Bijlage 6 Contractuele bepalingen Segment 3 Algemeen Segment 3 biedt Zorg en Zekerheid en de zorgaanbieders de ruimte om onderling afspraken te maken over het belonen van uitkomsten van zorg en zorgvernieuwing op lokaal niveau. Om richting te geven aan de invulling van uitkomstbekostiging worden met ingang van 2015 op landelijk niveau separate deelprestaties ingevoerd voor een aantal specifieke domeinen te weten: doelmatig voorschrijven, de M&I prestatie chirurgie en service en bereikbaarheid. Daarnaast wordt in Segment 3 ook ruimte geboden voor zorgvernieuwing middels drie separate prestaties: E-health, het Meekijkconsult en overige zorgvernieuwingen. Tenslotte zijn een aantal ‘oude’ M&I modules in segment 3 onderverdeeld onder de prestaties Kwaliteit, Ouderenzorg en Substitutie. Artikel 1a
Doelmatig voorschrijven
1. De zorgaanbieder draagt er zorg voor dat de aan haar verbonden huisarts(en) zich houd(t)(en) aan de voor de beroepsgroep geldende richtlijnen voor het doelmatig voorschrijven van medicijnen, waarbij de NHG-standaarden het uitgangspunt zijn. 2. De zorgaanbieder draagt er zorg voor dat de aan haar verbonden huisartsen in beginsel voorschrijven op stofnaam, tenzij het op medische gronden redelijk is hiervan af te wijken. 3. De prestatie Doelmatig voorschrijven beloont de huisarts, via het maken van concrete prestatieafspraken, voor kwalitatief voorschrijven op basis van de NHG-standaarden. De meetperiode is 1 januari 2015 tot en met 31 december 2015. 4. De huisarts dient over het jaar 2015 een minimale substitutiescore (de PRK-score) van 96% te behalen. Zorg en Zekerheid zal ieder kwartaal uw substitutiescore spiegelen zodat u hier op kunt sturen. 5. De beloning voor deze module is bepaald op basis van de uitkomsten van acht vaste indicatoren: a. Zeven door Zorg en Zekerheid geselecteerde indicatoren afkomstig uit de Vektis Monitor, te raadplegen via www.mvh.zorgprisma.nl. b. Een door Zorg en Zekerheid ontwikkelde set indicatoren (de “generieke indicatoren”). U krijgt van ons na ieder kwartaal een overzicht van de behaalde score van uw praktijk of FTO-groep als spiegelinformatie toegezonden. De indicatoren, handleiding en berekeningssystematiek kunt u op onze website raadplegen. 6. De afkapwaarden worden vooraf vastgesteld en zijn afhankelijk van de landelijke resultaten. 7. Nadat Zorg en Zekerheid heeft vastgesteld dat de zorgaanbieder recht heeft op de prestatie Doelmatig Voorschrijven dan kan deze gedeclareerd worden middels de prestatiecode 30111.
Overeenkomst Zorg en Zekerheid 2015 – Bijlage 6
8. Het jaartarief bedraagt maximaal € 4,90. Het tarief zal achteraf (nadat het behaalde resultaat is vastgesteld) in het derde kwartaal van 2016 als opslag op het inschrijftarief gedeclareerd worden. U krijgt van ons na het insturen van de indicatoren gecommuniceerd welk bedrag u kunt declareren. 9. Het budget van FTO hebben we voor 2015 verruimd met een deel van de ‘oude’ variabiliseringsgelden. Indien op enige wijze de inzet van de variabiliseringsgelden op landelijk niveau anders vastgesteld wordt, behoudt Zorg en Zekerheid het recht zich voor om de gemaakte afspraken hieromtrent te laten vervallen dan wel te verruimen. Artikel 1b
Geïntegreerde KwaliteitZZorg Farmacie 2 (GKF 2)
