Schola Cantorum van de Sint-Baafskathedraal • Gent
JAARCONCERT
TE DEUM vrijdag 4 mei 2007 Gregoriaans Marc-Antoine Charpentier Dietrich Buxtehude
Gregoriaans George Frideric Handel koor solisten orgel orkest concertmeester algemene leiding
Te Deum tonus simplex Te Deum H 146 Passacaglia in d klein Koraalvoorspel ‘Herr Christ, der einig Gottes Sohn’ Praeludium en fuga in D groot Alleluia-gezangen hebdomada ii – v – xxv Messiah Hallelujah en deel 3 Schola Cantorum Sint-Baafskathedraal Hilde Coppé sopraan • Bart Uvyn alt Philip Defrancq tenor • Ian Degen bas Edward De Geest Nuova Sinfonia Gandavense Vania Batchvarova
Filip Martens
de componisten en de uitgevoerde werken
componisten en werken TE DEUM
MARC-ANTOINE CHARPENTIER Geboren te Parijs, ca. 1634
Het Te Deum – de eerste twee woorden van Te Deum Laudamus, Latijn voor Wij prijzen U, O God – is een hymne op basis van de Heilige Schrift, die in de Rooms-Katholieke kerk gebruikt wordt. De lofzang is ontstaan rond het jaar 400 na Christus, gesteld in ritmisch proza en wordt tegenwoordig toegeschreven aan Nicetas van Remesiana. Legendarisch is het verhaal dat bisschop Ambrosius van Milaan deze tekst in beurtzang met Augustinus zou hebben gezongen ter gelegenheid van diens doop. Het Te Deum wordt daarom ook wel de Ambrosiaanse lofzang genoemd. Bij plechtige dankdiensten, na processies en bij liturgische diensten voor de vorst, wordt nog vaak het Te Deum gezongen. Men kan de lofzang ook nog vaak horen bij parochieen priesterjubilea en soms bij speciale gelegenheid tijdens het Lof. Het Te Deum kan ook gezongen worden in de vigilie, de plechtige vespers op de vooravond van kerkelijke hoogfeesten.
Overleden te Parijs, 24 februari 1704
Eigenlijk met de bedoeling schilder te worden ging Marc-Antoine Charpentier naar Rome. Daar raakte hij verzeild in de muzikantenkring die hem snel in haar ban kreeg en hem ertoe aanzette bij Giacomo Carissimi een muzikale opleiding te volgen. Rond 1684 werd hij dirigent van de Parijse kerk Saint-Louis en kreeg hij een aanstelling als muziekleraar aan het plaatselijke Jezuïetencollege. In 1698 nam hij de post van dirigent op zich aan de Sainte-Chapelle te Parijs. Hij werkte verder samen met Molière in het Théâtre français. Marc-Antoine Charpentier maakte vooral naam op het gebied van de geestelijke muziek. Onder zijn ca. 200 kerkelijke muzikale werken bevinden zich o.a. 18 oratoria, missen, motetten, psalmen, hymnes, een Te Deum, antifonen, litanieën en sequenties. Zijn wereldlijk werk bevat cantates, zeven opera’s, divertimento’s, ouvertures en intermedia.
TE DEUM, H 146
Het Te Deum dateert uit het begin van de jaren 1690. Met de grote bezetting van acht vocale solisten (twee per stem), vierstemmig koor, twee fluiten, twee hobo’s, drie trompetten, pauken, strijkers en basso continuo en de uitgebreide structuur van negen nummers, is dit de grootste van de zes Te Deum-zettingen, die Charpentier componeerde (slechts vier zettingen zijn bewaard gebleven). Het is tevens het enige soortelijke werk dat trompetten gebruikt. De vlammende toonaard D-groot werd door Charpentier joyeux et très guerrier genoemd. Charpentier componeerde het prozagedicht in acht bewegingen op de wijze van een ceremonieel grand motet. Contrast, drama en verscheidenheid zijn de kwaliteiten die het meest opvallen in dit luisterrijke werk, en die doen denken aan Charpentiers esthetische ideaal dat streefde naar grande diversité dans la musique… la seule diversité en fait toute la perfection.
2
Met de indrukwekkende fanfare en de plechtige en tegelijk opgewekte feestelijke sfeer zou men kunnen denken dat het Te Deum geschreven is voor een viering aan het koninklijk hof; het werk kan een jubelend antwoord geweest zijn op de Franse overwinning te Steenkerke (3 augustus 1692). Hoe langer hoe meer neemt men aan dat het werk een opdracht geweest is van de belangrijkste Jezuïetenkerk van Parijs, Saint-Louis (volgens anderen SaintPaul), waar Charpentier maître de musique was. Het Te Deum werd in Frankrijk uitgevoerd ter gelegenheid van nationale vieringen, zoals een militaire overwinning, het herstel van een zieke in de koninklijke kringen, de geboorte van een koningskind, enzovoort. In elk geval moet het een bijzonder feestelijk evenement geweest zijn, want Charpentier kreeg een zeer uitgebreide bezetting ter beschikking, waarvoor de Jezuïeten een beroep deden op muzikanten uit de opera en uit de hofkapellen. Vandaar de imposante overdrijving van acht vocale solisten en niet minder dan drie trompetten, waarvan één basse de trompette. Voor het gebruik van trompetten was Charpentiers model zeker Lully’s Te Deum uit 1677, waar voor de allereerste keer in dit genre van deze instrumenten gebruik gemaakt werd. Naar compositietechniek heeft Charpentier niet alleen grootsheid nagestreefd in zijn Te Deum. Er zijn vele fijnzinnig uitgewerkte passages en daarnaast is ook de verscheidenheid aan combinaties van bezettingen en schrijfwijzen bijzonder opvallend. De openingsfanfare – een opgewekte marche en rondeau – toont tevens een voorbeeld van de typische opvatting van de Franse barokritmiek: de notes inégales, waarbij men wist hoe noten van gelijke duur (in de notatie) de ene keer zoals genoteerd en de andere keer gepunteerd (dus ongelijk of lang gevolgd door kort) uit te voeren. Deze orkestprelude is universeel bekend van de Eurovisie. Het Te Deum was sedert een opname uit 1953 onder leiding van Louis Martini de eerste moderne hit onder de werken van Charpentier.
