Sanitair
Technische bepalingen
IRMM Organic Labs
Perceel SANITAIR Deel II - Technische bepalingen
Dossier P.002630
1
Sanitair
Technische bepalingen
Inhoudstabel: DEEL A - ALGEMENE TECHNISCHE BEPALINGEN ......................................................................... 3 Aanvullingen op de administratieve bepalingen .................................................................................... 4 HOOFDSTUK 1 : Omschrijving van de werken ................................................................................... 7 HOOFDSTUK 2 : Bijzondere bestekken en normen ............................................................................. 7 HOOFDSTUK 3 : Grenzen van de aanneming ...................................................................................... 8 HOOFDSTUK 4 : Toegankelijkheid van het gebouw ........................................................................... 9 HOOFDSTUK 5 : Materialen ................................................................................................................ 9 HOOFDSTUK 6 : Onderhoud- en beheer tijdens de waarborgperiode.................................................. 9 HOOFDSTUK 7 : Proeven en opleveringen .......................................................................................... 9 HOOFDSTUK 8 : Leidingen ............................................................................................................... 11 Buizen in Pehd voor afvoer .............................................................................................................. 13 Buizen in PEX-Alu-PEhd voor koud, warm water .......................................................................... 15 HOOFDSTUK 9 : Kraanwerk en toestellen op de leidingen ............................................................... 17 Afsluitkranen .................................................................................................................................... 17 Terugslagkleppen ............................................................................................................................. 18 Aflaatkranen ..................................................................................................................................... 18 HOOFDSTUK 10 : Brandbestrijding ................................................................................................... 18 Brandwerende afdichtingen .............................................................................................................. 18 Draagbare schuimblustoestellen ....................................................................................................... 19 HOOFDSTUK 11 : Sanitaire toestellen en toebehoren ........................................................................ 19 hoekstopkraan................................................................................................................................... 20 Nood-/oogdouche ............................................................................................................................. 20 Klokputje .......................................................................................................................................... 21 Warmwaterboiler .............................................................................................................................. 21 HOOFDSTUK 12 : Schilderwerken..................................................................................................... 21 HOOFDSTUK 13 : Isolatiewerken op leidingen ................................................................................. 22 HOOFDSTUK 14 : Elektrische werken ............................................................................................... 23
Dossier P .002630
2
Sanitair
Technische bepalingen
DEEL A - ALGEMENE TECHNISCHE BEPALINGEN
Dossier P .002630
3
Sanitair
Technische bepalingen
AANVULLINGEN OP DE ADMINISTRATIEVE BEPALINGEN Op deze aanneming zijn de bestuurlijke en administratieve voorwaarden van toepassing zoals vermeld in de algemene voorwaarden aangevuld en/of aangepast met hierna vermelde bepalingen (ingeval tegenstrijdigheden in de tekst hebben de algemene voorwaarden voorrang op onderhavige artikels).
0.1. Uitvoeringsplannen en technische fiches De hiernavolgende uitvoeringsplannen en eventuele bijhorende berekeningsnota's moeten door de Aannemer ingediend worden. Alle documenten worden opgesteld volgens een éénvormig en met het studiebureau overeen te komen systeem van benaming, oriëntatie, nummering, enz... De plannen worden opgesteld op voldoende grote schaal en met voldoende details teneinde ondubbelzinnige interpretaties toe te laten. Voor de formaten zijn de DIN-normen van toepassing. De gebruikte taal is het Nederlands. Volgende plannen zijn in te dienen: de gedetailleerde planning op basis van de termijnen opgegeven in algemene voorwaarden. de uitvoeringsplannen van de werken Voorafgaand aan de uitvoering van plannen, berekeningsnota's e.d. zal de Aannemer schriftelijk de laatste editie der ontwerpplannen en gegevens bij het studiebureau aanvragen, met afschrift naar de opdrachtgever. Al deze plannen worden opgesteld volgens de symbolen van de Belgische normen terzake. De documenten worden in de goedkeuringsfase als volgt doorgestuurd door de Aannemer: in 1 exemplaar naar de Opdrachtgever in 1 exemplaar naar het studiebureau. Hiervan stuurt het studiebureau de nageziene documenten in: 1 exemplaar naar de Aannemer De nageziene documenten worden door de Ingenieur als volgt op plan aangemerkt: ofwel "niet goedgekeurd" ofwel "goedgekeurd met opmerkingen" of "goedgekeurd mits aanpassing" (d.w.z. rekening houdend met de aangeduide opmerkingen). ofwel "goedgekeurd" (zonder enige opmerking) Zolang de plannen niet definitief goedgekeurd zijn mag de Aannemer geen enkel onderdeel in fabricatie laten gaan tenzij mits schriftelijke goedkeuring van de opdrachtgever of het studiebureau. De Aannemer is ook verplicht een plannenlijst op te stellen en deze om de 14 dagen aan te passen en aan opdrachtgever en het studiebureau voor te leggen. Er mogen geen werken worden uitgevoerd alvorens de uitvoeringsplannen en technische fiches zijn ingediend en goedgekeurd. Noodzakelijke aanpassingen aan de installatie als gevolg van een technisch foutieve uitvoering of foutief gebruik van de beschikbare plaats zijn zonder goedgekeurde uitvoeringsplannen of technische fiches volledig ten laste van de aannemer. Uitvoeringsplannen en technische fiches dienen als één pakket overhandigd te worden aan het studiebureau alvorens de betreffende werken uitgevoerd mogen worden. Afgekeurde fiches dienen opnieuw ingediend te worden alvorens de betreffende materialen mogen worden geplaatst.
Dossier P .002630
4
Sanitair
Technische bepalingen
0.2. Het dossier "As Built" Dit dossier, opgemaakt in viervoud, waarvan één reproduceerbaar omvat volgende documenten : Inleiding : - indeling van het dossier - lijst der documenten en plannen met correcte index Hoofdstuk I : - goedgekeurde data sheets van de uitrustingen en hun hulpuitrustingen (instrumentatie bv.) - goedgekeurde "logic" - schema's Deze schema's zijn opgesteld volgens IEC - goedgekeurde "elektrische" schema's (drijfkracht, stuur- en signalisatie). Deze schema's zijn opgesteld met symbolen DIN - goedgekeurde klemmenstroken - goedgekeurde kabellijsten - lijst van instelwaarden, opgesteld bij indienststelling Hoofdstuk II : - alle opstellingsplannen (planzichten en sneden) Hoofdstuk III: - alle constructieve detailplannen, alle constructieplannen van de elektrische borden alsmede de opstelling van de apparatuur in de borden Hoofdstuk IV : - alle constructieplannen van de verschillende onderdelen - goedgekeurde zichtplannen met de leidingen, kraanwerk en toebehoren. Hoofdstuk V : - de lijst der aangewende materialen, volledig met merknaam, aangewend type, volledig adres van de fabrikant en eventueel volledig adres van de vertegenwoordiger in België - de technische volledige documentatie van al de aangewende materialen, onderdelenlijst, smeerprogramma, enz... - een lijst met merknaam, aangewend type, ... van alle aan sleet onderhevige onderdelen of onderdelen waarvan een systematische vervanging moet voorzien worden (bv. riemen, lagers, enz...) Hoofdstuk VI : - de volledige lijst van alle onderaannemers met adres en telefoonnummer alsook de juiste omvang van de door hem uitgevoerde werken Alle documenten krijgen een "voorblad" met nummer, inhoudstitel en gedateerde herzieningstabel Alle formaten A3 worden gereduceerd tot A4. Alle as built plannen worden eveneens geleverd op CD-rom (Autocad compatibel, minimum versie 2006).
