Uw Koninkrijk kome Ds. D.W. Tuinier – Heidelbergse Catechismus Zondag 48
Zingen: Lezen: Zingen: Zingen: Zingen:
Geb. des Heeren: 3 Daniël 2: 25-49 Psalm 76: 1, 2, 7 Psalm 27: 1 Psalm 118: 3, 7
Gemeente, Gods Woord komt tot ons vanuit het onderwijs dat gegeven wordt in Zondag 48 van onze Heidelbergse Catechismus. Vraag 123: Welke is de tweede bede? Antwoord: Uw Koninkrijk kome. Dat is: Regeer ons alzo door Uw Woord en Uw Geest, dat wij ons hoe langer hoe meer aan U onderwerpen; bewaar en vermeerder Uw Kerk; verstoor de werken des duivels en alle heerschappij welke zich tegen U verheft, mitsgaders alle boze raadslagen die tegen Uw heilig Woord bedacht worden; totdat de volkomenheid Uws Rijks kome, waarin Gij alles zult zijn in allen. We behandelen Zondag 48 aan de hand van de geschiedenis uit Daniël 2. In dit gedeelte gaat het over de droom van Nebukadnézar, die door Daniël wordt uitgelegd. De tekst vindt u in de verzen 34 en 35: Dit zaagt gij, totdat er een steen afgehouwen werd zonder handen; die sloeg dat beeld aan zijn voeten van ijzer en leem, en vermaalde ze. Toen werden tezamen vermalen het ijzer, leem, koper, zilver en goud, en zij werden gelijk kaf van de dorsvloeren des zomers, en de wind nam ze weg en er werd geen plaats voor dezelve gevonden; maar de steen die het beeld geslagen heeft, werd tot een grote berg, alzo dat hij de gehele aarde vervulde. Het thema van de preek is: Uw Koninkrijk kome. Daniël legt de droom van de machtige koning Nebukadnézar uit. We vinden hierin drie gedachten: 1. De kracht in de uitleg 2. De betekenis van de droom 3. De reactie op deze uitleg 1. De kracht in de uitleg
www.prekenweb.nl
1/10
Ds. D.W. Tuinier – Uw Koninkrijk kome
Gemeente, er is grote paniek in de grote wereldstad Babel. Iedereen is uit zijn evenwicht. Heel de stad is in rep en roer. Vooral de Babylonische geleerden, de tovenaars en de sterrenkijkers zijn radeloos. Het zal niet lang meer duren of ze zullen in opdracht van de koning worden gedood. Wat is er aan de hand? Wat heeft deze noodtoestand toch te betekenen? Wel, koning Nebukadnézar heeft in de achterliggende nacht gedroomd. En hij beseft heel goed dat de droom iets te betekenen heeft. De droom heeft hem iets belangrijks te zeggen. Maar… nu komt het: het probleem is dat hij zich die droom niet meer kan herinneren. Hij voelt zich machteloos. Hierdoor is hij moedeloos en rusteloos. Daarom heeft hij in de vroege morgen van die dag de wijze mannen uit zijn rijk laten komen. Ze zijn zojuist bij hem geweest om hem met raad en daad bij te staan. Zij moeten hun koning zijn droom vertellen. Daarnaast dienen ze hem ook de betekenis van de droom mee te delen. Maar dat kunnen zij niet. Ze zijn net zo hulpeloos als hun heer. Als ze dat eerlijk tegen hem zeggen, wordt de koning razend van woede en geeft hij zijn soldaten de opdracht om ze allemaal om te brengen. Op dat kritieke ogenblik komt Daniël naar voren. Voordat hij vrijmoedigheid en licht krijgt van de Heere, zijn God, om de koning de droom te vertellen en uit te leggen, gaat hij bidden. Dat lezen we in de verzen 17 en 18 van dit hoofdstuk. Hij zoekt zijn binnenkamer op en zoekt Gods aangezicht in het gebed. Dit is de eerste les die tot ons komt, als het gaat om de tweede bede: Uw Koninkrijk kome. We lezen dat Daniël op zijn knieën gaat. Hij belijdt de Heere zijn machteloosheid en hulpeloosheid. Hij erkent zijn onwaardigheid. Hij zegt: ‘Heere, ik heb het niet verdiend dat U naar me omziet. Ik ben een rechteloos mens.’ Maar hij smeekt God vurig om licht van boven, om genade, geloof en wijsheid. Wat is het heerlijk als je vrienden hebt die ook de Heere vrezen! De drie vrienden van Daniel weten ook wat bidden, zuchten en worstelen aan de troon van Gods genade is. Zij hebben ook een binnenkamer. Zij beoefenen ook de verborgen omgang met de Heere. Ze zuchten mee. Daar liggen ze op hun knieën en bidden: ‘Uw Koninkrijk kome, o Heere!’ Zij gaan ons voor in de beoefening van de tweede bede van het volmaakte gebed: Uw Koninkrijk kome. Weet u waar het Koninkrijk van God begint? In uw eigen hart en eigen leven. Gods Koninkrijk begint op uw knieën, in de binnenkamer. U zoekt de eenzaamheid op, het verborgene. U zoekt het heilig aangezicht van de Heere in gebed. Dan bidt u: Uw Koninkrijk kome. En belijdt u met Zondag 48: ‘Regeer ons alzo door Uw Woord en Uw Geest, dat wij ons hoe langer hoe meer aan U onderwerpen.’ We zien hier vier jonge mensen op hun knieën, in de grote nood van de bange tijd. Zo begint Gods Kerk. Alle vier zijn ze onderworpen aan God. Zij buigen voor Hem. Nee, van zichzelf hebben zij niets. Als het gaat om het Koninkrijk van God, hoeven zij niet te bouwen. Zij en wij zijn niet belangrijk. Het gaat niet om de mens.
www.prekenweb.nl
2/10
Ds. D.W. Tuinier – Uw Koninkrijk kome
Weet u wat u leren moet? Een streep zetten door uw koninkrijk, uw eigen naam. Ook dat gaat samen met de tweede bede van het volmaakte gebed: Uw Koninkrijk kome. ‘Regeer ons alzo door Uw Woord en Geest, dat wij ons hoe langer hoe meer aan U onderwerpen.’ Als dat uw hartelijke belijdenis is, dan bent u koning-af. Dan gaat het niet meer om uw koninkrijk. Het gaat dan ook niet meer om onze kerk, maar dan bedoelen we Zijn Kerk. Het is Zijn zaak. Het gaat om Gods Naam. Zijn eer is in het geding. Uw Koninkrijk kome betekent: je onderwerpen, je overgeven, onvoorwaardelijk. Dan zit je zelf niet meer op de troon. Je levert eigen dodelijke wapens in en ontvangt geestelijke wapens. Door Woord en Geest wordt u overmeesterd, ingewonnen, overwonnen en geregeerd. Van harte bid ik u dat zalige verlies toe, die zalige overgave, een totale capitulatie! U wordt onderworpen aan Koning Jezus. U wordt ook Zijn onderdaan. U bent ootmoedig en afhankelijk. U bent op een ander aangewezen, de grote Ander, Die hulp verschaft in nood. Dan bent u een geschikte bouwer van het Koninkrijk van God. Dan bent u een ware lastdrager, een Aäron en Hur, een ware onderdaan en bouwer van het Koninkrijk van God. Daniel en zijn vrienden zijn de kurken waar Gods Kerk in die dagen op dreef. Deze mensen gebruikt de Heere om Zijn Koninkrijk te bouwen. In hun biddende, afhankelijke leven komt Hij mee. Hij betoont Zijn gunst. Hij verhoort hun smeekgebed, zo leest u in vers 19. Hij maakt de droom en de uitleg van de droom aan Daniël bekend. Hij geeft hem vrijmoedigheid om te spreken. Als Daniel opstaat van zijn knieën, spreekt hij goed van de Heere. Daar gaat hij mee door tot hij voor koning Nebukadnézar staat. Ziet u hem in gedachten staan voor de machtige Babylonische koning? Eigenlijk staan hier twee koninkrijken tegenover elkaar: het rijk van Koning Jezus en het koninkrijk van de duivel; het vrouwenzaad tegenover het slangenzaad. De almachtige God, de hemelse Majesteit, de Koning der koningen en de Heere der heren, gebruikt hier Daniël. Hij laat zien dat Hij Overwinnaar is in de strijd. Hij geeft Zijn volk de zegen. Hij heeft het laatste Woord. We horen in de moederbelofte: Ik zal vijandschap zetten tussen u en tussen deze vrouw en tussen uw zaad en tussen haar Zaad; Datzelve zal u de kop vermorzelen, en gij zult Het de verzenen vermorzelen (Gen.3:15). Ziet u de lijn gaan? Twee koningen staan tegenover elkaar… U begrijpt dat koning Nebukadnézar er ondersteboven van is dat een Joodse jongen, een van de Chaldeeën, voor hem verschijnt om te doen wat zijn tovenaars en sterrenkijkers niet kunnen. Maar Daniël is vol van de liefde van de Heere. Gods eer is op zijn hart gebonden, het ware geloof in zijn ziel is in oefening. Weet u wat hij doet? Hij wijst alle lof van tevoren al weg. Hij zegt in vers 28 ─ en dat is het geheim, dat is de sterkte en de troost waarin Daniël staat ─ Maar er is een God in de hemel, Die verborgenheden openbaart. ‘Koning, ik www.prekenweb.nl