Sopraansolo 2: Kristine Vos
DIETRICH BUXTEHUDE
GEORGE FRIDERIC HANDEL
Geboren ca. 1637
Geboren te Halle, 23 februari 1685
Overleden te Lübeck, 9 mei 1707
Overleden te Londen, 14 april 1759
Niet zonder reden komt Buxtehudes naam dit jaar zo veelvuldig voor op de programma’s van orgelconcerten. In het 300ste jaar na zijn overlijden mag de op één na grootste Duitse orgelmeester wel een uitzonderlijke beurt krijgen.
Handel en Bach werden toevallig in hetzelfde jaar geboren. Het is verbazingwekkend dat beide componisten elkaar nooit ontmoet hebben. Frideric kende materieel gezien een onbezorgde jeugd. Voor en tijdens zijn muziekopleiding bij Zachow studeerde hij rechten. Als zeventienjarige genoot hij reeds een grote faam als organist en kreeg een betrekking aan de gereformeerde domkerk van Halle. In 1703 trekt hij naar Hamburg en werkt er als violist en clavecinist met Mattheson aan de opera.
In de 17de en de 18de eeuw was het voor componisten en organisten een geliefkoosde sport op een kort basthema steeds nieuwe varianten te verzinnen. Passacaglia, chaconne, folia en ground zijn enkele van de namen die men hiervoor gebruikte. Ook in Buxtehudes Passacaglia in d klinkt het thema onveranderd in de bas. Het is een monumentaal stuk dat uit vier delen bestaat van elk zeven variaties. In steeds nieuwe ritmische, imitatieve en melodische figuratie en met gebruik van stijgende en dalende toonladders geeft Buxtehude de vrije loop aan zijn fantasie. Buxtehude wordt bestempeld als een grillige fantast. Dit is reeds duidelijk merkbaar in het deze avond gespeelde koraalvoorspel Herr Christ, der einig’ Gottes Sohn. Elke koraalzin wordt voorafgegaan door een fugatische imitatie in drie stemmen, telkens gebruikmakend van de volledige koraalmelodie. Het koraal zelf wordt sterk versierd in de sopraan voorgedragen. Het Preludium en fuga in D spreekt ons weer duidelijk van zijn spirituele en fantasierijke verbeeldingskracht. Na het stevig op gebroken akkoorden opgebouwd preludium, ontluikt een pittige fuga uit een geestig staccato-thema. Dan volgt een korte, langzamere overgang naar het levendiger slotgedeelte, dat ten dele opgebouwd is uit het voorafgaande thematische materiaal, met rijke modulaties en een weelderige slotcadens.
Hij gaat zijn muziekopleiding voltooien in Italië, en heeft in Firenze, Rome, Napels en Venetië contact met Scarlatti, Marcello en Corelli. In Venetië wordt hij een succesrijk operacomponist. Zijn faam gaat hem vooraf naar Hannover: hij wordt er hofkapelmeester benoemd. Er was echter zo weinig werk en er viel voor de ambitieuze Handel zo weinig roem te rapen, dat hij er zonder toestemming van zijn adellijke werkgever uittrekt en naar Londen reist. In 1714 wordt keurvorst Georg van Hannover King George van Engeland: veiligheidshalve houdt Handel zich een tijdlang in de schaduw. Volgens de overlevering ensceneerde hij de verzoening door de Water Music-suite ter ere van de koning te laten uitvoeren op schepen op de Thames. Zo werd hij oªcieel hofcomponist en muzikaal alleenheerser. Hij richt de Royal Academy of Music op waar de Italiaanse opera hoogtij vierde. Maar stilaan verandert de smaak van het Londense publiek. Zij zijn de Italiaanse opera beu en willen iets anders. John Gay ridiculiseert met zijn Beggar’s Opera de Italiaanse opera zozeer dat het publiek wegblijft. Handel verliest een fortuin aan deze verandering! Hij gaat op reis naar Duitsland om zijn zieke moeder te bezoeken en zelf van de emoties te bekomen. Hij heeft er een ontmoeting met Wilhelm Friedemann Bach. Bij zijn terugkeer in Londen reorganiseert Handel de operaonderneming, maar gaat zich geleidelijk meer interesseren voor het genre waaraan hij zijn tweede carrière te danken heeft en dat hem ruimschoots vergoedt voor de mislukkingen: het oratorium.
In 1737 krijgt hij een beroerte waarvan hij herstelt door een kuur in Aken. In drie weken tijd componeert hij Messiah voor een liefdadig doel in Dublin, terwijl in Londen zelf de grote doorbraak komt na Judas Maccabeus. Terwijl hij aan Jephta werkt krijgt hij last met de ogen en wordt geleidelijk blind. Als hij ook deze morele klap te boven gekomen is, begint hij aan een late carrière als orgelvirtuoos en -improvisator. Hij sterft plots op Goede Vrijdag 14 april 1759. Zijn lichaam wordt bijgezet in Westminster Abbey.
MESSIAH
Messiah (HWV 56) ontstond op een keerpunt in Handels leven op initiatief van Charles Jennens (1700-1773) die als librettist mede verantwoordelijk was geweest voor het onverwachte succes van Handels bijbelse oratoria Saul en Israel in Egypt in 1738. Jennens, een gefortuneerd aristocraat en cultuurliefhebber, zag met lede ogen hoe Handels op Italiaanse opera’s berustende populariteit na 25 jaar tanende was bij het verwende Londense publiek. Deidamia beleefde in 1741 slechts drie uitvoeringen en zou Handels laatste opera worden. Terwijl de inmiddels 56-jarige Handel een sabbatical year overwoog en dankbaar de uitnodiging had aanvaard om het concertseizoen 1741-1742 in Dublin door te brengen, presenteerde Jennens hem in de zomer van 1741 het libretto voor Messiah (zonder het lidwoord the in de titel). Een tekst die Handel terstond – in een voor zijn doen gebruikelijk tempo – binnen drie weken op muziek zette… Volgens zijn eigen aantekeningen begonnen op 22 augustus en klaar op 12 september. Handel vertrok vervolgens naar Dublin waar Messiah in première ging op dinsdagmiddag 13 april 1742, in de week voor Pasen, in Mr Neale’s Great Musick Hall in Fishamble Street. Het concert vond plaats ten behoeve van diverse charitatieve instellingen zoals The Musical Society for the Relief of Imprisoned Debtors: ‘Verzoeke geen zwaarden en hoepelrokken, hoe meer plaats, hoe meer opbrengst voor de goede doelen’. Het concert bracht £ 400 3
op en voor de componist groot succes onder het minder verwende Ierse publiek. Een jaar later was de ontvangst te Londen (23 maart 1743) een stuk koeler: Messiah werd er nog enkele malen uitgevoerd. Pas in 1752 ontstaat de traditie van uitvoeringen op dinsdag en donderdag in de Stille Week in het Covent Garden Opera House en één kort na Pasen, voor liefdadige doeleinden. Tot aan zijn dood in 1759 dirigeerde Handel Messiah 56 keer. Hij paste de partituur geregeld aan de verschillende omstandigheden aan, zoals de beschikbaarheid van bepaalde solisten of instrumenten. Soms verbeterde of verving hij gedeelten van Messiah. Uitvoerders moeten daarom kiezen of zij latere versies als verbeteringen, dan wel als noodgedwongen aanpassingen aan andere omstandigheden willen beschouwen. Er bestaat geen definitieve Messiah: men kan verschillende uitvoeringen horen, al groeit er een zekere consensus.
