keel. Niet echt natuurlijk! In de puberteit worden de stembanden langer en krijgen jongens een zwaardere mannenstem. Dat noemen we de baard in de keel.
Ga naar
STAP 3 in je werkboek.
80
Dit is een kopie van: lesboek, pagina 80
Naut groep 8 Proeflessensyllabus lesboek
© Malmberg, ’s-Hertogenbosch
55
Dit weet ik nu STAP 4
Groeien en krimpen
De babytijd en de puberteit zijn de twee levensfasen waarin je het hardst groeit. Je groeit niet alleen in de lengte, ook je organen en je bloedvaten groeien. En je huid groeit mee. Dat moet wel, want anders zou je na een poosje niet meer in je vel passen! Kwetsbaar babyhoofd Behalve je organen, bloedvaten en huid, groeien ook je botten met je mee. Botten bestaan voor een groot deel uit kalk, ook je schedel. Je schedel bestaat uit ongeveer dertig verschillende botjes die als een puzzel precies in elkaar passen. Bij een baby zijn de botjes nog niet aan elkaar gegroeid. Er zit kraakbeen tussen, dat veel zachter is dan bot. Daarom is het zo gevaarlijk als een baby op zijn hoofd valt. Er zitten nog openingen in de schedel, en dat maakt het babyhoofd extra kwetsbaar.
De levenscyclus van de mens bestaat uit verschillende fasen: baby, peuter, kleuter, schoolkind, puber, volwassene en oudere. • In de puberteit worden meisjes en jongens geslachtsrijp. • Je bent biologisch volwassen als je lichamelijk volgroeid en geslachtsrijp bent. • Je organen, je bloedvaten, je botten en ook je huid groeien met je mee. Alleen je tanden groeien niet.
maar ook doordat al het kraakbeen is omgezet in bot. Kraakbeen is zacht en bevat meer water. Kraakbeen zit ook tussen je wervels. Als het wordt omgezet in bot, wordt de wervelkolom korter. Daarom worden oudere mensen dus wat kleiner.
Vallende tanden Je zou denken dat je tanden ook meegroeien. Maar dat doen ze dus niet. Daar heeft je lichaam iets op gevonden! Als je een half jaar bent, komen je eerste tandjes, dat zijn melktanden. Er passen er twintig in je mond, dan is je kaak vol. Je kaak groeit door en op je vijfde jaar komt er ruimte voor grotere tanden. Je melktanden vallen één voor één uit en er komen nieuwe, grotere tanden voor in de plaats. Net als de meeste mensen heb je rond je twaalfde jaar 32 blijvende tanden en kiezen. En daar moet je het dan de rest van je leven mee doen. Misschien tot je 115 bent. Krimpen Wist je trouwens dat oudere mensen krimpen? Dat komt niet alleen doordat ze meestal wat gebogen lopen,
Ga naar
STAP 4 in je werkboek. 81
Dit is een kopie van: lesboek, pagina 81
Naut groep 8 Proeflessensyllabus lesboek
© Malmberg, ’s-Hertogenbosch
56
8
Naut
Natuur en techniek
WERKBOEK THEMA 4 LES 2
thema 4 STAP 1
les 1
les 2 Levensfasen
les 3
les 4
Van baby tot puber
1 Welke levensfasen heb jij tot nu toe meegemaakt?
1b Lees de zinnen. Bij wie horen ze? Bij de baby of de puber? Trek een lijn van de zin naar het juiste plaatje. Let op: sommige zinnen passen bij allebei. Ik word al snel volwassen
Mijn voedsel krijg ik van iemand anders.
Ik groei enorm!
Er gaat voor mij dit jaar veel veranderen.
Mijn hoofd is behoorlijk groot. 2 Wat kunnen ze? Zet steeds een kruisje op de goede plek. baby
peuter
schoolkind
puber
ademen fietsen lezen praten groeien Ga naar
STAP 2 in je lesboek.
