Terugblik Belangendag 2012
INHOUDSOPGAVE
INLEIDING WORKSHOP DE MAATREGELEN OP EEN RIJ WORKSHOP DECENTRALISATIE VAN BEGELEIDING VOOR BEGINNERS WORKSHOP DECENTRALISATIE VAN BEGELEIDING VOOR GEVORDERDEN WORKSHOP BELANGENBEHARTIGING IN HET PASSEND ONDERWIJS WORKSHOP WET WERKEN NAAR VERMOGEN PANELDISCUSSIE
Inleiding
Met tevredenheid kijkt Platform VG terug op de Belangendag 2012 op 26 april in Doorn. Er waren ongeveer 100 deelnemers. Het programma stond in het teken van grote veranderingen: extramurale begeleiding in de Wmo, Jeugdzorg, passend onderwijs en de Wet werken naar vermogen. Dat het politieke landschap zo zou zijn veranderd, was tot een paar dagen voor de bijeenkomst niet verwacht. De onzekere situatie is uiteraard verschillende malen die dag kort genoemd: welke bezuinigingen en welke hervormingen en regelingen gaan door en op welke manier? Gelukkig hebben de aanwezigen zich er niet te veel door laten afleiden. Er is inhoudelijk en gepassioneerd gesproken en gediscussieerd over de kansen en uitdagingen (en ook soms bedreigingen). Zowel tijdens de workshops als tijdens de paneldiscussie met wethouders van drie gemeenten. In dit verslag leest u een impressie van de discussiepunten en aandachtspunten uit de workshops en de paneldiscussie.
3
Terugblik Belangendag 2012, Platform VG
Workshop: Workshop: De maatregelen op een rij (Wmo) De val van het kabinet gaf een andere andere invulling aan de workshop. Na een presentatie over de Wet werken naar vermogen en de decentralisatie van begeleiding, kwam de vraag aan bod ‘Wat wilt u meegeven aan de nieuwe regering?’. regering?’ Wet werken naar vermogen Voorop staat dat mensen bezig willen zijn. Werk hebben is goed voor het gevoel van eigenwaarde, het gevoel serieus genomen te worden, etc. Het is belangrijk uit te gaan van wat mensen kunnen en hoe zij zich kunnen ontwikkelen. De studieregeling zou niet mogen worden gestopt. ‘Het is slecht als studie alleen wordt gezien als een opstap naar werk’. Sociale werkvoorzieningen Voor de oorspronkelijke doelgroep (mensen met een verstandelijke beperking) moet werken in de sociale werkplaatsen mogelijk blijven. De sociale werkvoorzieningen kunnen daarnaast een rol spelen in de re-integratie van mensen in het arbeidsproces bij reguliere werkgevers. Het belang van jobcoaching wordt benadrukt. Net zoals de noodzaak dat werkgevers bereid moeten zijn om mensen in dienst te nemen. ‘Werkgevers moeten meer beloond worden als zij mensen met een beperking in dienst hebben en bestraft als zij er geen in dienst hebben ’ Om mensen de juiste ondersteuning te bieden is er afstemming nodig tussen werk en zorg. Het gevaar dreigt dat mensen tussen wal en schip raken. Bijvoorbeeld mensen die geen werk kunnen vinden en geen recht op dagbesteding meer hebben. Deze mensen zouden recht op begeleiding moeten krijgen. Ze mogen niet uit het zicht verdwijnen. Extramurale begeleiding in de de Wmo Ook voor de decentralisatie van begeleiding hebben de aanwezigen een aantal aandachtspunten voor de nieuwe regering en gemeenten. De samenhang tussen maatregelen is belangrijk. Zowel de gemeente als het rijk moeten maatregelen beter op elkaar afstemmen. Het is belangrijk dat de kwaliteit van dienstverlening wordt bewaakt. Gemeenten weten niet altijd goed wat er bij mensen speelt. Gemeenten zouden daarom verplicht een Wmo-raad moeten laten instellen. Het advies van de Wmo-raad wordt gehoord en zou op een aantal punten bindend moeten zijn. De Wmo-raad moet meer dan nu vaak het geval is de belangen van meer verschillende doelgroepen behartigen. Het sociale netwerk van mensen met een verstandelijke beperking is vaak zwak. De gemeenten zou hierin ondersteuning kunnen geven. De deelnemers maken zich zorgen over dat veel mensen met een verstandelijke beperking zelf niet goed hun hulpvraag kunnen formuleren. Wie zorgt er dan voor dat mensen wel de juiste ondersteuning krijgen? 4
Terugblik Belangendag 2012, Platform VG
Gemeenten zouden initiatieven moeten ondersteunen om de belangen van mensen in de gemeente te behartigen. En tot slot willen de deelnemers dat gemeenten duidelijke en begrijpelijke informatie geven.
