Nota provincies
Task Force
Auteur: M. Adriaensen © BIVV, Brussel, 2009
2
Nota provincies Task Force
Inhoudsopgave 1. Federaal wetgevend kader inzake bevoegdheden provinciale overheden 1.1. Algemeen 1.2. De rol van de provinciegouverneurs 1.3. De rol van de arrondissementscommissaris 1.5. De opdracht van de bestendige deputatie
4 4 5 7 8
2. Decreet van het Vlaams Gewest aangaande de opdracht van de provincies 2.1. Algemene bevoegdheid van de provincies 2.1.1. Opdrachten van provinciaal belang 2.1.2. Opdrachten van algemeen belang 2.2. Het provinciebestuur 2.2.1. De provincieraad 2.2.2. De deputatie
8 8 9 9 9 9 9
3. Samengevat Overzicht van de provinciale overlegorganen verkeersveiligheid en hun leden Overzicht van het aantal vergaderingen van het provinciaal veiligheidsoverleg per provincie
10 10 19
3
Deze nota bespreekt de wettelijke opdracht van de provinciale overheden met betrekking tot verkeersveiligheid en geeft een overzicht van de bestaande overlegstructuren inzake verkeers-veiligheid binnen de verschillende provincies.
1. Federaal wetgevend kader inzake bevoegdheden provinciale overheden1 1.1. Algemeen De omzendbrief betreffende de taken die de provinciale overheden voor de Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken uitoefenen van 2002 omschrijft de opdracht van de provinciale overheden. Ook artikelen 9 en 9bis van de wet op politieambt2 houden een belangrijke opdracht in voor de provinciale overheden: Art. 9. stelt dat in elke provincie, alsook in het administratief arrondissement Brussel-Hoofdstad, een overleg georganiseerd wordt tussen de procureur-generaal bij het hof van beroep, de gouverneur, de bestuurlijke directeurscoördinator of hun gemachtigden, de gerechtelijke directeurs of hun gemachtigden en vertegenwoordigers van de lokale politiediensten. Dit overleg heeft tot doel de zonale veiligheidsraden te stimuleren. De op het vlak van het provinciaal overleg uitgebrachte adviezen worden ter kennis gebracht van de zonale veiligheidsraden en van de federale overheden. Deskundigen kunnen worden uitgenodigd om deel te nemen aan de vergaderingen. Art. 9bis. stelt dat de Koning de voorwaarden regelt voor het gebruik van de kredieten die de Minister van Binnenlandse Zaken aan de provinciegouverneurs en aan de gouverneur van het bestuurlijk arrondissement Brussel-Hoofdstad toekent voor de coördinatie van hun beleid inzake veiligheid en preventie. De voorwaarden van art. 9bis worden bepaald in het KB van 10 juni 20063 tot vaststelling van de toekenningsen gebruiksvoorwaarden van de aan de provinciegouverneurs en aan de gouverneur van het bestuurlijk arrondissement Brussel-Hoofdstad toegekende kredieten voor de coördinatie van de politiediensten en provinciale acties inzake veiligheid en preventie. Artikel 1. De Minister van Binnenlandse Zaken kent aan elke provinciegouverneur en aan de gouverneur van het bestuurlijk arrondissement Brussel-Hoofdstad, hierna genoemd de gouverneur, een jaarlijks krediet toe van maximum 50.000 euro. Het maximumbedrag wordt aan de stijging van de levensduurte aangepast en dat rekening houdend met de beschikbare financiële middelen. Die aanpassing gebeurt op 1 januari van het jaar dat het begrotingsjaar voorafgaat. De basisindex die daarbij dient in acht genomen te worden bedraagt 102.62, zijnde de gezondheidsindex van 1 januari 2006 (basis 2004). Dat krediet moet het de gouverneur mogelijk maken om zijn bevoegdheden inzake openbare orde en zijn opdrachten inzake de coördinatie van het veiligheidsbeleid, de voorkoming van misdrijven, de samenwerking tussen de politiediensten en tussen de politiezones en inzake de coördinatie van de politiediensten bij de uitoefening van hun opdrachten van bestuurlijke politie en op het vlak van hun organisatie uit te voeren. Artikel 2. De krachtens dit besluit aan de gouverneur verleende tegemoetkoming kan voor de volgende uitgaven worden aangewend: 1° de aankoop of huur van informatica-, bureautica- en communicatiematerieel dat bestemd is voor de in artikel 1 bedoelde opdrachten, alsmede de aankoop of huur van de voor die opdrachten noodzakelijke software; 2° de werkingskosten van dat materieel; 3° de financiering van studies die noodzakelijk zijn voor de voorbereiding, de uitvoering en de beoordeling van de in artikel 1 bedoelde opdrachten; 4° de kosten die verbonden zijn aan het aanbieden, uitwerken en ondersteunen van bovenzonale projecten die 1 2 3
4
20 december 2003. - Omzendbrief betreffende de taken die de provinciale overheden voor de Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken uitoefenen, FOD Binnenlandse Zaken. En http://www.ibz.be/download/2005/ibz-nl.pdf, dd. 30/06/2009 wet op politieambt van 8 augustus 1992 Publicatie B.S. 29 juni 2006
Nota provincies Task Force
het de lokale autoriteiten moeten mogelijk maken een meer krachtdadig en efficiënt veiligheidsbeleid te ontwikkelen; 5° de financiering van bovenzonale campagnes ter verbetering of bevordering van de contacten van de lokale politie met de bevolking of ter bevordering van aanwervingen bij de lokale politie; 6° de financiering van bovenzonale informatiecampagnes inzake veiligheid en preventie, ook inzake de verkeersveiligheid; 8° de werkingskosten van de coördinatievergaderingen inzake ordehandhaving, en politionele en civiele veiligheid, evenals van de provinciale infrastructuur voor crisisbeheer en -coördinatie; 10° de kosten van het vervoer van ademtest- en ademanalysetoestellen die voor onderhoud en/of herstel worden aangeboden en de verzekeringskosten van dat vervoer;
1.2. De rol van de provinciegouverneurs Als commissarissen van de federale regering in de provincies, voeren de gouverneurs opdrachten uit om de toepassing van de federale regelgeving te verzekeren. Sinds 2002 zijn de gewesten bevoegd voor de organisatie van de provinciewet. Daardoor zijn de provinciegouverneurs, met uitzondering van de gouverneur van het administratief arrondissement Brussel-Hoofdstad, ook commissaris van de regeringen van de gewesten en gemeenschappen. Door de verschuiving van de bevoegdheid tot organisatie van de provinciewet naar de gewesten werden twee artikelen4 van de provinciewet geregionaliseerd. De veiligheid en politie en de civiele bescherming en brandweer vormen een federale materie. In deze materies (meer bepaald de openbare ordehandhaving5, de rampenplanning en de noodhulpverlening6) werd de verantwoordelijkheid van de provinciegouverneur ten overstaan van de Minister van Binnenlandse Zaken behouden. Hoewel de gouverneurs uitvoerende taken hebben voor verschillende federale overheidsdiensten (bv. Justitie, Volksgezondheid), oefenen zij de meeste van hun federale opdrachten uit voor de FOD Binnenlandse Zaken. Hiertoe stelt dit departement een aantal federale ambtenaren ter beschikking van de gouverneurs, alsook een krediet voor de werking en de uitrusting van hun federale dienst. Eén van de taken van de provinciegouverneurs is de politionele veiligheid en openbare orde garanderen. Deze opdracht bevat volgende punten: a) Het provinciaal veiligheidsoverleg Het provinciaal veiligheidsoverleg staat onder voorzitterschap van de gouverneur en brengt de overheden van bestuurlijke en gerechtelijke politie samen op provinciaal niveau. De voornaamste taak bestaat erin toezicht te houden op het bereiken van de doelstellingen van de zonale veiligheidsraden. Via het provinciaal veiligheidsoverleg beoogt men ook tot een geïntegreerde en gecoördineerde benadering te komen van de problemen en fenomenen op het gebied van de veiligheid. b) Ondersteuning van de lokale politiezones De gouverneurs zorgen voor de ondersteuning van de politiezones van hun provincie door het organiseren van overleg en de begeleiding van projecten. De arrondissementscommissarissen en de verbindingsambtenaren van de politiediensten staan hen hierin bij. De verbindingsambtenaren worden door de gouverneur aangewezen en oefenen hun taak uit onder het gezag van de gouverneur. c) Evaluatie korpschefs en bestuurlijke directeurs-coördinator De gouverneur of de door hem aangewezen arrondissementscommissaris is lid van de evaluatiecommissie voor de ambten van korpschef en bestuurlijk directeur-coördinator bij de federale politie. d) Centra voor informatie en communicatie (CIC)7 De centra voor informatie en communicatie beheren 24 uur per dag de 101-oproepen. In elke provincie is er een CIC-overleg dat de gouverneur voorzit.
