Tariefplan OV-chipkaart, provincie Gelderland 22 oktober 2009
1
Samenvatting Vanaf 1 november 2009 wordt naar verwachting de OV-chipkaart in de provincie Gelderland op de bus geïntroduceerd. Van de invoering van de OV-chipkaart worden landelijk en door de provincie Gelderland op lange termijn positieve effecten verwacht. Met de OV-chipkaart wordt het mogelijk om met één kaart door de hele keten van het openbaar vervoer te reizen, inclusief de trein. Gemak voor de reiziger en een hogere waardering voor het openbaar vervoer moeten leiden tot meer gebruik en daardoor meer opbrengsten. Met de introductie van de OV-chipkaart worden op termijn niet alleen de huidige strippenkaarten en sterabonnementen, het zogenaamde systeem van Nationale Vervoer Bewijzen (NVB), vervangen. Er zijn meer veranderingen: • de tariefstructuur verandert: de OV-chipkaart werkt niet met zones, maar is gebaseerd op betalen per kilometer; • de verantwoordelijkheden veranderen: de bevoegdheden voor het vaststellen van de tarieven worden gedecentraliseerd van de rijksoverheid naar de 19 decentrale OVautoriteiten (waarvan de provincie Gelderland er één is). Door de decentrale OV-autoriteiten zijn in de afgelopen periode – in overleg met de vervoerbedrijven – landelijke spelregels opgesteld voor het nieuwe tariefsysteem voor de OVchipkaart. Daarnaast is in het voorjaar van 2008 door de provincie Gelderland een regionaal tariefkader opgesteld. Bij het opstellen van het voorliggende tariefplan is rekening gehouden met de adviezen zoals die eerder door het ROCOV over deze landelijke en regionale spelregels zijn gegeven. Het tariefplan is in nauwe samenwerking met de Gelderse vervoerbedrijven opgesteld. Het voorliggende tariefplan is een verdere uitwerking van de landelijke en regionaal vastgestelde spelregels. In het plan worden de volgende keuzen gemaakt: • gefaseerde invoering o gefaseerde invoering van de OV-chipkaart in de provincie Gelderland, eerst met ‘reizen op saldo’ op de bus vanaf 1 november 2009; o de provincie Gelderland streeft ernaar het reizen op saldo op de regionale trein zo spoedig mogelijk na 1 november 2009 te introduceren; zo spoedig mogelijk na 1 november 2009 de vervangers van de sterabonnementen op de OV-chipkaart te introduceren, afhankelijk van de voortgang van landelijk onderzoek en te maken afspraken hiernaar; zo spoedig mogelijk na 1 november 2009 (met een minimum van 3 maanden) het NVB uit te schakelen, om de periode dat twee kaartsystemen in de lucht worden gehouden zo kort mogelijk te laten zijn. • regionale dalkortingpropositie o invoering per 1 november 2009 van een regionale dalkortingpropositie, die een belangrijke bijdrage levert om de negatieve financiële consequenties van de overgang van strippenkaart naar OV-chipkaart voor sommige reizigers te verminderen; o de regionale dalkortingpropositie geeft in het dal 20% (op zowel het kilometertarief als de vaste voet) op de bus (40% op de regionale trein) in heel Oost-Nederland en kost de reiziger 7,50 euro per jaar
2
•
•
•
•
•
o de regionale dalkortingpropositie wordt gedurende een introductieperiode gratis aangeboden in combinatie met de aanschaf van een persoonlijke OVchipkaart; kilometertarief o één gelijk kilometertarief voor alle busconcessies van de provincie Gelderland met uitzondering van de concessie Zutphen-Hengelo-Oldenzaal (ZHO); o een kilometertarief voor de bus van 12,5 cent (geldig vanaf 1 november 2009); o een kilometertarief voor de bus voor de concessie ZHO van 14,0 cent (geldig vanaf 1 november 2009); o geen stijging van het kilometertarief op 1 januari 2010, twee maanden na invoering van de OV-chipkaart in Gelderland op de bus; kaartverkoop op het voertuig o als alternatief voor de huidige strippenkaarten die op het voertuig worden verkocht, zal (nadat de strippenkaart is uitgeschakeld) een papieren vervoerbewijs worden geïntroduceerd; o de uitwerking van het papieren vervoerbewijs is nog onderwerp van nader overleg met de overheden in Oost-Nederland en de vervoerbedrijven; o met tariefstelling van het papieren vervoerbewijs wordt beoogd de verkopen op het voertuig verder terug te dringen, vanuit het oogpunt van sociale veiligheid van de chauffeur en de passagiers; huidige regionale kaartsoorten o alle huidige papieren regionale kaartsoorten in de provincie Gelderland verdwijnen in principe op het moment dat het NVB wordt uitgeschakeld, tenzij hierover in de huidige concessies andere afspraken zijn gemaakt; o nieuwe regionale proposities worden (op voorstel van de vervoerder) in principe altijd op de OV-chipkaart geplaatst, tenzij er goede argumenten zijn om een papieren kaartje te introduceren; concessiegrensoverschrijdende lijnen o op de grenzen van concessies kunnen reizigers in een gebied worden geconfronteerd met verschillende tariefkilometers en producten op de OVchipkaart als gevolg van het bestaan van concessiegrensoverschrijdende lijnen; o de provincie Gelderland heeft en zal in de komende periode met de omringende overheden en de vervoerbedrijven afstemming plegen over de tarieven voor concessiegrensoverschrijdende lijnen; overig o de kosten voor aanschaf van de OV-chipkaart bedragen vanaf 1 november 2009 7,50 euro voor de persoonlijke OV-chipkaart en 7,50 euro voor de anonieme OV-chipkaart; o door de provincie Gelderland en de Gelderse vervoerbedrijven zal een systeem van monitoring worden ontwikkeld en ingericht; o met de vervoerbedrijven zijn afspraken gemaakt over de risico’s voor de vervoerder als gevolg van de invoering van de OV-chipkaart.
