Neem het heft in eigen hand! Van zwembad tot studentenflat, van repareerbare smartphone tot particuliere bibliotheek: de doe-het-zelf-overheid is in de maak
Jenny Velthuys (Elsevier)
[email protected]
Nu het geld er niet meer is om alles van bovenaf te regelen, doet de overheid een beroep op particulier initiatief. Dat er veel ‘van onderop’-potentie is, is zeker. Dat tonen de vele, vaak kleine initiatieven van burgers die zélf hun buurt of de wereld wat leefbaarder maken. Maar gaat het wel zo gemakkelijk als de overheid hoopt? Wat hebben een kunstenaar die bijenhuizen maakt, een voormalige politieagent die een serviceflat wil ombouwen tot studentenhuisvesting, een ontwerper die zich sterk maakt voor ‘eerlijker’ smartphones, en een conceptontwikkelaar die een kringloopbibliotheek in zijn buurt opricht gemeen? Iemand een idee? Het gaat niet goed met Nederland. Vijf jaar crisis hebben van Nederland een ander land gemaakt: meer werklozen, minder baby’s, meer bedrijfsfaillissementen, meer mensen in de schuldhulpverlening en meer zelfmoorden. Tegen deze achtergrond deed minister van Binnenlandse Zaken Ronald Plasterk (PvdA) onlangs een bijna wreed voorstel. Hij bracht in juni een nota uit met als titel De doe-democratie. Kabinetsnota ter stimulering van een vitale samenleving . Het idee: burgers moeten zélf maatschappelijke problemen oplossen. De doe-het-zelf-democratie wordt ook wel omschreven als een netwerksamenleving, die sterk lijkt op het door een politieke partij als het CDA al decennia gepropageerde ‘maatschappelijk middenveld’. Vitale burgers en instellingen wachten niet meer op politieke besluiten of grote instituties om de zaken voor ze te regelen, maar lossen maatschappelijke kwesties met elkaar op. Naast de klassieke democratie van de stembus, oefenen burgers zo rechtstreeks invloed uit op hun leefomgeving. Ander voordeel: al dat netwerken vergroot het onderlinge vertrouwen en zorgt voor sociale innovatie. De Raad voor Maatschappelijke Ontwikkeling (RMO) publiceerde in juli een advies met als titel Terugtreden is vooruitzien . De strekking: de overheid moet leren loslaten. De RMO bepleit een ‘fundamentele verandering van de verhouding tussen overheid en samenleving op het gebied van zeggenschap, financiering en rechtsstatelijke waarborgen’. Maatschappelijk initiatief moet meer ruimte krijgen. Daarom moet de overheid minder verantwoordelijkheden op zich nemen. De consequentie is een ander Nederland. ‘Als de zorg voor publieke voorzieningen in handen is van maatschappelijke initiatieven, zal dit waarschijnlijk leiden tot meer verschil, ongelijkheid en mogelijk conflict in organisatie en verdeling van publieke voorzieningen in zorg, onderwijs, welzijn, huisvesting en misschien zelfs wel veiligheid.’ De RMO vindt dat de overheid deze verschillen moet accepteren. Afgezet tegen de inktzwarte achtergrond van de crisis klinkt deze roep om burgerlijke zelfredzaamheid nogal wrang. Juist nu Nederlanders de steun van de overheid meer dan ooit nodig
Elsevier
Jenny Velthuys
1
lijken te hebben, worden die aan hun lot overgelaten. Maar wie de laatste tijd een beetje heeft rondgekeken, ziet inderdaad steeds meer nieuwe burgerinitiatieven van de grond komen. Van een lokaal zwembad dat wordt gerund door vrijwilligers tot een particulier plan om de bijenpopulatie weer op gang te helpen. Crowdfunding Er gebeurt zoveel dat het onmogelijk is om alles bij te houden. In Apeldoorn hebben burgers zelfs een eigen bank opgericht. Harde cijfers zijn lastig te vinden, ook omdat het vaak om kleine, lokale initiatieven gaat. Een indicatie van de groei is het bedrag dat jaarlijks wordt opgehaald via crowdfunding , een alternatieve manier van financieren. Bedrijven, burgers en stichtingen die geld nodig hebben, werven belangstelling voor hun project via een crowdfundingplatform op internet. Belangstellenden die wel wat in een project zien, kunnen naar eigen inzicht een bedrag investeren. Zo krijgen initiatieven het geld bij elkaar via een grote groep kleine investeerders in plaats van via de bank. Terwijl vorig jaar in totaal 14 miljoen euro via crowdfunding is opgehaald, investeerden Nederlanders in de eerste zes maanden van 2013 al 13 miljoen euro. Onderzoekers die in opdracht van het ministerie van Economische Zaken de