Snelstartgids 00825-0211-4728, Rev BA Juni 2013
Temperatuurtransmitter Rosemount 644H met 4—20 mA HART-protocol (revisie 5 en 7)
Opmerking: Controleer voordat u de transmitter start of de juiste device driver op de hostsystemen is geïnstalleerd. Zie pagina 3 voor gereedheid van het systeem.
Snelstartgids
Juni 2013
LET OP Deze installatiegids bevat elementaire richtlijnen voor Rosemount 644-transmitters. Hij bevat geen instructies voor configuratie, diagnostiek, onderhoud, probleemoplossing, explosieveilige, drukvaste of intrinsiek veilige (I.S.) installaties. Raadpleeg de naslaghandleiding van de Rosemount 644 (publicatienummer 00809-0100-4728) voor nadere instructies. Deze handleiding is ook in digitale vorm beschikbaar op www.rosemount.com.
WAARSCHUWING Explosies kunnen ernstig of dodelijk letsel veroorzaken: Bij installatie van deze transmitter in een explosiegevaarlijke omgeving moeten de geldende plaatselijke, landelijke en internationale normen, voorschriften en procedures worden gevolgd. Raadpleeg het gedeelte over goedkeuringen in de naslaghandleiding van de 644 voor bepalingen in verband met veilige installatie. Voordat u een op HART gebaseerde communicator aansluit in een explosiegevaarlijke atmosfeer dient u zich ervan te verzekeren dat alle instrumenten in de proceskring zijn geïnstalleerd volgens intrinsiek veilige en niet-vonkende veldbedradingsmethodes. Elektrische schokken kunnen ernstig of dodelijk letsel veroorzaken. Voorkom aanraken van de draden en aansluitklemmen. De draden kunnen onder hoge spanning staan, die elektrische schokken kan veroorzaken. Kabelbuis-/kabelingangen Tenzij anders vermeld zijn de kabelbuis-/kabelingangen in de transmitterbehuizing voorzien van een 1/2—14 NPT-draad. Ingangen met de aanduiding “M20” zijn voorzien van een M20 x 1.5-schroefdraad. Op apparaten met meerdere kabelbuisopeningen hebben alle ingangen dezelfde schroefdraad. Gebruik alleen pluggen, verloopstukken, wartels en doorvoerbuizen met een geschikte schroefdraad wanneer u deze openingen afsluit. Gebruik bij installatie op explosiegevaarlijke locaties in kabel- en kabelbuisingangen uitsluitend pluggen, adapters en wartels met de juiste vermelding of met de certificering Ex.
Inhoud Gereedheid van het systeem . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3 Controleer of het systeem kan werken met de HART-revisie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3 Controleer of de juiste device driver voor het apparaat beschikbaar is . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3 Installatie van de transmitter . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4 Stap 1: Stel de alarmschakelaar in . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4 Stap 2: Controleer de configuratie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4 Stap 3: Monteer de transmitter. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .10 Stap 4: Leg de bedrading en schakel de stroom in. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .13 Stap 5: Voer een kringtest uit . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .16 Met veiligheidsinstrumenten uitgeruste systemen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .17 Productcertificeringen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .18
2
Snelstartgids
Juni 2013
Gereedheid van het systeem Controleer of het systeem kan werken met de HART-revisie
Controleer als u een op HART gebaseerd systeem voor besturing of middelenbeheer gebruikt eerst of deze systemen met HART kunnen worden gebruikt voordat u de transmitter installeert. Niet alle systemen kunnen communiceren volgens het protocol van HART-revisie 7. Deze transmitter kan worden geconfigureerd voor HART-revisie 5 of 7. Zie Stap 2: Controleer de configuratie op pagina 4 voor instructies over het wijzigen van de HART-revisie op de transmitter.
Controleer of de juiste device driver voor het apparaat beschikbaar is
Controleer voor een goede communicatie of de bestanden van de meest recente device drivers zijn geïnstalleerd op uw systemen. Download de nieuwste device driver via www.emersonprocess.com.en-US/documentation/deviceinstallkits/Pages/ AboutDeviceInstallKits.aspx of http://www.hartcomm.org/protocol/products/products.html
Apparaatrevisies en bestanden Rosemount 644 Tabel 1 bevat de informatie die u nodig hebt om er zeker van te zijn dat u beschikt over de juiste bestanden voor de device driver en de documentatie voor uw apparaat. Tabel 1. Apparaatrevisies en bestanden Rosemount 644 Softwaredatum
Identificeer het apparaat
Date (datum)
NAMUR softwarerevisie
HARTsoftwarerevisie
Juni 2012
1.1.1
01
Zoek device driver-bestanden HART Universal Revision1 5 7
Apparaatrevisie2
Lees de instructies
Controleer de functionaliteit
Publicatienummer handleiding
Veranderingen in de software3
00809-0100-4728
Zie noot 3 voor een overzicht van de wijzigingen.
8 9
1. De NAMUR-softwarerevisie staat vermeld op het label van het apparaat. De HART-softwarerevisie kan worden afgelezen met een voor HART geschikt communicatie-instrument. 2. De bestandsnamen voor device drivers maken gebruik van apparaat- en DD-revisie, bijv. 10_01. Het HART-protocol is zo ontworpen dat ook oudere revisies van de device driver kunnen communiceren met nieuwe HART-apparatuur. Om gebruik te kunnen maken van de nieuwe functies moet u de nieuwe device driver downloaden. Voor complete functionaliteit wordt aangeraden om nieuwe device driver-bestanden te downloaden. 3. HART revisie 5 en 7 selecteerbaar, dubbele sensorondersteuning, gecertificeerde veiligheid, geavanceerde diagnose (indien besteld), verhoogde nauwkeurigheid en stabiliteit (indien besteld).
3
Juni 2013
Snelstartgids
Installatie van de transmitter Stap 1: Stel de alarmschakelaar in Stel de 644 alarmschakelaar in voordat het apparaat in werking wordt gesteld. Zonder LCD-display 1. Stel de kring in op handmatig (indien van toepassing) en ontkoppel de voeding. 2. Verwijder het behuizingsdeksel. 3. Zet de schakelaar in de gewenste positie. H geeft Hoog aan, L geeft Laag aan. Plaats daarna het behuizingsdeksel terug. 4. Schakel de voeding in en stel de kring in op automatische besturing. Afbeelding 1. Plaatsing van de alarmschakelaar
Alarmschakelaar
Opmerking Verwijder bij gebruik van een LCD-display eerst het display door het los te maken van de bovenkant van het apparaat, zet daarna de schakelaar in de gewenste positie en zet het LCD-display terug.
