Thee- en soortgelijke hybriden Theehybriden en andere grootbloemige rozen worden zo gesnoeid, dat er sterke basisscheuten, een komvormige plant met een open centrum worden gevormd. Theehybriden bloeien op de scheuten die in datzelfde jaar zijn gevormd en kunnen het best matig tot sterk worden gesnoeid. Dan blijven de planten bossig en is er een voortdurende groei van jonge, sterke scheuten. Jaarlijks wordt gesnoeid tussen half februari en eind maart. Heel krachtige rozen, bijvoorbeeld Peace moeten slechts licht worden gesnoeid, omdat sterke snoei zorgt voor zware scheuten, maar ook voor weinig bloemen. Het eerste jaar 1. Pas geplante (het eerste jaar) theehybriden zijn meestal van de kwekerij gekomen met 3-4 sterke scheuten. Men moet de scheuten iets terugsnoeien als dit niet al is gebeurd en lange grove of beschadigde wortels voor het planten snoeien. 2. Eind februari tot half maart snoeit men iedere scheut op 2-4 ogen of 15 cm. van de grond. Dit bevorderd het ontstaan van sterke basisscheuten. Als de grond erg zandig is en weinig voedzaam, moet men het eerste jaar niet zo sterk snoeien, maar op 4-6 ogen of 25 cm. Boven de grond, gevolgd door een sterke snoei in het volgende jaar. 3. September-oktober. Snoei aan het eind van de eerste groeiperiode de uitgebloeide bloeistengels en neem weke of onrijpe scheuten helemaal weg. Tweede en volgende jaren 4. In het tweede en de daarop volgende jaren worden deze hybriden matig gesnoeid. Snijd de sterkste (dikste) scheuten af op 4-6 ogen of 25 cm. En de minder zware en resterende zijtakken op 2-4 ogen of 15 cm. Snoei dood of ziek hout en zwakke, gekruiste en naar binnen groeiende takken weg. Als de plant ouder wordt, moet men één of twee oude stammen bij de grond afsnijden. 5. September-oktober. Snoei aan het eind van de eerste groeiperiode de uitgebloeide bloeistengels en neem weke of onrijpe scheuten helemaal weg. Foribunda’s Floribunda’s zijn krachtige groeiers en geven een lange reeks van grote trossen, vrij grote bloemen. Sterke jaarlijkse snoei kan floribunda’s in een paar jaar verzwakken, terwijl lichte snoei grote struiken geeft vol zwakke spichtige takken. Gematigd snoeien van iedere scheut op 6-8 ogen of 30-45 cm wordt vaak aanbevolen en blijkt redelijk succes te hebben, vooral in winderige streken. Dit geeft echter niet altijd de fraaie ononderbroken zomerbloei die mogelijk is, en een deel van het oudere hout sterft vaak af zonder dat nieuwe grondscheuten worden gevormd. Een combinatie van lichte snoei van sommige scheuten om vroege bloei te krijgen en sterkere snoei van andere om te zorgen voor nieuwe grondscheuten en late bloemen, blijkt de beste methode te zijn. De jaarlijkse snoei gebeurt van half februari tot half maart.
Het eerste jaar 1. Men moet de hoofdscheuten iets terugsnoeien als dit niet al is gebeurd en lange grove of beschadigde wortels voor het planten snoeien. 2. Eind februari tot half maart snoeit men iedere scheut op 3-5 ogen of 15-25 cm. van de grond. Neem alle zwakke scheuten weg, in april of mei vormen zich nieuwe. 3. Oktober. Top de hoofdtakken en neem weke of onrijpe scheuten helemaal weg. Tweede jaar 4. Snoei dood of ziek hout en zwakke, gekruiste en naar binnen groeiende takken weg. Snoei éénjarig grondscheuten met 1/3 terug. Snoei ouder hout op 3-5 ogen of 15-25 cm en de rest van de zijtakken op 2-3 ogen of 10-15 cm. 5. Oktober. Top de hoofdtakken en neem weke of onrijpe scheuten helemaal weg. Derde en volgende jaren 6. Snoei dood of ziek hout en zwakke, gekruiste en naar binnen groeiende takken weg. Snoei alle éénjarig hoofdtakken met 1/3 en hun zijtakken op 2-3 ogen of 10-15 cm. Snoei het oude hout sterk op 3-5 ogen of 15-25 cm van de grond en als het centrum van de struik te vol is, tot op de basis. Polyantha’s (veelbloemigen) Polyantha-rozen zijn lage, bossige, veelal doorbloeiende rozen, die de voorlopers zijn van de moderne floribunda’s. Zij worden zelden hoger dan 60-100 cm en geven veel, vrij dunne takken. Het eerste jaar 1. Februari – maart: Wortels snoeien voor het planten. Sterke scheuten met 1/3 inkorten en zwakke takken helemaal wegnemen. 2. Juni – september: de struik bloeit op nieuw hout. Uitgebloeide bloemen wegsnijden om doorbloeien te garanderen. Het tweede jaar 3. Februari – maart: Sterke takken met 1/3 inkorten en het centrum open houden door oude, zwakke, zieke en dode takken weg te snoeien. Derde en volgende jaren 4. Februari – maart: Sterke takken met 1/3 inkorten, dunne takjes wegnemen en het centrum open houden door zeer oude, zwakke, zieke en dode takken weg te snoeien. Miniatuurrozen Miniatuurrozen of dwergrozen zijn een populaire groep laagblijvende rozen, die 30 – 60 cm hoog kunnen worden.