crowdfunding in Nederland in kaart hebben gebracht, verwachten dat de teller eind dit jaar op 30 miljoen euro zal staan. In 2015 zal dat volgens hun berekeningen zelfs zijn gestegen tot 250 miljoen. Een mooie illustratie van de doe-democratie van onderop. Nog duidelijker zijn de voorbeelden van recente lokale initiatieven om de buurt te verbeteren. Neem het openluchtzwembad Dampegheest in Limmen, een landelijk dorp in Noord-Holland. Oorspronkelijk keerde de gemeente Castricum, waarvan Limmen deel uitmaakt, het zwembad jaarlijks subsidie uit. Maar in 2012 besloot de gemeente deze subsidie in te trekken. Ondernemers Groep Limmen (OGL) besloot het zwembad te sluiten.Zwembadexploitant Barry Hoogeboom (27): ‘Er was geen redden meer aan.’ Tot mensen uit de buurt overeenkwamen zich in te zetten om het zwembad open te houden. In eerste instantie bestond die groep uit zo’n zestien leden, uiteindelijk bleven er drie over. Die richtten de stichting Vrienden van Dampegheest op en begonnen onderhandelingen met de gemeente. Zwembad Dampegheest werd afgelopen juli officieel heropend. De gemeente heeft het zwembad aan de stichting overgedragen voor het symbolische bedrag van 1 euro. Daarnaast schonk de gemeente eenmalig 25.000 euro om de doorstart te ondersteunen. Vanaf 2014 moeten vrijwilligers zelf het onderhoud verzorgen. Om het zwembad rendabel te houden, moeten ze minstens 30.000 euro per jaar verdienen. Het zwembad is op zoek naar vrijwilligers. Hoogeboom: ‘We zijn er nog niet, maar elke week komen er weer een paar mensen bij. En bezoekers helpen vaker. Mensen die al een
Elsevier
Jenny Velthuys
2
abonnement hadden, zeggen nu als ze in het zwembad zijn: “Barry, geef me effe wat vuilniszakken, dan ruim ik hier een beetje op”.’ Of neem de achterstandswijk Malburgen in Arnhem, waar voormalig politieagent Walter Klein Nienhuis (49) het Bruishuis, een deels leegstaande serviceflat, wil omtoveren tot studentenflat. Hij kreeg een groep van ongeveer dertig wijkbewoners bij elkaar die nu samen het Bruishuis hebben overgenomen van corporatie Volkshuisvesting Arnhem. Het bewonersbedrijf gaat zelf de 135 kamers verhuren en beheren. Ze doen de administratie en zorgen dat de huren op tijd binnenkomen. Verder verzorgen ze de schoonmaak, de bewaking en de tuin. Samen met het Landelijk Samenwerkingsverband Aandachtswijken willen ze met de winst sociale projecten in de wijk opzetten. Klein Nienhuis: ‘Ik ben nu een jaar of vijf aan het werk in Malburgen. Eind jaren negentig ging het heel slecht met de wijk: hoeren, drugs, overlast.’ Inmiddels heeft de wijk een facelift ondergaan. Maar, denkt Klein Nienhuis, in Malburgen wordt het pas echt prettig wonen als de buurtbewoners zelf wat meer de touwtjes in handen nemen. De nieuwe huurders kunnen daarom korting krijgen op de huur als ze zich inzetten voor de buurt, zoals het trainen van een voetbalteam of het geven van taal- of computerles. Tot nu toe huren zes Poolse hoveniers en één Nederlandse man er een kamer. In ruil voor de huurkorting onderhouden ze de tuin. ‘Kijk eens,’ zegt Klein Nienhuis. Hij bekijkt buiten goedkeurend het kortgewiekte gras en de schone aarde tussen de bloemen in de perkjes. ‘De tuin heeft er nog nooit zo mooi bijgelegen.’ Dan, met een weemoedige glimlach om zijn lippen: ‘Weet je wat ik mooi zou vinden? Als we ooit een telefoontje krijgen van de politie omdat de studenten een feestje met te luide muziek houden.’ Hij blikt omhoog naar de tien verdiepingen tellende flat. ‘Het moet weer bruisen hier.’ Wijkbibliotheek Een gemeenschappelijke droom kan een band scheppen, zo blijkt uit het verhaal van Sandra Hoveling (43). Begin 2003 kwamen zij en haar man op IJburg wonen, een rechthoekige, groots opgezette nieuwbouwwijk op een kunstmatig eiland aan het IJ in Amsterdam. Waar nu de brede lanen, het vele glas en de ligging aan het water opvallen, was IJburg toen Hoveling er net kwam wonen een lege zandvlakte. Met af en toe een woonblok. Haar man groet nog steeds mensen die hij kent uit de bus die toen door het desolate landschap reed, al heeft hij ze verder nooit gesproken. Ze zaten in hetzelfde schuitje en dus namen ze elkaar waar met een blik van herkenning. Toen de gemeenschappelijke voorzieningen lang op zich lieten wachten, richtten allerlei bewoners zelf wat op.