Stap 2: Controleer de configuratie Controleer de configuratie van het Rosemount 644-apparaat na ontvangst van uw transmitter met behulp van een met HART compatibel configuratie-instrument. Zie de referentiehandleiding voor de Rosemount 644 (00809-0200-4728) voor aanwijzingen over configuratie met AMS Device Manager. De 644 communiceert via de veldcommunicator (voor communicatie is een kringweerstand vereist van tussen de 250 en 1100 ohm). Niet gebruiken als de spanning bij de transmitteraansluitklem lager is dan 12 V d.c. Raadpleeg de naslaghandleiding voor model 644 (publicatienummer 00809-0200-4728) en de handleiding van de veldcommunicator voor nadere informatie. 4
Juni 2013
Snelstartgids
Controleer de configuratie met een veldcommunicator Voor controle van de configuratie moet een Rosemount 644 DD op de veldcommunicator zijn geïnstalleerd. De sneltoetscombinaties voor de meest recente DD staan vermeld in Tabel 2 op pagina 6. Neem voor de sneltoetscombinaties van oudere DD's contact op met de plaatselijke vertegenwoordiger van Emerson Process Management. Volg de volgende stappen om vast te stellen of het uitvoeren van een upgrade nodig is. 1. Sluit de sensor aan (zie het bedradingsschema op het bovenste label van het apparaat). 2. Sluit de werktafelvoeding aan op de voedingsaansluitingen (“+” of “—”). 3. Sluit een veldcommunicator aan op de kring over een kringweerstand of bij de voedings-/signaalaansluitingen op de transmitter. 4. Het volgende bericht verschijnt als de communicator een oudere versie van de device descriptors (DD’s) bevat: Device Description Not Installed…The Device Description for manufacturer 0x26 model 0x2618 dev rev 8/9 is not installed on the System Card…see Programming Utility for details on Device Description updates…Do you wish to proceed in forward compatibility mode? (Device Description niet geïnstalleerd…De Device Description voor fabrikant 0x26 model 0x2618 app. rev 8/9 is niet geïnstalleerd op de systeemkaart…zie programmeringsinstrument voor details over updates van Device Description…Wilt u doorgaan in voorwaartse compatibiliteitsmodus?) Als dit bericht niet verschijnt, is de meest recente DD geïnstalleerd. Als de nieuwste versie niet beschikbaar is, zal de communicator toch goed communiceren. Wanneer de transmitter echter geconfigureerd is voor gebruik van de geavanceerde functies van de transmitter, zal de gebruiker problemen ondervinden bij het communiceren en wordt hij verzocht de communicator uit te schakelen. Om dat te voorkomen, voert u een upgrade uit naar de nieuwste DD of beantwoordt u de vraag met NO (NEE), waarna de transmitter standaard weer op de generieke functies wordt ingesteld. Opmerking Emerson beveelt aan om de meest recente DD te installeren zodat u over alle functies kunt beschikken. Ga naar www.fieldcommunicator.com voor informatie over het bijwerken van de DD-bibliotheek.
Gebruikersinterface veldcommunicator Voor configuratie van dit apparaat zijn twee gebruikersinterfaces beschikbaar. De Sneltoetscombinaties voor apparaatrevisie 8 en 9 (HART 5 en 7), DD-revisie 1 in Tabel 2 kunnen worden gebruikt voor het configureren en opstarten van de transmitter.
5
Juni 2013
Snelstartgids
Afbeelding 2. Gebruikersinterface veldcommunicator
Tabel 2. Sneltoetscombinaties voor apparaatrevisie 8 en 9 (HART 5 en 7), DD-revisie 1
6
Functie
HART 5
HART 7
2-wire Offset Sensor 1 (2-draads offset-sensor 1)
2, 2, 1, 9
2, 2, 1, 10
2-wire Offset Sensor 2 (2-draads offset-sensor 2)
2, 2, 2, 9
2, 2, 2, 10
Alarm Values (alarmwaarden)
2, 2, 5, 6
2, 2, 5, 6
Analog Calibration (analoge kalibratie)
3, 4, 5
3, 4, 5
Analog Output (analoge uitgang)
2, 2, 5, 1
2, 2, 5, 1
Average Temperature Setup (instelling gemiddelde temperatuur)
2, 2, 3, 3
2, 2, 3, 3
Burst-modus
2, 2, 8, 4
2, 2, 8, 4
Comm Status (communicatiestatus)
1, 2
Configure additional messages (nog meer berichten configureren)
2, 2, 8, 4, 7
Configure Hot Backup (Hot Backup configureren)
2, 2, 4, 1, 3
2, 2, 4, 1, 3
D/A Trim (D/A-trim)
3, 4, 4, 1
3, 4, 4, 1
Damping Values (dempwaarden)
2, 2, 1, 5
2, 2, 1, 6
Date (datum)
2, 2, 7, 1, 2
2, 2, 7, 1, 3
Descriptor (beschrijving)
2, 2, 7, 1, 4
2, 2, 7, 1, 5
Device Information (apparaatgegevens)
1, 8, 1
1, 8, 1
Differential Temperature Setup (verschiltemperatuur instellen)
2, 2, 3, 1
2, 2, 3, 1
Display Setup (displayconfiguratie)
2, 1, 4
2, 1, 4
Drift Alert (verloopwaarschuwing)
2, 2, 4, 2
2, 2, 4, 2
Snelstartgids
Juni 2013 Functie
HART 5
HART 7
Filter 50/60 Hz (50/60 Hz filteren)
2, 2, 7, 4, 1
2, 2, 7, 4, 1
First Good Temperature Setup (eerste goede temperatuur instellen)
2, 2, 3, 2
2, 2, 3, 2
Hardware Revision (hardwarerevisie)
1, 8, 2, 3
1, 8, 2, 3
HART Lock (HART-vergrendeling) Intermittent Sensor Detect (periodieke sensordetectie)
2, 2, 9, 2 2, 2, 7, 4, 2
2, 2, 7, 4, 2
Locate Device (apparaat lokaliseren)
3, 4, 6, 2
Lock Status (vergrendelingsstatus)
1, 8, 3, 8
Long tag (lange tag)
2, 2, 7, 1, 2
Loop Test (kringtest)
3, 5, 1
3, 5, 1
LRV (Lower Range Value; minimum meetwaarde)
2, 2, 5, 5, 3
2, 2, 5, 5, 3
LSL (Lower Sensor Limit; onderste sensorlimiet)
2, 2, 1, 7, 2
2, 2, 1, 8, 2
Message (bericht)
2, 2, 7, 1, 3
2, 2, 7, 1, 4
Open Sensor Holdoff (nog geen open sensor)
2, 2, 7, 3
2, 2, 7, 3
Percent Range (percentagebereik)
2, 2, 5, 2
2, 2, 5, 2
Sensor 1 Configuration (configuratie sensor 1)
2, 1, 1
2, 1, 1
Sensor 1 Serial Number (serienummer sensor 1)
2, 2, 1, 6
2, 2, 1, 7
Sensor 1 Status (status sensor 1)
2, 2, 1, 2
Sensor 1 Type (type sensor 1)
2, 2, 1, 2
2, 2, 1, 3
Sensor 1 Unit (eenheid sensor 1)
2, 2, 1, 4
2, 2, 1, 5
Sensor 2 Configuration (configuratie sensor 2)
2, 1, 1
2, 1, 1
Sensor 2 Serial Number (serienummer sensor 2)
2, 2, 2, 7
2, 2, 2, 8
Sensor 2 Status (status sensor 2)
2, 2, 2, 2
Sensor 2 Type (type sensor 2)
2, 2, 2, 2
2, 2, 2, 3
Sensor 2 Unit (eenheid sensor 2)
2, 2, 2, 4
2, 2, 2, 5
Simulate Digital Signal (simuleer digitaal signaal)
3, 5, 2
Software Revision (softwarerevisie)
1, 8, 2, 4
1, 8, 2, 4
Tag (tag)
2, 2, 7, 1, 1
2, 2, 7, 1, 1
Terminal Temperature (aansluitklemtemperatuur)
2, 2, 7, 1
2, 2, 8, 1
URV (Upper Range Value; maximum meetwaarde)
2, 2, 5, 5, 2
2, 2, 5, 5, 2
USL (Upper Sensor Limit; bovenlimiet sensor)
2, 2, 1, 7, 2
2, 2, 1, 8, 2
Variable Mapping (toewijzing variabelen)
2, 2, 8, 5
2, 2, 8, 5
7
Snelstartgids
Juni 2013
Invoeren of controleren van Callendar-Van-Dusen-constanten Als er bij deze transmitter-/sensor-combinatie gebruik wordt gemaakt van sensor-matching, controleer dan de invoer van constanten. 1. Selecteer vanuit het HOME scherm 2 Configure, 2 Manual Setup, 1 Sensor. Stel de regelkring in op handmatig en selecteer OK. 2. Selecteer Cal VanDusen bij de prompt ENTER SENSOR TYPE (sensortype invoeren). 3. Selecteer het juiste aantal draden bij de prompt ENTER SENSOR CONNECTION (sensoraansluiting invoeren). 4. Voer wanneer daarom gevraagd wordt, de Ro-, Alfa-, Beta- en Deltawaarden in die vermeld staan op de roestvrijstalen tag die bevestigd is aan de bijbestelde sensor. 5. Zet de regelkring terug op automatische regeling en selecteer OK. 6. Selecteer voor uitschakeling van de matchingfunctie voor transmitter-sensor vanuit het scherm HOME 2 Configure, 2 Manual Setup, 1 Sensor, 10 SensorMatching-CVD. Kies het juiste sensortype bij de prompt ENTER SENSOR TYPE (sensortype invoeren).
