If a group of people are asked to draw the perfect triangle, they mostly end up in the same shape with a 45-45-90 triangle. Because they teachers taught them so? We are sometimes conditioned to patterns. Changing them is a challenge. This conference was in a way a confrontation between a large group of technologists and some individuals who were defending the mission of a school or university. Both clans (after all we are in Scotland!) agree that technology can play an important role for education and both are looking for an alignment of the different views. I was charmed by the viewpoints of Ana Pinto (University of Sydney) and Steve Fuller (University of Warwick). They approached the triangle from outside (for one time I don’t use the term “out of the box”). They almost begged educational experts to consider the specific missions of schools, instead of dropping a bunch of tools on the heads of the academics. Steve Fuller's statement, that we treat universities too much as a kind of supermarket where one can drop all our products in racks, made me think about a certain metal fatigue in hands-on courses. Ana Pinto pleaded to have a look at the real situation of the learner. How can technology help in improving real learning? This is : analysing situations, thinking in terms of patterns and creating new ideas with these patterns in mind, rethinking patterns. Antoine van den Beemt (Open Universiteit, Nederland) did some research about the motivation regarding the use of Open Educational Resources. His findings made me conclude that we as educational technologists have to gain more knowledge of the real needs in education. I was truly satisfied after this conference and was surprised and impressed with the research, the expertise, the interaction within this family. Besides that, we have to be alert not to share all our enthousiasm as an intimate romance, that will end as a “Lost in translation” movie. THE NEXT PARAGRAPHS ARE DEDUCTED FROM A COMMUNICATION FRAMEWORK THAT I USED IN COMMUNICATION TRAINING FOR PRIVATE COMPANIES. THIS WAS IN THE TIME BEFORE I STARTED MY CAREER IN EDUCATION. ACADEMICS IN THE AREA OF SOCIAL SCIENCES PROPABLY DISCOVER THE APPLICATION OF SOME PRINCIPLES OF SOCIAL INTERACTION.
IF WE ARE CONVINCED THAT TECHNOLOGY HAS TO PLAY AN IMPORTANT ROLE IN EDUCATION, BECAUSE WE BELIEVE THAT TECHNOLOGY IS A SOUND IDEA FOR EDUCATION, THEN :
WE HAVE TO (RE)ANALYSE IT FIRST, THINKING ABOUT THE FOLLOWING QUESTIONS. WHAT DO WE EXPECT FROM ACADEMICI? HOW TO USE OUR RESEARCH RESULTS ON TECHNOLOGY IN THE REALITY OF A UNIVERSITY, WHAT ARE THE RIGHT METHODS AND PROCEDURES TO IMPLEMENT OUR IDEA? WHO ARE INVOLVED AS EXPERTS FOR SUPPORT? WHO ARE THE OTHER USERS AND WHAT ARE THEIR EXPERIENCES?
WE HAVE TO PROVE THE SOUNDNESS BY LINKING REAL BENEFITS TO EACH OF THE ANSWERS OF THE QUESTIONS ABOVE (NO BENEFIT = NO IMPORTANCE).
MANY GOOD IDEAS DISSAPEAR BECAUSE OF BAD COMMUNICATION. TO MAKE THEM WORK, WE HAVE TO CONCENTRATE ON OUR WAY OF COMMUNICATION BY ALWAYS CONSIDERING THE OBJECTIVES OF THE FUTURE USER (OR VIEWPOINT OF THE LISTENER). THIS MEANS :
BUNDLING THE BENEFITS INTO OBJECTIVES. A BOARD OF DIRECTORS DEFENDS THAT ONE MISSION OF THEIR INSTITUTION, BUT IN THE END, EVERY POLICY MAKER WILL BE FOCUSED ON HIS OWN MISSION OR HIS OWN OBJECTIVES.
COMMUNICATING YOUR IDEA, STARTING WITH THE USER-OBJECTIVE TO GAIN ACCEPTANCE.
RECOGNIZING RESISTANCE TOWARDS YOUR IDEA, SHOW RESPECT BY UNDERSTANDING RESISTANCE. ANSWER WITH A SOLUTION . THE CONTENT OF YOUR REACTION TO RESISTANCE WILL DEPEND ON THE KIND OF RESISTANCE (FEAR, HABIT, LACK OF INFORMATION,…)
THIS APPROACH IS A WAY TO TRANSLATE THE SOUND IDEAS OF A SOUND RESEARCH INTO ACTION, THINKING ABOUT THE WAY ACADEMICS THINK. THE DEFINING AND REDEFINING OF ALL KINDS OF TECHNOLOGY AND OFFERING IT AS A BROAD RANGE IS NECESSARY BUT NOT ENOUGH. TRANSLATING IT INTO ACTION IS ANOTHER CHALLENGE. IF WE, EDUCATIONAL TECHNOLOGISTS, WANT TO PLAY A REAL ROLE IN THE ACADEMIC WORLD, WE HAVE TO PLAY THIS INTERMEDIATE ROLE.