Elsevier
Jenny Velthuys
3
Er kwamen een kano- en een tennisvereniging. Op 10 april werd in IJburg de FlexBieb geopend, een kringloopbibliotheek waar inwoners van IJburg samenkomen om boeken te lezen of te lenen. De bibliotheek wordt gerund door vrijwilligers uit de wijk, de boeken komen van buurtbewoners en andere sympathisanten. Het initiatief komt van IJburger Joris Vermeulen (44) en zijn ideëel projectbureau HOTSPOT. Vermeulen wilde de bibliotheek opzetten omdat IJburg nog te weinig inwoners telt voor een ‘echte’ wijkbibliotheek, terwijl de afstand tot de hoofdvestiging van de Openbare Bibliotheek Amsterdam, naast het Centraal Station, voor veel IJburgers net te groot is. In eerste instantie wilde Vermeulen gebruikmaken van ruimten in IJburg die tijdelijk leeg stonden. Vandaar de naam FlexBieb. Uiteindelijk werd het wijkbiebje gevestigd in een leegstaand bedrijfspand dat in bezit is van Woonstichting De Key. Vermeulen: ‘Het pand stond al zeven jaar leeg. De Key verhuurt het aan ons voor de helft van de prijs.’ Om huur, gas, water en licht te kunnen betalen, ontvangt de FlexBieb financiële steun van woningcorporaties De Alliantie en Ymere, stichting Viia (voor bewoners van IJburg) en stadsdeel Oost. In de open ruimte staan houten stellages vol boeken, in het midden staat een houten tafel met tijdschriften en in een hoek staan vier computers, geschonken door een buurman die ICT’er is. Er is gratis wifi en leden kunnen tegen een laag bedrag een kopje koffie of thee krijgen en printeruitdraaien of kopieën maken. Het geheel ademt een huiselijke sfeer, misschien wel omdat het er slordiger is dan in een gewone bibliotheek. Tegen de muren staan stapels boeken die nog in de catalogus moeten worden ingevoerd, de kinderboeken zijn gerangschikt in houten kratten. Sandra Hoveling is een van de rond twintig vrijwilligers. ‘Laatst zei iemand tegen me: “In een normale bieb heb ik altijd het gevoel dat ik moet fluisteren, hier voel ik me thuis.”’ Ze hebben inmiddels 550 leden. Kinderen tot en met 17 jaar kunnen gratis lid worden, volwassenen betalen 10 euro per jaar. In de onlinecatalogus, gemaakt door vrijwilliger Michel Vogler, staan vijfduizend boeken. Hoveling kan ze moeiteloos lokaliseren. Ze wijst naar de stellages: ‘Daar staan de informatieve boeken, daar de spanning en sensatie, rechts wat buitenlandse literatuur. Het is nu rustig door de zomervakantie. Maar doorgaans is het hier, zeker op woensdagmiddag, chaos.’ De meeste vrijwilligers in de FlexBieb zijn gepensioneerd of ‘in between jobs’, zoals Hoveling het met een knipoog noemt. Maar er staat ook een studente en eerder werkte er een purser die wat nuttigs wilde doen tussen het vliegen door. Zelf werkt Hoveling, die geschiedenis heeft gestudeerd, sinds 2009 niet meer wegens haar gezondheid. Afgelopen maart zag ze een advertentie van de FlexBieb in het lokale nieuwsblad staan. Dat ze vrijwilligers zochten.