Dossier P .002630
5
Sanitair
Technische bepalingen
0.3. Het dossier "Operating Manual" Dit dossier is eveneens opgemaakt in viervoud, waarvan één reproduceerbaar en omvat : Deel I - Uitbatings- en onderhoudsvoorschriften -
de algemene omschrijving van de installatie, met schema's, plannen en omschrijving van alle karakteristieken van het materieel de beschrijving van de opstartprocedure beschrijving van alle parameters van de regeling met hun benaming, doel, instelwaarde in een begrijpbare tekst de beschrijving van het stilleggen van de installatie de nauwkeurige omschrijving van de onderhoudswerken en de te gebruiken onderhoudsproducten per aangewend toestel de uitvoerige lijst van de in magazijn te stockeren wisselstukken lijst van speciale gereedschappen testen en proefcertificaten bij de verkoper en/of inspectieautoriteiten volgens de aangenomen normen IEC, DIN, BS of NF, geldig in volgorde
Deel II - Eerste indienststellingsvoorschriften Het indienststellen omvat naast de prestaties voorgeschreven in de bijzondere technische bepalingen alle voorschriften gebundeld in het hierna vermeld Deel II, voor : -
het op punt stellen van al het materieel met afregelingsrapporten op luchttechnisch vlak het afstellen en regelen van alle regelapparatuur met afregelingsverslagen het uittesten van alle controle- en meetapparatuur met afregelingsverslagen het uittesten van alle veiligheidsorganen het uittesten van alle alarmen
Dossier P .002630
6
Sanitair
Technische bepalingen
HOOFDSTUK 1 : OMSCHRIJVING VAN DE WERKEN De aanneming omvat hoofdzakelijk : - het bedelingssysteem voor het koud water, regenwater, warm water en brandbestrijding; - het afvoer- en verluchtingssysteem voor het afvalwater fecaliën en het afvalwater van al de sanitaire toestellen binnen het gebouw; - het plaatsen van de sanitaire apparaten, kraanwerk en toebehoren, - al datgene wat nodig is voor de volledige en vakkundige afwerking van de ganse installatie. - de equipotentiale verbindingen; - de nodige ontluchtingspunten en aftappunten, te voorzien in de installatie, zelfs indien niet voorzien op de plannen.
HOOFDSTUK 2 : BIJZONDERE BESTEKKEN EN NORMEN Zijn op dit bijzonder bestek van toepassing : -
-
De code der Meester-loodgieters van België. Het BENOR keuringsmerk. Het Nationaal Instituut voor de Huisvesting. De STS 61 (laatste uitgave) sanitaire toestellen. De STS 62 (laatste uitgave) sanitairleidingen. De STS 63 (laatste uitgave) waterkranen. Type-bestek nr. 400. Type-bestek nr. 105. De normbladen NBN en DIN, waarnaar wordt verwezen. Specifiek de navolgende normen : NBN 69 : Conventionele kleuren voor leidingkentekening. NBN 345 : Warm water bereidingsinstallatie. NBN 363 : Manometers. NBN S21-011 t/m 018 : Draagbare snelblussers. EN 671 deel 1 : Muurhaspels met axiale voeding. NBN 648 : Kasten voor muurhydranten. Het sanitair reglement van het W.T.C.B. (T.V. 114 en toepassing T.V. 12O). Het reglement van de waterbedelingsmaatschappij Het sanitair reglement van de lokaliteit waar de werken uit te voeren zijn Het algemeen Reglement op de Arbeidsbescherming Het algemeen Reglement op Elektrische Installaties (A.R.E.I.) HACCP-reglementering Vlarem II De voorschriften van de plaatselijke brandweer
Voor alle normen en type-bestekken geldt dat de voorwaarden van de laatst verschenen uitgave van toepassing zijn, te rekenen tot één maand voor de aanbestedingsdatum, voor zover ze door de voorwaarden van dit bijzonder bestek niet gewijzigd worden.
Dossier P .002630
7
Sanitair
Technische bepalingen
HOOFDSTUK 3 : GRENZEN VAN DE AANNEMING Algemeen Binnen de grenzen van deze aanneming zijn alle werken welke nodig zijn om een veilige en goed werkende installatie te verwezenlijken ten laste van de aannemer, ook als sommige details ervan, welke behoren tot de regels van goed vakmanschap, niet expliciet in het bijzonder bestek en/of plannen aangehaald worden. Alle werken dienen uitgevoerd te worden tot algehele voldoening van de opdrachtgever, het studiebureau, de waterdistributiemaatschappij en overeenkomstig de aangehaalde documenten. De werken vangen aan met het tracé van de installatie op de wanden en plafonds der lokalen aan te duiden. Dit tracé heeft tot doel de plaats te bepalen van de leidingen, doorkappingen en toestellen die op het plan slechts schematisch zijn aangegeven. Schade veroorzaakt door wijzigingen wegens onvolledige, onjuiste of niet-goedgekeurde aanduidingen zullen op kosten van de aannemer volledig worden hersteld. Dit tracé dient aanvaard door het studiebureau in algemeen overleg met de architect, de ingenieur stabiliteit en de opdrachtgever. Alle nodige bijkomende werken voor de montage van de gehele installatie moeten in de aanneming voorzien worden, onder andere : - Kap- en breekwerken in muren en ondervloeren en in de vroegere toestand herstellen van de openingen en gleuven voor het monteren van buizen. - Het verlenen van advies en eventueel bijstand aan de andere aannemers. - De installateur zal een schriftelijke bedieningsnota overhandigen met vermelding van de nodige handelingen en controles om een efficiënte werking en bediening van de ganse installatie te bekomen. - Het nagaan of al de sanitaire kranen goed openen en afsluiten. - Controleren of de aflopen van de diverse toestellen goed sluiten. - Het verwijderen van het overgebleven puin van deze aanneming naar de openbare stortplaats van de gemeente, dit dient wekelijks te geschieden. De plans met de sparingen dienen geleverd te worden door de aannemer binnen een termijn van drie weken tellen vanaf de bestelling. Alle sparingen die later worden aangevraagd vallen volledig ten laste van de aannemer dezer werken. Drinkwaterbedeling / Afvoer De huidige aanneming sluit aan op de bestaande waterverdeling. In de aanneming zijn de werken opgenomen om 3 nieuwe wateraansluitpunten te voorzien voor zuurkasten (toevoer en afvoer) en 2 nieuwe wateraansluitingen voor nieuwe nood-/oogdouches. Ten behoeve van de nood-/oogdouches wordt per douche een lokale elektrische doorstromer voorzien met thermosstatische mengkraan. Bij het kraanwerk zijn de nodige terugslagkleppen voorzien in overeenstemming met de richtlijnen van de waterbedelingsmaatschappij. De aansluiting op de bestaande aan- en afvoerleidingen dient ter plaatse nog onderzocht te worden door de aannemer. Elektriciteit Er wordt door aanneming elektriciteit een elektrische voeding voorzien voor de elektrische boilers. Wetgeving ten behoeve van de legionellabestrijding Er wordt de nadruk gelegd op het legionellabesluit van 4 mei 2007. De sanitair warmwaterproductie en verdeling met bijbehorende regeling dient hiermee in overeenstemming te zijn.
Dossier P .002630
8
Sanitair
Technische bepalingen
HOOFDSTUK 4 : TOEGANKELIJKHEID VAN HET GEBOUW De aannemer dient zich te richten naar de bouwkundige gegevens van de architectuurplannen, wat betreft de toegankelijkheid van het gebouw en de ruimte voor het plaatsen van zijn apparaten. In overleg met de architect kunnen sommige toegangen opengelaten worden tot de apparaten ter plaatse zijn opgesteld, indien daartoe door de aannemer tijdig de nodige gegevens worden vertrekt aan de andere aannemers. HOOFDSTUK 5 : MATERIALEN Alle materialen welke in de aanneming verwerkt dienen te worden zullen nieuw zijn en van eerste keus. De installateur zal dienaangaande het fabrieksgarantiebewijs voorleggen. De kleefetiketten en dergelijke zullen op de apparaten blijven tot bij de voorlopige oplevering. Het studiebureau heeft het recht één stuk van de voorgestelde materialen aan een destructief onderzoek te onderwerpen, zonder kosten voor de Opdrachtgever. Teneinde aan het studiebureau toe te laten de conformiteit van de voorgestelde materialen te controleren zal de inschrijver voor ieder materiaal een specificatieblad bijvoegen met volgende inlichtingen: - naam en adres van de fabrikant - technische fiche van de fabrikant met o.a. afmetingen, materiaal, foto's of schema's, type-aanduiding in catalogus. Het indienen van het specificatieblad tijdens de werf en de goedkeuring van zijn inschrijving als dusdanig ontslaat de inschrijver niet van de levering en de plaatsing van materialen welke beantwoorden aan de eisen van het bijzonder bestek. 1.