zogeheten colla parte mee met violen en/ of sopranen. Met deze eigenhandige, destijds niet ongebruikelijke klankversterking opende Handel de deur voor een verdere schaalvergroting van Messiah. Dit was vooral het geval in de negentiende eeuw: koren van meer dan duizend zangers en orkesten van vele honderden instrumentalisten, uitgerust met hoorns, trombones en tientallen fagotten waren niet ongewoon.
Na enkele tientallen jaren en de opkomst van de choral societies ontwikkelde Messiah zich tot een Engels cultureel icoon bij uitstek en tot het succesnummer van korenfestivals. Daarmee werd het niet alleen Handels populairste werk maar ook het eerste stuk in de muziekgeschiedenis met een ononderbroken uitvoeringstraditie; de grote werken van Bach of Monteverdi zijn immers lange tijd van het repertoire verdwenen.
Sacred oratorio Messiah is dus geen kerkmuziek maar heeft een wat ambivalente status tussen vermaak en godsdienstoefening. Hij werd aanvankelijk slechts in theaters en concertzalen uitgevoerd, ten behoeve van liefdadige doelen en aangekondigd als Grand Musical Entertainment. Messiah vertoont ook de karakteristieke driedeling van Handels opera’s (twee pauzes). Het wordt wel een concertoratorium of ‘educatief entertainment’ genoemd. Maar toen Handel na de Londense première werd gecomplimenteerd met zijn hoogstaand entertainment zou hij hebben geantwoord: My lord, I should be sorry if I only entertained them, I wished to make them better. De Londense kerkelijke gemeenschap daarentegen zag het uitvoeren van geestelijke muziek in een profaan concertgebouw als blasfemie en dwong Handel slechts A New Sacred Oratorio aan te kondigen en de titel Messiah te vermijden. Pas vanaf 1750 klonk Messiah ook in kerkgebouwen.
Bezetting Voor een zo groot en beroemd werk heeft Messiah een bescheiden bezetting. Er zijn vier vocale solisten en een vierstemmig koor, dat bij Handels eerste uitvoering bestond uit 16 jongens en 16 mannen, ontstaan uit de combinatie van twee kerkkoren. Het orkest bestond uit strijkers, continuo, twee trompetten en pauken. De strijkers spelen geregeld unisono, d.w.z. allen dezelfde partij. De trompetten treden slechts vier keer op en er is slechts één aria (basaria nr. 48, The trumpet shall sound) waarin de eerste trompet een solopartij speelt. Handels continuogroep bestond uit vier fagotten, drie celli en twee contrabassen. Na de eerste uitvoeringen voegde Handel nog twee hobo’s toe, zonder daarvoor aparte partijen te componeren; zij spelen voor het merendeel 4
Tijdens de Handel Commemoration in 1859 werd Messiah uitgevoerd door een koor van 2.765 zangers en 460 instrumentalisten, onder het motto ‘voor Handel is geen koor te groot’. Op het continent vervaardigde Mozart in 1789 een Duitstalige versie naar de eisen van zijn tijd met fluiten, hoorns, klarinetten en trombones. Ontdaan van alle Victoriaanse praal is in hedendaagse uitvoeringen weer Handels yoke made easy and his burthen light.
Omdat de verhaallijn van Messiah globaal het kerkelijk jaar volgt (Advent, Kerstmis, Passie, Pasen, Hemelvaart, Pinksteren) is er geen voorkeursperiode van uitvoering. Op praktische gronden (eind van het theaterseizoen) werd Messiah aanvankelijk rond Pasen uitgevoerd. De nadruk die de tekst legt op de voorspelling en aankondi-
ging van de Messias is vaak het motief voor uitvoeringen in de adventstijd. Libretto Het libretto van Messiah heeft een voor oratoria ongebruikelijk karakter: anders dan bij andere bijbelse oratoria zoals Saul, Jephta of ook Bachs Matthäus-Passion ligt er geen plot aan ten grondslag die handelende personages in een reeks gebeurtenissen verwikkelt. Er is geen verteller (evangelist), solisten vertolken geen rollen die met elkaar in discussie treden, er zijn geen heftige volkskoren (turbae) die actieve groepen vertegenwoordigen, en evenmin bevat het vrij gedichte teksten voor de aria’s. Messiah is dus minder theatraal en meer beschouwend dan je van een oratorium verwacht. Alle teksten zijn rechtstreeks ontleend aan de Bijbel in de fraaie Sint-Jamesvertaling van 1611, vergelijkbaar met de Statenvertaling; er wordt dus alleen proza gezongen. Bijbelse metaforen die de eeuwen trotseerden vervangen hier de tijdgebonden, gezwollen poëzie die we van zoveel barokke composities kennen. De selectie bijbelteksten behandelt de geschiedenis van de Messias vanaf de oudtestamentische profetieën van zijn komst en de geboorte van Jezus (deel 1), via diens boodschap en het onbegrip daarover; zijn kruisiging, opstanding en hemelvaart (deel 2) naar de betekenis daarvan voor de gelovigen (deel 3). Tezamen vormen deze teksten in zekere zin een polemisch pamflet dat de ‘andere agenda’ weerspiegelt van tekstschrijver Jennens: hij wil de orthodox anglicaanse geloofsleer verdedigen tegen het opkomend rationalisme van zijn tijd en de daaraan tegemoetkomende deïstische theologie, door het bewijs te leveren dat de Jezus Christus waarover het Nieuwe Testament schrijft inderdaad de Messias is die door de oudtestamentische schrijvers werd voorspeld. Dat heeft tot opmerkelijk gevolg dat ook nieuwtestamentische gebeurtenissen (het leven van Jezus) in Messiah aan de orde komen in de woorden van oudtestamentische teksten die als profetisch voor de betre¤ende gebeurtenissen werden beschouwd. De heilsgeschiedenis wordt dus op nogal indirecte wijze, in niet-verhalende teksten ‘verteld’; Messiah zou daarom voor toehoorders die de Bijbelse verhalen niet kennen geheel onbegrijpelijk zijn.