Controle van de configuratie met een Local Operator Interface (LOI) De optionele LOI kan worden gebruikt voor het in bedrijf stellen van het apparaat. De LOI heeft twee knoppen. Druk op een willekeurige knop om de LOI te activeren. De functies van de LOI-knoppen staan weergegeven op de onderste hoeken van de display. Zie Tabel 3 en Afbeelding 4 voor de werking van de knoppen en informatie over de menu's. Afbeelding 3. Local Operator Interface
8
Snelstartgids
Juni 2013
Tabel 3. Werking van de knoppen op de LOI
Knop Links Rechts
Nee
SCROLLEN
Ja
ENTER
Afbeelding 4. LOI-menu Controleer alle toepasselijke parameters die op de transmitter zijn ingesteld
VIEW CONFIG (configuratie weergeven) SENSOR CONFIG (configuratie sensor)
Sensortype en verbinding configureren Temperatuureenheden instellen
UNITS (eenheden) RERANGE (bereik opnieuw instellen) LOOP TEST (kringtest) DISPLAY
Transmitterbereik opnieuw instellen Stel de analoge uitgang in om de toestand van de kring te testen Configureer de display
EXTENDED MENU (uitgebreid menu)
Calibrat (kalibreren) Damping (demping) Variable Map (toewijzing variabelen) Tag (tag) Alrm Sat Values (alarmverz.waarden) Password (wachtwoord) Simulate (simuleren) HART Rev (HART-revisie) Hot Backup Config (Hot Backup configureren) Drift Alert (verloopwaarschuwing) TC Diag Config (TC-diagnose configureren) Min/Max Track (min./max. track)
Overschakelen op andere HART-revisie Niet alle systemen kunnen communiceren volgens het protocol van HART-revisie 7. Deze transmitter kan geconfigureerd worden voor HART-revisie 5 of 7 met behulp van een voor HART geschikt configuratie-instrument. De bijgewerkte configuratiemenu’s bevatten een HART universele revisieparameter, die kan worden geconfigureerd tot 5 of 7, indien toegankelijk voor uw systeem. Zie Tabel 2 voor de sneltoetscombinaties. Als het instrument voor HART-configuratie niet kan communiceren met HART-revisie 7, zijn de configuratiemenu’s in Tabel 2 niet beschikbaar. Volg de onderstaande instructies om vanuit de generieke modus op de HART universele revisieparameter over te schakelen.
9
Snelstartgids
Juni 2013
Ga naar Configure>Manual Setup>Device Information>Identification>Message a. Om uw apparaat over te schakelen op HART-revisie 7 voert u het volgende in: “HART7” in het veld Message b. Om uw apparaat over te schakelen op HART-revisie 5 voert u het volgende in: “HART5” in het veld Message Opmerking Zie Tabel 2 op pagina 6 voor het veranderen van de HART-revisie als de juiste device driver is geladen.
Stap 3: Monteer de transmitter Monteer de transmitter op een hoog punt in de leiding om te voorkomen dat er vocht in de transmitterbehuizing lekt.
Standaardinstallatie met aansluitkop In kop gemonteerde transmitter en sensor met DIN-plaat 1. Bevestig de beschermbuis in de wand van de buis of het procesvat. Monteer de beschermbuis en draai hem vast aan voordat u de procesdruk aanlegt. 2. Controleer de stand van de storingsmodusschakelaar van de transmitter. 3. Monteer de transmitter op de sensor. Druk de transmittermontageschroeven door de sensormontageplaat. 4. Leg de bedrading aan van de transmitter naar de sensor (zie Stap 4: Leg de bedrading en schakel de stroom in). 5. Steek de transmitter/sensor in de aansluitkop. Draai de transmittermontageschroef in de montageopeningen in de aansluitkop. Bevestig het verlengstuk op de aansluitkop. Steek de constructie in de beschermbuis. 6. Als u een kabelwartel gebruikt, bevestig deze dan correct op een kabelingang op de behuizing. 7. Plaats de draden van de afgeschermde kabel in de aansluitkop via de kabelingang. 8. Sluit de draden van de afgeschermde voedingskabel aan op de voedingsaansluitklemmen van de transmitter. Pas op dat u de sensorbedrading en de sensoraansluitklemmen niet aanraakt. Sluit de kabelmof aan en draai hem aan.
10
Snelstartgids
Juni 2013
9. Installeer het deksel van de aansluitkop en draai het aan. De behuizingsdeksels dienen volledig te sluiten om aan de vereisten voor explosieveiligheid te voldoen. A
B C
SCALE 3/4
D
E
F
ABLE
A = deksel aansluitkop
D = transmittermontageschroeven
B = aansluitkop
E = integraal gemonteerde sensor met losse draden
C = beschermbuis
F = verlengstuk
Standaardinstallatie met universele kop In kop gemonteerde transmitter en sensor met schroefdraad (2 of 3 kabelbuisingangen) 1. Bevestig de beschermbuis in de wand van de buis of het procesvat. Monteer de beschermbuizen en draai ze aan voordat u de procesdruk aanlegt. 2. Bevestig de benodigde verlengnippels en adapters op de beschermbuis. Dicht de nippel- en adapterschroefdraden af met siliconentape. 3. Schroef de sensor in de beschermbuis. Installeer indien nodig afvoerafdichtingen voor zware omstandigheden of om te voldoen aan de voorschriften. 4. Controleer of de storingsmodusschakelaar van de transmitter op de juiste stand staat. 5. Controleer de juiste installatie van de integrale overspanningsbeveiliging (optiecode T1) op de 644 door te controleren of de volgende stappen zijn voltooid: a. Controleer of de overspanningsbeveiliging goed op de aansluitkast van de transmitter is aangesloten. b. Controleer of de voedingsdraden van de overspanningsbeveiliging goed zijn vastgezet onder de schroeven van de voedingsklemmen van de transmitter. c. Controleer of de aardgeleider van de overspanningsbeveiliging is vastgezet op de inwendige aardschroef in de universeelkop. Opmerking
Voor de overspanningsbeveiliging is een behuizing met een diameter van ten minste 89 mm (3.5 inch) vereist.
11
Juni 2013
Snelstartgids
6. Trek de sensordraden door de universele kop en de opening op het midden van de transmitter. Monteer de transmitter in de universele kop door de transmittermontageschroeven in de montageopeningen van de universeelkop te schroeven. 7. Monteer de transmitter-sensor in de beschermbuis, of monteer ze extern indien gewenst. Dicht de adapterschroefdraad af met siliconentape. 8. Trek de draden voor veldbedrading door de kabelbuis in de universele kop. Sluit de sensor- en voedingsdraden aan op de transmitter. Vermijd contact met andere aansluitklemmen. 9. Installeer het deksel van de universele kop en draai het aan. De behuizingsdeksels dienen volledig te sluiten om aan de vereisten voor explosieveiligheid te voldoen. A
D
B
C SCALE 3/4
E
A = beschermbuis met schroefdraad
D = universele kop (transmitter binnenin)
B = sensor met schroefdraad
E = kabelbuisingang
C = standaardverlengstuk
12
Snelstartgids
Juni 2013
Stap 4: Leg de bedrading en schakel de stroom in Leg de bedrading aan van de transmitter naar de sensor
Het bedradingsschema bevindt zich op het bovenste label op het apparaat, onder de aansluitklemschroeven
Afbeelding 5. Bedradingsschema’s voor 644 met enkele en dubbele ingang Bedrading enkele ingang 2-draads RTD en Ω
3-draads RTD en Ω
4-draads RTD en Ω
Dubbele 2-draads RTD en Ω
Dubbele 3-draads RTD en Ω
Dubbel thermokoppel en mV
Thermokoppel en mV
Bedrading twee ingangen
* De transmitter moet worden geconfigureerd voor ten minste een 3-draads RTD om een RTD met een compensatiekring te kunnen herkennen. ** Rosemount Inc. levert een 4-draads sensor voor alle RTD’s met één element. Gebruik deze RTD’s in 3-draadsconfiguraties door de aders die u niet nodig heeft niet aan te sluiten en ze te isoleren met isolatietape.