1. Huisartsen nemen - binnen een samenwerkingsverband met apotheker(s) - deel aan GKF2. 2. Om deel te nemen aan GKF2 dient de huisarts aan de volgende voorwaarden te voldoen: a. Minimale substitutiepercentage (de PRK score) van 96%. b. De huisarts werkt gestructureerd samen in de vorm van: - een geïntegreerd eerstelijns samenwerkingsverband (GES): FTO-niveau 4 of - een multidisciplinaire zorggroep tussen huisartsen en apothekers: FTO-niveau 4 of - een intensief FTO-niveau 4 samenwerkingsverband. c. Heeft deelgenomen aan het GKF traject 2014. 3. U dient zich middels het inschrijfformulier op de website (www.zorgenzekerheid.nl/huisartsen onder het kopje ‘Farmaciebeleid en FTO’) in te schrijven. Per samenwerkingsverband ontvangen wij graag voor 1 april 2015 één formulier, met daarop alle huisartsen en apotheken die aan GKF2 deelnemen. 4. De meetperiode is 1 januari 2015 tot en met 31 december 2015. 5. De beloning voor deze module wordt door Zorg en Zekerheid bepaald op basis van de uitkomsten van de door Zorg en Zekerheid vastgestelde Regionale Indicatoren. De streefwaarden van deze indicatoren zijn gebaseerd op regionale benchmarks van de deelnemende groepen. 6. De uitkomsten van de scores worden bepaald op basis van een gewogen som-score van het samenwerkingsverband. Zie de website en de farmaciebrief voor volledige informatie omtrent de indicatoren. 7. Het jaartarief bedraagt maximaal € 3,50. Het tarief zal achteraf (nadat het behaalde resultaat is vastgesteld) in het derde kwartaal van 2016 als opslag op het inschrijftarief gedeclareerd worden. U krijgt van ons na het insturen van de indicatoren gecommuniceerd welk bedrag u kunt declareren. 8. De prestatie kan gedeclareerd worden middels de prestatiecode 14962.
Overeenkomst Zorg en Zekerheid 2015 – Bijlage 6
Artikel 2 a
Extra financiering voor de M&I verrichting ‘Chirurgie’ (13012)
1. Voor de M&I verrichting Kleine chirurgie kan in segment 1 de verrichtingscode 13012 gedeclareerd worden tegen het maximum NZa tarief. 2. Zorg en Zekerheid komt in 2015 de zorgaanbieder tegemoet middels een dempingstoeslag van € 2,15. 3. Deze toeslag kan alleen in 2015 gedeclareerd worden met de prestatiecode 30180. 4. De dempingstoeslag wordt gefinancierd uit het budget van de ‘oude’ variabiliseringsgelden. Indien op enige wijze de inzet van de variabiliseringsgelden op landelijk niveau anders vastgesteld wordt, behoudt Zorg en Zekerheid het recht voor om de gemaakte afspraken hieromtrent te laten vervallen dan wel te verruimen. De huisarts kan in 2015 dus voor 1 verrichting chirurgie, 2 verrichtingscodes declareren: 13012 en 30180. Artikel 2 b Extra financiering voor de M&I verrichting ‘IUD inbrengen/implanteren c.q. verwijderen implanonstaafje’ (13042) 1. Voor de M&I verrichting IUD inbrengen/implanteren c.q. verwijderen implanonstaafje kan in segment 1 de verrichtingscode 13042 gedeclareerd worden tegen het maximum NZa tarief. 2. Zorg en Zekerheid komt in 2015 de zorgaanbieder tegemoet middels een dempingstoeslag van € 5,90. 3. Deze toeslag kan alleen in 2015 gedeclareerd worden met de prestatiecode 30160. 4. De dempingstoeslag wordt gefinancierd uit het budget van de ‘oude’ variabiliseringsgelden. Indien op enige wijze de inzet van de variabiliseringsgelden op landelijk niveau anders vastgesteld wordt, behoudt Zorg en Zekerheid zich het recht voor om de gemaakte afspraken hieromtrent te laten vervallen dan wel te verruimen. De huisarts kan dus voor 1 verrichting ‘IUD inbrengen/implanteren c.q. verwijderen implanonstaafje’, 2 verrichtingscodes declareren: 13042 en 30160. Artikel 2 c (13023)
Extra financiering voor de M&I verrichting ‘Therapeutische injectie Cyriax’
1. Voor de M&I verrichting Therapeutische injectie Cyriax kan in segment 1 de verrichtingscode 13023 gedeclareerd worden tegen het maximum NZa tarief. 2. Indien de zorgaanbieder in 2015 (na-)scholing heeft gevolgd, ontvangt de zorgaanbieder alleen in 2015 een toeslag ter deskundigheidsbevordering hiervoor. De voorwaarden en de hoogte van het bedrag worden in de loop van 2015 vastgesteld. 3. Deze toeslag wordt gefinancierd uit het budget van de ‘oude’ variabiliseringsgelden. Indien op enige wijze de inzet van de variabiliseringsgelden op landelijk niveau anders vastgesteld wordt, behoudt Zorg en Zekerheid zich het recht voor om de gemaakte afspraken hieromtrent te laten vervallen dan wel te verruimen.
