Task Force Vlaamse Rand Jaarverslag 2006
1. Inleiding Op 18 april 2005 werd de Task Force Vlaamse Rand opgericht. Deze ambtelijke werkgroep heeft tot doel de realisatie van de doelstellingen en uitdagingen uit de beleidsnota “De Vlaamse Rand”(1) en de bijkomende initiatieven uit de aanvullende regeerverklaring van 18 mei 2005 (2) die betrekking hebben op het beleid in de Vlaamse Rand op een gestructureerde wijze op te volgen en waar nodig aan te sturen. Het is tevens een forum om mogelijke knelpunten tussen verschillende actoren die betrokken zijn bij deze verwezenlijkingen aan te kaarten en weg te werken. Het uitgangspunt van de beleidsnota De Vlaamse Rand is immers samenwerken voor een goed Vlaams bestuur in de Vlaamse Rand. De Task Force wordt geleid door de gouverneur van de provincie Vlaams-Brabant die daartoe door de Vlaamse Regering werd aangesteld als bijzonder commissaris. Alle Vlaamse ministers wezen voor hun beleidsdomeinen deskundige afgevaardigden uit de administratie aan. Ook de VZW de Rand en de provincie Vlaams-Brabant zijn vertegenwoordigd in de Task Force. Daarnaast namen ook kabinetsmedewerkers van de minister bevoegd voor de coördinatie van het beleid met betrekking tot de Vlaamse Rand en de adjunct-kabinetschef van de minister-president deel aan de werkzaamheden van de Task Force. Het secretariaat ten slotte wordt verzorgd door de Coördinatie Vlaamse Rand (Stafdienst Vlaamse Regering – Diensten voor Algemeen Regeringsbeleid). Het jaarverslag dat nu voorligt is een tweede tussentijds rapport en heeft betrekking op de periode april 2006 - april 2007. Het eerste jaarverslag van de Task Force Vlaamse Rand (3) – periode april 2005 - april 2006 – verscheen vorig jaar en werd op 14 juli als mededeling op de Vlaamse regering gebracht. De Task Force Vlaamse Rand komt in principe elke derde woensdag van de maand van 12 tot 14 uur samen in het Boudewijngebouw te Brussel. (1) (2) (3)
Beleidsnota De Vlaamse Rand 2004-2009 is integraal te raadplegen op http://www2.vlaanderen.be/ned/sites/regering/beleidsnotas2004/vandenbroucke/vlaa mse_rand.pdf De aanvullende regeerverklaring van 18 mei 2005 vindt u onder: http://docs.vlaanderen.be//hoofdmenu/vlaamseoverheid/regeringsverklaring leterme 18mei2005.pdf Het jaarverslag Task Force Vlaamse Rand 2005 kan u downloaden op: http://www.vlaamserand.be/beleid.php
1
De onderwerpen die in dit jaarverslag aan bod komen volgen net als in het eerste jaarverslag de indeling van de beleidsnota De Vlaamse Rand. De uitdagingen/beleidsopties worden slechts beknopt weergegeven daar ze uitvoeriger beschreven worden in de beleidsnota zelf en in de aanvullende regeerverklaring. Ook de realisaties 2005-2006 die beschreven werden in het vorige jaarverslag worden hier niet meer (volledig) of slechts beknopt hernomen.
2. Informatie 2.1 Uitdagingen/beleidsopties Het beschikbaar stellen van cijfermateriaal over de Vlaamse Rand als geheel.
2.2 Realisaties/genomen initiatieven De studiedienst van de Vlaamse Regering leverde reeds heel wat bijdragen aan de statistische onderbouwing van het beleid met betrekking tot de Vlaamse Rand onder meer met betrekking tot de migratiebewegingen in de Vlaamse rand rond Brussel 1995-2003, een provinciale scan over de provincie Vlaams-Brabant, het sociaal-economisch profiel van de RESOC gebieden. Deze publicaties zijn elektronisch raadpleegbaar op www.vlaanderen/be/aps onder de rubriek Publicaties - Aps-Not@ - De Interactieve databank www.lokalestatistieken.be Deze portaal kwam tot stand in een samenwerkingsverband tussen de studiedienst van de Vlaamse Regering, het Agentschap voor Binnenlands Bestuur, de Vlaamse Vereniging van Steden en Gemeenten (VVSG) en de Vlaamse Vereniging van Provincies (VVP). Het bevat honderden reeksen met cijfers tot op het gemeentelijke niveau. Onder de rubriek rapportenfunctioneel, gemeentelijke aggregatieniveaus worden de 19 gemeenten van de Vlaamse rand voorgeselecteerd. Deze databank wordt continu aangevuld en werd in 2006 verder inhoudelijk uitgebouwd. - Sociaaleconomisch profiel van de Vlaamse Rand en een blik op het Vlaams karakter (SVR rapport 2007/1) (1). Eind 2006, begin 2007 werd een algemene socio-economische omgevingsanalyse over de Vlaamse Rand uitgebracht. Het is een diepgaande analyse van de situatie in de 19 gemeenten van de Vlaamse Rand inzake demografie, welvaart, voorzieningen, ruimtegebruik en wonen, economische structuur en arbeidsmarkt. De studie bevat ook een analyse van het Vlaams karakter in het licht van de toenemende ontnederlandsing van de regio. Het is de bedoeling deze omgevingsanalyse jaarlijks te actualiseren. (1) Dit rapport kan u downloaden op: http://aps.vlaanderen.be/statistiek/publicaties/svr-studies/2007-03-rapport-vlaamse-rand.pdf
2
- In 2006, begin 2007 werd eveneens de aanzet gegeven tot de oprichting van een informatieen documentatiepunt Vlaamse Rand . De studiedienst van de Vlaamse regering zal hier uiteraard een belangrijke rol spelen samen met Coördinatie Vlaamse Rand en de VZW de Rand (zie punt 3.2.6). Om deze rol voluit te kunnen vervullen zal de studiedienst versterkt worden met een informaticus/beleidsondersteuner en een databeheerder. De vacatures voor deze functies werden reeds bekendgemaakt en de aanwervingsprocedure is lopende. De studiedienst zal daarbij ook instaan voor het monitoren van de resultaten in het kader van het START-project van de Vlaamse regering (zie punt 11).
2.3 Conclusie Er is momenteel reeds heel wat meer informatie beschikbaar die het mogelijk moet maken het beleid in de Vlaamse Rand cijfermatig te onderbouwen. Deze inspanningen zullen ook worden voortgezet. Zo zal het in oprichting zijnde informatie- en documentatiepunt voor de Vlaamse Rand instaan voor het systematisch verzamelen, bijhouden, genereren en ontsluiten van alle relevante gegevens over de Vlaamse Rand. Dit informatie- en documentatiepunt is het ambtelijk sluitstuk van de in de beleidsnota weergegeven beleidsopties.
3. Initiatieven Coördinatie Vlaamse Rand 3.1 Uitdagingen/beleidsopties Het nemen van allerlei initiatieven die het Vlaams karakter van de Vlaamse Rand versterken en/of de integratie van anderstaligen bevorderen.
3.2 Realisaties/genomen initiatieven 3.2.1 Subsidies aan verenigingen: - Coördinatie Vlaamse Rand verstrekt subsidies aan Vlaamse verenigingen uit de Vlaamse Rand voor allerlei initiatieven die het Vlaams karakter van de Vlaamse Rand ondersteunen en/of de integratie van anderstaligen bevorderen. We geven hierbij extra aandacht aan initiatieven ter promotie of ondersteuning van de Nederlandse taal, aan initiatieven in het kader van de 11 juli-vieringen en aan grootsere jeugdmuziek- en sportevenementen in de Vlaamse Rand met bijzondere aandacht voor de ondersteuning van het Nederlandstalige verenigingsleven in de faciliteitengemeenten. Het budget hiervoor bedroeg in 2006 225.000 euro. Hiermee werden in totaal een veertigtal initiatieven gesubsidieerd. Deze subsidiemogelijkheid werd ook met een vernieuwde folder nog beter kenbaar gemaakt. Het bestaan van deze subsidiemogelijkheid heeft ertoe geleid dat een aantal nieuwe initiatieven tot stand zijn gekomen die intussen reeds hun vaste plaats in het gemeenschapsleven in de Vlaamse Rand hebben (bv. vijverfestival Dilbeek, randcriterium Vlaamse Wielrijdersbond , Folk in Ro’…) Ook de provincie Vlaams-Brabant verleent gelijkaardige subsidies. Er is overleg tussen beide overheden aangaande de toekenning van deze subsidies.
3
3.2.2 Randkrant: - Randkrant bestaat intussen reeds meer dan 10 jaar. Ter gelegenheid daarvan werd in maart 2006 een speciaal feestnummer uitgegeven. Randkrant verschijnt sinds december 2006 maandelijks op 178.000 exemplaren (voordien 152.000) en wordt nu effectief bus aan bus verspreid in alle 19 gemeenten van de Vlaamse Rand. Voordien kregen nog niet alle inwoners van alle (deel)gemeenten van de Vlaamse Rand de Randkrant in de bus. Het budget werd hiervoor opgetrokken met 75.000 euro op jaarbasis. De Vlaamse Overheid alsook de provincie Vlaams-Brabant zullen dit magazine ook de komende jaren verder blijven ondersteunen gezien de positieve evaluatie van Randkrant in het lezersonderzoek van maart 2003. Er zijn nog geen specifieke initiatieven genomen om het bereik van Randkrant bij anderstaligen te verhogen. Wel worden nog steeds anderstalige samenvattingen van sommige artikels gepubliceerd. 3.2.3 Welkomstbrochure: - In september 2006 werd een vernieuwde Welkom-in-de-Vlaamse Rand brochure uitgebracht in 4 talen. De realisatie van deze brochure gebeurt in samenwerking met de provincie Vlaams-Brabant. Deze brochure moet de vele (anderstalige) nieuwkomers in de Vlaamse Rand onthalen en hen wegwijs maken in het Vlaanderen waarin zij zich zijn komen vestigen. Deze nieuwe brochure wordt ondermeer verspreid via geïnteresseerde gemeentebesturen, de VZW de Rand, andere overheidsinstanties zoals de VDAB en ook via sommige taalleergangen Nederlands voor anderstaligen. 3.2.4 Webstek: - Ook werd in oktober 2006 een webstek (www.vlaamserand.be) opgestart met alle informatie over de Vlaamse Rand alsook over alle actoren die in de Vlaamse Rand actief zijn om het beleid inzake het Vlaams karakter en de integratie van anderstaligen mee gestalte te geven. Deze webstek moet in de toekomst uitgroeien tot een dynamische portaalsite voor de Vlaamse Rand. Sinds de lancering ervan eind oktober 2006 hebben reeds 10.800 bezoekers allerlei informatie opgevraagd via deze website. Het bezoeken van de website gaat ook steeds in stijgende lijn. Zonder specifieke bekendmakingscampagne bezochten 1261 personen deze website in december 2006. In juni 2007 bedroeg dit aantal reeds bijna 2.000. 3.2.5 Logo: - Daarnaast werd ook een eigen logo voor de Vlaamse Rand ontworpen om de vele initiatieven die ontwikkeld worden een eigen herkenbaar gezicht te geven. Aan de gesubsidieerde initiatieven wordt eveneens gevraagd dit logo te gebruiken in hun promotievoering. Sinds april 2007 worden aan deze gesubsidieerde initiatieven ook spandoeken bezorgd met daarop het logo van de Vlaamse Rand met het verzoek deze op een zichtbare plaats aan te brengen tijdens hun activiteit(en). 3.2.6 Informatie- en documentatiepunt voor de Vlaamse Rand: Er bestaat reeds heel wat onderzoek alsook cijfergegevens over de Vlaamse Rand. Dit wordt echter niet systematisch bijgehouden. Om het beleid in de Vlaamse Rand steviger te kunnen funderen was het dan ook nodig om de bestaande gegevens te verzamelen en te ontsluiten en
4
tevens te zorgen voor bijkomend beleidsrelevant onderzoek. Daarom werd in het najaar 2006 besloten een informatie- en documentatiepunt Vlaamse Rand op te richten. Bij de begrotingscontrole 2007 werden daartoe ook de nodige middelen voorzien. Bij de Coördinatie Vlaamse Rand wordt een personeelslid aangeworven om dit informatie- en documentatiepunt aan te sturen. Deze vacature werd reeds bekendgemaakt en de aanwervingsprocedure is lopende. Tevens zal een stuurgroep worden opgericht met vertegenwoordigers van alle beleidsrelevante bestuursniveau’s. Deze stuurgroep zal ook kunnen beschikken over een budget, ter beschikking gesteld door de Vlaamse overheid en de provincie Vlaams-Brabant, waarmee extern onderzoek zal kunnen gefinancierd worden. Er wordt een virtuele bibliotheek samengesteld waarin alle reeds bestaande gegevens sinds WO II (wetenschappelijk en ander onderzoek, parlementaire stukken, relevante tijdschriftartikels, beleidsdocumenten enzomeer) zullen worden ontsloten. Deze virtuele bibliotheek zal eind 2007 – begin 2008 klaar zijn. Nadien dient deze uiteraard ook permanent geactualiseerd te worden. Deze bibliotheek wordt samengesteld onder de leiding van BRIO (BRussels Informatie en Onderzoekscentrum) een universitair onderzoeksconsortium van de VUB, KUB en EHSAL. Ook bij de studiedienst van de Vlaamse regering zullen extra personeelsleden worden ingezet om beleidsrelevante gegevens te verzamelen en te analyseren. Een eerste jaarlijkse algemene omgevingsanalyse voor de Vlaamse Rand werd reeds opgemaakt. Deze zal jaarlijks geactualiseerd worden met de meest recent beschikbare cijfers. Tot slot zal de VZW de Rand instaan voor een actieve communicatie van alles wat voortspruit uit de activiteiten van het informatie- en documentatiepunt Vlaamse Rand. Dit informatie- en documentatiepunt voor de Vlaamse Rand is dus een intens samenwerkingsverband tussen coördinatie Vlaamse Rand, de studiedienst van de Vlaamse regering, de wetenschappelijke wereld en de VZW de Rand met tevens een financiële inbreng vanwege de provincie Vlaams-Brabant. 3.2.7 Cultuurwaardebon: - Er worden voor de anderstaligen in de Vlaamse Rand die een inspanning leveren om Nederlands te leren reeds een aantal activiteiten georganiseerd om hen te helpen bij hun verdere integratie. Denken we bv maar aan de toneelvoorstellingen van Fast Forward, speciaal voor cursisten Nederlands geschreven of aan de campagne met de handelaars die voor hen een oefenomgeving creëren. Om hen nog een extra duwtje te geven om zich te integreren in het lokale gemeenschapsleven werd eind 2006 besloten een cultuurwaardebon te ontwerpen. Deze bon ter waarde van 7 euro zal kunnen fungeren als betaalmiddel voor alle activiteiten die georganiseerd of aangeboden worden door de culturele en gemeenschapscentra in de 19 gemeenten van de Vlaamse Rand. De bon zal enkel ter beschikking gesteld worden van cursisten Nederlands voor anderstaligen die les volgen in de Vlaamse Rand. Indien we hen kunnen bereiken, zal hij ook aangeboden worden aan de cursisten die wel in de Vlaamse Rand wonen doch bv les volgen in Brussel. De cultuurwaardebon zal telkens worden aangeboden bij het begin van een module en dit voor het eerst in september 2007. De leerkrachten zullen gestimuleerd worden om waar mogelijk in te spelen op deze cultuurwaardebon (bv door gezamenlijk met de klas een voorstelling bij te wonen in één van de deelnemende centra). De cultuurwaardebon zal telkens geldig zijn voor twee seizoenen.
5
3.2.8 Campagne RingTv: - Sinds april 2007 ondertitelt RingTv het weekoverzicht van het nieuws en de compilatie van Toernee General in het Frans en het Engels via de teletekstpagina’s . Ter ondersteuning van deze ondertiteling voor anderstaligen (zie ook 4.2.3) en om deze nieuwigheid beter kenbaar te maken bij de bevolking werd in de tweede helft van juni 2007 een folder verspreid in alle bussen van de 19 gemeenten van de Vlaamse Rand.. Deze folder is drietalig met in het Nederlands tevens de uitleg waarom RingTv sommige van zijn programma’s ondertitelt. De verspreiding van de folder werd tevens ondersteund met een persbericht dat ook aan de anderstalige media zal bezorgd worden.
3.3 Conclusie De initiatieven die in het verleden reeds werden genomen, blijven verder lopen en worden nog versterkt. Daarnaast worden ook telkens een aantal nieuwe initiatieven uitgewerkt die eveneens tot doel hebben het Vlaams karakter van de Vlaamse Rand te versterken en de integratie van anderstaligen te bevorderen.
4. RingTv 4.1 Uitdagingen/beleidsopties RingTv verricht een uitstekende taak als informatiekanaal, maar ook als gemeenschapsvormend en bindend element voor de lokale, Nederlandstalige bevolking van de Vlaamse Rand. Om de leefbaarheid van de zender te waarborgen kunnen initiatieven die het Vlaams karakter verder ondersteunen en initiatieven die de integratie van anderstaligen kunnen bevorderen een marktconforme ondersteuning krijgen.
