Thema Grote Overspanningen __________________ Excursies KID 2004 Staalbouwdag
KOersief 65 - december 2004
65
1
ADVIESBURO VOOR BOUWKONSTRUKTIES ING. L. SNIJDERS B.V. Valkenierstraat 125, Postbus 598, 5550 AN VALKENSWAARD, tel.: 040-2041843 / fax. 040-2017524 / E-mail :
[email protected]
Hoofdkantoor CLBN te Rotterdam
Opritspiraal Alexandrium te Rotterdam
LEVO-blokje
Park Diepenvoorde Waalre, LEVO-systeem
Adviesburo Ing.L.Snijders bv en Adviesburo Prebest bv staan al 20 jaar voor: ∗ diversiteit van hoogwaardige opdrachten (utiliteits-, woning- en appartementenbouw) ∗ specialist in prefab beton, naast andere materialen ∗ een jong team van ruim 20 mensen in stimulerende werksfeer ∗ een gedegen interne opleiding, geautomatiseerd, met up to date kwaliteitssysteem Ben je op zoek naar een interessante job, part-time werk en/of stageplaats zet dan je C.V. op ons bovenstaand email-adres.....
ADVIESBURO VOOR BOUWKONSTRUKTIES PREBEST B.V. Kanaaldijk 19, Postbus 437, 5680 AK BEST, tel.: 0499-375198 / fax. 0499-375199 / E-mail :
[email protected]
Inhoud
CO-lofon CO-lofon KOersief is een verenigingsKOersief is een per verenigingsblad dat éénmaal trimesblad dat éénmaal per trimester wordt uitgegeven door ter wordt uitgegeven door KOers, sectie Constructief KOers, sectie Constructief Ontwerpen van de BouwOntwerpen van de Bouwkunkundige studievereniging dige studievereniging CHECHEOPS. OPS. Oplage Oplage Circa 200 exemplaren, Circa exemplaren, verspreid280 onder student- en verspreidvan onder student- en fondsleden KOers. fondsleden van KOers. Uitgever Uitgever KOers, sectievereniging van KOers in samenwerking met de studievereniging de capaciteitsgroep CO van CHEOPS en de capacitietsde faculteit Bouwkunde groep SEC van de faculteitaan de Technische Universiteit Bouwkunde aan de Eindhoven. Technische Universiteit Eindhoven Drukker TU/e huisdrukkerij Drukker TU/e huisdrukkerij KOers TU/e KOers De Wielen TU/e DeVertigo Wielen09.25 Postbus 513 Vertigo 09.25 5600 MB Postbus 513Eindhoven tel. MB 040-2474647 5600 Eindhoven
[email protected] 040-2474647 www.KOersTUe.nl
[email protected] www.KOersTUe.nl Kopij Bij voorkeur Word-bestand Kopij opmaak op diskette of Bijzonder voorkeur Word-bestand via e-mail. Figuren apart meezonder opmaak op diskette Kopij KOersief of zenden. via e-mail. Figuren apart64 inleveren vóór 21 mei 2004. meezenden. Kopij KOersief 66 inleveren vóór 4 maart Redactie 2004. Annemarie Hoogervorst
[email protected]. Redactie nl Coenen Gertjan Michaël Fütterer
[email protected] KOersief 65 - december 2004
KOersief Inhoud Woordje van de voorzitter
5
Redactioneel
7
Ontwerp van megabioscoop Stadspark Oranje Nassau samenvatting afstudeerverslag Walter van Adrichem
8
Nationale Staalbouwdag door Saskia Kieboom en Job Courage
10
Ontwerp van een ondergrondse sporthal samenvatting afstudeerverslag Carlo Schat
12
KID 2004 door Karin de Louw
14
Excursie Steenconstructies door Gertjan Coenen
15
Opbuiging van geprefabriceerde excentrisch voorgespannen betonelementen door Koen van Cann
16
KOers KOnijnenborrel door Lars Koops
18
Thema Grote Overspanningen door Gertjan Coenen
20
Nationaal Zwemstadion (1) door Jurgen Voermans
21
Nationaal Zwemstadion (2) door Lars Koops
22
Golden Gate Bridge door Gertjan Coenen
24
Kansai International Airport door Gertjan Coenen
26
VKO-excursie door Sigrid Mulders
28
Wist je dat...
30
3
Woordje van de voorzitter voor zitter
Een nieuw jaar Het nieuwe jaar is inmiddels weer begonnen en we hebben al veel activiteiten achter de rug. Het gaat erg snel allemaal. De Staaldag, enkele vakgebonden excursies en enkele lunchlezingen zijn met succes verlopen. Het bevalt erg goed. Aan het begin van mijn bestuursjaar wist ik bij lange na niet wat mij allemaal te wachten stond. Ik dacht het te weten, maar in de praktijk blijkt het toch allemaal even anders te verlopen en komt er een hoop bij kijken. Ook leer ik veel nieuwe mensen kennen en dat is erg leuk. In een bestuursjaar leer je ongelofelijk veel. De twee ledenvergaderingen, die ook al geweest zijn, waren zware dobbers. Het is toch niet niks om zoiets maar even op te zetten. Je weet niet echt wat je kunt verwachten en ook weet je niet of je het allemaal wel goed doet. Gelukkig is alles goed gegaan en kunnen we nu met een gerust hart en niet te vergeten een goedgekeurde begroting onze aandacht weer volledig op de activiteiten vestigen. Binnen de vereniging hangt een erg goede sfeer. Ik mocht ontdekken dat de leden erg enthousiast te krijgen zijn om zich in te zetten voor de vereniging, want zonder de hulp van je leden ben je nergens. De commissies zijn dan ook al zo goed als vol en we kunnen nu echt de grote activiteiten gaan realiseren. Het beste moet dus nog komen. Het nieuwe bestuur is dit jaar erg ambitieus. Er zullen best wel een aantal wijzigingen plaatsvinden, maar natuurlijk niet zonder jullie op de hoogte te brengen. Ook zijn er plannen om een nieuwe ludieke actie te lanceren en dit zal een hoop stof doen opwaaien. Voor deze actie zullen we ook veel hulp en steun van de leden moeten krijgen. We hopen dus op jullie medewerking. Bij deze grote actie zal ook een wedstrijd plaatsvinden. Jullie worden uitgedaagd om, zowel jullie ontwerpkanten, als jullie constructieve kanten te laten uitblinken. Het ontwerp zal ook echt worden uitgevoerd. Houd het dus goed in de gaten! Als laatste wil ik alle leden weer een gezellig en leerzaam jaar toewensen met KOers. Probeer intensief betrokken te blijven, des te meer gezelligheid, leuke volle excursies en geslaagde activiteiten. Gegroet, Uw voorzitter, Alexander Suma
KOersief 65 - december 2004
5
Redactioneel
Een goed begin is het halve werk
Alle begin zijn moeilijk. Dat bleek ook wel toen ik deze eerste KOersief in elkaar aan het zetten was. Je krijgt als eerste al de opmaak. Die moet je de hele tijd in gedachte houden om de pagina’s overzichtelijk en goed te houden. Dan komt er nog bij dat je met een nieuw programma gaat werken, waar de vorige redactie nog niet mee heeft gewerkt. Dat werkt gelukkig ook al positief. Als je dan om de 2 weken een K-m@il uit moet brengen en dan ook nog de website mag bijhouden, dan wordt er toch een deel van je vrije tijd opgeslokt. Als dan die KOersief uit moet komen is het ook
Nieuwe Beleidsplannen Na al een eerste ALV en een BLV te hebben doorgemaakt, is het nieuwe bestuur al ruim ingewijd. Het waren nuttige vergaderingen en er zijn toch wel de nodige zaken besproken en veranderd. Zo kwam het nieuwe bestuur met het idee om een beleidsplan te maken en dit verplicht te stellen aan elk nieuw aantredend bestuur. In dit beleidsplan staan streefpunten van het komende jaar. Dit zorgt voor duidelijkheid naar de leden toe en vooral ook duidelijkheid voor het bestuur zelf. In dit inmiddels begonnen jaar zal het bestuur vooral de nadruk gaan leggen op het sponsorbeleid. Hier zijn al de nodige stappen voor ondernomen en het begint al zijn vruchten af te werpen. Waar normaal pas in januari de eerste sponsoring binnenkwam, zijn dit jaar in oktober al de eerste twee binnen gehaald. Dit betekent veel goeds voor de vereniging. De reden van deze geldnood is de terugtrekking van financiële hulp van onze faculteit. Door grote tekortkomingen en bezuinigingen binnen de TU zijn zij niet meer in staat KOersief 65 - december 2004
nog tentamenperiode. Gelukkig krijg je de stukjes van iedereen ook nog op tijd aangeleverd. Dus het valt allemaal nog wel mee. Tenminste als dit alles goed zou gaan. Het afgelopen blok zijn er al verschillende veranderingen doorgevoerd door het nieuwe bestuur. Daar zitten ook veranderingen bij op het redactionele gebied. Zo is er een nieuwe opzet gekomen voor de K-m@il en is de KOersief ook gedeeltelijk veranerd. Maar goed. Ik heb niks te klagen verder. In de komende KOersief