originele teksten en vertalingen
teksten en vertalingen Te Deum laudamus: te Dominum confitemur. Te aeternum Patrem omnis terra veneratur. Tibi omnes angeli, tibi caeli et universae potestates: Tibi cherubim et seraphim incessabili voce proclamant: Sanctus, Sanctus, Sanctus Dominus Deus Sabaoth. Pleni sunt caeli et terra maiestatis gloriae tuae. Te gloriosus Apostolorum chorus: Te prophetarum laudabilis numerus: Te martyrum candidatus laudat exercitus. Te per orbem terrarum sancta confitetur Ecclesia: Patrem immensae maiestatis: Venerandum tuum verum et unicum Filium: Sanctum quoque Paraclitum Spiritum. Tu rex gloriae, Christe. Tu Patris sempiternus es Filius. Tu ad liberandum suscepturus hominem, non horruisti Virginis uterum. Tu devicto mortis aculeo, aperuisti credentibus regna caelorum. Tu ad dexteram Dei sedes, in gloria Patris. Iudex crederis esse venturus. Te ergo quaesumus, tuis famulis subveni, quos pretioso sanguine redemisti. Aeterna fac cum sanctis tuis in gloria numerari. Salvum fac populum tuum Domine, et benedic hereditati tuae. Et rege eos, et extolle illos usque in aeternum. Per singulos dies, benedicimus te. Et laudamus nomen tuum in saeculum, et in saeculum saeculi. Dignare, Domine, die isto sine peccato nos custodire. Miserere nostri Domine, miserere nostri. Fiat misericordia tua Domine super nos, quemadmodum speravimus in te. In te Domine speravi: non confundar in aeternum.
U God loven wij: U Heer belijden wij. U eeuwige Vader eert het gehele aardrijk. U juichen alle engelen, de hemel en de machten: de cherubijnen en serafijnen onophoudelijk toe: Heilig, Heilig, Heilig is de Heer, de God der heerscharen. Vol zijn hemel en aarde van Uw heerlijkheid. U looft het roemrijk koor der Apostelen: U looft de lofwaardige schaar der profeten: U looft het leger van in wit geklede martelaren. Over de hele wereld beleidt de Heilige Kerk U. Vader van onmetelijke majesteit: Uw aanbiddelijke, ware en enige Zoon: en ook de Trooster, de Heilige Geest. Gij zijt de Koning der glorie, Christus. Gij zijt de enige Zoon van de Vader. Om U tot onze verlossing te bekleden, hebt Gij de schoot van de Maagd niet geschroomd. Gij hebt na de angel des doods overwonnen te hebben, de gelovigen het rijk der hemelen geopend. Gij zit aan de rechterhand van God, in de glorie van de Vader. Wij geloven dat Gij als rechter zult terugkomen. Wij bidden U derhalve, kom Uw dienaren te hulp, die Gij door Uw kostbaar bloed verlost hebt. Geef dat zij in de eeuwige glorie onder getal der heiligen geteld worden. Heer, maak Uw volk zalig en zegen Uw erfdeel. Bestuur hen, en verhef hen tot in eeuwigheid. Dag aan dag zegenen wij U. En wij loven Uw naam in eeuwigheid, en in de eeuwen der eeuwen. Gewaardig U, Heer, ons deze dag zonder zonde te bewaren. Ontferm U over ons Heer, ontferm U over ons. Laat Uw barmartigheid over ons komen, Heer, zoals wij onze hoop op U hebben gevestigd. Op U Heer heb ik gehoopt: in eeuwigheid zal ik niet beschaamd worden.
Alleluia. Laudate Deum, omnes angeli eius; laudate eum, omnes virtutes eius.
Alleluia. Looft de Heer, al zijn engelen; looft hem, al zijn machten en krachten.
Alleluia. Laudate Dominum, omnes gentes; et collaudate eum, omnes populi.
Alleluia. Looft de Heer, alle volkeren; en prijst hem in koor, alle volkeren.
Alleluia. Confitemini Domino, et invocate nomen eius; annuntiate inter gentes opera eius.
Alleluia. Vertrouwt op de Heer, en roept zijn naam; verkondigt onder de volkeren zijn daden.
5
Chorus Hallelujah! for the Lord God Omnipotent reigneth. (Revelation 19: 6)
The kingdom of this world is become the kingdom of our Lord, and of His Christ; and He shall reign for ever and ever. (Revelation 11: 15)
King of kings, and Lord of lords. (Revelation 19: 16)
Hallelujah!
PART THREE
Air (Soprano) I know that my Redeemer liveth, and that He shall stand at the latter day upon the earth. And though worms destroy this body, yet in my flesh shall I see God. (Job 19: 25-26)
For now is Christ risen from the dead, the first fruits of them that sleep. (I Corinthians 15: 20)
Chorus Since by man came death, by man came also the resurrection of the dead. For as in Adam all die, even so in Christ shall all be made alive. (I Corinthians 15: 21-22)
Accompagnato (Bass) Behold, I tell you a mystery. We shall not all sleep, but we shall all be changed in a moment, in the twinkling of an eye, at the last trumpet. (I Corinthians 15: 51-52)
Air (Bass) The trumpet shall sound and the dead shall be raised incorruptible, and we shall be changed. For this corruptible must put on incorruption and this mortal must put on immortality. (I Corinthians 15: 52-53)
Recitative (Alto) Then shall be brought to pass the saying that is written: death is swallowed up in victory. (I Corinthians 15: 54)
Duet (Alto / Tenor) O death, where is thy sting? O grave, where is thy victory? The sting of death is sin, and the strength of sin is the law. (I Corinthians 15: 55-56)
6
Koor Alleluia! Want de Heer, God Almachtig regeert. (Openbaring 19: 6)
Het koninkrijk van deze wereld is het koninkrijk geworden van de Heer en Zijn Christus; en Hij zal heersen tot in eeuwigheid. (Openbaring 11: 15)
Koning der koningen en Heer der heren! (Openbaring 19: 16)
Alleluia!