4.2 Realisaties/genomen initiatieven 4.2.1 Billboard subsidiemogelijkheden : - Om de subsidiemogelijkheden voor de verenigingen (zie 3.2.1) kenbaar te maken, wordt een billboard uitgezonden in het kader van het programma ‘Toernée Général’. Deze billboard werd in 2006 vernieuwd waarbij hetzelfde beeld werd gebruikt als van de nieuwe subsidiefolder. 4.2.2 Samenwerking RingTv – ROBTv: - Om de leefbaarheid van RingTv verder te kunnen garanderen werd in samenwerking tussen de minister bevoegd voor de coördinatie van het beleid in de Vlaamse Rand en de minister van media een onderzoek opgezet en uitgevoerd naar de "mogelijkheid, opportuniteit & wenselijkheid van samenwerking tussen RingTV en ROBTv". Dit onderzoek is intussen afgerond. Op basis van de suggesties uit het onderzoek hebben RingTV en ROBTv een aantal initiatieven samen concreet uitgewerkt. Dit heeft geleid tot ondermeer het programma Brabant @ Work dat ook samen met TvBrussel wordt uitgezonden. Sinds eind 2006 wordt aan dit programma door beide zenders eveneens een luik overheidsinformatie toegevoegd 6
waarin alle initiatieven van de overheid in de Vlaamse Rand inzake opleiding, tewerkstelling en vorming aan bod komen en nader worden toegelicht. Door deze concrete samenwerking konden de middelen die voorzien zijn in de begroting Vlaamse Rand voor de ondersteuning van RingTv ook effectief worden toegekend. 4.2.3. Ondertiteling voor anderstaligen: Eveneens met de middelen voorzien in de begroting Vlaamse Rand wordt in het weekend op RingTv het programma ‘De Week’ (weekoverzicht van het nieuws en de compilatie van Toernée Général) via de teletekstpagina’s 886 en 887 ondertiteld in het Frans en het Engels. Dit moet de vele anderstaligen in de Vlaamse Rand toelaten zich beter te informeren over hun regio met het oog op een snellere integratie in de hun leefomgeving. RingTv blijft uiteraard 100 % een volledig Nederlandstalige zender.
4.3 Conclusie RingTv wordt zoals in de beleidsnota werd aangegeven op een marktconforme wijze ondersteund. Aldus kan deze regionale tvzender zich mee inschakelen in het beleid van de Vlaamse overheid. De uitdaging blijft of en op welke wijze de verschillende mediakanalen (Randkrant – gemeenschapskranten – RingTv – andere…) in de Vlaamse Rand kunnen betrokken worden bij een globale communicatiestrategie die moet leiden tot een vruchtbare kruisbestuiving teneinde de communicatie van de Vlaamse Overheid in de Vlaamse Rand nog te versterken.
5. Vernederlandsing van het straatbeeld
5.1 Uitdagingen/beleidsopties Blijvend aandacht schenken aan de vernederlandsing van het straatbeeld en aan de voorrangsstatus van het Nederlands in de faciliteitengemeenten.
5.2 Realisaties/genomen initiatieven 5.2.1 Brievenacties: - Er worden nog steeds brievenacties ondersteund gericht naar handelaars, verenigingen en organisaties die tweetalige publiciteit voeren, om deze erop te wijzen dat de voertaal van de regio het Nederlands is en om hiervoor respect te vragen. Deze brievenactie werd, na afspraken gemaakt op het provinciale platform van de gemeenten uit de Vlaamse Rand, meer onderling afgestemd (wederzijds informeren over de gestuurde brieven) en dus versterkt tussen de verschillende actoren: de provincie Vlaams-Brabant, de VZW de Rand (taalloket), de gemeenten en eventueel het lokale verenigingsleven. Indien een handelaar niet reageert stuurt de provincie zelf ook nog een brief ter herinnering/aanmaning.
7
Voor wat betreft het resultaat van deze betere afstemming is het nog te vroeg om conclusies te trekken. 5.2.2 Campagne handelaars: Meer informatie met betrekking tot deze campagne kan u nu vinden onder punt 20, VZW de Rand, taalpromotie: creëren van een oefenomgeving voor cursisten Nederlands voor anderstaligen alsook onder punt 21, Provincie Vlaams-Brabant, onthaal en integratie van anderstaligen. 5.2.3 Onderzoek expert: - In 1999 schreef de provincie Vlaams-Brabant een onderzoeksopdracht uit om na te gaan of en hoe het wettelijk instrumentarium kon gebruikt worden om, met name in het straatbeeld in de gemeenten van de Vlaamse Rand, duidelijk te maken dat deze gemeenten Vlaamse gemeenten zijn. In deze studie (gemeenzaam de “studie Boes” genoemd) worden, na een beschrijving van de bestaande wetgeving in bestuurszaken, een aantal standpunten ingenomen met betrekking tot de mogelijkheid om het straatbeeld in deze gemeenten te vernederlandsen. Deze standpunten werden evenwel nadien door een aantal andere interpretaties in vraag gesteld. Daarop werd besloten dit onderzoek verder te verfijnen. De opdracht van de nieuw aangeduide expert bestond er dan ook in om door een verder doorgedreven onderzoek te komen tot een eenduidige visie op basis waarvan een gefundeerd standpunt kan ingenomen worden. Vlaams minister Marino Keulen gunde op 7 februari 2005 die onderzoekopdracht aan de Universiteit Gent (professor L. Veny ). Deze studie welke oorspronkelijk diende afgerond te worden eind juni 2006 werd uiteindelijk afgeleverd in maart 2007. Sommige conclusies uit de studie van Veny gaan in tegen deze uiteengezet in de studie Boes. De Vlaamse regering heeft akte genomen van de resultaten van de studie en besloten om naar de toekomst toe de aanbevelingen uit de studie te volgen. Het Vlaams parlement heeft in een met redenen omklede motie van 9 mei 2007 aan de Vlaamse regering gevraagd: “1° te blijven uitgaan van het principe van de voorrangsstatus van het Nederlands in de Rand en in de faciliteitengemeenten , dat is opgenomen in de aanvullende regeringsverklaring van 18 mei 2005, dat voortvloeit uit het territorialiteitsbeginsel van art. 4 van de Grondwet en dat bevestigd werd in belangrijke rechtspraak van de hoogste rechtscolleges, en om overeenkomstig het principe van de voorrangsstatus, binnen de grenzen van de Grondwet en van de taalwetgeving, maatregelen te nemen om het Nederlandstalig karakter van de Rand en de faciliteitengemeenten te versterken; 2° alle juridische mogelijkheden te blijven verkennen om die maatregelen te kunnen nemen.” 5.2.4 Aanpassingen De Lijn: - De VVM De Lijn heeft een aanpassing doorgevoerd van de elektronische filmaanduidingen op haar bussen via een handmatig systeem op de buslijnen, die zowel het Brussels Hoofdstedelijk Gewest als het Vlaams Gewest aandoen. De effectieve implementatie werd, rekeninghoudend met de benodigde technische en programmatische aanpassingen, fasematig voorzien vanaf augustus 2006 en is intussen afgerond. De instructies luiden dat de bussen op ritten naar het Brussels Hoofdstedelijk Gewest tweetalige of alternerende opschriften dragen wanneer zij zich bevinden op het grondgebied van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en dat zij uitsluitend Nederlandstalige opschriften dragen wanneer zij zich bevinden op het grondgebied van het Vlaamse Gewest.
8
Op de ritten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest naar Vlaanderen wordt de bestaande werkwijze behouden om reeds bij het vertrek de Nederlandstalige naam van de eindbestemming zoals Leuven, Halle, Aalst, … te gebruiken. 5.2.5 Septemberdecreet: - Het decreet van 19 juli 1973 (septemberdecreet) regelt het gebruik van de talen voor de sociale betrekkingen tussen de werkgevers en de werknemers, alsmede van de voor de wet en de verordeningen voorgeschreven akten en bescheiden van de ondernemingen. Het aantal onderzoeken in het kader van de controle op de naleving van dit decreet werd opgevoerd. Deze controles gebeuren hetzij op eigen initiatief, hetzij tijdens een controle binnen de andere materies waarvoor de inspectie werk en sociale economie bevoegd is (het principe van de integrale controle) hetzij op vraag van derden bij klachten. In de periode 2000-2005 werden 208 controles op de naleving van het septemberdecreet uitgevoerd. Hierbij werden 28 overtredingen vastgesteld waarbij door de inspectie een proces-verbaal werd opgesteld. Voor 2006 zijn nog geen cijfers beschikbaar.
5.3 Conclusie Er werden in het kader van de vernederlandsing van het straatbeeld reeds een aantal initiatieven ontwikkeld of voortgezet. Dit blijft een moeizaam gegeven, mede gelet op het grondwettelijke kader (een grondwetswijziging zou uiteraard soelaas bieden doch is wellicht nog niet voor meteen) en is in elk geval een zaak van lange adem. Men heeft immers, op basis van de bestaande taalwetgeving, weinig mogelijkheden om in te grijpen met betrekking tot het taalgebruik in het privéleven. De Vlaamse overheid moet dus vooral een beleid voeren van vrijwillig stimulerende maatregelen die het gebruik van het Nederlands aanmoedigen.
6. Werk 6.1 Uitdagingen/beleidsopties Het werkgelegenheidsbeleid in de 19 gemeenten van de Vlaamse Rand moet rekening houden met een aantal zeer specifieke kenmerken waarbij de uitdagingen vooral liggen op het vlak van de taal als van de leefbaarheid. Daartoe is een geïntegreerd beleid noodzakelijk, gebaseerd op samenwerking met alle betrokken regionale partners alsook met het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Daarbij blijft ook een gedifferentieerde aanpak noodzakelijk ten aanzien van kansengroepen die specifieke acties vereisen naar begeleiding en opleiding.
6.2 Realisaties/genomen initiatieven 6.2.1 Lokale Werkwinkels: - LWW Beersel (Sint-Genesius-Rode, Linkebeek, Drogenbos) is nog niet operationeel op 1 april 2007. Er werd nog geen geschikte locatie gevonden. Buiten de werkwinkel Beersel zijn alle werkwinkels operationeel in Vlaams-Brabant.
9
6.2.2 Jobhuis: - Het project Jobhuis (fietsenstalling station Halle) wordt verlengd in het kader van de Buurten Nabijheidsdiensten tot 31 juli 2007. Daarna zal onderzocht worden of zij kunnen overstappen naar het decreet Lokale Diensteneconomie. 6.2.3 Regionaal Incubatie Centrum: - Het RIC heeft als doel de duurzame integratie van laaggeschoolde werkzoekenden met een arbeidshandicap op de arbeidsmarkt te bevorderen. Startcentra of regionale incubatiecentra helpen bedrijven en organisaties bij het opzetten van projecten (o.m. invoegbedrijven) om blijvende tewerkstelling voor werkzoekenden uit kansengroepen te realiseren. Voor deze regio werd de Zennelink opgericht op 27 april 2006. Het RIC krijgt hier jaarlijks een subsidie van 124.000 euro voor loon- en werkingkosten. 6.2.4 Sociale werkplaatsen: In het kader van het meerbanenplan heeft de Vlaamse regering op 21 april 2006 beslist om aan de erkende sociale werkplaatsen een uitbreiding toe te kennen met 400 voltijdse equivalente (VE) doelgroepwerknemers en 80 voltijdse equivalente omkaderingspersoneelsleden. Daarnaast zijn er in het kader van het VIA-akkoord (Vlaams Intersectoraal akkoord) 20062010 nog 42 voltijdse equivalente doelgroepwerknemers en 8 voltijdse equivalente omkaderingspersoneelsleden beschikbaar voor 2006. Er werd een uitbreiding toegekend aan alle sociale werkplaatsen in de regio. Het meerbanenplan voorziet ook een uitbreiding van het concept arbeidszorg binnen de sociale economie. Het wil hiermee een oplossing aanreiken voor de uitkeringsgerechtigde langdurig werklozen met een problematiek niet eigen aan de arbeidsmarkt: werkzoekenden die kampen met ernstige psychische en/of medische problemen, al dan niet in combinatie met sociale problemen. In dit kader heeft de Vlaamse regering op 20 juli 2006 beslist om: 1. een uitbreiding van het aantal arbeidsplaatsen arbeidszorg te realiseren binnen de sociale economie, waarbij nu ook beschutte werkplaatsen de mogelijkheid krijgen om een aanbod te doen en uren op te nemen; 2. mee te werken aan integrale trajecten door ook uren/plaatsen te reserveren voor activering en screening; 3. een pilootproject rond ‘erkenning betreffende arbeidszorg’ op te zetten Er werd een uitbreiding toegekend aan de sociale werkplaatsen Televil, Den Diepen Boomgaard en Opbouwwerk Haviland 6.2.5 Werk en Nederlandse taal: Een groot deel van de werkzoekenden in de Vlaamse Rand blijft moeilijkheden ondervinden met de Nederlandse taal, autochtonen zowel als allochtonen. De inspanningen vermeld in het vorige jaarverslag inzake het aanleren van praktisch Nederlands werden ook in 2006 verdergezet.
10
In november 2005 publiceerde de VDAB een studie over het aantal werkzoekenden met taalachterstand Nederlands (1). Deze studie had betrekking op de niet-werkende werkzoekenden in december 2003. Ruim één derde van de niet-werkende werkzoekenden met woonplaats in de Vlaamse Rand stond achter in de kennis van de Nederlandse taal. In heel Vlaanderen was dit slechts 10 %. In de faciliteitengemeenten had de helft van de werkzoekenden een taalachterstand Nederlands. Recentere gegevens hierover zijn momenteel niet beschikbaar maar zullen aan de VDAB gevraagd worden. 6.2.6 Instant A: - Instant A blijft zich richten op de inschakeling van de kansengroep (laaggeschoolde jongeren tussen 18-30 jaar met weinig werkervaring) via uitzendarbeid met als doel deze mensen kansen te bieden op de arbeidsmarkt. Ook hier werden de inspanningen van de vorige jaren in 2006 voortgezet. 6.2.7 Streekpact: - Het Streekpact voor de regio Halle-Vilvoorde is van start gegaan bij de nieuwe ambtstermijn van de provincie- en gemeenteraden. De algemene doelstelling van het streekpact is de sociaal-economische ontwikkeling van de regio, het bevorderen van de economische groei en het ondernemerschap en het stimuleren van de werkgelegenheid voor kansengroepen alsook de plattelandsontwikke-ling als hefboom voor de leefbaarheid van de landbouw en de ontwikkeling van toerisme en recreatie. Het streekpact werd opgemaakt rond 10 hefbomen: - ontwikkeling van de luchthaven en luchthavenregio - ontwikkeling van de sector logistiek-distributie - ontwikkeling van de IT-sector - ondersteuning van de lokale sociale economie onder impuls van het Regionaal Incubatie Centrum (erkenning van deze laatste wordt gefinaliseerd) - een betere aansluiting onderwijs-arbeidsmarkt onder impuls van het RTC (Regionale Technologie Centra) - aandacht voor de randvoorwaarden zoals mobiliteit, kinderopvang, taal - betere werking van de arbeidsmarkt, zeker naar risicogroepen en anderstalige werkzoekenden om hun inzetbaarheid te vergroten - ontwikkeling en stimulering van het opleidingsbeleid voor werkenden - ontwikkeling van bedrijfsinfrastructuur om aan de groeiende noden te kunnen beantwoorden , in harmonie met de regelgeving ruimtelijke ordening - versterken van de leefbaarheid van het platteland door investeringen en reconversie in het agrogebeuren. 6.2.8 Regionaal Technologie Centrum: Ook het RTC Vlaams-Brabant ging effectief van start in 2006. Het RTC moet zorgen voor het creëren van een synergie tussen onderwijs en bedrijven voor de optimale doorstroming van leerlingen, cursisten, studenten naar het bedrijfsleven, en voor de opwaardering van het technisch en beroepsonderwijs. (1) VDAB, Arbeidsmarkttopic 1. Hier spreekt men Nederlands. Werkzoekenden met taalachterstand, Brussel, 2005: http://www.vdab.be/trends/maandverslag/topic2005_nr1.pdf
11
In de RTC’s werken verschillende actoren in het opleidingsveld (scholen, bedrijven, VDAB, SYNTRA (Het Vlaams Agentschap voor Ondernemersvorming), VOKA (Het Vlaams netwerk van Ondernemingen), UNIZO (De Unie van Zelfstandige Ondernemers)) samen via projecten die school en bedrijf beter op elkaar afstemmen. Er werden verschillende acties opgezet om bepaalde knelpuntenberoepen beter te kunnen in vullen. 6.2.9 Samenwerking met Brussels Hoofdstedelijk Gewest: Het nieuwe samenwerkingsakkoord tussen het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, het Vlaamse Gewest en de Vlaamse Gemeenschap betreffende de afstemming van het arbeidsmarktbeleid en de bevordering van de mobiliteit van werkzoekenden werd ondertekend in mei 2006. Dit samenwerkingsakkoord bevat een wederzijds engagement om gezamenlijk concrete acties op te zetten teneinde de interactie tussen de twee Gewesten te bevorderen. Dit samenwerkingsakkoord bevat o.a. verdere engagementen naar de oprichting van 3 Nederlandstalige werkwinkels in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, naar uitwisseling van vacatures, naar taalopleiding ter bevordering van de inschakeling van de Brusselse werkzoekenden, en inzake diversiteit. Zo is inmiddels de eerste werkwinkel operationeel en worden sinds 1 juni 2006 vacatures uitgewisseld tussen de VDAB en zijn Waalse en Brusselse tegenhangers de FOREM en de BGDA, meer in het bijzonder met betrekking tot de knelpuntberoepen. 6.2.10 Erkende Regionale Samenwerkings Verbanden: - De vzw ERSV (Erkende Regionale Samenwerkingsverbanden) Vlaams-Brabant werd opgericht per 1/01/05 en erkend in het kader van het decreet van het sociaal overleg op regionaal vlak. Er werden 1 SERR (Sociaal Economische Raad van de Regio)Vlaams-Brabant opgericht en 2 RESOC’s (Regionaal sociaaleconomisch Overlegcomité) voor het arrondissement Leuven en het arrondissement Halle-Vilvoorde. De basis van de werking van het RESOC is het streekpact (zie 6.2.7) met een looptijd van 6 jaar.
6.3 Conclusie Inzake het werkgelegenheidsbeleid werden de opties uit de beleidsnota De Vlaamse Rand vrijwel volledig gerealiseerd of minstens op de sporen gezet. Dit beleid moet wel verder gecontinueerd worden en de bereikte effecten (op lange termijn) moeten worden geëvalueerd. Zo zullen we aan de VDAB vragen om de studie met betrekking tot taalachterstand te actualiseren voor wat betreft de niet-werkende werkzoekenden in de Vlaamse Rand (zie 6.2.5) teneinde na te gaan of de maatregelen die sindsdien genomen werden, effect hebben.