KOers te ondersteunen. Ook heeft het nieuwe bestuur een PR-commissie opgericht. Deze commissie bestaat uit vier personen, waarvan twee uit het bestuur. Het hoofddoel van de commissie is natuurlijk het binnenhalen van financiële steun, maar ook goede contacten onderhouden met het bedrijfsleven is een primaire factor. De echte richtlijnen van deze commissie moeten nog vastgelegd worden in het Huishoudelijk Reglement. Dat zal plaatsvinden in de volgende ALV. U bent dus allen uitgenodigd. Andere punten in het beleidsplan zijn ook erg gericht op ons beeld naar het bedrijfsleven toe. Zo vindt het nieuwe bestuur het belangrijk dat bedrijven die sponsoren, hier ook echt iets voor terug krijgen. Ook de profilering van KOers speelt een belangrijke rol. Om dit tot stand te brengen willen zij de KOersief vernieuwen en een professioneler en aantrekkelijker uiterlijk voor het bedrijfsleven invoeren. Het blad zal dan nog meer dienen als communicatiemiddel tussen de studenten en het bedrijfsleven. Toch zal dit niet genoeg zijn en dus heeft de voorzitter plannen om een groter
staan immers genoeg leuke en interessante bijdragen. Zo is dit het eerste themanummer waar ingegaan zal worden op de Grote Overspanningen projecten. Tevens zullen van 2 bouwwerken een beschouwing worden gegeven. Verder zullen de komende 2 uitgaven ook thema nummers zijn over de onderwerpen Hoogbouw en het thema Onderzoek. Dit zijn samen met het thema grote overspanningen de drie thema’s waar de masterprojecten over gaan. Gertjan Coenen Redacteur KOers 2004/2005
toekomstige financiële zekerheid op te zetten. Hij is hierover druk in de weer met een aantal mensen, maar zal pas in het volgende jaar onder een nieuw bestuur deze plannen daadwerkelijk proberen door te voeren. De profilering van KOers zal ook veel scherper worden. Om KOers nog meer bekendheid te geven in de constructieve wereld en de wereld daarbuiten, willen zij een ludieke actie gaan opzetten. Hoe en wat deze actie inhoud blijft nog even geheim, maar zodra de tijd rijp is zal het ruim bekend worden gemaakt. Als laatste wil het nieuwe bestuur enkele verwaterde zaken oppakken, zoals meer helderheid en een betere organisatie opnieuw in de vereniging brengen. Ook zal de inrichting van vloer 5 herzien worden en eventueel anders worden opgesteld. Hier zullen nog wat nieuwe meubelstukken voor nodig zijn. Een voorstel voor deze verandering zal snel worden opgehangen op vloer 5. Indien er nog leden zijn die tijd en zin hebben om hieraan mee te helpen, zijn zij natuurlijk van harte welkom. Alexander Suma
7
Afstudeerverslag
Megabioscoop Samenvatting van het afstudeerproject “Ontwerp van megabioscoop Stadspark Oranje Nassau” van Walter van Adrichem. Hij studeerde op 26 oktober 2004 af op de richting Constructief Ontwerpen van opleiding Bouwkunde aan de Technische Universiteit Eindhoven. Algemeen Aanleiding voor de afstudeeropdracht is het project Stadspark Oranje Nassau in de gemeente Heerlen. Dit project betreft een grootschalige herontwikkeling van het stationsgebied met het doel het centrum van Heerlen over het spoor uit te breiden naar de Noordzijde van het station. Op deze manier hoopt de gemeente het imago van het gebied zodanig te verbeteren dat de drugs- en criminaliteitproblemen voortaan tot het verleden zullen behoren. Onderdeel van dit project is de realisatie van een megabioscoop. Een tweede aanleiding is het ontbreken van bestaande bioscopen, waar zowel de karakteristieke vormen van de zalen als de constructie beeldbepalend zijn. Doelstelling Doelstelling van deze ontwerpopgave is dan ook het ontwerpen van
figuur 2: Impressie van de bioscoop
8
een megabioscoop, die een oriëntatiepunt vormt voor zijn omgeving, waarbij de karakteristieke vormen of belijningen van de zalen beeldbepalend zijn en waarbij de constructie een onderdeel is van de architectuur. Indeling De bioscoop krijgt een prominente plaats aan het nieuw te ontwikkelen verkeersplein (figuur 1). Om een positieve impuls aan de omgeving te geven, is er voor gezorgd dat de bioscoop interactie aangaat met de omgeving. Dit is bereikt door de zalen op te tillen van het maaiveld (figuur 2). Hierdoor ontstaat er ruimte onder de zalen, die ingericht wordt als foyer. Deze ruimte wordt door slechts een transparante gevel van het buitengebied gescheiden, waardoor de gewenste interactie mogelijk is. De zalen worden opgetild door zes vakwerkliggers, die zelf
figuur 1: De omgeving van de bioscoop
rusten op 26 kolommen (figuur 3). Deze vakwerkliggers zijn de ruggengraat van de bioscoop. Naast de dragende functie, verzorgen de binnenste vakwerkliggers tevens de ontsluiting naar de zalen. Vanuit de foyer kan de bezoeker met de trappen het zalenniveau bereiken. Op dit niveau bevindt zich een gangenstelsel, waaraan de ingangen van de zalen liggen. Vanuit het zalenniveau zijn er op bepaalde plaatsen doorkijken naar de foyer, waardoor er interactie ontstaat tussen de bezoekers in de foyer en de bezoekers op het zalenniveau. Boven het gangenstelsel voor de bezoeker, bevindt zich eenzelfde stelsel voor het personeel. De operateurs kunnen zo eenvoudig alle projectiecabines bereiken zonder dat ze
figuur 3: Beeld zonder de zalen. Duidelijk zichtbaar zijn de vakwerkliggers en de gangen.
KOersief 65 - december 2004
Afstudeerverslag plaatse van de kopgevels van de zalen is de constructie als vakwerkligger uitgevoerd (figuur 5). Deze vakwerkliggers van de zalen worden zowel aan de onder- als bovenrand gekoppeld met de primaire vakwerkliggers. Vervolgens zijn de dak- en vloervlakken van de zalen stijf. Horizontale belastingen kunnen nu via de zalen naar de binnenste primaire vakwerkliggers geleid worden. Vervolgens zorgen de stabiliteitsbokken onder de primaire vakwerkliggers voor de afdracht naar de fundering. In figuur 6 is de gehele staalconstructie weergegeven.
figuur 4: Het bewegingenspel van de buitenste zalen (boven) en de binnenste zalen (onder).
de publieke ruimtes hoeven te doorkruisen. Tevens is op dit personeelsniveau ruimte voor de technische installaties en is er de mogelijkheid deze personeelsgangen in geval van brand te gebruiken als vluchtweg. Doordat de zalen opgetild zijn, ontstaat er langs de onderzijde van de zalen een interessant bewegingenspel (figuur 4). De twee buitenste rijen zalen, die zich boven het buitengebied bevinden, maken een golvende beweging richting de rotonde. Langs de onderzijde van de binnenste rij zalen, die zich boven de foyer bevindt, zijn zichtlijnen ontstaan die voor de interactie tussen de foyer en het zalenniveau zorgen. Constructie De zalen worden gedragen door de vakwerkliggers. Deze vakwerklig-
figuur 5: De vakwerkliggers worden door de zaalvakwerkliggers gekoppeld.
KOersief 65 - december 2004
gers zijn opgebouwd uit kokerprofielen (figuur 5). De diagonalen zijn zo gepositioneerd dat deze altijd op trek belast worden. Op twee plaatsen is het echter niet mogelijk diagonalen aan te brengen. Hier steken de bezoekersgangen namelijk door de vakwerkliggers. Het ontbreken van de diagonalen heeft grote invloed gehad op de uiteindelijke posities van de steunpunten van de vakwerkliggers. Alle binnenste vakwerkliggers worden ondersteund door vijf kolommen, de buitenste slechts door drie kolommen. Hierdoor wordt het zwevende karakter van de zalen bereikt.
Omdat de bioscoop midden in een woongebied ligt, heeft de geluidisolatie een belangrijke rol gespeeld in het ontwerp. Enerzijds is het ontwerp gebaat bij een klein eigen gewicht, wat gunstig is voor de hoofddraagconstructie, anderzijds is juist veel massa gevraagd om de benodigde geluidisolatie te behalen. Door het toepassen van een systeem van dubbele wanden, die ontkoppeld zijn door een luchtspouw is het mogelijk geweest met weinig massa toch hoge isolatiewaarden te behalen. Uiteindelijk kan geconcludeerd worden dat alle onderdelen van de doelstelling gehaald zijn.
Stabliteit Er ontstaat een stabiel systeem door de koppeling van de vakwerkliggers en de zaalconstructies. Ter
figuur 6: De gehele staalconstructie.