2.
De aanvoer van materialen op de werf mag alleen gebeuren tijdens de werkuren. Het wegvoeren van eventueel afgekeurde materialen van de werf dient binnen de twee dagen na betekenis van het afkeuringsbesluit uitgevoerd te zijn. De opslag en de verwerking van de materialen tot aan de voorlopige oplevering gebeurt uitsluitend op risico van de aannemer. Hij zal aldus instaan voor eventueel verlies, beschadiging, diefstal, enz. van materialen.
HOOFDSTUK 6 : ONDERHOUD- EN BEHEER TIJDENS DE WAARBORGPERIODE De opdracht omvat het onderhoud en het beheer gedurende 1 jaar te rekenen vanaf de voorlopige oplevering, t.t.z., het permanent bewaken en interveniëren bij storingen binnen de 3 uren, en dit van alle installaties. Verder kan worden gesteld dat het onderhoud- en beheer tijdens de waarborperiode minstens volgende werken omvat : HOOFDSTUK 7 : PROEVEN EN OPLEVERINGEN Zie typebestek nr. 105. 1. Voorlopige oplevering De voorlopige oplevering omvat volgende punten en proeven waarvan een gedeelte uitgevoerd wordt naargelang de vordering van de installaties. 1. Onderzoek van de installaties om na te gaan of alle voorziene elementen geleverd zijn en in overeenstemming met het lastenboek : kwantitatief en kwalitatief onderzoek. 2. Dichtheidsproeven op de waterleidingen (aan de voorgeschreven proefdrukken) 3. Controle van de afvoer naar de riool 4. Dichtheidsproeven voor leidingen onder druk 5. Keuringsattest sanitaire installatie Elektrische proeven 6. Controle van de isolatie 7. Controle van de aardingen
Dossier P .002630
9
Sanitair
Technische bepalingen
Drinkwaterkwaliteit Voorafgaand aan de voorlopige oplevering zal de aannemer er over waken dat het volledige leidingennet regelmatig gespoeld wordt ter vermijding van stagnerend water in leidingaftakkingen. In de gebruiksvoorschriften (as-built dossier) zal de aannemer tevens de nodige instructies toevoegen in het kader van het preventief onderhoud met het oog op het behoud van de drinkwaterkwaliteit. De aannemer zal voorafgaand aan de voorlopige oplevering een proefattest overmaken aan de Opdrachtgever, opgesteld door een onafhankelijk organisme, dat de analyseverslagen omvat van een door de opdrachtgever aan te duiden aantal waterstalen, op grond waarvan de conformiteit van de drinkwaterkwaliteit wordt aangetoond overeenkomstig de geldende wetgeving (Europese richtlijnen, Journal Officiel des CEE, 30/08/80; Normen Vlaamse Executieve, 15/03/89; Belgisch Staatsblad, 17/02/90). Algemene opmerking Voor al deze proeven en controles, wordt de meetapparatuur geleverd door de aannemer. De proeven en keuringen worden uitgevoerd door een erkend keuringsorganisme aanvaard door de opdrachtgever en ten laste van onderhavige aanneming. Deze proeven worden door de aannemer uitgevoerd in aanwezigheid van het studiebureau en een afgevaardigde van opdrachtgever. Dichtheidsproeven voor leidingen onder druk De leidingsnetten zullen onderworpen worden aan een drukproef volgens de hierna vermelde voorwaarden. De proefdruk wordt opgenomen met een ijkmanometer op het laagste punt van de installatie. - beproevingsdruk : 10 bar - beproevingsperiode : 24 uur - toegestaan drukverlies : nihil Afvoerleidingen - beproevingsdruk : 1 m waterkolom boven hoogste punt - beproevingsperiode : 2 uur - toegestaan drukverlies : 5 % Ieder gedeelte dient beproefd voor indienststelling. De proef wordt geleid door de aannemer die zijn personeel en materiaal daarvoor ter beschikking stelt. Deze proef heeft plaats in aanwezigheid van de afgevaardigde van de opdrachtgever en/of het studiebureau. Keuringsattest sanitaire installatie De sanitaire installatie en de aansluiting ervan dient gekeurd te worden door een organisme dat erkend is door de nutsmaatschappij. Een keuringsattest dient te worden afgeleverd. 2. Definitieve oplevering De definitieve oplevering wordt in haar geheel toegestaan voor de verschillende delen van de aanneming samen, wanneer aan de volgende voorwaarden wordt voldaan : 1. Een termijn van één jaar is verstreken sedert de datum van de voorlopige oplevering van de aanneming. 2. De werkingsproeven die de definitieve oplevering voorafgaan, hebben voldoening geschonken. 3. De installatie beantwoordt op alle gebied aan de opgelegde technische voorwaarden. 3. Opleiding van het personeel De periode van opleiding omvat het op de hoogte stellen van het personeel en is volledig onafhankelijk van de proefperiode. De begindatum evenals de aanwijzing van het op de hoogte te stellen personeel wordt beslist door de opdrachtgever en/of het studiebureau. De permanentie gedurende minimum 8 uren per dag van de aannemer is vereist. De minimale duur van de opleidingsperiode is 1 dag.
Dossier P .002630
10
Sanitair
Technische bepalingen
HOOFDSTUK 8 : LEIDINGEN Algemeenheden De bepalingen van typebestek 105 (laatste uitgave) - van het M.O.W. zijn op deze aanneming van toepassing. Op de plannen wordt gemakkelijkheidshalve gewerkt met leidingdiameters in DN-maten. Voor omrekening naar buitendiameters van koperen en kunststofleidingen wordt volgende tabel gehanteerd: DN 15 20 25 32 40 50 65 80
Galva 21,3 x 2,65 26,9 x 2,65 33,7 x 3,25 42,4 x 3,25 48,3 x 3,25 60,3 x 2,9 76,1 x 2,9 88,9 x 3,2
Koper 18 x 1,0 22 x 1,0 28 x 1,5 35 x 1,5 42 x 1,5 54 x 2,0 64 x 2,0 76,1 x 2,0
PEX-Alu-PEhd 20 x 2,5 26 x 3 32 x 3 40 x 3,5 50 x 4,0 63 x 4,5
Algemene bepalingen betreffende de plaatsing Alle leidingen worden gestockeerd per materiaalsoort en per klasse in een daartoe te voorziene tijdelijke materialenopslagruimte. Alle waterverdelingsleidingen dienen geleverd te worden met zelfklemmende kunststoffen afdichtingsstoppen om tijdens het transport op de werf, het binnendringen van vuil te voorkomen. Alvorens de montage van de leidingen aan te vangen wordt iedere leiding inwendig geïnspecteerd op de aanwezigheid van mogelijke obstructies. De laatst gemonteerde leiding wordt na iedere dagtaak afgesloten met een door onbevoegden niet te verwijderen deksel.