7. Onderwijs 7.1 Uitdagingen/beleidsopties Onderwijs speelt een belangrijke rol in eenieders ontplooiing en kan voor een grote meerwaarde in de levenskwaliteit zorgen. Door de specifieke omstandigheden in de Vlaamse Rand is de kennis van de streektaal een doorslaggevende voorwaarde in het verkrijgen van 12
individuele kansen in de maatschappij zowel op de arbeidsmarkt als op het vlak van de sociale integratie. Daarnaast is er ook nog de specifieke problematiek van het Franstalig onderwijs in de faciliteitengemeenten dat zich beter zou kunnen afstemmen op het beleid van de Vlaamse Gemeenschap. Dit moet de leefbaarheid in het algemeen en de kansen van deze leerlingen in het bijzonder bevorderen.
7.2 Realisaties/genomen initiatieven 7.2.1 Bijkomende lestijden: a. faciliteitengemeenten: - De extra lestijden die de 28 Nederlandstalige basisscholen in de faciliteitengemeenten (Wemmel, Wezembeek-Oppem, Kraainem, Linkebeek, Drogenbos, Sint-Genesius-Rode) sinds 1997 bij wijze van experiment jaar na jaar ontvingen werden inmiddels bij Besluit van de Vlaamse regering van 17 maart 2006 structureel gemaakt. Deze lestijden zijn bestemd voor de integratie van anderstaligen. Algemeen gesproken zijn die bijkomende middelen bedoeld om de kwaliteit van het geboden onderwijs te verhogen of op peil te houden. b. andere gemeenten uit de Vlaamse Rand: Sinds 1 september 2006 kunnen ook de basisscholen in de 13 andere gemeenten van de Vlaamse Rand deze extra lestijden bekomen. In deze gemeenten zijn alles samen 100 basisscholen. Voorwaarde tot het krijgen van bijkomende lestijden is dat ten minste 10% van de leerlingen een andere thuistaal heeft dan het Nederlands. Voor een evaluatie van dit beleid is het uiteraard nog erg vroeg. Niettemin is het al een belangrijk punt dat de scholen voortaan ervan kunnen uitgaan dat zij die lestijden over meerdere jaren zullen hebben, en niet jaar na jaar moeten afwachten of het project wordt voortgezet. Zodoende kan het beleid van de betrokken scholen werkelijk over een langere termijn worden uitgetekend, en is het uitwerken van een ondersteuningsstructuur zinvol. 7.2.2 Inspectie in het Franstalig basisonderwijs: - Met betrekking tot de toepassing van het territorialiteitsbeginsel in het onderwijs, heeft de minister zoals afgesproken contact gehad met mevrouw Arena, bevoegd voor het leerplichtonderwijs in de Franse Gemeenschap. Ingevolge de afspraak om een inventaris te maken van de wederzijdse rechten en plichten, werd dit probleem samen met een aantal andere (die niet altijd de Rand betreffen, maar ook taalgrensgemeenten zoals Komen en Voeren), besproken met mevrouw Arena. De inventaris blijkt extraterritoriale initiatieven van beide gemeenschappen te bevatten. De evaluatie daarvan leidt tot de conclusie dat het nemen van eenzijdige maatregelen om aan één extraterritoriaal initiatief te verhelpen niet het volledige verhaal kan zijn. Eenzijdige maatregelen in de andere richting zijn immers ook mogelijk. Het overleg tussen beide gemeenschappen wordt voortgezet. Intussen is een voorstel van interpretatief decreet ingediend waarin de bevoegdheid van de Vlaamse Gemeenschap over de Franstalige faciliteitenscholen gesteld wordt. Dit decreet is voor advies toegezonden aan de Raad van State.
13
7.2.3 Het tweetalige korps van de taalinspectie: - Sinds 2000 zijn twee taalinspecteurs (één van elke taalrol) actief. De Vlaamse overheid streeft ernaar dat het volledige personeelskader (van 2 x 2 taalinspecteurs) wordt ingevuld. Ter optimalisering van de werking van de taalinspectie, onder meer door het actualiseren van de werkingsregels uit het KB van 14 maart 1997 houdende de werking van de taalinspectie inzake onderwijs aan intussen tussengekomen evoluties, bereidt de bevoegde federale minister een voorstel voor dat voorwerp zal zijn van een samenwerkingsakkoord tussen de federale regering en de gemeenschapsregeringen. 7.2.4 Toekennen van zorguren aan de faciliteitenscholen: -
Daar waar voorheen de Franstalige faciliteitenscholen zelf zorguren dienden aan te vragen, is intussen het toekennen van zorguren automatisch gerealiseerd nu alle scholen zonder het te hoeven vragen zorguren toegewezen krijgen op basis van de puntenenveloppe.
7.2.5 Toekennen van aanvullende Gok (Gelijke Onderwijs Kansen)-lestijden aan de Franstalige faciliteitenscholen: In tegenstelling tot de zorguren zijn de Gok-lestijden niet automatisch gelinkt met de leerlingenaantallen, maar gelden er voorwaarden op het vlak van leerlingenkenmerken. Het kenmerk dat de thuistaal een andere taal is dan het Nederlands, is in deze scholen bij alle leerlingen per definitie aanwezig. Maar om in aanmerking te komen voor Gok-uren moet een leerlingen ook aan één van de andere kenmerken beantwoorden. De andere indicatoren betreffen socio-economische kenmerken (vervangingsinkomen, opleidingsniveau van de moeder). De toekenning gebeurt voor periodes van 3 jaar. De periode van schooljaar 2005-2006 tot schooljaar 2008-2009 leverde nog geen aanvraag op van een Franstalige faciliteitenschool. In de regelgeving inzake gelijke kansen is voorzien dat alle scholen die Gok-middelen krijgen op de aanwending ervan worden gecontroleerd door de onderwijsinspectie. Mogelijk vormt die factor een drempel die deze scholen niet willen overschrijden: het toelaten van de Vlaamse onderwijsinspectie. De driejarige cyclus van Gok brengt met zich mee dat, behoudens een tussentijdse bijsturing van de spelregels, de Franstalige faciliteitenscholen in het volgende schooljaar ook geen Gokmiddelen zullen krijgen. 7.2.6 Centra voor Leerlingen Begeleiding: Vooralsnog wordt geen enkele van de Franstalige basisscholen in de Vlaamse Rand door een Nederlandstalig CLB (Centra voor Leerlingen Begeleiding) begeleid. Sinds 1 september 2006 is er een nieuwe driejaarlijkse beleidsperiode in de CLB-begeleiding begonnen. Tot hier toe diende nog geen enkele van de Franstalige faciliteitenscholen een ontwerpcontract met een Nederlandstalig CLB in. In het voorstel van interpretatief decreet waarvan sprake in 7.2.2 is eveneens een bepaling ingevoegd waarbij de bevoegdheid van de CLB’s van de Vlaamse Gemeenschap over de Franstalige faciliteitenscholen gesteld wordt.
14
7.2.7 Ondersteuning taalvaardigheid: Sinds 1 september 2006 werd eveneens een ondersteuningsstructuur opgestart dat de scholen in de Vlaamse Rand begeleidt inzake taalvaardigheidsonderricht. Dit steunpunt stelt deskundigheid ter beschikking van de individuele scholen en zal ook een forum zijn waarbinnen de scholen ervaringen kunnen delen en van elkaar kunnen leren. Deze ondersteuningsstructuur is een voortzetting van de initiatieven die het steunpunt NT2 van de KULeuven reeds ontwikkeld heeft (zie ook hfdst 21 provincie Vlaams-Brabant – NT2). Binnen deze ondersteuningsstructuur wordt ook een beleid naar anderstalige ouders worden ontwikkeld. In de Vilvoordse scholen loopt met betrekking tot deze laatste problematiek reeds vanaf 1 januari 2006 een proeftuinproject.
7.3 Conclusie De beleidsinitiatieven die tot doel hebben leerlingenprestaties en effectiviteit van scholen te verbeteren, hebben een effect op langere termijn. Het is te vroeg om de effecten van de bijkomende ondersteuning al te evalueren. Naar aanleiding van de schooldoorlichtingen door de onderwijsinspectie kan wel blijken in welke mate scholen een ander en beter beleid voeren en welke specifieke initiatieven er zijn om anderstalige leerlingen te helpen. De positie van de Franstalige faciliteitenscholen zal worden geregeld door het interpretatief decreet. Als dat decreet wordt goedgekeurd zal het vaststaan dat zij zijn onderworpen aan het toezicht van de Vlaamse onderwijsinspectie, dat zij een contract moeten aangaan met een Vlaams CLB en dat in beginsel de Vlaamse eindtermen van toepassing zijn.
8. Integratie, onthaal en taal 8.1 Uitdagingen/beleidsopties De instroom van anderstaligen in de Vlaamse Rand is een grote uitdaging zowel op vlak van leefbaarheid als van taal. De integratie van deze bevolkingsgroep verloopt idealiter het snelst via de verwerving van de taal (maar ook via tewerkstelling en het verenigingsleven). We moeten daarom in eerste instantie een toereikend aanbod taallessen Nederlands realiseren dat eveneens voldoende gedifferentieerd is om de verschillende doelgroepen efficiënt te bereiken. Via het Huis van het Nederlands moet de kwaliteit van het aanbod verbeterd worden, moet het aanbod ook beter op elkaar worden afgestemd en moeten potentiële cursisten beter onthaald en begeleid worden.
8.2 Realisaties/genomen initiatieven - Op initiatief van de Vlaamse minister bevoegd voor het Buitenlands Beleid werd in 2006 opnieuw de opdracht gegeven aan de Warande om in samenwerking met een erkend opleidingsinstituut, taalcursussen Nederlands te organiseren voor buitenlandse ambassadeurs geaccrediteerd in Brussel. Gezien de enorme interesse werden twee lessenreeksen gepland, waaraan in totaal 22 ambassadeurs deelnamen. Deze cursussen worden gratis aangeboden en hebben tot doel een goede bilaterale samenwerking na te streven.
15
- Huizen van het Nederlands: De Huizen van het Nederlands staan in voor enerzijds de organisatie en coördinatie van de intake, testing en doorverwijzing van kandidaat-cursisten Nederlands Tweede Taal (NT2) en anderzijds de afstemming van het aanbod NT2. De huizen van het Nederlands werken in een geïntegreerd samenwerkingsverband met de onthaalbureaus en de VDAB met het oog op het optimaliseren van de dienstverlening ten aanzien van anderstalige nieuwkomers en dit via het realiseren van een één-loket-functie. Het Huis van het Nederlands Vlaams-Brabant heeft een uitgebreide antennewerking uitgebouwd: - antenne Leuven; - regio Hageland, bestaande uit antenne Diest, loket Tienen en loket Aarschot; - regio Zuid-West-Brabant, bestaande uit antenne Halle, loket Beersel, loket Asse en loket Dilbeek; - regio Midden-Brabant, bestaande uit antenne Vilvoorde, loket Tervuren, loket Strombeet-Bever en loket Zaventem. De Huizen van het Nederlands richten zich tot alle anderstalige volwassenen, zonder onderscheid te maken tussen oudkomers en nieuwkomers of anderstalige allochtonen en autochtonen. De Huizen van het Nederlands ondersteunen ook het Vlaamse inburgeringsbeleid. In 2006 werd de doelgroep van het inburgeringsbeleid uitgebreid. Aangezien de Huizen van het Nederlands verantwoordelijk zijn voor de taaltoetsing en doorverwijzing in het kader van het inburgeringstraject, leidt een verruiming van de doelgroep tot een taakverzwaring van de Huizen van het Nederlands. Voor het Huis van het Nederlands Vlaams-Brabant leverde dit een budgetstijging voor 2007 met 286.230 (of een stijging van meer dan 75%) euro op. Voor 2006 bedroeg de subsidiëring van het Huis van het Nederlands Vlaams-Brabant 376.415 euro terwijl het voor 2007 om een bedrag van 662.645 euro gaat. - Wachtlijsten NT2 De wachtlijsten NT2 situeren zich uitsluitend op het niveau van de basiseducatie, de andere aanbodsverstrekkers – Centra voor Volwassenenonderwijs en Universitaire Talencentra – kennen geen wachtlijsten NT2. Sinds februari 2004 wordt er halfjaarlijks een rondvraag met betrekking tot de wachtlijsten NT2 in de Centra voor Basiseducatie georganiseerd. Dit betekent dat deze rondvraag reeds 7 keer werd gehouden, met name in februari 2004, september 2004, februari 2005, september 2005, februari 2006, september 2006 en februari 2007. Om een zo correct mogelijke stand van zaken van de wachtlijsten NT2 te verkrijgen worden deze gegevens bij de centra telkens na een instapmoment voor cursussen NT2 opgevraagd. Op basis van deze rondvraag kan gesteld worden dat deze wachtlijsten gestaag afnemen met uitzondering van een kleine stijging in september 2006. De evolutie van de wachtlijsten NT2 met betrekking tot de CBE gelegen in de Vlaamse Rand: CBE Halle: Februari 2005: 15 September 2005: 51 Februari 2006: 15
16
September 2006: 27 Februari 2007: 18 CBE Machelen: Februari 2005: 69 September 2005: 82 Februari 2006: 66 September 2006: 78 Februari 2007: 31 Hierbij dient opgemerkt te worden dat de inburgeraars die vallen onder de bepalingen van het inburgeringsbeleid sinds 2005 prioritair bediend moeten worden bij de besteding van de bijkomende middelen NT2 (zie infra). Dit houdt in dat er op dit ogenblik geen nieuwkomers op een wachtlijst NT2 staan. Om de wachtlijsten zo snel mogelijk af te bouwen en zeker niet te laten toenemen worden er sinds 2001 onder de Centra voor Basiseducatie bijkomende middelen verdeeld voor de organisatie van extra aanbod NT2. In de begroting van 2005 en 2006 werden er telkens 6.200.000 euro ingeschreven voor de organisatie van bijkomend aanbod NT2, dit hield een verdubbeling in ten opzichte van de middelen in 2004. De verdeling van de bijkomende middelen NT2 2006 gebeurde in overleg met de Federatie Centra voor Basiseducatie. In 2005 werden er aan de Centra voor Basiseducatie gelegen in de Vlaamse Rand volgende bijkomende middelen NT2 toegekend: CBE Halle kreeg 35 modules toegekend (214.095 euro) CBE Machelen kreeg 36 modules toegekend (220.212 euro) TOTAAL: 71 modules (434.307 euro) In 2006 werden er aan de Centra voor Basiseducatie gelegen in de Vlaamse Rand volgende bijkomende middelen NT2 toegekend: CBE Halle: 66 modules (403.722 euro) CBE Machelen: 104 modules (636.168 euro) TOTAAL: 170 modules (1.039.890 euro) In 2007 werden er aan de Centra voor Basiseducatie gelegen in de Vlaamse Rand volgende bijkomende middelen NT2 toegekend: CBE Halle kreeg 84 modules (513.828 euro); CBE Machelen kreeg 122 modules (746.274 euro). TOTAAL: 206 modules (1.260.102 euro) Naast de organisatie van extra aanbod NT2 in de Centra voor Basiseducatie wordt er jaarlijks een bedrag van de bijkomende middelen NT2 gereserveerd voor de organisatie van zomeraanbod NT2 in de Centra voor Volwassenenonderwijs indien hieraan binnen de regio nood is. Het gaat dan om bijkomende instapmomenten in de maanden maart, april en mei en opleidingen die doorlopen tijdens de zomermaanden.
17
In 2004, 2005 en 2006 werd er respectievelijk een bedrag van 72.533 euro, 164.472 euro en 186.860 euro besteed aan de organisatie van zomeraanbod NT2. In het kader van het Vlaamse inburgeringsbeleid werd door de Vlaamse overheid beslist een groeipad uit te tekenen met betrekking tot de bijkomende middelen NT2. In 2006 werd er een bijkomend bedrag van 3,4 miljoen euro geïnvesteerd in extra aanbod NT2, vanaf 2007 gaat het om 5,2 miljoen euro. Dit betekent dat er in 2007 een totaal bedrag van 11,4 miljoen euro beschikbaar is voor de organisatie van bijkomend aanbod NT2. 8.3 Conclusie Het Huis van het Nederlands en het inburgeringsbeleid zijn nieuwe instrumenten die een stap vooruit betekenen inzake de integratie van anderstaligen in de Vlaamse Rand. Het aanbod taallessen Nederlands moet echter ook voldoende groot en gedifferentieerd zijn om de vele verschillende anderstalige doelgroepen die aanwezig zijn in de Vlaamse Rand ook effectief te kunnen bereiken. Dit behoort sinds 2006 ook tot de taak van de VZW de Rand die hiervoor een specifiek budget voor taalpromotie kreeg toegewezen (zie punt 20).
9. Toepassing van de taalwetgeving 9.1 Uitdagingen/beleidsopties We blijven toezien op een strikte toepassing van de taalwetgeving met het oog op de versterking van het Vlaams karakter van de Vlaamse Rand
9.2 Realisaties/genomen initiatieven - De genomen initiatieven die vermeld zijn in het vorige jaarverslag blijven onverkort van kracht en brengen wij in herinnering: - de gouverneur van Vlaams-Brabant blijft toezicht uitoefenen op de subsidiëringspraktijk in de Vlaamse randgemeenten ten aanzien van Nederlandstalige verenigingen; - in zijn omzendbrief van 8 juli 2005 aan de lokale besturen bevestigt de Vlaamse minister van Binnenlands Bestuur enerzijds de richtlijnen vervat in de omzendbrieven van de Vlaamse ministers Peeters en Martens van 16 december 1997 en 9 februari 1998 en verduidelijkt hij anderzijds die richtlijnen aan de hand van concrete voorbeelden, gesteund op de arresten van de Raad van State van 23 december 2004; - de vereiste van de kennis van de Nederlandse taal voor de uitoefening van het mandaat van burgemeester, schepen of voorzitter van de gemeenteraad werd ingeschreven in artikel 44, §6 van het Gemeentedecreet van 15 juli 2005. - Op 8 oktober 2006 hadden de gemeenteraadsverkiezingen plaats. De nieuwe gemeentebesturen traden in functie op 1 januari 2007. De Vlaamse minister van Binnenlands Bestuur heeft de burgemeesters van de gemeenten Wemmel en Drogenbos benoemd zodra hun voordracht was onderzocht door de procureur-generaal en door de provinciegouverneur. Zij hebben immers bij die gemeenteraadsverkiezingen de regelgeving correct toegepast bij de verzending van de oproepingsbrieven aan de kiezers. In de andere vier gemeenten (Kraainem, Linkebeek, Wezembeek-Oppem en Sint-Genesius-Rode) zijn de voorgedragen kandidaat18
burgemeesters nog niet benoemd. De reden daarvoor ligt in het feit dat de Vlaamse minister van Binnenlands Bestuur de provinciegouverneur een bijkomend onderzoek heeft gevraagd over de persoonlijke betrokkenheid van die kandidaat-burgemeesters bij het verzenden van de Franstalige oproepingsbrieven. Dat deze consequente houding effect heeft, moge blijken uit het feit dat voor de recente federale verkiezingen ook de waarnemend burgemeester van Sint-Genesius-Rode de oproepingsbrieven correct verstuurd heeft. Hier is wel een onderzoek geopend naar schepen Libert die ten persoonlijke titel eveneens Franstalige oproepingsbrieven heeft verstuurd.