4 5 6 7
de artikelen 4 en 124, tweede lid, van de provinciewet. artikelen 128 en 129 van de provinciewet. wet van 31 december 1963 betreffende de civiele bescherming koninklijk besluit van 26 juni 2002 betreffende de organisatie van de gecentraliseerde dispatchingcentra en van het nationaal invalspunt
5
e) Acties inzake verkeersveiligheid In samenwerking met de lokale politiezones en het Belgisch Instituut voor de Verkeersveiligheid, besteden de gouverneurs permanent aandacht aan het organiseren en stimuleren van diverse acties aangaande verkeersveiligheid. Het beheer van de ademtest- en ademanalysetoestellen valt eveneens onder de bevoegdheid van de gouverneur. f ) Criminaliteitspreventie De provinciale commissie voor criminaliteitspreventie8 staat onder voorzitterschap van de gouverneur. Haar doelstellingen bestaan in het bestuderen en evalueren van de misdadigheid in de provincie en het voorbereiden van provinciale programma’s inzake preventie. De werkzaamheden van de commissie leiden tot concrete acties. h) Bijzondere gebeurtenissen De gouverneur is verantwoordelijk voor de handhaving van de openbare orde in de provincie bij bijzondere gebeurtenissen of grootschalige evenementen (bv. manifestaties, betogingen, festivals,…). Hij heeft ook specifieke taken bij de organisatie van wedstrijden voor motorrijtuigen, zoals het waken over de samenhang en de verenigbaarheid van de door de verschillende gemeenten getroffen (veiligheids)maatregelen9. En neemt de nodige maatregelen bij manifestaties op autosnelwegen10. Daarnaast heeft de gouverneur een aantal taken in het kader van de openbare ordehandhaving en de organisatie van de politie. De taken en opdrachten van de provinciegouverneur inzake de openbare ordehandhaving, die een federale materie vormt omvatten: 1. in uitvoering van de wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus: • tussenkomst van de gouverneur inzake de verkiezing van de leden van de politieraad; • het adviesrecht van de gouverneur bij de procedure tot aanwijzing en verlenging van het mandaat van de korpschefs en van de bestuurlijke directeurs-coördinator, alsook bij de benoeming van de officieren van de lokale politie; • de mogelijkheid voor de gouverneur om verbindingsambtenaren aan te wijzen; • het specifiek administratief toezicht op de handelingen inzake lokale politie; eveneens op de vaststelling door de gemeenten van hun dotatie aan de politiezone (meer gemeentezone); • de uitvoerbaarverklaring van bevelschriften die de bijzondere rekenplichtige weigert te betalen; • advies over de indeling in politiezones; • de gouverneur en de arrondissementscommissaris dienen ingelicht te worden over de vorderingen die de burgemeester uitvaardigt ten aanzien van de federale politie; • het recht van de gouverneur om de Vaste Commissie van de lokale politie te raadplegen; • de bestuurlijke directeur-coördinator onderhoudt geregelde dienstbetrekkingen met de arrondissementscommissaris en de gouverneur; • de gouverneur kan een beroep doen op de Algemene Inspectie van de federale en van de lokale politie. 2. in uitvoering van de wet van 5 augustus 1992 op het Politieambt: • gouverneurs en arrondissementscommissarissen zijn officier van bestuurlijke politie; • het provinciaal veiligheidsoverleg moet de zonale veiligheidsraden stimuleren; • de gouverneur oefent de bevoegdheden van de burgemeester of van de gemeentelijke instellingen in subsidiaire orde uit wanneer deze, al dan niet vrijwillig, hun verantwoordelijkheden niet nakomen, wanneer de verstoring van de openbare orde zich uitstrekt over het grondgebied van verscheidene gemeenten of, wanneer, ook al is de gebeurtenis of de situatie slechts in een enkele gemeente gelokaliseerd, het algemeen belang zijn tussenkomst vereist;
8 9
10
6
koninklijk besluit van 6 augustus 1985 tot oprichting van een Hoge Raad en van Provinciale Commissies voor het voorkomen van misdadigheid. zoals onder andere vaststellen of de burgerrechtelijke aansprakelijkheid van de organisatoren van een snelheids-, regelmatigheids- of behendigheidsrit of -wedstrijd voor motorrijtuigen gedekt is door een bijzondere verzekering (art. 8 van de wet van 21 november 1989 (aansprakelijkheidsverzekering motorrijtuigen) en koninklijk besluit van 26 april 1995). ministeriële omzendbrief van 18 juli 2002 betreffende gebeurtenissen die met de openbare orde samenhangen en die op autosnelwegen plaatsvinden.
Nota provincies Task Force
Ook inzake rampenplanning heeft de provincie een belangrijke opdracht met name de coördinatie van de operaties in geval van rampen, catastrofen en schadegevallen11. De rampenplannen moeten voorafgaandelijk aan het akkoord van de Minister van Binnenlandse Zaken worden voorgelegd. In functie van de omvang van de gebeurtenis, de geografische omschrijving van de vastgestelde of verwachte gevolgen van het gevaar en de noodzakelijke hulpmiddelen, kunnen er in de rampenplanning vier fasen12 worden onderscheiden. De gouverneur heeft de leiding van het provinciaal crisiscentrum en er bestaat de mogelijkheid tot het treffen van bijzondere regelingen met de overheden van het vergelijkbaar niveau van de buurlanden in het raam van de internationale overeenkomsten inzake de wederzijdse bijstandsverlening bij ongevallen en rampen13.
