Technologieondernemers nemen financiering in eigen hand Verslag van een High Level Meeting, 25 september 2013 Inleiding Recent onderzoek toont aan dat veel bedrijven in de technologiesector financiering als belangrijkste groeibelemmering ervaren. Daardoor mist Nederland kansen op het gebied van innovatie en export. De technologische industrie levert tenslotte een belangrijke bijdrage aan de verdienkracht van Nederland. Tegelijkertijd zien we dat door de crisis de leencapaciteit van banken sterk is aangetast. Hierdoor is een ongewenst financieringsknelpunt ontstaan. Deze situatie vraagt om verandering en alternatieven. Op uitnodiging van Technologiestichting STW, brancheverenging FME-CWM en het Sustainable Finance Lab kwamen ruim twintig algemeen en financieel directeuren van technologiebedrijven uit de hightech, cleantech en medtech sectoren bij elkaar om op zoek te gaan naar oplossingen, samen met diverse experts betrokken bij de ontwikkeling van nieuwe financieringsvormen. Probleemschets Ineke Dezentjé Hemming, voorzitter van FME-CWM, heet alle aanwezigen van harte welkom. Zij spreekt haar overtuiging uit dat landen in de toekomst alleen nog concurreren op technologie. Vooruitkijkend naar 2020 is FME-CWM veel meer focus gaan leggen op grote maatschappelijke thema’s, zoals vergrijzing, zorg, de gebouwde omgeving en duurzaamheid. Daarbij staat het nieuwe zaken doen in clusterverband centraal: delen is het nieuwe hebben. Een goed voorbeeld daarvan is de levering van een complete operatiekamer aan het UMC St Radboud – van apparatuur tot verlichting – door een cluster van bedrijven. De vraag is echter hoe je als technologiebedrijf kan groeien als daarvoor geen financiering beschikbaar is. 60 procent van de leden van FME-CWM heeft problemen met financiering. De zakelijke kredietbehoefte bedraagt in Nederland zo’n €350 miljard, waarvan €7,5 miljard aan kredieten onder de €250.000. Op Prinsjesdag is aangekondigd dat €125 miljoen beschikbaar komt om meer financiering voor het mkb beschikbaar te maken, maar gezien de totale omvang van de kredietbehoefte is dat een druppel op een gloeiende plaat. Kees Linse, bestuurslid van Technologiestichting STW en commissaris bij vermogensbeheerder Mn Services, licht toe waarom STW deze high level meeting mogelijk maakt. STW subsidieert technischwetenschappelijk onderzoek. Valorisatie is daarbij van wezenlijk belang en onderzoeksvoorstellen
worden daarom ook beoordeeld en begeleid door gebruikerscomités. STW helpt zo onderzoekers op weg naar een technologische onderneming. Maar voor die stip op de horizon wordt bereikt, moet een startende onderneming nog een diepe kloof over: na de demonstratie van een technologische innovatie is bedrijfsfinanciering nodig. STW is dan echter al van de trein gesprongen. De uitdaging is hoe je kapitaal en technologie bij elkaar kunt brengen en deze high level meeting helpt nieuwe mogelijkheden te verkennen. Ook voor Mn Services, de beheerder van pensioenenvermogens van de groot- en kleinmetaal sector, is dit een belangrijk vraagstuk. Dagvoorzitter Herman Wijffels legt uit dat het Sustainable Finance Lab een paar jaar geleden werd opgericht om de financiële sector te helpen doen waar die eigenlijk voor bedoeld is: dienstbaar zijn aan een duurzame reële economie. We bevinden ons in een periode van grote maatschappelijke verandering, maar de financiële sector draait nog op software uit de 20e eeuw. Door middel van bijeenkomsten als deze probeert het Sustainable Finance Lab ontwikkelingen in de financiële sector een duwtje de juiste kant op te geven. Twee toekomstscenario’s Na deze introductie presenteert strategie-ontwikkelaar Paul de Ruijter twee toekomstscenario’s voor financiering van de technologische industrie. De meeste ondernemingen zoeken financiering bij banken. Banken financieren echter zekerheden en zijn niet bedoeld om risico-kapitaal te verstrekken. Voor snelle groei is vooral eigen vermogen nodig. Voor de crisis was over het algemeen voldoende financiering beschikbaar. Nu moeten de belangrijkste financiers van ondernemers, de banken, deleveragen – hun risicoprofiel verminderen door minder risicovolle leningen te verstrekken – en komt het voor dat zelfs goedlopende bedrijven geen herfinanciering meer krijgen. Vroeger kwamen vraag en aanbod van kapitaal op een beurs bij elkaar en kon financiering rechtstreeks van spaarders naar ondernemers stromen. Door de tijd heen is het bemiddelen tussen vraag en aanbod steeds verder gereguleerd en gemonopoliseerd door grote financiële instellingen. Door allerlei instituties en toezichtregels, zoals kapitaaleisen die leningen aan overheden en hypotheken aan huishoudens stimuleren, komt kapitaal nauwelijks