9.3 Conclusie De initiatieven vooropgesteld in de beleidsnota De Vlaamse Rand werden reeds geconcretiseerd. Er zal evenwel verder blijvend worden toegezien op een strikte toepassing van de taalwetgeving.
10. Huisvesting 10.1 Uitdagingen/beleidsopties De leefbaarheid in de Vlaamse Rand komt ernstig in het gedrang door de hoge prijzen voor bouwgrond en woningen. We willen daarom bekijken of de bestaande actoren binnen de huisvesting ingeschakeld kunnen worden in een beleid specifiek gericht op de Vlaamse Rand. Hierbij is afstemming nodig met de initiatieven van de provincie.
10.2 Realisaties/genomen initiatieven Op provinciaal niveau wordt vorm gegeven aan het beleid voor de Vlaamse rand op het vlak van huisvesting door het provinciaal reglement ter stimulering van huisvestingsinitiatieven (1 februari 2005). In dit reglement wordt enerzijds een hogere projectsubsidie voor huurwoningen voorzien voor de duurdere gemeenten (maximum € 26.000/woning). Anderzijds wordt voor de samenwerkingsverbanden ter realisatie van kavels, koopwoningen of huurwoningen voorrang gegeven aan projecten uit de Vlaamse rand. In de eerste selectieperiode van 2007 was de meerderheid van de woningen, waarvoor projectsubsidie werd aangevraagd en verkregen, in de Vlaamse Rand gelegen zoals afgebakend in het betrokken reglement. Momenteel ontwikkelt de provincie, in samenwerking met de huisvestingsmaatschappij Providentia en de afdeling Gesubsidieerde Infrastructuur van de Vlaamse overheid, een huisvestingsproject van 85 woongelegenheden op de PIVO-site (Provinciaal Instituut voor Vorming en Opleiding) te Asse. Voor de provinciale bijkomende leningen voor de aankoop, bouw of renovatie van de enige woning werd bij provincieraadsbeslissing van 12 september 2006 de maximaal toegelaten venale waarde voor de gemeenten in de Vlaamse rand verhoogd van 150.000 euro tot 230.000 euro om meer aan de marktvoorwaarden tegemoet te komen. Buiten informeel overleg op administratief niveau is er nog geen formeel overleg geweest tussen het Vlaamse Gewest en de provincie Vlaams-Brabant over de afstemming van het huisvestingsbeleid. De provincie is hiervoor vragende partij.
19
De geplande bijeenkomst met betrekking tot deze problematiek van 25 januari 2006 tussen de Vlaamse Overheid en de provincie Vlaams-Brabant heeft niet plaats gehad. Inmiddels had nog geen nieuw overleg plaats over een afstemming van beleid. Op het niveau van het Vlaams Gewest voorziet de huidige regelgeving op premies, leningen en huursubsidies geen bijkomende inspanningen voor de Vlaamse Rand. De specifieke subsidieregeling met betrekking tot de aankoop van bouwgrond in de Vlaamse Rand werd opgeheven. Het stelsel was geen succes. Zelfs met de maximum premie was dit een onvoldoende impuls voor mensen met een gemiddeld inkomen. Wel werd in art. 7 van het decreet van 15 december 2006 (B.S. 19/2/2007) houdende wijziging van het decreet van 15/7/1997 houdende de Vlaamse Wooncode de verplichting opgenomen voor de huurder van een sociale huurwoning om (wanneer zijn woning niet gelegen is in een rand- of taalgrensgemeente) de bereidheid te tonen om Nederlands te leren. Dit decreet is evenwel nog niet in werking getreden. Het huisvestingsbeleid voor de Vlaamse Rand op Vlaams niveau spitst zich dus momenteel enkel toe op de werking van Vlabinvest (zie punt 24). Het is een beleidsstandpunt om alle inspanningen in de Vlaamse Rand (financieel) te centraliseren binnen Vlabinvest eerder dan een versnipperd beleid te voeren. Ter voorbereiding/opvolging van het huisvestingsbeleid in de Vlaamse Rand werd de gemengde stuurgroep Vlabinvest opgericht die tevens voorstellen zal uitwerken voor een betere samenwerking met alle bevoegde actoren die actief betrokken zijn bij het huisvestingsbeleid in de Vlaamse Rand, waaronder de provincie Vlaams-Brabant.
10.3 Conclusie Het werkingsgebied, de mogelijkheden en de middelen van Vlabinvest werden uitgebreid. De eerste realisaties binnen dat nieuwe kader moeten nog gebeuren (zie ook punt 24) zodat het voorlopig nog te vroeg is voor een evaluatie ervan. Het is maar de vraag of dit voldoende is en of geen bijkomende inspanningen nodig zijn bv. via de private huurmarkt (sociale verhuurkantoren – huursubsidies); aankoop, bouw of renovatie van private woningen via verhoogde premies ? Door het betrekken van alle actoren binnen de huisvesting bij een specifiek huisvestingsbeleid voor de Vlaamse Rand moeten voldoende gedifferentieerde initiatieven kunnen genomen worden om de autochtone bevolking aan een betaalbare woning te helpen. Tot op heden is er echter nog te weinig afstemming van de verschillende initiatieven.
11. Economie/START
(Strategisch Actieplan voor de Reconversie Tewerkstelling luchthaven Zaventem)
en
11.1 Uitdagingen/beleidsopties Het START-project heeft als doelstelling om een economische impuls te geven aan de luchthavenregio door een aantal acties uit te voeren op vlak van mobiliteit (betere ontsluiting van de luchthaven + regionale mobiliteit), bedrijventerreinen (sanering oude vervuilde bedrijfsgronden + scheppen van ruimte voor nieuwe activiteiten), het uitbouwen van een
20
lange termijn luchthavenbeleid en het nemen van specifieke maatregelen inzake de regionale arbeidsmarkt.
11.2 Realisaties/genomen initiatieven - Voor de opmaak van een strategische visie op de ontwikkeling van de luchthaven en de regio werd een visiewerkgroep opgericht, getrokken door de voormalige administratie Economie. Door middel van bijkomende studieopdrachten werden de belangrijkste leemten in de kennis met betrekking tot de mogelijk economische ontwikkelingsscenario’s van de luchthavenregio weggewerkt zodat een basis gelegd werd voor een lange termijn luchthavenbeleid. Op basis van de studieresultaten is binnen de visiewerkgroep het ontwikkelingsperspectief voor de luchthavenregio uitgewerkt. De Vlaamse regering heeft akte genomen van dit ontwikkelingsperspectief. In totaal werden 18 strategische projecten gedefinieerd om het ontwikkelingsperspectief te ondersteunen. De Task Force die in het kader van START opgericht werd, heeft van de Vlaamse regering de opdracht gekregen om deze strategische projecten in de startblokken te zetten. De Studiedienst van de Vlaamse Regering zal jaarlijks de effecten van de langetermijnvisie voor de luchthavenregio evalueren rekening houdend met de strategische visie van de Vlaamse Regering en haar partners. - Om de ontwikkeling van de huidige strategische bedrijvenzones in de luchthavenregio te bespoedigen, werd een werkgroep bedrijventerreinen opgericht. Voor het bedrijventerrein Meise-Westrode wordt het voortraject begeleid (de opmaak van het ontwerp-inrichtingsplan en de financiering van het project). - Om de reconversie van de bedrijvenzones in Vilvoorde en Machelen te ondersteunen, heeft de Vlaamse minister van Economie aan de provincie Vlaams-Brabant een subsidie toegekend voor de opmaak van een masterplan. Het begeleidend studiewerk voor de opmaak van dit masterplan wordt in de eerste helft van 2007 afgerond. - Voor de financiering van het START-project heeft de Vlaamse Regering in 2006 (54,355 mio euro), 2007 ( 67,677 mio euro), 2008 (64,956 mio euro) en 2009 (67,74 mio euro) de nodige financiële middelen voorzien in het kader van de meerjarenbegroting. In de vermelde bedragen zijn de investeringen voor de wegeninfrastructuur en De Lijn inbegrepen. - De Vlaamse Luchthavencommissie (VLC) werd opgericht en werkt momenteel op kruissnelheid. In de schoot van de VLC werden een aantal werkgroepen opgericht om: * de EU-richtlijn inzake omgevingslawaai te evalueren en om aanbevelingen te doen aan de Vlaamse regering inzake een “balanced approach” van de problematiek; * het economisch belang van luchthavens in te schatten; * de effecten van de liberalisering in de luchtvaartsector te onderzoeken.
11.3 Conclusie De lange termijn financiering voor het START- project werd vastgelegd. De strategische projecten van het START-project werden gedefinieerd en dienen nu verder geconcretiseerd te worden. Gelet op de grote uitdagingen die zich stellen, is een intensieve samenwerking van alle beleidsdomeinen en bestuursniveau’s een belangrijke kritische succesfactor geworden om het START-project te doen slagen. 21
De Vlaamse Luchtvaartcommissie dient door middel van haar adviezen te voorzien in de nodige ondersteuning van het beleid. De VLC wordt een belangrijke continuerende factor voor het overleg inzake de ontwikkeling van de luchthaven van Zaventem.
12. Ruimtelijke ordening 12.1 Uitdagingen/beleidsopties In een overlegproces wordt getracht de opties van het ruimtelijk structuurplan Vlaanderen uit te voeren, toegespitst op het Vlaams stedelijk gebied rond Brussel. Dit behelst het voeren van een aangepast stedelijk gebiedbeleid, conform het gebiedsgericht ontwikkelingsperspectief in het ruimtelijk structuurplan Vlaanderen. Het is van groot belang dat in het kader van het overleg over het VSGB (Vlaams Stedelijk Gebied rond Brussel) bepaald wordt welke concrete ruimtelijke ontwikkelingen verantwoord zijn, zonder ongebreideld open ruimte te blijven aansnijden. Resultante van het overlegproces is een voorstel op vlak van ruimtelijke ordening dat aanleiding kan geven tot bestemmingswijzigingen in een naderhand op te maken gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.
12.2 Realisaties/genomen initiatieven Inzake de afbakening van het Vlaams Stedelijk Gebied rond Brussel werden reeds volgende resultaten geboekt: - Basisonderzoek op vlak van ruimtelijke ordening voor het Vlaams stedelijk gebied rond Brussel; - Visievorming over de gewenste ruimtelijke ontwikkeling van het Vlaams stedelijk gebied rond Brussel; - Formulering van belangrijke beleidsvragen teneinde verdere oriëntatie te kunnen geven aan de beleidsopties voor het gebied; In het vorige jaarverslag van de Task Force Vlaamse Rand werd melding gemaakt van de verschillende stappen die reeds werden gezet in het kader van de nota “focusbepaling” waarin basisopties voor het VSGB werden verwoord en waarin eveneens belangrijke beleidsvragen werden geformuleerd. Over deze nota heeft gedurende zestien maanden beleidsoverleg plaatsgevonden. De Vlaamse regering heeft inmiddels akte genomen van het tussentijds rapport focusbepaling en onderschrijft de hoofdlijnen die hierin worden naar voor gebracht. De voorgestelde oriëntaties moeten verder uitgewerkt worden en aan de regering worden voorgelegd. De minister bevoegd voor de Vlaamse Rand en de minister van Ruimtelijke Ordening moeten een nota voorleggen aan de Vlaamse regering waarin het noodzakelijk flankerend beleid wordt aangegeven. Volgende stappen dienen nog te gebeuren: - De verdere uitwerking van de opties in een derde fase, inclusief flankerend beleid (buiten de ruimtelijke ordening); - De opmaak van één of meerdere gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen, waarin de nodige bestemmingswijzigingen vervat zitten om het uitgestippelde beleid te faciliteren; 22
12.3 Conclusie De eerste stappen in de afbakening van het Vlaams stedelijk gebied rond Brussel werden gezet. De tussentijdse besluitvorming van de Vlaamse Regering heeft aangegeven dat de voorgestelde oriëntaties verder dienen uitgewerkt te worden. Deze oriëntaties alsook het noodzakelijk flankerend beleid moeten dan uiteindelijk leiden tot de definitieve afbakening en invulling van het Vlaams stedelijk gebied rond Brussel.
13. Mobiliteit 13.1 Uitdagingen/beleidsopties De mobiliteit in de Vlaamse Rand is zeer sterk gericht op de hoofdstad. Daarnaast heeft de Vlaamse Rand echter ook dwarsverbindingen nodig. Deze moeten vooral komen van de uitbouw van het openbaar vervoer en inzake woon-werkverplaatsing ook van bedrijfsvervoerplannen.
13.2 Realisaties/genomen initiatieven A. In het kader van het START-dossier van de Vlaamse Regering heeft De Lijn bij de ambtelijke werkgroep een uitgebreid project ingediend voor de betere ontsluiting van de luchthaven. Het budget voor dit project voor de periode 2006 – 2009 is door de Vlaamse Regering goedgekeurd, waardoor de nodige financiële middelen ter beschikking zijn gesteld. Hoofdelementen zijn: • De uitbouw van 13 rechtstreekse toevoerlijnen voor werknemers naar de luchthaven vanuit een straal van +/- 20 km. (uitvoering in 2006, 2007 en 2008) • De uitbouw van de maatregelen uit het RegioNet Brabant-Brussel die bijdragen tot de ontlasting van de noordelijke ring RO, zoals de verdubbeling van de frequentie op de streeklijnen en de lokale bediening rond de GEN-stations (voorzien in 2008-2009) B. In het kader van het RegioNet Brabant-Brussel – START B.1 • •
Aanbodversterking 1 maart 2005: Frequentieverhogingen in het kader van de basismobiliteit, samen met reeds vermelde frequentieverhogingen op de lijn Brussel-Haacht-Keerbergen 2 oktober 2006: bijkomende lijn 652
Lijn 652 (Leuven – Herent – Kortenberg –Luchthaven – Cargo) Start: 2 oktober 2006 Maart 2007: 1.239 reizigers per werkdag (in november 2006 was dit 1.050) − 508 reizigers (41%) van/naar en in tewerkstellingszones van de Luchthavenregio (Zaventem-Zuid, Corporate Village, Luchthaven en Cargo) – inclusief NMBS-overstappers aan Zaventem-Luchthaven − 731 reizigers (59%) verplaatsen zich hoofdzakelijk van/naar Leuven (>50%) of tussen de bediende tussenliggende gemeentes (<10%)
23
Prognose na 5 jaar (vol rendement)1: 3.640 reizigers per werkdag •
18 december 2006: versterking lijn 272 (tussen Brussel en Melsbroek) en bijkomende lijn 682
Lijn 272 (Brussel Noord – Schaarbeek – Evere – Keiberg – Luchthaven – Cargo) Uitbreiding bestaande lijn sinds 18 december 2006 Maart 2007: 1.541 reizigers per werkdag, waarvan 244 reizigers (15,8 %) op de 18 bijkomende ritten (22,5 % van het totale aantal ritten) − 1.130 reizigers (73,3%) van/naar en in de tewerkstellingszones van de luchthavenregio (NAVO, Bessenveld, Keiberg, Luchthaven en Cargo) – inclusief NMBS-overstappers aan Zaventem en Zaventem-Luchthaven − 411 reizigers (26,7 %) verplaatsen zich van/naar Brussel of tussen de bediende tussenliggende gemeentes Prognose na 5 jaar (vol rendement)1: 1.900 reizigers per werkdag Lijn 682 (Mechelen – Zemst – Weerde – Elewijt – Perk – Cargo – Luchthaven) Start: 18 december 2006 Maart 2007: 971 reizigers per werkdag − 298 reizigers (30,7%) van/naar en in tewerkstellingszones van de luchthavenregio (Cargo en Luchthaven) – inclusief NMBS-overstappers aan Zaventem en Zaventem-Luchthaven − 673 reizigers (69,3%) verplaatsen zich hoofdzakelijk van/naar Mechelen of tussen de bediende tussenliggende gemeentes Prognose na 5 jaar (vol rendement)1: 2.160 reizigers per werkdag
• • • B.2 •
21 mei 2007: versterking lijnen 820 en 821 In de loop van 2007: verdere versterking lijn 272 en bijkomende lijnen 616, 651, 659, 681 en 683 en 471 In de loop van 2008: verdere versterking lijn 272 Doorstroming Op 17 januari 2006 is de doorsteek gerealiseerd op de Cargozone Noord met de buslijnen die vanuit de regio Haacht/Kampenhout de relatie met Brussel verzorgen. Hierdoor wordt met deze lijnen de volledige Cargozone (Noord + Zuid) intern bediend en hebben de bussen doorstromingsfaciliteiten.
C. Promotie- en informatiecampagne naar werknemers toe op het volledige luchthavendomein van maart 2006 tot september 2006. Dit is een initiatief van De Lijn Vlaams-Brabant en BIAC met de steun van de VOKA. De hoofdaccenten liggen op sensibilisering van de werknemers om het openbaar vervoer te nemen en dit via o.a. individueel reisadvies, probeerpassen, mobiliteitswedstrijd, … In het kader van de START-lijnen wordt bij de invoering van elke lijn een uitgebreide promotiecampagne (persbericht, verdeling brief en folders bij bedrijven, publicatie in 1
De te verwachten groei komt voornamelijk van nieuwe werknemers in de tewerkstellingszones, iets wat geleidelijk zal verlopen. Per nieuwe startlijn voeren wij een gerichte communicatie- en promotiecampagne, waaronder een probeerpas. Na voltooiing van deze fase van START volgt nog een algemene campagne. Uit de praktijkervaring leren wij bovendien dat een nieuwe lijn pas na 5 jaar zijn vol rendement haalt.