Elsevier
Jenny Velthuys
4
Ze belde meteen. ‘Ik ben een echte boekenwurm. Nu sta ik elke woensdag in de bieb. Ik heb een mevrouw die speciaal voor mij komt, een oudere dame, ik weet precies welke boeken zij leuk vindt.’ Twee avonden in de maand organiseert de FlexBieb een Flex Night Live, waarop schrijvers voorlezen uit hun werk of een hoogleraar een lezing komt geven. Hoveling: ‘We zijn inmiddels een ontmoetingsplek geworden voor mensen uit de buurt.’ Volgens Hoveling is de solidariteit in IJburg bijzonder sterk ontwikkeld. ‘Eens geloofden we allemaal in dezelfde bouwtekening, al werd in de kranten, vooral in Het Parool , heel negatief over IJburg geschreven. Ik herinner me zelfs dat bewoners op een gegeven moment T-shirts gingen dragen met het opschrift: I Love AY . Nu is alles veel beter geregeld in IJburg. Maar sommige IJburgers missen die oude tijd, waarin IJburg meer op een camping leek. Zo was het hier tot 2010 normaal om bij de bushalte te stoppen met de auto en te vragen of je een lift kon geven. Omdat het openbaar vervoer onbetrouwbaar was. Zoiets creëert wél gemeenschapszin.’ Samen rooien Juist omdat er niks was op IJburg, ook geen overheid die het allemaal regelt, bloeide op IJburg de gemeenschapszin en het particulier initiatief. Zou het dan toch? Heeft het positieve gevolgen voor de samenleving als we het wat meer met elkaar moeten zien te rooien? Zijn we lui geworden doordat we altijd konden rekenen op de staat? Biedt een terugtredende overheid een oplossing? Eigenlijk is de verzorgingsstaat helemaal niet zo vanzelfsprekend. De overheidsbemoeienis met de organisatie van publieke voorzieningen kwam pas na de Tweede Wereldoorlog echt op gang. In die periode werden steeds meer publieke voorzieningen – van oorsprong niet zelden particulier initiatief – van staatswege gefinancierd. Maar deze regulerende rol van de staat staat nu ter discussie – ook bij de overheid zelf. Er is te weinig geld meer voor. Daarnaast voert de politiek aan dat een sterk regulerende overheid ertoe leidt dat de burger zelf geen initiatief meer neemt. Burgerinitiatief en maatschappelijke ‘veerkracht’ zijn de nieuwe belofte geworden. Het van-bovenaf-tijdperk lijkt voorbij. Leve het van-onderop-tijdperk? Dat van onderop veel succesvoller kan zijn dan van bovenaf, is zeker. Herinnert u zich digitale encyclopedie Encarta nog? Halverwege de jaren negentig opgezet door softwaregigant Microsoft. Talloze experts schreven er duizenden artikelen voor, aangestuurd door goed geïnformeerde managers. Eens geloofde iedereen dat Encarta alle mogelijkheden van internet benutte. En toen werd enkele jaren na de start van Encarta een andere digitale encyclopedie opgezet. Deze rekende op de inbreng van mensen die het ‘gewoon leuk’ vonden om kennis te delen. Iedereen kon een stukje plaatsen, niemand kreeg betaald. Een nieuw model. Het zou Wikipedia gaan heten.