De transmitter voorzien van stroom 1. Voor gebruik van de transmitter is een externe voeding vereist. 2. Verwijder het behuizingsdeksel (indien van toepassing). 3. Sluit de positieve voedingsdraad aan op de “+”-aansluitklem. Sluit de negatieve voedingsdraad aan op de “—”-aansluitklem. - Bij gebruik van een overspanningsbeveiliging moeten de voedingsdraden worden aangesloten op de bovenkant van de overspanningsbeveiliging. Raadpleeg het etiket op de overspanningsbeveiliging voor informatie over de plus- en minpolen voor aansluiting. 4. Draai de aansluitklemschroeven aan. Voor het vastdraaien van de sensor- en voedingsdraden bedraagt het maximale aanhaalmoment 0,7 N-m (6 inch-lb.). 5. Plaats het deksel terug en draai het aan (indien van toepassing). 6. Schakel de spanning in (12—42 V d.c.).
13
Juni 2013
Snelstartgids
Belastingsbegrenzing De vereiste spanning over de voedingsaansluitingen van de transmitter bedraagt 12 tot 42,4 V d.c. (de voedingsaansluitingen hebben een nominale belastbaarheid van 42,4 V d.c.). Zorg om beschadiging van de transmitter te voorkomen dat de spanning over de aansluitklemmen tijdens het wijzigen van de configuratieparameters niet tot onder 12,0 V d.c. daalt.
Aard de transmitter Voor een goede aarding is het belangrijk dat de afscherming van de instrumentkabel: kort wordt afgesneden en wordt geïsoleerd zodat deze niet tegen de transmitterbehuizing aankomt; wordt verbonden met de volgende afscherming als de kabel door een aansluitkast wordt geleid; wordt verbonden met een goed aardpunt op het voedingsuiteinde. Opmerking Gebruik voor een optimaal resultaat afgeschermde kabel met getwiste aders. Gebruik een draad van 24 AWG of dikker en van ten hoogste 1500 meter (5000 ft.) lengte.
Ongeaarde thermokoppel-, mV- en RTD-/ohmingangen Elke procesinstallatie heeft specifieke vereisten voor aarding. Gebruik de aardopties die op de werkplek voor dit specifieke sensortype worden aanbevolen of begin met Optie 1 voor aarding: (de meest gebruikelijke methode).
Optie 1: 1. Verbind de omhulling van de sensorbedrading met de transmitterbehuizing. 2. Zorg dat de sensorafscherming elektrisch gescheiden is van eventuele omringende objecten die geaard zijn. 3. Aard de afscherming van de signaalbedrading aan de voedingszijde. Transmitter Sensordraden
Aardpunt afscherming
DCS
4—20 mA-kring
14
Snelstartgids
Juni 2013
Optie 2: 1. Verbind de afscherming van de signaalbedrading met de afscherming van de sensorbedrading. 2. Zorg dat de twee afschermingen met elkaar verbonden zijn en elektrisch gescheiden zijn van de transmitterbehuizing. 3. Aard de afscherming uitsluitend aan de voedingszijde. 4. Zorg dat de sensorafscherming elektrisch gescheiden is van de omringende geaarde objecten. Transmitter Sensordraden
Aardpunt afscherming
DCS
4—20 mA-kring
Verbind de afschermingen met elkaar, zodat ze elektrisch geïsoleerd zijn van de transmitter.
Optie 3: 1. Aard de afscherming van de sensorbedrading indien mogelijk bij de sensor. 2. Zorg dat de afschermingen van de sensorbedrading en van de signaalbedrading elektrisch gescheiden zijn van de transmitterbehuizing. 3. Verbind de afscherming van de signaalbedrading niet met de afscherming van de sensorbedrading. 4. Aard de afscherming van de signaalbedrading aan de voedingszijde. Transmitter Sensordraden
Aardpunt afscherming
DCS
4—20 mA-kring
15
Juni 2013
Snelstartgids
Geaarde thermokoppelingangen Optie 1: 1. Aard de omhulling van de sensorafscherming bij de sensor. 2. Zorg dat de afscherming van de sensorbedrading en die van de signaalbedrading elektrisch gescheiden zijn van de transmitterbehuizing. 3. Verbind de afscherming van de signaalbedrading niet met de afscherming van de sensorbedrading. 4. Aard de afscherming van de signaalbedrading aan de voedingszijde. Transmitter Sensordraden
Aardpunt afscherming
DCS
4—20 mA-kring
Stap 5: Voer een kringtest uit De opdracht Loop Test (kringtest) controleert de transmitter-uitgang, de integriteit van de kring en de werking van opnameapparatuur of gelijksoortige apparaten die in de kring geïnstalleerd zijn.
Een kringtest uitvoeren met een veldcommunicator Start een kringtest: 1. Sluit een externe ampèremeter in serie aan met de transmitterkring (zodat de stroom naar de transmitter ergens in de kring door de meter gaat). 2. Voer vanaf het beginscherm de sneltoetscombinatie uit Sneltoetsen gebruikersinterface
3, 5, 1
3. Controleer in de testkring of de feitelijke mA-uitgang van de transmitter en de HART mA-waarden overeenkomen. Als de waarden niet overeenkomen, moet de transmitter-uitgang worden getrimd of werkt de meter niet goed. Nadat de test is voltooid, gaat de display terug naar het kringtestscherm en kan de gebruiker een andere uitgangswaarde kiezen. Selecteer End en Enter om de kringtest te beëindigen.
16
Snelstartgids
Juni 2013
Een kringtest uitvoeren met AMS Device Manager Rechtsklik op het apparaat en selecteer Service Tools (servicegereedschappen). 1. Selecteer in het navigatiepaneel links Simulate (simuleren). 2. Selecteer in het tabblad Simulate de knop Perform Loop Test (kringtest uitvoeren) in de groepsbox Analog Output Verification (verificatie analoge uitgang). 3. Volg de instructies en klik op Apply (toepassen) wanneer u klaar bent.
Een kringtest uitvoeren met de Local Operator Interface Zie de onderstaande afbeelding voor het pad naar de Loop Test (kringtest) in het menu LOI. Afbeelding 6. De tag configureren met de LOI VIEW CONFIG (configuratie weergeven) SENSOR CONFIG (configuratie sensor) UNITS (eenheden) RERANGE (bereik opnieuw instellen) LOOP TEST (kringtest) DISPLAY EXTENDED MENU (uitgebreid menu) EXIT MENU (menu afsluiten)
SET 4 MA (4 MA instellen) SET 20 MA (20 MA instellen) SET CUSTOM (aangep. instellen) END LOOP TEST (einde kringtest) BACK TO MENU (terug naar menu) EXIT MENU (menu afsluiten)
Met veiligheidsinstrumenten uitgeruste systemen Raadpleeg voor installaties met gecertificeerde veiligheid de naslaghandleiding van de Rosemount 644 (publicatienummer 00809-0200-4728). Deze handleiding is op www.rosemount.com elektronisch beschikbaar en tevens verkrijgbaar bij vertegenwoordigers van Emerson Process Management.
17
Snelstartgids
Juni 2013
Productcertificeringen Informatie over richtlijnen van de Europese Unie De EG-verklaring van overeenstemming voor alle op dit product toepasselijke Europese richtlijnen vindt u op pagina 25. De meest recente versie van de verklaring is te vinden op www.emersonprocess.com.
Normale locatiecertificering van FM-goedkeuringen De transmitter is volgens de standaardprocedure door FM Approvals onderzocht en getest, waarbij is vastgesteld dat het ontwerp voldoet aan de elementaire elektrische, mechanische en brandveiligheidsvereisten. FM Approvals is een in de VS nationaal erkend onderzoekslaboratorium (nationally recognized testing laboratory; NRTL) dat is geaccrediteerd door de Amerikaanse Occupational Safety and Health Administration (OSHA).