1.3. De rol van de arrondissementscommissaris Naast de provinciegouverneur vervult de arrondissementscommissaris een aantal belangrijke taken. Luidens art. 132 van de provinciewet is er met uitzondering voor het administratief arrondissement Brussel-Hoofdstad, voor één of meer arrondissementen een commissaris van de federale regering die de titel van de arrondissementscommissaris voert. Inzake hun federale opdrachten moet volgend onderscheid worden gemaakt: a) bevoegdheden uitgeoefend als regeringscommissaris en op basis van wetten en verordeningen • de zorg, onder leiding van de gouverneur, voor het handhaven van de wetten en verordeningen van algemeen bestuur (art. 133 PW14); • inzage nemen van de registers van burgerlijke stand en bevolking in de gemeenten (art. 135 PW); • zorgen voor het handhaven en het herstel van de openbare orde, waartoe zij een beroep kunnen doen op de federale politie. De bepalingen van art. 128 mbt de gouverneur zijn mede van toepassing op de arrondissementscommissarissen (art. 139 PW); • de mogelijkheid tot het vorderen van de gewapende macht in geval van woelige samenscholingen, van oproer of van gewelddadig verzet tegen de uitvoering van de wetten en de verordeningen. De toepassing van art. 129 van de provinciewet geldt zowel voor de gouverneur als de arrondissementscommissarissen (art. 139 PW); • het nemen van besluiten van bestuurlijke politie om de openbare orde te handhaven en ter uitvoering van art. 139 PW en van de wet van 5 januari 1934; • in hun hoedanigheid van officier van bestuurlijke politie de uitoefening van de daaraan verbonden bevoegdheden (art. 4 WPA15); • de coördinatieopdrachten inzake de ordehandhaving (OB van de minister van Binnenlandse Zaken van 10 december 1987); • het op de hoogte gebracht worden over de vorderingen die de burgemeester uitvaardigt ten aanzien van de federale politie (art. 43 van de wet van 7 december 1998); • het onderhouden van geregelde dienstbetrekkingen door de directeur-coördinator van de federale politie (art. 103 van de wet van 7 december 1998); • het lidmaatschap van de veiligheidscommissie bij sportwedstrijden of sportcompetities voor auto’s (koninklijk besluit van 28 november 1997). b) De gedelegeerde opdrachten door de gouverneur Krachtens art. 139bis PW kan de gouverneur de uitoefening van bepaalde bevoegdheden of opdrachten die hem bij wet of verordening van algemeen bestuur zijn toegekend voor het grondgebied van de provincie of voor een gedeelte daarvan, opdragen aan de arrondissementscommissaris. Dit is onder meer het geval op het vlak van de openbare orde, civiele veiligheid (noodplanning, organisatie van hulpverleningszones en brandweergewesten, 11 12 13 14 15
Juridische basis. -wet van 31 december 1963 (punt 1.1); -artikelen 3 en 4 van het koninklijk besluit van 23 juni 1971 houdende organisatie van de opdrachten van de Civiele Bescherming en coördinatie van de operaties bij rampspoedige gebeurtenissen, catastrofen en schadegevallen; -omzendbrief van 11 juli 1990 betreffende de nood- en interventieplannen. - Uitvoering van de wet van 21 januari 1987 inzake de risico’s van zware ongevallen bij bepaalde industriële activiteiten. - fase 1: de actie wordt beperkt tot en gecoördineerd op gemeentelijk niveau; - fase 2: fase van de versterking en coördinatie op gemeentelijk niveau; - fase 3: coördinatie door de provinciegouverneur; - fase 4: coördinatie door de Minister van Binnenlandse Zaken Frans-Belgische overeenkomst van 21/04/1981 en Belgisch-Nederlandse van 14/11/1984. PW=provinciewet WPA = wet op politieambt van 8 augustus 1992
7
crisismanagement...) criminaliteitspreventie, verkeersveiligheid, organisatie van verkiezingen,....
1.4. De opdracht van de provincieraad De provincieraad bezit de specifieke bevoegdheid tot het uitvaardigen van politieverordeningen, waarbij die bevoegdheid slechts beperkt wordt door de wetten, decreten of ordonnanties en door verordeningen van de federale of regionale overheid en door wetten, decreten of ordonnanties die bepaalde bevoegdheden uitdrukkelijk aan de gemeenten opdragen.
1.5. De opdracht van de bestendige deputatie De bestendige deputatie is onder andere bevoegd voor de geldigverklaring van de verkiezing van de leden van de politieraad en het onderzoek van de bezwaren ingediend tegen deze verkiezing16. Daarenboven zal de bestendige deputatie beslissen over de financiële kant van de zaak wanneer de provincie activiteiten wenst te organiseren (ook aangaande verkeersveiligheid). Dit is ondermeer het geval in de provincies Limburg en Vlaams-Brabant.
2. Decreet van het Vlaams Gewest aangaande de opdracht van de provincies Voor het Vlaams Gewest bepaalt het provinciedecreet17 de opdracht van de provincies. Voor de provincies is een decretale verankering van hun taken belangrijk aangezien ze beleidsmaker zijn op provinciaal niveau en niet enkel uitvoerder van het gewestelijk beleid. Er wordt een onderscheid gemaakt tussen de algemene opdrachten en de opdrachten van provinciaal belang.
2.1. Algemene bevoegdheid van de provincies De provincies zijn het intermediaire beleidsniveau tussen het Vlaamse en het gemeentelijke niveau. De provincies krijgen in het provinciedecreet voor hun grondgebied de volgende algemene doelstellingen mee: bijdragen tot het welzijn van de burgers en tot de duurzame ontwikkeling van het provinciale gebied (art. 2, 1e alinea provinciedecreet). De uitoefening van de provinciale bevoegdheden moet burgernabij zijn, democratisch, transparant en doelmatig. De provincies moeten de burger ook zoveel mogelijk betrekken bij hun beleid en zorgen voor openbaarheid van bestuur (art. 3 provinciedecreet). De opdrachten of bevoegdheden van de provincies, zijn tweevoudig: enerzijds zijn de provincies bevoegd om de provinciale belangen te regelen, anderzijds oefenen de provincies ook bevoegdheden uit die hen door of krachtens de wet of het decreet zijn toevertrouwd.
16 17
8
art. 18bis en 18ter van de wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus. VVP elektronisch handboek provinciaal beleid – Algemene bevoegdheid van de provincie – december 2006 3/4, dd 30 juni 2006, http://www.vlaamseprovincies.be/paginas/publicaties/praktisch-handboek/documents/Algemenebevoegdheidvandeprovincies.pdf. En “Officieuze coördinatie van het provinciedecreet”, VVP/RLV- morfologie van het provinciedecreet, juli 2009, dd 24 augustus 2009.
Nota provincies Task Force
2.1.1. Opdrachten van provinciaal belang Het provinciedecreet omschrijft18 in artikel 2, 2e alinea het provinciaal belang als volgt: • de bovenlokale taakbehartiging. Om bovenlokaal te zijn, moet de taakbehartiging het lokaal gemeentelijk belang overstijgen. De taakbehartiging moet ook streekgericht blijven en gericht zijn op realisaties binnen de grenzen van het provinciale grondgebied. Op die manier wordt bevestigd dat de provinciale taakbehartiging zich bevindt op een niveau tussen deze van de gemeenten enerzijds en van de centrale overheden anderzijds; • ondersteunende taken op verzoek van andere overheden (lokale overheden en/of hogere overheden); • het nemen van initiatieven met het oog op gebiedsgerichte samenwerking tussen besturen in een regio. Samenwerkingsverbanden zijn mogelijk met of zonder rechtspersoonlijkheid. Maar voor het creëren van interbestuurlijke samenwerkingsverbanden met rechtspersoonlijkheid, stelt de Vlaamse Regering de grenzen vaststellen, zonder afbreuk te kunnen doen aan het decreet houdende de intergemeentelijke samenwerking. 2.1.2. Opdrachten van algemeen belang De provincies oefenen ook bevoegdheden uit die hen door of krachtens de wet of het decreet zijn toevertrouwd. (art. 2, 3e alinea provinciedecreet) Dat zowel de federale overheid, als het gewest en de gemeenschap, beroep kunnen doen op de provincies voor het zogenaamde medebewind, is bepaald19.