24
gemeentebladen, www.delijn.be, busboekjes op de bussen en displays van lokale besturen, advertenties in regionale bladen, affichecampagne, probeerpassen, …) gestart. - Door de definitieve vaststelling van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan (GRUP) voor de noordelijke ontsluiting van de luchthaven is het Diaboloproject planologisch verankerd. Dit project behelst de aanleg van een nieuwe spoorweginfrastructuur die de luchthaven van Zaventem rechtstreeks toegankelijk maakt vanuit Antwerpen. De nodige bouwvergunningen liggen eveneens klaar. Infrabel, de spoornetbeheerder, onderhandelt voor de uitvoering van de werken momenteel nog met privépartners in het kader van een Publiek-Private Samenwerking (PPS). Aan de zuidelijke kant is het Diaboloproject reeds afgewerkt. De bocht van Nossegem legt hier een spoorlink naar Leuven en het Oosten. Behalve voor een betere ontsluiting van de luchthaven van Zaventem kan het Diaboloproject ook een rol spelen in het GEN (Gewestelijk Express Net), het voorstadnet rond Brussel. - Voor het beter bereikbaar maken van de luchthavenregio wordt ook voorzien in infrastructuurprojecten: * Het aanpassen van de Ring 0 zone Zaventem, tussen E19 en E40 – aanleg van parallelwegen. * Het aanpassen van de Ring 0 Noord, E 40 tussen Zellik en Vilvoorde – aanleg parallelwegen. * Het aanpassen van de A12 ter hoogte van Meise Westrode ( aanleg van viaduct en ontsluiting van het bedrijventerrein Meise Westrode). * Het aanpassen van de N1 – Budasteenweg. * Het aanpassen van de Ring 0 Oost in een verdere fase van dit verbeteringsproces. * Het uitvoeren van ad hoc ingrepen met het oog op de verbetering van de doorstroming van het openbaar vervoer.
13.3 Conclusie Er werden inzake mobiliteit in de Vlaamse Rand opnieuw reeds belangrijke stappen vooruit gezet doch dit behelst nog steeds slechts een deel van de globale noden zoals ze werden vooropgesteld.
14. Welzijn 14.1 Uitdagingen/beleidsopties Een bijzondere aandacht besteden aan de ontoereikendheid van de welzijnsvoorzieningen in de Vlaamse Rand.
14.2 Realisaties/genomen initiatieven De in het vorige jaarverslag vermelde initiatieven, die ondermeer tot stand kwamen op basis van de knelpuntennota over de bredere welzijnsproblematiek in de regio Halle-Vilvoorde van de provincie Vlaams-Brabant, maken deel uit van een meerjarenplanning. Deze planning werd in 2006 aangehouden en zal ook naar de toekomst toe verder gevolgd worden.
25
Wat het uitbreidingsbeleid voor de gehandicaptenzorg betreft, wordt een correctiefactor gehanteerd die moet toelaten om de historische achterstand in Antwerpen en Vlaams-Brabant aan te pakken. Deze correctiefactor blijft zeker tot 2008 behouden, gekoppeld aan het uitbreidingsbudget. Wat de kinderopvang betreft is in de uitbreiding 2006-2007 opnieuw 10% van de erkende en gesubsidieerde plaatsen voorbehouden voor Brussel. De toewijzing van de bijkomende plaatsen gebeurt – buiten de voorafname voor de grote steden- op basis van de planningsoefening van Kind en Gezin die rekening houdt met een aantal relevante parameters Van het aantal nieuwe plaatsen in kinderdagverblijven en diensten voor opvanggezinnen werd 18,9% aan Vlaams-Brabant toegewezen. Wat de buitenschoolse opvang betreft is dit 6,8%. Bij de toekenning van het nieuwe contingent aan uren gezinszorg gaat de procentuele verdeling over de provincies uit van het relatieve tekort dat er provinciaal is ten opzichte van het geprogrammeerde aantal. Voor de provincie Vlaams-Brabant betekent dit 29% van het totaal toe te wijzen aantal uren. De diensten worden aangemoedigd om deze bijkomende uren prioritair in te zetten in die gemeenten waar de hoogste nood is. Diensten die deze resultaatsverbintenis behalen, worden beloond bij de verdeling van het bijkomende urencontingent in het daaropvolgende jaar. Binnen de bijzondere jeugdbijstand werd in 2006 een belangrijke investering gedaan op de as Antwerpen – Mechelen – Brussel. Op die manier worden de arrondissementen met de grootste onderbezetting bereikt. Het betreft hier een uitbreiding van 100 plaatsen thuisbegeleiding en 48 plaatsen crisishulp aan huis. Ook wordt het categoriale aanbod voor niet begeleide buitenlandse minderjarigen uitgebreid met 5 residentiële en 16 ambulante plaatsen. Als gevolg van een aanpassing aan het VIPA-decreet (Vlaams Investeringsfonds voor Persoonsgebonden Aangelegenheden) zijn er in Vlaams-Brabant een aantal extra rusthuisbedden bijgekomen. Dit zal ook de komende jaren nog het geval zijn. Het gaat om extra rusthuisbedden in o.m. Hoeilaart, Overijse, Zemst en Sint-Pieters-Leeuw. Inzake het uitbreiden van het basisaanbod voor het algemeen welzijnswerk wordt ten laatste in 2007 het basisaanbod van het algemeen welzijnswerk in de regio verhoogd.
14.3 Conclusie Binnen de huidige beschikbare budgetten wordt de aanzet die gegeven werd tot het realiseren van bijkomende (opvang)plaatsen in de diverse welzijnssectoren binnen de Vlaamse Rand voortgezet. Om de effectieve historische achterstand van deze welzijnsvoorzieningen in de Vlaamse Rand weg te werken en om deze op hetzelfde niveau van de andere regio’s in Vlaanderen te krijgen, zal echter nog steeds een bijkomende strategie moeten gevolgd worden.
26
15. Gezondheid 15.1 Uitdagingen/beleidsopties De Nederlandstaligen uit de Vlaamse Rand een gegarandeerde kwalitatieve gezondheidszorg aanbieden in hun eigen taal.
15.2 Realisaties/genomen initiatieven Zorgnet: Om in het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad alle Nederlandstalige artsen, paramedici en andere gezondheidswerkers samen te brengen in één groot netwerk werd de vzw Zorgnet opgericht. Daarbij wil men de bestaande Nederlandstalige actoren in kaart brengen en voor de patiënt op die manier de beste oplossing zoeken in zijn eigen taal. Intussen werden reeds een aantal zorgtrajecten, met andere woorden de pluridisciplinaire en patiëntgeoriënteerde aanpak van een specifieke medische problematiek, effectief uitgewerkt. De zorgtrajecten overspannen het traject vanaf de prehospitalisatiefase met toeleiding via de eerstelijnsgezondheidszorg en de nazorg nadien met mogelijke betrokkenheid van het welzijnsactoren (thuiszorgondersteunende diensten). De deelname van de Vlaamse Rand en van de artsen in de Vlaamse Rand kan een groot pluspunt betekenen voor het gehele project. Om de betrokkenheid van de Vlaamse Rand bij Zorgnet te realiseren werd de VZW Medirand opgericht die de huisartsenkringen in de Vlaamse Rand overkoepeld. Vertegenwoordigers van de VZW Medirand zetelen daarbij in de Raad van Bestuur van de VZW Zorgnet. De staf van Zorgnet wordt uitgebreid met een personeelslid om de zorgpaden, waarbij ook de artsen uit de Vlaamse Rand betrokken worden, mee uit te tekenen. Dit personeelslid treed in dienst op 1 augustus 2007. De VZW Medirand staat daarnaast in voor de promotie van het concept bij de aangesloten artsenkringen en hun leden. De financiering van het luik Vlaamse Rand gebeurt met de kredieten voorzien op de begroting Vlaamse Rand en bedragen 70.000 euro op jaarbasis (personeelslid (Zorgnet) + promotie (Medirand)). De MUG van Halle: - Het probleem van de medische urgentiediensten met Nederlands onkundig personeel in de Vlaamse Rand is genoegzaam bekend. In de nasleep van het B-H-V-dossier nam de Vlaamse Regering het standpunt in dat er een oplossing diende uitgewerkt om voor de regio Halle een kwalitatieve dienstverlening Dringende Medische Hulpverlening uit te bouwen. Het ziekenhuis van Halle speelt hierbij een cruciale rol. Tussen Vlaams minister Inge Vervotte, bevoegd voor gezondheid, en haar federale collega Demotte werd overeenstemming bereikt over de inwerkingtreding van een Paramedisch Interventieteam (P.I.T.) met stationering in het ziekenhuis te Halle. Een P.I.T. houdt het midden tussen een klassieke ambulance met twee EHBO’ersambulanciers en een MUG met een urgentiearts (met minstens een brevet acute geneeskunde) en een verpleegkundige in de spoedgevallenzorg (specialisatie van 4 jaar) aan boord. In een 27
P.I.T. is, behalve de twee ambulanciers, wel een verpleegkundige in de spoedgevallenzorg maar geen urgentiearts aanwezig. De verpleegkundige staat wel in verbinding met een urgentiearts van het ziekenhuis van waaruit de P.I.T vertrekt. Dit project wordt ingebed in een breder experiment met gelijkaardige P.I.T.’s in de streek van Deinze, Leuven, Bergen, Virton en Bastenaken. Het ziekenhuis van Halle ontvangt hiervoor als enige een financiering van 200 000 euro vanwege de federale overheid. Begin oktober 2006 is het PIT-project effectief van start gegaan in Halle. In de periode van begin oktober 2006 tot begin maart 2007 werden 804 interventies uitgevoerd, waarvan 45 van ziekenhuis tot ziekenhuis. 12 verpleegkundigen met een specifieke opleiding werden ingeschakeld in het PIT-project te Halle. Uit twee steekproeven in oktober 2006 en in maart 2007 bleek dat respectievelijk 7% en 11.2% van de interventies die post factum beoordeeld werden in aanmerking kwamen voor een MUG-interventie (met urgentiearts aan boord).
15.3 Conclusie Met betrekking tot het gezondheidsbeleid in de Vlaamse Rand zijn de nog steeds weerkerende problemen met Nederlandsonkundig personeel bij de MUG-diensten maar ook in de Brusselse ziekenhuizen een belangrijk hiaat inzake een efficiënte hulpverlening. De aanzet die gegeven wordt met de PIT-Halle en het initiatief met betrekking tot Zorgnet is een belangrijke stap in het garanderen van een kwalitatieve gezondheidszorg. De effectieve uitwerking van dit dossier zal echter nauwgezet moeten opgevolgd worden.
16. Milieu 16.1 Uitdagingen/beleidsopties De open groene ruimten in de Vlaamse rand rond Brussel vrijwaren, uitbreiden en waar mogelijk open stellen voor het publiek.
16.2 Realisaties/genomen initiatieven - Op basis van deze doelstellingen en vertrekkende vanuit de afbakening van het Bruegelproject en de perimeters Stadsrandbos werden doelgericht aankopen gedaan door het Agentschap voor Natuur en Bos - In de noordelijke rand werd in de regio Vilvoorde gewerkt aan de realisatie van het Stadsrandbos Vilvoorde. Belangrijke aankopen werden verricht in de deelgemeente Houtem ter realisatie van het Houtembos: landschapsinrichting op maat van de woonwijk. Deze wijk wordt zodoende afgebufferd van de autosnelweg E19 Antwerpen-Brussel, bossen worden aangeplant, het landschap wordt verkleinschaligd en toegankelijk gemaakt voor de inwoners, en natuur krijgt meer kansen om zich te ontwikkelen. Uiteraard behoudt ook de landbouw zijn plaats in dit vernieuwde landschap. De stad Vilvoorde en het OCMW zijn belangrijke partners in dit project omdat zij binnen de afgebakende zones eigendommen inbrengen. Samen met het Vlaamse Gewest en de boomplantactie van de vzw Kom op tegen Kanker zorgen zij voor een groen netwerk dat zich uitstrekt van Houtembos, over de kleinere Vilvoordse stadsparken en het domein Drie Fonteinen -in erfpacht genomen door het agentschap Bos en Natuur- tot de 28
Tangebeekvallei en het Hoogveld. In dit Vilvoordse netwerk werden meer dan 50 ha grond verworven en 50 Ha in erfpacht genomen -vooral in Houtembos- en deels bebost. Verdere verwervingen volgen in het gebied Hoogveld en de Tangebeekvallei, zodat ook de verbinding met het natuurgebied Borgt en het Prinsenpark in het centrum van Grimbergen, en het pas aangeplante Lintbos verderop kan gerealiseerd worden.
- Het domein Drie Fonteinen kreeg een grondige opknapbeurt waardoor de toegankelijkheid voor het publiek sterk werd vergroot. Deze prachtig vernieuwde site werd op 3 juni 2007 plechtig opengesteld.
29
- De bestaande kern rond Liedekerkebos werd versterkt met de aankoop van zo'n 20 ha bos en weide. De open stukken werden merendeels aangeplant met inlands loofhout. - Ook in het Hallerbos werden bijkomende aankopen gedaan: zo'n 10,5 ha grond werd verworven bij het waardevolle boscomplex. Enkele uiterst zeldzame planten- en diersoorten die opgenomen zijn in de Rode Lijst als kwetsbaar, bedreigd, of met uitsterven bedreigd, gedijen op Vlaams grondgebied nog slechts alleen in enkele bronbeken van het Hallerbos. Het is van groot belang om deze kwetsbare en zeldzame biotopen afdoende te beschermen door een aangepast beheer.
- Op het grondgebied van Overijse werden de voorbije jaren belangrijke grondverwervingen gedaan. Met de landbouwers ter plaatste werden goede afspraken gemaakt rond gebruiksrechten van bepaalde stukken landbouwgrond, die dan later pas zullen bebost worden. Zo kan de grootste groene long van Vlaanderen na honderden jaren van inkrimping terug een klein stukje groeien. Het gaat om een oppervlakte van 86 ha. - Op de site van Groenendaal is de restauratie van het Kasteel van Groenendaal in uitvoering. Dit voormalig wagenhuis dat behoorde bij de priorij, wordt gerestaureerd en ingericht voor het bosbeheer. De woudmeester, de houtvesterij , de visserijbioloog, enz…samen met Inverde- het opleidingscentrum voor Bos, Groen en Natuur zullen zich hier in de nabije toekomst verder kunnen ontplooien. Hetzelfde wagenhuis deed tijdens de Oostenrijkse periode ook dienst als centrum voor het beheer van het Zonienwoud,…. de geschiedenis herhaalt zich.
30
Knelpunten - Het pijnpunt bij de verwerving van belangrijke groengebieden in de Vlaamse rand is de aanwezigheid van gebouwen in deze goederen. De verwerving van gebouwen, het onderhoud en beheer er van is voor het agentschap Natuur en Bos geen taak op zich, tenzij deze passen in de beheersfunctie van het gebied. Hier dienen dus partnerschappen gevonden om de verwerving van deze gebieden mogelijk te maken. Dit is o.a. het geval voor het zeer waardevolle Lembeekbos, Termeeren in Sterrebeek, Ravelingen, enz…. - Het Park van Tervuren is grotendeels nog nationaal, in beheer bij de Regie der Gebouwen. Dit is het waardevolste park niet alleen in de Vlaamse rand maar ook op het niveau van Vlaanderen en dit zowel op cultuurhistorisch als horticultureel gebied. Het is de toegangspoort tot het Zoniënwoud en één van de belangrijkste toeristische ankerpunten van de groene gordel. In overlegcomité Regering-Executieven van 1 september 1991 werd beslist het onderhoud door het Vlaams Gewest op kosten van de Staat uit te voeren. Dit is tot op heden nooit ingevuld voor Vlaanderen, wel voor het Brussels Gewest ( Jubelpark, Kunstberg en Paleis der Academiën, Rode Klooster ).
16.3 Conclusie De aankopen en het globale beheer van natuur- en bosgebieden in de Vlaamse Rand wordt stelselmatig voortgezet volgens de plannen vooropgesteld in het Bruegelproject en de afgebakende perimeters Stadsrandbos. Voor de aangehaalde knelpunten dient de Vlaamse Regering nog steeds een princiepbeslissing te nemen teneinde deze dossiers te kunnen deblokkeren.
17. Cultuur 17.1 Uitdagingen/beleidsopties In de geest van een goed nabuurschap moeten we streven naar een afstemming van de promotie van het rijke culturele aanbod in Brussel en de Vlaamse Rand en naar een optimalisatie van de samenwerking tussen de verschillende culturele en gemeenschapscentra. Ook het culturele luik van het Bruegelproject wordt verder uitgewerkt.
17.2 Realisaties/genomen initiatieven - De wisselwerking tussen de Agenda van Brussel deze Week en de rubriek Randuit van de RandKrant op het vlak van de promotie van het cultureel aanbod wordt verdergezet. - Ook een aantal samenwerkingsverbanden tussen verschillende culturele centra die allen mikken op een groter publieksbereik en die tot doel hebben het Nederlandstalig cultuur- en gemeenschapsleven uit te stralen en te bevorderen blijven behouden. - Vzw de Rand kreeg vanaf 2004 de opdracht het culturele luik van het Bruegelproject te coördineren.
31
Met steun van verschillende partners en overheden, waaronder de provincie Vlaams-Brabant, organiseerde de VZW de Rand in 2006 “Bruegel’06”, een meerlagig tentoonstellingsproject in Brussel en de Vlaamse rand, met een uitgebreide randprogrammering. Periode: midden mei – begin september 2006. Dit project was een groot succes en kende, randevenementen inbegrepen, meer dan 45.000 bezoekers 2007 is voor het Bruegelproject een overgangsjaar. De minister van cultuur wenst het project directer en rechtstreekser zelf aan te sturen. In 2007 zal vooral een randprogramma bij de Riddertentoonstelling in het kasteel van Gaasbeek worden opgezet.