Bespreking casus Rianne is 42 jaar en heeft een aan autisme verwante contactstoornis. Zij heeft veel rust en structuur in haar leven nodig. Zij werkt als vrijwilliger in een kantine van een groot bedrijf. Zij heeft daar professionele begeleiding bij nodig, die krijgt zij vanuit een dagcentrum. Het UWV vindt dat Rianne in staat is om enige vorm van reguliere arbeid te verrichten en zij krijgt te maken met de Wwnv. Zij moet op zoek naar werk en kan niet langer haar vrijwilligerswerk in de kantine voortzetten als de indicatie dagbesteding ophoudt. Arbeid is immers voorliggend aan WMO. Gezien haar problematiek zal het moeilijk zijn om haar te bemiddelen naar werk. De verwachting is daarom dat zij thuis komt te zitten. Zij heeft dan geen invulling van haar dag, terwijl zij de structuur juist erg hard nodig heeft.
Aan het einde van de workshop is de casus van Rianne besproken. Dit leverde een aantal concrete aanbevelingen op voor gemeenten: - Bedrijven moeten de regels en mogelijkheden kennen om mensen met een beperking in dienst te nemen. De gemeente heeft een taak om deze informatie te geven. - Samenwerking tussen de gemeente en het UWV is belangrijk. - Er moeten tussenstappen mogelijk zijn tussen dagbesteding en werk. - Er moet goed worden gekeken naar de gevolgen van bepaalde maatregelen. Preventie is vaak beter. - De kanteling is erg belangrijk. De burger moet centraal staan.
5
Terugblik Belangendag 2012, Platform VG
Workshop: Decentralisatie van begeleiding ‘voor beginners’ Deze workshop was voor belangenbehartigers die nog niet zo thuis waren in het onderwerp, maar wel de noodzaak zagen om aan de slag te gaan. Na een presentatie over de decentralisatie van begeleiding zijn tips en ervaringen uitgewisseld. Ook punten van zorg en aanbevelingen voor gemeenten zijn benoemd . Gemeenten moeten uitgaan van de mogelijkheden van mensen (overigens zonder hun beperkingen te vergeten). IQ-grenzen mogen geen rol spelen, het gaat om de behoefte aan ondersteuning. Gemeenten moeten de Wmo en de Wwnv gezamenlijk en afgestemd uitvoeren. Een integrale ‘beoordeling’ en uitvoering is belangrijk. Een aandachtspunt is het gebrek aan kennis bij gemeenten over mensen met een verstandelijke beperking en de verschillen in ondersteuningsbehoeften en –vragen. Om de kennis van gemeentemedewerkers te vergroten, zijn werkbezoeken van wethouders en ambtenaren aan (dagbesteding)instellingen en projecten van belang. De deskundigheid van bijvoorbeeld MEE en projecten als Op de kaart kunnen ingezet worden. De gemeente zou ook gesprekken moeten voeren met mensen met een verstandelijke beperking zelf, bijvoorbeeld via de LFB of Onderling Sterk. Daarnaast met belangenbehartigers/ vertegenwoordigers. Op deze manier krijgt de gemeente inzicht in de zeer diverse groep mensen met een verstandelijke beperking. Keukentafelgesprekken Een goed keukentafelgesprek voor iedereen die gebruik gaat maken van de Wmo is noodzakelijk. Belangrijke kennis en vaardigheden van de gemeentemedewerkers die deze gesprekken voeren: - Kennis van de doelgroep. - Op een goede manier een gesprek kunnen voeren met mensen met een verstandelijke beperking over alle levensgebieden. - Kennis over wat er in de gemeenten gebeurt en welke voorzieningen er zijn (sociale kaart). De gemeente moet een ‘back office’ inrichten waar deze medewerkers op kunnen terugvallen. Belangenbehartigers Een advies aan belangenbehartigers is om mensen in hun directe omgeving te interesseren voor een actieve rol in de lokale belangenbehartiging. Belangenbehartigers moeten tijdig betrokken zijn bij de voorbereiding van de inkoop door de gemeente (aanbesteding, subsidiering). Een algemene handreiking waarop te letten en wat in te brengen zou nuttig zijn. 6
Terugblik Belangendag 2012, Platform VG
Politiek Voor de landelijke politiek en de politieke partijen is er een duidelijk advies: de overgang vanuit de AWBZ moet zorgvuldig gebeuren. Neem hier meer tijd voor en beperk de groep die overgaat naar de Wmo. Kinderen op kinderdagcentra en meervoudig gehandicapten zouden bijvoorbeeld in de AWBZ moeten blijven.