2.2. Het provinciebestuur 2.2.1. De provincieraad De provincieraad is het provinciaal bestuursorgaan dat de belangrijke beleidskeuzes maakt en daardoor richting geeft aan het provinciaal bestuur. Artikel 42 van het provinciedecreet, verwoordt dit principe op een tweevoudige manier: enerzijds bepaalt de provincieraad het beleid van de provincie en kan daartoe algemene regels vaststellen. Anderzijds stelt de provincieraad alle provinciale reglementen, zoals reglementen over het provinciaal beleid, of provinciale belasting - of retributiereglementen of reglementen op. De provincieraad kan bij reglement bepaalde bevoegdheden toevertrouwen aan de deputatie; de provincieraad bepaalt dus zelf in welke mate hij zijn eigen bevoegdheden naar de deputatie delegeert. Deze delegatiemogelijkheid is echter niet onbeperkt. De provincieraad mag een aantal essentiële beslissingen voor het bestuur van de provincie, niet afstaan en ontrekken aan de bevoegdheid van de rechtstreeks verkozen provincieraadsleden. De provincieraad kan door de hogere overheid ook belast worden met een opdracht van algemeen belang. Dit is eerder uitzonderlijk. Bijvoorbeeld het geven van advies over de veranderingen die worden voorgesteld betreffende de grenzen van de provincie, de arrondissementen, kiesdistricten, kantons en gemeenten. Als een bepaalde bevoegdheid van algemeen belang, uitdrukkelijk is toegewezen aan de provincieraad, mag de raad deze bevoegdheid niet toevertrouwen aan de deputatie. 2.2.2. De deputatie De deputatie is het uitvoerend orgaan van de provincie en heeft aldus een toegewezen bevoegdheid. Dit in tegenstelling tot de provincieraad, die over de volheid van bevoegdheid beschikt. Toch is de impact van de deputatie op de provinciale beleidsvoering groot. De deputatie is immers bevoegd om de beraadslagingen en besluiten van de provincieraad voor te bereiden; het is daarom vooral de deputatie die bepaalt welke voorstellen van beslissing aan de provincieraad worden voorgelegd.
18
19
Deze omschrijving van het begrip ‘provinciaal belang’ is grotendeels geïnspireerd op de tekst van het Bestuursakkoord dat op 25 april 2003 ondertekend werd tussen het Vlaams, het provinciaal en het lokaal bestuursniveau omtrent effectief en burgergericht overheidsbestuur. Dit Bestuursakkoord vormde het sluitstuk van het zogenaamde “kerntakendebat” dat van december 2001 tot januari 2003 was gevoerd tussen de drie bestuursniveaus in Vlaanderen, die via rechtstreekse verkiezingen steunen op een politieke legitimiteit. Dit is bepaald in artikel 6, § 1, VIII, tweede lid van de Bijzondere Wet van 8 augustus 1980 tot hervorming van de instellingen en in artikel 46 van de gewone wet van 9 augustus 1980 tot hervorming van de instellingen.
9
3. Samengevat Inzake verkeersveiligheid heeft de provincie twee belangrijke bevoegdheden. Enerzijds de organisatie van het verkeersveiligheidsoverleg op provinciaal niveau. Anderzijds door de mogelijkheid om onder andere activiteiten inzake verkeersveiligheid te delegeren naar de arrondissementscommissarissen. Daarenboven worden er vanuit Binnenlandse Zaken kredieten verleend naar de provinciale overheden toe om belangrijke bevoegdheden inzake openbare orde (waaronder verkeer en dus ook verkeersveiligheid gevat zit) te realiseren. Overzicht van de provinciale overlegorganen verkeersveiligheid en hun leden Provincie Limburg Overlegorgaan Voorzitter
Genodigden
Frequentie van samenkomst
Inhoud/opdracht/doel
10
Slim-stuurgroep Jo Wiertz, arrondissementscommissaris. De dienst PVO coördineert deze vergadering Alle 18 PZ’s (verkeerscoördinatoren) en de WPR worden uitgenodigd en zijn veelal aanwezig op de vergadering. De beide parketten (eerste substituut procureurs des Konings) participeren effectief aan deze vergadering. De beide CSD’s worden ook uitgenodigd. De laatste jaren werd bij gebrek aan capaciteit één keer per jaar vergaderd. Recent is gebleken dat dit onvoldoende is en dat de frequentie verhoogd moet worden naar 2 à 3 vergaderingen per jaar. SLim staat voor Safe Limburg. Het gaat om gecoördineerde politiecontroles in de weekends het hele jaar door (muv van de BOB-eindejaarscampagne) op Rijden Onder Invloed (alcohol en drugs) en op snelheid. Bedoeling is dat er elk weekend gecontroleerd wordt in minstens vier PZ’s en/of door de WPR en dat er twee gemeenschappelijke actieweekends georganiseerd worden waaraan praktisch alle diensten participeren. Dit om het subjectief gevoelen van gecontroleerd te kunnen worden in de weekends te verhogen en aldus aan te zetten tot voorzichtig rijgedrag. Het overleg is ontstaan naar aanleiding van de SLim-actie van de provinciegouverneur; thans loopt de vierde jaargang. De thema-acties van de provinciegouverneur (3 x één maand per jaar waarbij de politie in de hele provincie werk maakt van een of ander verkeersitem, bvb. veilig verkeersgedrag in de schoolomgeving, gordel, onleesbaar nummerplaten, rijgedrag op rotondes) werden ook al spoedig op de agenda geplaatst. Deze vergadering maakt dus een keuze tussen de verschillende mogelijkheden, stelt een kalender op. Die kalender wordt goedgekeurd door het Provinciaal Politieoverleg (korpschefs, dirco’s) en/of de Provinciale Veiligheidsraad (burgemeesters, procureurs). Het gaat dus om het adviseren door de politie van de gouverneur op het vlak van provinciale handhavingsinitiatieven.
Nota provincies Task Force
Provincie Oost-Vlaanderen Overlegorgaan Verkeerscommissie Voorzitter Gouverneur of Walter De Jaegher arrondissmentscommissaris Vertegenwoordigers van de lokale politie, de dirco’s van de 3 gerechtelijke arrondissementen, een vertegenwoordiger van de federale wegpolitie, een vertegenwoordiger van het parket-generaal, vertegenwoordigers van de Genodigden 3 parketten, een vertegenwoordiger van de provinciale mobiliteitscel, een vertegenwoordiger van het BIVV, een vertegenwoordiger van de afdeling wegen en verkeer van de Vlaamse Gemeenschap en de West-Vlaamse verbindingsambtenaar voor verkeer. Frequentie van 3 vergadering per jaar. samenkomst Organiseren en stimuleren van verkeersacties, overleg bestuurlijk- gerechtelijk Inhoud/opdracht/doel van problemen inzake verkeer.