17.3 Conclusie Inzake het cultuurbeleid zijn de punten die aangehaald werden in de beleidsnota in uitvoering. De invoering van de cultuurwaardebon (zie 3.2.7) zal ook voor een deel de mogelijkheid bieden om na te gaan in hoeverre anderstaligen deelnemen aan het culturele en gemeenschapsleven.
18. Sport 18.1 Uitdagingen/beleidsopties VZW " De Rand" ontvangt jaarlijks een aparte subsidie van de Vlaamse minister bevoegd voor sport voor het opzetten van sportprojecten in de zes faciliteitengemeenten. Sport is een uitstekend middel om het gemeenschapsleven te bevorderen maar ook een prima middel tot integratie. Om deze opportuniteit te benutten, zullen we nagaan op welke wijze sportclubs in de hele Vlaamse Rand kunnen ondersteund worden.
18.2 Realisaties/genomen initiatieven - In de zes faciliteitengemeenten blijft het sportproject van de VZW de Rand lopen met steun van de Vlaamse minister van sport. Dit heeft tot doel de eerstelijnsondersteuning te verzorgen, bij gebrek aan een consistent beleid van de betrokken gemeenten. Wanneer het nieuwe decreet lokaal sportbeleid in voege zal treden (uitwerking op het terrein vanaf 2008 gepland) zal dit decreet de regelgeving worden voor het lokale sportbeleid in de zes (volgens het model van het lokaal jeugdwerkbeleid). In 2007 zullen in elk van de zes faciliteitengemeenten de sportbeleidsplannen door het verenigingsleven worden voorbereid. - In de loop van 2006 geeft de VZW de Rand (met de nieuwe middelen voor taalpromotie) de opdracht een onderzoek uit te voeren om na te gaan op welke manier sportclubs in de rand het best kunnen ondersteund worden om het Nederlandstalig karakter te vrijwaren maar ook open te staan voor anderstaligen. De conclusies van dit onderzoek werden begin april 2007 openbaar gemaakt. De conclusies wezen uit dat in de meeste clubs meertaligheid een feit is en dat er heel wat potentiële kansen onbenut zijn om aan taalstimulering te doen. Gemeenten dienen hier een sleutelrol te spelen en deze stimulering actief te steunen. Het onderzoek resulteert in een aantal acties:
32
- aanwerving bij ‘de Rand’ van een extra deeltijdse kracht voor de coördinatie van de implementatie van het onderzoek (uitzetten van lijnen naar gemeentebesturen, sportraden en sportfunctionarissen, clubs) - ontwikkeling van een vormingspakket voor jeugdtrainers met good practices op het vlak van taalsensibilisering op het terrein, ondersteund door een DVD (voorzien tegen december 2007) - ondersteuning van drie pilootprojecten op lokaal niveau waarbij vernieuwend en creatief werk wordt gemaakt van taalstimulering en –sensibilisering in één of meer sportclubs - stimuleren dat in gemeentelijke sportbeleidsplannen dit als actie wordt opgenomen
18.3 Conclusie Ook inzake het sportbeleid wordt uitvoering gegeven aan de intenties verwoord in de beleidsnota.
19. Toerisme 19.1 Uitdagingen / beleidsopties Toerisme Vlaams-Brabant promoot de Vlaamse Rand als geheel binnen de toeristische regio ‘Groene Gordel’. Ook Toerisme Vlaanderen volgt deze benadering. De Groene Gordel geniet als regio bijzondere aandacht binnen het toerisme en de toeristische overheden. Aangezien voor de Groene Gordel slechts in beperkte mate een beroep gedaan kan worden op Europese subsidies, levert de Vlaamse regering extra inspanningen voor de Groene Gordel via het Groene Gordelactieplan. De hierin opgenomen acties vloeien voort uit de doelstellingen van het strategisch beleidsplan toerisme en recreatie voor de Groene Gordel 2003-2007. Voor deze acties wordt in dit luik een stand van zaken gegeven.
19.2 Realisaties / genomen initiatieven 19.2.1 Ontwikkelen van drie bezoekerscentra, gekoppeld aan de drie toeristische toplocaties – Oprichten en financieel ondersteunen van drie regionale toeristische infokantoren In het strategisch beleidsplan toerisme en recreatie voor de Groene Gordel 2003-2007 werd bepaald dat er drie streekbezoekerscentra, gekoppeld aan toeristische toplocaties, en drie regionale infokantoren uitgebouwd moeten worden voor de Groene Gordel (telkens één per subregio). Voor de concrete realisatie en inplanting van deze bezoekerscentra en infokantoren werd in 2006 verder onderhandeld met alle betrokken partijen. Voor de subregio Pajottenland werd besloten om voor het Kasteel van Gaasbeek te focussen op de optimalisatie van het onthaal voor de site zelf. De werken werden uitgevoerd in de winter 2006-2007, voor de start van het toeristische seizoen 2007. Momenteel wordt onderzocht hoe in dit vernieuwde onthaal een multimediale toepassing kan geïntegreerd worden die informatie biedt over verschillende niveaus: het kasteel, het Pajottenland, de Groene Gordel en Vlaanderen. In Halle zal het regionale infokantoor vernieuwd worden en in een latere fase uitgebreid worden met een streekbezoekerscentrum. Eind 2006 was een voorontwerp voor de herinrichting van het infokantoor te Halle beschikbaar. Begin 2007
33
diende de stad Halle een subsidieaanvraag in bij Toerisme Vlaanderen en in juni 2007 werd een subsidie van 72.000 euro toegekend. Wat betreft de subregio Brabantse Kouters gaf de Vlaamse minister van Toerisme, Geert Bourgeois, de opdracht om een visie uit te schrijven op de toeristische invulling en ontsluiting van de Nationale Plantentuin van België. Dit als voorbereiding op de overdracht van het federale niveau naar het Vlaamse Gewest. In 2006 werden de nodige afspraken gemaakt. Het eerste resultaat was een samenwerkingsovereenkomst tussen Toerisme Vlaanderen en de Nationale Plantentuin. De opmaak van de studie voor deze toeristische visie i slopende en wordt afgerond tegen eind 2007. Hierin zal ook de afstemming met het infokantoor van Grimbergen aan bod komen. Voor de subregio Dijleland ten slotte werd na overleg met de betrokken partijen besloten om te gaan voor de uitbouw van een streekbezoekerscentrum en infokantoor in het Koninklijk Museum voor Midden-Afrika. Dit zal meegenomen worden in de renovatie van het museum de komende jaren. Een stuurgroep met vertegenwoordigers van alle betrokken partijen (KMMA, gemeente Tervuren, Toerisme Vlaams-Brabant, Toerisme Vlaanderen) volgt dit op. Een ontwerp van intentieverklaring tot samenwerking werd opgemaakt in het voorjaar van 2007. In afwachting van de renovatie van het museum blijft de werking van het infokantoor van de gemeente Tervuren gewaarborgd. 19.2.2 Uitbouw van het fietswerk, met aansluiting op Brussel – Ondersteunende fietsinfrastructuur In het kader van de uitbouw van een fietsnetwerk met aansluiting op Brussel werden al enkele stukjes of ‘quick wins’ gerealiseerd in 2006. Het ging telkens om de verbinding met aangrenzende netwerken zoals die van het Hageland, de Antwerpse Kempen, het Scheldeland en de Vlaamse Ardennen. Verder werd door Toerisme Vlaams-Brabant een schema uitgewerkt voor een gefaseerde uitbouw van het fietsnetwerk van oost naar west (Dijleland, Brabantse Kouters, Pajottenland) tegen 2010. In 2007 diende Toerisme Vlaams-Brabant alvast een subsidieaanvraag in bij Toerisme Vlaanderen voor de omvorming van het huidige doelennetwerk in het Dijleland tot een fietsnetwerk op basis van knooppuntenbewegwijzering. 19.2.3 Stimuleren en ondersteunen van de uitbouw van toeristisch-recreatieve infrastructuur Projecten in het kader van een verdere uitbouw van een toeristisch-recreatieve infrastructuur worden gestimuleerd door Toerisme Vlaanderen en via de regiowerking van Toerisme Vlaams-Brabant. Ze kunnen betoelaagd worden door Toerisme Vlaanderen. Zo werd in 2006 een eerste fase van de vernieuwing van Volkssterrenwacht Mira in Grimbergen betoelaagd. Verder werd een subsidie toegekend voor de uitbouw van een wandelnetwerk in het Pajottenland (Lennik en omgeving) en werden de wandelgebieden Dender-Lombeek en Brabantse Kouters betoelaagd en reeds gerealiseerd. Deze projecten kregen samen een kleine 100.000 euro aan subsidies. Er werd ook al actief op zoek gegaan naar en overlegd over mogelijke projecten voor de komende jaren. In 2007 kreeg Toerisme Vlaanderen subsidieaanvragen voor de tweede fase van de vernieuwing van Volkssterrenwacht Mira in Grimbergen, een bezoekerscentrum voor ambachtelijke lambikbieren in Beersel en de herbehuizing van het recreatief dierenpark in het Provinciaal Domein in Huizingen.
34
19.2.4 Uitbouw mogelijkheden plattelandslogies Het stimuleren van de privé-sector voor de opstart van nieuwe logies of verbetering van de kwaliteit van bestaande logies is een continue taak die Toerisme Vlaams-Brabant meeneemt in haar regiowerking. Specifiek voor plattelandslogies zijn geen cijfers beschikbaar. Dit type logies situeert zich echter hoofdzakelijk in het segment van de kamers bij particulieren en de individuele huurvakantiewoningen, waarvoor wel cijfers voorhanden zijn. In de periode 20022005 steeg het aantal aanbieders van kamers bij particulieren in de Groene Gordel van 29 naar 35 en de capaciteit van 108 naar 165 personen. Het aantal aanbieders van individuele huurvakantiewoningen steeg in dezelfde periode van 3 naar 5 en de capaciteit steeg van 28 naar 43 personen. Algemeen steeg het totale aantal overnachtingen in de Groene Gordel van 1.047.815 in 2005 naar 1.098.717 in 2006, een stijging van 4,9 %. Het aantal overnachtingen van Belgen nam zelfs toe met 14,7 %. Een gelijkaardige trend is terug te vinden in het aantal aankomsten. Dit beeld moet enigszins genuanceerd worden omdat een groot aandeel van deze overnachtingen gebeurt in hotels in de luchthavenregio. Slechts een kleine helft van de overnachtingen in Vlaams-Brabant heeft als motief ontspanning en vakantie. 19.2.5 Promotie van de Groene Gordel in 2006 Algemene promotieacties De regiowerking van Toerisme Vlaams-Brabant en het TRAP (Toeristisch-Recreatief ActiePlatform) Groene Gordel hebben in 2006 verschillende promotieacties uitgewerkt, voornamelijk met als doel het verhogen van de naamsbekendheid van de Groene Gordel. Een greep uit de acties: - de ontwikkeling van een folder ‘De Groene Gordel, parels van parken en tuinen’ in vier talen met tien handige tips om uitstappen te maken in de Groene Gordel (20.000 ex. – hiermee richt men zich ook specifiek op de nog niet aangeboorde markt van de expats in en rond Brussel); - verspreiding van de regiogids Groene Gordel via verschillende kanalen, - een advertentiecampagne parken & tuinen: dit leidde o.m. tot 1297 aanvragen om de regiogids Groene Gordel toegestuurd te krijgen (via brochurefinders bij de advertenties). - een actie rond zaadzakjes (‘Zaai een stukje Groene Gordel’), - draagtassen, - samenwerking met de vzw Streekproducten, - arrangementen rond tuinen. Ook voor 2007 staan heel wat promotieacties op het programma. De website van Toerisme Vlaams-Brabant (toerisme.vlaamsbrabant.be) werd vernieuwd. Uiteraard komt de Groene Gordel op deze website uitgebreid aan bod (ook apart te bereiken via www.groenegordel.be). De website biedt naast toeristische informatie ook een hoog servicegehalte: bestel- en dowloadmogelijkheden, concrete tips. In uitzendingen van het VRT-programma Vlaanderen Vakantieland kwam de Groene Gordel in 2006 een tiental keer aan bod, o.m. rond streekproducten, water, de Gordel, Bruegel 06, wandelen, parken en tuinen, de vlindertentoonstelling in het KMMA… Ook in het Eénprogramma Duizend Zonnen en Garnalen, op de regionale zenders (Ring TV en ROB TV) en op Radio 2 werden uitzendingen gewijd aan de Groene Gordel.
35
In de binnenlandcampagne van Toerisme Vlaanderen en de Vlaamse provinciale toeristische organisaties werd de Groene Gordel in 2006 voor het eerst onder de nieuwe vlag ‘Groene Gordel, parels van parken en tuinen’ voorgesteld. Bijna 150.000 Vlaanderen Vakantielandbrochures werden verdeeld. Via de campagne Vlaanderen Vakantieland 2006 werden 7629 regiogidsen over de Groene Gordel verdeeld (in de periode 01/01/2007 t.e.m. 07/05/2007 waren dat er al 4255). Via mailings kwamen regio-informatie en de arrangementen uit de Groene Gordel terecht bij een 10.000-tal mensen. De logies in de Groene Gordel werden ook meegenomen in acties zoals de romantische pocket in het tijdschrift Nest en de Pas Uit gids voor Vlaanderen. Ook in de campagne in Nederland kwam de Groene Gordel aan bod. Voor de Groene Gordel werden 2883 brochures verdeeld. Geïnteresseerde Nederlanders kunnen zich ook inschrijven op een maandelijkse e-nieuwsbrief van Toerisme Vlaanderen. In 2006 kwamen hierin o.a. Bruegel in het Pajottenland en wandelen in Vlaams-Brabant aan bod. Ook in gedrukte mailings en joint promotions werd de Groene Gordel meegenomen. Verblijfsarrangementen Het aanbod van verblijfsarrangementen in de Vlaamse Rand is toegenomen. Zo werden er in de Vlaanderen Vakantielandbrochure 2006 15 verblijfsarrangementen aangeboden voor de Groene Gordel, tegenover 10 in 2005. De meest succesvolle verblijfsarrangementen hebben als thema fietsen, ontdekken en verfijnde keuken. Deze stijging in het aanbod is te danken aan de actieve prospectie van Toerisme Vlaanderen en een financiële tegemoetkoming van Toerisme Vlaams-Brabant aan de aanbieders voor een inlassing in de Vlaanderen Vakantielandbrochure. Momenteel worden de voorbereidingen getroffen voor de brochure 2008 en voor de Groene Gordel zal het aanbod verder uitbreiden, met nog meer kwaliteitsvolle arrangementen. 19.2.6 Toeristische infozuilen Vlaamse Trefcentra Een specifieke actie was het plaatsen van toeristische informatiezuilen in de zes Vlaamse Trefcentra in de Rand. Dit werd eind 2006 gerealiseerd. De zuilen zijn ontwikkeld in de huisstijl van de Groene Gordel en bevatten toeristische informatie en brochures over de regio.
19.3 Conclusie Het strategisch beleidsplan toerisme en recreatie voor de Groene Gordel 2003-2007 en het Groene Gordelactieplan hebben duidelijk een dynamisch proces in gang gezet. De planperiode loopt echter ten einde. Daarom startte Toerisme Vlaams-Brabant met een evaluatie van de doelstellingen die in dit plan werden geformuleerd. De Groene Gordel was een nieuwe regio en daarom werd in de eerste planperiode vooral gefocust op de uitbouw van structurele samenwerking en op acties rond naambekendheid en positionering van de regio. Op dit vlak staat men al een hele stap verder. Getuigen zijn o.m. de uitbouw van de regiowerking bij Toerisme Vlaams-Brabant, de oprichting van het TRAP (ToeristischRecreatief ActiePlatform) Groene Gordel en de uitwerking van vele acties rond het thema ‘Groene Gordel, parels van parken en tuinen’. Daarnaast werd ook een inhaalbeweging ingezet ten opzichte van andere Vlaamse regio’s wat betreft het aanbod van toeristischrecreatieve infrastructuur en logies. Ook op dit vlak werd al heel wat resultaat geboekt, maar toch blijft de Groene Gordel nog één van de kleinere broertjes in het Vlaamse toerismelandschap. Een blijvende uitdaging dus.
36
De evaluatie zal als basis dienen voor een nieuw strategisch plan voor de periode 2007-2012, dat klaar moet zijn tegen eind 2007. De toeristisch-recreatieve uitbouw van deze aantrekkelijke regio zal dus ook de komende jaren verdergezet worden. Zo zal er verder werk gemaakt worden van de fysieke en commerciële productontwikkeling, de versterking van het logiesaanbod en het onthaal, de ontsluiting van patrimonium en domeinen en de vermarkting van deze regio.
20. Vzw De Rand De VZW de Rand is een belangrijk instrument voor het uitvoeren van het beleid van de Vlaamse Gemeenschap en de provincie Vlaams Brabant in de Vlaamse Rand. De financiering van de VZW de Rand gebeurt door beide overheden. De taken van de VZW zijn te groeperen in drie grote groepen: het exploiteren van de haar toegewezen gemeenschapscentra, het bieden van service en dienstverlening, het bieden van informatie. Daarnaast beheert en coördineert de VZW de Rand ook het culturele luik van het Bruegelproject en neemt zij deel aan het beheer van het museum Felix De Boeck in Drogenbos.
20.1 Uitdagingen/beleidsopties De VZW de Rand heeft als missie het Nederlandstalig karakter van de Vlaamse rand rond Brussel te ondersteunen, uit te stralen en te bevorderen. Het werkgebied betreft de hele Vlaamse Rand maar ligt prioritair in de zes gemeenten met bijzonder taalstatuut.