DERDE DEEL
Aria (Sopraan) Ik weet dat mijn Verlosser leeft en dat Hij zal verschijnen op aarde op de dag des oordeels. Al doorknagen wormen mijn vlees, toch zal mijn lichaam God aanschouwen. (Job 19: 25-26)
Want nu is Christus opgestaan uit de dood, als eerste van hen die ontslapen zijn. (I Korintiërs 15: 20)
Koor Sinds de dood kwam door de mens, kwam ook door de mens de verrijzenis uit de dood. Want zoals in Adam allen sterven, zo zullen in Christus allen levend gemaakt worden. (I Korintiërs 15: 21-22)
Recitatief (Bas) Zie, ik vertel u een geheim. Wij zullen niet allen ontslapen, maar in een ogenblik zullen wij allen veranderd worden, in een oogwenk, bij de laatste bazuin. (I Korintiërs 15: 51-52)
Aria (Bas) De bazuin zal klinken en de doden zullen onvergankelijk worden opgewekt, en wij zullen veranderd worden. Want dit vergankelijke moet zich met het onvergankelijke bekleden en het sterfelijke met het onsterfelijke. (I Korintiërs 15: 52-53)
Recitatief (Alt) Dan zal het woord dat geschreven is werkelijkheid worden: de dood is verslonden door de overwinning. (I Korintiërs 15: 54)
Duet (Alt / Tenor) Dood, waar is uw prikkel? Dood, waar is uw overwinning? De prikkel van de dood is de zonde, en de kracht van de zonde is de wet. (I Korintiërs 15: 55-56)
Chorus But thanks be to God, who giveth us the victory through our Lord Jesus Christ. (I Corinthians 15: 57)
Air (Soprano) If God be for us, who can be against us? (Romans 8: 31)
Who shall lay anything to the charge of God's elect? It is God that justifieth, who is He that condemneth? It is Christ that died, yea rather, that is risen again, who is at the right hand of God, who makes intercession for us. (Romans 8: 33-34)
Chorus Worthy is the Lamb that was slain, and hath redeemed us to God by His blood, to receive power, and riches, and wisdom, and strength, and honour, and glory, and blessing. Blessing and honour, glory and power, be unto Him that sitteth upon the throne, and unto the Lamb, for ever and ever. Amen.
Koor Maar God zij dank, die ons de overwinning geeft door onze Heer Jezus Christus. (I Korintiërs 15: 57)
Aria (Sopraan) Als God vóór ons is, wie zal dan tegen ons zijn? (Romeinen 8: 31)
Wie zal iets inbrengen tegen de uitverkorenen Gods? Het is God die rechtvaardigt. Wie is Hij die veroordeelt? Het is Jezus Christus die gestorven is, meer nog, die verrezen is, die zit aan de rechterhand van God en die voor ons pleit. (Romeinen 8: 33-34)
Koor Het Lam dat geslacht is en ons heeft vrijgekocht bij God door Zijn bloed, is waardig te ontvangen macht en rijkdom, wijsheid en kracht, eer en heerlijkheid en lof. Lof en eer, heerlijkheid en macht zij Hem gegeven die gezeten is op de troon, en aan het Lam, van eeuwigheid tot eeuwigheid. Amen.
(Revelation 5: 12-13)
(Openbaring 5: 12-13)
VOLGENDE KEER MEE OP HET PODIUM STAAN?
JUBILEUMJAAR 2008
Hou je van zingen, van een aangename sfeer, van samen muziek maken? Heb je zin om lid te worden van ons koor?
In 2008 viert de Schola Cantorum feest: het koor bestaat volgend jaar 80 jaar. Redenen te over om dit uitgebreid te vieren.
De Schola Cantorum is steeds op zoek naar jonge gemotiveerde zangers, zowel vrouwen- als mannenstemmen. Koorervaring of kennis van notenleer strekt tot aanbeveling, maar is niet absoluut noodzakelijk. Indien je dat wenst, mag je geheel vrijblijvend een repetitie bijwonen.
De verschillende activiteiten zullen in de loop van het jaar meegedeeld worden. Eén datum mag je zeker al in jouw agenda noteren: jubileumconcert 2008: vrijdag 16 mei in de Sint-Baafskathedraal
Het koor repeteert wekelijks op woensdagavond van 19.30 uur tot 21.45 uur in de muziekstudio van het Sint-Lievenscollege. Ben je geïnteresseerd om een repetitie bij te wonen of om lid te worden van de Schola Cantorum, of wil je liever eerst wat meer informatie, stuur dan een mailtje naar:
[email protected] We hopen je snel bij ons te mogen verwelkomen!
7
koor en solisten
koor en solisten SCHOLA CANTORUM
De Schola Cantorum van de Sint-Baafskathedraal werd in 1928 opgericht in de traditie van de kathedraalschola uit de vijftiende en de zestiende eeuw. Sindsdien heeft de Schola Cantorum vele jonge mensen in een aangename en vriendschappelijke sfeer in contact gebracht met oude en hedendaagse koormuziek. Beroemde muzikanten zoals onder andere René Jacobs, Norbert Detaeye en Zeger Vander Steene deden hun eerste koorervaring op in de Schola. Vandaag wordt de Schola gevormd door een vijftigtal gemotiveerde zangers van 18 tot pakweg 50 jaar, onder leiding van pianist-dirigent Filip Martens. Het repertoire van de Schola omvat verscheidene periodes en genres van de westerse koormuziek. Bovenaan het programma staat de opluistering van vieringen in de kathedraal op hoogdagen en enkele zondagen doorheen het jaar. Hiertoe werd het koor destijds opgericht en tot op vandaag blijft de Schola Cantorum trouw aan deze opdracht. Voor de vieringen in de Sint-Baafskathedraal wordt geput uit een grote waaier gregoriaanse gezangen en meerstemmige sacrale werken. Zo bracht het koor de laatste jaren in de kathedraal onder andere missen van Rosseau, Haydn, Ives, Bikkembergs, Palestrina en Mozart.