9
Staalbouwdag 2004
Nationale
Staalbouwdag
2004
De nationale staalbouwdag is een jaarlijks terugkerend fenomeen. Dit jaar werd het evenement weer gegeven in de Infotainment CineMec te Ede. Over de dag zijn twee verslagen geschreven door Job Courage en Saskia Kieboom. Door Saskia Kieboom De Nationale Staalbouwdag. Ik was één van de studenten die dacht dat dit wel een interessante dag zou worden. Al jaren zie ik aankondigingen voor deze dag, maar hoe komt het dan dat ik er nog nooit ben geweest? Dat vroeg ik me net ook af. Gedachten omzetten in actie is waarschijnlijk het grote struikelblok geweest. Maar nu ben ik dan eindelijk in actie gekomen, en kan zelfs een staking me niet meer tegenhouden. Voor een buitenstaander lijkt zo’n bijeenkomst te draaien om urenlange lezingen achter elkaar en het verzamelen van zoveel mogelijk spullen. Ook ík ben thuis gekomen met een balpennenset, een visitekaartendoosje, een jeu-de-boules-set, een nieuwe versie van het basisboek overspannend staal en flyers & folders waar waarschijnlijk nauwelijks meer in gekeken wordt. En dan heb ik alleen nog maar de dingen die mij in mijn handen zijn gestopt. Ik ben niet actief pennen en pepermuntjes gaan verzamelen. Ook ík heb heel de dag lezingen
10
gevolgd. En ze waren niet allemaal – de meeste trouwens wél – even enthousiast en levendig. De snurkende man naast mij was daarvan het levende bewijs. Mijn jarenlange training in de schoolbanken zorgden er echter voor dat deze genante vertoning mij bespaard bleef. Maar wie weet, zit ik over 10 jaar er net zo bij. Dit wil niet zeggen dat de lezingen niet interessant waren. Sommige mensen staan nu eenmaal niet dagelijks voor een groep mensen om een lezing te geven. Ik vergelijk het maar met mezelf op dit moment, aan het proberen een stukje te schrijven voor de KOersief. Ik weet dat ik er niet goed in ben, maar ik vervul ook maar mijn plicht (“nee, zo moet je dat niet zien! Je moet het zien als een compliment dat we JOU vragen”) als KOerslid. De meeste mensen die op zulke bijeenkomsten komen als de nationale staalbouwdag weten echter dat het niet draait om de lezingen en de spulletjes. De meeste mensen komen – net zoals ik – voor de interactie. De interactie met mensen en bedrijven in dezelfde branche. Het
maken van nieuwe contacten en het in stand houden van reeds gemaakte contacten. Ikzelf vertrok met de gedachte te kijken welke bedrijven misschien van pas konden komen bij mijn afstuderen en in de hoop enige oud-docenten van de HTS tegen te komen. Voor mij is deze dag dan ook een geslaagde dag geweest. Die rotzooi die nu naast mijn computer ligt is slechts bijzaak. Voor iedereen die niet aanwezig was op deze dag: voor 10 euro had je ontzettend lekker kunnen eten en drinken. Bovendien had je live getuige kunnen zijn van de uitreiking van de studentenSTAALprijs (1e prijs en noviteitprijs) aan de Eindhovense student Rob van Gestel. Van de korte impressies die ik van zijn project kreeg tijdens de prijsuitreiking, was ik erg onder de indruk. Ik hoop dat dl TU/e (en met name de faculteit Bouwkunde) laat zien hoe trots ze zijn op zulke studenten en hier groot nieuws van maken. Ik zou graag wat meer zien van dit project. Bij deze nog van harte gefeliciteerd!
KOersief 65 - december 2004
Staalbouwdag 2004
Door Job Courage Afgelopen 14 oktober was het weer zo ver. De Nationale Staalbouw Dag 2004 vond plaats. Deze dag werd georganiseerd door Bouwen met Staal en vond plaats in Ede. Vele KOers-leden en niet KOers-leden hadden zich dan ook in geschreven voor deze dag die geheel in het teken stond van staal. Het vervoer van Eindhoven naar Ede liep niet geheel volgens plan omdat de NS nou net deze donderdag had uitgekozen om een landelijke staking te orga-niseren. Maar door het regelen van een bus kwamen we dan toch aan in Ede (zei het met enige vertra-ging door het overige verkeer op de weg). We waren niet de enige met vertraging waardoor de dag gewoon een half uur later begon dan gepland. De dag begon met een lekker kopje koffie dat vele nodig had-
KOersief 65 - december 2004
den na het vroege vertrek uit Eindhoven (8.00 uur). Na de eerste koffieronde begon dan de opening van deze staaldag. Daarna waren er vele lezingen in verschillende delen van de bioscoop waar het allemaal plaatsvond. Centraal in alle lezingen van de dag stond vooral het duidelijk maken waarom er nog veel vaker met staal gebouwd zou moet worden. Tevens waren er vele standjes van bedrijven die veel nuttige informatie aanboden naast de vele pennen. De studentenSTAALprijs en de Nationale Staalprijs werden uitgereikt. Als afsluiting van de dag was er een borrel waar weer duidelijk werd wie de studenten van het gezelschap waren. Aan het eind van de
dag was er nog een diner waar we niet aanwezig waren. De KOers bus was al weer terug naar Eindhoven.
11
Afstudeerverslag
Ondergrondse sporthal Samenvatting van het afstudeerproject “Ontwerp van een ondergrondse sporthal, Zuidas Amsterdam” van Carlo Schat. Hij studeerde op 2 november 2004 af op de richting Constructief Ontwerpen van opleiding Bouwkunde aan de Technische Universiteit Eindhoven. Inleiding In Amsterdam is op het ogenblik een groot project gaande genaamd “Zuidas Amsterdam”. Hieronder wordt een grootschalige ontwikkeling van het stedelijk gebied rond Amsterdam WTC verstaan. Onder andere een stationsuitbreiding en realisatie van kantoren en woningen staan op het programma. Het is de bedoeling dat de A10 ondergronds komt te liggen zodat het stedelijk gebied over de A10 getrokken kan worden. Ook zal het gebied de nodige sport- en recreatievoorzieningen krijgen, de realisatie van een zogenaamd multifunctioneel parkgebouw is hier een voorbeeld van. Onderdeel van dit gebouw zal een sporthal worden met daar bovenop een voetbalveld. Dit bleek constructief en architectonisch een interessant project. De doelstelling is dan ook; het ontwerpen van een ondergrondse sporthal met aanverwante sportvoorzieningen, waarbij het geheel een eenheid vormt met zijn omgeving. Uitganspunten Bij een ondergronds gebouw speelt
veiligheid een belangrijke rol. Vanwege een tekort aan daglicht en het ontbreken van een heldere lay-out van het gebouw voelen mensen zich mogelijk sneller onveilig. Bij het ontwerpproces spelen naast de veiligheid ook andere uitgangspunten een rol, onder andere: • Het gebouw moet in het stedelijk gebied passen. • In het stedenbouwkundig plan ontwikkeld door de gemeente moet een verbinding tussen het gebied ten oosten en ten westen van het parkgebouw ontstaan, dit moet in het ontwerp gehandhaafd blijven. • Er moet voldoende daglichttoetreding aanwezig zijn. • De bezoeker moet zich in het gebouw goed kunnen oriënteren. Met deze uitgangspunten in gedachte is een ontwerp gerealiseerd. De dakconstructie vormt als het ware de ruimtes, aan de linkerkant vormt deze de hal en aan de rechterkant vormt deze het gebied voor de overige voorzieningen (zie figuur 1 en 2). Het constructieve materiaal is beton.
Ontwerp Met behulp van vides is getracht voldoende daglichttoetreding te realiseren. Ook aan een heldere layout is gedacht, namelijk door gebruik te maken van een hoofdroute in het gebouw waar alle trappen en ruimtes aan liggen. Vanuit elke gang is deze hoofdroute te betreden. Op het moment dat het ontwerp vastligt is overgegaan op het dimensioneren en toetsen van de draagconstructie. De horizontale grondbelasting wordt opgevangen door L-profielen rond het gebouw, dit is niet berekend. Omdat het gebouw niet lager ligt dan het maaiveld hebben we niet te maken met de invloeden van het grondwater, opdrijven van de constructie is dus niet aan de orde. Voorspanning Omdat we te maken hebben met een overspanning van 35 meter, een uitkraging van 15 meter en een hoge dakbelasting wordt de ligger voorgespannen. Hierdoor kan een slanker profiel ontworpen worden. Als eerste is onderzocht bij welke schematisering de krachten zo gunstig mogelijk in het element ontstaan. Hierna is het verloop van de voorspankabels en de voorspankracht iteratief bepaald (zie figuur 2). Vervolgens is het element getoetst met behulp van NEN 6720. Verankering Door de hoge voorspanning is speciale aandacht besteed aan de verankering in het beton. Met behulp van het programma ESAPrima Win zijn de splijtkrachten
Figuur 1- Dwarsdoorsnede
Figuur 2- Verloop wapening
12
KOersief 65 - december 2004
Afstudeerverslag
bepaald, hieruit volgt de hoeveelheid splijtwapening (zie figuur 3). Nu wordt de voet van de ligger gedimensioneerd. Om voldoende ruimte voor de loopbrug tussen de elementen te creëren is geprobeerd de poten van de voet zo slank mogelijk te dimensioneren. Hierna zijn deze doorsneden getoetst met behulp van NEN 6720. Vervolgens is de wapening aan de onderkant van de voet bepaald. De voet is als schijf in ESA-Prima Win gemodelleerd om de krachten in de voet te berekenen. Ter plaatse van de trekkrachten wordt
Figuur 3 - Verankering
KOersief 65 - december 2004
de hoeveelheid wapening bepaald. De stabiliteit in de dwarsrichting is maatgevend voor de constructie. Het blijkt dat ondanks de afgenomen stabiliteit, als gevolg van de verbinding tussen voet en ligger, de constructie aan de eisen voldoet. Uitvoering Ten slotte is gekeken naar de uitvoering van het element. Eerst zal de voet geheel in het werk gestort worden. Vervolgens wordt de ligger gestort waarna deze tijdelijk wordt ondersteund. Nadat de ligger met nagerekt staal is voorgespannen, worden tussen de elementen breedplaten geplaatst. Hierop wordt een betonnen deklaag gestort. Nu kan het grondpakket aangebracht worden en is de dakconstructie gereed. Het ontwerp is een helder opgezet plan geworden waarbij de beleving en veiligheid van de bezoeker voorop staan. Tevens heeft de constructie een meerwaarde gekregen
doordat het naast een constructieve ook een architectonische functie heeft. De figuren 4 en 5 geven een impressie van de sporthal.
Figuur 4- Impressie niveau 0
Figuur 5- Impressie niveau -2
13
KID
KID 2004 Elk jaar organiseert KOers de KOers-intro-(mid)dag. Een middag sporten en ‘s avonds een lekkere barbecue met het nodige gerstennat is al meerdere jaren een goede samenstelling voor een leuke middag/avond.