Elsevier
Jenny Velthuys
5
Begin 2009 vergeleek beroepenanalist Daniel H. Pink dit nieuwe model met Encarta tijdens een presentatie over motivatie op TED, een jaarlijkse conferentie op het gebied van technologie, entertainment en design. ‘Als je tien jaar geleden aan een econoom, waar dan ook, zou hebben verteld over Wikipedia, dan zou geen enkele econoom ter wereld – tenzij die misschien dronken was – hebben verklaard dat Wikipedia succesvoller zou worden dan Encarta.’ Toch was het zo. In januari 2009 ging 97 procent van de online-encyclopedie-bezoekers uit de Verenigde Staten naar Wikipedia. Encarta was tweede met 1,27 procent. In maart 2009 besloot Microsoft Encarta definitief van het web te halen. Tegenover het logge, van bovenaf bestuurde Encarta waar de artikelen vaak pijnlijk gedateerd waren, stond Wikipedia met zijn constante stroom gratis input van over de hele wereld. Het is het verschil tussen intrinsieke en extrinsieke motivatie. Extrinsieke motivatie ontstaat bij het vooruitzicht op een beloning of straf. Bij intrinsieke motivatie komt de motivatie uit de persoon zelf. Deze handelt niet om een beloning te bemachtigen of straf te ontlopen, maar wegens de intrinsieke waarde van de activiteit zelf. Bij intrinsieke motivatie draait het om het spel, bij extrinsieke motivatie om de knikkers. Bij de burgerinitiatieven valt deze intrinsieke motivatie sterk op. De Amsterdamse ontwerper Aad Kruiswijk (44) richtte Bee Inc. op, een bedrijf waarvoor hij huizen maakt voor solitaire bijen. Solitaire bijen zijn noodzakelijk voor de bestuiving en dus de voedselvoorziening, steken niet en doen het goed in de stad omdat daar minder gif en meer diversiteit aan bloemen is. Ze hebben alleen veel te weinig plekken om hun eitjes te leggen. Kruiswijk ontwierp kristalvormige bijenhuizen die uit de kruin van gekapte Amsterdamse stadsbomen worden gezaagd. Dat hout zou anders worden beschouwd als afvalhout. Particulieren kunnen de bijenkristallen in de tuin of op het balkon ophangen. Een mooi initiatief – en een alternatief voor ingrijpen van bovenaf. Elders in Nederland ontfermt – heel ouderwets – de overheid zich over de bij. Afgelopen maand besloot de gemeente Rotterdam een bijenberm aan te leggen van bijna 20.000 vierkante meter. Door slim gebruik te maken van bijvriendelijke planten hoopt de gemeente de bijenstand in Rotterdam te verbeteren. Maar doet Kruiswijk het omdat hij ziet dat niemand anders wat doet voor de – kwijnende – bijenpopulatie? Kruiswijk vond het interessant om zich in bijen te verdiepen. Vervolgens vond hij het zinnig om bij te dragen aan bewustwording over het belang van de bij. Maar bovenal haalde hij als kunstenaar voldoening uit het ontwerpen van een esthetisch object dat ook nog eens vernuftig in elkaar zit. Door de voorkant van het hout lopen kleine, schuin omhoog lopende buisjes waarin per buisje één solitaire bij ongeveer acht eitjes kan leggen. Kruiswijk: ‘Bij het eerste model dat ik maakte, kreeg ik zo’n zoemend gevoel in mijn buik. Daar doe ik het voor. Al vind ik het natuurlijk leuk als veel
Elsevier
Jenny Velthuys
6
andere mensen ze ook mooi vinden.’ Veerkracht Dit soort particulier initiatief, van onderop en intrinsiek gemotiveerd, heeft veel maatschappelijke potentie, zegt Michiel van Eeten (43), hoogleraar Technische Bestuurskunde aan de TU Delft. Van Eeten deed samen met Arjen Boin onderzoek naar veerkracht als nieuw maatschappelijk ideaal. Hun kritische essay Maatschappelijke veerkracht: een nieuw ideaal doorgrond werd als bijlage toegevoegd aan het RMO-advies over terugtreding door de overheid. Van Eeten: ‘De staat moet terughoudend zijn met het grote blauwdrukdenken. We zijn de afgelopen twee-, driehonderd jaar vooruitgegaan. Meer welvaart, meer veiligheid. Maar dat is niet per se dankzij de staat, eerder dankzij eigen initiatief, plus toevalligheden. Daarom is marktwerking ook zo’n vondst. Via trial and error is het veel beter mogelijk om tot innovatie te komen. Experimenten kunnen falen zonder dat de hele samenleving meteen op zijn gat ligt.’ Tessa Wernink (36) is manager communicatie bij Fairphone, een Nederlandse social business die werd opgericht door ontwerper Bas van Abel (35). Hij raakte geïrriteerd toen hij de Nintendo van zijn zoontje wilde repareren en erachter kwam dat hij die niet open kon maken zonder ’m te vernielen. Vervolgens zette hij vraagtekens bij allerlei alledaagse elektronica, zoals de smartphone. Wat zijn dit voor apparaten, als je ze niet eens kunt openmaken? Waarvan worden ze eigenlijk gemaakt? Wie hebben daaraan gewerkt? En waar? De grondstoffen bleken afkomstig uit mijnen in Congo waar de arbeiders worden onderdrukt, de telefoons worden tegen een laag loon gemaakt in China en als een onderdeel van de telefoon kapot is, kopen of krijgen we een nieuwe. De oude telefoons belanden vervolgens op afvalbergen in de derde wereld, waar ze voor ernstige gezondheids- en verontreinigingsproblemen zorgen. Van Abel begon een campagne om bewustzijn te creëren. Maar was het niet nog beter om zélf een ‘eerlijker’ smartphone te maken? De Fairphone wordt geproduceerd van mineralen die zonder uitbuiting zijn gedolven en de arbeiders van de fabriek in China krijgen meer invloed op hun werkomstandigheden. Een andere verbetering is dat Fairphone losse reserveonderdelen wil gaan verkopen, zodat gebruikers hun telefoon zelf kunnen repareren. ‘We zijn steeds meer vervreemd geraakt van de producten die we gebruiken,’ zegt Wernink. ‘De drijfveer van Fairphone is een relatie tot stand brengen tussen mensen en hun spullen. Pas als we weten hoe ze worden gemaakt, zien we hoe het productieproces mens- en milieuvriendelijker kan worden.’ Fairphone begon een crowdfundingcampagne om te kijken of er genoeg belangstelling was. Bij vijfduizend op voorhand verkochte telefoons kon Fairphone een aanbetaling doen bij de fabriek. Ze
Elsevier
Jenny Velthuys
7
wisten binnen een maand tienduizend belangstellenden te werven. Er worden dit jaar twintigduizend Fairphones gemaakt. Wernink: ‘Het is een druppel op een gloeiende plaat als je kijkt naar de miljoenen die bedrijven als Apple en Samsung omzetten. Maar de eerste week dat ik hier werkte, kreeg ik een paar keer kippenvel. Ik ontvang elke dag mails van mensen die willen helpen. Van hackers die het besturingssysteem van mobiele telefoons willen openbreken, tot huisvrouwen die begaan zijn met de arbeidsomstandigheden van de fabrieksarbeiders. Er is behoefte om op een andere manier met de markt om te gaan. We willen toe naar een systeem waarvan iederéén beter wordt, niet alleen de consument of de aandeelhouder.’ Gloedvolle betogen Wat hebben een kunstenaar die bijenhuizen maakt, een voormalige politieagent die een serviceflat wil ombouwen tot studentenhuisvesting, vrijwilligers die een zwembad openhouden, een ontwerper die ‘eerlijker’ smartphones maakt en een conceptontwikkelaar die een kringloopbibliotheek in zijn buurt opricht, dus met elkaar gemeen? Ten eerste voelen ze innerlijke drang (‘kippenvel’) om bij te dragen aan een zinvol doel, ook al is het ‘een druppel op een gloeiende plaat’. Ten tweede vinden ze het een uitdaging om steeds beter te worden in een activiteit die er naar hun mening toe doet. Ten derde vinden ze de activiteit zélf leuk en interessant. Allemaal intrinsieke motivaties. Het is deze ‘veerkracht’ die de overheid hoopt aan te boren door zich terug te trekken. Gaat dat ook zo werken? Bestuurskundige Van Eeten waarschuwt voor al te hoge verwachtingen. ‘Veerkracht klinkt als iets waar je niet tegen kunt zijn. Als dat zo lijkt, is er iets mis met het idee. De gloedvolle betogen van politici en beleidsmakers suggereren dat veerkracht een keuze is, een vernieuwende handelingsrichting: de economie, onze samenleving, de burger – alles moet veerkrachtiger worden. Maar we weten niet wat de nettobalans is. Alles heeft een prijs. Wie weet, is de prijs van een terugtredende staat een langdurige semi-recessie. ’Juist het feit dat maatschappelijk initiatief van onderop opeens ‘moet’, compliceert de zaak. Intrinsieke motivatie is moeilijk van bovenaf op te leggen: dan is de lol er snel af. Van Eeten: ‘Mooi als het openhouden van het zwembad in Limmen voor gemeenschapsvorming zorgt. Maar moeten we nu alle zwembaden aan vrijwilligers overdragen?’
Elsevier
Jenny Velthuys
8
Sinds 2007 genereert emedia leads via e-bulletins. Hierdoor zijn wij expert op het gebied van e-mail marketing, content marketing en leadgeneratie. Wilt u leads genereren met uw whitepapers, artikelen, e-books of andere kennisdocumenten? Via een campagne bij emedia bereikt u altijd uw doelgroep. Neem vrijblijvend contact met ons op en wij vertellen u graag over onze mogelijkheden.
emedia Radarweg 29 1043 NX Amsterdam 020-5159385
[email protected]