HILDE COPPÉ • SOPRAAN
Daarnaast concerteert het koor regelmatig in binnen- en buitenland. Op deze concerten werden reeds verscheidene grote werken zoals de Coronation Anthems van Handel, de Funeral Sentences van Purcell, het Weihnachtsoratorium van Bach, het Requiem van Fauré, het Magnificat van Rutter en vele andere uitgevoerd. Hiervoor werkte het koor de laatste jaren niet alleen samen met Edward De Geest, de organist van de kathedraal, maar ook met Nuova Sinfonia Gandavense en met enkele bevriende koren. In oktober 2006 ondernam de Schola een concertreis naar Zwitserland, waar het concerteerde in Lüzern en Merenschwand. Zoals elke vereniging die leeft heeft ook de Schola Cantorum haar deel aan moeilijke periodes gekend in haar bijna 80-jarige geschiedenis. Vandaag mag gerust gezegd worden dat de Schola er staat en mag ze met recht en rede een plaats opeisen op de kaart van Vlaamse koren. Meer informatie over de activiteiten van de Schola, haar uitgebreide geschiedenis, haar leden en haar dirigent kan u terugvinden op de website: www.scholacantorum.be
De Belgische sopraan Hilde Coppé studeerde aan de Koninklijke Muziekconservatoria van Gent en Brussel bij Lydia Lesage en Dina Grossberger, bij wie ze het Hoger Diploma Zang behaalde. Van Ronny Lauwers kreeg ze lyrische kunst. Aan het Tilburgs Conservatorium ontving zij het diploma voor Uitvoerend Musicus met grootste onderscheiding. In Londen studeerde zij bij Jessica Cash. Daarnaast volgde ze meestercursussen bij Jos Van Immerseel, Noëlle Barker, Vera Rosza en Sarah Walker. Ze had jarenlang de zangpedagoge Tuan Sieuw Loh als coach. Momenteel volgt ze de S. Wilfartmethode bij mevrouw Martine Reyners. Hilde Coppé is een veel gevraagde soliste voor barok, klassiek, romantiek en hedendaagse muziek. Ze heeft heel wat passies en oratoria op haar repertoire staan, o.m. van Bach, Mendelssohn, Telemann, Fauré, Gounod, Mozart, Haydn, Handel, Schubert, Rutter, … Ook bracht ze al een aantal creaties ten gehore, o.a. van Dirk De Nef, Rudi Tas, Peter Pieters, Willy Carron, Kurt Bikkembergs, … Zij werkte samen met dirigenten Grant Llewellyn, Patrick Peire, Koen Kessels, Florian Heyerick, Etienne Siebens, Ludo Claesen, Johan Duyck, Eric Lederhandler, Laszlo Heltay, Alexander Rahbari, David Angus. In kamermuziekverband zingt zij met klarinet en piano in het Lotustrio en met trompet en orgel in het Trio Symfonia. Zij geeft stemvorming, zang en vocaal ensemble aan de academies van Roeselare en Wetteren.
8
BART UVYN • ALT
Bart Uvyn werd in 1985 geboren te Gent. In zijn zesde levensjaar vatte hij zijn muzikale studies aan in de gemeentelijke muziekschool te Destelbergen. Hij volgde er viool en zang bij Frederik Meireson. Vanaf 1995 zong hij bij het Gentse kathedraalkoor Schola Cantorum, toen nog onder leiding van kanunnik Michaël Ghijs. In 2003 vatte hij zijn zangstudies als contratenor aan in het Lemmensinstituut te Leuven. Hij volgt er les bij Dina Grossberger en Dirk Snellings (Capilla Flamenca) en zit nu in zijn vierde jaar. Hij zingt er ook in het kamerkoor en het atelier Oude Muziek onder leiding van Erik Van Nevel. Bart Uvyn concerteerde als solist in Óttusöngvar á vori van Nordal (2005), de Krönungsmesse van Mozart, Messiah van Handel, Actus Tragicus van Bach. Hij nam ook deel aan koorprojecten van Camerata Aetas Nova onder leiding van Dieter Staelens (een project in samenwerking met vrk en vro), El Grillo onder leiding van Inge Bollaert, Brugs Oratoriumkoor Cantores onder leiding van Reinhard Andries. Tevens is hij vast lid van Currende onder leiding van Erik Van Nevel.
PHILIP DEFRANCQ • TENOR
Tenor Philip Defrancq studeerde aan het hoger Vlaams muziekonderwijs en aan de Guildhallschool of Music and Drama. Veelbetekenende zangpedagogen voor hem zijn L. Risack-Lesage, L. Sarti en L. Vanhaverbeke. Hij nam deel aan meestercursussen gedoceerd door E. Kirkby, L. Hirst, S. Kuijken en E. Spoorenberg. Sinds 2005 laat hij zich inspireren door de 5 rhythms of G. Roth. Hij is een veel gevraagd concertzanger-evangelist en vertolkt de grote oratoria uit verschillende stijlperiodes. Hij maakte concertreizen in binnen- en buitenland en zong er op de meest prestigieuze festivals onder leiding van P. Bender, P. Burian, P. Dombrecht, J. Duijck, G. Elliot, F. Heyerick, S. Kuijken, G. Lemaire, A. Ostrowski, P. Peire, M. Scheck, E. Siebens, D. Vermeulen, … Andere engagementen brachten hem in de opera. Hij werkte mee aan verscheidene producties van kameropera Transparant. In de Vlaamse Opera vertolkte hij kleine rollen onder leiding van R. Werthen, J.C. Casadessous, M. Zanetti en K. Kessels. Samen met pianiste I. De Blaere vormt hij een duo onder de naam Voxtrot. Ze stellen contrastrijke programma’s met bescheiden theaterelementen voor. In recitals en kamermuziekverband musiceert hij met G. De Praetere (piano) en M. De Rouck (gitaar). Philip Defrancq zong voor radio en televisie en zorgde voor verscheidene cd-opnamen o.a. in samenwerking met P. Peire, G. Penson, S. Kuijken, e.a.
IAN DEGEN • BAS
Na zijn licentiaat muziekwetenschappen behaalde Ian Degen een eerste prijs en een meestergraad zang en kamermuziek bij Lucienne Van Deyck en Lena Lootens aan de conservatoria van Antwerpen en Brussel. Hij volgde eveneens meestercursussen bij Jill Feldman, Roy Goodman, Sigiswald en Bart Kuijken, Guillemette Laurens, … Naast de grote oratoriumstukken van het repertoire (cantaten en passies van Bach, Messiah van Handel, Requiems van Mozart, Haydn, Fauré, Duruflé en Brahms, Petite messe solennelle van Rossini) gaat zijn voorkeur naar het Duitse Lied, de Franse en Engelse melodie. Ian Degen neemt regelmatig deel aan theater- en muziekproducties en heeft zo meegewerkt aan verschillende producties onder leiding van Louis Devos, Florian Heyerick, Dirk Snellings in samenwerking met o.a. het Musica Antiqua Köln ensemble en de Capilla Flamenca. Buiten talrijke concerten, nam hij deel aan cd-opnames en zong hij in radio-uitzendingen voor Musique 3, France musiques, vrt, kro, de West-Deutsche Rundfunk in samenwerking met ensembles als de Capilla Flamenca, La Petite Bande, Capella Pratensis, Suonatori dell’arte, Ex Tempore, Il Fondamento in Benelux, Duitsland, Frankrijk, Engeland, Oostenrijk, Polen, Tsjechië, Spanje, Noorwegen, Mexico en Canada.