Overeenkomst Zorg en Zekerheid 2015 – Bijlage 6
Artikel 3
Service en bereikbaarheid
1. De prestatie Service en bereikbaarheid bestaat uit de volgende onderdelen: a. Het ingericht hebben van een ochtend- en/of avondspreekuur; b. Het hebben en gebruiken van mogelijkheden tot het maken van digitale afspraken met de huisartsenpraktijk; c. Het hebben en gebruiken van mogelijkheden tot het aanvragen van herhaalrecepten via mail of website; d. Het volledig telefonisch bereikbaar zijn. Dit is een set van landelijk vastgestelde indicatoren. Zorg en Zekerheid wil in ieder geval de komende drie jaren investeren in het ingericht hebben van deze indicatoren. Indien het mogelijk is zullen we toewerken naar een uitkomst gerichte financiering. 2. A. Om in aanmerking te komen voor een vergoeding van een ochtend en/of avondspreekuur moet de zorgaanbieder voldoen aan de volgende voorwaarden: a. Het spreekuur vindt op de eigen praktijk plaats door de eigen huisarts of de HIDHA; b. De zorgaanbieder informeert de ingeschreven patiënten over het hebben van een ochtend –en/of avondspreekuur. Indien de huisartsenpraktijk een website heeft, staan de tijden van het ochtend –en/of avondspreekuur op de website vermeld. Indien er geen website is, dienen de tijden duidelijk vermeld te worden in een patiënten folder; c. Het spreekuur is naar keuze een afspraak – of inloopspreekuur; d. Het ochtendspreekuur kan van 7.00 uur tot 8.00 uur ’s ochtends gehouden worden, het avondspreekuur kan starten vanaf 18.00 uur; e. Het ochtend –en/of avondspreekuur wordt gehouden op een vast moment in de week. De praktijk heeft minimaal 46 weken per jaar een vaste ochtend –en/of avond voor een ochtend-/avondspreekuur; f. Een ochtendpreekuur is minstens één uur aansluitend, een avondspreekuur is minstens twee uur aansluitend; g. Declaraties van consulten en M&I verrichtingen worden ingediend op basis van reguliere tarieven voor consulten en M&I verrichtingen overdag en volgens regelgeving die geldt voor zorg die overdag geleverd wordt; h. De vergoeding bedraagt maximaal € 2,00 per jaar. Deze vergoeding is gebaseerd op 2 extra spreekuren per 2.350 patiënten. De vergoeding wordt naar rato van het aantal uren en het aantal ingeschreven patiënten bepaald. 3. B. Om in aanmerking te komen voor een extra vergoeding voor het hebben van een ochtend en/of avondspreekuur moet de zorgaanbieder voldoen aan de volgende voorwaarden: a. Naast de huisarts is ook de doktersassistent(e) beschikbaar voor behandelingen, het maken van afspraken, voor vragen, etc.; b. De vergoeding bedraagt maximaal € 1,00 per jaar. Deze vergoeding is gebaseerd op twee uur per 2.350 patiënten. De vergoeding zal naar rato van het aantal uren en het aantal ingeschreven patiënten berekend worden. 4. Om in aanmerking te komen voor een vergoeding voor het hebben en gebruiken van mogelijkheden tot het maken van digitale afspraken met de huisartsenpraktijk moet de zorgaanbieder voldoen aan de volgende voorwaarden: a. De patiënt heeft de mogelijkheid om digitaal zelf een afspraak in te plannen voor een consult bij de huisarts; b. De privacy van de patiënt moet hierbij geborgd zijn; c. De zorgaanbieder informeert de ingeschreven patiënten over de mogelijkheid van het maken van digitale afspraken. Dit staat zowel op de website als in de praktijkfolder vermeld.