3/10
Ds. D.W. Tuinier – Uw Koninkrijk kome
ben niet beter dan al de wijzen en tovenaars van uw rijk. Ik weet het ook niet beter dan al de sterrenkijkers en waarzeggers, maar er is een God in de hemel.’ Als een rechte evangeliedienaar gaat zijn vinger omhoog en hij zegt vrijmoedig en blijmoedig: ‘Er is een Koninkrijk met een Koning Die het waard is om gediend en gevreesd te worden. Dat is God in de hemel. En die God openbaart verborgenheden. Van Hem moet ik het hebben. Hij houdt mij vast. Hij geeft mij kracht, moed en liefde en alles wat ik nodig heb. Hij geeft mij wat ik niet missen kan. Hij draagt en verdraagt ons.’ Gemeente, als u om u heen kijkt, als u de krant leest en hoort wat er aan de hand is in het wereldgebeuren, buiten en binnen de kerk, dan vraagt u uzelf wellicht af: ‘Wat blijft er van Gods Koninkrijk over? Wat is er van te zien?’ Niets… De moed zinkt u in de schoenen. Het lijkt wel of Nebukadnézar in deze wereld de macht heeft. Wat blijft er over van Gods kerk in Nederland? Mag ik eens vragen: waar zijn de Daniëls en zijn vrienden? Hebt u een binnenkamer? Zo ja, hoe lang is het geleden dat u met de nood van Gods kerk op uw knieën lag? Wie worstelt met de nood van land en volk en kerk en staat aan de troon van Gods genade? Daarin ligt de kracht en sterkte van Gods knecht en kind Daniël. In Hem vindt hij zijn houvast! Hij staat voor Nebukadnézar. Zijn hand gaat omhoog: Maar er is een God in de hemel, Die verborgenheden openbaart. De koning had gedroomd, hij wist de inhoud daarvan niet meer. Het was verborgen voor hem. Hij kon het zich niet meer herinneren. Nu geeft de Heere aan Daniël die verborgen droom en zijn betekenis te kennen. Als het nu gaat om Uw Koninkrijk kome, om de God van dat Koninkrijk, de goddelijke zaken, de Koning met Zijn geestelijke wapens, Zijn gezegende Persoon, Zijn middelaarsbediening, Zijn schatten, gaven, weldaden en zegeningen, zijn dat geen verborgenheden voor ons? Dat ligt niet aan de Koning, maar dat ligt aan ons! Er wordt wel eens gezegd dat Jezus Christus, de Koning van dit Koninkrijk, de meest verborgen Persoon is voor een natuurlijk mens. Ik begrijp wat men er mee bedoelt. Maar dat is wel schúld! Dat wordt u als schúld aangezegd. God geve dat het u brengen zal op de rechte plaats, in schuldverslagenheid aan Gods voeten, in ootmoed. God heeft Zijn Zoon geopenbaard in Zijn Woord. Hij kwam in de wereld. Hij is geboren in Bethlehems stal. Als een hulpeloos Kind werd hij in doeken gewonden en in een kribbe gelegd. Is dat de Koning? Daar begrijpen we niets van. Het is een verborgenheid waarvan we niets verstaan omdat we geestelijk blind zijn. Deze Koning is Sions betalende Borg. Hij moest zo diep buigen om vijanden met God te verzoenen en goddelozen te rechtvaardigen. Wie kan dat bevatten? Sions betalende Borg is ook Sions gezalfde Koning. De apostel Paulus roept het uit: De verborgenheid der godzaligheid is groot: God geopenbaard in het vlees (1 Tim.3:16). Jezus Christus is in deze wereld gekomen om zondaren zalig te maken. Hij heeft van Zichzelf gezegd: Mij is gegeven alle macht in hemel en op aarde (Matth.28:18).