20.2 Realisaties/genomen initiatieven - Meer dan welke actor ook, focust vzw de Rand al zijn acties en zijn gehele werking op de bevordering en ondersteuning van het Nederlandstalig karakter van de Vlaamse rand. In die zin zou het dus verdedigbaar zijn dat het hele werkingsverslag van vzw ‘de Rand’ hier wordt doorgegeven, wat echter, gelet op het volume ervan, niet de bedoeling kan zijn. Vandaar dat we ons beperken tot die elementen die expliciet in de beleidsnota en de aanvullende regeerverklaring staan. - De VZW de Rand is opgericht bij decreet van 17/12/1996. Bij decreet van 7/5/2004 is de VZW de Rand omgevormd tot een privaatrechtelijk Extern Verzelfstandigd Agentschap binnen de bestuurlijke operatie Beter Bestuurlijk Beleid van de Vlaamse Gemeenschap. Dit decreet is in werking getreden op 1 april 2006. De EVA de Rand werd ondergebracht bij de Diensten voor het Algemeen Regeringsbeleid. De bestaande beheersovereenkomst tussen de vzw , de provincie en de Vlaamse Gemeenschap moet nog worden omgezet in een samenwerkingsovereenkomst - Bijkomende middelen voor de VZW de Rand werden voorzien voor het operationeel maken van een bijkomend gemeenschapscentrum de Muse in Drogenbos alsook met het oog op het volledig in gebruik nemen van de Boesdaalhoeve. De Muse wordt operationeel medio 2007; de opening is voorzien op 30 juni. De Boesdaalhoeve is aangekocht door de Vlaamse Gemeenschap en integraal ter beschikking gesteld van vzw ‘de Rand’. Middelen werden in 2006 en 2007 vrijgemaakt om versneld de nodige onderhouds- en instandhoudingswerken uit te voeren aan deze infrastructuur: 50.000 euro door ‘de Rand’ zelf (overeenkomst met minister Vandenbroucke) en 88.000 euro na 37
begrotingswijziging 2007 toegevoegd aan het onderhoudskredatie bij DAR (Diensten Algemeen Regeringsbeleid – Stafdienst Vlaamse Regering – Coördinatie Vlaamse Rand). - In 2006 werd een extra opdracht taalpromotie gegeven aan de VZW de Rand. Volgende projecten zijn in voorbereiding (telkens in samenwerking met de provincie en/of het Huis van het Nederlands ): 1 Het promoten van het aanbod taallessen Nederlands: Deze actie loopt in nauw overleg met de provincie Vlaams-Brabant en met het Huis van het Nederlands Vlaams-Brabant, dat geen eigen peiler ‘taalpromotie’ in zijn basisopdracht heeft. Deze actie bouwt verder op de inspanningen die de provincie reeds vele jaren doet, onder de vorm van een promotiecampagne (affiches, brochures) die van half augustus tot eind september loopt ter promotie van het NT2-aanbod. Met de door ‘de Rand’ ingezette middelen worden hier volgende accenten aan toegevoegd: - de operationalisering en bemanning (bij het Huis van het Nederlands Vlaams-Brabant) van een 0800-nummer waar informatie gegeven wordt over het aanbod. Er wordt ter zake gewerkt met een interim-bureau en jobstudenten. ‘de Rand’ betaalt de telefoonlijn en de loonkosten. Dit 0800-nummer kreeg over het geheel van de campagne (aug/sept 2006 en jan 2007) 526 relevante oproepen (oproepen die effectief verband hielden met de campagne). Er waren ook 78 relevante e-mails. Bij de telefoonoproepen waren er 381 personen die nog nooit een cursus Nederlands gevolgd hadden. De meerderheid onder hen sprak Frans. - het drukken en bus aan bus in het arrondissement Halle-Vilvoorde (+ de gemeente Tervuren) verspreiden van een flyer ter promotie van het aanbod taallessen Nederlands (en het 0800-nummer) Binnen het geheel van de actie investeert de provincie Vlaams-Brabant ook zeer sterk; de acties van ‘de Rand’ zijn complementair. 2 Het creëren van een omkaderend en stimulerend aanbod en een oefenomgeving voor taalcursisten Nederlands: Het creëren van een omkaderend en stimulerend aanbod Het is van groot belang dat volwassen cursisten die via dag- en/of avondonderwijs Nederlands leren, af en toe buiten de schoolse omgeving succeservaringen kunnen opdoen met wat hen geleerd werd. Vandaar dat vzw ‘de Rand’ reeds enkele jaren artistieke partners zoekt om podiumkunstenproducties te produceren die artistiek volwaardig zijn maar met een beperkte woordenschat. In 2007 wordt met de vzw Fast Forward en het theaterensemble Leporello een coproductie opgezet ‘Beestenbende’ (naar Toon Tellegen). Het betreft hier een bestaande productie die aangepast wordt naar de woordenschat van cursisten Nederlands. Van ‘Beestenbende’ worden er in de centra van ‘de Rand’ vijf voorstellingen gegeven in februari-maart 2007.
38
Het creëren van een oefenomgeving voor taalcursisten Nederlands Cursisten Nederlands krijgen over het algemeen weinig kansen in het dagelijkse leven om hun opgedane kennis in de praktijk te oefenen in een stimulerende omgeving. In samenwerking met de provincie Vlaams-Brabant zet vzw ‘de Rand’ een actie op met deelnemende handelaars, die anderstalige klanten die Nederlands leren en willen oefenen, hierbij helpen en stimuleren. Deze actie startte eind oktober 2006 (na de gemeenteraadsverkiezingen). Ze loopt ook in het hele jaar 2007 door. Samen met een communicatiebureau wordt deze actie uitgewerkt op het terrein. De actie bestaat uit de aanmaak en verspreiding van stickers, een begeleidende folder voor de handelaars met tips, affiches en pictogrammenboekjes (2). Er is een wedstrijd aan verbonden en de regionale pers werkt mee. Het spreekt vanzelf dat elke handelaar die wil op eender welk moment in de actie kan instappen Voor het motiveren om deel te nemen van de handelaars worden alle mogelijke invalshoeken aangewend: gemeentebesturen, lokale middenstandsraden, cvo’s en centra voor basiseducatie, Unizo, cultuurraden, lokale actiegroepen, e.d.m. In april 2007 tellen we reeds ca. 230 deelnemende handelaars in de rand. De hele actie wordt in 2007 voor het grootste deel gefinancierd door ‘de Rand’. Punctueel overeen te komen kunnen ook kosten door de provincie Vlaams-Brabant gedragen worden. Digitale oefenomgeving voor cursisten Nederlands Cursisten Nederlands die al een behoorlijke kennis van de taal hebben verworven wordt met www.taalblad.be een digitale oefenomgeving aangeboden, waarbij zij op hun eigen tempo en op door henzelf gekozen momenten hun taalkennis kunnen bijschaven. Het project Taalblad is ontwikkeld door Koen Van Kelecom en bestaat uit elektronische nieuwsbrieven die verwijzen naar artikels (korte en langere berichten) uit de actualiteit, die qua woordenschat en grammatica pedagogisch worden ondersteund. De projectrealisatie is toevertrouwd aan de vzw Taalblad, waarvan de meerderheid van de leden uit vertegenwoordigers van ‘de Rand’ bestaat, aangevuld door een vertegenwoordiger van het Huis van het Nederlands Vlaams-Brabant en de initiatiefnemer van het project. Op het budget van 2007 wordt de volledige eerste jaargang van ‘Taalblad’ gefinancierd. 3 Het opzetten van imagoversterkende initiatieven voor internationalen die in de rand wonen of actief zijn: Het promoten van het Nederlands, van Vlaanderen en van de Vlaamse Gemeenschap is noodzakelijk bij de talrijke internationalen die in de rand wonen en actief zijn, waarbij een groot aantal hoogopgeleiden zijn (actief in de internationale instellingen) die belangrijke imagoverspreiders zijn. Vzw ‘de Rand’ organiseert voor hen een aantal activiteiten: - twee evenementen ‘Speaker’s Corner’ waarbij een internationaal befaamde Vlaming een lezing houdt met simultaanvertaling, met kans tot vragen stellen achteraf. De eerste Speaker’s Corner is gepland op 8 mei 2007 in de Plantentuin van Meise. - een ontvangst van de personeelsleden van het Comité van de Regio’s in de Plantentuin van Meise op 14 juni 2007. - een concert met het Ensemble Explorations in het Koloniënpaleis van Tervuren op 25 september 2007, in het kader van het Festival van Vlaanderen Vlaams-Brabant
39
Voor al deze activiteiten worden gericht een aantal internationalen uit de rand uitgenodigd. Telkens wordt ook een receptie georganiseerd waarop de ontmoeting tussen Vlaamse prominenten en internationalen wordt nagestreefd. 4 Het opzetten van taalstimulerende begeleiding in vrijetijdssferen waar Nederlandstaligen en anderstaligen elkaar ontmoeten: Project taalspeler Het steunpunt NT2 van de Katholieke Universiteit Leuven biedt op vraag van ‘de Rand’ en van de provincie een begeleiding aan van alle speelpleinen in gemeenten in de rand, waarbij aan monitoren technieken en manieren van aanpak wordt geleerd om op het terrein aan taalstimulering Nederlands te doen. Deze aanpak in de hele rand is de voortzetting van een pilootproject dat in 2005 in twee gemeenten heeft gelopen. Vanaf 2007 is het project ook meer structureel ingepast in de werking van de Vlaamse Dienst Speelpleinwerk (VDS), die hiervoor haar aanpak binnen het project ‘Kleuterson’ heeft verruimd naar acties rond taalsensibilisering en taalverwerving. Het is de bedoeling om meer en meer ‘taalspeler’ als een integraal onderdeel van de ondersteuning door VDS aan te bieden. De kosten van het project ‘taalspeler’ worden gedeeld door ‘de Rand’ en de provincie Vlaams-Brabant. Ondersteuning van sportclubs in de rand voor hun taalsensibliserende acties In sportclubs in de rand zijn nogal wat anderstaligen actief. Dit heeft zijn invloed op het taalgebruik in en rond de club en tijdens trainingen. Ten einde een gepaste ondersteuning te kunnen bieden aan sportclubs (om hun Nederlandstalig karakter te behouden en te versterken), werd op het budget taalpromotie van 2006 een veldonderzoek verricht om de taalpraktijk en de perceptie ervan op het terrein in kaart te brengen. Dit onderzoek, uitgevoerd door een samenwerkingsverband tussen KUL en VUB, bracht aan het licht dat er heel wat ruimte én nood is aan taalsensibilisering. Daarom worden in 2007 volgende acties met middelen taalpromotie gerealiseerd: - aanwerving van een personeelslid in een staffunctie bij ‘de Rand’ voor de coördinatie van de ondersteuning inzake sport: uitzetten van lijnen naar gemeenten, sportraden, sportfunctionarissen, sportclubs; werken rond sensibilisering en bewustwording; aanreiken van methodieken - ontwikkeling van een gebruiksvriendelijk vormingspakket voor jeugdtrainers (‘good practices’), ondersteund door audiovisueel materiaal (DVD); vooral toegespitst op voetbal - ondersteuning van drie pilootprojecten op gemeentelijk of clubniveau, om expertise op te doen Café Combinne Op een informele manier Nederlandstaligen en anderstaligen met elkaar in contact brengen en in het Nederlands converseren over dagdagelijkse onderwerpen en actualiteit, onder het
40
drinken van een glas, en met een agogisch geschoolde ‘begeleider’: dat is de succesformule van Café Combinne, die vanaf 2007 in samenwerking met de regionale volkshogeschool Arch’educ ook in Jezus-Eik, Linkebeek en Sint-Genesius-Rode wordt aangeboden. Cursistendag cursisten Nederlands In 2007 wil ‘de Rand’ voor het eerst alle cursisten Nederlands uitnodigen op een ludieke namiddag- en avondactiviteit begin oktober. Doel is hun inspanningen te ondersteunen door een aantrekkelijk gezinsprogramma. Als locatie kiezen we voor de grote Video House studio in Vilvoorde, vlakbij de vestiging van Ring TV, die op dat moment hun project rond ondertiteling kan voorstellen. Er wordt een aantrekkelijk programma aangeboden: Braziliaanse dansdemonstratie, Boombal, het Huisorkest. Tussendoor worden hapjes en drankjes voorzien. Van de gelegenheid maakt ‘de Rand’ gebruik om haar aanbod voor cursisten Nederlands toe te lichten en te promoten. 5 Het aanbieden van aantrekkelijke formules van taalstages voor kinderen tijdens vakantieperiodes: Tijdens de tweede helft van augustus organiseert ‘de Rand’ in Linkebeek, Sint-GenesiusRode, Wemmel, Kraainem en Jezus-Eik taalstages van telkens een week voor 4- tot 7-jarigen (anderstaligen die Nederlandstalig onderwijs volgen), zodat ze vlak voor het schooljaar begint een taalbad krijgen. Deze taalstages worden op een creatieve manier ingevuld. Vzw ‘de Rand’ werkt hiervoor samen met de vzw Centrum voor Jonge Mensen (deelproject Ratjetoe); er wordt ook gezorgd voor pedagogische ondersteuning door het steunpunt NT2 van de KUL. Per gemeente worden twee stages aangeboden, dus tien in totaal: één voor kinderen met een basiskennis Nederlands en één voor kinderen zonder basiskennis Nederlands. Er wordt ook promotie gevoerd in de Franstalige basisscholen in de zes. Nieuw initiatief: Info- en documentatiecentrum voor de Vlaamse rand: In een samenwerkingsverband tussen de Vlaamse Gemeenschap (studiedienst, coördinatie Vlaamse rand), de provincie en ‘de Rand’ wordt in de loop van 2007 een info- en documentatiecentrum uitgebouwd. Daarvoor is er voor ‘de Rand’ op de begroting van de Vlaamse Overheid een extra budget uitgetrokken, met het oog op het aanwerven van een extra-medewerker. ‘de Rand’ zal de loketfunctie van dit centrum op zich nemen ( zie ook 3.2.6).
20.3 Conclusie De VZW de Rand is en blijft een belangrijke pijler in de uitvoering van het beleid met betrekking tot de Vlaamse Rand. De omvorming tot een EVA (Extern Verzelfstandigd Agentschap) binnen de structuren van de Vlaamse Overheid heeft de VZW de Rand nog meer slagkracht gegeven om haar bijkomende taken en toegenomen activiteiten de komende jaren nog sterker uit te oefenen.
41
21. Provincie Vlaams-Brabant 21.1 Uitdagingen/beleidsopties De provincie Vlaams-Brabant speelt eveneens een zeer actieve rol inzake het vrijwaren en versterken van de leefbaarheid en het Vlaams karakter van de Vlaamse Rand. Om de beleidsopties en acties van zowel de provincie Vlaams-Brabant als de Vlaamse Gemeenschap beter op elkaar af te stemmen, moet er geregeld overleg gepleegd worden tussen beide overheden.
21.2 Realisaties/genomen initiatieven - De provincie Vlaams-Brabant heeft een vertegenwoordiger in de Task Force Vlaamse Rand en de Vlaamse Gemeenschap neemt deel aan de werkzaamheden van het provinciale platform voor de gemeenten van de Vlaamse Rand. - Tweemaandelijks is er ambtelijk overleg tussen de provincie Vlaams-Brabant, de Vlaamse Gemeenschap, het Huis van het Nederlands Vlaams-Brabant en de VZW de rand. Ook de nieuwe acties inzake taalpromotie worden daar overlegd. - Inzake huisvesting, sport, campagnes taallessen Nederlands, initiatieven inzake de vernederlandsing van het straatbeeld en dergelijke meer is er eveneens geregeld overleg tussen beide overheden. - Projecten Vlaams karakter
De subsidies Vlaams karakter van de provincie en de Vlaamse Gemeenschap worden zo veel als mogelijk op elkaar afgestemd. Hiervoor werd in 2003 een provinciaal reglement ontworpen. In aanmerking komen zowel de 11-juli vieringen als andere projecten die aan de subsidievoorwaarden voldoen. Jaarlijks wordt hiervoor een krediet van € 50.000 uitgetrokken - Onthaal en integratie anderstaligen In 2006 startte de provincie Vlaams-Brabant en vzw 'de Rand' voor de derde maal een sensibiliseringscampagne bij handelaars in de Vlaamse rand. Het doel van de campagne is dubbel : - anderstaligen de kans geven om hun Nederlands in het dagelijkse leven te oefenen - handelaars sensibiliseren om niet meteen op een andere taal over te schakelen als een klant Nederlands probeert te spreken. Per deelnemende gemeente zijn een beperkt aantal handelaars geselecteerd, die een 'oefenplaats' willen bieden voor de anderstalige die Nederlands leert of al geleerd heeft. De handelszaken zijn te herkennen aan de sticker met de tekst 'Oefen hier je Nederlands', wat tevens de slogan is van deze campagne. Handelaars die zich willen aansluiten bij deze actie, kunnen zich inschrijven op de website www.oefenhierjeNederlands.be. Anderstaligen vinden op de website een actueel overzicht van de deelnemende handelaars en een plezierig taalspel. 42
- Promotiecampagnes NT2 Met de slogan ‘Un cours de néerlandais et le monde s'ouvre à vous’ voerde de provincie Vlaams-Brabant in 2006 voor de tiende keer op rij een grootscheepse promotiecampagne voor taallessen Nederlands. Het doel was anderstaligen aan te sporen om Nederlands te leren en hen doorverwijzen naar een geschikte taalcursus en dit via www.infonl.be, de website van het Huis van het Nederlands Vlaams-Brabant. De campagne startte op 15 augustus 2006 en liep tot 15 september 2006. De campagne werd uitbesteed aan het communicatiebureau Jansen & Janssen uit Gent. In 2006 werd de campagne samen gevoerd met vzw 'de Rand' dat instond voor de verdeling van een gratis flyer in het arrondissement Halle-Vilvoorde en de gemeente Tervuren en de installatie van een gratis 0800 nr. De campagne bestond uit: - een bus-aan-bus verdeling van flyers in alle bussen van het arrondissement Halle / Vilvoorde en de gemeente Tervuren; - 20m² affiches in de Vlaamse rand rond Brussel; - affiches op de achterzijde van bussen; - folders (drieluik) en affiches die verspreid werd via bevolkingsdiensten, OCMW’s, bibliotheken, culturele centra, taalscholen, VDAB-werkwinkels en sportcentra over heel de provincie Vlaams-Brabant; Er werd doorverwezen naar een gratis 0800-nummer en de website van het het Huis van het Nederlands Vlaams-Brabant.- Steunpunt NT2
- Centrum voor Taal en Onderwijs (KULeuven) De provincie blijft steun verlenen aan Nederlandstalige scholen uit de Vlaamse rand die te kampen hebben met een grote instroom van anderstalige leerlingen. Daartoe werd ook in 2006 samengewerkt met het Centrum voor Taal en Onderwijs (CTO) van de K.U.Leuven. Het CTO streeft een verbetering van de taalvaardigheid van alle kinderen na. Dit betekent dat er niet enkel gefocust werd op lezen, maar ook op luisteren, spreken en schrijven. De geformuleerde doelstelling houdt ook in dat zowel de anderstalige als de Nederlandstalige kinderen mee profiteren van de samenwerking. Uit taalvaardigheidstoetsen bleek namelijk dat vooral kinderen uit lagere sociaal-economische milieus het Nederlands onvoldoende beheersen om vlot de lessen te kunnen volgen. Het CTO heeft in 2006 nascholingsreeksen aangeboden rond de volgende thema’s : - Ouderparticipatie (Kleuter- en lager onderwijs) - Taalzwakke kleuters (Kleuteronderwijs) - Werken met recente prentenboeken (Kleuteronderwijs) - Mondelinge vaardigheden (Lager onderwijs) - Taalvaardigheid in hoekenwerk (Lager onderwijs) - Totemtaal (Lager onderwijs) In 2006 werd de expertise van het CTO opnieuw aangewend om het opgestarte project in 2005 bij speelpleinen in de Vlaamse rand te continueren. Ook speelpleinen in de Vlaamse rand worden geconfronteerd met een toenemend aantal anderstalige kinderen tijdens de 43
vakanties. Voor monitoren is het niet altijd duidelijk hoe zij met dit gegeven moeten omgaan. Stafmedewerkers van het CTO ondersteunden in 2006 een tiental speelpleinen. - vzw de Rand Meer dan de helft van de begroting Vlaams karakter bestaat uit werkingssubsidie voor vzw 'de Rand' (Subsidie 2006 : 650.000 euro). Vzw de Rand is een uitvoerend orgaan van de provincie en de Vlaamse Gemeenschap. Haar kernopdracht ligt in de zes faciliteitengemeenten waar ze een eerstelijnsrol speelt naar het verenigingsleven via de verschillende gemeenschapscentra. In de brede Vlaamse rand is vzw de Rand ook actief via allerlei acties. Bij campagnes van de provincie is vzw de Rand vaak een belangrijke partner. In het kader van het Beter Bestuurlijk Beleid van de Vlaamse Gemeenschap is de vzw de Rand omgevormd naar een privaatrechtelijk extern verzelfstandigd agentschap. Basis van de samenwerking blijft de gezamenlijke beheersovereenkomst afgesloten tussen enerzijds de provincie Vlaams-Brabant en de Vlaamse Gemeenschap en anderzijds vzw de Rand. Hierin werden duidelijke afspraken opgenomen in verband met de gezamenlijke aansturing van vzw de Rand door de twee subsidiërende overheden. Deze overeenkomst geldt sedert 8 juli 2005.