Overeenkomst Zorg en Zekerheid 2015 – Bijlage 6
d. De vergoeding bedraagt € 0,75 per ingeschreven verzekerde per jaar. e. Deze toeslag wordt gefinancierd uit het budget van de ‘oude’ variabiliseringsgelden. Indien op enige wijze de inzet van de variabiliseringsgelden op landelijk niveau anders vastgesteld wordt, behoudt Zorg en Zekerheid zich het recht voor om de gemaakte afspraken hieromtrent te laten vervallen dan wel te verruimen. 5. Om in aanmerking te komen voor een vergoeding voor het hebben en gebruiken van mogelijkheden tot het aanvragen van herhaalrecepten via mail of website moet de zorgaanbieder voldoen aan de volgende voorwaarden: a. Op de website van de zorgaanbieder kan er door de patiënt via een e-mail of via de website van de zorgaanbieder een herhaalrecept aangevraagd worden of wordt de patiënt op de website doorgelinkt naar de website van de apotheek waar het mogelijk is om herhaalrecepten via mail of de website aan te vragen; b. De privacy van de patiënt moet hierbij geborgd zijn; c. De zorgaanbieder stuurt in reactie op het verzoek om een herhaalrecept een bevestiging van ontvangst aan de patiënt; d. De zorgaanbieder meldt de patiënt wanneer het recept is doorgestuurd naar de apotheek en de verwachtte tijd wanneer de patiënt het medicijn kan afhalen dan wel regelen dat de apotheek dit aan de patiënt meldt. Dit moet gesynchroniseerd worden met de apotheek; e. De zorgaanbieder informeert de ingeschreven patiënten over de mogelijkheid van het aanvragen van herhaalrecepten via mail of website. Dit staat zowel op de website als in de praktijkfolder vermeld. f. De vergoeding bedraagt € 0,25 per ingeschreven verzekerde per jaar; g. Deze toeslag wordt gefinancierd uit het budget van de ‘oude’ variabiliseringsgelden. Indien op enige wijze de inzet van de variabiliseringsgelden op landelijk niveau anders vastgesteld wordt, behoudt Zorg en Zekerheid zich het recht voor om de gemaakte afspraken hieromtrent te laten vervallen dan wel te verruimen. 6. Om in aanmerking te komen voor een vergoeding voor het volledig telefonisch bereikbaar zijn, moet de zorgaanbieder voldoen aan de volgende voorwaarden: a. De praktijk is vijf dagen per week zonder beperkingen te bellen gedurende 46 weken per jaar; b. Patiënten kunnen op een werkdag gemiddeld tussen de 6,5 uur een 8,5 uur telefonisch terecht om vragen te stellen en afspraken te maken. Patiënten krijgen in die tijd geen antwoordbandje te horen. c. De vergoeding bedraagt maximaal € 1,50 per ingeschreven verzekerde per jaar. De hoogte van het bedrag wordt berekend aan de hand van het aantal uren dat de praktijk volledig telefonisch bereikbaar is. Hieronder worden de maximale tarieven vermeld. Uren dat de praktijk volledig telefonisch bereikbaar is: 6,5 uur 7,5 uur 8,5 uur
Tarief 2015
€ 1,00 € 1,25 € 1,50
d. De zorgaanbieder informeert de ingeschreven patiënten over de telefonische bereikbaarheid. Indien de huisartsenpraktijk een website heeft, staat dit op de website vermeld. Indien er geen website is, dienen de mogelijkheden duidelijk vermeld te worden in een patiënten folder;
Overeenkomst Zorg en Zekerheid 2015 – Bijlage 6
e. Deze toeslag wordt gefinancierd uit het budget van de ‘oude’ variabiliseringsgelden. Indien op enige wijze de inzet van de variabiliseringsgelden op landelijk niveau anders vastgesteld wordt, behoudt Zorg en Zekerheid zich het recht voor om de gemaakte afspraken hieromtrent te laten vervallen dan wel te verruimen. 7. De prestatie Service en Bereikbaarheid bestaat uit bovengenoemde onderdelen en kan elk kwartaal gedeclareerd worden middels de prestatiecode 30121. De hoogte van het tarief is een optelsom van de individuele vergoedingen, de uitkomst van de berekening wordt naar boven afgerond tot een bedrag deelbaar door 4 (vier). Het is een opslag op het inschrijftarief. De hoogte van de vergoeding is te vinden op bijlage 1 van deze overeenkomst. 8. Om in aanmerking te komen voor bovengenoemde onderdelen kan het Aanvraag/Mutatieformulier ingevuld worden en aan Zorg en Zekerheid toegestuurd worden. De aanvraag dient uiterlijk een maand voor aanvang van het volgende kwartaal ingediend te zijn. 9. De indicatoren b. Het hebben en gebruiken van mogelijkheden tot het maken van digitale afspraken met de huisartsenpraktijk; c. Het hebben en gebruiken van mogelijkheden tot het aanvragen van herhaalrecepten via mail of website; d. Het volledig telefonisch bereikbaar zijn; worden deels gefinancierd uit het budget van de ‘oude’ variabiliseringsgelden en deels uit de ‘oude’ modules. Indien op enige wijze de inzet van de variabiliseringsgelden op landelijk niveau anders vastgesteld wordt, behoudt Zorg en Zekerheid zich het recht voor om de gemaakte afspraken hieromtrent te laten vervallen dan wel te verruimen dan wel te verruimen. Artikel 4