Provincie West-Vlaanderen Overlegorgaan Overlegforum verkeer West-Vlaanderen Ronny Vincke (verbindingsambtenaar provincie) en/of Advocaat-generaal Voorzitter P. Kenis Alle parketten (Veurne, Kortrijk, Ieper, Brugge), alle verkeerscoördinatoren Genodigden van de West-Vlaamse politiezones, alle CSD’s (Brugge, Ieper, Kortrijk), BIVV en uitgenodigde gastpersonen. Frequentie van Er is een driemaandelijks overleg in de provincie West-Vlaanderen (er wordt dus samenkomst 4 maal per jaar vergaderd). Komen tot uniforme afspraken in het kader van verkeer en de verkeersproblemen Inhoud/opdracht/doel aanhalen en oplossen. 20
Provincie West-Vlaanderen Overlegorgaan Provinciaal veiligheidsoverleg20 Voorzitter Beurtelings door de gouverneur en de procureur-generaal Alle bestuurlijke en gerechtelijke directeurs van de federale politie (totaal acht) van de vier arrondissementen van de provincie. 6 korpschefs van de lokale politie. Uit elk gerechtelijk arrondissement is minstens één korps vertegenwoordigd. Naast de vernoemde leden maken ook de arrondissementscommissaris inzake Genodigden politionele veiligheid en een afgevaardigde van de directie van de relaties met de lokale politie permanent deel uit van het overleg. De verbindingsambtenaren en eventuele deskundigen kunnen deel uitmaken van het overleg voor materies die hen aanbelangen. Frequentie van Om de 2 à 3 maanden samenkomst Het overleg heeft tot doel de zonale veiligheidsraden te stimuleren. Het neemt Inhoud/opdracht/doel tevens alle initiatieven die het nodig acht om de veiligheid van de provincie te verhogen en de samenwerking tussen de politiediensten te bevorderen.
20
Bron: http://www.west-vlaanderen.be/NL/BestuurRegio/federaal/politioneleveiligheid/Pages/provinciaalveiligheidsoverleg.aspx, dd. 17 september 2009.
11
Provincie Vlaams-Brabant Overlegorgaan Voorzitter
Genodigden
Frequentie van samenkomst
2 keer per jaar
Inhoud/opdracht/doel
Het SOV heeft als doelstelling om de verkeersveiligheid in Vlaams-Brabant te verbeteren en daartoe allerlei initiatieven te nemen. Is een denktank die werkt rond volgende onderwerpen: • rijden onder invloed; • gordel; • harmonisering snelheidsregimes; • zwaar vervoer; • zwakke weggebruiker.
Provincie Vlaams-Brabant Overlegorgaan Voorzitter
Genodigden
12
SOV Strategisch overleg verkeer Provinciegouverneur Lodewijk De Witte Co-voorzitter: gedeputeerde Julien Dekeyser Vertegenwoordigers van het provinciebestuur, de gemeentebesturen, het Belgisch Instituut voor de Verkeersveiligheid (BIVV), de Vlaamse Overheid, de vzw Komimo, de lokale politie, CSD Asse en CSD Leuven, de Vlaamse Stichting verkeerskunde (VSV), het Vlaams Verbond Katholiek Secundair Onderwijs, Febetra (transportsector), het Overlegplatform Korpschefs Halle-Vilvoorde, het Overlegplatform Korpschefs Leuven en de Procureurs des Konings van het politieparket Leuven en Vilvoorde.
Provinciaal Veiligheidsoverleg Provinciegouverneur Lodewijk De Witte Co-voorzitter: Procureur-generaal Hof van Beroep Brussel Dirco Asse, directeur CIC, arrondissementscommissaris arrond. HalleVilvoorde, arrondissementscommissaris Leuven, Procureur des Konings Leuven, Procureur des Konings Brussel, Procureur-generaal Hof van Beroep Brussel, vertegenwoordiger CGL, Advocaat-generaal Hof van Beroep Brussel, provinciegouverneur, dirco Leuven, vertegenwoordiger OKAL (korpschef lokale politie), Dirjud Leuven, Dirjud Asse, verbindingsambtenaar, korpschef PZ Leuven, korpschef PZ KLM, korpschef Halle, strategisch analiste CSD Leuven.
Frequentie van samenkomst
Vergaderfrequentie: 2 keer per jaar
Inhoud/opdracht/doel
• stimuleren van de zonale veiligheidsraden tot het uitvoeren van hun opdrachten (art. 35 Wet op de geïntegreerde politie); • adviezen formuleren aan de zonale veiligheidsraden en federale overheden; • brugfunctie voor een permanente feedback voor federaal en lokaal niveau inzake voorbereiding van de veiligheidsplannen; • bemiddeling bij geschilpunten tussen de lokale bestuurlijke en gerechtelijke overheden (punt 3.4.2. omzendbrief ZPZ 20).
Nota provincies Task Force
Provincie Vlaams-Brabant Overlegorgaan Voorzitter Genodigden
Arrondissementeel overleg Verkeershandhaving arrondissement Leuven Parketmagistraat van het arrondissement Leuven Per arrondissement: verantwoordelijke verkeer van elke PZ, vertegenwoordiger betrokken CSD, Procureurs des Konings, diensten van de gouverneur, vertegenwoordiger WPR federale politie.
Frequentie van samenkomst
3 keer per jaar
Inhoud/opdracht/doel
• aansturen eenvormig handhavingsbeleid binnen elk arrondissement; • afstemming tussen beide arrondissementen; • rapportage aan provinciaal veiligheidsoverleg; • uitwerken arrondissementeel registratietool voor handhavingsinspanningen (alcohol - snelheid).
Provincie Vlaams-Brabant Overlegorgaan Voorzitter
Genodigden Frequentie van samenkomst
Inhoud/opdracht/doel
Arrondissementeel overleg Verkeershandhaving arrondissement HalleVilvoorde (ligt stil op dit moment) Parketmagistraat van het ressort van de politierechtbank Halle-Vilvoorde in co-voorzitterschap van de Procureurs des Konings politierechtbank Halle en Vilvoorde sedert 2005. Per arrondissement: verantwoordelijke verkeer van elke PZ, vertegenwoordiger betrokken CSD, Procureurs des Konings, diensten van de gouverneur, vertegenwoordiger WPR federale politie. Het AOV Halle-Vilvoorde kwam 2 keer bijeen in 2002, 1 keer in 2003 en niet in 2004. In 2005 was er nog 1 vergadering, sindsdien vond er geen vergadering meer plaats. • aansturen eenvormig handhavingsbeleid binnen elk arrondissement; • afstemming tussen beide arrondissementen; • rapportage aan provinciaal veiligheidsoverleg; • uitwerken arrondissementeel registratietool voor handhavingsinspanningen (alcohol - snelheid).
Provincie Antwerpen Informatie verkregen van Raymond Langerwerf (adviseur arrondissementscommissariaat Antwerpen): geen overlegorgaan waarbij de provincie samen met politiediensten, CSD’s en parketten rond de tafel zit.
13
Provincie Waals-Brabant Overlegorgaan Voorzitter
Genodigden
Frequentie van samenkomst
3 of 4 vergaderingen per jaar
Inhoud/doel
Het overleg gaat in op alle punten die verband houden met de politionele werking en preventie in de ruime zin van het woord (misdaadpreventie, verkeerspreventie,…).
