2013-2014
Aardrijkskunde havo 4
0
Beste leerling, Dit is je werkboek aardrijkskunde bij het onderwerp “De wereld; arm en rijk”. De samenvattingen, aantekeningen en opdrachten bij dit onderwerp zijn belangrijk, omdat je docenten hiermee aangeven wat ze belangrijk vinden en dus verwerken in de proefwerken en schoolexamens. Werk netjes en bewaar je werkboek goed, want hoofdstuk 4 van dit onderwerp is onderdeel van het Centraal Schriftelijk Examen. Over ruim 1 ½ jaar heb je deze samenvattingen, aantekeningen en opdrachten dus nog een keer nodig. L. Ranzijn R. Visser
Aardrijkskunde havo 4
1
Maak de INSTAPTOETS op de ELO. Deze toets hoort bij de leerstof. Maak waar nodig aantekeningen.
Aardrijkskunde havo 4
2
Oriëntatie. Opdracht 2. (blz 10) Economie gaat over het verdienen van geld en de besteding ervan aan schaarse goederen, zowel tastbare materiële goederen als de immateriële diensten. Demografie de wetenschap die studie maakt van de aantallen van de bevolking en de veranderingen daarin. Sociaal-cultureel sociaal = wijze waarop mensen samenleven. cultuur = taal, godsdienst. Figuur W 2 bij opdracht 2b op blz 10
2-d-Je kan Mexico..
Aardrijkskunde havo 4
3
Hoofdstuk 1: Kennismaking met het grensgebied. Hoofdvraag van dit hoofdstuk: Wat zijn de economische, demografische en sociaalculturele kenmerken van het grensgebied tussen Mexico en de VS? Deelvragen die je eerst moet beantwoorden: -Beschrijf de historische relatie tussen Mexico en de VS. -Beschrijf en verklaar het verschil in ontwikkeling tussen het Amerikaanse en het Mexicaanse gedeelte van de dubbelsteden. -Wat zijn de economische, demografische en sociaal-culturele kenmerken van de gebieden aan weerzijde van de grens? -Waarom wordt de grens tussen Mexico en de VS zwaar bewaakt. -Waarom werd de NAFTA opgericht? -Wat is de invloed van de NAFTA op de handelsrelaties tussen de drie partners? -Wat zijn de voor- en nadelen van de NAFTA voor de VS en voor Mexico?
Paragraaf 1.1: Kennismaking met het grensgebied. Maak de volgende opdrachten bij paragraaf 1.1: -opdr 5 a, b + d. -opdr 6b. Figuur staat op de volgende blz van het werkboek’ -opdr 8. Eerst krijg je een uitleg over het demografisch transitiemodel -opdr 11. Opdr 5
Aardrijkskunde havo 4
4
Figuur W 5 bij opdracht 6 op blz 17.
6-c-
Aardrijkskunde havo 4
5
Opdracht 8: Figuur W 7 (zie tekstboek blz 17) TRANSITIEMODEL
Knip de beschrijvingen van de verschillende fases uit en plak ze op de juiste plaats. 1-De agrarisch-ambachtelijke fase: lage groei
2-De proletarische fase: de schaar gaat open
Aardrijkskunde havo 4
6
3- De moderne fase: de schaar gaat dicht
4- De post-transitiefase: stagnerende bevolking
5- Post-moderne fase: afnemende bevolkingsomvang
Aardrijkskunde havo 4
7
W6 Geboorte- en sterftecijfers VS en Mexico Geboortecijfer sterftecijfer
geboorteoverschot Demografische druk
VS Mexico
W8 Leeftijdsopbouw (%) van VS en Mexico in 2004 Mexico < 20 jr 33,4 20-64 jr 61 65 + 5,6
Aardrijkskunde havo 4
VS 13,3 74,3 12,4
8
Onderzoeksopdracht paragraaf 1.1. Do you speak Espanol? Door de komst van migranten verandert niet alleen het aantal mensen in een gemeente. De migranten brengen ook hun eigen taal mee. Moet een gemeente dan haar taal aanpassen aan de migranten of moeten de migranten een tweede taal leren? Gebruik voor het beantwoorden van de vragen de bronnen op de volgende bladzijden. Wat is het probleem? 1-a-Lees bron 1. Welk opvallend besluit heeft de gemeenteraad van El Cenizo in 1999 genomen?
1-b-Waarom is dat besluit zo opvallend?
Welke standpunten staan er tegenover elkaar? 2-a-Lees bron 5. Waarom wil Jim Boulet dat El Cenizo Engelstalig blijft?
2-b-Waarom wil Rafael Rodriguez dat El Cenizo spaanstalig wordt?
Wat is jouw mening? 3-Geef je voorlopige mening. Ben je het na deze eerste kennismaking eens of oneens met het besluit van de gemeeteraad van el Cenizo? Beargumenteer je keuze.
Wie zijn de inwoners van el Cenizo? 4-a-Zie bron 1 en de atlas. In welke staat van de VS ligt El Cenizo?
4-b-Zoek de plaats Laredo op. Aan welke rivier ligt deze plaats?
4-c-Tussen welke twee landen is deze rivier een grens?
4-d-Zie bron 3. Welke taal spreken de meeste mensen van El Cenizo?
Aardrijkskunde havo 4
9
Hoe zijn de levensomstandigheden in El Cenizo? 5-a-Bestudeer bron 3. Is de familie van Juan arm of rijk?
5-b-Spreekt zijn familie Engels of Spaans?
5-c-Waarom is Juan zo trots op zijn Highschooldiploma? (middelbare school)
5-d-Waarom wil Juan weg uit El Cenizo?
5-e-Bestudeer bron 2. Wat is jouw indruk? Is El Cenizo een rijk of een arm dorp? Beargumenteer je keuze met wat je op de foto ziet.
5-f-Bestudeer bron 4. Hebben de meeste inwoners van El Cenizo een hoog of een laag inkomen?
5-g-Hoeveel procent van de inwoners heeft een highschooldiploma?
5-h-Is het verhaal van Juan een uitzondering of leven veel mensen zoals de familie van Juan?
Een conclusie trekken. 6-a-Stel dat Spaans de hoofdtaal wordt. Welk voordeel heeft dat voor de bevolking van El Cenizo?
6-b-Welk nadeel heeft dat voor de bevolking?
6-c-Stel dat Engels de hoofdtaal blijft. Wat is daarvan het voordeel voor de bevolking?
6-d-Welk nadeel heeft dat voor de bevolking?
6-e-Zie bron 5. Welke reactie vind jij het beste? Leg uit waarom je die reactie het beste vind.
Aardrijkskunde havo 4
10
Aardrijkskunde havo 4
11
Aardrijkskunde havo 4
12
Samenvattingsopdracht paragraaf 1.1: Maak onderstaande vragen. -a-Wat is de betekenis van de volgende begrippen: kolonie, bevolkingsdichtheid, migratie, emigratie en immigratie. -b-Hoe is de grens tussen Mexico en de VS tot stand gekomen? -c-Wat wordt hier verstaan onder “dubbelsteden’? -d-Vergelijk de economische, demografische en culturele kenmerken van het grensgebied met de nationale gebiedskenmerken van Mexico en de VS. Verklaar de verschillen.
Aardrijkskunde havo 4
13
Aardrijkskunde havo 4
14
Paragraaf 1.2: Noord-Amerika als handelsblok. Bestudeer paragraaf 1.2 en maak daarvan een samenvatting door de volgende vragen te beantwoorden. (Let op ! Een volgende keer moet je zelf dit soort vragen kunnen maken) 1-Wat is de betekenis van de volgende begrippen: a-Globalisering
b-Multilateraal
c-Internationalisering
d-Aziatische tijger
2-a-Waarvoor staan de volgende afkortingen? NAFTA
WTO
2-b-Wat is het uitgangspunt van beide organisaties?
3-Welke ontwikkelingen hebben globalisering mogelijk gemaakt?
Aardrijkskunde havo 4
15
4-a-Noteer in twee aparte kolommen de voor- en nadelen van de NAFTA voor Mexico. 4-b-Noteer in twee aparte kolommen de voor- en nadelen van de NAFTA voor de VS. Voor- en nadelen van de NAFTA voor Mexico. Voordelen Nadelen
Voor- en nadelen van de NAFTA voor de VS. Voordelen Nadelen
Wat is de invloed van de NAFTA op de Mexicaanse economie volgens deze cartoon?