E-health
1. Zorg en Zekerheid biedt met deze prestatie de mogelijkheid om middels E-health uitvoering te geven aan zelfmanagement of behandeling op afstand van de patiënt. 2. Deze prestatie kan alleen aangevraagd worden door huisartsen die deelnemer zijn van een georganiseerd samenwerkingsverband met daarin tenminste 20.000 ingeschreven patiënten. 3. De zorgaanbieder heeft voor aanvang een projectplan gemaakt, waarin het doel beschreven staat, waarbij de aspecten kwaliteit van zorg, service en kosteneffectiviteit extra belicht worden. Tevens dient een begroting ingediend te worden waarin alle kosten zijn opgenomen. 4. Nadat het projectplan en begroting goedgekeurd zijn, stelt Zorg en Zekerheid het tarief en de prestatiecode vast. Artikel 5
Meekijkconsult
1. Zorg en Zekerheid biedt met deze prestatie de mogelijkheid om uitvoering te geven aan het meekijkconsult. 2. Deze prestatie kan alleen aangevraagd worden door huisartsen die deelnemer zijn van een georganiseerd samenwerkingsverband met daarin tenminste 10.000 ingeschreven patiënten.
Overeenkomst Zorg en Zekerheid 2015 – Bijlage 6
3. De zorgaanbieder heeft voor aanvang een projectplan gemaakt, waarin het doel staat beschreven en waarin duidelijk wordt gemaakt hoe deze zorg leidt tot substitutie van de tweede lijn naar de eerste lijn. Tevens dient een begroting ingediend te worden waarin alle kosten zijn opgenomen. 4. Nadat het projectplan en begroting goedgekeurd zijn, stelt Zorg en Zekerheid het tarief en de prestatiecode vast. Artikel 6
Zorgvernieuwing overig
1. Zorg en Zekerheid biedt met deze prestatie de mogelijkheid om uitvoering te geven aan vernieuwingsprojecten in het kader van de modernisering, innovatie en kwaliteitsverbetering van de huisartsenzorg die niet vallen onder één van de regelingen genoemd in deze overeenkomst en die niet op andere wijze worden gefinancierd of eerder gefinancierd zijn. 2. Deze prestatie kan alleen aangevraagd worden door huisartsen die deelnemer zijn van een georganiseerd samenwerkingsverband met daarin tenminste 20.000 ingeschreven patiënten. 3. De zorgaanbieder heeft voor aanvang een projectplan gemaakt, waarin het doel staat beschreven, waarbij de aspecten kwaliteit van zorg, service en kosteneffectiviteit belicht worden en waarin duidelijk wordt gemaakt hoe deze zorg leidt tot substitutie van zorg. Tevens dient een begroting ingediend te worden waarin alle kosten zijn opgenomen. 4. Nadat het projectplan en begroting goedgekeurd zijn, stelt Zorg en Zekerheid het tarief en de prestatiecode vast. Artikel 7
NHG praktijkaccreditatie
1. De zorgaanbieder kan, indien daar met Zorg en Zekerheid afspraken over gemaakt zijn, de prestatie Kwaliteit declareren ten behoeve van de NHG accreditatiecyclus. 2. Het Nederlands Huisartsen Genootschap (NHG)-keurmerk zorgt voor transparantie, zowel inals extern. Het NHG-keurmerk laat zien dat in de huisartsenpraktijk systematisch en continu wordt gewerkt aan kwaliteitsverbetering van de zorg. Met aandacht voor organisatie en praktijkvoering, medisch handelen en het oordeel van de patiënt. De verzamelde praktijkgegevens worden afgezet tegen de resultaten van vergelijkbare praktijken, op grond hiervan wordt een verbeterplan opgesteld. Dit plan wordt in het eerste jaar aangeboden ter accreditering. 3. Om voor financiering in aanmerking te komen moet de praktijk voldoen aan onderstaande voorwaarden: a. De zorgaanbieder doorloopt de volledige NHG Accrediteringscyclus van drie jaar b. De praktijk ontvangt jaarlijks het NHG-keurmerk c. De huisarts maakt gebruik van een door de NHG erkende praktijkconsulent d. Zorg en Zekerheid ontvangt bericht bij het behalen van het NHG keurmerk 4. De prestatie kan elk kwartaal gedeclareerd worden middels de prestatie 31040. Dit is een opslag op het inschrijftarief. De opslag bedraagt € 0,19 per ingeschreven verzekerde per kwartaal.
