Thema 4: Mijn sport is top!
3
Onze wereld is een wereld van verschil. Geen twee mensen zijn gelijk. Samenleven in diversiteit is de uitdagende maar verrijkende opdracht. Zo groeit, voorbij de kleuren, verbondenheid en solidariteit. Deze les werd gemaakt door Studio Globo. Studio Globo is een ngo voor ontwikkelingssamenwerking, gespecialiseerd in mondiaal en intercultureel leren voor het onderwijs. Studio Globo richt zich op het basis-, secundair- en hoger onderwijs met een aanbod van ervaringsgerichte werkvormen, leermiddelen en vormingen. Je vindt een afdeling van Studio Globo in Antwerpen, Brussel, Genk, Gent en Roeselare. Voor meer informatie en contactgegevens kan je terecht op www.studioglobo.be
3e leerjaar
thema 4 3
Mijn sport is top!
Doelen
1 De kinderen kunnen sportattributen koppelen aan de juiste sport. 2 De kinderen kunnen aangeven dat gekende sporten van bij ons over de hele wereld gespeeld worden. Ze kunnen hiertoe zichzelf met de andere kinderen vergelijken. 3 De kinderen kunnen gelijkenissen en verschillen tussen de verschillende sporten aangeven. 4 De kinderen kunnen aan de hand van gericht kijken en lezen zelfstandig informatie verwerven en een opdracht uitvoeren. 5 De kinderen kunnen samenwerken.
Eindtermen en leerplandoelen
ET
GO!
OVSG
VVKBaO
3.7 4.6
3.1.3.9 3.1.3.10 3.1.3.23 3.1.3.24 3.1.3.30 3.1.3.31
WO-MAA-SEV-1.6.38 WO-MAA-SEV-1.6.39 WO-MAA-SEV-1.6.40 WO-MAA-SCV-2.2.06 WO-MAA-SCV-2.2.13 WO-MAA-SCV-2.2.14 WO-MAA-SCV-2.2.15
5.5
SV 1.5 3
3.1.2.1 3.1.2.2 3.1.2.5
WO-MNS-SV-2.5 WO-MNS-SV-2.6 WO-MNS-SV-2.12
0.5 4.9 4.10
2
Leermiddelen
- Bijlage 1, sportattributen - Bijlage 2, fotofiches - Kopieerblad 1, sport de wereld rond - Kopieerblad 2, identiteitskaart - Sportattributen - Sporttasjes
De les in vogelvlucht
1
Instap
2
Kern
(1 x 50’)
2.1 Organisatie groepswerk
Sporttasjes Sportattributen
2.2 Groepswerk
Bijlage 2 Kopieerblad 1, 2
3
Afsluiter
3.1 Mijn eigen sport
Voortaak
Sportattributen Bijlage 1
Sportattributen
Zoek op voorhand de volgende sportattributen: een turnpakje, een basketbal, een karategordel, een tennisracket, een voetbal, een dansjurkje en een sportschoen. Als je ze zelf niet hebt, kan je dit vragen aan de kinderen in de klas die één van de sporten beoefenen. In bijlage 1 staat van ieder sportattribuut een foto. Je kunt desnoods ook deze gebruiken. Voorzie ook acht ‘sporttasjes’. Dit mogen rugzakjes, plastic zakjes of iets anders zijn.
thema 4 | Mijn sport is top!
3e leerjaar
thema 4 4
Korte inhoud De leerlingen leren acht kinderen van over heel de wereld kennen. De kinderen vertellen iets over hun lievelingssport. In een groepswerk bestuderen de leerlingen het sporttasje van deze kinderen. Aan de hand van de informatie die ze over de kinderen hebben opgedaan, vullen ze een identiteitsfiche van de kinderen in. Op het einde van de les vertellen de kinderen iets over hun eigen lievelingssport.
thema 4 | Mijn sport is top!
3e leerjaar
thema 4 5
1
Instap Klassikaal Sportattributen
Voorzie verschillende sportattributen die gelinkt zijn aan een bepaalde sport: een turnpantoffel, een basketbal, een karategordel, een tennisracket, een voetbal, een dansjurkje, een sportschoen. Leg de voorwerpen onder een doek. Laat enkele leerlingen voelen en raden wat het is. Vraag de leerlingen met wat deze voorwerpen te maken hebben.
Bijlage 1
2
Kern Groepswerk Sporttasjes Bijlage 2
Nota: Als het niet mogelijk is om de voorwerpen zelf te voorzien, dan kun je de afbeeldingen in bijlage gebruiken. Uiteraard kan je ze dan niet onder een doek verstoppen.
2.1 Organisatie groepswerk Maak op voorhand acht sporttasjes klaar. Je kunt hiervoor rugzakjes, gewone plastic zakjes of iets anders gebruiken. Steek in ieder zakje een fotofiche (bijlage 2) en een bijbehorend sportattribuut.
Sportattributen Kopieerblad 1 en 2
Laat de leerlingen per twee of drie samenwerken. Geef ieder groepje een wereldkaart (kopieerblad 1) en de identiteitsfiches (kopieerblad 2). Geef ieder groepje ook een sporttasje, met daarin een sportattribuut en de bijbehorende infofiche (bijlagen 2). Leg eerst klassikaal uit hoe het groepswerk in zijn werk gaat.