Aardrijkskunde havo 4
16
Leeroverzicht hoofdstuk 1: Mexico en de VS; wereld van verschil KENNEN: Leer de definities van de volgende begrippen. Je kan zelf ook nog begrippen toevoege. Frontier Regionale specialisatie
Global shift
Globalisering / mondialisering
Internationalisering Pacific Rim Pullfactor Pushfactor Assimilatie Integratie
B.N.P. Bevolkingsdichtheid Demografie Economie
Sociaal-cultureel Demografisch transitiemodel
Metropool
Periferie
De grens tot waar de Amerikaanse kolonisten de indianen hadden teruggedrongen. Het zich in een bepaald gebied toeleggen op de productie van 1 goed (of beperkt aantal goederen), waar dat product zich goed voor leent. (Bijv vanwege de aanwezige grondstoffen, het klimaat of de lage lonen) Het verschuiven van het economisch zwaartepunt in de wereld van de landen rond de noordelijke Atlantische oceaan naar de landen rond de Pacifische oceaan. Het steeds verder gaande proces van internationale uitwisseling van goederen, kennis en kapitaal. Dit is mogelijk door het steeds meer wegvallen van belemmeringen als afstanden, grenzen en staten. Proces waarbij wereldwijd producten en ideeën tussen landen worden uitgewisseld. De landen rond de Grote Oceaan. (die zich nu economisch gezien snel ontwikkelen) Een (positief) kenmerk van een gebied waardoor dat gebied aantrekkelijk is om naartoe te verhuizen. Een (negatief) kenmerk van een gebied waardoor mensen dat gebied verlaten Het verschijnsel dat een immigrant de cultuur van het land van vestiging overneemt Het verschijnsel dat een immigrant zich wel aanpast aan het land van vestiging, maar de eigen cultuur (m.n. godsdienst, waarden en normen, taal) behoudt. De totale productie van economische goederen, in de loop van een jaar, uitgedrukt in geld. Gemiddelde aantal mensen per km2 . (In een bepaald gebied) De wetenschap die studie maakt van de aantallen van de bevolking en de veranderingen daarin. Gaat over het verdienen van geld en de besteding ervan aan schaarse goederen, zowel tastbare materiële goederen als de immateriële diensten Sociaal = wijze waarop mensen samenleven. Cultuur = taal, godsdienst. Grafiek waarin de overgang wordt beschreven van een situatie met hoge geboorte- en sterftecijfers naar een situatie met lage geboorte- en sterftecijfers via een tussenliggende periode van sterke bevolkingsgroei. Wereldstad, met een enorme hoeveelheid en veelzijdigheid op het gebied van werkgelegenheid, onderwijs, medische zorg en vermaak. Afgelegen gebied.
Aardrijkskunde havo 4
17
De verhouding tussen het prijspeil van de import en het prijspeil van de export. Bij ruilvoet verslechtering moet land X steeds meer goederen leveren aan land Y om dezelfde hoeveelheid producten van Y te krijgen. Newly Industrialized Countries N.I.C. Landen in Azie die de laatste decennia een snelle economische Aziatische tijgers ontwikkeling doormaken. De hoeveelheid goederen en diensten die je voor een bepaald Koopkracht bedrag kan kopen. ‘Markt’ waarop goederen van een bedrijf verkocht worden. (het Afzetmarkt begrip ‘markt’ staat zowel voor een gebied als de inwoners / klanten) Arbeidsproductiviteit Het aantal producten dat een arbeider maakt in een bepaalde tijd. Arbeidsintensieve productie = een manier van produceren Arbeidsintensieve waarbij de productiefactor arbeid (arbeiders) veel meer wordt productie ingezet dan de productiefactoren natuur en kapitaal. Landen leggen zich toe op de productie van goederen waar men Internationale relatief goed(koop) in is. (Mondiaal gezien vindt de productie dan arbeidsverdeling het meest efficiënt plaats. Als gevolg hiervan ontstaat internationale handel. Bedrijf met vestigingen in meerdere landen. Multinationale onderneming (MNO) Alle technieken gericht op het verkopen van (meer) producten Marketing Het verschijnsel dat je voor hetzelfde geld steeds minder kan Inflatie kopen. Een land (vaak rijk en machtig) neemt een ander land in bezit en Kolonialisme beschouwt dit als deel van zichzelf. Het doel is het verwerven van grondstoffen en een grotere afzetmarkt. Stad die eigenlijk uit twee gescheiden delen bestaat. In het geval Dubbelstad van de Mexicaans-Amerikaanse dubbelsteden bestaat de scheiding uit een staatsgrens. Verplaatsing van personen over een bepaalde grens met het doel Migratie zich permanent te vestigen in de nieuwe woonplaats Heeft betrekking op meerdere landen. Multilateraal World Trade Organisation = organisatie die streeft naar het W.T.O. opheffen van handelsbelemmeringen. Als ieder land produceert waarin het het beste / goedkoopste is kan ieder land een hoog welvaartsniveau bereiken. Invoerheffing / belasting op import, met als doel de Tariefmuur geïmporteerde goederen duurder te maken dan de in het eigen land geproduceerde goederen. North American Free Trade Agreement = economisch N.A.F.T.A. samenwerkingsverdrag tussen VS,Canada en Mexico waarin wordt afgesproken de tariefmuren af te breken. Ruilvoet
Aardrijkskunde havo 4
18
KUNNEN: Geef antwoord op de volgende vragen: Wat zijn de economische, demografische en sociaal-culturele kenmerken van het grensgebied tussen Mexico en de VS? Komen de kenmerken van het grensgebied overeen met de nationale kenmerken van de VS en Mexico? Je kan uitleggen wat er wordt getoond in het demografisch transitiemodel en je kan de verschillende fasen beschrijven / toelichten. Waarom wordt bij een vergelijking van de welvaart tussen twee landen gebruik gemaakt van het B.N.P. / inwoner en niet van het B.N.P.? Hoe is de grens tussen Mexico en de VS tot stand gekomen? Wat is de invloed van de NAFTA op de economie van Mexico? (en op die van de VS?)
Waarom wordt de Mexicaanse grens streng bewaakt? (en die met Canada veel minder)
Aardrijkskunde havo 4
19
Hoofdstuk 2: La nueva frontera. Hoofdvraag van dit hoofdstuk: Welke gevolgen heeft de vestiging van buitenlandse bedrijven in het grensgebied van Mexico en de VS op nationale, regionale en lokale schaal? Deelvragen die je eerst moet beantwoorden: -Waarom trekken veel Mexicanen naar de maquiladoragebieden? -Waarom treedt er een verschuiving (welke verschuiving?) op in de ligging van de maquiladoragebieden? -Wat zijn de effecten van de maquiladoras op lokale schaal? -Welke gevolgen heeft de trek van arbeiders naar de maquiladoras voor de herkomstgebieden?
Paragraaf 2.1: Maquiladoras. Maak een samenvatting door antwoord te geven op de volgende leer- overhoorvragen. Noteer de antwoorden op de volgende bladzijde. Neem de vraag deels over, zodat er een goed leesbare samenvatting ontstaat. 1-Waarom hebben veel (Amerikaanse) multinationals productieafdelingen in het grensgebied met Mexico gebouwd? 2-Op welke manier probeerde de Mexicaanse overheid multinationals naar dit gebied te lokken? 2-b-Waarom wilde de Mexicaanse overheid deze ondernemingen lokken? 3-a-Wat zijn assemblagebedrijven? 3-b-Wat zijn ‘maquiladoras’? 4-Welk effect had de groei van de werkgelegenheid in de grensstreek op de binnenlandse migratie? 5-Wat verstaan we onder liberalisering en marktwerking? 6-Beschrijf en verklaar het effect van de NAFTA op de werkgelegenheid in de maquiladoras. 7-Verklaar de vestiging van Europese en Japanse multinationals in de grensstreek. 8-Wat verstaan we onder ‘internationale arbeidsverdeling’? 9-De economische groei van de grensstreek is gebaseerd op de lage lonen. Leg uit waarom dit geen sterke economische basis is. 10-Geef de definitie van: semi-perifere landen, centrumlanden en periferielanden. Maak nu zelf de overhoor- / leervragen 11, 12 en 13 bij de tekst op blz 38. 11-
12-
13-
Aardrijkskunde havo 4
20
Aardrijkskunde havo 4
21
Aardrijkskunde havo 4
22
Aardrijkskunde havo 4
23
DVD “Auto’s en Nike”.
Japanse auto-industrie in de VS. 1-Waarom vestigen Japanse autofabrieken zich in de VS? (met andere woorden: Waarom exporteren ze geen auto’s van Japan naar de VS?)
2-Waarom kozen de Japanners voor vestiging van die fabrieken in het midwesten van de VS in plaats van in de buurt van de Amerikaanse autobedrijven rond Detroit?
3-wat wordt verstaan onder het ‘just-in-time-principe’?
Nike. 4-De productie van Nike schoenen vind onder andere plaats in Guandong. 4-a-Noem twee redenen waarom Nike voor Guandong heeft gekozen.
4-b-Welke ontwikkeling heeft het mogelijk gemaakt om productieafdelingen ver van grondstoffen en afnemers te vestigen?
5-Bedrijven als Nike verplaatsen regelmatig hun productieafdeling van het ene naar het andere land. 5-a-Waarom kan Nike de productie op korte termijn verplaatsen?
5-b-In welke gevallen zal Nike besluiten de productie te verplaatsen?
Aardrijkskunde havo 4
24
6-Noem twee redenen waarom multinationals nauwelijks productieafdelingen verplaatsen naar Afrika. -
Maak de opdrachten 4 t/m 7 en de samenvattingsopdracht. (zie blz 40 van je tekstboek)
Aardrijkskunde havo 4
25
Figuur W 5 bij samenvattingsopdracht paragraaf 2.1
Paragraaf 2.2: de andere kant van de medaille. AANTEKENING: KROTTENWIJKEN.