Onder leiding van Filip Martens participeerde hij als tenorsolist in Carmina Burana (Or¤ ), Weihnachtsoratorium (Bach), Krönungsmesse (Mozart). Voorlopige engagementen voor volgend seizoen: Requiem (Mozart) te Blankenberge en te Oostende (in memoriam Karolien De Meyer), in het Grand Theâtre te Luxemburg Les Mamelles de Tirésias (Poulenc) in de rol van Mr. Lacouf, Messiah (Handel) te Antwerpen, Leuven en Sint-Niklaas, Die Fledermaus (Strauss) in de rol van Alfredo te Kortrijk, kerst- en passieconcerten in binnen- en buitenland (nl, fr, sp) en verscheidene recitals. Hij is lector stemvorming aan de Arteveldehogeschool te Gent, opleiding Bachelor onderwijs: secundair onderwijs. 9
organist, orkest,
organist, orkest, INTERNATIONAAL ORGELFESTIVAL 2007
Sedert 1951 wordt elk jaar opnieuw tijdens de zomerperiode het Internationaal Orgelfestival in de Sint-Baafskathedraal van Gent georganiseerd door de vzw Gents Orgelcentrum. Ook in 2007 kunnen de luisteraars genieten van de klankenrijkdom van het monumentale Klaisorgel. Gastorganisten met faam uit binnen- en buitenland staan – samen met de organist-titularis van de kathedraal – borg voor hoogstaande orgelconcerten. Thema van het festival is Variatie in de Europese orgelstijlen. Het festival wordt ingeleid met een Prelude-recital met uitsluitend Franse orgelmuziek. Aan de ingang van de kathedraal wordt de toehoorder een gecommentarieerd programma aangeboden. Overzicht van de concerten Prelude tot het Internationaal Orgelfestival op zondag 24 juni om 20.00 uur. Organist-titularis Edward De Geest speelt werk van Clérambault, Franck, Widor, Langlais en Messiaen. Na dit concert kan de nieuwe cd Gentse orgels Sint-Baafs, Sint-Jacobs en SintAnna bespeelt door kathedraalorganist Edward De Geest aangekocht worden. 5 juli om 20 u.: Petra Veenswijk (Delft) – 12 juli om 20 u.: Peter Ledaine (Oostende) – 19 juli om 12.45 u.: Miquel Gonzalez (Barcelona) (middagconcert tijdens de Gentse Feesten) – 26 juli om 20 u.: Hans-Jürgen Scholze (Dresden) – 2 augustus om 20 u.: Tomas Adam Nowak (Münster) – 9 augustus om 20 u.: Hans-Uwe Hielscher (Wiesbaden) – 16 augustus om 20 u.: Ines Maidré (Tallinn) – 23 augustus om 20 u.: Felix Pachlatko (Basel) – 30 augustus om 20 u.: Edward De Geest (kathedraalorganist). Meer informatie? Telefonisch: 09 377 32 59 e-mail:
[email protected] www.edwarddegeest.be www.gentsorgelcentrum.be
EDWARD DE GEEST • ORGANIST
Edward de Geest werd geboren te Lochristi in 1950, en genoot na de oude humaniora een uitgebreide muzikale opleiding voor algemene muzikale vorming, geschreven en praktische harmonie, muzikale analyse en vormleer, muziekgeschiedenis, gregoriaans, contrapunt, fuga, orgel en improvisatie aan het Koninklijk Vlaams Conservatorium te Antwerpen en het Koninklijk Conservatorium te Gent. Zijn studies werden er bekroond met een eerste prijs voor fuga en het hoger diploma voor orgel met grote onderscheiding en aantekening voor orgelimprovisatie. Hij was leerling in de orgelklas van prof. Stanislas Deriemaeker, ere-organist van de Antwerpse kathedraal, en kreeg nadien privé-onderricht van prof. Gabriël Verschraegen, toenmalig organist van de Gentse kathedraal. Nadien onderscheidde hij zich tijdens diverse orgelwedstrijden en hij wordt sedertdien geregeld uitgenodigd om te concerteren in binnen- en buitenland; hij trad op in vele belangrijke muziekcentra in zestien Europese landen, de usa en in de voormalige ussr en gaf daarbij tot op heden meer dan 500 concerten en recitals. Van 1974 tot 1990 was hij als leraar harmonieleer en orgel verbonden aan verscheidene academies en als lesgever orgel aan het Gentse conservatorium. In 1990 volgde zijn aanstelling tot directeur van de Academie voor Muziek en Woord van Eeklo, waar hij in 2003 de cultuurprijs ontving voor zijn promotie van de orgelkunst, en dit zowel nationaal als internationaal. Op 1 oktober 1994 werd hij benoemd tot organist-titularis van de Sint-Baafskathedraal te Gent. Vanuit deze schitterende kathedraal met zijn monumentaal Klaisorgel in de bovenkerk en het fraaie Collonorgel in de crypte, werkt hij actief mee aan de bloei van de Vlaamse orgelkunst, enerzijds als liturgisch organist tijdens diverse vieringen en pontificale diensten, anderzijds als concertorganist en stuwende kracht voor de talrijke orgelrecitals van het Gents Orgelcentrum waarbij ook binnen- en buitenlandse gastorganisten optreden. Hij is tevens artistiek leider van de historische orgelconcerten te Watervliet. Edward De Geest realiseerde nationale en internationale radio- en tv-opnames (Klara, rtbf, Radio Rias Berlin, Televizione Catalonia Espagnole) en zijn discografie vermeldt cd's met werk van Bach en orgelcomposities uit de zeventiende tot de twintigste eeuw, gespeeld op de Gentse orgels: Sint-Baafs, Sint-Jacobs, Sint-Anna en het orgel in Watervliet. Hij is lid van de Diocesane Commissie voor het Kunstpatrimonium van het Bisdom Gent en geeft geregeld advies voor het herstel, de ombouw of nieuwbouw van kerkorgels. Op 4 mei 2003 werd Edward De Geest te Parijs onderscheiden met het Dipôme de Médaille de Vermeil de la Société Académique Française Arts-Sciences-Lettres voor zijn inzet voor de verspreiding van het Franse orgelrepertoire.