56
Dit is een kopie van: werkboek, pagina 56
Naut groep 8 Proeflessensyllabus werkboek
© Malmberg, ’s-Hertogenbosch
4
STAP 2
Van volwassene tot oudere
3a Wanneer bereik je biologisch gezien het hoogtepunt van je levenscyclus? Vertel ook waarom.
b Veel ouderen zijn nog heel actief. Waarom noemen we dan toch de periode vanaf het zestigste levensjaar de biologische reservetijd?
4 Welke dingen lijken jou leuk om te doen als je volwassen bent? Schrijf er drie op.
Ga naar
STAP 3 in je lesboek. 57
Dit is een kopie van: werkboek, pagina 57
Naut groep 8 Proeflessensyllabus werkboek
© Malmberg, ’s-Hertogenbosch
5
thema 4 STAP 3
les 1
les 2 Levensfasen
les 3
les 4
In de puberteit
5 In de puberteit veranderen er veel dingen. Wat gebeurt er bij meisjes? Wat gebeurt er bij jongens? Kruis het aan. jongen
meisje
biologisch volwassen groei eicellen baardgroei geslachtsrijp groeispurt 6a Een landelijk onderzoeksbureau vraagt jou om hulp. Ze willen graag weten hoe de gemiddelde puber zich voelt. Ze hebben vragen opgesteld. Welke vragen vind jij goed, en welke niet? goed
niet goed
Wat vind je leuk aan de puberteit? Wat vind je niet zo leuk of waar zie je tegenop? Zit je lekker in je vel? Welke hobby’s heb je? Zit je in een groeispurt of nog niet? b Als je zelf nog twee vragen zou mogen bedenken voor deze enquête, welke vragen zouden dat dan zijn?
Ga naar
STAP 4 in je lesboek.
58
Dit is een kopie van: werkboek, pagina 58
Naut groep 8 Proeflessensyllabus werkboek
© Malmberg, ’s-Hertogenbosch
6
STAP 4
Groeien en krimpen
7 Waar of niet waar? Kruis het goede antwoord aan. waar
niet waar
Bij de schedel van een baby zijn de botten nog niet met elkaar vergroeid. Groeien doe je zowel voor als na je geboorte. Oude mensen krimpen een beetje. 8a Het gebit van een jong kind heeft twintig tanden. Hier zie je de mond van een volwassene, wijd open, er zitten nog geen tanden en kiezen in. Teken jij ze erin? Neem voor hoektanden een driehoekje, voor kiezen een vierkantje en voor gewone tanden een rondje. b Hoeveel tanden en kiezen zitten er in een volwassen gebit?
Extra 1 Maak een tekening van jezelf zoals je er nu uitziet. Maak daarnaast een tekening zoals jij denkt dat je er over tien jaar uitziet, en teken ook hoe jij eruitziet als je zeventig bent. 2 Maak een lied of rap over iemands leven van baby tot bejaarde. Vraag aan je meester of juf of je er een ritme-instrument bij mag gebruiken. Misschien mag je het lied aan je klasgenoten laten horen als het af is.
59
Dit is een kopie van: werkboek, pagina 59
Naut groep 8 Proeflessensyllabus werkboek
© Malmberg, ’s-Hertogenbosch
8
Naut
Natuur en techniek
ANTWOORDENBOEK THEMA 4 LES 2
thema 4 STAP 1
les 2 Levensfasen
les 1
les 3
les 4
Van baby tot puber
1 Welke levensfasen heb jij tot nu toe meegemaakt?
baby, peuter, kleuter, schoolkind, (puber) 1b Lees de zinnen. Bij wie horen ze? Bij de baby of de puber? Trek een lijn van de zin naar het juiste plaatje. Let op: sommige zinnen passen bij allebei. Ik word al snel volwassen
Mijn voedsel krijg ik van iemand anders.
Ik groei enorm!
Er gaat voor mij dit jaar veel veranderen.