2.2 Groepswerk Groepswerk
Het groepje opent het sporttasje en neemt het voorwerp eruit. Ze bekijken hun wereldkaart. Op de wereldkaart staan verschillende namen van kinderen en bij ieder kind staat een raadselachtige omschrijving die meer informatie geeft over de sport die elk kind beoefent. De leerlingen kijken bij welke omschrijving (en dus bij welk kind) hun voorwerp past. Als ze denken dat ze het juist hebben, bekijken ze bijbehorende fotofiche. Hierop zien ze het voorwerp staan. Zijn ze juist, dan noteren ze het cijfer in het daarvoor voorziene vakje op de wereldkaart; hebben ze het fout, dan ondernemen ze een nieuwe poging. Vervolgens bestuderen ze de fotofiche: op de fotofiche staan verschillende foto’s met uitleg over het kind en de sport die hij/zij beoefent. Aan de hand van die informatie vullen ze de identiteitsfiche van het kind in.
thema 4 | Mijn sport is top!
3e leerjaar
thema 4 6
Als de leerlingen de identiteitsfiche van een kind hebben ingevuld, steken ze de fotofiche en het voorwerp terug in het tasje. Ze zetten het tasje op een tafel vooraan in het klaslokaal en nemen een ander tasje. Ook uit dit tasje halen ze eerst het voorwerp. Ze bekijken waar het op de wereldkaart thuis hoort enz. De leerlingen herhalen deze werkwijze totdat ze alle acht kinderen en hun sport hebben leren kennen. TIP Je kunt er ook voor kiezen om de groepjes de identiteitsfiches van minder kinderen (bijvoorbeeld vier) te laten invullen. Na het groepswerk kan je dan alle kinderen/sporten klassikaal over lopen.
3
Afsluiter Sportattributen Klasgesprek
Mijn eigen sport Begin een klasgesprek over de kinderen uit het groepswerk en hun sporten. - Welke sport vind je het leukst? Waarom? - Welke sport vind je niet zo leuk? Waarom? - Op welk kind lijk jij het meest? Waarom? - Beoefen je één van die sporten zelf? Welke? - Welke sport zou je graag eens willen beoefenen? Waarom? - Wat is jouw talent? Wat is jouw droom? - Beoefen je een sport die in deze les niet aan bod is gekomen? Welke? Geef de leerlingen die zelf één van de sporten (of een andere sport) beoefenen de kans om hierover te vertellen. Ze kunnen ook zelf een stukje van hun sport tonen. Ze kunnen hiervoor eventueel het sportattribuut gebruiken. Bijvoorbeeld: iemand die graag basketbal speelt, mag eens tonen hoe je dribbelt met een bal; iemand die graag turnt, toont hoe je een spagaat maakt enzovoort.
thema 4 | Mijn sport is top!
thema 4 | Mijn sport is top!
Het is wit en rond en heeft zwarte vlekken. Het kan wel een trap verdragen.
Het is oranje, rond, hard en voelt ruw aan.
Edwin
Michael
1
2
3
Dit doe je aan je voeten om heel snel te rennen.
Djamila
Hiermee kan je tegen een geel balletje slaan.
Elise
4
5
6
7
Het is heel erg mooi en staat vol glitters.
Meena
8
Het is roze en heel erg soepel. Het kan wel tegen zweetvoeten.
Alexandra
Het is lang en smal en je kunt er een knoop in leggen. Het is zwart, maar kan ook een andere kleur hebben.
Dit is een plank waarmee je op de golven kan bewegen.
Joshua
Juro
KOPIEERBLAD 1 les 1 - sport de wereld rond 3e leerjaar
KOPIEERBLAD 2a les 1 - identiteitskaart
Djamila Ik ben _____________ jaar oud. De voorwerpen die ik gebruik, zijn _______________________. Ik doe _____________________ als sport. Ik woon in het land ________________________. Mijn droom is ___________________________________________________________.
Edwin Ik ben _____________ jaar oud. Het voorwerp dat ik gebruik, is _______________________. Ik doe _____________________ als sport. Ik woon in het land ________________________. Mijn droom is ___________________________________________________________.
Alexandra Ik ben _____________ jaar oud. De voorwerpen die ik gebruik, zijn _______________________. Ik doe _____________________ als sport. Ik woon in het land ________________________. Mijn droom is ___________________________________________________________.
thema 4 | Mijn sport is top!
3e leerjaar
KOPIEERBLAD 2b les 1 - identiteitskaart
Joshua Ik ben _____________ jaar oud. Het voorwerp dat ik gebruik, is _______________________. Ik doe _____________________ als sport. Ik woon in het land ________________________. Mijn droom is ___________________________________________________________.
Meena Ik ben _____________ jaar oud. Het voorwerp dat ik gebruik, is _______________________. Ik doe _____________________ als sport. Ik woon in het land ________________________. Mijn droom is ___________________________________________________________.
Michael Ik ben _____________ jaar oud. Het voorwerp dat ik gebruik, is _______________________. Ik doe _____________________ als sport. Ik woon in het land ________________________. Mijn droom is ___________________________________________________________.
thema 4 | Mijn sport is top!
3e leerjaar
KOPIEERBLAD 2c les 1 - identiteitskaart
3e leerjaar
Juro Ik ben _____________ jaar oud. Het voorwerp dat ik gebruik, is _______________________. Ik doe _____________________ als sport. Ik woon in het land ________________________. Mijn droom is ___________________________________________________________.
Elise Ik ben _____________ jaar oud. Het voorwerp dat ik gebruik, is _______________________. Ik doe _____________________ als sport. Ik woon in het land ________________________. Mijn droom is ___________________________________________________________.
Jouw eigen naam: __________________________________________________________ Ik ben _____________ jaar oud. Het voorwerp dat ik gebruik, is _______________________. Ik doe _____________________ als sport. Ik woon in het land ________________________. Mijn droom is ___________________________________________________________.
thema 4 | Mijn sport is top!