Certificeringen explosiegevaarlijke locaties Certificeringen Noord-Amerika FM-goedkeuringen I5 Intrinsiek veilig en niet-vonkend Certificaatnr.: 3044581 Van toepassing zijnde normen: FM 3600:2011, FM 3610:2010, FM 3611:2004, FM 3810:2005, ANSI/NEMA 250:1991, ANSI/IEC 60529:2004, ANSI/ISA 60079-0:2009, ANSI/ISA 60079-11:2009 Markeringen (zonder behuizing): INTR. VEILIG KL. I, GR. ABCD, T4 IS KL. I zone 0, AEX ia IIC; T4 Ga NI KL. I, DIV. 2, GR. ABCD INSTALLEREN VOLGENS TEKENINGEN 00644-2071 Markeringen (met behuizing): IS KL. I,II,III, GR. ABCDEFG T4 IS KL. I zone 0, AEX ia IIC; T4 NI KL. I, DIV. 2, GR. ABCD INSTALLEREN VOLGENS TEKENINGEN 00644-2071 BEHUIZINGSTYPE 4X Speciale voorwaarden voor veilig gebruik (X):
18
De temperatuurtransmitter model 644 moet worden geïnstalleerd in een behuizing die beschermingsgraad IP20 biedt en voldoet aan de eisen van ANSI/ISA 61010-1 en ANSI/ISA 60079-0. De optionele behuizingen van model 644 kunnen aluminium bevatten en brengen bij stoten of wrijving een potentieel ontstekingsrisico met zich mee. Voorkom stoten en wrijving tijdens installatie en gebruik.
Snelstartgids
Juni 2013
E5 Explosieveilig en stofontstekingsbestendig Certificaatnr.: 3006278 Van toepassing zijnde normen: FM 3600:2011, FM 3611:2004, FM 3615:2006, FM 3810:2005, ANSI/NEMA 250:2005, ANSI/IEC 60529:2004 Markeringen: EXPLOSIEVEILIG VOOR KL. I, DIV. 1, GR. BCD STOFONTSTEKINGSBESTENDIG VOOR KL. II & III, DIV. 1, GR. EFG NIET-VONKEND VOOR KL. I, DIV 2, GR. ABCD INDIEN GEÏNSTALLEERD VOLGENS ROSEMOUNT-TEKENING 00644-1049 BIJ OMGEVINGSTEMPERATUREN LAGER DAN —40 °C IS BINNEN 45,7 CM (18 INCH) VAN DE BEHUIZING EEN KABELBUISAFDICHTING VEREIST; BEHUIZINGSTYPE 4X, IP66 CSA International I6 Intrinsiek veilig Certificaatnr.: 1091070 Van toepassing zijnde normen: CSA-norm C22.2 nr. 142 — M1987, CSA-norm C22.2 No. 157 — 92, ANSI/ISA 12.27.02-2003 Markeringen (zonder behuizing): Ex ia KLASSE I (GR. A, B, C, D) KLASSE I, ZONE 0, IIC GESCHIKT VOOR KLASSE I, DIV. 2, GROEP A, B, C, D INSTALLEREN VOLGENS TEKENING 00644-2072. Markeringen (met behuizing): Ex ia KLASSE I, GR. A, B, C, D, T4/T6, KLASSE I, ZONE 0, IIC INDIEN GEÏNSTALLEERD VOLGENS TEKENING 00644-1064 of 0644-2072 GESCHIKT VOOR KLASSE I DIV. 2, MET NIET-VONKENDE UITGANG INDIEN GEÏNSTALLEERD VOLGENS TEKENING 00644-2072 BEHUIZINGSTYPE 4X K6 Explosieveilig, stofontstekingsbestendig, intrinsiek veilig en geschikt voor klasse I, divisie 2 Certificaatnr.: 1091070 Van toepassing zijnde normen: CSA-norm C22.2 nr. 142 — M1987, CSA-norm C22.2 nr. 30 — M1986, CSA-norm C22.2 nr. 213 — M1987, ANSI/ISA 12.27.02-2003 Markeringen: KL. I, DIV. 1, GR. B, C, D; STOFEXPLOSIEVEILIG, KL. II, GR. E, F, KL. III; GESCHIKT VOOR KL. I, DIV. 2, GROEP A, B, C, D INSTALLEREN VOLGENS TEKENING 00644-1059 BEHUIZINGSTYPE 4X; KABELBUISAFDICHTING NIET VEREIST. --------------------------------------------------------------------------------------------------------------------Ex ia INTRINSIEK VEILIG, KLASSE I, GROEP A, B, C, D, T4/T5/T6 KLASSE I, ZONE 0, IIC. INSTALLEREN VOLGENS TEKENING 00644-1064 of 00644-2072. GESCHIKT VOOR KLASSE I, DIV. 2, GROEP A, B, C, D INSTALLEREN VOLGENS TEKENING 00644-2072.
19
Juni 2013
Snelstartgids
Europese certificeringen I1 ATEX intrinsieke veiligheid Certificaatnr.: Baseefa 12ATEX0101X Van toepassing zijnde normen: IEC 60079-0:2011, EN60079-11:2012 Markeringen: II 1 G, Ex ia IIC T6…T4 Ga; Speciale voorwaarden voor veilig gebruik (X):
Het apparaat moet geïnstalleerd zijn in een behuizing die een mate van bescherming van ten minste IP20 biedt. Niet-metallische behuizingen moeten een oppervlakteweerstand hebben die lager is dan 1 Gohm. Behuizingen van lichte legeringen of zirkonium moeten bij de installatie worden beschermd tegen schokken en frictie. Tabel 4. Ingangsparameters Kring Ui = 30 V Ii = 150 mA = 170 mA = 190 mA Pi = 0,67 W = 0,8 W Ci = 3,3 nF Li = 0
Ta < 80 °C Ta < 70 °C Ta < 60 °C T6 (—60 °C ≤ Ta ≤ 40 °C), T5 (—60 °C ≤ Ta ≤ 50 °C) T5 (—60 °C ≤ Ta ≤ 40 °C), T4 (—60 °C ≤ Ta ≤ 80 °C)
Sensor Uo = 13,6 V Io = 80 mA Po = 80 mW Ci = 0,44 nF
Li = 0
Co = 0,816 μF groep IIC Co = 5,196 μF groep IIB Co = 18,596 μF groep IIA Lo = 5,79 mH groep IIC Lo = 23,4 mH groep IIB Lo = 48,06 mH groep IIA
N1 ATEX type n (met behuizing) Nummer certificering: BAS 00ATEX3145 Van toepassing zijnde normen: EN 60079-0:2006, EN60079-15:2005 Markeringen: II 3 G, Ex nL IIC T5 Gc (—40 °C ≤ Ta ≤ 70 °C) NC ATEX type n (zonder behuizing) Certificaatnr.: Baseefa12ATEX0102U Van toepassing zijnde normen: IEC 60079-0:2011, EN60079-15:2005 Markeringen: II 3 G, Ex nA IIC T6…T5 Gc Vmax = max. 45 volt Temperatuurbegrenzingen — T6 (—60 °C ≤ Ta ≤ 40 °C), T5 (—60 °C ≤ Ta ≤ 85 °C) Speciale voorwaarden voor veilig gebruik (X):
De component moet worden geïnstalleerd in een afdoende gecertificeerde behuizing, zodat deze is voorzien van een beschermingsgraad van ten minste IP54 in overeenstemming met IEC 60529, IEC 60079-0 en EN 60079-15. 20
Snelstartgids
Juni 2013 E1 ATEX drukvast Nummer certificaat: FM12ATEX0065X Van toepassing zijnde normen: EN60079-0:2009, EN60079-1:2007 Markeringen: II 2 G, Ex d IIC T6...T1 Gb T6 (—50 °C ≤ Tomg ≤ 40 °C) T5...T1 (—50 °C ≤ Tomg ≤ 60 °C) ND ATEX stof Nummer certificaat: FM12ATEX0065X Van toepassing zijnde normen: EN60079-0:2009, EN60079-31:2009 Markeringen: II 2 D, Ex tb IIIC T95 °C (—40 °C ≤ Tomg ≤ 70 °C) Db Speciale voorwaarden voor veilig gebruik (X):