De plaats van de aan te brengen leidingen wordt vooraf op de muren getekend en er wordt overleg gepleegd met de andere aannemers (verwarming, elektriciteit, ruwbouw enz.) om gemeenschappelijke kruisingen, doorvoeren of andere mogelijkheden te bespreken. De buisleidingen worden zoveel mogelijk volgens rechtlijnige tracés geplaatst in het horizontale en verticale vlak. De waterleidingen onder druk worden gelegd met een helling van 2 mm/m en de afvalwaterleidingen met een helling van 1,5 cm/m, tenzij op plan specifiek anders vermeld. Het is verboden bewapeningen van beton te beschadigen of bloot te maken (te overleggen met de betoningenieur). De leidingen zijn te plaatsen als volgt (zie tevens de plannen) : - onzichtbaar in muren of vloeren - zichtbaar tegen muren Alle buizen worden onderling aan elkaar en aan afsluiters, kleppen, pompen, boiler, enz. schroefgekoppeld met draadmoffen en schroefflenzen. De installateur zal er angstvallig over waken dat de koppeling met afsluiters, kleppen en toestellen zodanig gebeurt bijvoorbeeld. d.m.v. union-koppelingen en flenzen, dat de demontage zeer eenvoudig kan geschieden. Bovendien worden al de koppelingsplaatsen d.m.v. rechte en haakse draadmoffen, T-stukken, enz. in de muren degelijk omdraaid met overlapping en goed aansluitend op de buisbeschermingsmantel d.m.v. corrosiewerende banden, die volgende samenstelling en eigenschappen bezitten : - los geweven katoenen drager en volledig doordrenkt; - aan weerszijden bedekt met een gestabiliseerde, klevende paraffine massa;
Dossier P .002630
11
Sanitair
-
Technische bepalingen
de buitenzijde is afgedekt met een dunne ondoorschijnende P.V.C.-folie; gebruikstemperaturen tot minimum 100°C; elektrische isolatieweerstand in de diepte : hoger dan 1010 ohm/dm²; trekvastheid min. 250 kN/cm bandbreedte; warmtegeleidingsvermogen max. 0,3 Watt/m.°C; dampdoordringbaarheid max. 6 g/m²/24h; dikte : ± 1,2 mm.
Het tracé van alle te monteren leidingen is duidelijk op de plannen aangeduid met de te gebruiken diameter. Voorstellen tot afwijkingen dienen in overleg met het studiebureau en de opdrachtgever besproken te worden. Alle leidingen achter en boven de sanitaire toestellen, worden zoveel mogelijk volledig onzichtbaar in de bepleisterde en betegelde muren gemonteerd. Dit alles zal terplaatse besproken en bepaald worden in overleg met het studiebureau en opdrachtgever. Leidingen die in de muren worden gemonteerd moeten na de pleister- of muurbetegelingswerken volkomen onzichtbaar zijn. De toe te passen leidingbeugels, samen met het bevestigings- en ophangsysteem, zijn van een degelijk en stevig geprefabrikeerd model en -fabrikaat (eigenmaak d.m.v. bandijzers, staven, kettingen, enz. is niet toegelaten). Het geheel is van een stalen uitvoering, uitwendig volledig elektrolytisch verzinkt, tevens voorzien van een geprofileerde rubberinlage welke bestand is tegen 110°C - m.a.w. geluiddempende beugels. De installateur zal bijzondere aandacht dienen te besteden aan de uitzetting van de buizen. Dit probleem dient hij als volgt op te lossen : - constructie van flexibele benen of expansielieren met hun bijbehorende vaste punten; dit alles op de onzichtbare plaatsen; zoals in de kruipkelders; - de montage van passende compensatoren met bijbehorend vast punt; dit alles op de zichtbare plaatsen en waar het hogervermelde niet mogelijk is. De toe te passen compensatoren zijn van het axiale type met geonduleerde buis in roestvrij staal, bestand tegen PN 10 en 110°C. Ook moet men erop letten dat een voldoende lengte gelaten of gecreëerd wordt voor elk gedeelte vertakking dat vrij moet liggen in verband met de lengteverandering van de doorgaande hoofdleiding. Bij het passeren van muren en van vloeren buiten de muren, voorziet men de stalen gegalvaniseerde wel en niet bemantelde buizen van passende kunststoffen doorvoerhuizen, waarvan de binnendiameter van de koker 1 cm groter is dan de te beschermen buis. De koker steekt 0,5 cm buiten de afgewerkte muren en plafonds en 2 cm boven de afgewerkte vloerbekleding. De ruimte tussen koker en leiding dient opgevuld te worden met een isolatiestof. Al de leidingen onder, achter of boven al de sanitaire toestellen, kraanwerk en sproeikoppen moeten op een esthetische wijze en op de gepaste plaats eindigen. De uiteinden worden op een degelijke en stevige manier aan de muren bevestigd. Vooraleer de sleuven, gaten en muurgleuven worden dichtgemaakt en de ondervloer wordt gelegd, moet de installateur alle leidingen afpersen en eventueel elk lek dichten. Als er geen drukverlies is opgetreden mag de installateur naar een verder afwerkingsstadium overgaan. Deze proef wordt geleid door de aannemer die zijn personeel en materiaal daarvoor ter beschikking stelt. Deze proef heeft plaats in aanwezigheid van de afgevaardigden van de opdrachtgever en/of het studiebureau. Voor de afvoerleidingen moet aan de onderkant van de valleiding en op verdere afstanden overeenstemmend met drie verdiepingen een controle- en kuisgat aangebracht te worden met een hermetische sluiting op ongeveer 60 cm boven de vloer. In zijn éénheidsbuizenprijzen moet de installateur de nodige toebehoren voorzien voor het aankoppelen, verbinden, vastzetten, hechten, enz.
Dossier P .002630
12
Sanitair
Technische bepalingen
BUIZEN IN PEHD VOOR AFVOER Materialen. Al de gebruikte afvoerleidingen, verluchtingsleidingen en hulpstukken zijn uit harde polyethyleen (PEhd). Zij zullen aan volgende eisen en kenmerken minimum voldoen : - volgens NBN T42-112 - dichtheid minimum 0,954 g/cm³ bij 23°C - drukklasse PN4 - treksterkte bij breuk > 17 N/mm² - lineaire uitzettingscoëfficiënt tussen 20°C en 90°C : 0,2 mm/mK - constante thermische weerstand bieden aan 100°C - weerstand aan spanningscorrosie - weerstand aan zuren, oplosmiddelen en wasmiddelen - thermische geleiding max. 0,4 W/mK - elasticiteitsmodulus min. 800 N/mm² bij 20°C - weerstand aan invloeden van ultra-violet stralen - de op de werf aangevoerde buizen hebben een ononderbroken lengte van 5 m - alle afloopstukken zoals bochten, vertakkingen, verloopstukken, enz. zullen niet vervaardigd worden vanaf een buis maar zullen door spuitgieten uit één stuk gefabrikeerd zijn. Op de buizen dienen volgende identificatie- en fabricatiegegevens door de fabrikant vermeld te worden : - naam van de fabrikant - diameter en wanddikte - ATG-nummer - drukklasse Uitvoering Alle afvoer- en verluchtingsbuizen zijn op de plannen aangeduid met de buitendiameters in mm-maten. Alle afvoer- en verluchtingsbuizen worden onderling en met de hulpstukken gekoppeld volgens de werkwijze vermeld in de officiële brochures van de fabrikant der polyethyleen buizen en hulpstukken. Het samenbrengen van de buizen en hulpstukken zal verplichtend zoveel mogelijk gebeuren door een stompe lasnaad, zonder materiaaltoevoer. Deze las vergt een aangepaste druk om de vorming van een ronde wrong toe te laten. Waar de stompe lasnaad absoluut niet kan toegepast worden bijvoorbeeld bij geprefabriceerde gehelen of dergelijke, neemt men zijn toevlucht tot het gebruik van : - koppelingen; deze bestaan uit een draadstuk, moer, dichting en drukring, - kraagstuk, voor rechte lengten die de 2 m overschrijden, - steekmoffen, voor rechte lengten die de 2 m niet overschrijden, - elektrische moffen. De verbindingen van de PEhd buizen met eventuele PVC-buizen zullen gebeuren d.m.v. aangepaste PEhd krimpmoffen. De aannemer sanitair zal in samenspraak met de aannemer der ruwbouwwerken de juiste aftakkingsplaatsen, -diameters en -wijze op de hoofdafvoerleidingen bespreken, teneinde deskundige koppelingen te verkrijgen alsook de afvloeihelling van 0,5 % te bekomen (tenzij anders op plan aangeduid). Indien dit alles niet volgens wens verloopt zal de aannemer sanitair alles op zijn kosten in orde brengen. De aftakkingsstukken zelf onder een hoek van 45° in de hoofdafvoerleidingen zullen uiteraard, volgens advies van de aannemer sanitair, door de aannemer der ruwbouwwerken voorzien en gemonteerd worden. De verbindingen van de PEhd buizen met eventuele grèsbuizen zullen vakkundig geschieden d.m.v. speciale aangepaste overgangsstukken in chroomstaal met rubberdichting of met geplastificeerde flenzen en PEhd kraagstukken. Wat hierboven is gezegd i.v.m. de samenwerking : aannemer sanitair –