www.prekenweb.nl
4/10
Ds. D.W. Tuinier – Uw Koninkrijk kome
Gemeente, u moet deze dierbare Koning leren kennen. Paulus roept het uit: Toen heeft het God behaagd Zijn Zoon in mij te openbaren (Gal.1:15-16). Hij heeft Hem leren kennen op de weg naar Damascus. Later werd deze verborgenheid aan hem geopenbaard. Daarvoor gebruikte de Heere Ananias. Wat doet ú met de Heere Jezus? Wat werkt Zijn evangelienodiging uit in uw hart en leven? Moet van ons gezegd worden: Hij is gekomen tot het Zijne, en de Zijnen hebben Hem niet aangenomen (Joh.1:11)? We hebben immers de duisternis verkozen boven het licht en de dood boven het leven. Dat moet u worden geopenbaard, door het ontdekkende werk van Gods Geest. Wij hebben het donker gemaakt in ons leven door onze diepe val. Daarom hebt u verdiend om voor eeuwig in die duisternis weg te zinken. U kunt het zelf onmogelijk licht maken. Dat is genade. Dat is het eenzijdige werk van Gods genade. In de tweede bede, Uw Koninkrijk kome, wordt gebeden: ‘O God, maakt U het licht. Kom met Uw ontdekkende Geesteslicht. Werk met Uw Geest!’ Daniel zegt: Er is een God in de hemel. Hij kan het niet alleen. Die God is ook de Gewillige. Er is een God in de hemel, Die verborgenheden openbaart. Daaruit put Daniël zijn kracht. Dat is de troost, sterkte en houvast van elke evangeliedienaar. Dat is de grote troost en sterkte van allen die de Heere ootmoedig vrezen. Zij gaan eigen verwachtingen verzaken en stellen hun hoop alleen op de Heere. Uw Koninkrijk kome. God bouwt zijn Kerk. En daarvoor gebruikt Hij Daniël, een klein en afhankelijk mensje, die door Zijn genade van zichzelf afwijst en heen wijst naar Boven. God vergadert Zich een Kerk, door de Vader verkoren en bemind in Jezus Christus, de Zoon van Zijn eeuwig welbehagen. Zij zijn door Hem gekocht en worden toegebracht door Zijn Geest. Hij zet mensen stil, ook vandaag nog. Hij arresteert en maakt van dood levend. Zolang zon en maan er zijn, zullen vijanden in onderworpenheid aan Zijn voeten komen. Koning Jezus zal nooit zonder onderdanen zijn. Schep daarom moed, gemeente! We gaan er eerst samen van zingen, Psalm 27 vers 1: God is mijn licht, mijn heil, wie zou ik vrezen? Hij is de HEER’, Die hulp verschaft in nood; Mijn levenskracht; ‘k heb niet vervaard te wezen; Hij is ‘t, Die mij beveiligt voor de dood. Wanneer de macht der bozen sloeg aan ‘t woên, En aanrukt’, om zich met mijn vlees te voên, Stiet zelf dit rot, dat mij benauwt en haat, De voet, en viel; omdat het God verlaat. Het thema van de preek is: Uw Koninkrijk kome. Daniël legt de droom van de machtige koning Nebukadnézar uit. We hebben de kracht in de uitleg gezien. We zien nu:
www.prekenweb.nl
5/10
Ds. D.W. Tuinier – Uw Koninkrijk kome
2. De betekenis van de droom De Heere heeft de droom en de betekenis daarvan aan Daniël geopenbaard. Daar klinkt Daniels stem door de paleiszaal: ‘Koning, u hebt in uw droom een machtig beeld gezien. Het was een beeld van goud, zilver, leem, koper en ijzer. Het beeld dat u gezien hebt betekent de verschillende machtige wereldrijken die elkaar zullen opvolgen. Het tekent de mensheid in zijn verloren staat voor God. Het laat ons de mens zien zonder God; goddeloos, werelds en uit de aarde aards. Het is Adams nageslacht, verloren in zonde en schuld, onbekwaam tot enig geestelijk goed en geneigd tot alle kwaad. Maar let nu op die steen. Die is het belangrijkste. De steen is zonder handen uitgehouwen. Het is een beeld van Gods Koninkrijk. De steen komt uit de hoogte en rolt langzaam maar zeker en steeds sneller naar beneden. Het Koninkrijk van God zal doorbreken. De steen komt zo hard van de berg omlaag rollen dat zij het machtige beeld zal vermalen. Er blijft niets meer van over. Het beeld wordt vernietigd. Het verpulvert. Dit is kort samengevat de droom en de uitleg daarvan, die u, o koning, hebt gedroomd.’ Gemeente, als u om u heen kijkt en hoort wat er aan de hand is in de wereld, bent u dan niet uiterst bezorgd? Wie rekent er in onze moderne samenleving nog met God en met Zijn Woord en heilzame wet? Het machtige beeld van Nebukadnézar staat hoog opgericht in onze dagen. Het lijkt of de duivel regeert. Het schijnt of de groten van de aarde, de president van de VS of Rusland of de leider van China het in het wereldgebeuren voor het zeggen hebben. Het is net of de mensen doen kunnen waar ze zin in hebben. Maar vergist u zich niet! Het is niet anders dan hun eigen beeld versieren. Of het nu van goud, van zilver, van leem, van koper of van ijzer is, vast staat dat op Gods tijd en wijze zal blijken dat Koning Jezus regeert. God volvoert Zijn raad. Het welbehagen van de Heere zal door de hand van Jezus Christus, de Koning van de Kerk, gelukkiglijk, dat betekent: voorspoedig, voortgaan. Alle koninkrijken van deze aarde zullen vroeg of laat van de wereldkaart worden geveegd. Het laatste woord is niet aan de vorst van de duisternis. Dat maakt Daniël duidelijk als hij de droom uitlegt aan de koning. Die steen, het Koninkrijk van God, zal komen, opgaan in deze wereld. Het zal doorbreken op aarde. En alles wat zich tegen God en Zijn Gezalfde verzet, zal worden vernietigd. Met profetisch licht blikt Daniël blikt hier al in de kribbe van Bethlehem. Hij weet en profeteert: Jezus Christus is de Koning der koningen en de Heere van alle heren. Zijn weg zal gaan van lijden tot heerlijkheid, van kruis naar kroon en van strijd naar overwinning. Het gaat naar een nieuwe hemel en een nieuwe aarde toe. Een hemel waarin God alles zal zijn in allen en een aarde waarop gerechtigheid woont. Ziet u de lijn van deze geschiedenis, als het gaat om de steen en het beeld, naar de tweede bede van het Onze Vader: Uw Koninkrijk kome? Hoe staat het met u persoonlijk? Als u onherboren bent en daarom onverzoend met God, dan bent u nog bezig met uw eigen beeld te versieren. U hebt uw eigen beeld opgericht in uw eigen hart leven. U doet, in uw geestelijke blindheid, niet anders dan uw www.prekenweb.nl
6/10
Ds. D.W. Tuinier – Uw Koninkrijk kome
eigen beeld opsieren. En nu de tweede bede: ‘Regeer ons alzo door uw Woord en Geest, dat wij ons hoe langer hoe meer aan u onderwerpen.’ Hoe langer hoe meer... Hoe meer het Koninkrijk van God gestalte krijgt in uw hart en leven, des te ootmoediger u wordt en des te dieper u buigt voor God en mensen. ‘Bewaar en vermeerder uw Kerk.’ Dit is het gebed van Daniël die op z’n knieën ligt. Bent ú dat? Ben jíj dat? Je proeft in deze woorden de nood. Er wordt geweld gedaan op het Koninkrijk van God. Volhardt u ook in het gebed? Hoe groter de nood is, hoe korter het gebed. ‘Bewaar en vermeerder uw Kerk.’ Hier ligt Daniël, hier liggen de vrienden van Daniël op hun knieën, voor Gods aangezicht. Machteloos en onwaardig zijn ze in zichzelf. Ze vertrouwen zichzelf in het gebed toe aan de Koning van de Kerk. ‘Bewaar en vermeerder Uw Kerk.’ Welzalig hij die op U bouwt en zich geheel aan U vertrouwt. Uw Koninkrijk kome. Het gaat om de Koning, Zijn gezegende Persoon, Zijn liefdedienst en heilzame geboden. Hij bewaart Zijn Kerk. De vijand is op de been. De duivel gaat tekeer. Hij zit u op de hielen. Hij fluistert u van alles in en hoopt u daarmee wanhopig te maken. Vergeet u de wereld niet om u heen. Wat heeft zij een aantrekkingskracht op u. Wat denkt u van uw verdorven bestaan? Ontdekkend licht van boven leert u dat. Hoe meer u met de driehoofdige vijand te maken heeft, des te meer komt u in afhankelijkheid op uw knieën terecht en bidt u: ‘Bewaar Uw Kerk.’ Gemeente, waar zijn de Daniëls en zijn vrienden? Bidt u mee: ‘O Heere, U bent Israëls Wachter, Die niet slaapt en niet sluimert. U hebt beloofd dat de poorten van de hel Uw gemeente op aarde niet zullen overweldigen’? Dan kan de duivel tekeergaan als een briesende leeuw of als een engel des lichts, maar hij weet dat hij nog maar een kleine tijd heeft. Want op Golgotha en op de opstandingsmorgen van Koning Jezus is zijn kop vermorzeld en heeft hij de strijd definitief verloren. ‘Bewaar Uw Kerk, vermeerder Uw Kerk.’ Bidt u mee: ‘Heere, mogen er nieuwelingen in Sion worden geboren? Koning Jezus kan en zal immers nooit zonder onderdanen zijn. O God, wilt U bekeren wat onbekeerd is? Verheerlijkt U het doorbrekende werk van Uw Geest in de harten van Uw kinderen, zodat zij ze werkelijk alles leren verliezen wat geen God en geen Jezus Christus is. Schenkt U een opwas in de genade en kennis van Hem, Wiens werk volkomen is. Mag Uw Sion haar zaligheid zoeken en vinden in het volbrachte werk van haar gezegende Borg en Zaligmaker, Jezus Christus?’ ‘Verstoor de werken des duivels en alle heerschappij welke zich tegen U verheft, mitsgaders alle boze raadslagen die tegen Uw heilig Woord bedacht worden.’
www.prekenweb.nl
7/10
Ds. D.W. Tuinier – Uw Koninkrijk kome
Wat heeft de duivel toch een pijlen op zijn boog! Wat is hij gemeen en listig. Onderschat zijn macht niet, gemeente! Wat is hij er altijd op uit om Gods werk te verstoren, Zijn kerk af te breken en Zijn volk te plagen en te benauwen. Hij heeft het in onze dagen vooral op onze jonge mensen gemunt. Op alle mogelijke manieren probeert hij hen van Gods Woord weg te halen en in verwarring te brengen. Hij mobiliseert de hele hellemacht en organiseert boze aanslagen tegen Gods heilig Woord en Zijn zalige dienst. Wat bedenkt hij geweldige aanslagen tegen de Bijbel! Wat wordt Gods Woord geweld aangedaan! De één leert een algemene verzoening en de ander valt in de strik van de dodelijke lijdelijkheid of schuilt weg achter zijn onmacht. Het zijn allemaal boze raadslagen die tegen Gods heilig Woord worden bedacht. Uw Koninkrijk kome. Daniël weet dat de duivel de grote verliezer is. Hij gelooft dat de Steen, Jezus Christus, alle macht heeft in hemel en op aarde. Tegen Zijn macht kan de vorst der duisternis niet op. Nooit! Alle koninkrijken van deze wereld zullen door de Steen worden vermalen. Deze Steen rolt verder, ook vandaag, steeds sneller en verder. Houdt u er rekening mee? Is uw beeld dan al gebroken? Is het al omver geblazen? Is het al verpulverd? Hebt u leren buigen voor de enige ware God? Als u in uw zonden en ellende tot Hem de toevlucht neemt, dan leert God u ook hopen op Zijn genade in de Zoon van Zijn eeuwig welbehagen. Die genade heeft Hij verworven. Zijn Geest schenkt genade, zodat u leert bidden: Uw Koninkrijk kome. In de geschiedenis van Daniël hebben we zijn kracht in de uitleg gezien. Die ligt in God. We hebben ook de betekenis van de droom gezien. We letten tenslotte nog op hoe de koning reageert. 