1. Zie certificaat voor grenswaarden omgevingstemperatuur. 2. Het niet-metallische label kan elektrostatisch geladen raken en een ontstekingsbron vormen in omgevingen van groep III. 3. Bescherm het LCD-deksel tegen stootenergie van meer dan 4 joule. 4. Raadpleeg de fabrikant als u informatie over de afmetingen van de drukvaste naden nodig hebt. Tabel 5. Grenswaarden procestemperatuur bij montage op een sensor: Procestemperatuur [°C] Gas
Transmitter met LCD-deksel
T6
T5
Stof T4…T1
T130 °C
Zonder verlengstuk
55
70
95
95
Verlengstuk van 3 inch
55
70
100
100
Verlengstuk van 6 inch
60
70
100
100
Verlengstuk van 9 inch
65
75
110
110
Procestemperatuur [°C] Gas
Stof
Transmitter zonder LCD-deksel
T6
T5
T4
T3
T2
T1
T130 °C
Zonder verlengstuk
55
70
100
170
280
440
100
Verlengstuk van 3 inch
55
70
110
190
300
450
110
Verlengstuk van 6 inch
60
70
120
200
300
450
110
Verlengstuk van 9 inch
65
75
130
200
300
450
120
Certificeringen IECEx I7 IECEx intrinsieke veiligheid Certificaatnr.: IECEx BAS 12.0069X Van toepassing zijnde normen: IEC 60079-0:2011, IEC 60079-11:2007 Markeringen: Ex ia IIC T6…T4 Ga
21
Juni 2013
Snelstartgids
Ingangsparameters Kring Ui = 30 V Ii = 150 mA = 170 mA = 190 mA Pi = 0,67 W = 0,8 W Ci = 3,3 nF Li = 0
Tomg < 80 °C Tomg < 70 °C Tomg < 60 °C T6 (—60 °C ≤ Tomg ≤ 40 °C), T5 (—60 °C ≤ Tomg ≤ 50 °C) T5 (—60 °C ≤ Tomg ≤ 40 °C), T4 (—60 °C ≤ Tomg ≤ 80 °C)
Sensor Uo = 13,6 V Io = 80 mA Po = 80 mW Ci = 0,44 nF
Li = 0
Co = 0,816 μF groep IIC Co= 5,196 μF groep IIB Co = 18,596 μF groep IIA Lo = 5,79 mH groep IIC Lo = 23,4 mH groep IIB Lo= 48,06 mH groep IIA
Speciale voorwaarden voor veilig gebruik (X):
Het apparaat moet geïnstalleerd zijn in een behuizing die een mate van bescherming van ten minste IP20 biedt Niet-metallische behuizingen moeten een oppervlakteweerstand hebben die lager is dan 1 Gohm Behuizingen van lichte legeringen of zirkonium moeten bij de installatie worden beschermd tegen schokken en frictie N7 IECEX type n (met behuizing) Nummer certificering: IECEx BAS 07.0055 Van toepassing zijnde normen: IEC 60079-0:2004, EN60079-15:2005 Markeringen: Ex nA nL IIC T5 Gc (—40 °C ≤ Tomg ≤ 70 °C) NG IECEX type n (zonder behuizing) Certificaatnr.: IECEx BAS 12.0070U Van toepassing zijnde normen: IEC 60079-0:2011, IEC 60079-15:2010 Markeringen: Ex nA IIC T6…T5 Gc Vmax = max. 45 volt Temperatuurbegrenzingen — T6 (—60 °C ≤ Tomg ≤ 40 °C), T5 (—60 °C ≤ Tomg ≤ 85 °C) Beperkingenschema:
De component moet worden geïnstalleerd in een geschikte, gecertificeerde behuizing, zodat deze is voorzien van een beschermingsgraad van ten minste IP54 in overeenstemming met IEC 60529, IEC 600790 en IEC 60079-15. E7 IECEx drukvast Nummer certificaat: IECEx FMG12.0022X Van toepassing zijnde normen: IEC60079-0:2011, IEC60079-1:2007 Markeringen: Ex d IIC T6...T1 Gb T6 (—50 °C ≤ Tomg ≤ 40 °C) T5...T1 (—50 °C ≤ Tomg ≤ 60 °C)
22
Snelstartgids
Juni 2013 NK IECEx stof Nummer certificaat: IECEx FMG12.0022X Van toepassing zijnde normen: IEC60079-0:2011, IEC60079-31:2008 Markeringen: Ex tb IIIC T130 °C (—40 °C ≤ Tomg ≤ 70 °C) Db Speciale voorwaarden voor veilig gebruik (X):
1. Zie certificaat voor grenswaarden omgevingstemperatuur. 2. Het niet-metallische label kan elektrostatisch geladen raken en een ontstekingsbron vormen in omgevingen van groep III. 3. Bescherm het LCD-deksel tegen stootenergie van meer dan 4 joule. 4. Raadpleeg de fabrikant voor informatie over de afmetingen van de drukvaste naden. Tabel 6. Grenswaarden procestemperatuur bij montage op een sensor: Procestemperatuur [°C] Gas
Stof
Transmitter met LCD-deksel
T6
T5
T4…T1
T130 °C
Zonder verlengstuk
55
70
95
95
Verlengstuk van 3 inch
55
70
100
100
Verlengstuk van 6 inch
60
70
100
100
Verlengstuk van 9 inch
65
75
110
110
Procestemperatuur [°C] Gas
Stof
Transmitter zonder LCD-deksel
T6
T5
T4
T3
T2
T1
T130 °C
Zonder verlengstuk
55
70
100
170
280
440
100
Verlengstuk van 3 inch
55
70
110
190
300
450
110
Verlengstuk van 6 inch
60
70
120
200
300
450
110
Verlengstuk van 9 inch
65
75
130
200
300
450
120
Combinaties van certificeringen Er wordt een roestvaststalen certificeringsplaatje meegeleverd als optionele goedkeuring is voorgeschreven. Nadat een instrument waarop meerdere goedkeuringstypes zijn vermeld geïnstalleerd is, mag het niet opnieuw worden geïnstalleerd met gebruik van andere goedkeuringstypes. Breng een permanente markering aan op het goedkeuringslabel om de gebruikte goedkeuring te onderscheiden van de niet-gebruikte goedkeuringstypes. K1 Combinatie van E1, I1, N1 en ND K5 Combinatie van E5 en I5 K6 Combinatie van E6 en I6 K7 Combinatie van E7, I7, NK en N7 KA Combinatie van E1, I1, E6 en I6 KB Combinatie van E5, I5, I6 en E6 KC Combinatie van E5, E1, I5 en I1 KD Combinatie van E5, I5, E6, I6, E1 en I1
23
Snelstartgids
Juni 2013
Certificeringen Brazilië E2 INMETRO drukvast Nummer certificaat: CEPEL 02.0095X Ex d IIC T6 Gb (—40 °C ≤ Tomg ≤ +65 °C) Classificatie behuizing: IP66W Speciale voorwaarden voor veilig gebruik (X):
1. Zie certificaat voor grenswaarden omgevingstemperatuur. 2. Het niet-metallische label kan elektrostatisch geladen raken en een ontstekingsbron vormen in omgevingen van groep III. 3. Bescherm het LCD-deksel tegen stootenergie van meer dan 4 joule. 4. Raadpleeg de fabrikant voor informatie over de afmetingen van de drukvaste naden. I2 INMETRO intrinsieke veiligheid Nummer certificaat: CEPEL 02.0096X Ex ia IIC T* Ga Speciale voorwaarden voor veilig gebruik (X):
1. Zie certificaat voor grenswaarden omgevingstemperatuur. 2. Het niet-metallische label kan elektrostatisch geladen raken en een ontstekingsbron vormen in omgevingen van groep III. 3. Bescherm het LCD-deksel tegen stootenergie van meer dan 4 joule. 4. Raadpleeg de fabrikant voor informatie over de afmetingen van de drukvaste naden.