Dossier P .002630
13
Sanitair
Technische bepalingen
aannemer der ruwbouwwerken, is ook hier van toepassing voor wat betreft de juiste montagehoogte in de muren, teneinde een afvloeihelling van 1,5 % te verkrijgen. Al de verbindingen d.m.v. bochten, enkele- en dubbele T-stukken moeten onder een hoek van max. 45° gebeuren, dit om een "Vloeiend" leidingnet te bekomen en "Opstroming" te vermijden. De koppelingen echter van de horizontale leidingen met de verticale hoofdafvoerleidingen zullen gebeuren onder een hoek van 90°. De aannemer moet in zijn eenheidsprijzen al de nodige koppelstukken, aftakkingen, beugels, enz. voorzien. De plaatsing en montage van deze leidingen zal op dezelfde wijze geschieden als beschreven voor de koud en warm waterleidingen i.v.m. de bevestiging aan de muren; alsook de montage in de muren en vloeren. Waar op plan aangeduid, zal de aannemer de verticale muurgleuven op voldoende diepte uitkappen; zodat de afvoerbuizen volledig onzichtbaar kunnen ingewerkt worden. Onder de afvoerbuizen in de vloeren wordt er een degelijke en doorlopende ondersteuning gelegd d.m.v. cementmortel of dergelijke zodat de buizen over hun gehele lengte continu op deze ondersteuning rusten. De toe te passen bevestigingsbeugels zijn volledig in gegalvaniseerd staal van het type "Glijbeugel"; de beugels voor de vaste punten zijn identiek, maar uitgerust met een gegalvaniseerde metalen inlegschaal. Alle aan te wenden bevestigingsbeugels zijn van een zulkdanig merk en type, behorend bij de toe te passen PEhd buizen. Bij het passeren van muren en van vloeren buiten de muren, voorziet men de polyethyleen afvoer- en verluchtingsleidingen van passende polyethylenen doorvoerhulzen, die aan weerszijden 0,5 cm buiten de wand steken. Voor de plaatsing van al de afvoerleidingen volgt de aannemer stipt de aanduidingen op het plan voor wat betreft : - de afvloeizin volgens de pijlen, - de afvloeihellingen van de horizontale leidingen nl. minimum 1,5 %, tenzij anders op plan aangeduid. Het weze echter opgemerkt dat de maximum onderlinge afstand der bevestigingsbeugels de volgende zal zijn : - voor horizontaal gemonteerde buizen : 11 x de diameter. - voor verticaal gemonteerde buizen : 15 x de diameter. De lengteveranderingen van alle afvoer- en verluchtingsbuizen t.g.v. temperatuurveranderingen van het water in en van de lucht buiten de afvoerleidingen, moet de aannemer op de volgende wijze opvangen : - De verticale hoofdafvoerleidingen moeten om de 3 m voorzien worden van een expansiemof van dezelfde diameter als de afvoerleiding terplaatse. Bij de montage van elke expansiemof moet de aannemer zo kort mogelijk bij de eerstgenoemde een voldoend stevig vastpunt construeren, zodat dit in geen geval kan bewegen of loskomen. - De horizontale afvoerleidingen zullen voorzien worden van een doelmatig gekozen systeem van flexibele benen en stevige bijhorende vaste punten, eerstgenoemde d.m.v. buizen met dezelfde ∅ en materiaal als de andere afvoerleiding terplaatse. Op de plaatsen echter waar de aannemer onmogelijk gebruik kan maken van het hogervermelde systeem dient hij zijn toevlucht te nemen tot de deskundige montage van expansiemoffen zoals hogervermeld. Het nodige materiaal en de hiervoor vereiste prestaties zal de aannemer voorzien in de eenheidsprijs van de leidingen. Er moet in elk geval voorkomen worden dat het gewicht van de PEhd afvoerbuizen opgenomen wordt door de uitzettingsmof. De vastepunten worden zo kort mogelijk bij elke uitzettingsmof of in elk systeem met flexibele benen geconstrueerd d.m.v. speciaal hiervoor bestemde beugels, zodat deze in geen geval kan bewegen of loskomen.
Dossier P .002630
14
Sanitair
Technische bepalingen
Ook moet men erop letten dat een voldoende lengte gelaten of gecreëerd wordt voor elk gedeelte vertakking dat vrij moet liggen in verband met de lengteverandering van de doorgaande afvoerleiding. Zodoende zullen de totale krachten t.g.v. de lengteveranderingen, op de afvoerbuizen zelf en op het metselwerk te verwaarlozen zijn. Aansluiting van de apparaten De aansluiting met de reukafsnijder gebeurt d.m.v. een lippendichting in neopreenrubber aangepast aan de doormeter van de reukafsnijder.
BUIZEN IN PEX-ALU-PEHD VOOR KOUD, WARM WATER Het volledige aanvoer - en retournet sanitair warm en koudwater en regenwaterdistributie wordt in PEXAlu-PEhd uitgevoerd. Beschrijving van de leidingen - de buizen van het drinkwatertoevoersysteem, zijn vervaardigd uit 3 lagen : - een binnenbuis van vernette polyethyleen, type PE-x - een aluminiumbuis, homogeen en naadloos gelast (axiaal) zonder toevoeging van materiaal - een buitenmantel van zwarte PEhd - verkrijgbaar op rol en in lengten - door de hoge stabiliteit van de aluminiumbuis is een pershuls overbodig. Hierdoor is het mogelijk om te allen tijde de insteekdiepte van het hulpstuk in de buis visueel te controleren. - de hechtingslaag tussen de Al-laag en de binnenbuis geeft een blauwzweem aan de binnenbuis om optische controle te vergemakkelijken. Hulpstukken - ze bezitten alle een dichting "O-ring" uit EPDM die de dichtheid waarborgt tussen buis en hulpstuk. - de hulpstukken met schroefdraad (Ø 20, 26, 32, 40 en 50) en de hulpstukken in Ø 16 zijn gemaakt uit ontzinkte messing of brons. - de hulpstukken (Ø 20, 26, 32, 40 en 50) zonder schroefdraad zijn vervaardigd uit PVDF. - de metalen hulpstukken bezitten een scheidingsring die het contact tussen het hulpstuk en het uiteinde van de buis (aluminium) vermijdt; dus geen galvanische effecten. Fysische eigenschappen - eigenschappen van de buis : -
uitzettingscoëfficiënt bedrijfstemperatuurbereik kortstondige maximumtemperatuur toelaatbare bedrijfsdruk warmtegeleidingscoëfficiënt
: : : : :
0,026 mm/m.°C sanitair : 0 tot 70 °C 95 °C sanitair : 10 bar 0,43 W/m.°C
- de voornaamste kenmerken van het materiaal zijn : - corrosiebestendig - absoluut diffusiedicht - bestand tegen ultraviolet stralen - bestand tegen druk- en temperatuurschommelingen
Dossier P .002630
15
Sanitair
Technische bepalingen
- weer- en verouderingsbestendig - verbindingen: de buizen worden met elkaar verbonden volgens het persverbindingsprocédé. - plaatsing: volgens de richtlijnen van de fabrikant Wanddiktes en diameters van de leidingen volgens tabel in punt 46.02.10.