21 oktober was het zover. De KOers-Intro-Dag van 2004. De KID houdt al jaren hetzelfde in; een middagje lekker sporten en daarna een BBQ in de koepel. Maar het bestuur had hier dit jaar andere ideeën over. Er werd ons beloofd dat we niet meer hoefden te vernikkelen van de kou, de BBQ zou in de AOR gehouden worden. Het was nog even afwachten hoe dat zou bevallen. Er werd om half 2 verzameld voor het sportcentrum. Met 10 man en 2 vrouw sterk gingen we de strijd aan. Er werden 3 teams gevormd en na 9 duels zou blijken wie het sterkste team zou zijn. Na uitleg bleken volleybal, basketbal en lollypoppen (oftewel tamponhockey) op het programma te staan. De laatste sport behoefde enige uitleg; alles was geoorloofd alleen mocht je met je voet de bal niet raken. Ook de keeper niet. Tenzij het niet in je eigen voordeel was, dan mocht het wel. Nou ja, niet helemaal duidelijk, maar dat mocht de pret niet drukken. Met een paar zeer fanatieke leden erbij
14
werden 9 felle spellen gespeeld en na een spannende strijd bleek ons team het sterkste: Maarten, Dennis, Joost en ik! En natuurlijk waren we de terechte winnaars, alhoewel anderen misschien niet dezelfde mening hadden. In ieder geval konden we ons vast gaan douchen met het vooruitzicht om ’s avonds onze trofee overhandigt te krijgen. Rond een uurtje of 5 druppelden de eerste mensen bij de AOR binnen. Het vlees en de barbecue waren eerder al bezorgd dus daar hoefden we ons niet meer druk om te maken. Iedereen kreeg een cocktaildrankje aangeboden, een fruitige verfrissing met pit. Na een uurtje klungelen met een laptop vertelden wat oud-commissieleden over hun bezigheden vorig jaar. Dit vooral om nieuwe leden in te lichten en te motiveren actief lid van KOers te worden. Om een of andere reden eindigde ieder toelichting over een activiteit met: en natuurlijk ’s avonds het feest!
werd aangestoken. Lars en Caspar lieten een klein staaltje zien van hun BBQ-talent en misschien kunnen we in deze twee barleden opvolgers zien van de al bijna bij het interieur horende Tim. Een klein optredend probleempje was een tekort aan borden en bestek. Tja, als je voor minder bestelt, is het wel slim om wat meer borden te vragen. Maar niet getreurd, de zeer vriendelijke barmensen konden ons wel wat borden van de AOR lenen. Ja ja, eens te meer was de locatie geen verkeerde keuze. In de koepel hadden we aardig zuur staan kijken als je het bordje van de buurman had moeten lenen. Halverwege kregen wij onze trofee uitgereikt. Het bestuur was zeer creatief bezig geweest, waaronder ikzelf natuurlijk. Dit jaar bestond de trofee uit een setje onderzetters, vijf onderzetters van de letters van KOers. Ze roken nog een beetje naar lak maar dat maakte ze niet minder mooi. Tot 22.00 uur was het drinken op kosten van KOers. Nog een laatste rondje en daarna mocht iedereen zijn eigen portemonnee trekken. Niemand had daar echter problemen mee en iedereen was dan ook zeer te spreken over de nieuwe locatie. Zeker voor herhaling vatbaar dus! Karin de Louw
Volgens iedereen had het lang genoeg geduurd en de BBQ
KOersief 65 - december 2004
Excursie
Steenconstructies excursie Voor het vak steenconstructies is dit jaar een excursie georganiseerd met medewerking van KOers. Drie verschillende steenfabrieken werden bezocht. Dit waren Ytong in Landgraaf, kalkzandsteenfabriek “De Hazelaar” in Koningsbosch en de steenfabriek “Joosten Kessel” in Kessel. Ytong Landgraaf De reis kon beginnen naar het Limburgse land. Het eerste bedrijf wat we zouden aandoen was de fabriek van Ytong in Landgraaf. Dit bedrijf produceert cellenbetonblokken en -elementen voor wanden en daken. Bij aankomst werden we ontvangen door dhr. Jansen. Na een korte uitleg van hem over de fabriek en de vervaardiging van de blokken en elementen, zijn we de fabriek ingegaan. Onderverdeeld in 3 groepen werden vervolgens de vervaardiging van wapeningsnetten. De fabriek werd chronologisch doorlopen. Allereerst was er het mengen van de kalk, zand en cement waarna water en aluminiumpoeder werd toegevoegd. Het aluminiumpoeder zorgt voor de luchtbellen in het cellenbeton. Daarna ging het mengsel in een vorm. Na het opstijven van het geheel, ging de mal er af en werd het ontstane blok gesneden met stalen draden. Het mengsel is op dit moment nog zo zacht dat je het in kan drukken. Na het snijden werd het grote blok in de autoclaaf gereden, waar het onder hoge druk werd gebracht. Een autoclaaf is een grote ronde buis, waar een hoge druk gecreëerd kan worden met daarbij een verhoogde luchtvochtigheid. De blokken die nu uit de autoclaaf komen, zijn klaar voor mogelijke verwerking tot een speciale vorm met behulp van een speciale diamantzaag of kunnen direct worden vervoerd naar de bouwplaats. Kalkzandsteenfabriek De Hazelaar Na het bezoeken van de fabriek van Ytong, reed de bus richting de KOersief 65 - december 2004
fabriek van kalkzandsteenfabriek “De Hazelaar” in Koningsbosch. Aangekomen bij de fabriek was daar het onthaal door dhr. Heijster met koffie, thee en natuurlijk een overvloed aan broodjes waar de studenten als hongerige wolven op vlogen. Nadat iedereen voorzien was en rustig een plaatsje had gezocht, begon dhr. Heijster met de uitleg over het bedrijf en over de productie van het kalkzandsteen. De productiewijze lijkt veel op die van cellenbeton. Na de uitleg werd de excursie begonnen op de fabriek. De productiegang werd hier ook geheel doorlopen. Het samenstellen van het mengsel, het onder druk vervaardigen van de blokken en het inrijden van de blokken in de autoclaaf. Wat verschilde met Ytong was, dat bij de kalkzandsteenfabriek nog een grote zaagafdeling aanwezig was, waar alle blokken precies op maat gemaakt worden. Dit alles werd aangestuurd vanuit de eigen tekenkamer, waar ook nog een bezoek werd gebracht. Hier was nog een uitleg over het tekenen en berekenen van een optimaal gebruik van de kalkzandsteen elementen.
Steenfabriek Joosten Kessel Na dhr. Heijster te hebben bedankt werd de reis vervolgd naar de laatste fabriek van deze dag, namelijk de steenfabriek van Joosten Kessel in het Limburgse Kessel. We werden ontvangen door dhr. Joosten die na een korte introductie direct begon met het bezoeken van de fabriek. Deze fabriek produceert op twee manieren de bakstenen. Dat gebeurt in twee afzonderlijke lijnen, namelijk een met een strengpersproductie en een zogenaamde handvormproducten lijn. Allereerst werd de handvormproductie bezocht. Dit is het oude deel van de fabriek waar de stenen op machinale wijze in een oud uiterlijk worden gemaakt. De oven van de handvormfabriek stamt uit 1971 en is na het in productie nemen nooit meer uit geweest. Als hij uitgezet zou worden, zou de hele oven onbruikbaar worden. De andere afdeling met de strengpers in de steenfabriek is nog maar pas in werking en dat was te zien aan de machines en aan de oven die in vergelijking met de handvorm productie er heel nieuw uitzag. Al met al was het na deze laatste halte toch weer tijd om terug te keren naar Eindhoven. Het was een zeer informatieve en geslaagde dag waarop de productie van drie verschillende soorten steen duidelijk is geworden. Hiervoor bedanken wij Ytong, Kalkzandsteenfabriek “De Hazelaar”, steenfabriek “Joosten Kessel”, dhr. Vermeltfoort en Alexandro Janga voor het organiseren van deze geslaagde dag. Gertjan Coenen
15
Afstudeerverslag
Voorgespannen elementen Samenvatting van het afstudeerproject “Opbuiging van geprefabriceerde excentrisch voorgespannen betonelementen” van Koen van Cann. Hij studeerde op 29 oktober 2004 af op de richting Constructief Ontwerpen van opleiding Bouwkunde aan de Technische Universiteit Eindhoven. Inleiding Bij Betonson worden excentrisch voorgespannen betonelementen voor de bouw geproduceerd. Door de excentriciteit van de voorspanning ten opzichte van het zwaartepunt van de doorsnede zal een element krommen en opbuigen. Opbuiging is in dit onderzoek gedefinieerd als de verticale verplaatsing van het midden van de overspanning van een element ten opzichte van de kopzijden, zie figuur 1. Voordat een element wordt geproduceerd, wordt met een rekenmodel een voorspelling van de opbuiging gedaan. Nadat het element is geproduceerd wordt de optredende opbuiging gemeten en genoteerd op een opbuigformulier. De doelstelling van dit onderzoek is het verbeteren van de voorspelling van de opbuiging van excentrisch voorgespannen elementen. Probleemdefinitie Bij Betonson worden veelal series identieke elementen geproduceerd. De verzameling van opbuigingen van elementen uit een serie wordt beschreven met een normaal verdeling, zie figuur 2. Om een goed inzicht te krijgen in de huidige verschillen tussen de voorspelde en gemeten opbuiging, wordt bij de inventarisatie onderscheid gemaakt tussen het verschil van de gemiddelde opbuiging van een serie elementen en de voorspelde opbuiging, en de spreiding van opbuigingen binnen een serie elementen. Verder is onderscheid gemaakt tussen de opbuigingsverschillen direct na het voorspannen van een element en na de tijdelijke opslag van een element bij Betonson. De eisen die aan 16
de opbuiging gesteld worden, kunnen op verschillende plaatsen worden gedefinieerd. Bijvoorbeeld in NEN 2889 of het bestek. De achtergronden van deze eisen zijn divers. Een voorbeeld is dat een minimale opbuiging wordt geëist om bij een brugdek het profiel van vrije ruimte te garanderen. Aan de hand van deze eisen is een wenselijke situatie gedefinieerd. Na vergelijking van de huidige opbuigingsverschillen en de wenselijke situatie, zie figuur 3, kan worden geconcludeerd dat de huidige opbuigingsverschillen groter zijn dan gewenst. Als een element niet aan de eisen voldoet moet de opbuiging worden gecorrigeerd of een element kan worden afgekeurd. Dit zorgt voor extra kosten. Oorzaakanalyse Door een analyse zijn de oorzaken van opbuigingsverschillen achterhaald. Uit de oorzaakanalyse blijkt onder andere dat een aantal factoren geen meetbare invloed hebben op de opbuiging. Van deze factoren is aangetoond dat onder ‘normale’ omstandigheden of bij de geconstateerde afwijkingen de invloed op de opbuiging kleiner is dan de nauwkeurigheid waarin de opbuig-
ing wordt uitgedrukt. Hiervoor worden dan ook geen aanbevelingen ter verbetering gedaan. Een voorbeeld hiervan is dwarskracht- en normaalkrachtvervorming. Voor de invloedsfactoren waarvan wel is aangetoond dat ze een meetbare invloed op de opbuiging hebben is per oorzaak vastgesteld hoe de voorspelling op een ‘praktische’ manier verbeterd kan worden. In sommige gevallen was hier additioneel experimenteel onderzoek voor nodig. Experimenteel onderzoek Experimenteel onderzoek heeft plaatsgevonden op de volgende drie gebieden. De relatie tussen de elasticiteitsmodulus en druksterkte van beton tijdens de verharding (tot 28 dagen). In het rekenmodel waarmee de voorspelling van de opbuiging wordt berekend wordt hiervoor een aangepaste formule uit NEN 6720 gebruikt. In figuur 4 is te zien dat een formule uit de Model Code 1990 een nauwkeurigere benadering van de ontwikkeling geeft. Verder onderzoek is verricht naar de verhardingssnelheid van beton in verschillende type elementen en verschillende posities in elementen, alsmede naar verschillen in verhardingssnelheid tussen identieke elementen. De verhardingssnelheid heeft invloed op de elasticiteitsmodulus van het beton tijdens het voorspannen van een element. Als laatste is de invloed van het type beton (zelfverdichtend) onderzocht op het tijdsafhankelijk materiaalgedrag van het beton (krimp, kruip en relaxatie).