Aardrijkskunde havo 4
26
DVD: Megasteden in de Derde Wereld: New Delhi en Sao Paulo. 1-Urbanisatie / verstedelijking: proces van concentratie van bevolking in stedelijke gebieden als gevolg van migratie (= sociale bevolkingsgroei) en natuurlijke bevolkingsgroei. De verstedelijkingsgraad / urbanisatiegraad (het percentage mensen dat in de stad woont) ligt in het rijke Noorden hoger dan in het arme Zuiden. Toch wonen in de arme landen meer mensen in de steden dan in de rijke landen. Leg dit uit.
2-Zowel in het filmpje over New Delhi als in het filmpje over Sao Paulo worden een aantal pushfactoren ter verklaring van de ruraal urbane migratie genoemd. Noteer deze pushfactoren.
3-Noteer een aantal pullfactoren die genoemd worden.
4-Welke problemen doen zich voor in New Delhi als gevolg van de enorme bevolkingsgroei?
5-Hoe wil men de problemen van New Delhi oplossen. Geef een korte toelichting!
6-Leg uit wat het ‘hulp bij zelfbouw’ beleid van de gemeente Sao Paulo inhoudt.
Aardrijkskunde havo 4
27
Maak overhoor- leervragen bij paragraaf 2.2: De andere kant van….. Natuurlijk zet je ook de antwoorden er bij.
Aardrijkskunde havo 4
28
Aardrijkskunde havo 4
29
Maak de opdrachten 10 en 12 (blz 44 e.v.)
Aardrijkskunde havo 4
30
Aardrijkskunde havo 4
31
Leeroverzicht hoofdstuk 2: La nueva frontera KENNEN ! Maquiladora = Multinational = Assemblagebedrijf =
Arbeidsintensief = Liberalisering = Marktwerking = Internationale arbeidsverdeling = NAFTA = Periferie (landen) = Semi-Periferie = Centrumlanden = Ecologische draagkracht = Productiefactor = Marketing = Distributie = Agglomeratie =
Infrastructuur = Sociaal-culturele dimensie = Hypothese = Urbanisatie = Welvaart = Welzijn =
Lokale naam voor assemblagefabrieken in Noord-Mexico (daar gevestigd dankzij NAFTA/vrijhandel en lage lonen) Bedrijf dat de activiteiten (hoofdkwartier, productie, R&D) spreidt over meerdere landen Fabriek waar uit min of meer kant en klare halffabricaten eindproducten worden gemaakt.(arbeidsintensief / kapitaalsextensief) Er zijn relatief veel arbeiders nodig om een product in elkaar te zetten. (hoge loonkosten t.o.v. prijs eindproduct) Vrijmaken van de handel (minder regels en heffingen) Vraag en aanbod bepalen de prijs. (minder regels) Verschijnsel dat bepaalde soorten werk (arbeidsintensief / laag betaald) naar bepaalde landen trekt. (lage lonen landen) En omgekeerd…. North American Free Trade Association Afgelegen / achter gebleven gebied Landen die zich nu snel ontwikkelen Landen waar de macht (en het geld) zijn gevestigd. Belasting die de natuur aan kan zonder schade aan te richten Natuur (grondstoffen), arbeid, kapitaal, ondernemingszin Alle activiteiten gericht op de verkoop van producten Alle activiteiten gericht op de verspreiding van producten Stad met de er aan vastgegroeide randgemeenten. Ook wel algemener gebruikt in de zin van ‘sneeuwbaleffect’ Alle voorzieningen gericht op het verplaatsen van personen, goederen en informatie Sociaal = menselijk / cultureel = taal, godsdienst Vooronderstelling Verstedelijking Behoeften bevredigt met goederen waarvoor je moet betalen Behoeften bevredigt met ‘goederen’ waar je niet voor hoeft te betalen. (rust, schone lucht, etc…)
KUNNEN ! Geef antwoord op de volgende vragen: Waarom trekken veel Mexicanen naar de maquiladoragebieden? Beschrijf en verklaar de ruimtelijke spreiding van de maquiladoras en de veranderingen daarin. Wat is de invloed van de NAFTA op de ontwikkeling van de maquiladorabedrijven? Welke, zowel positieve als negatieve effecten hebben de maquiladoras op hun directe omgeving? (lokale schaal) Welke gevolgen heeft de trek van de arbeiders naar de maquiladoras voor de herkomstgebieden? Welke gevolgen heeft de vestiging van maquiladoras voor Mexico op nationale, regionale en lokale schaal? (in de herkomst- en de vestigingsgebieden)
Aardrijkskunde havo 4
32
Proeftoets hoofdstuk 2. Maak waar nodig aantekeningen.
Aardrijkskunde havo 4
33
Aardrijkskunde havo 4
34
Hoofdstuk 3: Naar de VS; ‘El otro lado’. Hoofdvraag van dit hoofdstuk: Wat zijn de oorzaken en gevolgen van de migratie van Mexicanen naar de VS? Deelvragen: -Wat zijn de historische fasen van de arbeidsmigratie tussen de VS en Mexico? -Beschrijf de positie die de Mexicanen in de Amerikaanse samenleving innemen. -Beschrijf de interactietheorie van Ullman. -Wat zijn de voor- en nadelen van de migratie van Mexicanen naar de VS? -Beschrijf de invloed van de NAFTA op de arbeidsmigratie van Mexicanen.
Paragraaf 3.1: Migratiegeschiedenis. Bestudeer de tekst in het lesboek en vul de samenvatting verder in. Let goed op de manier waarop de samenvatting is gemaakt. (Tussenkopjes en symbolen) Uiteindelijk moet je het zelf kunnen !!!!! Deelvragen van deze paragraaf. (Zie TB blz 62) 1 2
► Mannen gaan uit en Vrouwen en kinderen Bedoeling is eerst dat Maar na verloop van tijd Veel Mexicanen in de VS: -⅓ -Elk jaar… -Meer dan… -Volkstelling
gaan in de staten
Al meer dan een eeuw ►1848 ● 1880
● W.O. I ● Tussen de wereldoorlogen..
Aardrijkskunde havo 4
35
Bracero-programma ► In Tweede Wereldoorlog werd vanuit de VS een beroep gedaan op Mexicaanse arbeidskrachten. ___________________________________: Amerikaanse koppelbazen mochten officieel arbeidskrachten verhuren aan grote Amerikaanse landbouwbedrijven ( minimumloon en het transport werden verzekerd) Gestopt in 1964. ● Laatste decennia een geweldige legale en illegale migratie. Oorzaken: 123-
Push en pull ► Getrapte migratie van steden naar maquiladora-gebieden naar VS. Twee typen migranten:
Migratie te verklaren met push- en pullfactoren ! Pushfactor = Pulfactor = ► ______________________________factor: slecht draaiende economie van Mexico gedwongen werk in informele sector.
Informele sector = Ook netwerken migrant spelen rol bij beslissing om wel of niet te migreren kettingmigratie. Kettingmigratie =
Vertrek- en vestigingsgebieden ► Meer dan 80% migranten is afkomstig uit een vijftal staten: Jalisco, Michoàcan, Zacatecas, Durango en Oaxaca vaak uit kleine plattelandsgemeenten. Steeds vaker… ► In de Verenigde Staten zijn de belangrijkste vestigingsstaten. Zuidoosten van VS wordt nieuw vestigingsgebied werk in de slachterijen, de bouw en de lichte industrie.
Aardrijkskunde havo 4
36
Maak de opdrachten 3 b, 4 en de ‘samenvattings’opdracht.
Aardrijkskunde havo 4
37
DVD: Arbeidsmigratie tussen Mexico en de VS. (Globetrotter 110) 1-Uit welke streken in Mexico vertrekken de meeste migranten naar het noorden?
2-Uit welke streken vertrekken veel minder mensen naar het noorden? Verklaar het verschil.
3-Verklaar de migratie tussen Mexico en de VS m.b.v. push- en pullfactoren. Pushfactoren Pullfactoren.
4-Blijven de Mexicaanse arbeidsmigranten die de VS bereiken daar definitief wonen? Licht toe.
5-Waarom waaieren de Maquiladoras tegenwoordig uit over de rest van Mexico?
6-Welk economisch belang heeft Mexico bij de arbeidsmigratie naar de VS?
7-a-Hoeveel illegale Mexicaanse emigranten worden er per maand door de Amerikaanse borderpatrol opgepakt? (en teruggestuurd)
7-b-Hoeveel illegale Mexicaanse emigranten weten er dan waarschijnlijk wel de VS te bereiken?
Aardrijkskunde havo 4
38
Artikel: Een dromer met ijzeren vuisten. Dit artikel over Innocent, een vluchteling uit Nigeria, leent zich goed om de migratietheorie op toe te passen. Lees het artikel en maak de vragen.
