6
Meander Aardrijkskunde
LESBOEK THEMA 4 LES 5
Meander
het verhaal 4
Meander vertrekt naar een eiland en drinkt melk uit een kokosnoot Vandaag is zo’n dag dat alles misloopt. Meander was vergeten dat ze klassendienst had. Ze moest dus na school nog blijven om in de klas te helpen opruimen. Maar het is haar vaste oppasdag! Meander doet haar best om zo snel mogelijk klaar te zijn, maar als ze bij haar fiets staat, is haar fietssleutel kwijt. Die ligt nog ergens in de klas. Veel te laat racet ze uiteindelijk dwars door de stad naar de school waar ze de Verschrikkelijke Tweeling moet ophalen. Als Meander aankomt, is het schoolplein al helemaal leeg. Alleen de tweeling staat er nog. Met een chagrijnige juf ernaast. ‘Volgende keer graag op tijd komen,’ snauwt ze Meander toe. Meander knikt beschaamd. ‘Kom jongens.’ Braaf lopen de kinderen naast haar fiets. Maar eenmaal thuisgekomen slagen ze erin om binnen tien minuten alle boeken uit de boekenkast te halen. Terwijl Meander zuchtend aan het opruimen slaat, tekenen de jongens haar agenda vol en kieperen haar tas om boven de prullenbak. Wat duurt twee uur dan lang... Als Meander eindelijk thuiskomt, roept haar moeder: ‘Meander lieverd, wil jij de tafel even dekken?’ En na het eten blijkt Meander ook nog eens aan de beurt te
zijn om af te wassen. ‘Wanneer moet ik mijn huiswerk dan doen? Ik wou dat ik op een onbewoond eiland zat,’ moppert ze. ‘Drink met je billen bloot... melk uit een kokosnoot,’ zingt haar vader van achter zijn krant. ‘Haha. Erg grappig.’ Meander gooit de deur van de keuken net iets te hard achter zich dicht en rent met veel lawaai de trap omhoog naar haar kamer. Het is de hoogste tijd voor NEON. Typ ‘tropisch eiland, onbewoond’. Wacht rustig af. De zee is blauwgroen en het zand is witter dan wit. Overal liggen enorme schelpen, zo groot als Meanders hoofd. Ze raapt er eentje op, de binnenkant is van oranje parelmoer. Het strand is leeg. Er staan geen ligstoelen en geen ijskarretjes. Meanders voetstappen zijn de eerste. Daarom schrikt ze enorm als er ineens iemand op haar afkomt. Een meisje! Ze heeft alleen een badpak aan en haar haar hangt in dreadlocks op haar rug. ‘Wat doe jij hier?’ vraagt het meisje boos. ‘Dit is mijn eiland.’ ‘Jouw eiland? Ik dacht dat het onbewoond was.’ ‘Officieel wel, ja.’ Meander staart het meisje aan en die zegt iets minder boos: ‘We hebben stiekem een hut gebouwd. Tien maanden per jaar wonen we hier: papa, mama en ik.’
90
Dit is een kopie van: lesboek, pagina 90
Meander groep 6 Proeflessensyllabus lesboek
© Malmberg, ’s-Hertogenbosch
73
‘En die andere twee maanden dan?’ ‘Dan is het regentijd. Je wilt hier niet zijn als er orkanen komen. Dus dan wonen we in een huis op het vasteland. Daar gaan papa en mama heel hard werken en dan hebben we weer geld voor de rest van het jaar. Twee maanden zwoegen, tien maanden paradijs, zegt mijn vader. En jij, waar woon jij?’ Meander vertelt waar ze vandaan komt en waar ze naar school gaat. Het meisje zegt dat ze Jacklyn heet en dat haar moeder haar elke dag twee uur les geeft. Dat is haar school.