LUCAS VERHELST. APRIL 10,2014
Mijn selectie Een onderzoekster uit Australië vertelde me bij de start van de conferentie dat haar zoon een kandidatuur had ingediend voor een master in Nederland. Ik vroeg waar in Nederland. Antwerpen, zei ze. Nu ja, dacht ik, Syt-ny, zou evengoed in China kunnen liggen.
Mobile Learning Field Activity: Pedagogy of Simultaneity to Support Learning in the Open Michael Sean Gallagher , Hankuk University of Foreign Studies, Seoul,
[email protected] . Pekka Ihanainen, HAAGA-HELIA University of Applies Sciences, Helsinki,
[email protected]
Pekka Ihanainen opende de eerste workshop met een pedagogische benadering van mobiel leren. De fundamenten van zijn betoog zijn dimensies in tijd en plaats. Leren kan altijd en op elke plaats gebeuren, een meestal bij toeval (“serendipity”, een woord dat ik lang gemist heb, viel nog eens uit de lucht). Het erkennen van dit toeval als een leermoment is de eerste stap naar formeel leren. In dit geval is je startpunt niet een vooropgezet doel (lees: competentie), maar een aanzet tot discussie in een sociale media, wat kan leiden tot formalisering of formeel leren. Centraal daarbij is “trust” of het vertrouwen in je studenten dat ze bereid zijn om iets te leren. The kind of learning being enacted in mobile learning field activities is often complex and chaotic, where meaning is being perpetually constructed and context shifts to create that meaning and evolves as a response to it. This learning is a heady, complex process of the employing intellectual, social, emotional and technological tools towards a process of coming to know (Saljo, 1999). This process of coming to know is accelerated by mobile technology; mobile learning, as a result of this acceleration, is an environment of overlap and simultaneity, where layers of time, social presence, and place are engaged with repeatedly by the learner to generate meaning.
Ik zie bepaalde collega’s al met het hoofd schudden . Wat brengt ons dat nu bij? Moet je daar voor het kanaal oversteken? Misschien wel. Zeker in het licht van de volgende papers.
Laptops and learning spaces: online, offline and in between Cheryl Brown, Nicola Pallitt, Centre for Innovation in Learning and Teaching (CILT), University of Cape Town,
[email protected] [email protected]
Cheryl Brown houdt een pleidooi voor laptops in het onderwijs. Het publiek werd bestookt met beelden uit de faculteiten Rechten, Fysica en Architectuur waarbij de laptop deel uitmaakt van de fysieke leerruimtes. Mij viel op dat die fysieke ruimtes niet altijd geschikt waren om te werken met laptops. Studenten zaten wat gewrongen tussen tafels en stoelen op verschillenden hoogtes, eigen aan aula’s. Maar studenten van de University of Cape Town voelen zich duidelijk niet gebonden tot deze locaties en studeren samen in de Starbucks, op de trappen van de campus en buiten de campus met hun smartphone. We have seen how different physical spaces (both formal and informal) alter the way the laptop, as a device, is used for learning. In our context the laptop has empowered students by offering them greater choice about when, where and how to learn, and facilitating the connection with a learning community of which the lecturer is in some spaces a part, and in others not.
“Laptops are better.” Medical students' perceptions of laptops versus tablets and smartphones to support their learning Fiona Curtis , Lancaster Medical School, Lancaster University,
[email protected] Sue Cranmer , Department of Educational Research, Lancaster University,
[email protected] Onderzoek is nodig, maar het moet wel iets bijbrengen. Dit onderzoek heeft me niet veel bijgebracht en wel hierom. Concluderen dat studenten om een paper te maken liever laptops gebruiken dan tablets lijkt me niet bepaald baanbrekend. In het verlengde van deze conclusie stellen dat het typen van een verslag op een smartphone of tablet niet ideaal is en dat dus “mobiel leren” best kan gebeuren met een laptop is gewoon absurd. Nee, geef me dan maar mijn zwevende Finse vriend
Pekka Ihanainen die stelde dat mobile leren begint bij het toeval. Stuur je studenten m.a.w. uit op exploratie, laat ze iets ontdekken, en het delen ter plaatse, en op het eigenste tijdstip. Mobiel leren dus. Ik herinner me in dit verband nog de eerste les sociologie in 1971. We waren maar pas gezeten toen de prof ons vroeg : “wat doen jullie hier?”. We werden toen beleefd verzocht en masse te zaal te verlaten en te gaan rondkijken in dé , onze observaties te noteren en hem dan verslag uit te brengen tijdens de volgende les. In 1971 waren er nog geen PC’s, was er nog geen publiek internet, laat staan smartphone, tablet … . Maar we waren wel mobiel aan het leren: de meesten te voet, anderen per fiets, sommigen per scooter.