Overeenkomst Zorg en Zekerheid 2015 – Bijlage 6
Artikel 8
Gestructureerde Complexe Ouderenzorg
1. De prestatie Gestructureerde Complexe Ouderenzorg heeft als doel het zoveel mogelijk behouden van het zelfstandig functioneren van de oudere. Deze prestatie voorziet in de inzet van de praktijkondersteuner met als aandachtsgebied Ouderenzorg (voorheen de POH Kwetsbare Ouderen). Doel hierbij is om voor een specifieke groep ouderen de complexe zorgbehoefte vast te stellen, zorg te dragen voor multidisciplinaire afstemming en zo de regie te voeren op de zorgbehoefte van de oudere. 2. In tegenstelling tot de ‘oude’ module POH Kwetsbare Ouderen richt deze prestatie zich niet op het screenen van de praktijk en het proactief opsporen van ouderen. Voor het identificeren van de juiste groep ouderen met een complexe meervoudige medische zorgvraag worden de volgende inclusiecriteria gehanteerd: a. De patiënt is ouder dan 75 jaar; b. De bekostiging is gebaseerd op de groep 30 tot 35 ouderen met de meest complexe zorgvraag in de huisartsenpraktijk (zie werkdocument ‘Gestructureerde complexe ouderenzorg’ op de website voor nadere uitwerking); c. De zorgvragen hebben geen betrekking op de gestructureerde zorg voor de chronische aandoeningen COPD, DM II en CVR; d. Ook de groep dementerenden met een complexe zorgvraag in dezelfde leeftijdscategorie mogen in 2015 tot deze groep gerekend worden. Dit is echter een overgangsmodel. In lijn met onze visie op de inkoop Wijkverpleging zal deze taak straks bij de functie wijkverpleging worden ingekocht. 3. Om voor vergoeding van de prestatie Gestructureerde Complexe Ouderenzorg te komen dient de zorgaanbieder aan de volgende voorwaarden te voldoen: a. De zorg wordt geleverd door een praktijkondersteuner Somatiek zoals omschreven in bijlage 7 van de overeenkomst; b. De praktijkondersteuner is verpleegkundige niveau 5 of heeft een (post)-HBO-opleiding tot praktijkondersteuner afgerond; c. De zorg wordt geleverd conform het Stappenplan Gestructureerde complexe ouderenzorg. Deze kunt u vinden op de website, www.zorgenzekerheid.nl/huisartsen onder het kopje ‘Basiscontract huisartsen’; d. De Zorgaanbieder dient jaarlijks te voldoen aan evaluatiecriteria om deze te kunnen vervolgen. Hiertoe staat een evaluatieformulier op de website, www.zorgenzekerheid.nl/huisartsen onder het kopje ‘Diverse downloads’. 4. De prestatie kan ieder kwartaal gedeclareerd worden middels de prestatiecode 31060. Dit is een opslag op het inschrijftarief. Deze bedraagt maximaal €6,00 per verzekerde per jaar. De hoogte van het bedrag wordt berekend aan de hand van aantal 75-plussers in de praktijk en het aantal uren dat de praktijkondersteuner voor deze prestatie beschikbaar is. Hieronder worden de maximale tarieven per jaar vermeld:
% 75-plussers NormTarief van tot uren 2015 2,0% 0% 2 € 1,96 4,0% 2% 3 € 2,64 7,0% 4% 4 € 3,36 10,0% 7% 5 € 4,04 15,0% 10% 6 € 5,00 15% 9 € 6,00
Overeenkomst Zorg en Zekerheid 2015 – Bijlage 6
Artikel 9
Diagnostisch Toets Overleg