Mijn hoofd is behoorlijk groot. 2 Wat kunnen ze? Zet steeds een kruisje op de goede plek. baby ademen fietsen lezen praten groeien
peuter
schoolkind
X
X
X
X X
X X X X X Ga naar
puber
X X X X X STAP 2 in je lesboek.
56
Dit is een kopie van: antwoordenboek, pagina 56
Naut groep 8 Proeflessensyllabus antwoordenboek
© Malmberg, ’s-Hertogenbosch
91
STAP 2
Van volwassene tot oudere
3a Wanneer bereik je biologisch gezien het hoogtepunt van je levenscyclus? Vertel ook waarom.
Als je volwassen bent. Je kunt je dan voortplanten en het is de fase waarin je fysiek op het toppunt van je kracht bent. b Veel ouderen zijn nog heel actief. Waarom noemen we dan toch de periode vanaf het zestigste levensjaar de biologische reservetijd?
De kracht van het lichaam begint af te nemen en vrouwen kunnen zich niet meer voortplanten.
4 Welke dingen lijken jou leuk om te doen als je volwassen bent? Schrijf er drie op.
eigen antwoord
Ga naar
STAP 3 in je lesboek. 57
Dit is een kopie van: antwoordenboek, pagina 57
Naut groep 8 Proeflessensyllabus antwoordenboek
© Malmberg, ’s-Hertogenbosch
92
thema 4 STAP 3
les 1
les 2 Levensfasen
les 3
les 4
In de puberteit
5 In de puberteit veranderen er veel dingen. Wat gebeurt er bij meisjes? Wat gebeurt er bij jongens? Kruis het aan.
biologisch volwassen groei eicellen baardgroei geslachtsrijp groeispurt
jongen
meisje
X
X X
X X X
X X
6a Een landelijk onderzoeksbureau vraagt jou om hulp. Ze willen graag weten hoe de gemiddelde puber zich voelt. Ze hebben vragen opgesteld. Welke vragen vind jij goed, en welke niet? goed
niet goed
Wat vind je leuk aan de puberteit? Wat vind je niet zo leuk of waar zie je tegenop? Zit je lekker in je vel? Welke hobby’s heb je? Zit je in een groeispurt of nog niet? b Als je zelf nog twee vragen zou mogen bedenken voor deze enquête, welke vragen zouden dat dan zijn?
eigen antwoord Ga naar
STAP 4 in je lesboek.
58
Dit is een kopie van: antwoordenboek, pagina 58
Naut groep 8 Proeflessensyllabus antwoordenboek
© Malmberg, ’s-Hertogenbosch
93
STAP 4
Groeien en krimpen
7 Waar of niet waar? Kruis het goede antwoord aan. waar Bij de schedel van een baby zijn de botten nog niet met elkaar vergroeid. Groeien doe je zowel voor als na je geboorte. Oude mensen krimpen een beetje.
niet waar
X X X
8a Het gebit van een jong kind heeft twintig tanden. Hier zie je de mond van een volwassene, wijd open, er zitten nog geen tanden en kiezen in. Teken jij ze erin? Neem voor hoektanden een driehoekje, voor kiezen een vierkantje en voor gewone tanden een rondje. b Hoeveel tanden en kiezen zitten er in een volwassen gebit?
32 Extra 1 Maak een tekening van jezelf zoals je er nu uitziet. Maak daarnaast een tekening zoals jij denkt dat je er over tien jaar uitziet, en teken ook hoe jij eruitziet als je zeventig bent. 2 Maak een lied of rap over iemands leven van baby tot bejaarde. Vraag aan je meester of juf of je er een ritme-instrument bij mag gebruiken. Misschien mag je het lied aan je klasgenoten laten horen als het af is.
59
Dit is een kopie van: antwoordenboek, pagina 59
Naut groep 8 Proeflessensyllabus antwoordenboek
© Malmberg, ’s-Hertogenbosch
94