“Remember to hand out medals”: Value and peer rating in an online open study group Marisa Ponti, Department of Applied IT, University of Gothenburg, and Department of Education and InterMedia, University of Oslo.
Ponti volgde een groep studenten in http://openstudy.com/, een omgeving waar alleen studenten bijdragen kunnen posten. Dus geen interventie van de proffen. Voor elke bijdrage konden ze een virtuele medaille krijgen. Een smartscore geeft aan in welke mate een student heeft gescoord op gebied van teamwork, problem solving & engagement. Daarenboven worden er titels uitgedeeld gaande van beginneling tot expert. As a community architecture, the study group relies on this system to award medals to good responses. The system contributes to a rank within the Openstudy.com community measured in terms of capacity to be committed to the study group, help others and solve problems. Een mooi voorbeeld dus van een goedwerkend leerforum buiten de supervisie van een docent. De site is zeker het bezoeken waard.
Investigating the social configuration of a community to understand how networked learning activities take place: The OERu case study Bieke Schreurs, Antoine Van den Beemt, Fleur Prinsen, Maarten De Laat Open Universiteit Nederland, Gabi Witthaus, Gráinne Conole, University of Leicester.
De openingszin was een schot in de roos. Er wordt veel OER geproduceerd maar weinig geconsummeerd. How come?
De auteurs zijn gaan kijken naar http://oeru.org/ en naar de succesfactoren van geslaagde netwerken. Bij het opstarten van een OER-community zijn er een aantal kritische factoren. 1) Shared domain : breng docenten samen die een gedeelde interesse hebben. Misschien dat dit medium dus ergens een rol kan spelen in de opzet van Teachers Design Teams 2) Shared identity : maak er een team van. Organiseer events waarbij de leden elkaar in levende lijve zien. 3) Support from organisation : de hogeschool moet dergelijke initiatieven aanmoedigen. 4) Voorzie een gedreven community coördinator.
Viva Brasil Of Design and the functioning of a productive learning network Ana Pinto, The University of Sydney, Centre for Research on Computer Supported Learning and Cognition
We worden bedolven onder digitale tools die uiteindelijk allemaal hetzelfde doen (denk maar aan de stapels auteurstalen, waarvan we weinig resultaat te zien krijgen). We vergeten daarbij waar het in
leren over gaat. Een pleidooi voor “pattern technology”
Pattern language theory (Alexander et al., 1977; Alexander, 1979; Alexander, 2006), which originated in the field of architecture, is concerned with abstracting, capturing and sharing good design ideas so that other people can use them. A pattern describes a solution to a problem ‘in such a way that you can use this solution a million times over without ever doing it the same way twice’ (Alexander et al., 1977, p. x). Technologie in netwerken moet hierbij aansluiting vinden.
In the context of educational design, design pattern and pattern languages represent a useful and efficient pedagogical model for sharing design knowledge and expertise. Increasingly, a teacher's role is like that of a designer (Ellis & Goodyear, 2009; Goodyear & Retalis, 2010). Nadenken over het ontwerp van leermateriaal is goed nadenken over de doelgroep. Hoe ga je de volwassenen in de favela’s van Rio duurzaam opleiden, hen zelfstandig leren denken over problemen via onderwijs? En laten we direct de discussie verplaatsen naar onze lerarenopleidingen. Hoe gaan we leraars opleiden die vanuit algemene pedagogische inzichten een kwalitaitsvol onderwijs kunnen aanbieden aan onze jongeren? Ik ben niet bevoegd genoeg om me te mengen in de discussie die exrector Oosterlinck op gang heeft gebracht in verband met de kwaliteit van ons lerarencorps. Maar misschien moeten onderwijstechnologen (lees : de enkele pedagogen in het onderwijs die plots het licht hebben gezien en eenzaam in de woestijn hun enthousiasme over de mogelijkheden van computers in het onderwijs als digitale didactiek verkopen in een boekvorm) ook eens goed gaan
denken over de pedagogische waarde van al die tools vooraleer ze die te grabbel gooien.