Uitvoering Volgens STS 62.00.08 met volgende prioritaire bepalingen : De aansluiting van de verdeler met het aftappunt dient uitgevoerd met een ommantelde thermoplastische kunststofleiding. Alle leidingen worden uit één stuk geplaatst; verbindingen in de vloer zijn niet toegelaten. De thermoplastische kunststofleiding is een gestabiliseerde vernette polyethyleenbuis (VPEa) en fabrieksmatig voorzien van een beschermmantel uit HDPE (PolyEthyleen met Hoge Densiteit). De mantel beschermt de VPEa-buis en zorgt voor een vrije uitzettingsmogelijkheid. Inbouwmontage De leidingen dienen zoveel mogelijk ingebouwd te worden in muren en vloeren. Alleen verticale muursleuven zijn toegelaten. Indien de sleuven worden opgevuld dan dient dit te gebeuren met cementmortel met dekking van min. 2 cm. Worden de sleuven niet opgevuld (d.w.z. dat de leiding niet is omkleed met een materiaal dat de uitzetting kan tegenhouden) dan dient men op de plaatsen waar de leiding van richting verandert een vast punt te maken zodat de spanning niet op de richtingsverandering kan werken. Opbouwmontage Waar de leidingen toch in opbouw geplaatst worden dienen ze afgeschermd te worden tegen directe UVstraling. Bij opbouwmontage, d.w.z. in luchtomgeving, dienen de buizen vrij te kunnen bewegen in hun bevestigingen. Daarvoor dienen kunststof klikbeugels of gegalvaniseerde beugels met rubberen inleg gebruikt te worden of kunnen de buizen in goten of kanalen gelegd worden. Vaste bevestigingspunten dienen geplaatst te worden aan een richtingsverandering, T-verbindingen, koppelstukken met verchroomd messing draadstukken, watermeter, kleppen en toestellen. Tussen de vaste punten dienen uitzettingscompensatoren (in U-vorm) voorzien te worden. De lengte van de uitzettingsbenen dient volgens de voorschriften van de fabrikant bepaald te worden. De compensatie wordt berekend voor een min. T = 60°C. Muur- en vloerdoorvoering De doorvoering geschiedt in een overbuis van metaal of kunststof, waarin de buis vrij glijdt. Rond de zichtbare overbuizen dienen passende klemrozetten geplaatst te worden, zodanig dat de overbuizen niet zichtbaar zijn. Plaatsing in de kokers De buizen in de kokers zullen zo geplaatst worden dat zij in hun vrije uitzetting niet gehinderd worden. Niet samenstellende toebehoren De niet samenstellende toebehoren van de leiding (vb. kranen, …) worden op een stijve drager bevestigd en mogen niet aan de buisleiding opgehangen worden. Beveiliging Bij de plaatsing van horizontale leidingen langs de bodem op de werf zullen zij voorzien worden van een deklaag mortel over de volledige lengte, teneinde beschadigingen te voorkomen.
Dossier P .002630
16
Sanitair
Technische bepalingen
Inbouwdozen Ter plaatse van elk aftappunt dient aangesloten te worden met behulp van een inbouwdoos, welke bestaat uit: een omhulsel uit polypropyleen; een bevestigingsflens uit gegalvaniseerd staal; een haakse koppeling uit messing. De inbouwdoos dient vooraan tegen de muur bevestigd te worden met behulp van de bevestigingsflens, waardoor een montage in dunne binnenmuren perfect realiseerbaar is. De inbouwdiepte van de doos kan aangepast worden aan de dikte van de afwerking en bekleding van de binnenmuur.
HOOFDSTUK 9 : KRAANWERK EN TOESTELLEN OP DE LEIDINGEN Al de gebruikte kranen, afsluiters, terugslagkleppen, enz. beantwoorden aan STS 63 tenzij gewijzigd of aangevuld door de volgende vooschriften : - geleidelijke sluiting zonder rampslag - vervangbaar sluitingsmechanisme - PN 10 bar bij 20°C voor koud waterleidingen. - PN 10 bar bij 100°C voor warm waterleidingen. Elk apparaat wordt aangesloten via een verchroomde hoekstopkraan. De uitvoering is in verchroomd messing met handgreep voor bediening en schuifrozet voor afdekking aan de wand. De hoekstopkranen zijn te voorzien van een beschermkap i.p.v. een handwiel. Onder deze sierbeschermkap bevindt zich een spindel met gleuf voor bediening met schroevendraaier. De aansluiting naar de apparaten gebeurt met verchroomde koperen buisjes van aangepaste lengte. Voor apparaten welke niet door hoekstopkraantjes worden afgesloten op de aanvoerleidingen, dienen op goed bereikbare plaatsen bij het apparaat stopkranen te worden voorzien. Deze zijn van het inbouwtype in messing, met verchroomde bedieningskop en afdekrozet wanneer het gaat om lokalen met wandbetegeling. In het andere geval zijn het verchroomde stopkranen; deze zijn rechte kranen met draadaansluiting. Behoudens andersluidende specifieke bepalingen bij de bijzondere beschrijving van de apparaten met toebehoren, beantwoorden de bedieningskranen van de apparaten aan de volgende beschrijving : De kranen zijn van het type met keramische schijven. Het openen en sluiten, respectievelijk mengen voor deze kranen berust op het over elkaar schuiven van twee gepolijste, keramische schijven met poorten voor de waterdoorlaat. De kranen mogen geen oorzaak zijn van waterslagen en/of andere abnormale geluidsvorming in de installaties. Op elke kraan zal een waarborg van minstens 10 jaar gegeven worden wat de dichtheid betreft. Het kraanwerk is voorzien van het merk van de fabrikant (onuitwisbaar). Meting : inclusief de sanitaire toestellen.
AFSLUITKRANEN Volgens Artikel C.7. van het typebestek 105/90 van het M.O.W. met volgende prioritaire bepalingen : 9.1.1.1.1. Kranen tot en met DN50 De kranen zijn van het type met sferische plug (kogelkraan) met volle doorlaat en driedelig demonteerbaar. De kranen dienen demonteerbaar te zijn. De aansluitingen gebeuren d.m.v. draadverbindingen.
Dossier P .002630
17
Sanitair
Technische bepalingen
9.1.1.1.2. Kranen vanaf DN65 De kranen zijn van het type membraanafsluiter. De kranen dienen demonteerbaar te zijn. De aansluitingen gebeuren d.m.v. flensverbindingen. Beide doorstroomrichtingen moeten mogelijk zijn. Het membraan moet verwisselbaar zijn. Aard van de overeenkomst Forfaitaire Hoeveelheid (FH). Meetwijze meeteenheid : st
TERUGSLAGKLEPPEN Volgens artikel C.7. van het typebestek 105/90 van het M.O.W. met volgende prioritaire bepalingen : De terugslagkleppen uit messing of brons zijn van het type met veerbelaste afsluitklep of kogel met kleine waterweerstand en perfecte afdichting. De kranen zijn voorzien van twee drukmeetnippels. De terugslagklep is op het lichaam voorzien van een aflaatkraantje om toe te laten de dichtheid van de klep te controleren. Elke sanitaire kraan waarop ofwel een soepele slang is aangesloten ofwel mits aangepaste toebehoren een soepele slang kan op aangesloten worden, moet voorzien worden van een terugslagklep.
AFLAATKRANEN De kranen beantwoorden aan de voorschriften van 06.41 deel III van STS 63. Deze kranen zijn van het type met sferische plug (kogelkraan) met volle doorlaat en zijn driedelig demonteerbaar. De kranen zijn voorzien van een afneembaar handvat. Ze zullen geplaatst worden met koppelstuk voor rubberslangen voorzien van een afschroefbare afsluitdop.