3. De reactie op deze uitleg Koning Nebukadnézar valt op zijn knieën. Dat lijkt heel mooi, een koning die op zijn knieën valt. Hij komt in de diepte, in het stof terecht. Hij aanbidt Daniël. We lezen in vers 47 zijn belijdenis: Het is de waarheid, dat ulieder God een God der goden is, en een Heere der koningen, en Die de verborgenheden openbaart, dewijl gij deze verborgenheid hebt kunnen openbaren. Treffend dat nu juist een heiden, al is het met zijn mond, God grootmaakt. Nee, ook hij wordt ernstig gewaarschuwd. Ook hem wordt de weg van behoud en redding gewezen. Daniël heeft hem gewezen op de God Die verborgenheden openbaart. Hij heeft gezegd: ‘Koning, er blijft van uw koninkrijk niets over. Dat beeld van u, dat wordt verpulverd, vernietigd.’ Gemeente, ook u wordt al zo dikwijls en lang indringend en ernstig gewaarschuwd en lieflijk genodigd, welmenend gelokt. De Heere roept u: ’Bekeert u, bekeert u! Zoek het Koninkrijk van God, want uw eigen koninkrijk gaat voorbij. Daar blijft niets van over. Zoek eerst de Koning van het Koninkrijk van God!’
www.prekenweb.nl
8/10
Ds. D.W. Tuinier – Uw Koninkrijk kome
God zendt in Zijn grote goedheid en lankmoedigheid nog Daniëls, die weten van de schrik des Heeren en die gedrongen door de liefde van hun Meester Jezus Christus, u bewegen tot geloof en bekering en u toeroepen: Laat u met God verzoenen! (2 Kor.5:20) Hoe doet God dat? Uw beeld moet eraan. Uw en jouw beeld moet worden afgebroken. Niet zomaar een beetje, maar helemaal, voor honderd procent. U mag niets overhouden. U moet koning-af worden. We moeten alles leren verliezen, opdat de Steen Jezus Christus, de Zaligmaker van zondaren, alles voor u wordt. Hij zal de aarde en ook uw hart volmaken. Daniël zegt: ‘Die Steen zal de aarde vervullen’ Hij is de grote Vervuller. U moet worden gebouwd op de Steenrots. Hij is de Steen, Die de bouwlieden hebben verworpen en Deze is tot een hoofd des hoeks geworden. Koning Jezus gaat nog door met Zijn kerkvergaderend werk in deze boze, ondergaande wereld, door beelden omver te stoten en te brengen aan Zijn gezegende voeten. De Steen rolt door. Gemeente, wees om Hem verlegen! Bid: ‘O Heere, wilt U geven dat mijn beeld vermalen wordt tot niets. Verheerlijk Uzelf in mijn hart en leven. Geef dat ik vol word van U. Bouwt U mij op de Steenrots? Stoot U mij van mijn troon af. Mag ik mijn kroon inleveren? Leer me buigen voor U, voor het eerst en dagelijks. U bent toch die God, Die ook vandaag nog verborgenheden openbaart. Schenk mij licht, ontdekkend licht en de bediening van Uw Geest, zodat ik Godskennis en zelfkennis ontvangen zal. Mag ik ook geloofsogen ontvangen om op Hem te zien, de Heere Jezus Christus, Wiens werk volkomen is?’ Daniël is in deze geschiedenis niet alleen een onderdaan van het Koninkrijk van God. Hij is ook een boodschapper, een verkondiger van de zeer blijde boodschap van Gods genade in de Zoon van Zijn eeuwige liefde. Hij vertelt niet alleen de inhoud en de betekenis van de droom van de koning. Hij kondigt ook aan wat de toekomst zal zijn van dat Koninkrijk. De catechismus belijdt treffend: ‘Totdat de volkomenheid Uws Rijks kome, waarin Gij alles zult zijn in allen.’ Totdat... Hierin hoort u een overwinningsjubel: Totdat de volkomenheid van Uw Rijk er zal zijn... We merken ook iets van heimwee, een verlangen, een uitzien naar de dag van de grote verlossing. Dan zal Gods Koninkrijk vol zijn. Dan is het voltooid. De laatste van Gods Kerk is toegebracht. God zal dan alles zijn in allen. Alle eer zal Hij ontvangen. Daar kunnen Gods kinderen naar uitzien. De strijd zal niet altijd blijven. Er komt een einde aan de verdrukking. Hoe de duivel ook tekeergaat, wat er ook tegen Gods Woord opkomt, het Koninkrijk van God komt in al zijn heerlijkheid en roem. De dag van de Koning is nabij. Dan zal het rijk van de duivel voor eeuwig ten onder gaan. Alles is dan volkomen. Alles en iedereen is vol van God, van God de Vader, van God de Zoon en van God de Heilige Geest. Guido de Brès, die de Nederlandse Geloofsbelijdenis heeft opgesteld, schrijft daarvan: ‘Daarom verwachten wij die grote dag met een groot verlangen, om ten volle te genieten de beloften Gods, in Jezus Christus, onze Heere.’ (NGB, art. 37)
www.prekenweb.nl
9/10
Ds. D.W. Tuinier – Uw Koninkrijk kome
Gemeente, jong en oud, jongens en meisjes, nog is Gods Koninkrijk niet vol. Er moeten nog steeds mensen onderdaan worden van Koning Jezus. Dat gaat door, net zo lang tot Zijn Koninkrijk de hele wereld vervult. Tot alle mensen hebben gehoord van de Heere Jezus. Dan komt Hij terug naar de aarde. Dan zal iedereen Hem als Koning zien. Dan zal iedereen zien hoe groot en heerlijk Zijn Rijk is. Dan zal iedereen, vriend of vijand, voor Hem buigen. Ook jij. Van deze wereld geldt: opgaan, blinken en verzinken. Daniëls Koning zonk weg in diepe Godsverlatenheid. Maar op Pasen is Hij opgestaan om eeuwig te schitteren en te blinken. De dichter van Psalm 2 waarschuwt ons: Kust de Zoon, opdat Hij niet toorne en gij op de weg vergaat, wanneer Zijn toorn maar een weinig zou ontbranden. Maar hij zegt ook: Welgelukzalig zijn allen die op Hem betrouwen (Ps.2:12). Eeuwig bloeit de gloriekroon op het hoofd van Davids grote Zoon. Gods Kerk op aarde, de Kerk van Koning Jezus, is een Maranatha-gemeente. Zij ziet uit naar Zijn tweede komst. De strijd is bijna ten einde. Het is hier het land van de rust niet. ‘Totdat de volkomenheid van Zijn Rijk kome.’ Straks komt de grote dag van de overwinning. De dag van de verlossing nadert. Dan is alles vol, vervuld met de Steen, vol van Jezus Christus. Dan is er geen beeld meer, geen goud, geen ijzer, geen leem, geen koper. Alles van de mens verdwijnt. Dan zal Christus alles zijn in allen. Verlangt u daar naar? Er is geen betere koning dan deze Koning! Amen. Slotzang: Psalm 118: 3 en 7 Ik werd benauwd van alle zijden, En riep de HEER’ ootmoedig aan; De HEER’ verhoorde mij in ’t lijden, En deed mij in de ruimte gaan. De HEER’ is bij mij, ’k zal niet vrezen; De HEER’ zal mij getrouw behoên; Daar God mijn schild en hulp wil wezen, Wat zal een nietig mens mij doen? De HEER’ is mij tot hulp en sterkte; Hij is mijn lied, mijn psalmgezang; Hij was het Die mijn heil bewerkte, Dies loof ik Hem mijn leven lang. Men hoort der vromen tent weergalmen Van hulp en heil, ons aangebracht; Daar zingt men blij, met dankb’re psalmen: ‘Gods rechterhand doet grote kracht!’ www.prekenweb.nl
10/10