‘En wat doe je verder? Hoe kom je aan je eten?’ ‘We eten bijna altijd vis of kreeft. Die vangt mijn vader.’ ‘En brood dan? Melk?’ ‘Papa vaart eens in de maand naar het vasteland en dan neemt hij de boodschappen mee. En we hebben water uit een meer.’ ‘Over water gesproken ... heb je misschien iets te drinken voor me?’ Jacklyn kijkt haar twijfelend aan. Dan pakt ze een groot groen ding op van de grond. ‘Is dat een kokosnoot?’ ‘Ja, natuurlijk.’ Met een grote steen splijt Jacklyn heel handig de kokosnoot open. Ze boort een gat in de harde schil en geeft de kokosnoot dan aan Meander. ‘Drink.’ De kokosmelk is zoet en lauw en ook een beetje scherp. Meander vindt het niet echt lekker, maar ze drinkt toch alles op. ‘Dus je kunt de hele dag in de zon liggen?’ Meander kijkt naar Jacklyns bruinverbrande 91
Dit is een kopie van: lesboek, pagina 91
Meander groep 6 Proeflessensyllabus lesboek
© Malmberg, ’s-Hertogenbosch
74
armen en benen. Daar steken die van haar maar witjes bij af. ‘Het waait ook wel vaak,’ zegt Jacklyn, ‘dan weet je niet waar je moet schuilen. Zelfs binnen komt de wind.’ ‘En regen?’ ‘Bijna nooit, het is altijd warm. Maar vertel nou eens over jouw leven. Veel spannender.’ ‘Spannender?’ ‘Ja, jij hebt zeker wel heel veel vriendinnen?’ ‘Ja, best. En vrienden.’ Meander denkt aan Naut en Brandaan. Jacklyn wil alles weten: hoe Meanders vrienden heten en hoe ze eruitzien. Hoe Meanders school is en haar dansschool. Hoe koud het is als het winter is en hoe mooi de eerste groene blaadjes zijn in de lente. Zelfs over de tv-programma’s en de nieuwste films in de bioscoop wil ze alles weten. Meander wordt helemaal schor van het vertellen. Ze wist niet dat er zo veel gebeurde in haar leven. Ineens vraagt Jacklyn: ‘Durf jij van de hoge duikplank?’ ‘Wat?’ vraagt Meander verbaasd. ‘Durf jij van de hoge duikplank te springen?’ ‘Ja, hoor.’ Jacklyn zucht. ‘Ik niet.’ ‘Maar er is hier toch helemaal geen duikplank?’ ‘Nee, maar wel een ... een geheime plek vanwaar je naar beneden kunt springen.’
‘Waar dan?’ vraagt Meander nieuwsgierig. Jacklyn schudt haar hoofd. ‘Dat is geheim. Ik zit daar elke dag te wachten.’ ‘Te wachten?’ ‘Tot ik het durf,’ zegt Jacklyn. Dat zegt ze zo treurig, dat Meander spontaan zegt: ‘Zal ik je helpen?’ Jacklyn kijkt haar achterdochtig aan. ‘Hoe dan?’ ‘Door met je mee te gaan. Dan doen we het samen.’ Even is Jacklyn stil. Ze kijkt lang naar Meander. Maar dan beginnen haar ogen te glinsteren. ‘Echt?’ ‘Kom op, laat zien die plek.’ In het midden van het eiland is een hoge rots. Jacklyn begint omhoog te klauteren en gebaart dat Meander achter haar aan moet komen. Gelukkig is Meander goed in klimmen, dus ze is snel boven. Er ligt een platte steen, waar Jacklyn meteen op neerploft. ‘Hier zit ik altijd.’ Meander kijkt om zich heen. ‘Wat mooi!’ Zo ver als ze kan kijken, is er zee. Dichtbij is hij blauwgroen, dan groen en in de verte diep blauw. Ze overziet nu ook het hele eiland: palmbomen, zand, en verderop een kleine hut op palen. ‘En daar is mijn waterval.’ Aan de andere kant van de rots stroomt het water bruisend naar beneden in een klein meertje. ‘Wat is de zee groot.’ Jacklyn knikt. ‘Soms zie ik dolfijnen of haaien.’ ‘Haaien?’ Jacklyn knikt. ‘En heel soms komt er een schip voorbij.’