Overige certificeringen Aan boord van schepen SBS American Bureau of Shipping (ABS) Certificaatnr.: 00-HS145383/1-PDA Van toepassing zijnde normen: ABS-regels: Regels voor stalen vaartuigen 2008, 1-1-4/7.7, 4-8-3/1.7 Beoogd gebruik: meting van druk, flow en niveau voor vloeistof-, gas- en damptoepassingen op vaartuigen, scheeps- en offshore-installaties volgens ABS-classificatie
24
Snelstartgids
Juni 2013
Afbeelding 7. EG-verklaring van overeenstemming voor Rosemount 644
EC Declaration of Conformity No: RMD 1016 Rev. K We, Rosemount Inc. 8200 Market Boulevard Chanhassen, MN55317-9685 USA declare under our sole responsibility that the product,
Model 644 Temperature Transmitter manufactured by, Rosemount Inc. 8200 Market Boulevard Chanhassen, MN55317-9685 USA to which this declaration relates, is in conformity with the provisions of the European Community Directives, including the latest amendments, as shown in the attached schedule. Assumption of conformity is based on the application of the harmonized standards and, when applicable or required, a European Community notified body certification, as shown in the attached schedule.
Vice President of Global Quality (signature)
(function name - printed)
Kelly Klein
6 May 2013
(name - printed)
(date of issue)
Page 1 of 5
Document Rev: 2013_A
25
Juni 2013
Snelstartgids
EC Declaration of Conformity No: RMD 1016 Rev. K EMC Directive (2004/108/EC) All Models Harmonized Standards: EN61326-1:2006, EN61326-2-3: 2006
ATEX Directive (94/9/EC) Model 644 Enhanced DIN A Head Mount Temperature Transmitter (Analog/HART Output) Baseefa12ATEX0101X Intrinsic Safety Certificate Equipment Group II, Category 1G (Ex ia IIC T6
T4Ga) Harmonized Standards: EN60079-11:2012 Other Standards: IEC60079-0:2011 Baseefa12ATEX0102U Type n Component Certificate Equipment Group II, Category 3G (Ex nA IIC T6
T5Gc) Harmonized Standards: EN60079-15:2010 Other Standards: IEC60079-0:2011
Model 644 Legacy DIN A Head Mount Temperature Transmitter (Analog/HART Output) Baseefa00ATEX1033X Intrinsic Safety Certificate Equipment Group II, Category 1G (Ex ia IIC) Harmonized Standards: EN60079-11: 2007 Other Standards: EN60079-0:2006 (A review against EN60079-0:2009, which is harmonized, shows no significant changes relevant to this equipment so EN60079-0:2006 continues to represent State of the Art)
Page 2 of 5
26
Document Rev: 2013_A
Snelstartgids
Juni 2013
EC Declaration of Conformity No: RMD 1016 Rev. K BAS00ATEX3145 Type n Certificate Equipment Group II, Category 3 G (Ex nL IIC) Harmonized Standards: EN60079-15:2005 Other Standards: EN60079-0: 2006 (A review against EN60079-0:2009, which is harmonized, shows no significant changes relevant to this equipment so EN60079-0:2006 continues to represent State of the Art) BAS99ATEX3084U Type n Component Certificate Equipment Group II, Category 3 G (Ex nL IIC) Harmonized Standards: EN60079-15:2005 Other Standards: EN60079-0:2006 (A review against EN60079-0:2009, which is harmonized, shows no significant changes relevant to this equipment so EN60079-0:2006 continues to represent State of the Art)
Model 644 DIN A Head Mount Temperature Transmitter (Fieldbus Output) Baseefa03ATEX0499X Intrinsic Safety Certificate Equipment Group II, Category 1G (Ex ia IIC) Harmonized Standards: EN60079-11:2007 Other Standards: EN60079-0:2006 (A review against EN60079-0:2009, which is harmonized, shows no significant changes relevant to this equipment so EN60079-0:2006 continues to represent State of the Art) BAS99ATEX3084U Type n Component Certificate Equipment Group II, Category 3G (Ex nL IIC) Harmonized Standards: EN60079-15: 2005 Other Standards: EN60079-0:2006 (A review against EN60079-0:2009, which is harmonized, shows no significant changes relevant to this equipment so EN60079-0:2006 continues to represent State of the Art)
Page 3 of 5
Document Rev: 2013_A
27
Juni 2013
Snelstartgids
EC Declaration of Conformity No: RMD 1016 Rev. K Model 644 DIN A Head Mount Temperature Transmitter (all output protocols) FMG12ATEX0065X Flameproof Certificate Equipment Group II, Category 2 G (Ex d IIC T6 Gb) Harmonized Standards: EN60079-0:2012,EN60079-1:2007 FMG12ATEX0065XDust Certificate Equipment Group II, Category 2 D(Ex tb IIIC T130°C Db) Harmonized Standards: EN60079-0:2012,EN60079-31:2009
Models 644R Rail Mount Temperature Transmitters (Hart) Baseefa00ATEX1033X Intrinsic Safety Certificate Equipment Group II, Category 1G (Ex ia IIC) Harmonized Standards: EN60079-11:2007 Other Standards: EN60079-0:2006 (A review against EN60079-0:2009, which is harmonized, shows no significant changes relevant to this equipment so EN60079-0:2006 continues to represent State of the Art) BAS99ATEX3084U Type n Component Certificate Equipment Group II, Category 3G (Ex nL IIC) Harmonized Standards: EN60079-15:2005 Other Standards: EN60079-0:2006 (A review against EN60079-0:2009, which is harmonized, shows no significant changes relevant to this equipment so EN60079-0:2006 continues to represent State of the Art)
Page 4 of 5
28
Document Rev: 2013_A
Snelstartgids
Juni 2013
EC Declaration of Conformity No: RMD 1016 Rev. K ATEX Notified Bodies for EC Type Examination Certificates FM Approvals Ltd. [Notified Body Number: 1725] 1 Windsor Dials Windsor, Berkshire, SL4 1RS United Kingdom Baseefa Limited [Notified Body Number: 1180] Rockhead Business Park Staden Lane SK17 9RZ Buxton United Kingdom
ATEX Notified Body for Quality Assurance Baseefa Limited [Notified Body Number: 1180] Rockhead Business Park Staden Lane SK17 9RZ Buxton United Kingdom
Page 5 of 5
Document Rev: 2013_A
29
Juni 2013
Snelstartgids
EG-verklaring van overeenstemming Nr.: RMD 1016 Rev. K Wij, Rosemount Inc. 8200 Market Boulevard Chanhassen, MN 55317-9685 VS verklaren onder onze volledige verantwoordelijkheid dat het product
Model 644 temperatuurtransmitter vervaardigd door Rosemount Inc. 8200 Market Boulevard Chanhassen, MN 55317-9685 VS waarop deze verklaring betrekking heeft, in overeenstemming is met de bepalingen in de richtlijnen van de Europese Gemeenschap, met inbegrip van de meest recente wijzigingen, welke staan vermeld in bijgevoegd schema. Aanvaarding van de overeenstemming is gebaseerd op de toepassing van geharmoniseerde normen en, waar van toepassing of vereist, certificering door een aangemelde instantie in de Europese Gemeenschap, zoals vermeld in onderstaand schema.