Figuur 1- Opbuiging van een element
KOersief 65 - december 2004
Afstudeerverslag
Conclusies en aanbevelingen In dit artikel worden een aantal aanbevelingen kort beschreven. Voor de overige conclusies en aanbevelingen wordt verwezen naar het rapport. Een aantal aanbevelingen hebben als doel een nauwkeurigere voorspelling van de elasticiteitsmodulus van het beton, onder andere op het moment dat een element wordt voorgespannen. De aanbevelingen hebben een verbetering van de relatie tussen elasticiteitsmodulus en druksterkte, de ontwikkeling van de druksterkte tussen 1 en 28 dagen en de afstemming van de 1-daagse druksterkte tussen het rekenmodel en productie tot gevolg. Verschillen tussen de voorspelde en gemeten opbuiging kunnen ook ontstaan door temperatuurverschillen tussen de boven- en onderzijde van een element of door stapeling van elementen tijdens de opslag. Hier wordt in het rekenmodel geen rekening mee gehouden. Temperatuurverschillen kunnen ontstaan door directe zonbestraling of hydratatiewarmte. Stapeling van elementen kan invloed hebben op de opbuiging doordat een inklemming van het element ter hoogte van de opleggingen ontstaat (verandering van de opbuiging door tijdsafhankelijk materiaalgedrag wordt gedeeltelijk verhinderd), of doordat de opleggingen aan boven- en onderzijde van een element niet exact boven elkaar liggen ontstaat (additioneel moment in element). Verder worden er voor een aantal oorzaken aanbevelingen voor verder onderzoek gedaan. Een voorbeeld hiervan is de variatie in de elasticiteitsmodulus van het beton door een variatie in de samenstelling van het beton per charge die de betonmolen levert. Deze variatie veroorzaakt een spreiding van opbuigingen van een serie elementen. De grootte van deze variatie is in dit onderzoek niet vastgesteld.
Figuur 2- Opbuigingen normaal verdeeld
Figuur 3- Inventarisatie huidige verschillen
Figuur 4- Ontwikkeling elasticiteitsmodulus tijdens verharding
KOersief 65 - december 2004
17
Borrel
KOers KOnijnenborrel De eerste borrel van het jaar zit er alweer op. Met een nieuwe commissie bestaande uit Lars, Caspar en Alexander. Er zullen dit jaar nog meerdere borrels volgen onder deze Borrelcommissie. Donderdag 16 september was het zover, De eerste KOersborrel van het studiejaar 2004-2005. De laatste borrel voor Tim en Martijn achter de bar, de eerste borrel voor Alexander, Caspar, en mezelf (Lars) op hun oude plaats. Nieuw studiejaar, nieuwe barcommissie. Afgelopen jaar waren de borrels erg goed georganiseerd en wij willen dat zo voortzetten. De eerste borrel was druk en dus geslaagd. Ikzelf had de twijfelachtige eer om in een konijnen pak rond te mogen rennen. Iets waarvoor ik mijzelf vrijwillig had opgegeven, niet wetende dat het eigenlijk een roze biggetjes pak was… Echter dankzij technisch inzicht stonden de oren na 20 minuten prutsen in de werkplaats toch mooi overeind en had de krulstaart plaatsgemaakt voor een wit bolletje, net echt. Het was druk en er is een record omzet gehaald. Er waren veel studenten, docenten en ook de mensen uit het lab ontbraken niet. De KOnijnen borrel was erg
18
in trek, Caspar heeft zowat RSI overgehouden van het mixen. Ook de cocktail was geheel in stijl, knal roze van kleur. Kleurde prima bij de posters en het pak…. Als nieuwe borrelcommissie hebben we een nieuwe traditie geïntroduceerd (alle eer gaat naar Alexander). Degene die jarig is op de dag voor, op, of na de borrel mag een adje trekken, staand op de bar, uit ons speciale glas. Om deze traditie leven in te blazen mocht de aftredende barcommissie het glas ontmaagden. En dat lukte ze prima. Alsof ze dagelijks niet anders deden. In de toekomst zal bij iedere borrel een speciale cocktail op het menu staan. De eerst volgende speciale borrel zal Absinthe aanwezig zijn! Jaja, dat is dat drankje wat verboden was tot deze maand… Maar bij KOers kan het gedronken worden op de eerst volgende borrel, dus komt u allen voor een geslaagde borrel op vloer 5! Lars Koops
KOersief 65 - december 2004
KOersief 65 - december 2004
19
Project GO
Project Grote overspanningen Vo or het project GO1 diende in het herfstrimester een ontwerp te worden geVoor maakt voor het nieuwe zwemstadion in Eindhoven. Dit stadion zou gedeeltelijk de locatie moeten komen waar nu het zwembad “De Tongelreep” gelegen is. is . Het ontwerp diende te voldoen aan een groot aantal eisen, die voornamelijk door NOC*NSF zijn opgeteld. Het zwembad diende een zogenaamde A-locatie te worden voor alle takken van de zwemsport. In het gebouw diende een aantal ruimtes gerealiseerd te worden met verschillende functies. Zo moet gedacht worden aan kleedruimtes, tribunes, horeca, persruimtes en personeelsverblijven. In het ontwerp moest rekening worden gehouden met 2 zwembaden vann 50 x 25m en van 33 x 25m. Verder was het van belang dat bij het ontwerp rekening werd gehouden met de groene omgeving rond het stadion. Bij het project GO1 was het de bedoeling dat de studenten een ruimtelijk bouwkundig ontwerp maakten. Daarbij diende ook een constructief ontwerp te worden gemaakt van de hoofddraagconstructie. Voor het ontwerp diende verder de nodige tekeneningen te worden gemaakt zoals aanzichten, doorsneden en details. Verder was het noodzakelijk om een structuurmaquette te maken van het ontwerp ontwerp. Van de ontwerpen die zijn gemaakt, zullen op de volgende pagina’s twee ontwerpen worden toegelicht. Dit zijn de ontwerpen van Jurgen Voermans en Lars Koops. Jurgen heeft een zwemstadion ontworpen met als constuctievorm lichte draagconstructies. Lars Koops heeft een zwemstadion ontworpen met als constructiemateriaal hout. Bovenaan zijn enkele afbeeldingen te zien van de locatie van zwembad “De Tongelreep”. Verder zijn hieronder nog enkele afbeeldingen te zien van het ontwerp van het zwemcentrum, zoals het centrum gebouwd zal worden.
20
KOersief 65 - december 2004
Project GO
Nationaal zwemstadion Het ontwerp van olympisch zwemstadion Popov betreft een ontwerpproject GO I. De constructie kan getypeerd worden als een lichte draagconstructie. In het hiernavolgende zal het ontwerp in het kort worden beschreven waarna vervolgens een aantal constructieve aspecten worden aangehaald. Ontwerp Om tot een ontwerp te komen zijn allereerst een aantal uitgangspunten aangenomen. Gesteld is dat inpandige kolommen ter ondersteuning van de hoofddraagconstructie, waarmee de overkapping bedoeld wordt, niet gewenst zijn. Verder dient het ontwerp in het landschap te passen. Met een kabelnetconstructie is een organische vorm ontworpen waarmee hieraan voldaan wordt. De overgang van het recreatiegebied naar het zwemstadion is vorm gegeven middels een groen talud tegen het stadion aan. Dit talud is functioneel doordat het gebruikt kan worden als ligweide.