Provincie Namen Overlegorgaan Voorzitter
Provinciale commissie voor misdaadpreventie
Genodigden
Procureur-generaal Procureurs des Konings DIRCO DIRJU Korpschefs politiezones Vertegenwoordigers van de AD Veiligheid en Preventie van de FOD Binnenlandse Zaken
Frequentie van samenkomst
minstens 2 keer per jaar
Inhoud/doel
Opmerking
14
Provinciaal Veiligheidsoverleg Provinciegouverneur: Marie-José Laloy Procureur-generaal Hof van Beroep Brussel Procureur des Konings Nijvel Dirco Nijvel Dirjud Nijvel 2 korpschefs lokale politie (1 zone met 1 gemeente en 1 zone met meerdere gemeentes) ( Waterloo en Ardennes Brabançonnes) Vertegenwoordiger CGL Vertegenwoordiger FOD Binnenlandse Zaken, Algemene Directie Veiligheid en Preventie Vertegenwoordiger VCLP (CDP Hardy, Wavre) 2 verbindingsambtenaren bij de Gouverneur Occasionele deskundigen of sprekers
De verkeersveiligheidsproblematiek is een belangrijk interessepunt voor de commissie. De commissie komt ook af en toe samen met de federale en lokale politie voor de organisatie van preventieacties in de scholen, doelgerichte controles en acties voor de handhaving van de openbare orde. de verkeersveiligheid behoort ook tot de thema’s die aan bod komen op de Conferenties van de Gouverneurs.
Nota provincies Task Force
Administratief arrondissement Brussel-Hoofdstad Overlegorgaan Provinciaal Veiligheidsoverleg “verkeersveiligheid” Voorzitter Gouverneur AA Brussel-Hoofdstad Advocaat-generaal Parket Brussel Procureurs des Konings Eerste Substituut van de Procureur des Konings Substituut van de Procureur des Konings Dirco Dirju Korpschefs van de 6 lokale politiezones Genodigden Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest – BUV, Directie Vervoerbeleid WPR – wegpolitie Brabant BIVV uitgenodigd in functie van agenda Regering van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest – kabinet Grouwels Vereniging van de Stad en de Gemeenten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest FOD Binnenlandse Zaken - Vast Secretariaat Preventiebeleid (VSPP) - Directeur P. Willekens Frequentie van samenkomst Inhoud/doel
BIVV Overlegorgaan Voorzitter
Genodigden
Overlegvergadering provincies Afdelingshoofd Gedrag en Beleid BIVV: cel handhaving en afvaardiging van afdeling communicatie; Alle provincies; Vaste Commissie Lokale Politie; Federale Politie; Afhankelijk van agendapunten: andere afdelingen BIVV.
Frequentie van samenkomst
2 keer per jaar
Inhoud/opdracht/doel
Met dit overleg trachten we het contact tussen de provincies en BIVV te bestendigen. De activiteiten (geplande als resultaten van voorgaande) van het BIVV worden toegelicht met als doel die zaken die interessant zijn voor de provincies kenbaar te maken (campagnekalender, handleidingen en publicatie, wetenschappelijk onderzoek,…). Daarnaast wordt het BIVV op de hoogte gebracht van de provinciale activiteiten inzake verkeersveiligheid.
15
De Omzendbrief21 (MOW/2009/01) regelt de gewestelijke ondersteuning van het lokale mobiliteitsen verkeersveiligheidsbeleid. Organisatiestructuur van en taakverdeling tussen de Gemeentelijke Begeleidingscommissie, de Provinciale Auditcommissie, de Taskforce Mobiliteitsconvenants, de Provinciale Commissie voor Verkeersveiligheid en de Adviesgroep voor Verkeersveiligheid op Vlaamse Gewestwegen. Hieronder vindt u de overlegorganen terug met betrekking tot verkeersveiligheid van het Vlaams Gewest. Provinciale Commissie voor Verkeersveiligheid (PCV) Voorzitter Het afdelingshoofd van de provinciale afdeling Wegen en Verkeer (voorzitter) De provinciale mobiliteitscoördinator van de afdeling Beleid Mobiliteit en Verkeersveiligheid; de afgevaardigde(n) van de provinciale afdeling Wegen en Verkeer; de afgevaardigde(n) van de afdeling Verkeerskunde van het Agentschap Wegen en Verkeer; de afgevaardigde(n) van de afdeling Elektriciteit en Mechanica; Samenstelling de afgevaardigde van de VVM De Lijn; de afgevaardigde van de federale politie; de afgevaardigde(n) van de lokale overheid; de afgevaardigde van het BIVV; de afgevaardigde van de FOD Mobiliteit en Verkeer; de afgevaardigde van de afdeling Beleid Mobiliteit en Verkeersveiligheid; de afgevaardigde van het provinciebestuur. Afhankelijk van de dossiers: elk dossier dient afgehandeld te zijn binnen een tijdsspanne van 6 maanden, te rekenen vanaf het binnenkomen van de aanvraag op de afdeling. Indien die tijdslimiet niet gehaald wordt, dient de betreffende Frequentie van afdeling de aanvrager daarover in te lichten met opgave van de redenen. Binnen samenkomst een termijn van 14 dagen na de beslissing van de PCV wordt een kopie van het volledige dossier ter informatie overgemaakt aan de AVVG.
21
16
http://www.mobielvlaanderen.be/docs/convenants/Omzendbrief%20MOW-2009-01.pdf, dd. 3 september 2009.
Nota provincies Task Force
Provinciale Commissie voor Verkeersveiligheid (PCV) De PCV onderzoekt niet-convenantgebonden maatregelen ter verbetering van de verkeersveiligheid en de verkeersafwikkeling. Het betreft de volgende maatregelen: • kleine aanpassingen van kruispunten en wegvakken ten voordele van voetgangers en fietsers of het openbaar vervoer; • eenvoudige wijzigingen in het wegbeeld zoals lokale middenbermen, asverschuivingen, uitstulpingen van voetpaden, wegversmallingen, verkeersplateaus, wenselijkheid van gemarkeerde voetgangersoversteekplaatsen, enz.; • plaatsing van inwendig verlichte signalisatie; • plaatsing van een driekleurige lichtsignalisatie; • plaatsing van individuele verlichte voetgangersoversteekplaatsen, Bi-flash, installaties en knipperlichten; • aanbrengen van voorzieningen voor visueel gehandicapten; • aanbrengen van LED’s (licht emitterende diode); • plaatsing van verkeerssignalisatie met veranderlijke aanduidingen. Taakstelling
Beoordelingswijze
22
22
Het betreft vooral kleinere projecten die wegens hun beperkte budgettaire impact niet nominatief in een investeringsprogramma vermeld worden. Het investeringsprogramma dient in een algemene aanneming te voorzien waarmee dergelijke kleine infrastructuuraanpassingen op korte termijn uitgevoerd kunnen worden. Aanpassingen tot maximaal tweehonderdduizend euro kunnen als kleine aanpassingen beschouwd worden. Indien de PCV kleine aanpassingen voorstelt die dit plafond overschrijden, doet zij een voorstel aan de PAC, die van dit plafond kan afwijken indien het voorliggende voorstel geen belangrijke mobiliteitseffecten heeft en louter handelt over de verbetering van de verkeersveiligheid. In dat geval beperkt de auditcommissie zich tot de bekrachtiging van het voorstel van de PCV en is het project verder niet convenantgebonden. Voor kleinere projecten die niet-convenantgebonden zijn maar die duidelijk een zeer grote impact hebben op de mobiliteit, kan de provinciale mobiliteitscoördinator, na onderzoek door de PCV, beslissen om het dossier naar de PAC door te schuiven: • de PCV kan ook convenantgebonden projecten preadviseren. • de PCV evalueert de uitgevoerde projecten De PCV onderzoekt alternatieve oplossingen voor de vastgestelde knelpunten22 onder meer vanuit de volgende invalshoeken: • impact op de verkeersveiligheid; • impact op de verkeersleefbaarheid; • impact op de verkeersafwikkeling voor de verschillende verkeersdeelnemers; • effectiviteit en kostenefficiëntie van de voorgestelde maatregelen op korte; • versus lange termijn; • modale verschuiving, met aandacht voor het STOP-principe.