Vice President of Global Quality (functie in blokletters)
Kelly Klein
6 mei 2013
(naam in blokletters)
(datum van uitgifte)
Pagina 1 van 5
30
Documentrev.: 2013_A
Snelstartgids
Juni 2013
EG-verklaring van overeenstemming Nr.: RMD 1016 Rev. K EMC-richtlijn (2004/108/EG) Alle modellen Geharmoniseerde normen: EN61326-1:2006, EN61326-2-3: 2006
ATEX-richtlijn (94/9/EG) Verbeterde temperatuurtransmitter model 644 voor kopmontage conform DIN A (analoge/HART-uitgang) Baseefa12ATEX0101X Certificaat intrinsieke veiligheid Apparatuurgroep II, categorie 1 G (Ex ia IIC T6
T4 Ga) Geharmoniseerde normen: EN60079-11:2012 Overige normen: IEC60079-0:2011 Baseefa12ATEX0102U Certificaat voor component van type n Apparatuurgroep II, categorie 3 G (Ex nA ic IIC T6
T5 Gc) Geharmoniseerde normen: EN60079-15:2010 Overige normen: IEC60079-0:2011
Oorspronkelijke temperatuurtransmitter model 644 voor kopmontage conform DIN A (analoge/HART-uitgang) Baseefa00ATEX1033X Certificaat intrinsieke veiligheid Apparatuurgroep II, categorie 1 G (Ex ia IIC) Geharmoniseerde normen: EN60079-11: 2007 Overige normen: EN60079-0:2006 (Een vergelijking met EN60079-0:2009, die geharmoniseerd is, wijst niet op significante wijzigingen die relevant zijn voor deze apparatuur, dus EN60079-0:2006 beschrijft nog steeds de stand van de techniek.)
Pagina 2 van 5
Documentrev.: 2013_A
31
Juni 2013
Snelstartgids
EG-verklaring van overeenstemming Nr.: RMD 1016 Rev. K BAS00ATEX3145 Certificaat type n Apparatuurgroep II, categorie 3 G (Ex nL IIC) Geharmoniseerde normen: EN60079-15:2005 Overige normen: EN60079-0:2006 (Een vergelijking met EN60079-0:2009, die geharmoniseerd is, wijst niet op significante wijzigingen die relevant zijn voor deze apparatuur, dus EN60079-0:2006 beschrijft nog steeds de stand van de techniek.) BAS99ATEX3084U Componentcertificaat type n Apparatuurgroep II, categorie 3 G (Ex nL IIC) Geharmoniseerde normen: EN60079-15:2005 Overige normen: EN60079-0:2006 (Een vergelijking met EN60079-0:2009, die geharmoniseerd is, wijst niet op significante wijzigingen die relevant zijn voor deze apparatuur, dus EN60079-0:2006 beschrijft nog steeds de stand van de techniek.) Temperatuurtransmitter model 644 voor kopmontage coform DIN A (veldbusuitgang) Baseefa03ATEX0499X Certificaat intrinsieke veiligheid Apparatuurgroep II, categorie 1 G (Ex ia IIC) Geharmoniseerde normen: EN60079-11:2007 Overige normen: EN60079-0:2006 (Een vergelijking met EN60079-0:2009, die geharmoniseerd is, wijst niet op significante wijzigingen die relevant zijn voor deze apparatuur, dus EN60079-0:2006 beschrijft nog steeds de stand van de techniek.) BAS99ATEX3084U Componentcertificaat type n Apparatuurgroep II, categorie 3 G (Ex nL IIC) Geharmoniseerde normen: EN60079-15: 2005 Overige normen: EN60079-0:2006 (Een vergelijking met EN60079-0:2009, die geharmoniseerd is, wijst niet op significante wijzigingen die relevant zijn voor deze apparatuur, dus EN60079-0:2006 beschrijft nog steeds de stand van de techniek.)
Pagina 3 van 5
32
Documentrev.: 2013_A
Snelstartgids
Juni 2013
EG-verklaring van overeenstemming Nr.: RMD 1016 Rev. K Temperatuurtransmitter model 644 voor kopmontage conform DIN A (alle uitgangsprotocollen) FMG12ATEX0065X Certificaat drukvastheid Apparatuurgroep II, categorie 2 G (Ex d IIC T6 Gb) Geharmoniseerde normen: EN60079-0:2012, EN60079-1:2007 FMG12ATEX0065X Stofcertificaat Apparatuurgroep II, categorie 2 D (Ex tb IIIC T130 °C Db) Geharmoniseerde normen: EN60079-0:2012, EN60079-31:2009 Temperatuurtransmitters (Hart) voor railmontage, modellen 644R Baseefa00ATEX1033X Certificaat intrinsieke veiligheid Apparatuurgroep II, categorie 1 G (Ex ia IIC) Geharmoniseerde normen: EN60079-11:2007 Overige normen: EN60079-0:2006 (Een vergelijking met EN60079-0:2009, die geharmoniseerd is, wijst niet op significante wijzigingen die relevant zijn voor deze apparatuur, dus EN60079-0:2006 beschrijft nog steeds de stand van de techniek.) BAS99ATEX3084U Componentcertificaat type n Apparatuurgroep II, categorie 3 G (Ex nL IIC) Geharmoniseerde normen: EN60079-15:2005 Overige normen: EN60079-0:2006 (Een vergelijking met EN60079-0:2009, die geharmoniseerd is, wijst niet op significante wijzigingen die relevant zijn voor deze apparatuur, dus EN60079-0:2006 beschrijft nog steeds de stand van de techniek.)
Pagina 4 van 5
Documentrev.: 2013_A
33
Juni 2013
Snelstartgids
EG-verklaring van overeenstemming Nr.: RMD 1016 Rev. K ATEX aangemelde instanties voor onderzoekscertificaten type EG FM Approvals Ltd. [nummer aangemelde instantie: 1725] 1 Windsor Dials Windsor, Berkshire, SL4 1RS Verenigd Koninkrijk Baseefa Limited [nummer aangemelde instantie: 1180] Rockhead Business Park Staden Lane SK17 9RZ Buxton Verenigd Koninkrijk
ATEX aangemelde instantie voor kwaliteitsborging Baseefa Limited [nummer aangemelde instantie: 1180] Rockhead Business Park Staden Lane SK17 9RZ Buxton Verenigd Koninkrijk
Pagina 5 van 5
34
Documentrev.: 2013_A
Juni 2013
Snelstartgids
35
Snelstartgids 00825-0211-4728, Rev BA Juni 2013
Rosemount Inc.
8200 Market Boulevard Chanhassen, MN 55317, VS T (VS) (800) 999-9307 T (overige landen) (952) 906-8888 F (952) 906-8889
Emerson Process Management bv Postbus 212 2280 AE Rijswijk Nederland T (31) 70 413 66 66 F (31) 70 390 68 15 E
[email protected] www.emersonprocess.nl
Beijing Rosemount Far East Instrument Co., Limited No. 6 North Street, Hepingli, Dong Cheng District Peking 100013, China T (86) (10) 6428 2233 F (86) (10) 6422 8586
Delphi Building, B Wing, 6th Floor Hiranandani Gardens, Powai Mumbai 400076, India T (91) 22 6662-0566 F (91) 22 6662-0500
Emerson Process Management, Brazil
Emerson Process Management Asia Pacific Private Limited
Emerson Process Management, Russia
Emerson Process Management GmbH & Co. OHG
Emerson Process Management, Dubai
1 Pandan Crescent Singapore 128461 T (65) 6777 8211 F (65) 6777 0947/65 6777 0743
Argelsrieder Feld 3 82234 Wessling, Duitsland T 49 (8153) 9390 F 49 (8153) 939172
1300 Concord Terrace, Suite 400 Sunrise Florida 33323 VS T + 1 954 846 5030
Emerson Process Management (India) Private Ltd.
Emerson Process Management nv/sa De Kleetlaan, 4 B-1831 Diegem België T (32) 2 716 7711 F (32) 2 725 83 00 www.emersonprocess.be
Emerson Process Management Latin America
Av. Hollingsworth, 325 - Iporanga Sorocaba, SP — 18087-000, Brazilië T (55) 15 3238-3788 F (55) 15 3228-3300
29 Komsomolsky prospekt Chelyabinsk, 454138 Rusland T (7) 351.798 8510 F (7) 351.741 8432
Emerson FZE P.O. Box 17033, Jebel Ali Free Zone - South 2 Dubai, U.A.E. T (971) 4 8118100 F (971) 48865465
© 2013 Rosemount, Inc. Alle rechten voorbehouden. Alle merken zijn eigendom van de eigenaar. Het Emerson-logo is een handelsmerk en dienstmerk van Emerson Electric Co. Rosemount en het Rosemount-logo zijn gedeponeerde handelsmerken van Rosemount Inc.