Indeling De plattegrond kan getypeerd worden als gedeelte van een taartpunt. Zie de afbeeldingen in de figuren 1,2 en 3. Het complex wordt verdiept aangelegd. Drie meter onder maaiveld bevindt zich de bovenkant van de vloer. De mensen op de tribune aan de oostzijde bevinden zich zo op gelijke hoogte met het maaiveld. Boven de tribune valt het daglicht binnen door een vliesgevel. Deze vliesgevel zal ook in de kopgevels toegepast worden. Het toepassen van vliesgevels geeft een transparant effect.
aan de voet van het talud. De masten worden uitgevoerd in conventioneel constructiestaal in tegenstelling tot de kabels waar de tuien van gemaakt zijn. Deze kunnen wel vijf tot zes maal een hogere trekspanning opnemen. De constructie van de vloeren en wanden wordt uitgevoerd in beton. Op deze manier ontstaat een betonnen bak die waterdicht is. Aangenomen wordt dat het grondwater zich 1 meter onder maaiveld bevindt. Om evenwicht te verkrijgen met de opdrijvende kracht zal het complex gefundeerd worden op trekpalen.
Stabiliteit De stabiliteit van de overkapping wordt verkregen door het kabelnet mechanisch voor te spannen. Randvoorwaarde voor het mechanisch voorspannen is dat het vlak anticlastisch is, dit houdt in dat in de beide hoofdrichtingen een kromming aanwezig dient te zijn met een tegengesteld teken. De voorspanbelasting moet als een belasting op de constructie worden beschouwd. De grootte van de voorspanning moet dusdanig zijn dat het dakvlak bij het belastingsgeval sneeuw nog net stabiel blijft en dus niet ontspant.
Geometrie
constructie
De overkappingconstructie bestaat uit een kabelnet afgedekt met een membraan. Een tweetal extern geplaatste masten, welke een hoogte kennen van 87m ten opzichte van het maaiveld, ondersteunen de overkapping in het midden. Deze masten worden elk met een tweetal tuien afgeschoord
Een aanzienlijk gedeelte van het project concentreert zich op het vinden van de gewenste geometrie van de overkapping. Deze is afhankelijk van de verhoudingen in voorspanning tussen de verschillende elementen die samen het kabelnet vormen. Door hiermee te variëren is een bepaalde geometrie verkregen behorende bij
Figuur 1- Plattegrond
Figuur 2- Doorsnede A-A
Constructie
KOersief 65 - december 2004
Figuur 4- Maquette
een bepaalde basisvoorspanning. Vervolgens is het aantal maal dat deze basisvoorspanning aangebracht moet worden afhankelijk van de vervormingen. Deze dienen tenminste dusdanig klein te zijn opdat geen accumulatie van sneeuw of water op kan treden. Verder is het bij dit project een kwestie geweest van een compromis tussen de vervormingen en spanningen in de kabels.
Berekening Om dit alles te bepalen is voornamelijk gebruik gemaakt van software, dit omdat kabelnetconstructies rekentechnisch enorm complexe constructies zijn om te modelleren. Deze constructies zijn namelijk in hoge mate niet–lineair. Bij conventionele constructies zijn de vervormingen in de meeste gevallen zo klein dat deze nauwelijks waar te nemen zijn. Om deze reden kan men een lineair spanning-rekdiagram hanteren. De vervormingen hebben geen tot nauwelijks invloed op de spanningen ten gevolge van de belastingen. Een kabelnetconstructie zal eerst moeten vervormen alvorens de belasting over te dragen. De geometrie van de constructie is afhankelijk van de belasting. Hieruit volgt dat deze constructies geometrisch niet–lineair zijn. Bij dit project is gebruik gemaakt van het programma G.S.A 8.0 van Oasys. Dit programma werkt middels een combinatie van de krachtdichtheidsmethode en dynamische relaxatie. Ook middels maquette’s is inzicht verkregen in de geometrie en werking van de constructie. Zie de afbeelding in figuur 4. Ontwerp van Jurgen Voermans
Figuur 3- Doorsnede B-B
21
Project GO
Nationaal zwemstadion Het ontwerp van het olympisch zwemstadion van Lars Koops is gebasseerd op een druppelvorm. Hieronder zal verder uitgelegd worden hoe hij tot deze vorm is gekomen. Verder zal er nog het een en ander worden uitgelegd over de constructie. Het ontwerp Het doel was een ontwerp te maken dat vanuit de groene omgeving langzaam omhoog rees en zo over het land kroop. Het gebouw is gemaakt in een druppelvorm. De constructie rijst op uit het water aan de achterzijde van het gebouw en kruipt over het land en gaat dan aan de voorzijde weer naar beneden. Op deze manier ontstaat er een zeer karakteristieke constructie. Het is een soort van een Blob. Door de hoofdvorm kwam de positie van de zwembaden enigszins vast te liggen. De constructie overspant het zwembad van 50 meter in de lange richting. Er ontstaat hierdoor een overspanning van 79 meter. Een leuke opgave om dit te realiseren. Een boogvorm kwam al snel naar voren met in het beginstadium een tussensteunpunt tussen de zwembaden. Dit was een mindere oplossing en daarom is er gekozen om dat meteen maar te verwijderen. De routing in het gebouw is zeer helder en de verschillende stromen kunnen eenvoudig gescheiden worden. Door de enorme ruimte waar de twee zwembaden in liggen met de combinatie van de structuur van de spanten ontstaat er een enorm ruimtelijk gevoel.
Figuur 1- Zij-aanzicht
22
Materiaal In eerste instantie was de onderbouw van beton maar toen duidelijk werd dat het in hout realiseerbaar was heb ik daarvoor gekozen. De fundering is uiteraard van beton. Het dak is van zink bevestigd op geëxpandeerdglas zodat er niet geventileerd hoeft te worden en dit is weer op 32 mm dikke vurenplanken geplakt met bitumen. Op deze manier kan er een dubbel gekromd dakvlak gemaakt worden wat met platen niet mogelijk is. De onderbouw wordt afgedekt met houtskeletbouw panelen met een WRC betimmering. Bemating en constructie Toen de karakteristieke vorm van een waterdruppel bekend was, na fotograferen van waterdruppels, moest er enigszins iets wijzigen om een praktische vorm te krijgen. Bemating van dit soort vormen is zeer moeilijk daarom zijn de beginpunten van de spanten telkens op cirkels geplaatst waaruit de plattegrond is opgebouwd. Wanneer nu in het zijaanzicht de hoogte van het beginpunt kan worden afgelezen zijn de coördinaten bekend en kan er eenvoudig gebouwd worden. In
de volgorde van onderconstructie stellen, spanten erop en opvullen maar. Heel simpel, hier is ook in alle details rekening mee gehouden. Er is geprobeerd zoveel mogelijk spanten hetzelfde te houden. Voor ieder type spant is een formule bedacht die het spant beschrijft zodat een mal gemaakt kan worden waarin het hout wordt gelamineerd. De meeste spanten zijn cirkelvormig. Aan de achterzijde was dit echter niet meer mogelijk en zijn exponentiele functies gebruikt. Het resultaat van de verschillende vormen is in de afbeeldingen te zien. Het gebouw heeft twee scharnieren aan elke zijde waarin een aantal spanten samenkomen aan de voorzijde zelfs 9 stuks. Op deze manier ontstaat de constructie uit het water, loopt op en eindigt via het scharnier (op 9 meter hoogte) weer op de grond. Dit zorgt voor een zeer karakteristieke constructie die naar mijn mening perfect past bij het ontwerp. Nu de hoofdvorm enigszins vastligt kan er gerekend worden. Een aantal essentiële en bijzondere details zijn ontworpen en berekend. De hoofddraagstructuur en de details zijn gecontroleerd volgens de houtnorm. Hier kwamen een aantal problemen naar boven die opgelost zijn zoals het bepalen van de windbelasting en het bepalen van de kniklengte van de boog. Alhoewel er rekenfoefjes zijn in de norm voor 3 scharnier spanten zijn ze niet gegeven voor 2 scharnierspanten. De overspanning tussen de spanten van 6 meter is overbrugd met gelamineerde gordingen die de wind-
Figuur 2 - De druppelvorm
KOersief 65 - december 2004
Project GO
Figuur 3 - Maquette
belasting via het dakvlak moeten afvoeren. Er kan hier zowel trek als druk optreden. Omdat er “slechts” 1800 gordingen voorkomen in het gebouw en ze allemaal iets anders van lengte moeten zijn én ze ook allemaal onder een andere hoek aankomen bij ieder spant is er een detail ontworpen waarmee deze maatafwijking opgelost kan worden. Conclusies Hout is bij uitstek geschikt voor zwemaccommodaties in tegenstelling tot staal waar het gevaar veel groter is voor condensatie en dus corrosie. Een gekromd spant onderdeel maken van een windverband zorgt voor een ingewikkeld krachtenspel. De kans dat een bezwijkbelasting over het hoofd wordt gezien is reëel. Hout leent zich uitstekend voor deze onregelmatige ronde vormen omdat het in het werk nog eenvoudig op maat gemaakt kan worden. Dit in tegenstelling tot stalen gordingen die wel maatvaster zijn maar dat is iets dat juist niet nodig is bij dit gebouw. Er zijn in een houtengebouw relatief meer windverbanden nodig dan in
Figuur 4 - Maquette zij-aanzicht
een stalen gebouw omdat trekkrachten minder eenvoudig over te brengen zijn en de vervormingen groter zijn. Al met al was het een zeer leerzaam project op het gebied van hout maar ook op het gebied van schematiseren. Het gebouw is zeer functioneel en voldoet aan alle eisen die gesteld waren in de opdracht. Verder is het een karakteristiekgebouw dat goed past in de omgeving en een link legt met water. Wanneer we de kosten buiten beschouwing laten dan kan het een geslaagd ontwerp genoemd worden. Ook is het eens wat anders dan de standaard zwembaden die toch vaak niet meer dan een hal met een badje zijn en wat bijgebouwen. In dit gebouw is alles geïntegreerd in een gebouw met een volledig geïntegreerde constructie.