HOOFDSTUK 10 : BRANDBESTRIJDING
BRANDWERENDE AFDICHTINGEN De brandwerende afdichtingen dienen toegepast te worden rond alle leidingen, kokers en kabelbanen behorende tot het huidige deel, waar deze kruisen met de brandwerende muur. Alle aangewende materialen gebruikt bij het dichten of het afsluiten van openingen en doorvoeren in wanden die een brandkompartiment afbakenen worden beproefd volgens de voorschriften van de norm NBN S21-202 “Weerstand tegen brand van bouwelementen”. De dichtingsmaterialen hebben een Rf-waarde volgens de wand die zij doorkruisen. De dichting rondom de kabels of buizen wordt uitgevoerd bij middel van een opgiet of opspuitsysteem van een brandwerend product. Het afdichten van spleten geschiedt met een speciaal brandwerend bezettingsproduct. De gebruikte materialen zijn ongevoelig aan de weersgesteldheden, water, oliën en de belangrijkste zuren. De attesten van de brandwerendheid moeten door de aannemer voorgelegd worden. Voor de waterleidingen in kunststof dienen zogenaamde brandwerende stroken gebruikt te worden. Voor de buizen in Pehd voor afvoer dienen zogenaamde brandwerende manchetten gebruikt te worden.
Dossier P .002630
18
Sanitair
Technische bepalingen
DRAAGBARE SCHUIMBLUSTOESTELLEN Inhoud 6 kg Op de plaatsen bij uitvoering vast te leggen, zullen schuimblustoestellen geplaatst worden. De draagbare schuimblussers zijn vervaardigd uit staal en zijn inwendig behandeld met een beschermende anticorrosielaag. De binnen- en buitenzijde zijn behandeld met een laklaag in signaalrode kleur.De barstdruk is minimaal 55 bar. De schuimblusser staat niet onder permanente druk. De schuimblusser is gevuld met met water en additieven. De additieven worden gescheiden gehouden van de andere vloeistoffen. De additieven verzekeren de blussing van vaste stoffen van de klasse A en B. Als koelmiddel en drager van de additieven wordt water gebruikt. De slagkop en de bedieningshandel zijn vervaardigd uit aluminium. De stand van de slaghandel duidt de aan of het toestel al of niet in gebruik is gesteld. De schuimpulsie geschiedt langs een soepele slang met draaibare aansluiting, zowel voor links- als rechtshandige gebruikers. Het debiet wordt geregeld met een knijpkraan op het uiteinde van de slang. De schuimvormer en de knijpkraan zijn vervaardigd uit hoogwaardige kunststof zodat corrosievorming is uitgesloten. Het geheel beantwoordt aan de meest recente voorschriften betreffende normalisatie en keuring van deze apparaten. De toestellen uitgerust met een ophangbeugel en ophanghaak. De toestellen voldoen aan NBN EN 3 deel tot 5 en is BENOR gekeurd en voorzien van een BENOR label. De toestellen zijn eveneens conform met de proeven van ANPI volgens de nota TN 105. Ieder toestel vertegenwoordigt 1 verzekeringseenheid. De nodige attesten zijn in te dienen.
HOOFDSTUK 11 : SANITAIRE TOESTELLEN EN TOEBEHOREN Omvat het leveren, plaatsen en aankoppelen van alle toestellen met kraanwerk en toebehoren in allereerste keus. De vignetten moeten op de toestellen blijven tot vlak voor de voorlopige oplevering. Hierna zal de aannemer de vignetten zorgvuldig van de toestellen verwijderen zodat er geen sporen van kleefresten op achterblijven. Onder ieder open sanitair toestel zal een verchroomde hoekstopkraan geplaatst worden op elk van de aankomende leidingen, hetzij op het koud water, het warm water of op beiden, zodat bij eventueel defect slechts het noodzakelijk toestel dient afgesloten te worden om de herstellingen te kunnen uitvoeren. Alle vijzen, vastzetstukken, zeven, kranen, enz. dus alle metaalwerk nodig voor het plaatsen van de toestellen en hun onderdelen, zullen in brons zijn voor een werkdruk van min. 10 bar en zuiver verchroomd op de plaatsen waar ze te zien zijn. Alle kranen, verbindingen en hulpstukken moeten derwijze geplaatst worden dat ze gemakkelijk bereikbaar zijn en dat ze een ongehinderde uitzetting van de leidingen toelaten. De plaats der diverse toestellen en toebehoren is op de plannen aangegeven. Al de nodige bijhorigheden moeten bij de toestellen voorzien zijn. Houten blokken of andere vastzettingsbenodigdheden moeten degelijk in de muren of vloeren bevestigd worden en mogen niet loskomen, bij gelijk welke temperatuur of vochtigheidsgraad. Alle porseleinen toestellen worden stevig bevestigd. De aangestelde aannemer dient vóór de uitvoering technische documentatie van de voorgestelde sanitaire toestellen voor te leggen. De voedingen t.b.v. de elektronische spoelingen van urinoirs en toiletten, elektronische wastafelkranen, waterverzachters, pompen, boilers, … worden voorzien door het deel elektriciteit/in onderhavig deel. Belangrijke opmerkingen De sanitaire apparaten kunnen op de vorderingsstaten slechts in rekening gebracht worden na plaatsing van de toestellen en al hun toebehoren.
Dossier P .002630
19
Sanitair
Technische bepalingen
Materialen en bewerkingen 11.1.1.1.1. Roestvrij staal Is een staal met een chroomgehalte van minstens 18 % en een nikkelgehalte van 8 %. De stukken worden twee jaar gewaarborgd tegen iedere aantasting. Gedurende die termijn moeten eventuele gebrekkige stukken onmiddellijk vervangen worden. Het polijsten geschiedt machinaal of langs elektrolytische weg. 11.1.1.1.2. Geëmailleerd gietijzer Het gietijzer is homogeen en vertoont op de breuk een fijne, gesloten en regelmatige korrel. Ieder gebrek waardoor de sterkte en/of de zuiverheid van de vorm verminderd, is een reden tot afkeuring van het stuk. Het email op de dagvlakken is aangebracht en opgebakken in twee opeenvolgende lagen, op een blankgemaakt oppervlak. Het is glanzend en vertoont geen onderbrekingen. Het is ondoorzichtig en volkomen dekkend. Het voldoet aan de proeven van stootvastheid en zuurvastheid. 11.1.1.1.3. Geëmailleerde staalplaat De plaat is een speciale staalplaat geschikt voor het dieptrekken en emailleren. Het oppervlak is mat en korrelig, om een goede aanhechting van het email te bekomen. Het voldoet aan de proeven van stootvastheid en zuurbestendigheid. 11.1.1.1.4. Sanitair porselein Voor wat betreft de technische voorschriften, proeven en verwerking wordt verwezen naar het document "STS 61" uitgegeven door het Nationaal Instituut voor de Huisvesting. Met name eerste keus sanitair kristal porselein. Het fabrieksmerk is onuitwisbaar aangebracht op het toestel (onzichtbaar na plaatsing). 11.1.1.1.5. Verchromen Alle te verchromen delen zijn in koper of messing. De te behandelen stukken dienen eerst volledig ontvet en gedroogd te worden. Na het vernikkelen en verchromen worden ze glad gepolijst. De bedekking is ononderbroken effen, glanzend, glad en aanhechtend. Elke beschadiging in de chroomlaag zal de verwerping van het materiaal tot gevolg hebben. 11.1.1.1.6. Belangrijke opmerking De sanitaire apparaten kunnen op de vorderingsstaten slechts in rekening gebracht worden na plaatsing van de toestellen en al hun toebehoren.