10
concertmeester & dirigent
concertmeester & dirigent NUOVA SINFONIA GANDAVENSE
Dit jonge orkest van topmusici werd opgericht door dirigent Filip Martens en concertmeester Vania Batchvarova. Deze violiste brengt ervaren musici telkens weer samen om op dynamische wijze hoogtepunten uit het orkestrepertoire te vertolken. De muzikanten spelen – ook als solist – in de meest befaamde orkesten van ons land. Filip Martens volgde de opleiding orkestdirectie bij Edmond Saveniers in het Lemmensinstituut te Leuven en leidt sedert jaren op dynamische wijze dit ensemble. Befaamde solisten en koren doen herhaaldelijk een beroep op de medewerking van het orkest. Zo begeleiden de orkestleden op schitterende wijze Kerst- en Passieconcerten. Zij verzorgden reeds bijzondere optredens in de Bijloke-concerthal in Gent, in de SintGilliskerk in Brugge, in de kerk van het Klein Begijnhof te Gent en andere. In de Sint-Baafskathedraal van Gent ondersteunde het orkest eveneens de succesvolle uitvoeringen van o.a. het Requiem van Fauré, de Krönungsmesse van Mozart en het Weihnachts-Oratorium van Bach.
VANIA BATCHVAROVA • CONCERTMEESTER
Vania Batchvarova werd geboren in Bulgarije en studeerde er tot 1988 viool in Varna. In 1986 en 1988 won ze de eerste prijs in de Nationale Muziekwedstrijden van Bulgarije. Van 1988 tot 1993 studeerde ze aan het Tchaïkowsky-Conservatorium te Moskou bij Irina Medvedeva (laureate van de Koningin Elisabethwedstrijd) en bij Grigory Feigin. In 1994 volgde ze aan het Lemmensinstituut te Leuven de opleiding ‘specialisatie kamermuziek’ bij Roel Dieltiens en ‘viool’ bij Nico Baltussen en studeerde in 1997 af met grote onderscheiding. Vania Batchvarova volgde verscheidene masterclasses in Duitsland, Denemarken en België bij onder andere O. Krysa, V. Paraschkevov, Cho-Liang Lin, M. Lubotsky, Y. Neaman en Y. Menuhin. Verder trad ze op als soliste in kamermuziekverband in Rusland, Hongarije, Tsjechië, Duitsland, Ierland, Frankrijk en Bulgarije. Zij speelt geregeld in verschillende symfonieorkesten in België en in het buitenland en is concertmeester van het ensemble Nuova Sinfonia Gandavense.
FILIP MARTENS • DIRIGENT
Deze muzikale duizendpoot volgde aanvankelijk de kunsthumaniora aan het Lemmensinstituut te Leuven. Later werd hij er Laureaat Piano met grote onderscheiding en behaalde tevens de eerste prijzen harmonie en kamermuziek. Hierna studeerde hij aan het beroemde Tchaïkowsky-conservatorium te Moskou. In mei 1988 was hij solist op het festival van Turijn. Hij concerteerde in Nederland, Duitsland, Frankrijk, Spanje en de toenmalige ussr. In 1990 werd hij laureaat van de tenuto-wedstrijd en won in 1992 de wedstrijd voor uitvoerende musici De Link in Nederland. Filip gradueerde aan de Muziekkapel Koningin Elisabeth bij Levente Kende in 1992. Inmiddels behaalde hij ook de Hogere Diploma’s voor piano en voor kamermuziek en de eerste prijzen contrapunt en fuga. In 1994 behaalde hij de titel Lemmens-Tinel met de grootste onderscheiding en felicitaties van de jury. Hij volgde vervolmakingscursussen bij R. Kehrer en bij M. Perahia. Hij maakte opnames voor radio en televisie (o.a. met hedendaagse Belgische werken van P. Swerts, K. Dejonghe en P. Swinnen) en soleerde met het brt- en het rtbf-orkest, het Nationaal Orkest, het Euregio-orkest, ‘Chapelle de Lorraine’, de Vlaamse Academie en het Symfonisch Orkest van het Lemmensinstituut in concerti van Bach, Mozart, Beethoven, Brahms, Tchaïkowsky, Prokofief en Rachmaninov.
Ook als creërend musicus is Filip actief. Het woord neemt een belangrijke positie in in zijn composities. Zo heeft Filip gedichten van o.a. Isabelle Vloeberghs, Ina Stabergh en Guido Gezelle getoonzet voor koor of solostem. Zelfs in zijn instrumentaal werk krijgt het woord een plaats. De spreekstem komt er op gelijke voet naast het instrumentarium aan bod. Een mooi voorbeeld hiervan is Antarctica. Filip Martens is als orkestleider zeer bedreven en stichtte het nieuwe ensemble Nuova Sinfonia Gandavense. Van 1999 tot 2003 was hij chef-dirigent van het Brussels International Youth Orchestra. Daarnaast is hij dirigent van het kathedraalkoor Schola Cantorum te Gent en van het koor Canta Ludens te Gent-Drongen. Momenteel is Filip Martens als begeleider verbonden aan het Lemmensinstituut en aan de academie te Eeklo.
Bij het label Phaedra realiseerde hij samen met altist Diederik Suys een cd met Vlaamse twintigste-eeuwse kamermuziek, een project dat door sabam bekroond werd met de Pelemansprijs. Hun recente nieuwe cd bevat sonates van Shostakovitsch, Berinski (creatie) en Khachaturian. 11
Plotersgracht 6 9000 Gent Patershol dichtbij ’t Gravensteen
humaniora handelsafdeling internaat externaat
tel. 09 225 05 25 www.viertafels.be
[email protected]
Neukermans vastgoed syndicus – rentmeester • verhuur – verkoop makelaar en beheer onroerende goederen gespecialiseerd in het beheer van onroerende goederen Maurice Dupuislaan 23, 9000 Gent tel. 09 220 51 50 • fax 09 242 01 67
[email protected]
tel. fax e-mail website
Blekersdijk 14, 9000 Gent 09 224 40 65 09 224 19 18
[email protected] www.magelaan.be