Figuur 5 - Overzicht
Figuur 6 - Aanzicht spanten
Ontwerp van Lars Koops
Figuur 7- Cirkels voor bemating
KOersief 65 - december 2004
Figuur 8- Aanzichten
23
Project GO
Golden Gate Bridge In het tweeluik over een constructie uit het verleden en een constructie van het heden en is hier de kijk naar een constructie van het verleden. Dit keer is gekozen voor de Golden Gate Bridge in San Fransisco. Er zal worden ingegaan op het ontwerp, de bouw en de feiten van de constructie. Figuur 1- Bouw brug
Het ontwerp De plaats waar deze brug gebouwd is, zorgde bij het ontwerpen voor veel hoofdbrekens. Aangezien de brug op zo’n 20 km van een grote breuk in de aardkost ligt en direct grenst aan de Stille Oceaan. Hierdoor komen er soms seismische krachten, allerlei stromingen en stormwinden op de brug. Dit stelde aan het ontwerp de nodige eisen. Daarbij komt nog dat de brug met zijn centrale overspanning van 1280 m de grootste hangbrug ter wereld was bij zijn voltooiing. Uit het definitieve ontwerp blijkt de grote technologische vooruitgang bij de bruggenbouw gedurende de voorafgaande 20 jaar. Bij het ontwerp werd rekening gehouden met nieuwe berekeningsmethoden bij de meting van de windbelasting en de verdeling ervan. Verder was er nog vooruitgang geboekt op het punt van de metalurgie en het trekken en spinnen van de kabels. Pijlers en verankering De brug was een indrukwekkend staaltje technisch kunnen. De stalen torens wegen ieder 44000 ton en dragen een kabelgewicht van 61500 ton. Ze steken 150 m boven het wegdek uit, dat zich op 75 m boven het wateroppervlak bevindt. De fundering van de torens bevindt zich op 34 m onder water. De fundering van de San Fransicso-toren vormde een van de lastigste constructieproblemen. De pijler kwam in vrijwel open zee te staan. Er moest een betonnen ring worden gebouwd die als kofferdam diende en waarbinnen de pijler gebouwd kon worden. De aanleg van het deel 24
onder water – ter grootte van een voetbalveld – was een geweldige prestatie. Met behulp van bommen werd eerst de rotsbodem uitgegraven waarop de pijler zou rusten. Deze werden via een buis neergeworpen en met een tijdsmechanisme tot ontploffing gebracht. Toen de betonnen ring volledig was afgedicht werd er onder water een 20 m dikke betonnen vloer gelegd. Nadat het water was weggepompt bleef een ovale holte over waarin de werkers aan de slag gingen. Om er zeker van te zijn dat de oceaanbodem sterk genoeg was om 100 ton per vierkante mijl te dragen, onderzochten ingenieurs de rotsbodem waarbij ze via schachten in het beton afdaalden naar acht koepelvormige en 4,5 m brede stalen kamers op de oceaanbodem. De resultaten waren gunstig. De inspectieschachten en de kamers werden drooggepompt en daarna volgestort met beton.
Het gesteente aan de Marin-zijde was heel anders. Hier werden kofferdammen gebouwd om van daaruit het zandsteen uit te houwen tot een stabiele rotsbodem werd bereikt waarop de torenpijler kon worden gebouwd. Op sommige plaatsen moest met boren en explosieven tot meer dan 10 m diep buiten de kofferdam worden gegraven, voordat een voldoende solide ondergrond werd gevonden. Ook op de hellingen vonden de graafwerkzaamheden plaats voor verankering van de kabels die de brug overeind moesten houden. De kabels oefenen namelijk een trekkracht uit van meer dan 280000 kN. Om deze enorme kracht te weerstaan, moest elke verankering in drie ineengrijpende trapsgewijs opgestelde blokken worden geplaatst. Torens De bouw van de grootste en hoogste stalen torens ter wereld vorm-
Figuur 2- Aanzicht brug
KOersief 65 - december 2004
Project GO de een uitdaging. De poten van de torens bestonden uit platen en hoekplaten die op een werkplaats tot een celvormig geheel werden geklonken. Om te kunnen controleren op rechtheid en nauwkeurigheid werd elke poot voor 60 % op de werkplaatsen in Pennsylvania gemonteerd. Vanwege de grootte van de torens gebeurde dit in de open lucht. Daarna werden ze ontmanteld en per spoor, of per schip via het Panamakanaal en langs de kust van de Stille Oceaan vervoerd. Ieder segement werd op zijn plaats gehesen door een reusachtige beweegbare kraan die met de toren meegroeide. Elk onderdeel werd gemonteerd en gecontroleerd. Klinknagels werden verhit in met kolen gestookte smeltovens die op steigers aan de buitenzijde van de torens stonden. Dit werk aan de binnen- en buitenkant van de torens was veeleisend en gevaarlijk. Dit vond vaak plaats in slecht geventileerde halfduistere ruimten. Het lawaai was verschrikkelijk en velen hadden last van de dampen die vrijkwamen wanneer een gloeiende klinknagel met rode loodverf beschilderde delen raakte.
Figuur 3 - Bouw brug
Figuur 4 - Aanzicht brug
De kabels Nadat de torens voltooid waren, konden de kabels die het brugdek moesten dragen worden aangebracht. Vanaf de verankeringspunten werd staaldraad over een spoel tot strengen gewikkeld. Deze werden daarna uitgespreid en met oogstaven aan de kust verankerd. Elke kabel bestond uit 25000 staaldraden die waren samengevoegd tot 61 strengen. Omdat de torens en de kabels reageren op veranderingen in belasting en temperatuur werd voor de benodigde flexibiliteit een 160 ton wegend zadel op enorme draagbalken geplaatst. Nadat de kabels over het zadel waren geleid, werd dit met bouten bevestigd. Dat de lange kabels reageerden op temperatuurswisselingen was goed te zien: ’s ochtends vroeg stonden ze tamelijk strak, terwijl ze rond
de middag slapper hingen. Banden met inkepingen werden over de hele lengte om beide kabels geklemd zodat de ophangkabels daaraan paarsgewijs konden worden bevestigd. Aan de ophangkabels hing de stalen constructie die het wegdek droeg dat vanuit de torens over het water werd gebouwd. De kabel- en metaalwerkers waren dankbaar voor het veiligheidsnet dat hier voor het eerst bij een groot bouwproject werd gebruikt. Er werden negentien mensenlevens door gered, maar op 17 februari 1937 brak het net toen een stellage instortte die gebruikt werd voor de verwijdering van de bekisting onder het weglichaam. Hierbij kwamen tien mensen om. De brug was op tijd voltooid. Nadat de laatste laag oranje verf was aangebracht ging de brug op 27 mei 1937 open. Het ontwerp is nog altijd een toonbeeld van bruggenbouw.
Technische feiten over de constructie - Grootste overspanning: - Totale lengte brug - Maximale doorbuiging brugdek: - Hoogte torens boven het water: - Diameter draagkabels: - Lengte draagkabel: - Totale kosten brug:
KOersief 65 - december 2004
1280 m 2740 m 3.3 m 227 m 0,92 m 2,332 m $ 27 miljoen
Figuur 5 - Bouw brug
25
Project GO
Kansai international airport In het tweeluik over een constructie uit het verleden en een constructie van het heden en is hier de kijk naar een constructie van heden. Dit keer is gekozen voor Kansai Airport in Japan. Het gebouw is ontworpen door Renzo Piano die bekend is van Centre Pompidou in Parijs. Figuur 3 - Binnenkant gebouw
Plaats Het nieuwe vliegveld van Kansai zou gebouwd moeten worden in de baai van Osaka. Het eiland zou kunstmatig worden opgespoten uit de zee. Het eiland ligt zo’n 5 km vanuit de kust. Het is opgespoten vanaf de zeebodem die ter plaatse op zo’n 18 m diepte ligt. Het was bijna onmogelijk om een vliegveld op het eiland van Japan te bouwen, omdat de bergen en de overbevolking ervoor zorgden dat het vliegveld nooit 24 uur per dag zonder geluidsoverlast zou kunnen werken. Ontwerp Bij het ontwerp was een belangrijke voorwaarde dat het gebouw op een kunstmatig gebouwd eiland diende te passen. Hierdoor was de ruimteinvulling van groot belang. Het gebouw diende aan een aantal voorwaarden te voldoen. Het gebouw diende vanuit technisch oogpunt te voldoen aan de aardbevingen en de getijdegolf beschermingen. Vanuit operationeel oogpunt moest het 100.000 reizigers aankunnen.