Publiek op de banken voor bokser Innocent Dinsdag 14 oktober 09:25 - Peter van Steenis
Boksen - Profbokser Innocent Anyanwu was maandagavond in theater Carré de grote blikvanger van de tweede Ben Bril Memorial. De geboren Nigeriaan kreeg het publiek op de banken met een spectaculaire partij tegen de Fransman Mihad Boukadim. In de zesde ronde staakte de arbiter het keiharde gevecht waarin beide boksers een groot incasseringsvermogen toonden. Voor de nog ongeslagen Anyanwu was het zijn zestiende zege in zijn zeventiende profpartij. Hij mag daardoor blijven dromen van een gevecht, namens Nederland, in het supervedergewicht om de Europese titel.
Aardrijkskunde havo 4
39
Aardrijkskunde havo 4
40
Vragen bij het artikel “Een dromer met ijzeren vuisten”. -1-Waar komt Innocent vandaan? 2-a-Waarom is Innocent uit zijn land vertrokken? Welke pushfactoren worden in het artikel genoemd? 2-b-Noteer nog een aantal andere pushfactoren. Gebruik hiervoor de Bosatlas. 3-Waar wilde Innocent naartoe en waarom juist naar dat land? (pullfactoren) 4-Hoe kreeg hij het geld om te emigreren bij elkaar? Wat was de motivatie van deze mensen? 5-Nederland werd voor hem een ‘intervening oportunity’. Leg dat uit. 6-Waarom ging hij naar de Bijlmermeer? 7-Waarom kreeg hij in 2005 wel een paspoort? 8-Emigranten zijn voor hun vaderland zeer belangrijk. In welke opzichten? 9-Geef jouw mening over het asielbeleid zoals wij dat in Nederland toepassen. -a-Wat zijn de belangrijkste feiten? -b-Waarom is dit zo? -c-Wat zijn jouw normen en waarden t.a.v. het asielbeleid? -d-Zijn er ook andere meningen mogelijk? Zo ja, welke? Op welke normen en waarden zijn deze gebaseerd? Ruimte voor de antwoorden vind je op de volgende bladzijden.
Aardrijkskunde havo 4
41
Aardrijkskunde havo 4
42
Aardrijkskunde havo 4
43
Paragraaf 3.2: De huidige migranten. Vul de samenvatting verder in. Deelvragen: – -
► ● -1–
► Geldzendingen = Het zijn niet de armste Mexicaanse staten die veel geldzendingen ontvangen, want..
► Geld zorgt voor afname inkomensongelijkheid in Mexico.
● Mexicaanse overheid wil graag dat het ten goede komt aan de lokale gemeenschappen. “Dos par Uno-project”=
De positie van Mexicanen in de Verenigde Staten
Legalisering ► 1986
● 2006
Aardrijkskunde havo 4
44
Exodus? ►Effect oprichten NAFTA op migratie van Mexicanen naar VS? Verwachting:
● NAFTA heeft averechts effect heeft op de Mexicaanse arbeidsmigratie toename van de emigratie, want
● Door de vrijhandel…
■ gevolg voor de maisteelt…
► te verwachten gevolgen m.b.t. migratie…
●
Maak de opdrachten: -opdr 9. (en verbeter de onjuiste beweringen) -opdr 11 c t/m f. (gebruik onderstaande tabel) -opdr 12. (gebruik onderstaande figuren) -opdr 14. -samenvattingsopdracht
Aardrijkskunde havo 4
45
11W7 Figuur 3.7 Type werk
Totale bevolking VS oververtegenwoordiging in productie en transport + dienstververlening (54%); ondervertegenwoordiging in management
Geboren in VS zelfde beeld, maar zelfs slechter dan gemiddelde buitenlanders
Mexicanen Zelfde beeld, maar sterk ondervertegenwoordigd in hooggekwalificeerd werk/management, positie slechter dan autochtonen en totale bevolking
Figuur 3.9 Werkloosheid
hogere werkloosheid dan landelijk gemiddelde
ook hier slechter dan gemiddelde buitenlanders
zeer hoge werkloosheid, hoger dan totaal én autochtonen
Figuur 3.11 Opleidingsniveau
grootste % met laagste opleidingsniveau, ondanks de verbetering sinds1970
Laag opleidingsniveau in eerste en tweede generatie.
11-c
Aardrijkskunde havo 4
46
Aardrijkskunde havo 4
47
Opdracht 12 W 14 Kern van het verhaal W9
W 10
W 11
W 12
W 13
W 15 Dimensie van het verhaal W9 W 10 W 11 W 12 W 13 W 16 Positief of negatief W9 W 10 W 11 W 12 W 13 W 17 Positief
Negatief
Economisch
Sociaal-cultureel
Demografisch
Aardrijkskunde havo 4
48
Leeroverzicht hoofdstuk 3: Naar de VS; ‘El otro lado’. KENNEN ! Migratie = Emigratie = Immigratie = Push- of afstotingsfactoren= Pull- of aantrekkingsfactoren = Interactietheorie van Ullman = Complementariteit = Intervening opportunity = Transferability = Devaluatie (van de Peso) = Informele sector = Kettingmigratie = Cirkelmigrant (‘sojourner’) = Geldzendingen = ‘Dos par uno-project’= Infrastructuur = NAFTA =
Wat moet je KUNNEN? Antwoord geven op de volgende vragen: -Wat zijn de oorzaken en gevolgen van de migratie van Mexicanen naar de VS? -Welke fasen kenmerken de arbeidsmigratie tussen Mexico en de VS? -Wat zijn voor elke periode de push- en pullfactoren? -Beschrijf de interactietheorie van Ullman. -Beschrijf de positie die de Mexicanen innemen in de Amerikaanse samenleving. -Welke voor- en nadelen kent de vestiging van Mexicanen in de VS? Leidt de toetreding tot de NAFTA tot meer illegale migratie naar de VS?
Aardrijkskunde havo 4
49
Proeftoets hoofdstuk 3. Maak waar nodig aantekeningen.
Aardrijkskunde havo 4
50
Aardrijkskunde havo 4
51
Aardrijkskunde havo 4
52
Hoofdstuk 4: De wereld in delen. (CSE !) Hoofdvraag: Hoe zijn economische, demografische en sociaal-culturele verschijnselen wereldwijd verspreid en op welke manier raken ze steeds sterker met elkaar verbonden? Deelvragen: -Welke begrippen heb je nodig om de samenhangen en verschillen in de wereld te beschrijven en te verklaren? -Hoe gebruik je economische, demografische en sociaal-culturele indicatoren bij het vergelijken van landen? -Wat zijn de eigenschappen en beperkingen van deze indicatoren? -Waarom wisselen geografen bij het beschrijven en verklaren van aardrijkskundige verschijnselen van schaalniveau? -Beschrijf en verklaar de mondiale verschuivingen op het gebied van handel, investeringen en migratie. Gebruik hierbij de begrippen globalisering en global shift. -Hoe passen India en Groot-Brittannië in de mondiale patronen en processen? -Wat zijn de belangrijkste oorzaken en gevolgen van globalisering, toegepast op India en Groot-Brittannië? Begrippen in dit hoofdstuk ! Amerikanisering Analfabetisme Beroepsbevolking Bevolkinggroei (natuurlijke- en sociale-) Bevolkingsspreiding BNP BNP /inw Centrum-Periferie model Cluster Communicatietechnologie Cultuurgebied De-industrialisatie Demografisch transitiemodel Diffusie Eenwording (van verschillende gebieden) Fast World Fragmentarische modernisering Fundamentalisme Global shift Globalisering / mondialisering Grijze druk Groene druk Demografische druk Industrialisatie Kapitaalstroom Koloniaal moederland Kolonialisme Koopkracht Leeftijdsopbouw
Aardrijkskunde havo 4
Lingua franca Megastad Multinationale onderneming (MNO) Nationaal inkomen Netwerksamenleving Periferie Polarisatie Primate city Productieketen Protectionisme Regionale identiteit Regionale ongelijkheid Regionale specialisatie Ruilvoet Ruimtelijke complementariteit Semi-periferie Slow World Sociale ongelijkheid Tijd-ruimtecompressie Transitielanden Transnationale identiteit Transporteerbaarheid Transporttechnologie Triade Tussenliggende hindernis Tussenliggende mogelijkheid Verbrokkeling Vrijhandel Wereldeconomie
53
Aantekeningen bij paragraaf 4.1: Tsjechië en Egypte vergeleken. Wat ga je vergelijken?
I Welk ECONOMISCH kenmerk wordt het meest gebruikt om landen te vergelijken?
Waarom gebruiken we relatieve getallen als we landen gaan vergelijken?
Getallen relatief maken doe je door gebruik te maken van..
Pas op met het BNP / inwoner, want….
Zie voor andere ‘problemen’ met het BNP / inw je samenvatting ! Een andere economische indicator van de onderontwikkeling van een land is….