7
Terugblik Belangendag 2012, Platform VG
Workshop: Workshop: Decentralisatie van begeleiding ‘voor gevorderden’ gevorderden’ Een grote groep ervaren belangenbehartigers nam deel aan deze workshop. Na een presentatie met daarin de laatste ontwikkelingen deelden de deelnemers tips en ervaringen met elkaar voor de belangenbehartiging. belangenbehartiging Belangenbehartigers zouden elkaar moeten stimuleren om met gemeenten in contact te komen. Leg contacten met ambtenaren, raadsleden en het college van burgemeester en wethouders. Gebruik ook de pers. Wijs belangenbehartigers erop dat ze raadsvergaderingen kunnen bezoeken. Benader gemeenten met de houding ‘ik kan u helpen’. In een aantal gemeenten zijn hier goede ervaringen mee, maar er zijn ook meer gesloten gemeenten. Een van de belangenbehartigers heeft goede ervaringen met het inspreken bij commissievergaderingen. ‘Dan komen ook de punten aan de orde die anders misschien zouden blijven liggen en niet op de agenda stonden’. De praktijk Het is belangrijk om (top)ambtenaren zelf de praktijk te laten zien, bijvoorbeeld door middel van werkbezoeken. De ervaring leert dat gemeentemedewerkers het doorgaans erg op prijs stellen als ze directe informatie krijgen van belangenbehartigers. Let daarbij op dat de ondersteuning aan mensen met een lichamelijke beperking en mensen met een verstandelijke beperking niet op één hoop worden gegooid. De ondersteuningsvragen kunnen grote verschillen vertonen . Samenwerken Samenwerking met andere organisaties is nodig. Ook cliëntenraden moeten zijn betrokken. Omdat gemeenten samenwerkingsverbanden aangaan, is het nuttig om Wmo-raden in regionaal verband bij elkaar te brengen. Lobby Naar aanleiding van de val van het kabinet zijn een aantal punten voor de landelijke lobby benoemd: - Er moet ondersteuning zijn bij regulier werk en er moet meer samenhang zijn met het onderwijs. - Het is belangrijk dat de stapeling van kosten in beeld komt. - Er zal een sociaal effectenrapportage moeten worden gemaakt. - Er moet aandacht komen voor de positie van cliëntenorganisaties. - De cliëntenorganisaties moeten zich beter gaan organiseren.
8
Terugblik Belangendag 2012, Platform VG
Workshop: Workshop: Belangenbehartiging in het passend onderwijs Wat is passend onderwijs eigenlijk? Wat verandert er voor kinderen met een verstandelijke beperking? Heb ik als ouder straks nog iets te zeggen over het onderwijs aan mijn kind? Hoe kan ik meepraten over passend onderwijs bij mij op school of in de regio? Deze en andere vragen stonden centraal in de workshop over passend onderwijs en belangenbehartiging belangenbehartiging op de belangenbehartigersdag van Platform VG. Aan de hand van een 'mindmap' schetste Martin van de Lustgraaf van Platform VG hoe passend onderwijs in elkaar steekt. Passend onderwijs Passend onderwijs is de naam voor de nieuwe manier waarop onderwijs aan leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben wordt georganiseerd. Door passend onderwijs kunnen kinderen, eventueel met extra ondersteuning, vaker in het reguliere onderwijs blijven. Passend onderwijs is dus geen schooltype; kinderen zitten niet 'op' passend onderwijs. Scholen werken met elkaar samen in samenwerkingsverbanden en maken binnen het systeem van passend onderwijs afspraken met elkaar over hoe ze ervoor zorgen dat alle leerlingen onderwijs krijgen dat bij hen past. Het rugzakje en de landelijke afspraken voor indicatiestelling komen met passend onderwijs te vervallen.