1. Diagnostisch Toets Overleg (DTO) is deskundigheidsbevordering op het gebied van diagnostiek met een huisartsengroep. De opzet is vergelijkbaar met het FTO. 2. In het DTO wordt persoonlijke feedback gegeven op het aanvragen van aanvullende diagnostiek bij een klinisch vraag, gecombineerd met het bespreken van de landelijke evidence based richtlijnen. Concreet gaat het om onderstaande doelstellingen: a. Vergroten van de kennis bij huisarts van de (meer)waarde van diagnostiek; b. Het verbeteren van de kwaliteit van aanvragen van diagnostiek; c. Het gerichter behandelen van de patiënt op basis van diagnostiekuitslagen; d. Het bevorderen van doelmatig aanvragen diagnostiek, waardoor kostenbesparing kan worden bereikt met gelijkblijvende kwaliteit en geen onnodige belasting voor de patiënt. 3. Om in aanmerking te komen voor een vergoeding voor het DTO, moet de huisarts(engroep) voldoen aan de volgende voorwaarden: a. De DTO-groep bestaat uit minimaal 6 en maximaal 12 huisartsen. De groep huisartsen is bij voorkeur dezelfde als de FTO-groep (of de hagro); b. Het DTO duurt tenminste 1,5 uur per keer en vindt 4 maal per jaar plaats; c. Per DTO is tenminste 75% van de huisartsen aanwezig en de huisarts is per jaar tenminste bij 3 DTO’s aanwezig geweest; d. Het DTO wordt roulerend voorbereid door een huisarts in samenspraak met een diagnostisch specialist, verbonden aan het Diagnostisch Centrum waarmee samen is ingeschreven voor het DTO Zorg en Zekerheid (bv medisch microbioloog, radioloog of klinisch chemicus); e. Bij de voorbereiding hoort het lezen van achtergrondartikelen, overleg met diagnostisch specialist, voorbereiding van het inhoudelijk onderwerp van het DTO en het maken van een presentatie; f. Het bespreken van spiegelinformatie van de diagnostische aanvragen van deelnemers is een vast programmaonderdeel van het DTO. De deelnemer van het Diagnostisch Centrum is verantwoordelijk voor het tijdig aanleveren van de relevante spiegelinformatie ten behoeve van het DTO en is tijdens het DTO aanwezig g. Aan het eind van elk DTO formuleren de deelnemers zelf zowel hun leerpunten als wat zij willen veranderen in hun aanvraaggedrag. Bij een volgend DTO wordt gemeten of de voorgenomen verandering ook daadwerkelijk is gerealiseerd. 4. De huisartsengroep dient zich middels één inschrijfformulier op de website in te schrijven. Dit inschrijfformulier staat op de website www.zorgenzekerheid.nl/huisartsen onder het kopje ‘Diverse Downloads’. Dit formulier, met daarop alle huisartsen die aan het DTO deelnemen, dient voor 1 april 2015 bij Zorg en Zekerheid binnen te zijn. 5. Wanneer de aanvraag voldoet aan alle voorwaarden en blijkt dat het DTO goed is uitgerold, dan zal Zorg en Zekerheid een addendum versturen met daarin de prestatiecode en het tarief. 6. Het tarief bedraagt € 0,75 per jaar per ingeschreven verzekerde voor inspanning van de huisarts en kan achteraf in rekening worden gebracht als toeslag op het inschrijftarief van Q4 2015, nadat Zorg en Zekerheid de informatie van het DTO heeft beoordeeld en goedgekeurd op basis van volledigheid van de ingediende DTO-verslagen en presentielijsten. a. Deze module is een procesvergoeding voor diagnostiek en in deze vorm alleen te declareren voor het jaar 2015; b. Voor 2016 zal deze prestatie van diagnostiek worden omgezet in een vergoeding op basis van uitkomsten die komend jaar nog nader zullen worden uitgewerkt.
Overeenkomst Zorg en Zekerheid 2015 – Bijlage 6
7. Het DTO wordt gefinancierd uit het budget van de ‘oude’ variabiliseringsgelden. Indien op enige wijze de inzet van de variabiliseringsgelden op landelijk niveau anders vastgesteld wordt, behoudt Zorg en Zekerheid zich het recht voor om de gemaakte afspraken hieromtrent te laten vervallen dan wel te verruimen.
Overeenkomst Zorg en Zekerheid 2015 – Bijlage 6