Men moet voor ogen houden dat veelal verscheidene schikkingen afzonderlijk of gecombineerd, in meerdere of mindere mate, kunnen beantwoorden aan de (verschillende) vooropgestelde doelstellingen. Men zal daarom niet enkel de voordelen maar ook de nadelen van de voorgestelde maatregelen en de alternatieven moeten afwegen. De voorgestelde infrastructurele oplossingen dienen steeds afgewogen te worden ten opzichte van andere mogelijke maatregelen zoals een verscherpt handhavingsbeleid. Indien de PCV tot het besluit komt dat andere meer ingrijpende infrastructurele maatregelen, zonder of samen met de voorgestelde maatregelen noodzakelijk zijn worden die geëvalueerd aan de hand van de objectieve behoefteanalyse en op het investeringsprogramma geprogrammeerd naargelang hun prioriteit. Indien naar aanleiding van de behandeling van concrete dossiers binnen de PCV vragen of meningsverschillen ontstaan, leidt men hieruit een algemene vraagstelling af, die aan de AVVG wordt voorgelegd. Naar aanleiding van een aanvraag voor een gemarkeerde voetgangersoversteekplaats kan bijvoorbeeld discussie ontstaan over de criteria voor een dergelijke gemarkeerde voetgangersoversteekplaats. Die vraag wordt aan de AVVG voorgelegd. Het antwoord van de AVVG geldt enerzijds voor de aanvraag in kwestie maar anderzijds ook voor alle soortgelijke specifieke probleemsituaties die binnen de verschillende PCV’s of PAC’s aan bod zouden komen.
17
Provinciale Commissie voor Verkeersveiligheid (PCV) Voor een efficiëntere dossierafhandeling en een gewenste verschuiving van verantwoordelijkheden en beslissingsbevoegdheden naar het provinciale niveau, behandelt de PCV dossiers in principe volledig zelfstandig volgens de volgende procedure: • de PCV stelt een volledige bundel samen met alle noodzakelijk informatie zoals vermeld in bijlage 1 (ongevallenanalyse, verkeerstellingen, foto’s, schema’s, criteriabeoordeling, ...); • de PCV behandelt het dossier: de beslissing en de motivatie van de PCV wordt op een standaardformulier gevoegd bij de bundel; • de PCV maakt de bundel ter informatie over aan de AVVG; Werkwijze • de PCV volgt de genomen beslissingen op en evalueert. Het secretariaat wordt waargenomen door de provinciale afdeling van het Agentschap Wegen en Verkeer. Goedgekeurde maatregelen die te maken hebben met elektriciteit en mechanica worden uitgevoerd door de afdeling Elektriciteit en Mechanica volgens een verkeerstechnisch ontwerp opgesteld door de afdeling Verkeerskunde op basis van gegevens geleverd door de provinciale afdelingen Wegen en Verkeer. Wanneer wegen die uitgerust zijn met elektrische en mechanische installaties worden gewijzigd, moet de afdeling Verkeerskunde daarover vooraf ingelicht worden opdat het verkeerstechnische ontwerp van die installaties eveneens aangepast wordt.
Adviesgroep voor Verkeersveiligheid op de Vlaamse Gewestwegen (AVVG) Voorzitter Het afdelingshoofd van de afdeling Verkeerskunde een vertegenwoordiger van de afdeling Beleid Mobiliteit en Verkeersveiligheid; de afgevaardigde van de afdeling Planning en Coördinatie van het Agentschap Wegen en Verkeer; de afgevaardigden van de provinciale afdelingen Wegen en Verkeer; de afgevaardigde van de afdelingen Elektriciteit en Mechanica; de mobiliteitscoördinatoren van de provinciale cellen van de afdeling Beleid Mobiliteit en Verkeersveiligheid Samenstelling de afgevaardigde van het Vlaams Verkeerscentrum; de afgevaardigde van de VVM De Lijn; de afgevaardigde van het Belgisch Instituut voor Verkeersveiligheid; de afgevaardigde van de FOD Mobiliteit en Verkeer; de afgevaardigde van de federale politie; de afgevaardigde van de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten (VVSG). Voor specifieke agendapunten kunnen extra vertegenwoordigers worden uitgenodigd. De AVVG dient elk dossier afgehandeld te hebben binnen een tijdsspanne van 4 maanden te rekenen vanaf het binnenkomen van de principiële aanvraag Frequentie van vanwege een provinciale mobiliteitscoördinator. Indien die tijdslimiet niet samenkomst gehaald wordt en een beslissing niet langer uitgesteld kan worden, rust de definitieve beslissing bij de voorzitter van de PCV. Ten aanzien van alle Vlaamse gewestwegen is de AVVG het overlegorgaan bij uitstek waarbinnen algemene verkeerstechnische richtlijnen en aanbevelingen opgesteld worden. Principekwesties over de wenselijkheid van bepaalde schikkingen in welbepaalde omstandigheden worden door de AVVG besproken. Taakstelling De conclusies worden omgezet in richtlijnen. Die richtlijnen gelden als leidraad voor de behandeling van dossiers binnen de PCV en de PAC. De AVVG behandelt dan ook geen concrete dossiers. De AVVG kan zelfstandig het initiatief nemen om bepaalde richtlijnen of aanbevelingen uit te werken.
18
Indien het meningsverschil niet te herleiden is tot een algemene principekwestie over de wenselijkheid van bepaalde schikkingen, rust de definitieve beslissing bij het afdelingshoofd.
Nota provincies Task Force
Adviesgroep voor Verkeersveiligheid op de Vlaamse Gewestwegen (AVVG) De AVVG onderzoekt principiële aanvragen op basis van binnenlandse en buitenlandse publicaties op het vlak van verkeersveiligheid, verkeersleefbaarheid en multimodale bereikbaarheid waarbij een duurzame mobiliteit het uitgangsprincipe vormt. In het bijzonder worden de diverse vademecums verder verfijnd of aangevuld op basis van de besprekingen binnen de AVVG.