Meepraten Ouders kunnen meepraten over passend onderwijs en wat dat voor hun eigen kind betekent. Ze maken in een ontwikkelingsperspectief afspraken met school over de doelen voor hun kind op school en de ondersteuning voor hun kind. Ook kunnen ouders meepraten in de medezeggenschapsraad op school, en op het niveau van het samenwerkingsverband in de ondersteuningsplanraad.
Zorgen Deelnemers aan de workshop maken zich, net als Platform VG, zorgen over de effecten van de invoering van passend onderwijs. Ze vinden het belangrijk dat ouders duidelijkheid krijgen over wat ze van scholen kunnen verwachten en dat ze serieus genomen worden. Ook als straks het rugzakje er niet meer is, moet er wel goede ondersteuning voor hun kind op school kunnen zijn. Belangrijk hierbij is maatwerk, zo zeggen de deelnemers. Het onderwijs moet bij het kind passen, en niet andersom.
9
Terugblik Belangendag 2012, Platform VG
Workshop: Workshop: Wet werken naar vermogen Circa 25 mensen met uiteenlopende achtergrond namen deel aan deze workshop: mensen van cliëntenorganisaties, vakbonden, zorgaanbieders, SWSW-Raden en cliëntenraden, WMOWMOadviesraden, een ouder, een wethouder en medewerker van de Sociale Dienst. Zij bespraken de kansen en risico’s van de Wwnv voor mensen met een verstandelijke beperking. Werken bij reguliere werkgevers Werkgevers staan niet te popelen om mensen met een beperking in dienst te nemen. Bovendien Zij lijken nog onvoldoende de mogelijkheden van werknemers met een verstandelijke beperking te kennen. Goede en eerlijke voorlichting op dit vlak is noodzakelijk. Daarnaast moeten bedrijven zich meer bewust zijn van hun maatschappelijke verantwoordelijkheid. Een zorgvuldig aannamebeleid is belangrijk: mensen moeten het werk goed aankunnen. Jobcarving kan een mogelijkheid zijn om mensen met een beperking een baan te kunnen bieden: het aanpassen van de taken binnen een functie aan de mogelijkheden van de medewerker. Er kunnen bijvoorbeeld ook teamfuncties worden gecreëerd waarbinnen elke medewerker de taken uitvoert die aansluiten bij zijn capaciteiten. Samenwerking tussen bedrijfsleven en onderwijs moet er voor zorgen dat scholing beter aansluit op de behoefte op de werkvloer. Er moet binnen het bedrijf voldoende en goede begeleiding zijn. De aandacht van de overheid gaat te veel uit naar de werkgelegenheid bij de grote bedrijven, terwijl uiteindelijk voor onze achterban het midden- en kleinbedrijf belangrijker is. De werkgelegenheid voor VG’ers verschilt sterk per regio; het Westland met zijn tuinbouw biedt meer werk dan in een regio met High Tech-industrie. Door stijgende grondstofprijzen en arbeidskosten in het Verre Oosten, wordt het laten uitvoeren van productiewerk in Nederland weer aantrekkelijker. En dat biedt kansen voor mensen met een verstandelijke beperking. Werken in de WSW De WSW moet toegankelijk blijven voor mensen met een verstandelijke beperking die (een periode) behoefte hebben aan beschut werken. Dat de uitstroom uit de WSW gering is, heeft ook te maken met de samenleving: mensen met een verstandelijke beperking worden van jongs af aan uitgesloten. De overheid probeert dit nu via de Wmo en bijvoorbeeld passend onderwijs om te buigen. Gedragsverandering kost echter veel tijd. Daarom blijft een toegankelijke WSW belangrijk, wachtlijsten moeten worden weggewerkt.
10
Terugblik Belangendag 2012, Platform VG
Mensen met een arbeidsproductiviteit lager dan 50% zijn moeilijk plaatsbaar in het reguliere arbeidsproces. Zij zijn vaak aangewezen op de sociale werkplaats. Ook binnen de WSW speelt arbeidsproductiviteit meer dan eens een rol, bijvoorbeeld bij detachering en reintegratie. Kijk goed naar iemands capaciteiten: iemand met een arbeidsproductiviteit van 50% bij schoffelen, heeft misschien 80 % arbeidsproductiviteit bij bladblazen. Naast productiviteit is het belangrijk dat mensen werk verrichten waar zij interesse voor hebben en dat voldoening geeft. Uitvoering door de gemeenten De gemeente als werkgever moet voldoende en passend werk voor de medewerkers van de WSW ‘binnenhalen’. Dat is een nieuwe taak. Mensen op de wachtlijst van de WSW hebben in principe geen recht op dagbesteding. Hetzelfde geldt voor mensen die niet (meer) terecht kunnen in de WSW, maar ook niet bij een regulier bedrijf. Het is van groot belang dat gemeenten toch passende begeleiding bieden. Anders is de kans op sociaal isolement groot, met daarbij horende risico’s als verslaving en schulden. Via de Wmo is dit mogelijk. Tips
voor belangenbehartigers Wacht niet tot de Wet werken naar vermogen is aangenomen. Grijp nu de kans om als belangenbehartiger mee te denken en ontwerpen aan een goede uitvoering door gemeenten! Maak daarnaast afspraken met werkgevers, UWV en maatschappelijke organisaties over de gewenste uitkomsten.