92
Dit is een kopie van: lesboek, pagina 92
Meander groep 6 Proeflessensyllabus lesboek
© Malmberg, ’s-Hertogenbosch
75
‘Dus jij zit de hele dag op deze rots over de zee te staren?’ ‘En te bedenken of ik durf te springen.’ ‘Van de waterval?’ Meander kijkt omlaag. ‘Maar dat is hoger dan de duikplank. Meer dan tien meter.’ ‘Ik weet het. Maar het meer is diep genoeg.’ Nu hangen ze samen over de rand. ‘Durf jij?’ Meander voelt een kriebel in haar buik. Eigenlijk is dit reuzeleuk. Een vrije val, vliegen als een vogel. Meander is dol op vogels. Haar lievelingsdier is een valk, want die zeilt zo mooi door de lucht. Dit is haar kans om zelf als een valk te vliegen! Een beetje giechelig staan de twee meisjes even later op de rand, hun armen wijd. ‘Jij eerst.’ ‘Nee, tegelijk.’ Meander spreidt haar armen, ze zet zich af. Naast haar gilt Jacklyn alsof ze in de achtbaan zit. Daar gaat Meander ook. Ze vliegt! De lucht, de zee, de palmbomen op het strand ... En PLONS, het meertje. Als Meander naar huis teruggaat, heeft Jacklyn tranen in haar ogen. Ze vraagt: ‘Wil je echt niet nog een kokosnoot?’ ‘Nee, ik moet nu terug om mijn huiswerk te maken.’ Maar dat is het niet alleen. Hoe lief Jacklyn ook is, Meander heeft ineens enorm veel zin om nog even te chatten met Naut en Brandaan. Ze heeft trek in chips. En als ze een beetje opschiet, is ze nog net op tijd thuis voor haar lievelingssoap.
93
Dit is een kopie van: lesboek, pagina 93
Meander groep 6 Proeflessensyllabus lesboek
© Malmberg, ’s-Hertogenbosch
76
6
Meander Aardrijkskunde
TOETS THEMA 4 LES 5
Toets 4
Streken en klimaten naam:
Zet bij de volgende vragen een rondje om het goede antwoord. 1 Lees de zinnen over het klimaat. Zijn ze waar of niet waar? a Het klimaat in een klimaatgebied is overal hetzelfde. waar / niet waar b Het klimaat zegt iets over het soort weer dat je in een land vaak hebt. waar / niet waar c Het klimaat zegt iets over het weer van een dag of een week. waar / niet waar d Op het noorden van de aarde is het klimaat hetzelfde als op het midden. waar / niet waar 2 Lees de zinnen over een gematigde klimaatzone. Wat is waar? a Een gematigde klimaatzone vind je alleen/ niet alleen op het noordelijk halfrond. b De gematigde klimaatzone is groot / klein. c In een gematigde klimaatzone is er een /geen verschil tussen zomer en winter. d In een gematigde klimaatzone valt alleen in de winter / het hele jaar door regen. Zet bij de volgende vraag achter iedere zin een kruisje. 3 Op de wereld zijn tropen en subtropen. Geef bij iedere zin aan of hij hoort bij de tropen of bij de subtropen. tropen subtropen a De zomers zijn er heel warm en de winters nooit heel koud. b Het regent er veel harder dan in Nederland. c Ze liggen ten noorden en zuiden van de evenaar. 4 De Noordpool en de Zuidpool zijn de koudste gebieden van de wereld. Geef bij iedere zin aan of hij hoort bij de Noordpool of bij de Zuidpool. Noordpool Zuidpool a De zon gaat er in onze zomer niet onder. b Het is een eiland bedekt met ijs. c In de landen eromheen wonen mensen.
Meander 6 • toetsen • © Malmberg 's-Hertogenbosch
12
Dit is een kopie van: toetsblad, pagina 12
Meander groep 6 Proeflessensyllabus toetsblad
© Malmberg, ’s-Hertogenbosch
120
Toets 4
Streken en klimaten naam:
Vul bij de volgende vragen de juiste woorden in. 5 Hieronder zie je een wereldkaart. Zet de volgende woorden op de juiste plek: Kies uit: tropen — subtropen — gematigd klimaat — Noordpool — Zuidpool Sommige woorden moet je tweemaal invullen.