De bloemen hebben dezelfde vorm als theehybriden en floribunda’s en komen aan het jonge hout. Het snoeien van dwergrozen gebeurt eigenlijk hetzelfde als bij Theehybriden, hoewel het beter is nieuw geplante struikjes niet zo sterk terug te snoeien. Soms komen er heel zware scheuten die de symmetrie van de plant doorbreken. Deze kan men bij het snoeien in het voorjaar beter helemaal wegnemen, zodat de groei evenwichtig blijft. Als een dwergroos telkens weer zware scheuten voortbrengt, die de symmetrie doorbreken, kan men hem het best als floribunda behandelen bij de snoei. Een aantal zgn. miniatuurrozen doet dat en deze zijn soms waarschijnlijk ook bekend als ‘Patioroos’. Het eerste jaar 1. Men moet de hoofdscheuten iets terugsnoeien als dit niet al is gebeurd en lange grove of beschadigde wortels voor het planten snoeien. 2. Eind februari tot half maart snoeit men iedere scheut op 3-5 ogen of 10-15 cm. van de grond. Neem alle zwakke scheuten weg, in april of mei vormen zich nieuwe. 3. Juni – juli. Er vormen zich sterke grondscheuten. Bloemen komen in trossen aan dunnere spichtige takken. Zomersnoei is nodig om de bloei in stand te houden. Tweede en volgende jaren 4. Eind februari tot half maart snoeit men iedere scheut op 3-4 ogen of 10-15 cm. van de grond. Neem alle zwakke scheuten weg. Klimrozen: echte klimrozen Echte klimrozen, die zijn afgeleid van ‘Rosa wichuraiana’, bloeien in juni en juli op zijtakken van lange, buigazame grondscheuten, die het vorige seizoen zijn gegroeid. Het eerste jaar 1. Als de plant is ontvangen met 3 – 4 scheuten van 1,4 – 1,6 m lang, snoeit u de scheuten terug tot 25-45 cm en snijdt slechte wortels bij voor het planten. Vaak is dit op de kwekerij al gedaan. 2. Juni – september. Sterke scheuten hebben zich ontwikkeld uit de gesnoeide takken en vanaf de basis van de plant. Leid deze op de juiste plaats. 3. Juni – juli. De plant bloeit op zijscheuten van de takken van vorig jaar. Jonge grondscheuten ontwikkelen zich; leid deze min of meer horizontaal en bind ze aan. Tweede en volgende jaren. 4. Augustus – september. Snijd uitgebloeide scheuten bij de basis af en laat er 1 of 2 staan om zo nodig aan te vullen. Snoei zijtakken op 2-3 ogen of 10-15 cm. Bind nieuwe takken aan. 5. Oktober. Scheuten zijn geleid aan het eind van de bloeiperiode.