II SOCIAAL-CULTURELE kenmerken. Taal en godsdienst zeggen niets over het ontwikkelingsniveau van een land. Het percentage ______________________________ wel. III DEMOGRAFISCHE kenmerken. Demografie =
Aardrijkskunde havo 4
54
Demografische kernbegrippen die je moet kennen ! Zet onderstaande begrippen voor de juiste omschrijving. Vervangingsfactor / bevolkingsgroei / leeftijdsopbouw / kindersterfte / levensverwachting / geboortecijfer / sterftecijfer / zuigelingensterfte / bevolkingsdichtheid / bevolkingsspreiding / geboorteoverschot / natuurlijke bevolkingsgroei / sociale bevolkingsgroei / leeftijdsdiagram of bevolkingspiramide / vergrijzing / ontgroening / grijze druk / groene druk / demografische druk. Het saldo van geboorte, sterfte, vestiging en vertrek. Het saldo van geboorte en sterfte Het saldo van vestiging en vertrek De samenstelling van de bevolking naar leeftijd en geslacht Een grafische voorstelling van de verdeling van de bevolking naar leeftijd en geslacht Aantal levendgeborenen per 1.000 inwoners / jaar De verhouding tussen het aantal vrouwen in de vruchtbare leeftijd (15-49 jr) en het aantal dochters dat zij krijgen. Aantal sterfgevallen per 1.000 inwoners / jaar Geboorte > sterfte = positief saldo van de natuurlijke bevolkingsgroei Het aantal levendgeborenen per 1.000 dat tijdens het eerste levensjaar komt te overlijden. Het aantal kinderen per 1.000 geboorten dat tijdens de eerste 5 levensjaren komt te overlijden. Het aantal jaren dat een persoon van een bepaalde leeftijd naar verwachting nog zal leven. Laat zien hoe de bevolking over een gebied verdeeld is. Het (gemiddeld) aantal inwoners per vierkante kilometer in een gebied. De verhouding tussen de som van het aantal personen in de leeftijdscategorie 0-19 en 65+ en de personen in de ‘productieve leeftijdsgroep’ van 20-64 jaar Afname van het aandeel jongeren in de bevolking Toename van het aandeel ouderen in de bevolking Het aantal personen van 65 jaar of ouder als percentage van het aantal personen tussen de 20-64 jaar. Het aantal personen jonger dan 20 jaar als percentage van het aantal personen van 20-64 jaar.
Aardrijkskunde havo 4
55
Demografisch transitiemodel
Het demografisch transitiemodel Beschrijft het verband tussen de waarde van de begrippen in het demografisch transitiemodel en de mate van ontwikkeling van een land. Kijk ook nog even bij de opdrachten van paragraaf 1.1. Daar is het demografisch transitiemodel uitgebreid beschreven.
Welke 3 andere demografische indicatoren (kies uit de begrippen van de vorige bladzijde) zeggen het meest over de mate van ontwikkeling van een land? Licht ieder antwoord kort toe. Tip ! Probeer de leeftijdsopbouw zoveel mogelijk uit te schakelen. Een hoog / stijgend sterftecijfer hoeft niet het gevolg te zijn van een laag ontwikkelingsniveau, maar kan ook het gevolg zijn van vergrijzing. 1
2
3
Aardrijkskunde havo 4
56
Samenvatting § 4.1 Tsjechië en Egypte vergeleken Deelvragen: -
-
Etiket en meetlint ► Grote welvaartsverschillen tussen én binnen de landen in de wereld. Nauwkeurig vergelijken is lastig: -een meetlint of criterium nodig = uitdrukken in getalswaarden. -relatief maken door te koppelen aan bijvoorbeeld ___________________________ . ► Voor een geografisch beeld van een gebied moet je letten op hoofdkenmerken:
I– economisch = verdienen en besteding van geld aan schaarse goederen II–____________________________= bevolkingsgegevens III– __________________________________________= cultuur van groepen mensen - _____________________________= bezit en verdeling van de macht
I - Economische kenmerken en criteria ► Economie gaat over
Drie kenmerken / criteria: -_____________________________
BNP / inw
-______________________________
Inkomen / inw
-Soort ________________________
% beroepsbevolking in …
● Probleem: Indicatoren soms moeilijk vergelijkbaar. ● De cijfers zijn vaak niet erg betrouwbaar: In ontwikkelingslanden vaak: weinig ________________________________________________________ slechte ________________________________________________________ vaak _________________________________________________________
Aardrijkskunde havo 4
57
► Kenmerk ‘ontwikkeling’ meten met behulp van Nationaal Inkomen. Nationaal Inkomen = ■ Berekening N.I. van een land kan op drie manieren: 123-
► Bruto Nationaal Product (BNP) =
“Alles wat er in 1 jaar wordt verdiend”.
● Ook schadeherstel draagt bij aan het BNP, maar niet altijd tot meer welvaart op lange termijn. ►Nadelen van BNP/inwoner als criterium, met name in ontwikkelingslanden: 1■ Soms grote mate van doordat … 2■ van een valuta.
wijken soms sterk af van de werkelijke waarde
3■ Het is altijd een gemiddelde Gevolgen: # regionale ___________________________________________vallen weg # verdeling / spreiding over groepen niet duidelijk Bijvoorbeeld kleine elite ↔ grote massa = onevenwichtige sociale structuur 4■ Grote verschillen in koopkracht Koopkracht =
Koopkracht = hoeveel kost een standaardmandje goederen & diensten? =gebaseerd op een index. (= een omschreven aantal goederen en diensten voor een gemiddeld huishouden.) = Hamburgerindex als (niet erg betrouwbare) weergave van welvaart en loonshoogte. Focus: Indicatoren op nationale schaal verhullen de ruimtelijke en sociale verschillen binnen een land.
Aardrijkskunde havo 4
58
● Vanwege kritiek op BNP als maatstaf daarnaast andere criteria Bijvoorbeeld Human Development Index (VN) ofwel IMO op basis van: 1 2 3
► Drie groepen bestaansmiddelen = primair, secundair, tertiair. ● Omvang uitgedrukt in percentage van de beroepsbevolking (= alle personen van 15-65 jaar die tenminste 12 uur per week betaalde arbeid verrichten) Beroepsbevolking =
● Aandeel in de landbouw zegt veel. Generalisatie: (= algemene uitspraak) Hoe ______________ het percentage van de beroepsbevolking dat in de landbouw werkt, hoe _______________ het BNP per inwoner in een land is. – Secundaire sector omvat ook arbeidsintensieve bouwnijverheid – Tertiare sector misleidend als maatstaf, want ….. - onevenredig veel mensen in overheidsdienst - informele sector erg groot
II -Demografische kenmerken en criteria ► Demografie = het beschrijven en verklaren van de aantallen van de bevolking en de veranderingen daarin. ● Spreiding en dichtheid van bevolking zijn geen geschikte indicatoren om landen te vergelijken Focus: Bevolkingsspreiding en bevolkingsdichtheid worden mede bepaald door de natuurlijke mogelijkheden van een gebied. Bevolkingsdichtheid = gemiddeld aantal inw / km2. ● Bevolkingsspreiding geeft de werkelijke verdeling aan.
Aardrijkskunde havo 4
59
● Bevolkingsgroei is een beter vergelijkingsinstrument als je kijkt naar de mate van ontwikkeling. Bevolkingsgroei =
= Geboorte – sterfte = migratiesaldo
Naast het geboortecijfer zijn
en
goede, zo niet betere, indicatoren voor de ontwikkeling van een land. (want bij die laatste 2 speelt leeftijdsopbouw geen rol) ● __________________________= samenstelling van de bevolking naar leeftijd en geslacht.
Piramide
granaat
urn
Drie modellen van bevolkingspiramides: 1. ______________________= hoog geboortecijfer + hoog sterftecijfer = hoge groene druk. 2. ______________________= bevolkingsgroei staat stil 3. _______________________ = bevolkingsaantal neemt af = hoge grijze druk
● ______________________________________geeft de verhouding tussen productieven en niet-productieven aan op basis van leeftijdsgroepen. (D.M. = groene druk + grijze druk)
Aardrijkskunde havo 4
60
III -Sociaal-culturele kenmerken ► De belangrijkste cultuurkenmerken: 12 geen geschikte indicatoren om landen te vergelijken. wel grote invloed op bestaan en inrichting. Belangrijke diffusie (verspreiding) van deze twee cultuurelementen over de wereld. ► Analfabetisme =
Analfabetisme is..
-moeilijk vast te stellen: schattingen zijn niet erg betrouwbaar. -voorwaarde voor ontwikkeling, dus opgenomen in Human Development Index.
Maak van de opdrachten bij paragraaf 4.1: 10, 11a, 15, 17c t/m f, 18 t/m 24 en de samenvattingsopdracht.
Aardrijkskunde havo 4
61
Opdracht 11a Dimensie Economisch
Typerende zinnen
Demografisch
Sociaal-cultureel
Politiek
Aardrijkskunde havo 4
62
Opdracht 17 c t/m f Land Urbanisatiegraad 1950 Egypte G-B India Nederland Tsjechië
Aardrijkskunde havo 4
Urbanisatiegraad 2005
VN-index
Bevolkingsdichtheid
63
Aardrijkskunde havo 4
64
Aardrijkskunde havo 4
65
Paragraaf 4.2: Verschuivende werelden. Aantekeningen.
Aardrijkskunde havo 4
66
Samenvatting § 4.2 Verschuivende werelden. Bestudeer blz 94 t/m 99. Noteer de deelvragen en vul de samenvatting verder in.