voor gemeenten Maak gebruik van (ervarings)deskundigen bij het maken van beleidsplannen .
voor de wetgever Verbeter de wet en schrap de bezuinigingen op de WSW. Zet de mens centraal. Focus op werken naar vermogen en ga niet uit van niet willen. De meeste mensen willen juist graag werken.
11
Terugblik Belangendag 2012, Platform VG
Paneldiscussie Voor de paneldiscussie zijn drie wethouders uitgenodigd: uitgenodigd: de heer Kruithof (PvdA) van Apeldoorn, de heer Boekhoff (PvdA) van Bussum en mevrouw Van Oostrum (D66) van Utrechtse Heuvelrug. Onder leiding van journaliste Frederique de Jong gingen zij met elkaar en de zaal aan de hand van drie casussen in gesprek over de aanstaande decentralisaties. De nieuwe taak voor gemeenten om de extramurale begeleiding te organiseren zien de wethouders over het algemeen positief tegemoet. ‘We zijn er voldoende klaar voor’. Over de uitvoering van de Wet werken naar vermogen is men veel minder positief. De hoop is dat de wet op tal van punten wordt verbeterd. Jurgen Jurgen is 17 jaar. Hij heeft leermoeilijkheden vanwege een licht verstandelijke beperking (IQ naar schatting 80-85). Hij heeft de basisschool wel afgemaakt. Vandaar ging hij naar het VMBO, maar vanaf zijn veertiende spijbelde hij vooral. Hij trok op met een groep jongens die allemaal wat ouder zijn. Hij wilde graag bij hen “in de smaak” vallen. Behalve op straat hangen heeft hij geen sport of hobby’s. Jurgen is de afgelopen paar jaar herhaaldelijk betrapt op winkeldiefstal (drank en drop) en voor een inbraak in een school met diefstal en vernieling. Het lijkt erop dat Jurgen door zijn vrienden hiertoe is aangezet. De drank was bijvoorbeeld voor hen bedoeld, want zelf drinkt hij alleen cola. Hij durft geen nee te zeggen als zij hem op pad sturen. Voor eerdere vergrijpen heeft Jurgen een taakstraf gekregen, maar voor de inbraak en vernieling in de school heeft hij drie maanden jeugddetentie gekregen. Het viel daar op dat Jurgen wel een heel grote mond heeft, maar dat hij tegelijk op emotioneel gebied nog heel kinderlijk lijkt. Jurgen is de oudste thuis. Hij heeft een jongere broer die naar het VWO gaat en een zusje van 11 in de laatste klas van de basisschool. Zijn moeder is huisvrouw en zijn vader is postbesteller. Het is een net maar eenvoudig gezin. Jurgen heeft duidelijk het profiel van een toekomstig veelpleger. Het is van belang nu een plan/een route met hem te bedenken. Het belang van onderwijs en goede dagbesteding komt aan de orde. Aanwezigen vullen aan dat tijdige signalering op school nodig is en het betrekken van ouders. Er moet voorlichting zijn zodat mensen weten waar ze hulp kunnen krijgen. De angst is dat mensen met een licht verstandelijke beperking tussen wal en schip vallen als de IQ-maatregel doorgaat. Wethouder Van Oostrum benadrukt dat de gemeente ondersteuning op verschillende levensgebieden in samenhang moet organiseren. Door integrale aanpak en samenvoeging van budgetten is het mogelijk om én te bezuinigen én betere ondersteuning te bieden. 12
Terugblik Belangendag 2012, Platform VG