Zomerbloeiende klimrozen en sommige ramblers Veel sterk groeiende rozen bloeien éénmaal in de zomer op zijtakken van lange scheuten van het vorig jaar. Zij verschillen van de echte klimrozen, doordat zij zeer weinig grondscheuten per seizoen geven en de meeste nieuwe takken hogerop uit de oude komen. Het eerste jaar 1. Als de plant is ontvangen met 3 – 4 scheuten van 1,4 – 1,6 m lang, snoeit u de scheuten terug tot 25-45 cm en snijdt slechte wortels bij voor het planten. Vaak is dit op de kwekerij al gedaan. 2. Juni – september. Sterke scheuten hebben zich ontwikkeld uit de gesnoeide takken en vanaf de basis van de plant. Leid deze op de juiste plaats. 3. Juni – juli. De plant bloeit op zijscheuten van de takken van vorig jaar. Jonge grondscheuten ontwikkelen zich; leid deze min of meer horizontaal en bind ze aan. Tweede, derde en volgende jaren. 4. Snoeien van vaststaande planten gebeurt kort na de bloei. Augustus – september. Snoei 1 of 2 oude takken weg en leidt op de plaats ervan grondscheuten die zich ontwikkelen. Als zich geen grondscheuten vormen snoeit men 1 of 2 oude scheuten tot op 30 à 45 cm van de basis. Snoei oud hout hoger aan de plant weg tot een punt waar een sterke nieuwe hoofdtak is gaan groeien. Houd deze hoofdtakken op volle lengte en leidt ze zo horizontaal mogelijk. Kortere zijtakken moeten op 2-3 ogen of 16 cm worden gesnoeid. Klimrozen: meestal doorbloeiend, gelijkend op Theehybriden en floribunda’s. Klimrozen die hun bloemen geven aan nieuwe scheuten, welke lijken op theehybriden en floribunda’s. De meeste, maar lang niet alle rozen van deze groep, zijn doorbloeiers. Hun lange buigzame takken maken hen ideaal om langs muren, heggen en pergola’s te leiden. Het eerste jaar 1. Nieuw geplante rozen van deze groep moeten bij het planten niet worden teruggesnoeid. Wel snijdt u slechte wortels, beschadigde toppen en zwakke takken bij voor het planten. 2. Het is zeer belangrijk een sterk gelijkmatig geplaatst gestel van takken op te bouwen, omdat rozen in deze groep niet gemakkelijk sterke grondscheuten geven als ze eenmaal vast staan, maar het merendeel van de jonge scheuten hogerop aan bestaande hoofdtakken geven. Al vroeg horizontaal of onder een hoek leiden van nieuwe hoofdtakken zal mede voorkomen, dat de plant onderaan kaal wordt. Juli – augustus. Bind het gestel van nieuwe, zich ontwikkelende scheuten aan. Sommige bloemen komen aan de tot van nieuwe scheuten en aan zijtakken. Nieuwe scheuten komen tevoorschijn en moeten worden aangebonden. Zomersnoei.
Tweede en volgende jaren. 3. Oktober - maart. Uitgebloeide zijtakken terugsnoeien tot 3 – 4 ogen of 15 cm. Snijdt zwak hout weg en bindt hoofdscheuten aan. 4. juli – augustus: Bloemen verschijnen aan de top van nieuwe scheuten en zijtakken. Zomersnoei. Nieuwe zich ontwikkelende scheuten aanbinden. Klimrozen: pilaar, 3 tot 3,5 meter, rechtopgaand. Pilaarrozen zijn doorbloeiers, die hun bloemen brengen op de jonge scheuten. Zij verschillen van andere klimrozen door hun gematigder, rechtopgaande groei en worden zelden hoger dan 2,5 à 3 meter. Hun scheuten zijn meestal minder buigzaam en, zoals hun naam aanduidt, ze zijn geschikt om tegen pilaren te groeien of op plaatsen waar weinig horizontale ruimte beschikbaar is. Het eerste jaar. 1. Nieuw geplante rozen van deze groep moeten bij het planten niet worden teruggesnoeid. Wel snijdt u slechte wortels, beschadigde toppen en zwakke takken bij voor het planten. 2. Het is zeer belangrijk een sterk gelijkmatig geplaatst gestel van takken op te bouwen, omdat rozen in deze groep niet gemakkelijk sterke grondscheuten geven als ze eenmaal vast staan, maar het merendeel van de jonge scheuten hogerop aan bestaande hoofdtakken geven. Met het oog op hun rechtopgaande groei worden de scheuten niet onder een hoek aangebonden. Juli – augustus. Bind het gestel van nieuwe, zich ontwikkelende scheuten aan. Sommige bloemen komen aan de tot van nieuwe scheuten en aan zijtakken. Nieuwe scheuten komen tevoorschijn en moeten worden aangebonden. Zomersnoei. 3. November: uitgebloeide zijtakken terugsnoeien, evenals sommige nieuwe hoofdtakken, voldoende om de symmetrie van de plant te behouden. Tweede en volgende jaren. 4. Neem geregeld oude en verwelkte bloemtrossen weg. In de late herfst of de vroege winter snijdt men zwak, ziek en dood hout weg en kort men sommige hoofden zijtakken net zover in, dat men een evenwichtige vorm krijgt. Om de groei aan de basis van de plant te stimuleren snijdt men de lagere gesteltakken met 2/3 terug. Bij oude planten die erg dicht gegroeid zijn, snijdt men een of twee van de oudste takken bij de grond af. Klimrozen: sterke klimrozen Hieronder vallen extreem sterk groeiende rozen, met scheuten tot 6 meter per jaar, sommige ramblers, die elk seizoen vaak 6 meter lange scheuten produceren. Als ze onbeperkt in bomen groeien is het niet nodig om ze te snoeien, uitgezonderd van dood, ziek en zwak hout, waar dat mogelijk is. Als ze te overheersend worden kunnen ze worden verjongd. Hiertoe snijdt men elk jaar in februari, maart de helft van de oude hoofdgesteltakken weg. De takken waarop jonge krachtige scheuten groeien moeten blijven staan. Alle krachtige zijtakken moeten op 2 à 3 ogen worden teruggesnoeid.