Zet bij de volgende vragen een rondje om het goede antwoord. Soms zijn er meerdere antwoorden goed. Dan staat dat bij de vraag. 6 Lees de zinnen over de invloed van de zee. Zijn ze waar of niet waar? a De invloed van de zee wordt groter als je verder van zee af woont. waar / niet waar b De zee brengt regen met zich mee. waar / niet waar c De zee maakt de temperatuur in de zomer extra hoog. waar / niet waar 7 Lees de zinnen over Gelderland. Wat is waar? a De hoofdstad van Gelderland is Arnhem / Nijmegen. b Er zijn veel / weinig bosgebieden in Gelderland. c Gelderland is de grootste / de kleinste provincie van Nederland. d Twente / De Veluwe is een gebied in Gelderland. 8 Door Gelderland en Overijssel stromen twee grote rivieren. Welke twee rivieren zijn dat? a IJssel b Maas c Rijn d Waal Meander 6 • toetsen • © Malmberg 's-Hertogenbosch
13
Dit is een kopie van: toetsblad, pagina 13
Meander groep 6 Proeflessensyllabus toetsblad
© Malmberg, ’s-Hertogenbosch
121
Toets 4
Streken en klimaten naam:
Zet bij de volgende vraag de letters op de goede plaats in de kaart. 9 Hieronder zie je een kaartje van de provincie Overijssel. Bekijk het kaartje. Waar liggen de plaatsen? Zet de vetgedrukte letters op de goede plek in de kaart. Almelo Deventer Enschede Hengelo Zwolle
10 Hieronder zie je een kaart van Gelderland. Bekijk het kaartje. Waar liggen de plaatsen? Zet de vetgedrukte letters op de goede plek in de kaart. Apeldoorn Doetinchem Arnhem Nijmegen Zutphen
Meander 6 • toetsen • © Malmberg 's-Hertogenbosch
14
Dit is een kopie van: toetsblad, pagina 14
Meander groep 6 Proeflessensyllabus toetsblad
© Malmberg, ’s-Hertogenbosch
122
Toets 4
Streken en klimaten naam:
Schrijf bij de volgende vragen het goede antwoord op. 11 Bekijk de onderstaande foto. Hoe komt het dat er geen bomen op de top van deze berg staan? Leg uit.
................................................................................................................................................................................ ................................................................................................................................................................................
12 De wind kan heel koud of heel warm zijn. Leg uit waardoor dat komt. ................................................................................................................................................................................ ................................................................................................................................................................................ ................................................................................................................................................................................
Meander 6 • toetsen • © Malmberg 's-Hertogenbosch
15
Dit is een kopie van: toetsblad, pagina 15
Meander groep 6 Proeflessensyllabus toetsblad
© Malmberg, ’s-Hertogenbosch
123
Toets 4
Streken en klimaten naam:
Zet bij de volgende vragen een rondje om het goede antwoord. 1 Lees de zinnen over het klimaat. Zijn ze waar of niet waar? a Het klimaat in een klimaatgebied is overal hetzelfde. waar / niet waar b Het klimaat zegt iets over het soort weer dat je in een land vaak hebt. waar / niet waar c Het klimaat zegt iets over het weer van een dag of een week. waar / niet waar d Op het noorden van de aarde is het klimaat hetzelfde als op het midden. waar / niet waar 2 Lees de zinnen over een gematigde klimaatzone. Wat is waar? a Een gematigde klimaatzone vind je alleen/ niet alleen op het noordelijk halfrond. b De gematigde klimaatzone is groot / klein. c In een gematigde klimaatzone is er een /geen verschil tussen zomer en winter. d In een gematigde klimaatzone valt alleen in de winter / het hele jaar door regen. Zet bij de volgende vraag achter iedere zin een kruisje. 3 Op de wereld zijn tropen en subtropen. Geef bij iedere zin aan of hij hoort bij de tropen of bij de subtropen. tropen subtropen a De zomers zijn er heel warm en de winters nooit heel koud. X b Het regent er veel harder dan in Nederland. X c Ze liggen ten noorden en zuiden van de evenaar. X 4 De Noordpool en de Zuidpool zijn de koudste gebieden van de wereld. Geef bij iedere zin aan of hij hoort bij de Noordpool of bij de Zuidpool. Noordpool Zuidpool a De zon gaat er in onze zomer niet onder. X b Het is een eiland bedekt met ijs. X c In de landen eromheen wonen mensen. X
12
Meander 6 • antwoorden bij de toetsen • © Malmberg 's-Hertogenbosch
Dit is een kopie van: antwoordblad, pagina 12
Meander groep 6 Proeflessensyllabus antwoordblad
© Malmberg, ’s-Hertogenbosch
124