nog bij ondernemers terecht. Wel is er een grote financiële sector ontstaan ten koste van de reële economie. We zitten nu in een negatieve spiraal waarbij banken steeds minder krediet verlenen. Vanwege verliezen op kredieten aan slecht lopende bedrijven verhogen banken generiek de risico-opslagen. Dit leidt tot hogere kosten van krediet voor alle bedrijven. Winnaars en verliezers worden door banken over één kam geschoren, banken zien technologie met grote groeikansen als risicovol omdat daar weinig historische data over beschikbaar is. Hierdoor nemen de investeringen af, wat leidt tot minder economische groei, zodat banken hun kredietrisico’s en de noodzaak tot deleveraging verder zien toenemen. Wat we nodig hebben is een spiraal omhoog met meer marktwerking in de financiële sector en een grote diversiteit aan financiering. Dan kunnen de investeringen weer toenemen. Alternatieve intermediairs als kredietunies en initiatieven als een mkb-investeringsfonds voor grote pensioenfondsen en verzekeraars kunnen zorgen dat meer middelen uit de financiële sector bij ondernemers terecht komen. Daarnaast moet vooral weer een echte markt op gang komen, met
speciale beurzen voor mkb-bedrijven zoals ook nieuwe vormen als crowdfunding, zodat financiering weer rechtstreeks van spaarders naar ondernemers kan stromen. Het helpt als spaarders daarbij meer ruimte krijgen om zelf te investeren in plaats van te sparen via financiële instellingen. Als de investeringen weer toenemen zullen er ook missers gemaakt worden en sommige partijen geld verliezen, maar die missers zijn nodig om van te leren. Hierdoor ontstaat juist meer kennis over de risico’s en kansen van verschillende investeringen, wat de spiraal omhoog alleen maar versterkt. Alternatieven Een tweetal kansrijke en opkomende alternatieve financieringswijzen worden gepresenteerd. Allereerst Roland Lampe van de Vereniging van Kredietunies in Nederland. Na de start van het initiatief hebben zich meer dan 80 initiatiefnemers voor een kredietunie aangemeld. Binnenkort gaan de eerste pilots van start. Kredietunies zijn veilige, maatschappelijk betrokken, zelf financierende kredietverenigingen van, voor en door ondernemers en particulieren. In veel landen bestaat hier al veel ervaring mee. In de VS verstrekken kredietunies USD 42 miljard aan mkb krediet. Kredietunies bieden hun leden niet alleen een investerings- en kredietmogelijkheid, maar tevens coaching en kunnen daardoor problemen vroegtijdig signaleren en zo het kredietrisico laag houden. Kredietunies zijn een besloten kring kunnen geen beroep doen op de publieke spaarmarkt of eigen vermogen aantrekken buiten de kring van betrokken en belanghebbende instellingen (structuur-, pensioenfondsen e.d.). De leden stellen middelen ter beschikking van kredietunies in de vorm van Verhandelbare Perpetuele Ledencertificaten Vervolgens presenteert Gijsbert Koren van crowdfunding consultancy Douw&Koren de mogelijkheden van crowdfunding. Een financieringsvorm waarbij via een website velen (‘de crowd’) kunnen intekenen op een investeringsvoorstel. Deze financiering kan verschillende vormen aannemen: donaties, rewards, leningen en aandelen. Koren schat dat Nederlandse ondernemingen in 2015 zo’n 250 miljoen euro aan financiering via crowdfunding op zullen halen. Nederland kent momenteel zes operationele crowdfunding platforms. Voorbeelden zijn CrowdAboutNow, Geldvoorelkaar, Oneplanetcrowd en Symbid. In 2012 hebben in Nederland 118 ondernemingen voor in totaal 11,4 miljoen euro succesvol financiering opgehaald middels crowdfunding. Behoeften en vragen van ondernemers De aanwezigen gaan uiteen in een drietal groepen waar ze nader ingaan op hun specifieke financieringsbehoeften, de belemmeringen die ze daarbij ervaren, de mogelijkheden die de gepresenteerde alternatieven bieden en de acties die nodig zijn om deze kansen te benutten. Tot slot komen alle aanwezigen weer bijeen voor een afsluitende sessie onder leiding van Herman Wijffels. Herman Wijffels vat de discussie in de verschillende groepen samen. Er blijkt een breed scala te bestaan aan financieringsbehoeften: van relatief kleine bedragen tot tientallen miljoenen, voor korte en lange termijn, en van leningen tot financiering met een hoog risico. De interesse voor alternatieve financieringsvormen is groot, in ieder geval voor crowdfunding. Voor de deelnemers aan de high level meeting worden alternatieven met name interessant als ook hogere bedragen kunnen worden opgehaald. Daarnaast bestaat er behoefte aan advies op maat over financieringsmogelijkheden,
