KERSTNACHTDIENST 2010 AANVANG: 22.15 {SAMENZANG}
THEMA: “THE VOICE OF HEAVEN”
Voorganger: Kand. M. Roelofse. Rhenen. Organist Zang
Dhr. R. Versloot. Hanne v.d. Maas. Roel Snel
SAMENZANG Zingen: Gezang 138. vers 1, 2, 3 en 4. 1. Komt allen tezamen, jubelend van vreugde: komt nu, o komt nu naar Bethlehem! Ziet nu de vorst der englen hier geboren. Komt, laten wij aanbidden, komt, laten wij aanbidden, komt, laten wij aanbidden die Koning. 2. De hemelse englen riepen eens de herders weg van de kudde naar ’t schamel dak. Spoeden ook wij ons met eerbiedge schreden! Komt, laten wij aanbidden, komt, laten wij aanbidden, komt, laten wij aanbidden die Koning. 3. Het licht van de Vader, licht van den beginne, zien wij omsluierd, verhuld in ’t vlees: goddelijk Kind, gewonden in de doeken ! Komt, laten wij aanbidden, komt, laten wij aanbidden, komt, laten wij aanbidden die Koning.
4. O Kind, ons geboren, liggend in de kribbe, neem onze liefde in genade aan! U, die ons liefhebt, U behoort ons harte! Komt, laten wij aanbidden, komt, laten wij aanbidden, komt, laten wij aanbidden die Koning. Zingen: In de stad van Koning David. vers 1, 2 en 4. 1. In de stad van koning David zoals lang reeds was voorzegd, werd een baby door zijn moeder in een kribbe neergelegd. Jezus Christus was dat kind, door Maria teer bemind. 2. Hij kwam uit de hoge hemel, Hij de koning van ’t heelal. Heel eenvoudig was zijn woning en zijn wieg stond in een stal. Armen riep Hij in zijn kring, toen Hij door de wereld ging. 4. Eenmaal zien ook onze ogen Hem, die ons zijn liefde toont, want dat kind is onze Heiland die nu in de hemel woont. Hij brengt al Gods kind’ren thuis bij Hem in het vaderhuis.
Zingen: Gezang 143. vers 1, 2 en 3. 1. Stille nacht, heilige nacht! Davids Zoon, lang verwacht, die miljoenen eens zaligen zal, `wordt geboren in Bethlehems stal, Hij, der schepselen Heer, Hij, der schepselen Heer. 2. Hulploos Kind, heilig Kind, dat zo trouw zondaars mint, ook voor mij hebt Ge U rijkdom ontzegd, wordt Ge op stro en in doeken gelegd. Leer me U danken daarvoor, Leer me U danken daarvoor. 3. Stille nacht, heilige nacht! Vreed’en heil wordt gebracht aan een wereld, verloren in schuld; Gods belofte wordt heerlijk vervuld. Amen, Gode zij eer! Amen, Gode zij eer!
Zingen: Kribbe en Kruis. WZM. 66. 1. Heerlijk klonk het lied der Eng’len in het veld van Efrata: Ere zij God in de Hoge, looft de Heer, Halleluja! Vrede zal op aarde dagen, God heeft in de mens behagen! Zalig, die naar vrede vragen, Jezus geeft dien, hoort Zijn stem. 2. Jezus daalt op aarde neder, als een kindje klein en teer: maar hoe arm Hij ook moog wezen, Hij is aller Hoofd en Heer. Vrede zal op aarde dagen God heeft in de mens behagen! Zalig, die naar vrede vragen, Jezus geeft dien, hoort Zijn stem. 3. In een kribbe ligt Hij neder, weldra wordt een kruis Zijn troon, ja, om zondaars te verlossen, droeg Hij spot en smaad en hoon. Vrede zal op aarde dagen, God heeft in de mens behagen! Zalig, die naar vrede vragen, Jezus geeft dien, hoort Zijn stem.
4. Leer mij bij Uw kribbe buigen, leer ons knielen bij Uw kruis, leer ons in Uw naam geloven, neem ons eens in ’t Vaderhuis Vrede zal op aarde dagen, God heeft in de mens behagen! Zalig, die naar vrede vragen, Jezus geeft dien, hoort Zijn stem. ORDE VAN DIENST Mededelingen en welkomstwoord. Truus Terwoert. Lezen: Micha 5. vers 1.
De Naardense bijbelvert. Mees Schaaphuizen.
1‘Maar jij, Bethlehem Efrata, te gering om te zijn bij duizenden van Juda, uit jou zal er een voor mij voortkomen om heerser te zijn in Israël; zijn herkomst is uit de voortijd, uit de dagen van eeuwig!’ Solo zang: O come, let us adore Him [3x] Christ the Lord. For You alone are worthy [3x] Christ the Lord. Votum.