21.3 Conclusie De provincie Vlaams-Brabant is een sterke partner met betrekking tot het gevoerde beleid in de Vlaamse Rand. Het nieuwe provinciebestuur wenst deze inspanningen minstens op hetzelfde niveau verder te zetten en heeft daartoe een nieuwe beleidsnota Vlaams karakter opgesteld waarin de afstemming met de initiatieven van de Vlaamse overheid wordt geoptimaliseerd. Deze betere afstemming van de initiatieven in de verschillende beleidsdomeinen kan dit gezamenlijke beleid nog versterken.
22. Gemeentebesturen 22.1 Uitdagingen/beleidsopties Om de expertise van de gemeentebesturen in de Vlaamse Rand inzake het Vlaams karakter te bundelen zal een platform worden opgericht waar deze kennis en deskundigheid kan worden uitgewisseld en uitgediept.
22.2 Realisaties/genomen initiatieven Het platform van de gemeenten uit de Vlaamse Rand werd opgestart op 20 juni 2005 en kwam reeds 4 keer samen (20/6, 19/9 , 28/11 en 21/4/06). Na de gemeente- en provincieraadsverkiezingen van oktober 2006 werd het platform op 23 april 2007 opnieuw geïnstalleerd met de vertegenwoordigers van de nieuwe besturen. Nieuw in de werkwijze is de afspraak dat zal gewerkt worden met werkgroepen die bepaalde thema’s zullen behandelen vooraleer deze plenair worden besproken. 44
Ook deze keer hebben de faciliteitengemeenten te kennen gegeven het charter, waarin de deelnemers aan het platform zich engageren het Vlaams karakter van hun gemeente te vrijwaren en te versterken, niet te onderschrijven en worden zij dus ook niet uitgenodigd op de bijeenkomsten van het platform. De Conferentie van de Vlaamse mandatarissen zal deze gemeenten vertegenwoordigen en neemt deel met adviserende stem aan de vergaderingen van het platform. De conferentie van Vlaamse mandatarissen wordt ook verder ondersteunt door de Vlaamse Overheid en de VZW de Rand. Afwisselend vergadert de conferentie op het kabinet van minister Keulen, bevoegd voor de binnenlandse aangelegenheden en op het kabinet van minister Vandenbroucke, bevoegd voor de coördinatie van het beleid met betrekking tot de Vlaamse Rand. De conferentie komt op deze wijze sedert 2004 regelmatig samen. De belangrijkste agendapunten waren het gemeentedecreet, de actuele situatie in de verschillende faciliteitengemeenten, de ondersteuning van de gemeenteraadsverkiezingen door de VZW de Rand, het gemeentekiesdecreet en de verkiezingen van 2006, de ondersteuning van het Nederlandstalig onderwijs in de faciliteitengemeenten, het subsidiebeleid en het decreet lokaal sportbeleid. Om het dossier van de splitsing van de kieskring Brussel-Halle-Vilvoorde in de belangstelling te houden en om blijvend druk uit te oefenen om zowel de kieskring als het gerechtelijk arrondissement BHV te splitsen, in het belang van het Vlaams karakter van de Vlaamse Rand, kwamen de burgemeesters van Halle-Vilvoorde ook het voorbije jaar regelmatig samen om gezamenlijke acties te ontwikkelen.
22.3 Conclusie Met de oprichting van het platform van de gemeenten van de Vlaamse Rand werd een belangrijke stap gezet inzake het betrekken van de gemeenten bij het beleid ter versterking van het Vlaams karakter van de regio en de integratie van anderstaligen. De gemeenten moeten verder actief gestimuleerd worden (binnen de perken van hun mogelijkheden) om hun steentje aan dit beleid bij te dragen.
23. Verenigingsleven 23.1 Uitdagingen/beleidsopties Het middenveld en het verenigingsleven is een belangrijke partner in het beleid van de Vlaamse overheid. Daarom zal ook met hen regelmatig overleg gepleegd worden.
23.2 Realisaties/genomen initiatieven - In de loop van 2006 heeft VZW de Rand (met de middelen voor taalpromotie) de opdracht gegeven een onderzoek uit te voeren om na te gaan op welke manier sportclubs in de Vlaamse rand het best kunnen ondersteund worden om het Nederlandstalig karakter te vrijwaren mar ook open te staan voor anderstaligen. Op basis van de resultaten van dit onderzoek is een actieplan voor sportclubs ontwikkeld (zie punt 20: ondersteuning van sportclubs in de Rand)
45
- In elk van de zes faciliteitengemeenten ondersteunt de vzw ‘de Rand’ de Nederlandstalige cultuurraden. Dit zijn actie- en overlegplatformen waarbij alle Nederlandstalige cultuurorganisaties aangesloten zijn. Elk van deze raden krijgt (conform de beheersovereenkomst van ‘de Rand’ met de provincie en de Vlaamse Gemeenschap) jaarlijks 6.250 euro voor hun structurele werking en projecten. De jeugdraden worden professioneel door een lokale stafmedewerker van het gemeenschapscentrum ondersteund om de jeugdwerkbeleidsplannen op te stellen en uit te voeren. Ook de sportoverlegorganen krijgen ondersteuning (financieel en professioneel) via de projectsubsidie die de minister voor sport aan ‘de Rand’ geeft. Elk van de verenigingen kan aan gunsttarieven gebruik maken van de infrastructuur van de centra van ‘de Rand’. De verenigingen worden ook gestimuleerd om gastvrij te zijn voor anderstaligen. ‘de Rand’ werkt eigen gemeenschapsvormende projecten ook uit in samenwerking met het lokale verenigingsleven, bvb 11 juli vieringen, herfstfeesten, jeugdhappenings, sportpromotiedagen, enz ‘de Rand’ verzorgt het secretariaat van de Conferentie van Vlaamse mandatarissen, die om beurten vergadert bij de minister bevoegd voor de Vlaamse Rand en de minister bevoegd voor Binnenlandse Aangelegenheden. Dit berekent dat ‘de Rand’ zorgt voor uitnodigingen en verslaggeving, en, op vraag, ook dossiers uitwerkt ter bespreking”. - Zowel de provincie Vlaams-Brabant als de Vlaamse Gemeenschap verlenen subsidies aan verenigingen die zich scharen achter het beleid voor het vrijwaren en versterken van het Vlaams karakter van de Vlaamse Rand en die daartoe initiatieven ondernemen die niet tot hun dagdagelijkse werking behoren (zie ook 3.2.1).
23.3 Conclusie Het Nederlandstalige verenigingsleven in de Vlaamse Rand staat op vele plaatsen onder druk. We moeten blijven inspanningen leveren om dit verenigingsleven te ondersteunen daar dit een sterke rol kan spelen om het Nederlandstalige karakter van de regio te beklemtonen maar ook om de integratie van anderstaligen te bevorderen.
24. Vlabinvest Vlabinvest is het Investeringsfonds voor Grond- en Woonbeleid voor Vlaams-Brabant. Het fonds werd opgericht bij decreet in 1992 als een openbare instelling van categorie A en heeft aparte rechtspersoonlijkheid. Vlabinvest is dus actief binnen het woonbeleid, maar voert ook een Vlaams beleid. Vlabinvest kan immers ook initiatieven ontwikkelen om voorzieningen uit te bouwen die noodzakelijk worden geacht om het Vlaams karakter en een hoogwaardige woonkwaliteit in deze regio te behouden of te bevorderen. Daartoe werd tussen het fonds en de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen (VMSW) een overeenkomst gesloten met betrekking tot het ter beschikking stellen aan het fonds van de nodige diensten, uitrusting, installaties en personeelsleden. De VMSW ontvangt hiervoor jaarlijks een kostenvergoeding lastens de begroting van het fonds. De leiding van Vlabinvest wordt sinds 1 februari 2000 waargenomen door de heer Hubert Lyben. Vlabinvest kan voor de vervulling van haar taak zelf overgaan tot de realisatie van huisvestingsprojecten of kan huisvestingsprojecten van initiatiefnemers mee financieren.
46
In 2006 werd er druk doorgewerkt aan project “’t Bosje” in Tervuren. Rond de verwerving van onroerende goederen in Kraainem en Overijse zijn de gesprekken nog gaande. In Overijse werd in de loop van 2006 een domein van bijna 4 hectare verworven. Dit project ‘Beiershof’ zal in totaal 172 woongelegenheden opleveren. Daarenboven werden in 2006 door Vlabinvest 4.853 voorkoopnotificaties aan de VMSW onderzocht op de mogelijkheid tot projectrealisatie. 1.040 van deze notificaties dateren van vóór de uitbreiding van het werkgebied, 3.813 van erna. Tot op heden heeft Vlabinvest 186 woongelegenheden gerealiseerd en 62 sociale woongelegenheden in een gemengd Vlabinvest project. Binnen het werkjaar 2006 heeft Vlabinvest 23 Vlabinvestwoongelegenheden in opbouw en 17 sociale woongelegenheden in een gemengd Vlabinvest project. In totaal werden tot op heden 248 woongelegenheden gerealiseerd en zijn er (40) woongelegenheden in opbouw.
24.1 Ontwikkelingen Sinds 1 juli 2006 is het werkgebied van Vlabinvest uitgebreid. Het verruimde werkgebied strekt zich uit over het gehele arrondissement Halle-Vilvoorde alsook Tervuren, Bertem, Huldenberg en Kortenberg, die gelegen zijn in het arrondissement Leuven. Het verwerven van het recht van voorkoop zal gebeuren via de integratie van Vlabinvest in de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen, de rechtsopvolger van de VHM. Er is namelijk beslist dat Vlabinvest zal ophouden te bestaan als een VOI van categorie A met aparte rechtspersoonlijkheid. Vlabinvest zal geïntegreerd worden in de VMSW die daardoor ook de rechtsopvolger van Vlabinvest zal worden. De Vlabinvest-activiteiten zullen van dan af gebeuren door de VMSW die bovendien zal beschikken over een recht van voorkoop. Omwille van onduidelijkheid omtrent de mogelijke consolidatieplicht bij integratie van Vlabinvest in de VMSW, is tot nu toe nog geen datum voor integratie vastgelegd. Naast deze beleidsaspecten, is Vlabinvest zijn tijd en middelen blijven investeren in projecten. Dit bleef echter beperkt tot lopende projectuitvoering en voorbesprekingen voor verwervingen en realisaties. De subsidieproblematiek speelde hierin, als remmende factor bij de potentiële initiatiefnemers, een niet onbelangrijke rol. Wel kon eind 2006 het verkoopcompromis voor de site Beiershof in Overijse, die via een gefaseerde aanpak de realisatie van om en bij de 170 woongelegenheden mogelijk maakt zowel via huur- en koopwoningen als Vlabinvest-kavels. Tegelijk is Vlabinvest in samenspraak met zijn partners in 2006 begonnen met het opstellen van een vijfjarenplanning.
24.2 Conclusie Alhoewel nog niet definitief, zijn er reeds duidelijke tekenen dat de toekomst mede door de uitbreiding van het werkgebied en intense voorbereidende contacten een aardig aantal projecten in petto heeft. Het werk in 2006 is zonder twijfel een noodzakelijke voorwaarde en heeft de kiem gelegd voor de gunstige perspectieven die zich aandienen.
47
Leden van de Task Force Vlaamse Rand
Voorzitter: Lodewijk De Witte
Gouverneur Vlaams-Brabant
Secretaris: Jan De Bock
Coördinatie Vlaamse Rand (DAR)
Leden : Sonja Becq Kurt Annendijck Bieke Volcke Diane Verstraeten Josée Lemaitre Eddy Frans Guido Decoster Saskia Dierickx Dirk Coomans Stefaan Gunst Peter Biondi Hans Destrycker Dirk Dewolf Hubert Lyben Mariëlla Maes Geert Mertens Francy Peeters Reinhilde Pulinx Sandra Vandebroek Geert Roelandts
Kabinet minister-president Yves Leterme Kabinet vice-minister-president Frank Vandenbroucke Departement Internationaal Vlaanderen (IV) IVA Studiedienst van de Vlaamse Regering (DAR) EVA Vzw de Rand (DAR) IVA Agentschap voor Binnenlands Bestuur (BZ) Entiteit Media (CJSM) Afdeling Duurzame Landbouwontwikkeling (LV) Provincie Vlaams-Brabant IVA Agentschap Economie (EWI) IVA Agentschap Zorg en Gezondheid (WVG) EVA Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen - Vlabinvest (RWO) IVA Agentschap Zorg en Gezondheid – Afdeling gespecialiseerde en residentiële zorg(WVG) Departement RWO EVA Vlaamse Vervoer Maatschappij De Lijn (MOW) Departement OV Departement WSE IVA Agentschap Sociaal-Cultureel Werk voor Jeugd en Volwassenen (CJSM)
Kaat Tavernier Johan Baeten Marcel Vossen Els Brouwers Wouter Janssens Raf Van den Broeck
Departement RWO - Woonbeleid IVA Agentschap voor Natuur en Bos (LNE) IVA Toerisme Vlaanderen (IV) Afdeling Strategische Beleidsondersteuning (OV) Departement MOW
Plaatsvervangers: Wim Claeskens Christine Breugelmans Michel Chanterie Philippe Jacobs
Departement RWO - Woonbeleid Departement IV - stafdienst IVA Agentschap voor Binnenlands Bestuur (BZ) EVA Vlaamse Vervoer Maatschappij De Lijn (MOW)
48
Verklaring van de gebruikte afkortingen: IVA: Intern Verzelfstandigd Agentschap EVA: Extern Verzelfstandigd Agentschap DAR: Diensten voor het Algemeen Regeringsbeleid BZ: Bestuurszaken IV: Internationaal Vlaanderen CJSM: Cultuur, Jeugd, Sport en Media MOW: Mobiliteit en Openbare Werken LNE: Leefmilieu, Natuur en Energie RWO: Ruimtelijke ordening, Woonbeleid en Onroerend erfgoed OV: Onderwijs en Vorming EWI: Economie, Wetenschap en Innovatie WVG: Welzijn, Volksgezondheid en Gezin LV: Landbouw en Visserij WSE: Werk en Sociale Economie
49
Jaarverslag Task Force Vlaamse Rand 2005 Inhoudsopgave
1. Inleiding
1
2. Informatie
2
3. Initiatieven Coördinatie Vlaamse Rand
3
4. Ring Tv
6
5. Vernederlandsing van het straatbeeld
7
6. Werk
9
7. Onderwijs
12
8. Integratie, onthaal en taal
15
9. Toepassing van de taalwetgeving
18
10. Huisvesting
19
11. Economie / START
20
12. Ruimtelijke ordening
22
13. Mobiliteit
23
14. Welzijn
25
15. Gezondheid
27
16. Milieu
28
17. Cultuur
31
18. Sport
32
19. Toerisme
33 50
20. VZW De Rand
37
21. Provincie Vlaams-Brabant
42
22. Gemeentebesturen
44
23. Verenigingsleven
45
24. Vlabinvest
46
Samenstelling van de Task Force Vlaamse Rand
48
51