Mariette Mariëtte van 15 heeft een licht verstandelijke beperking. Zij zit na vele omzwervingen nu op een ZMLK-school voor voortgezet onderwijs. Het gaat goed; ze is er op haar plek en kan goed meekomen. Volgens haar moeder komt dat vooral door de kleine klas. Mariëtte maakt gebruik van het leerlingenvervoer. Op zich prima, maar het is wel jammer is dat er steeds andere buschauffeurs zijn, die niet allemaal even goed reageren op onderlinge problemen. Mariëtte heeft beloofd zich afzijdig te houden en houdt zich daar tot nu toe goed aan. Vanuit een PGB krijgt Mariëtte extra begeleiding voor het aanleren van sociale vaardigheden en zelfstandigheid. Af en toe gaat Mariëtte een paar dagen naar een groepsactiviteit. Dan hebben haar ouders ook eens wat meer tijd voor de andere kinderen en zichzelf. Komende jaren verandert er veel waarop het onderwijs en de ondersteuning voor haar is geregeld. De klas zal sowieso groter worden door de bezuinigingen op passend onderwijs. De school denkt bovendien dat het regionale samenwerkingsverband het aantal plaatsen in het speciaal onderwijs zal verminderen. Moeder moet er niet aan denken dat Mariëtte dan van school af moet. Wie gaat dan onderwijs regelen? De regels voor leerlingenvervoer worden strenger, met name voor leerlingen in het voortgezet speciaal onderwijs. Mogelijk beslist de gemeente om (ogenschijnlijk) ‘rustige leerlingen’ van het niveau als Mariëtte zelfstandig met het openbaar vervoer te laten reizen. Ook als zij daar nog niet klaar voor is. De begeleiding gaat met ingang van 1 januari 2013 over naar gemeenten. Kan zij de begeleiding dan nog wel houden, en zo ja kan dat dan nog steeds in de vorm van een PGB? De dreigende veranderingen van school en begeleiding maken de ouders erg onrustig.
De inzet van vrijwilligers wordt besproken. De wethouders vinden dat vrijwilligers een belangrijke rol hebben. Deelnemers in de zaal uiten wel hun zorgen over de inzet van vrijwilligers. Er zijn weinig vrijwilligers en je kan niet iedereen overal voor inzetten. Er blijft een spanningsveld tussen wat de verantwoordelijkheden en mogelijkheden van mensen zelf zijn en wat de gemeente moet doen. Een goed keukentafelgesprek is nodig om professionele en vrijwillige hulp op elkaar af te stemmen. Een persoonlijk plan per persoon of per gezin zou daarbij kunnen helpen. Cliëntenorganisaties twijfelen nog wel eens of gemeenten voldoende kennis in huis hebben over mensen met een verstandelijke beperking. De wethouder van Apeldoorn denk dat die kennis wel degelijk aanwezig is. De wethouder van Bussum geeft daarentegen aan dat ervaringskennis ontbreekt en dat samenwerking noodzakelijk is met organisaties die deze kennis wel hebben.
13
Terugblik Belangendag 2012, Platform VG
Rianne Rianne is 42 jaar en heeft een aan autisme verwante contactstoornis. Zij heeft veel rust en structuur in haar leven nodig. Zij werkt als vrijwilliger in een kantine van een groot bedrijf. Zij heeft daar professionele begeleiding bij nodig, die krijgt zij vanuit een dagcentrum. Het UWV vindt dat Rianne in staat is om enige vorm van reguliere arbeid te verrichten en zij krijgt te maken met de Wwnv. Zij moet op zoek naar werk en kan niet langer haar vrijwilligerswerk in de kantine voortzetten als de indicatie dagbesteding ophoudt. Arbeid is immers voorliggend aan WMO. Gezien haar problematiek zal het moeilijk zijn om haar te bemiddelen naar werk. De verwachting is daarom dat zij thuis komt te zitten. Zij heeft dan geen invulling van haar dag, terwijl zij de structuur juist erg hard nodig heeft.
Rianne krijgt met de Wet werken naar vermogen te maken, maar de verwachting is dat zij geen werk zal vinden. Omdat arbeid voorliggend is aan de Wmo zal ze geen begeleiding meer krijgen om haar vrijwilligerswerk te blijven doen. De wethouders uit Apeldoorn en Bussum geven aan dat gemeenten de mogelijkheid hebben om Wmo-gelden in te zetten zodat Rianne haar dagbesteding kan behouden. ‘De gemeente kan achter de schermen de financiën regelen’.
14
Terugblik Belangendag 2012, Platform VG