HOEKSTOPKRAAN Onderhoudsvrije haakse regelkraan met fijnfilter en terugslagklep en afwerkrozet. Aansluiting ∅ 1/2”
NOOD-/OOGDOUCHE In het lokaal “Wetenschappen” wordt een nood-/oogdouche voorzien. Het afvoerwater wordt opgevangen door een klokputje. Specificaties: -
Nood-/oogdouche conform DIN 12899 Eenvoudige bediening Lichaamsdouche met geïntegreerde oogdouche in combinatie met voetpedaal Lichaamsdouche te bedienen door trekstang speciale douchekop met grote waterverspreiding zachte waterstralen totale hoogte 2350mm
Dossier P .002630
20
Sanitair
Technische bepalingen
-
doorstroomcapaciteit 30l/min bij 2bar Oogdouche met kunststof opvangbak grote drukplaat voor makkelijke bediening doorstroomcapaciteit 12 l/min bij 2bar druk
KLOKPUTJE Afvoerput van polypropyleen bestand tegen chemische invloeden, verticale uitlaat ∅ 70 mm, met verschillende opzetstukken traploos in de hoogte verstelbaar, zijdelings verschuifbaar en draaibaar, rooster uit RVS al dan niet verschroefd. Afmetingen 150 x 150 mm.
WARMWATERBOILER De productie van warm water gebeurt m.b.v. individuele elektrische doorstroomboilers. Van hieruit vertrekt de verdeling van het warm tapwater. De lengte tussen de boiler en tappunt wordt zo klein mogelijk gehouden zodoende Legionella-vorming ten sterkste te vermijden. Boiler 27kW - Type - Capaciteit - Inschakelhoeveelheid - Nominaal vermogen - Nominale stroom - Minimale kabeldoorsnede - Kenmerken
wandmontage 0,4 liter 2,5 – 9,0l/min 27kW – 3/PE 400V~ 39A 6,0 mm² automatische aanpassing van het vermogen aan de waterhoeveelheid en de temepratuur van het toevoerwater
Alle voorschriften van de fabrikant zijn na te leven zodoende een optimale werking te kunnen garanderen.
HOOFDSTUK 12 : SCHILDERWERKEN Als schilderwerken zijn in deze aanneming te voorzien en worden uitgevoerd door een gespecialiseerd schilder. Het schilderen van de zichtbaar blijvende niet onmantelde gegalvaniseerde stalen leidingen; nadat de thermische isolatie is geplaatst, met inbegrip van alle toebehoren zoals beugels, kranen, terugslagkleppen, enz. met één laag zinkchromaatverf bestand tegen een temperatuur van 110°C. Vervolgens brengt de aannemer op de eerstgenoemde laag één afwerkingslaag aan d.m.v. een matte verf op basis van alkydhars, bestand tegen 110°C. De kleur van deze eindlaag is te bepalen door de architect. Het schilderen van al de zichtbaar blijvende harde polyethyleenbuizen met twee lagen verf. De te gebruiken verf is speciaal bestemd voor harde polyethyleenbuizen en zal door de fabrikant der PEhd buizen worden aangeduid. De aannemer zal ten laatste 10 werkdagen voor de aanvang deze verfwerken een afschrift van de verf typeaanduiding door de PEhd fabrikant ter goedkeuring aan het studiebureau voorleggen. Ook zal de aannemer de bij deze buizen gebruikte gegalvaniseerde stalen beugels schilderen zoals vermeld voor de gegalvaniseerd stalen buizen met één laag zinkchromaatverf en één afwerkingslaag.
Dossier P .002630
21
Sanitair
Technische bepalingen
De kleur van de eindlaag op de PEhd leidingen en op de gegalvaniseerd stalen beugels is te bepalen door de architect.
HOOFDSTUK 13 : ISOLATIEWERKEN OP LEIDINGEN Eventuele specifieke isolaties van apparaten, toestellen, enz. kunnen afzonderlijk in dit bestek vermeld zijn en zullen, indien niet apart hernomen in de opmetingsstaat, inbegrepen dienen te zijn in de apparaten, toestellen, enz.. Materialen Alle isolatiematerialen zullen onbederfelijk en onbrandbaar zijn. Zij ondergaan geen nadelige invloeden op hun fysische eigenschappen door veroudering, zijn structuurvast en bestand tegen vuil en ongedierte. De materialen mogen geen corrosieverschijnselen veroorzaken wanneer zij in contact komen met metalen. Isolatiematerialen zullen bij 100°C een warmtegeleidingscoëfficiënt bezitten dat maximum 0,040 W/mK bedraagt. De isolatie heeft een hoge dampdiffusieweerstand van minimaal 7000. De aangegeven nominale dikte zal gegarandeerd worden bij een belasting van 100 kg/m². Uitvoering De aannemer zal erop letten dat alle voorwaarden aanwezig zijn om de isolatiewerken uit te voeren volgens de beschrijving van het lastenboek, hij zal er onder meer voor zorgen dat volgende fouten en gebreken niet voorkomen of dat er aan verholpen is vooraleer de isolatiewerken aangevat worden : onjuiste afstand tussen de te isoleren leidingen onderling of tussen de leidingen en andere delen van het gebouw; op de plaatsen van de ophang- en bevestigingsbeugels mag de isolatie niet onderbroken worden; de isolatie dient zeer degelijk uitgevoerd te zijn, zodat een isolerend rendement van tenminste 75 % bekomen wordt. De plaatsing wordt met de grootste zorg en vakkundigheid uitgevoerd zodat een zeer esthetische en spleetloze afwerking wordt verkregen. Dit alles geldt eveneens voor de uitsnijdingen van niet geïsoleerde aftakkingen en ophangbeugels; verontreiniging, schadelijk roest of dergelijke op de te isoleren leidingen of apparaten; lekken aan de te isoleren leidingen of apparaten. De leidingen worden afzonderlijk geïsoleerd. Wanneer hierop een uitzondering wordt toegestaan dient dit schriftelijk te gebeuren en zal de isolatiedikte tussen de twee leidingen minimum 1,5 maal de normale isolatiedikte bedragen. De juiste dikte en uitvoeringswijze van de isolaties in deze aanneming worden beschreven in de hierna volgende tabel. De isolatie van muur-, plafond- of vloerdoorgangen wordt uitgevoerd tot op 2 cm ervan. De uiteinden van de isolatie worden afgewerkt met aluminiummanchetten, minstens 20 mm breed en 0,25 mm dik. Indien nodig worden uitzetvoegen voorzien in de isolatie. Bij verticale isolatie zijn steunprofielen aan te brengen welke het afglijden van de isolatie beletten. Isolaties van delen welke koud water transporteren zullen steeds met een dampremmende mantel aan de buitenzijde uitgerust worden. 13.1.1.1.1. Specifieke bepalingen Leidingen Tot ∅ DN 50 Groter dan ∅ DN 50
Minimum isolatiedikte 19 mm 19 mm
De zichtbare leidingen worden afgewerkt met een harde synthetische bekleding met een dikte van minstens 0,35 mm. Plaatsing en uitvoering volgens het T.B. nr. 105. Alle bochten en aftakkingen worden verplichtend uitgevoerd met voorgevormde stukken. Alle lengte- en dwarsnaden moeten zoveel mogelijk uit het zicht vallen.
Dossier P .002630
22
Sanitair
Technische bepalingen
Alle lengte- en dwarsnaden worden afgewerkt met een zelfklevende band van minstens 30 mm breed, in dezelfde kleur als de mantel. Alle uiteinden van de leidingisolatie worden afgewerkt met aluminiummanchetten met een minimum dikte van 0,25 mm.
HOOFDSTUK 14 : ELEKTRISCHE WERKEN Alle elektrische werken zullen beantwoorden aan de voorschriften van type-bestek 400 en type bestek 105, M.O.W. en aan het "Technische Reglement" van de Verenigde Elektriciteitsbedrijven. De elektrische verbindingen worden uitgevoerd met XVB kabel indien geen strengere voorwaarden gesteld worden voor speciale plaatsingen. Indien expliciet vermeld in de beschrijving en/of op de plannen worden de voedingskabels en/of contactdozen ter beschikking gesteld door de aannemer elektriciteit. In alle overige gevallen dient de voeding voorzien vanuit het dichtst bijzijnde elektrisch bord HVAC. Het aansluiten en de bekabeling eigen aan de toestellen of apparaten zelf is in dit deel van de aanneming inbegrepen.
Dossier P .002630
23