Verschuivende werelden. De deelvragen van deze paragraaf zijn:
Uitbuiting en randligging ► Veel Europese landen hadden koloniën. Kolonie =
Kolonialisme =
Twee soorten: _
bijv. Australië, Zuid-Afrika.
-exploitatiekolonie: bijv: ● 1970
● Achterstand van de ‘Zuidlanden’ gevolg van… Neokolonialisme = ● Centrum-periferiemodel =
Aardrijkskunde havo 4
67
■ Ook binnen regio’s zijn weer centrum en periferie te onderscheiden. Regel: belangentegenstelling = conflict: tussen
belangentegenstelling = conflict: tussen
belangenovereenkomst = harmonie: tussen
■ Voorbeeld Honeywell van Drenthe naar Most. (CZ)
● Semi-periferie =
Het wereldwijde patroon van Centrum en Periferie hangt samen met de erfenis van het koloniale verleden, maar…….. ► Traditioneel C-P-beeld van de wereld verandert: ●
● ● Transitielanden:
Global Shift ● Global Shift = Wereldwijde verschuiving in productie, handel en vervoer van Atlantic Rim naar Pacific Rim. (als gevolg van het wegvallen van ‘hindernissen’ als afstanden, grenzen, handelsbelemmeringen, etc) ●
Aardrijkskunde havo 4
68
De bevolkingsovergang ► Traditioneel patroon van geboorte en sterfte verandert. Generalisatie: Bij een toenemende economische en sociale ontwikkeling neemt het geboortecijfer af. veranderende leeftijdsopbouw leidt tot andere leeftijdspiramide, verandering van de demografische druk en toenemende vergrijzing. ● Demografisch transitiemodel =
Vier of vijf fasen te onderscheiden in het demografisch transitiemodel: (transitie = overgang) – van hoge geboorte- en sterftecijfers naar lage geboorte- en sterftecijfers – in de twee overgangsfasen vindt een sterke natuurlijke bevolkingsgroei plaats – in de laatste fase een hoger sterftecijfer dan geboortecijfer: de bevolking neemt af ● Veel ontwikkelingslanden nog in de eerste fase. Het sterftecijfer is daar hoog als gevolg van: ● Het mondiale bevolkingszwaartepunt verschuift in de richting van de minder ontwikkelde landen. Cultuurgebieden: contacten en conflicten. ► Cultuurgebied =
● Spanningen vind je vaak…..
Aardrijkskunde havo 4
69
Fundamentalisme =
■ Fundamentalisme vindt vaak een voedingsbodem in (de gevolgen van) het kolonialisme, want…
► Diffusie =
● Culturele diffusie sinds 19e eeuw sterk toegenomen. Oorzaken: 123-
■ Een voorbeeld van diffusie is…________________________________________________ ● Culturele diffusie gaat steeds sneller, want…._____________________________________
Wereldstad / metropool = ______________________________________________________
Lingua franca = ______________________________________________________________
Fast world = _______________________________________________________________
Aardrijkskunde havo 4
70
Slow world = _______________________________________________________________
Tijd en ruimte krimpen. ● Netwerksamenleving = _____________________________________________________
Tijd-ruimtecompressie = _____________________________________________________
Verwestersing en modernisering. ► modernisering / verwestersing = ____________________________________________
Amerikanisering = ___________________________________________________________ ● Communicatiemiddelen ….___________________________________________________
Maar…____________________________________________________________________ ●
■ Regionale identiteit = _______________________________________________________
● Fragmentarische modernisering = ____________________________________________
■ Polarisatie = ______________________________________________________________
Aardrijkskunde havo 4
71
Voorbeelden: Maak nu de opdrachten : 25, 26, 30, 31, 32 en 33. 25-
Aardrijkskunde havo 4
72
Aardrijkskunde havo 4
73
Aardrijkskunde havo 4
74
Aardrijkskunde havo 4
75
DVD: Globetrotter; Kaukasus en China. 1-Wat is het thema van dit programma?
2-Welke cultuurgebieden grenzen in Dagestan aan elkaar?
3-Er wordt gesteld dat er in Dagestan sprake is van een etnisch mozaïek. Wat wordt hiermee bedoeld?
4-Welke factoren maken van al deze volken toch min of meer een eenheid? (Wat is het cement dat ze bind?)
5-Wat is er veranderd sinds de val van het communisme?
6-Wat is er zo strategisch aan de ligging van Lanzhou?
7-Lanzhou ligt aan de zijderoute. -a-Welke culturen komen hier met elkaar in contact? -b-Wat wordt er verhandeld?
8-China heeft het orthodoxe (strenge) communisme vervangen door een meer liberale (vrije) versie. Welke gevolgen had dit voor de bevolking op economisch en cultureel gebied? Ec
Cult
Aardrijkskunde havo 4
76
CONCLUSIE VAN HET PROGRAMMA: CULTUURVERSCHILLEN ZIJN GEEN OORZAAK VAN (GEWAPENDE) CONFLICTEN. HET GAAT VEEL MEER OM: 1 ZOALS MACHTHEBBERS DIE GEBAAT ZIJN BIJ DE HEERSENDE WETTELOOSHEID, WAARIN ZE VERDER KUNNEN GAAN MET HUN ILLEGALE PRAKTIJKEN. DENK AAN DRUGSHANDEL, PAPAVERTEELT, SMOKKEL, ETC….. 2 DE TOEGANG TOT SCHAARSE HULPBRONNEN ALS WATER EN OLIE.
Aardrijkskunde havo 4
77
Samenvatting § 4.3 Handel, investeringen en migratie Deelvragen van deze paragraaf:
De driehoeksrelatie …. ► Sinds WO 2 snelle groei van de wereldeconomie. Wereldeconomie =
Gevolg toename van wereldwijde afzetmarkt. Kapitaalstromen =
● Het merendeel van de internationale handels- en vervoersstromen voltrekt zich binnen en tussen de drie kerngebieden van de Triade. Triade =
● Noord-Zuidhandel is veel geringer. Beeld: rijke landen voeren …………………………………………………………………in, rijke landen voeren …………………………………………………………………………uit. ■ Ongunstige ruilvoet.
Aardrijkskunde havo 4
78
Ruilvoet =
● Dit beeld gaat niet meer op: ook in veel arme landen leidt goederenproductie tot: meer werk = welvaart = koopkracht = belastinginkomsten = overheidsinvesteringen. ■ Het exportpakket van de Newly -invoer van assemblage van export van industriële eindproducten.
(N.I.C.’s is veranderd: en
N.I.C. ‘s ontwikkelen nieuwe producten door ■ Triade-model verandert eveneens door….
De werkplaats ligt verderop ► Multinationale ondernemingen stimuleren het proces van ………………………………= het voortschrijdende proces van internationale uitwisseling van als gevolg van het wegvallen van belemmeringen als grenzen, landen en afstanden. Multinationale onderneming (M.N.O.) =
■ Door de hoge landen) hebben M.N.O. ’s ook veel
(soms groter dan het BNP van ontwikkelde
● MNO´s: hebben vestigingen in meerdere landen. – Hoofdkantoor in centrumland – R&D-afdelingen nu ook wel in lage lonenlanden – Logistiek en marketing schuiven eveneens uit - Productie-afdelingen in lage lonenlanden (periferie), vanwege______________________ ■ Voorbeeld Nike…………………………………………(zie artikel).
De ketting in stukjes geknipt ► Bij het globaliseringproces wordt de productieketen opgedeeld in afzonderlijke eenheden. Productieketen =
Aardrijkskunde havo 4
79
● Grondstof =
Elk productieonderdeel kan worden uitbesteed aan onderaannemers = flexibilisering: Kenmerken: – zo hoog mogelijke kwaliteit tegen zo laag mogelijke productiekosten. – risico wordt verlegd naar toeleverancier. (daar ontslagen als het even minder gaat) – onder-onderaannemers: vaak slechte arbeidsomstandigheden / kinderarbeid? ■ Is dit een systeem van uitbuiting? Actie door ILO en WTO om misstanden (= oneerlijke concurrentie) te bestrijden.
Internationale arbeidsverdeling ► De internationale arbeidsverdeling verandert door de mondialisering. Internationale arbeidsverdeling =
Regionale specialisatie =
Ontstaan van regionale specialisatie door speciale eigenschap van het gebied, bijvoorbeeld: – industrieel-ambachtelijke traditie - soepele wet- en regelgeving Bijvoorbeeld Pusan (Zuid-Korea) Bijvoorbeeld Bangalore (India)
Tegenwoordig ook outsourcing (= verplaatsen van werk) van hogere functies.