Goed mesten is nu belangrijk. Gallica, musk, rugosa, pimpinellifolia, spinosissima Hieronder vallen behalve Gallica, musk, rugosa, pimpenellifolia, spinosissima en alle gangbare botanische soorten. De plant bloeit op de zijtakken van oud hout. Om de beste resultaten te behalen is het nodig om jaarlijks wat te snoeien. Sterke grondscheuten en laag geplaatste scheuten stimuleren en oude stammen vervangen. Niet snoeien bij het planten. Het terugsnijden van alle zware scheuten in de winter met enkele centimeters, zal de bloei stimuleren. Na drie jaar kan men 1 of 2 oudere hoofdscheuten wegnemen om te verjongen. alba’s, centifolia, mosroos, muscosa, damanscena, en perpetual rozen Deze rozen bloeien op zijscheuten van meerjarig hout. 1. februari-maart: lange nieuwe grondscheuten terugsnoeien met 1/3. De zijtakken op uitgebloeide takken terugsnoeien op 2 – 3 ogen of 10 – 15 centimeter. 2. september-november: Extra lange scheuten toppen om windschade te voorkomen. Verder niet snoeien. Chinese rozen (Chinensis), Bourbonrozen en Grandiflora’s Deze rozen bloeien op zowel de scheuten van hetzelfde jaar, als op zijtakken van scheuten van voorgaande jaren. Het eerste jaar: 1. oktober: snoei extra lange takken weg tegen windschade Het tweede en volgende jaren: 2. februari-maart: Snoei lange grond- of laaggeplaatste scheuten in met 1/3. Snoei zijtakken op scheuten die het vorige seizoen hebben gebloeid terug op 2-3 ogen of 10 – 15 centimeter. Stamrozen De behandeling van stamrozen is gelijk aan die van dezelfde variëteit als struikroos. Te licht snoeien maakt de kop kwetsbaar voor wind. 1. februari-maart: Sterke takken op 3-5 ogen terugsnoeien of op 15 centimeter 2. oktober – november: hoofdtakken toppen en onrijpe scheuten wegnemen. Verjongingssnoei Zelfs verwilderde, verwaarloosde rozen zullen meestal nog wel een paar krachtige scheuten in hun gestel hebben en het eerste doel is die te bhouden.
Het eerste jaar: 1. In de winter snoeit men alle dode, dunne en verwarde takken om de sterke scheuten weg. Snei de helft van de hoofdgesteltakken aan de basis weg, waarbij men die takken laat staan, waarop jonge krachtige scheuten groeien. Van de overgebleven takken moet men alle krachtige zijtakken op 2 –3 ogen of 15 centimeter terugsnoeien. Een flinke laag met goed verteerde stalmest of compost moet in het voorjaar om de plant worden aangebracht en indien mogelijk gedurende het groeiseizoen iedere 2-3 weken bladbemesting. Dan zal de vorming van sterke, vervangende grondscheuten worden bevorderd. Het tweede jaar: 2. Snoei in de winter alle overgebleven oude grondscheuten weg. Snoei alle zijtakken van de nieuwe scheuten op 2-3- ogen of 15 centimeter en voer verder de snoei uit die voor de variëteit gewenst is. Mesten is weer noodzakelijk om de plant krachtig te houden. De verjonging kan ook in drie jaar worden uitgespreid, maar de meeste rozen kunnen zich in twee jaar herstellen.