enigszins vergelijkbaar met adviesdiensten van merchant banks. Vervolgens geeft Wijffels verschillende deelnemers het woord voor vragen en toelichting over alternatieve financieringsmogelijkheden. Koren legt uit dat het gemiddelde bedrag dat tot nu toe wordt opgehaald met crowdfunding bijna €100.000 bedraagt, maar er bestaan ook enkele voorbeelden van aanzienlijk hogere bedragen. Hij raadt ondernemers aan om zelf eens een klein bedrag te investeren via een crowdfunding platform om te ondervinden hoe dit werkt. Lampe geeft aan dat de kredietunies die nu van start gaan, beginnen met leningen van maximaal €250.000, maar de verwachting is dat dit snel richting €1 miljoen zal gaan. Eén van de pilots met kredietunies richt zich op Bovag-leden en aangesloten dealers hebben bijvoorbeeld een gemiddelde financieringsbehoefte van ongeveer €800.000. Om hogere leningen mogelijk te maken, wordt met pensioenfondsen overlegd over het oprichten van een co-financieringsfonds voor kredietunies, waardoor hogere bedragen en langere looptijden mogelijk worden. Verschillende deelnemers vragen zich af hoe ver de betrokkenheid van een kredietunie bij kredietnemers gaat. Voor een verantwoorde kredietanalyse is het nodig dat een kredietnemend lid vertrouwelijke gegevens ter beschikking stelt. Deze gegevens zullen uitsluitend, conform de gedragscode, vertrouwelijk worden behandeld. Naast de relatiebeheerder worden deze alleen ingezien door de kredietcommissie, een externe kredietanalyse en kredietbeheer bureau en het bestuur van de kredietunie voor de behandeling van kredietaanvragen. Lampe benadrukt dat de intensiteit van overleg met de relatiebeheerder verschilt, van één keer per maand voor starters tot één keer per half jaar voor ervaren ondernemers, al naar gelang de kredietunie zelf noodzakelijk vindt. De relatiebeheerder kan alleen adviseren en niet meebeslissen. Wanneer zich ernstig problemen voordoen, kan de relatiebeheerder (samen met andere leden die waarde kunnen toevoegen, hun geld zit ook in dat krediet) ingrijpen om te proberen een faillissement te voorkomen. De verwachting is dat kredietunies eventuele problemen eerder kunnen signaleren dan banken, zodat de kredietverliezen lager zijn. De Ruijter benadrukt dat peer-to-peer lending (onderhandse leningen tussen ondernemers onderling) nu ook al volop voorkomt. Bij een snelle peiling onder de deelnemers blijkt dat veel ondernemers hier ervaring mee hebben, inclusief met leningen die niet goed uitpakten. Een voordeel van kredietunies is die leningen van ondernemers aan andere ondernemers op een formele en professionele manier mogelijk maken, zonder dat de leningen direct gekoppeld zijn aan een persoonlijke relatie. Nieuwe fondsen in oprichting Martin Verwoerd introduceert het stimuleringsfonds Ondernemend Oranje Kapitaal (OOK), een investeringsfonds van, voor en door ondernemers dat op dit moment in oprichting is. Het fonds verstrekt achtergestelde leningen tot €1 miljoen en grotere financieringen zijn mogelijk in de vorm van participaties. Daarbij geldt geen double digit rendementseis en zijn exit mogelijkheden niet het belangrijkst, zoals bij veel private equity fondsen. OOK mikt op een gemiddeld rendement van 8-10%
over een periode van 7 jaar. De focus ligt op groei van jonge bestaande ondernemingen, met een bewezen product waarvan al verkopen zijn gerealiseerd. Er zijn verschillende grote bedrijven die veel geld in OOK investeren om de ontwikkeling van hun toeleveranciers te steunen. Naast financiering maakt OOK expertise beschikbaar door commissaris te leveren voor de bedrijven waarin wordt geïnvesteerd. Ondernemers met een kapitaalbehoefte of die geïnteresseerd zijn om in het fonds te investeren, kunnen zich aanmelden via http://www.ondernemendoranjekapitaal.nl. Victor van Will geeft aan dat Mn Services ook bezig is een nieuw fonds op te zetten. Dit fonds richt zicht op verstrekking van senior vreemd vermogen aan het midden- en grootbedrijf via club deals, zodat de balans van banken wordt ontlast. Vervolg Tot slot geeft Wijffels drie adviezen aan FME-CWM op basis van de discussies tijdens de high level meeting. FMW-CWM kan haar leden helpen door hen te blijven informeren over nieuwe vormen van financiering zoals crowdfunding en kredietunies en over beschikbare financieringsregelingen. Op dit moment is dergelijke informatie soms lastig te vinden, te gefragmenteerd of niet actueel. Daarnaast zou advies voor leden over financieringsmogelijkheden en het structureren van financiering behulpzaam zijn. Tenslotte kan FME-CWM helpen om informele bijeenkomsten op sectorniveau te organiseren waar ondernemers en potentiële financiers elkaar persoonlijk kunnen ontmoeten. Hans van der Spek van FME-CWM geeft aan deze adviezen ter harte te nemen en bedankt alle deelnemers voor hun actieve inbreng tijdens de bijeenkomst.