Clusters ► Regionale concentratie van bedrijven dankzij agglomeratievoordelen: – zelfde leveranciers of afnemers – gebruik maken van geschoold en gespecialiseerd arbeidsreservoir – aanbod van scholing en vakkennis - kweekvijver voor innovatie Agglomeratievoordeel =
Aardrijkskunde havo 4
80
►Cluster =
Bijvoorbeeld: Silicon Valley, Californië. ■ Aanzuigende werking van clusters / agglomeraties kan leiden tot ruimtelijke polarisatie. (= ) Dit komt door: -1-Schaalvergroting =
-2-
Het waarom van groei en verschuiving. (Dit stukje moet je heel goed leren !) ► Globalisering en Global Shift werden mogelijk door vervullen van 3 voorwaarden: ● I-Economische voorwaarden: 1-stelsel van vrijhandel (in tegenstelling tot systeem van…………………………….) (regulering door World Trade Organisation) 2 sterke toename van de ………………………………………………….……………. 3-mondiale………………………………,…………………………………………….. (zowel qua aantallen klanten als koopkracht.)
Vrijhandel = Protectionisme =
* II-Technische voorwaarden: 1-ontwikkeling van de transporttechnologie (sneller + groter = goedkoper per ton) 2-dankzij de moderne communicatietechnologie grote ontwikkeling in logistiek en distributie. (digitale revolutie) Transporttechnologie =
Communicatietechnologie =
Aardrijkskunde havo 4
81
* III-Politieke veranderingen: 1–uiteenvallen van politiek-militaire blokken. Voorbeeld: Sovjet-Unie (1990) Voorbeeld: Val van het IJzeren Gordijn (1989) 2–verschuiving in de politieke situatie. Voorbeeld: introductie vrije markteconomie in Vietnam. ► Vorming van handelsblokken gevolgen: op continentale schaal: eenwording. Voorbeeld: EU. op mondiale schaal: belangentegenstellingen worden groter, maar WTO kan wederzijds belang doen inzien. ■ Op continentale schaal ook polarisatie mogelijk. Bijvoorbeeld binnen de EU vergroting van verschil tussen Centrum en Periferie? Bijvoorbeeld in Thailand sterke tweedeling binnen het land tussen kerngebied en randgebieden. ► Voormalige Oostbloklanden vormen een ……………………………………………… ………………………………………………………………………voor West-Europese bedrijven Dichterbij gebruik maken van voordeel van lage lonen in plaats van in het Verre Oosten. ■ Voorbeelden van politieke verbrokkeling: – Tsjechië en Slowakije (1992) – versplintering van Joegoslavië Het streven naar nationale en regionale identiteit remt het globaliseringsproces. In de 20e eeuw sterke afname van de relatieve afstand = ____________________________ Gevolg beeld van de wereld als ‘global village’ , maar toch ook sprake van afstandsverval Afstandsverval =
De Transporttheorie van Ullman Legt verband tussen vervoersstromen + afstanden + activiteiten. Drie kernbegrippen: 1 ruimtelijke………………………………………..= twee regio’s vullen elkaar aan 2 tussenliggende mogelijkheid, bijvoorbeeld Oost-Europese landen. tussenliggende hindernis, bijvoorbeeld IJzeren Gordijn. 3 transporteerbaarheid. Afhankelijk van: – ………………………………………………………… –
…………………………………………………………
– infrastructuur Mensen in beweging
Aardrijkskunde havo 4
82
► Economische groeiregio’s zuigen mensen en activiteiten aan (agglomeratie- of sneeuwbaleffect) <-> randgebieden blijven achter. (vicieuze cirkel van verval) ● Menselijke mobiliteit versterkt door meer handel en communicatie (expats als voorbeeld). ● Vestiging van migranten gaat veelal samen met integratie. Integratie = je aanpassen aan het land waar je gaat wonen, maar je behoud je eigen cultuur. Soms sprake van transnationale identiteit: burger van twee landen. Dat kan, want: -Het heen en weer reizen per vliegtuig is veel goedkoper en sneller. -Mensen kunnen contact houden per e-mail, webcam; bellen is veel goedkoper geworden. -Dankzij satellietzenders / schotelantennes kunnen de ‘eigen’ uitzendingen bekeken worden. Assimilatie = het overnemen van de cultuur van het land waar je gaat wonen. Maak de opdrachten 40 t/m 47.
Aardrijkskunde havo 4
83
42-
Aardrijkskunde havo 4
84
Aardrijkskunde havo 4
85
Aardrijkskunde havo 4
86
Aardrijkskunde havo 4
87
DVD: Globetrotter: Australië en Chili. (Naar een ‘Pacific century’?) 1-De traditionele geografische oriëntatie van Australië is in een hoog tempo aan het veranderen. -a-Welke geografische heroriëntatie wordt bedoeld?
-b-Waaruit blijkt die geografische heroriëntatie? 1 2 3
2-Ook economisch is Australië bezig met een heroriëntatie. De traditionele rol als grondstoffen exporteur wordt steeds minder belangrijk. Waarop zal Australië zich de komende decennia (moeten) gaan richten?
3-Chili heeft een heel bijzondere geografische ligging. -a-Beschrijf deze bijzondere geografische ligging.
-b-Welke economische voordelen biedt deze bijzondere geografische ligging?
4-Chili’s snelle economische ontwikkeling is een gevolg van deze gunstige ligging, gecombineerd met het proces van globalisering. -a-Wat zijn de voor- en nadelen van deze ontwikkelingen voor de Chileense bevolking?
Aardrijkskunde havo 4
88
5-Binnen de Pacifische regio bestaan nog verschillende politieke conflicten tussen landen. Welke invloed kan / zal een verdere economische ontwikkeling hebben op deze politieke conflicten?
DVD: China Bleu.
Aardrijkskunde havo 4
89
DVD Globetrotter: Taiwan en Singapore. 1-Noteer de in de video genoemde landen op en geef ze aan in onderstaande wereldkaart.
2-Pas de begrippen globalisering en global shift toe. (Toelichting van de presentator)
3-Leg uit waardoor Singapore de grootste (container)haven ter wereld is geworden.
Aardrijkskunde havo 4
90
4-Wat zijn N.I.C.’s? (toelichten)
TAIWAN. 5-Beschrijf de economische ontwikkeling die Taiwan heeft doorgemaakt.
6-Welke belangrijke vestigingsvoordelen heeft Taiwan?
7-Wat is een “science park” en wat is het nut van zo een park?
8-Welke nadelen hebben Europa en de VS in vergelijking met de N.I.C.’s?
9-Welke rol kan het Europoortgebied / de Rotterdamse haven spelen als we letten op globalisering en global shift?
Aardrijkskunde havo 4
91
Paragraaf 4.4: Groot-Brittannië en India in wereldperspectief. Deelvragen: -Hoe passen Groot-Brittannië en India in de mondiale patronen en processen? -Hoe komt het dat de globalisering zo duidelijk aanslaat in India? -Wat zijn de gevolgen van globalisering in zowel Groot-Brittannië als India?
Samenvatting § 4.4 Groot-Brittannië en India in wereldperspectief. De Engelse Midlands Industrialisatie =
► Begin van industrialisatie in Midlands (rond _________ ) op basis van: - ambachtelijke traditie in textiel en metaalbewerking - energie met behulp van watermolens - kanalenstelsel ■ Dankzij _________________________________en ___________________________ volgde industriële productie voor de wereldmarkt. IJzer- en textielindustrie inmiddels verplaatst naar _______________________________. sociaal-economische problemen als gevolg van: ___________________________ en ______________________________________________________________________ ► In een tijd van ___________________________________________is het moeilijk om de oude industriegebieden weer op te peppen. de-industrialisatie =
■ Gevolgen van verdwijnen van industrie zijn groot: -verlies _______________________________________: arbeidskrachten in de fabriek zelf. -verlies _______________________________________: zoals…. – toeleveranciers – dienstverlenende bedrijven (schoonmaak, transport, banken, reparatie etc.)
Aardrijkskunde havo 4
92
Omgekeerd kan een ‘trekpaard’ de plaatselijke economie sterk stimuleren. ● Probleem Midlands: van Centrumgebied nu (semi-)Periferie = overvleugeld door primate city Londen: De zakelijke dienstverlening profiteert van outsourcing en internationale arbeidsverdeling kloof tussen Centrum (Londen) en Periferie (Midlands) neemt toe. Zakelijke dienstverlening =
Toenemende ongelijkheid Op mondiale schaal worden de sociaal-economische verschillen _____________________ . Op nationale en regionale schaal worden deze verschillen (soms) _____________________ . Toenemende regionale ongelijkheid Generalisatie: In het algemeen nemen onder invloed van globalisering de sociale en economische verschillen binnen landen toe. Regionale ongelijkheid =
Op ruimtelijk gebied sterke tegenstelling tussen: vervallen industriegebieden en woonwijken < - > _________________________________ en
Op sociaal gebied groeiende tegenstelling tussen: stedelijke probleemgroepen < - > _______________________________________________. Sociale ongelijkheid =
India als wingewest ► 19e eeuw ( _________ tot __________) = tijdperk van het imperialisme. Imperialisme = _____________________________________________________________
Aardrijkskunde havo 4
93
Koloniën als: – leverancier van ________________________en ____________________________ . –
______________________________________________________________________ .
-
bron van goedkope ____________________________ .