Beoordelingswijze
Werkwijze
De AVVG ziet toe op de naleving van haar richtlijnen en aanbevelingen. De AVVG beschikt over 14 dagen om elke beslissing van de PCV waarvan ze in kennis gesteld wordt te schorsen op basis van een gemotiveerd standpunt en voor zover er algemene richtlijnen zijn. De schorsingsbevoegdheid geldt uitsluitend voor zover de voorgestelde maatregelen indruisen tegen de richtlijnen en aanbevelingen van de AVVG. In voorkomend geval beschikt de PCV over 1 maand om haar beslissing te motiveren en/of bij te sturen op basis van de opmerkingen van de AVVG. Indien de AVVG bij haar standpunt blijft, worden de voorgestelde maatregelen niet uitgevoerd. Om de werking van de PAC’s op basis van onafhankelijke externe experts niet te hypothekeren kan de AVVG de beslissingen van de PAC niet schorsen of vernietigen. De AVVG handelt principiële aanvragen af volgens de volgende procedure: • de AVVG stelt een volledig bundel samen met alle noodzakelijk informatie; • de AVVG behandelt het dossier, de principiële beslissing en de motivatie van de AVVG wordt gevoegd bij de bundel; • de AVVG maakt de bundel ter informatie over aan de PCV’s en PAC’s; • de AVVG volgt de genomen principiële beslissingen op en evalueert. Het secretariaat wordt waargenomen door de Afdeling Verkeerskunde.
Overzicht van het aantal vergaderingen van het provinciaal veiligheidsoverleg per provincie23 Provincie Antwerpen Het provinciaal overleg vergaderde tweemaal in 2008. De volgende thema’s kwamen ter sprake: • de communicatie tussen het centrum 100 en het centrum 101; • de signalisatie van de calamiteitenroutes; • de werking van het CIC; • het protocol tussen de gouverneur, De Lijn en de politie; • de gemeenschappelijke dispatching ten behoeve van de veiligheid in tunnels; • de overlast in het provinciaal recreatiedomein “De Nekker”; • het beleid inzake veiligheid op het provinciaal niveau; • de afstemming tussen het bestuurlijk en het gerechtelijk beleid; • de gerechtelijk administratieve taken; • de geïntegreerde handhaving in het verkeer; • de drugcontroles in het verkeer. Provincie Limburg Op 2 juni 2008: • drugsproblematiek Euregio; • beleidsplan van het openbaar ministerie – arrondissementeel platform; • voorbereidingen; • medisch beroepsgeheim; • CGL - mededelingen. 8 december 2008: • bespreking drugproblematiek Euregio; • speekseltest: stand van zaken; • Belgische prijs voor criminaliteitspreventie; • nieuws CGL. 23
Bron: http://jaarverslag.ibz.be/getPDF.aspx?doPrint=false&pageId=497, dd. 17 september 2009.
19
Provincie Oost-Vlaanderen24 Vergaderingen op 26 februari, 23 juni en 27 oktober 2008. Behandelde onderwerpen: • werkgroep drugoverlast(opvolging stand van zaken); • werkgroep organisatieontwikkeling(opvolging stand van zaken); • wijziging jeugdbeschermingswet:impact op de werking van PISAD en de ambtelijke aangifteplicht; • jaarcijfers NVP/crim 2007; • EVO dd. 9 juni 2008: kennisgeving stand van zaken drugoverlast; • protocol samenwerking tussen politie en gerechtsdeurwaarders in het arrondissement Dendermonde; • convenant ziekenhuizen in de pz Assenede-Evergem; • projectmatige aanpak van een aantal fenomenen in het kader van het NVP; • mogelijkheden/moeilijkheden van het politioneel toezicht zoals voorzien in art. 20 WPA • drugcontroles in het verkeer: speekseltest; • administratieve sancties; • project capaciteitsmeting in het arrondissement Oudenaarde; • ronde van Vlaanderen voor wielertoetisten; • beëdiging van bepaalde ambtenaren. Het Euregionaal veiligheidsoverleg (EVO), opgericht in 1996, beoogt een betere gerechtelijke, bestuurlijke en politiesamenwerking binnen de Euregio Scheldemond. Het EVO is samengesteld uit de gouverneur van de provincie West-Vlaanderen, de gouverneur van de provincie Oost-Vlaanderen en de commissaris van de Koningin in Zeeland, de procureur-generaal van Oost- en West-Vlaanderen, de procureur-generaal van Zeeland, vertegenwoordigers van de Belgische lokale en federale politie en van de Nederlandse politie. Het EVO vergadert éénmaal per jaar. Er is terugkoppeling van het EVO naar de provinciale veiligheidsoverleggen in Oost- en West Vlaanderen. Op de vergadering van het EVO van 9 juni 2008 stond, voor het tweede opeenvolgende jaar het drugstoerisme naar Terneuzen op de agenda. Het EVO besliste op de vergadering van 19 januari 2007 tot het instellen van een werkgroep met als doel het uitwerken van een project om te komen tot een integrale grensoverschrijdende aanpak ter terugdringing van het drugstoerisme naar Terneuzen. De werkgroep “Drugsoverlast” bundelde zijn bevindingen en aanbevelingen in juni 2007 in een samenvattend rapport. De voorgestelde maatregelen waren van bestuurlijke- en gerechtelijke aard. Daarnaast worden ook sensibilisering, preventie en hulpverlening niet uit het oog verloren. Op de vergadering van 9 juni 2008 werd de uitwerking van de aanbevelingen toegelicht. Het Scheldemondfonds stelt een financiële bijdrage ter beschikking voor het ontwikkelen en uitvoeren van een campagne gericht op softdruggebruikers met als doel na het gebruik van softdrugs geen wagen te besturen. De gemeente Terneuzen is projectverantwoordelijke. Ook het Nederlandse ministerie van Verkeer en Waterstaat zal de campagne mee financieren. Voor het luik handhaving werden gerichte kleinschalige mobiele controleacties afgesproken die door de dirco van Gent gecoördineerd worden. Verder werd de voortgang mbt de afspraken op gerechtelijk vlak besproken zoals een vervolg aan gemeenschappelijke opleiding voor magistraten België-Nederland. Ook de uitvoering van de manier van aanpak van de werkgroep drugoverlast werd besproken. Provincie Vlaams-Brabant In 2008 zijn twee vergaderingen georganiseerd op 21 maart en 10 oktober 2008. Op die bijeenkomsten zijn o.a. de volgende agendapunten besproken: • geïntegreerde politiewerking: afstemmen en uitwisselen ervaring • overzicht criminaliteitsfenomenen voorbije periode: wat valt op • ondersteuning optimale bedrijfsvoering: ervaringen en perspectieven • nationaal veiligheidsplan en zonale veiligheidsplannen: hoe op elkaar afstemmen? • CIC Vlaams-Brabant: toelichting stand van zaken • zonale veiligheidsraden: stand van zaken zonale veiligheidsplannen • verkeershandhaving • bevolkingsbevragingen: eerste resultaten
24
20
NB: sedert 17 april 2007 zijn het provinciaal veiligheidsoverleg en het CICoverleg gefusioneerd.
Nota provincies Task Force
Provincie West-Vlaanderen Het provinciaal veiligheidsoverleg is in 2008 zes maal samengekomen: op 04 februari, 07 april, 02 juni, 25 augustus, 20 oktober en 15 december. Tijdens deze vergaderingen zijn de volgende onderwerpen aan bod gekomen: • Preventie en procesbegeleiding; • Verkeer; • Internationale (politie)samenwerking; • De samenwerking tussen de Vlaamse Vervoersmaatschappij De Lijn en de geïntegreerde politie; • De nieuwe wapenwet met daaraan gekoppeld de amnestie voor wapenbezitters en de inzameling van de wapens; • De “truck- en motoruns ten voordele van personen met een handicap en kansarmen”.
21