Design patterns provide clear instructions about the way to address a specific educational problem, without constraining the designer/teacher’s creativity (McAndrew et al., 2006; Goodyear & Retalis, 2010). Each learning pattern presents the core of the solution to a recurring teaching problem as well as guidance on when and in which context the solution is applicable.
Mooie uiteenzetting omdat het mij terug met beide voeten op de grond zet . Ik geloof in het gebruik van digitale tools, maar mijn geloof overtuigt niet genoeg. Ik spreek nu even voor mezelf. Hoe dan te overtuigen? Wat doen die tools juist? Wat zijn de voordelen ervan? Wat zijn de weerstanden? Hoe gaan we om met die weerstanden? Dergelijke sessies met Brzailiaans vuur zijn de meststoffen met de ideale samenstelling (lage zuurtegraad, veel kalk dus). Viva Brasil!
Students’ use of Facebook for peer-to-peer learning Christian Dalsgaard, Centre for Teaching Development and Digital Media, Aarhus University. De conclusies van dit klein onderzoekje waren voorspelbaar. Studenten Hoger Secundair Onderwijs gebruiken Facebook als een peer-to-peer tool. Communicatie met docenten gebeurt met docenten via een LMS. En dat willen iedereen zo houden.
Costs, rewards and social reciprocity: teachers' motivations for networked learning Antoine van den Beemt, Isabelle Diepstraten,Maarten de Laat, Open University, the Netherlands, Evelien Ketelaar, Eindhoven University of Technology, the Netherlands.
Sessies die ons willen vertellen waarom Technology Enhanced Learning (TEL) weinig succes heeft dragen mijn voorkeur weg. Ik zit er namelijk ook wat mee. Antoine van den Beemt kon zo zijn vingers op een aantal wonden leggen. Motives for participation expressed as a rational consideration of costs and rewards, can be found in the social exchange theory (Homans, 1958). Met andere woorden : voor wat, hoort wat. En graag zo vlug mogelijk. Voor een groot aantal leraars (non-participant teachers) uit het onderzoek is de belofte dat er altijd een soort eis is voor een Return Of Investment. Zelfs ROI, aanwezig in uitgestelde zin (postponed reciprocity) is niet genoeg. Zolang dat principe van ROI blijft spelen als hoofdmotief, zegt van den Beemt, blijft de kans groot dat participatie uitblijft. Mijn reactie hierop en een later gesprek met hem tijdens de lunch is het vertrekpunt van mijn nabeschouwingen in dit verslag. Maar laten we eerst Steve Fuller zijn show opvoeren tijdens de second plenary van de 2de dag.
Lecturer 2.0 by Steve Fuller
De filosoof in Fuller vraagt zich af : “What is the point of having universities when they not work on added value”. Daarvoor gaat hij terug naar de Verlichting van de 17de eeuw en Kant : “Dare To Know” of het exploreren van de redelijkheid in de publiek sfeer, en dus niet binnen de gesloten muren van de universiteit (of de Kerk). Een reactie tegen het steeds reproduceren van wat er al eeuwen is gereproduceerd en een pleidooi voor kritisch denken. “Durven denken” dus niet alleen als een promotieslogan maar als een missie . Dan opent hij definitief de aanval op wat de technologie in de universiteiten bijbrengt. Niets dus. Een lecturer (Latijn : legere) las voor en de studenten namen nota’s van wat hij las én wat hij daaraan toevoegde. Als dat geen actief leren is? Leerboeken kan je nu zelf lezen. Je kan je zelfs de vraag stellen of je nog wel dat boek moet kopen? Studenten vragen nu aan de prof of hij niet gewoon zijn
Powerpoint kan ter beschikking stellen. Proffen zijn al niet meer verwonderd dat ze nog moeilijk hun studenten kunnen boeien. En dan : de ongelooflijke stommiteit om research en onderwijs te scheiden (een beleefd applaus volgde). Research moet de added value van het onderwijs uitmaken. “Maar nee”, vervolgde hij met brede grijns, “concentreer je op je research, collega! En voor je lectures hoef je je geen zorgen te maken. Er zijn genoeg leerboeken, Powerpoints ergens op onze leeromgeving, kant-en-klare testen en examenvragen. “In de Middeleeuwen hadden ze maar wat graag gezien”, vervolgde hij met vuur, “dat jullie met die netwerken en al die technologie op de proppen kwamen”. De MOOC’s moesten er toen ook aan geloven toen hij verwees naar de Kerk die er alle belang bij had