● Groot-Brittannië legt als koloniaal moederland zijn economisch, politiek en cultureel ■ systeem op via stelsel van indirect rule en een verdeel-en-heerspolitiek. ■ In West-Europa werd de sterke bevolkingsgroei opgevangen door industrialisatie (gevolg)
De parel aan de kroon ► India omstreeks __________ volledig onder Britse controle. leverancier van ________________________. Daarom -__________________________________in de Punjab. - aanleg ______________________________en havens: = voor export naar Europa = voor invoer van _________________________uit Engeland (gevolg) verdwijnen Indiase _____________________________________________ . ● Introductie van Brits systeem van onderwijs, bestuur en rechtspraak.. Opgelegde eenheid: Pax Brittannica, maakt landbouw en industrialisatie mogelijk. Toch blijft de welvaart uit, want: 1
2
Steden en megasteden. ► Urbanisatiegraad in India betrekkelijk laag. Maar wel aantal megasteden Megastad =
Aardrijkskunde havo 4
94
Stadsmodel in Zuid-Azië = _____________________________________________________
■ Megastad Calcutta: voorbeeld van problematiek van de grote stad in een ontwikkelingsland. - slecht werkende of ontbrekende openbare voorzieningen - volksgezondheid slecht - zeer hoge bevolkingsdichtheden - congestie en vervuiling -toestroom van rurale migranten De haven werd minder belangrijk door ___________________________________________
■ Hoofdstad Delhi en regeringsstad New Delhi. ■ Metropool Mumbai (Bombay): – onbetwist centrum van India: _________________, _________________________ en ________________________ (Bollywood) – handelscentrum dankzij gunstige relatieve ligging aan ______________________________
Maar twee derde van de bevolking _______________________________________________
● Ruraal-urbane migranten komen _______________________________________________
en niet
Aardrijkskunde havo 4
95
● Snelle groei van de megasteden door: 1 2 Problemen van megasteden in de Derde Wereld op drie schaalniveaus:
Wordt de kloof breder? ► Globalisering succesverhaal in India, maar ______________________________________ ●
●
●
●
●
Planeconomie of markteconomie? ► Na de onafhankelijkheid (___________ ) veel elementen van een planeconomie: overheid bepaalt productie, prijzen en afzet Problemen: (3x)
Na 1990 steeds meer markteconomie. Gevolgen:
Aardrijkskunde havo 4
96
● Door de concurrentie op de wereldmarkt en wegvallen van de staatsbescherming weerstand tegen economische liberalisering, want ….. – Vrijhandel heeft ook negatieve gevolgen – Centrumlanden spelen het spel niet altijd volgens de regels – Centrumlanden beschermen wel hun eigen landbouw
Maak de opdrachten 48 t/m 59.
Aardrijkskunde havo 4
97
Aardrijkskunde havo 4
98
Aardrijkskunde havo 4
99
DVD 254: Bevolkingsgroei Tanzania en India. Een dalende bevolkingsgroei als teken van ontwikkeling. 1-a-Wat is de regel als je kijkt naar het verband tussen welvaart en bevolkingsdichtheid?
1-b-Welke uitzonderingen zijn er?
2-Noteer de demografische kenmerken van het Tanzaniaanse platteland. Geef voor ieder kenmerk ook de verklaring.
3-Welke factoren verklaren de bevolkingsgroei van Tanzania?
4-Verklaar de daling van het vruchtbaarheidscijfer. (aantal kinderen / vrouw)
5-“Bevolkingsgroei is geen oorzaak van onderontwikkeling, maar wel een van de kenmerken”. Licht deze uitspraak kort toe.
6-Kerala (India) heeft een laag geboortecijfer. Geef hiervoor drie oorzaken.
Aardrijkskunde havo 4
100
DVD over de-industrialisatie: Lille, van textiel tot TGV. Een voorbeeld van ontwikkelingen in oude industriesteden zoals die in meer steden plaatsvinden. 1-Beschrijf het (regionaal) beeld van Lille zoals dat vroeger bestond en zoals dat nu bestaat.
2-Beschrijf de veranderingen in zowel de absolute als de relatieve ligging van Lille. Neem de volgende elementen op in ja antwoord: -Welke belangrijke politieke ontwikkelingen waren hierbij van belang? -Welk belangrijk infrastructureel werk was hierbij van belang? -Het begrip tijd-ruimte compressie.
3-Verklaar de verschuiving van de industrie vanuit Lille.
4-Een marketingbureau moet Lille gaan promoten. De opdracht is om meer bedrijven, inwoners en toeristen aan te trekken. -a-Geef bij elke doelgroep aan welke sterke punten kunnen worden benadrukt. -b-Geef bij elke doelgroep aan welke zwakke punten zoveel mogelijk moeten worden verzwegen.
Aardrijkskunde havo 4
101
Aardrijkskunde havo 4
102
Aardrijkskunde havo 4
103
Aardrijkskunde havo 4
104
Aardrijkskunde havo 4
105
Aardrijkskunde havo 4
106
Aardrijkskunde havo 4
107
Aardrijkskunde havo 4
108
Leeroverzicht hoofdstuk 4: De wereld in delen KENNEN Amerikanisering Analfabetisme Beroepsbevolking Bevolkingsgroei (natuurlijke- en sociale-) Bevolkingsspreiding BNP BNP /inw Centrum-Periferie model Cluster Communicatietechnologie Cultuurgebied Deïndustrialisatie Demografisch transitiemodel Diffusie Eenwording (van verschillende gebieden) Fast World Fragmentarische modernisering Fundamentalisme Global shift Globalisering / mondialisering Religie Grijze druk Groene druk Demografische druk Industrialisatie Kapitaalstroom Koloniaal moederland Kolonialisme Koopkracht Leeftijdsopbouw
Lingua franca Megastad Multinationale onderneming (MNO) Nationaal inkomen Netwerksamenleving Periferie Polarisatie Primate city Productieketen Protectionisme Regionale identiteit Regionale ongelijkheid Regionale specialisatie Ruilvoet Ruimtelijke complementariteit Semi-periferie Slow World Sociale ongelijkheid Tijd-ruimtecompressie Transitielanden Transnationale identiteit Transporteerbaarheid Transporttechnologie Triade Tussenliggende hindernis Tussenliggende mogelijkheid Verbrokkeling Vrijhandel Wereldeconomie
KUNNEN a-Je kan de (mate van) ontwikkeling van landen meten m.b.v. … diverse indicatoren: -economisch (BNP/inw en de verdeling over de beroepssectoren) -demografisch (Demografisch transitiemodel / kindersterfte / etc..??) -(sociaal-)cultureel (% analfabeten) b-Van deze indicatoren kan je de mogelijkheden en beperkingen aangeven.
Aardrijkskunde havo 4
109
a-Je kan economische, demografische en sociaal-culturele PATRONEN op verschillende schaalniveaus (mondiaal, continentaal, nationaal, regionaal) beschrijven en verklaren. b-En je kan de belangrijkste VERANDERINGEN hierin sinds 1980 beschrijven en verklaren. (Globalisering Global shift) c-Ten aanzien van deze kenmerken weet je dat de situatie op nationale schaal kan betekenen dat er grote verschillen zijn als je inzoomt naar het regionale schaalniveau / regio’s in een land gaat vergelijken. -Ten aanzien van economische en demografische kenmerken weet je dat (en hoe!) ze mede worden bepaald door de natuurlijke omstandigheden. -Je weet dat de meeste handels- en investeringsstromen plaatsvinden binnen de Triade. -Je weet welke wereldwijde verschuivingen optreden op het gebied van handel, investeringen en migratiestromen en je kan deze verschuivingen verklaren in het kader van globalisering / mondialisering. -Je kan migratie- en goederenstromen verklaren m.b.v. de theorie van Ullman. a-Groot-Britannie en India (EN OP HET EXAMEN OOK ANDERE GEBIEDEN) kan je een plaats geven in de mondiale patronen (CentrumPeriferie model) en processen (Globalisering en global shift) b-Je weet dat het mondiale C<->P patroon samenhangt met het koloniale verleden. c-Je weet dat het mondiale C <->P patroon verandert omdat de internationale arbeidsverdeling verandert. (opkomst van de semiperiferie) a-Je kent de belangrijkste oorzaken en gevolgen van globalisering / mondialisering. b-Globalisering leidt zowel tot eenwording als verbrokkeling (zie definities !) zowel in economische als in sociaal-culturele zin. c-Talen en godsdiensten kunnen vanuit gebieden van oorsprong verspreid zijn geraakt (diffusie) door kolonialisme of door migratie. d-In het algemeen nemen onder invloed van globalisering de sociale en ruimtelijke verschillen binnen landen toe.
Aardrijkskunde havo 4
110
Aardrijkskunde havo 4
111
Aardrijkskunde havo 4
112
Aardrijkskunde havo 4
113
Aardrijkskunde havo 4
114
Aardrijkskunde havo 4
115
Aardrijkskunde havo 4
116
Aardrijkskunde havo 4
117
Aardrijkskunde havo 4
118
Aardrijkskunde havo 4
119
Aardrijkskunde havo 4
120
Aardrijkskunde havo 4
121
Aardrijkskunde havo 4
122
Aardrijkskunde havo 4
123
Aardrijkskunde havo 4
124
Aantekeningen
Aardrijkskunde havo 4
125