Zingen: Psalm 89. vers 1 en 3. 1. Ik zal zo lang ik leef bezingen in mijn lied des Heren milde gunst, het werk aan ons geschied. Mijn mond verkondigt, Heer, aan komende geslachten hoe Gij uw trouw betoont aan hen die U verwachten. Uw goedertierenheid rijst op en gaat zich welven, een altijd veilig huis, vast als de hemel zelve. 3. Uw macht bezingen, Heer, de engelen in koor. Het loflied van uw trouw weerklinkt de hemel door Geen enkel schepsel, Heer, hoe hoog in ’t licht gezeten, hoe bovenaards in glans, kan met uw macht zich meten, Ja Gij zijt zo geducht, dat al de hemelingen in eerbied en ontzag uw grote troon omringen. Gebed. Solo zang: When you believe. In dit lied komt naar voren dat ondanks dat het soms lijkt alsof er niets is, alsof God niet luistert. Maar, in de kerstnacht 2000 jaar geleden is Hij naar ons toe gekomen, God ziet naar ons om. Hij is met ons begaan, met ons heel persoonlijk. Wij hoeven niet bang te zijn, Hij is altijd bij ons en wij zijn gered door het wonder van Zijn Zoon. Dit wonder van genade zal gebeuren als je gelooft.
Many night we’ve prayed With no proof anyone could hear In our hearts a hopeful song We barely understood Now we are not afraid Although we know there’s much to fear We were moving mountains long Before we knew we could There can be miracles, when you believe Though hope is frail, it’s hard to kill Who knows what miracles you can achieve When you believe, somehow you will You will when you believe In this time of fear When prayers so often prove[s] in vain Hope seems like the summer birds Too swiftly flown away Yet now I’m standing here My heart’s so full can’t explain Seeking faith and speaking words I never thought I’d say There can be miracles, when you believe Though hope is frail, it’s hard to kill Who knows what miracles you can achieve When you believe, somehow you will You will when you believe.
Schriftlezing: Micha 5. vers 1 – 4. De Naardense bijbelvert. Anja den Tuinder. 1 ‘Maar jij, Bethlehem Efrata te gering om te zijn bij de duizenden van Juda, uit jou zal er een voor mij voortkomen om heerser te zijn in Israël; zijn herkomst is uit de voortijd, uit de dagen van eeuwig!’ 2 Daarom geeft hij hen slechts prijs tot de tijd dat zij die baren zal gebaard heeft; dan zal het overblijfsel van zijn broeders terugkeren tot de zonen Israëls.3 Hij zal daar staan en hun herder zijn in de kracht van de Ene, in de hoogverheven naam van de Ene zijn God; dan kunnen zij neerzitten, want nu zal hij groot zijn tot aan de einden der aarde,4 en hij zal vrede zijn; Zingen: Gezang 122. vers 1, 2, 3 en 4. 1. Kom tot ons, de wereld wacht Heiland, kom in onze nacht, licht dat in de nacht begint, kind van God, Maria’s kind. 2. Kind dat uit uw kamer klein als des hemels zonneschijn op de aarde wordt gesteld, gaat uw weg zoals een held. 3. Gij daalt van de Vader neer, tot de Vader keert Gij weer, die de hel zijt doorgegaan en hemelwaarts opgestaan.
4. Uw kribbe blinkt in de nacht met ongekende pracht. Het geloof leeft in dat licht waarvoor al het duister zwicht. Schriftlezing: Lucas. 2 vers 1 -14. De Naardense vert. Heddy Verwoerd. 1Het geschiedt in die dagen: er gaat een besluit uit van Caesar Augustus dat de hele bewoonde wereld moet worden ingeschreven:2 deze inschrijving -de-eerste- geschiedt als Quirinius landvoogd van Syrië is.3 Allen gaan op reis om te worden ingeschreven, ieder naar zijn eigen stad.4 Zo klimt ook Jozef op van Galilea, uit de stad Nazaret, naar Judea, naar de stad van David die Betlehem genoemd wordt, omdat hij is uit het huis van David, zijn stamvader,-5 om te worden ingeschreven samen met Maria, die aan hem uitgehuwelijkt is en zwanger is.6 Het geschiedt dat zij dáár zijn, dat de dagen vervuld zijn dat zij baren moet,7 en zij baart haar eerstgeboren zoon; zij wikkelt hem in doeken en legt hem in een kribbe, omdat er voor hen geen plaats is in de herberg. 8 Er zijn in de omgeving herders die in het open veld door de nachtwaken heen waken over hun kudde.9 Opeens staat een aankondigengel van de Heer bij hen; glorie van de Heer omstraalt hen; ze worden bevreesd, in grote vrees.10 De aankondig-engel zegt tot hen: vrees niet! want zie, ik kondig u aan, grote vreugde, die heel de gemeenschap wezen zal; 11voor u is heden geboren
een bevrijder-en-redder; hij is de Christus, de Heer,in de stad van David; 12 dit is voor u het teken; ge zult vinden een kind in doeken gewikkeld en liggend in een kribbe! 13 Plotseling geschiedt het: bij de aankondig-engel is een menigte van de hemelse heirschaar; zij loven God en zeggen;14 glorie aan God in den hoge, vrede daalt neer op aarde, hij heeft in mensen behagen! Instrumentaal: Gezang 134. Eer zij God in onze dagen. Schriftlezing: Lucas 2. vers 15- 20. De Naardense Bijbelvert. Heddy verwoerd. 15 Het geschiedt als de engelen van hen weggaan ten hemel, dat de herders tot elkaar zeggen: komt, laten we naar Betlehem gaan en zien het woord dat is geschied en dat de Heer ons heeft bekendgemaakt!16 Ze gaan, ze spoeden zich daarheen en vinden Maria en Jozef met het kind dat in de kribbe ligt.17 Als ze het zien geven ze bekendheid aan het woord dat tot hen over het jongetje gesproken is, 18 en allen die het horen zijn verwonderd over wat door de herders tot hen is geproken. 19 Maria heeft al deze woorden bewaard, ze overwegend in haar hart.20 De herders keren terug, de glorie van God zingend en hem lofprijzend om al wat ze hebben gehoord en gezien precies zoals tot hen is gesproken.