om dezelfde boodschap zo veel mogelijk te verspreiden (ik dacht toen : “Wat als Jezus Twitter had…”). Maar gelukkig was er de “rede” en heeft men zich losgemaakt van dat dogmatisch denken. Spijtig genoeg zitten we nu echter terug in een ander soort dogma’s ; die van het kwaliteitsdenken. Universiteiten die diploma’s uitdelen op wat studenten kunnen reproduceren kunnen dan beter vervangen worden door echte bedrijven met kwaliteitsstandaarden- - procedures, enz. . Zo garandeer je tenminste dat het eindproduct “student” gekwalificeerd is, de eindtermen, de competenties behaald. Zondermeer commercialiseren die boel. Met een minachtende blik, half gekeerd naar de zaal en nonchalant steunend op de pupiter sneerde hij ( ik parafraseer) hoe eenvoudig het is om kwaliteitsonderwijs te krijgen. Volg de onlinecursussen van de prominenties uit Stanton, Harvard of M.I.T. Qualty guaranteed. Nee dus. Een universiteit moet toelaten dat docenten een eigen mening uitbouwen, een eigen waarheid kunnen ontwikkelen. Als die waarheid verschilt van een collega, hoeft dat geen probleem te zijn. Integendeel. Studenten kunnen kiezen en interpreteren en daar eigen waarheden aan toevoegen. De vragenronde achteraf heeft de scherpe kantjes wat afgerond. Uiteraard is het niet alleen de kritische docent (lecturer 2.0) die die toegevoegde waarde garandeert, nl. studenten tot kritische mensen opleiden, studenten die bereid zijn om een bijdrage aan de samenleving te geven. Een cynische reactie vanuit het publiek :“als dan de waarheid niet zo belangrijk is, Dr. Fuller, dan ben jij misschien wel een goed acteur. En is het beter dat wij professoren opleiden in een theaterschool”. Daar was Fuller het volledig mee eens, dit tot grote hilariteit bij het talrijk opgekomen publiek. Een andere reactie : is dan de Lecturer 2.0 het enige alternatief voor kritisch onderwijs? Wat met de technologie die juist toelaat om meningen te delen, verder uit te bouwen, te bekritiseren, af te breken,….. Zijn antwoord was ofwel onduidelijk, of anders begreep ik het niet. Ik veronderstel dat hij bedoelde dat de “lecturer” geldt als een symbool (hij is nu toevallig een zeer goede spreker). Het is aan de docent om die talenten te gebruiken die tot kritisch denken leiden. Bon. Misschien is de boodschap dat we moeten oppassen met een overkill aan technologie, die uiteindelijk alles overneemt en van de docent een “bionic book” maakt. Aan de ander kant kunnen docenten technologie inschakelen om juist de kritische zin aan te wakkeren. (discussiefora, twitter,…).
Je hoeft het niet helemaal eens te zijn met Dr. Fuller. Hij zou dat trouwens ook niet wensen. Filosofen zoals Fuller spreken in “wordclouds”. Moeilijk leesbaar. Het voelt aan soms als een schedelboring. Pijnlijk, maar achteraf toch verlichtend.
Tijdens het panelgesprek van de volgende dag vroeg men aan de panelleden naar impressies van de voorbije conferentie.
Steve Fuller (ja, daar is hij weer) had 2 tips. Hij had de indruk dat voorstanders van leernetwerken weinig voeling hadden met de academische wereld. Ze beschouwen het nut van technologie voor onderwijs als voldoende bewezen. Hij had de indruk dat ze de universiteit bekeken als ' a place like other places', niet bewust zijnde dat universiteiten, al dan niet ten onrechte, zichzelf beschouwen als instituten waar studenten klaargemaakt worden voor de samenleving (en dus een speciale behandeling wensen, denk ik dan). Universiteiten hebben een missie. Het zijn zo maar geen parkeerplaatsen waar je je wagen ergens kan kwijtgeraken .
University of Edinburgh
Speel dus als onderwijstechnoloog een intermediërende rol om technologie af te stemmen op die missie of hen bewust te maken dat er aan de missie eventueel moet gesleuteld worden.
Een tweede tip. Er is al zoveel research gedaan. Doe er iets mee. “Jullie zijn al 16 jaar bezig met dit tweejaarlijks gebeuren”. Maak er een instituut van en ga op zoek naar de bestaansreden van dit instituut. Nu is alles nogal 'spreaded' met al die conferenties en al papers, waarin je weinig coherentie vindt. Als instituut kan je van betekenis met een framework dat bijdraagt tot de kritische en vernieuwende doelstellingen van de universiteiten. Al bij al een geslaagde conferentie.