De bedoeling van de architect Renzo Piano met het ontwerp, was dat het een luchthaven moest zijn waar je je meteen op je gemak zou voelen. De algemene structuur van het gebouw lijkt op een golf. Op een bepaalde manier lijkt het gebouw op een zweefvliegtuig dat op het eiland is geland en daar is komen te rusten. Door zijn eigenlijke vorm past het gebouw volkomen in zijn omgeving; het water en de golven, de lucht en de overzeese vorm. De structuur is meer lichter en vloeiender dan een gebouw op land, hoewel in feite sterker. Opgespoten eiland Dat het gebouw op een opgespoten eiland zou moeten worden gebouwd, was iets dat in deze schaal nog niet veel vertoond was, bij het begin van de bouw. Het eiland beslaat een oppervlak van 511 hectare. De bodem onder het eiland bestaat uit kleilagen. Doordat de bodem bestond uit klei, moesten er zandpalen in de grond geboord worden om
voor voldoende drainage te zorgen. Dit om het water te laten ontsnappen als de grond gaat zetten door het gewicht van het nieuw opgespoten zand. In de bodem op 18 meter werden daarom eerst 1 miljoen zandpalen geboord tot een diepte van 20 meter onder het bodemoppervlak. Toen werd begonnen met het opspuiten van het zand. Er werd een laag aangebracht van 18 meter dik tot aan het wateroppervlak met daarop nog eens een laag zand van 5 meter. Dit alles was voltooid in december 1991. Opbouw dak Bij het ontwerp was al duidelijk dat het gebouw diende te bestaan uit een grote centrale ruimte waarin veel faciliteiten geplaatst dienden te worden. Deze ruimte is gecreëerd door een cirkel te trekken die door de aarde heensnijd met een diameter van 16.4 km. Hierdoor ontstond een gebouw van 1.7 km, wat het gebouw het langste ter wereld maakte. De grote vakwerkliggers zijn van het soort A-ligger. Het dak
Figuur 1 - Satellietfoto van het vliegveld
26
KOersief 65 - december 2004
Project GO
Figuur 5 - De ring door de bodem
maattolerantie voldoen en dat ze hanteerbaar zijn voor de arbeiders. Figuur 4 - Opbouw constructie
Technische feiten over de constructie - Overspanning dak in dwarsrichting: - Overspanning dak in langsrichting: - Oppervlak dak: - Oppervlakte - Kosten voor aanleg van het eiland - Aantal vluchten per jaar - Gestorte grond op de bodem voor eiland bestaat zo uit de 18 vakwerkliggers. Deze liggers zijn onder zijdelings gesteund door overhellende kolommen, zodat hij zijdelings wordt gesteund bij de opleggingen. De verbindingen zijn gelast en geven zodoende weerstand tegen horizontale vervormingen en krachten op de ligger. Het dak is ontworpen in een traditionele Japanse structuur. Het dak
Figuur 6 - Aanzicht gevel
KOersief 65 - december 2004
82,8 m 1700 m 90.000 m2 300.000 m2 $ 17 miljard 160.000 178 miljoen m3
bestaat uit kleine panelen om ervoor te zorgen dat het dak een geheel lijkt op een grotere afstand. De panelen zijn gemaakt van RVS, zodat het dak de rest van de constructie beschermt tegen de agressieve overzeese omstandigheden die heersen op het eiland. De panelen zijn 1.8 x 0.6 m groot, zodat ze zo goed aan de
Zakken van het eiland Het vliegveld van Kansai is het eerste vliegveld dat op een kunstmatig eiland is gebouwd. Dit bracht naast de voordelen van weinig geluidsoverlast het nadeel naar voren dat de grond zakt door de bovenbelasting met in totaal 11 meter. Doordat deze zetting niet overal even groot is, dienen er maatregelen getroffen te worden voor de constructie. Doordat op de bodem van de zee meerdere kleilagen aanwezig zijn, zou het eiland nog veel zetting ondervinden nadat het vliegveld geopend. Om dit op te kunnen vangen zijn verschillende maatregelen getroffen, zoals trappen die kunnen meebewegen bij zetting, verbindingen van machines aan leidingsystemen zijn met slangen gekoppeld aan de vaste buizen en ook voor de kolommen zijn aparte maatregelen getroffen. Deze kunnen ieder apart op hoogte worden gebracht, doordat ze allen apart worden bijgehouden door een apart meetsysteem.
Figuur 7 - Ligger
27
Excursie
VKO-excursie houtskeletbouw en stadhuis Alpen aan de Rijn De VKO-excursie stond geheel in het teken van het instapproject ‘De paalwoning’ van de studenten. Hierom zijn we op bezoek gegaan bij een houtskeletbouwbedrijf, dat gespecialiseerd is in het fabriceren van elementen, en bij het stadhuis van Alphen aan de Rijn. Samen met Dennis Opbroek, onze schatbewaarder, kwam ik aan op perron 5 in Eindhoven om naar Alphen aan de Rijn af te reizen. Hier hadden we toch een kleine groep verwachtingsvolle studenten verwacht, maar niets was minder waar. Zelfs Faas Moonen, de begeleidende docent, was nergens te vinden. Samen stapten we maar op de trein om uiteindelijk in Alphen aan de Rijn ook maar met zijn tweeën uit te stappen. Gelukkig stond daar toch de delegatie van studenten. Faas Moonen bleek (door mij, sorry!!!) verkeerd te zijn ingelicht, en zat met een uur vertraging nog in de trein. Op naar R.A.Van Leeuwen, houtskeletbouw. Houtskeletbouw R.A. van Leeuwen Daar werden we met z’n negenen keurig opgevangen door een van de medewerkers. Na een kop koffie, waarbij Faas óók al kon aanschuiven, en twee sets van zeer uitgebreide tekeningen te ontvangen, konden we het bedrijf gaan bezichtigen. Waarschijnlijk waren de werknemers speciaal voor ons
28
aan het werk, omdat mij was verteld dat rond deze tijd de mensen eigenlijk altijd pauze hadden. Volgens onze informatie zou het bedrijf zeer geautomatiseerd zijn. Veel was dat ook wel, maar gelukkig kwam er ook nog wat persoonlijke invloed van de werknemer bij kijken. Een van de werknemers ging fanatiek met een schietnietmachine aan de gang en twee anderen sneden en bevestigden folie op het element. Zo produceerden ze wel 20 elementen per dag. Faas legde hier en daar wat uit en ging af en toe in discussie met onze rondleider. Ik vond het heel leuk dat een aantal VKO-ers rustig mee konden praten. Heel interessant was de compleetheid van de elementen. Alle elementen konden in principe zo op hun plek gehesen worden. Niets was bevestigd met natte verbindingsmiddelen; lijmen gaat te langzaam; alles was gespijkerd of geniet.
Stadhuis Alphen aan de Rijn We namen afscheid en vertrokken te voet naar het stadhuis van Alphen aan de Rijn. Zoals zij die bekend zijn met het gebouw, bestaat dit gebouw uit drie delen. Het palet (het voorste deel), het SCA; Service Centrum Alphen; (het overspannen middendeel met nauwelijks kolommen) en de schuinstaande achterbouw. Aan één zijde gaan deze delen in elkaar over met een glasgevel. Aan de andere zijde loopt de stenen structuur in de gevel van achterbouw door tot het palet. Bij het stadhuis werden we ontvangen door Rob Overkleeft, die ons eerst naar het LCA leidde. Uiteraard konden we niet naar de achterbouw, omdat hier tegenwoordig het politiebureau is gevestigd. Het voorste deel, het palet, hebben we wel uitgebreid bezocht. Dit is het echte stadhuis en hier zijn voornamelijk de kantoorfuncties gevestigd. We bezochten eerst de raadzaal (in de uitkraging van 23 meter zonder kolommen) en
KOersief 65 - december 2004
Excursie de kantine. Deze heeft uitzicht op het LCA. Vervolgens bekeken we het trappengat waarin deels hout was verwerkt. Het stalen deel was ingepakt in houten platen in een totaal andere kleur. Jammer was dat het stalen deel behoorlijk afstak bij het hout en daarmee wel afdeed aan het ontwerp. Op de bovenste verdieping, oorspronkelijk bedoeld als fitnessruimte maar nu bestemd voor de financiële afdeling, was ook hout toegepast. Van dichtbij zagen we de verbinding van hout met staal. Lager in het gebouw liepen we over één van de twee stalen hangbruggen, achter de glasgevel aan de voorkant bij het atrium. De lastige bevestiging van de ovalen kolommen met de gevel waren zo goed van dichtbij te zien. Ook zagen we zo het prachtige beeld van Daedalus dat opgehangen was in het atrium.
Aan de overkant waren ze druk bezig met het nieuwe winkelcentrum. We maakten een rondje om het gebouw en bekeken de afwerking van de steenstrips. Die waren echt nét niet zorgvuldig genoeg uitgevoerd. Jammer. Vervolgens heeft Faas ons gezellig getrakteerd op appelflappen bij Bakkerij Bart (of is dit sluikreclame?). Via een omweg liepen we weer naar het station en we haalden gelukkig net op tijd de trein. Terug naar Eindhoven. Uit de verhalen klonk toch grote waardering voor de activiteiten en de inzet van KOers. Achteraf kwamen nog een aantal enhousiaste mailtjes binnen. Al met al dus een zeer geslaagde excursie! Sigrid Mulders
Nadat we nog even naar de maquette van het masterplan hadden gekeken, verlieten we het stadhuis. Om me heen klonken nog steeds enthousiaste discussies over het gebouw.
KOersief 65 - december 2004
29
Wist je dat...
Wist je dat... -Lars wel zeker 5 verschillende persoonlijkheden heeft? - Sigrid niet kan klokkijken? - Sigrid wel kan kaartlezen maar dan zonder kaart ? - Maarten ‘t Hart ook lid van KOers is volgens Karin ? - Dennis van appelsap heel vrolijk kan worden ? - We dankzij Dennis een gratis kaartje hadden voor de betondag ? - Dat Dhr. Snijder zomaar 30 pils besteld voor zijn mechanica 7b studenten ? - De nieuwe borrelcommissie zeikend goed is ? - Lars en Caspar heel hard kunnen rennen als het om vlaggen gaat ? - Alexandro sinds de betondag een lopende karikatuur is ? - het opstellen van een verjaardagskalender tijdens een borrel niet zo’n goed idee is ? - Dirk hierdoor ineens 2 jaar jonger is ? - De vergaderingen van de buitenlandse studiereiscommissie soms al echt in het Chinees lijken te verlopen ? - Karin goed in de gaten houdt of iedereen wel gezond eet ? - die van CHEOPS echt geen Absinthe (70% alcohol) kunnen binnenhouden ? - ik niet kan geloven dat beide Sinten echt waren ? - Fuut echt niet kan ad-en (ad fundum) ?
Kerstkaart
30
KOersief 65 - december 2004
•
Koen va