Zingen: Blaas de bazuin en sla de trom. 1. Blaas de bazuin en sla de trom, geboren is Gods kind! Laat alle klokken luiden gaan kom zingend rond de kribbe staan, zijn koninkrijk begint, zijn koninkrijk begint, hosanna, hosanna, zijn rijk begint! 3. Blaas de bazuin – zijn zonnegloed laat niemand koud en kil. Hier is een mens die liefde doet, hier is God zelf in vlees en bloed – verwonder u, heel stil, verwonder u, heel stil, hosanna, verwonder u, heel stil. Verkondiging: THE VOICE OF HEAVEN. Zingen: Gezang 140. vers 1 en 3. 1. Prijst de Heer die herders prijzen, die in ’s hemels paradijzen alle englen eer bewijzen, hier op aarde daalt Hij neer. 3. Laat uw loflied samenvallen met het lied der heiligen allen, dat de hemelen weerschallen van die jubelende wijs.
Gedicht: Zo heel gewoon.
van Frits Deubel. Diseree Hendriksen
Het kon zelfs niet gewoner, Een kribbe in een stal. Wie zou nu dáár verwachten De Koning van ´t heelal. ´t Was haast niet te geloven, Een wonder, waar gebeurd. Een hemel die voor even Wijd open werd gescheurd! Het kon zelfs niet gewoner Daar moest je God voor zijn, Om iets heel groots te geven, Zo simpel en zo klein, Je Zoon als Redder sturen Voor ieder die het wil, Niet met trompetgeschal, maar Onopgesmukt en stil. Zo kregen wij een teken Waar onze sterkte ligt: Gewoon twee kinderogen Op ’t sterrenlicht gericht. Laat ons dus zo maar volgen, De weg der wijzen gaan, Met van die kleine stappen Achter Gods grootsheid aan!
Solo zang: God came down. De Heer van de hemelse machten, de Heerser over alle dingen, zond Zijn eigen Zoon naar deze aarde, om hier niet te belanden in een koninklijk wiegje maar de viezigheid van een kribbe, een stinkende stal. God zond Zijn Zoon niet voor onze gezelligheid, niet voor allemaal lichtjes en veel eten, maar om ons te redden en genade te brengen. Hij gaf alles op om ons te redden, wat doen wij? Food and drink, warmth and light, Is that why He came? Did He come for our wealth, In our Lord his name, It’s us who screw’, Your birthday night, It’s some that grew And we’ve got no excuse? Is that alright? Give meaning away when it’s vital Is that alright? Just ignore Him, even Prince is His title Is that alright? If we don’t fix it How are people supposed to know it? Is that alright? Prince of Peace, yet so few on His side Is that alright? Heaven forbid
He was born to redeem, That’s why He came down here, It’s in that dirty manger, For you He appeared, Worship the Lord, Love your fellow men, Despite all your flaws, He’ll save you again Is that alright? To admit that you’ve gone astray Is that alright? If you choose Him, he will be your safeway, Is that alright? For your sins to be washed away, That is alright, It that alright with you? Is that alright? Is that alright? Is that alright? So what will you do Where you’ll go Where will you go from here With who? Dankgebed. Collecte.
Zingen: Gezang 147.vers 1, 2 en 6. 1. Looft God, gij christnen, maakt Hem groot in zijn verheven troon, die nu zijn rijk voor ons ontsloot en zendt zijn eigen Zoon, en zendt zijn eigen Zoon. 2. Hij daalt uit ’s Vaders schoot terneer op aarde om kind te zijn, een kindje arm en naakt en teer al in een kribje klein, al in een kribje klein. 6. En nu ontsluit Hij weer de poort van ’t schone paradijs. De cherub staat er niet meer voor. God zij lof, eer en prijs! God zij lof, eer en prijs! Zegengebed. Zingen: Ere zij God.
Staande.
Uitgangscollecte. DE KERKENRAAD EN DE BIJZONDERE DIENSTENCOMMISSIE WENSEN U PRETTIGE KERSTDAGEN EN EEN VOORSPOEDIG 2011 TOE.