3
1. Inleiding De OV-chipkaart is het nieuwe elektronische vervoerbewijs én betaalmiddel in het openbaar vervoer, dat in heel Nederland de huidige strippenkaarten en sterabonnementen op bus, tram en metro (evenals op de trein) zal gaan vervangen. Vanaf 1 november 20091 wordt naar verwachting de OV-chipkaart in de provincie Gelderland op de bus geïntroduceerd. Er zijn twee verschillende soorten OV-chipkaarten: een persoonlijke OV-chipkaart (op naam en met pasfoto) en een anonieme OV-chipkaart (niet-persoonsgebonden). Met de introductie van de OV-chipkaart worden op termijn niet alleen de huidige strippenkaarten en sterabonnementen, het zogenaamde systeem van Nationale Vervoer Bewijzen (NVB), vervangen. Er zijn meer veranderingen: • de tariefstructuur verandert: de OV-chipkaart werkt niet met zones, maar is gebaseerd op betalen per kilometer; • de verantwoordelijkheden veranderen: de bevoegdheden voor het vaststellen van de tarieven worden gedecentraliseerd van de rijksoverheid naar de 19 decentrale OVautoriteiten (waarvan de provincie Gelderland er één is). 1.1. Beoogde doelstellingen van de OV-chipkaart Van de invoering van de OV-chipkaart worden landelijk en door de provincie Gelderland op lange termijn positieve effecten verwacht. Met de OV-chipkaart wordt het mogelijk om met één kaart door de hele keten van het openbaar vervoer te reizen, inclusief de trein. Gemak voor de reiziger en een hogere waardering voor het openbaar vervoer moeten leiden tot meer gebruik en daardoor meer opbrengsten. Ook zal de OV-chipkaart de vervoerbedrijven en de provincie Gelderland meer informatie moeten opleveren over het reisgedrag van OVgebruikers, omdat alle reizigers moeten in- én uitchecken met de OV-chipkaart. Met de OVchipkaart wordt – in vergelijking met de huidige situatie – een meer rechtvaardige verdeling van de (landelijke) vervoeropbrengsten gerealiseerd. Tenslotte biedt de OV-chipkaart nieuwe mogelijkheden voor marketing en marktwerking in het openbaar vervoer door toepassing van tariefdifferentiatie. 1.2. Bestuursovereenkomst In 2005 heeft de provincie Gelderland - net als alle andere decentrale OV-autoriteiten afspraken gemaakt met de Minister over de invoering van de OV-chipkaart. Deze afspraken zijn vastgelegd in een bestuursovereenkomst. Op 23 augustus 2005 heeft Gedeputeerde Staten ingestemd met de afspraken in de bestuursovereenkomst. De provincie Gelderland heeft zich in deze overeenkomst vastgelegd op een inspanningsverplichting om de OV-chipkaart in het Gelderse openbaar vervoer uiterlijk op 31 december 2007 in te voeren. De Minister heeft zich in de overeenkomst vastgelegd op afschaffing van het NVB uiterlijk met ingang van 1 januari 2008. Daarnaast heeft de Minister zich vastgelegd op een (gedeeltelijke) bijdrage in de invoeringskosten aan de provincie Gelderland. Door vertraging bij de pilot met de OV-chipkaart in Rotterdam en het ontbreken van de nodige randvoorwaarden op landelijk niveau, zijn de genoemde data in de bestuursovereenkomst niet gehaald. De vervoerbedrijven, de decentrale OV-autoriteiten en de staatssecretaris zijn echter voortgegaan met de noodzakelijke voorbereidingen. Begin 2009 is het NVB uitgeschakeld op de metro in Rotterdam. Vanaf eind 2008 is de OV-chipkaart in de 1
Bij Syntus is volledige invoering van de OV-chipkaart op de bus voorzien begin 2010
4
regio Amsterdam op bus, tram en metro van start gegaan. De regio Amsterdam heeft in de zomer van 2009 het NVB uitgeschakeld op de metro. De Nederlandse Spoorwegen hebben aangegeven eind 2009 te starten met de OV-chipkaart. Op 1 juli 2009 is de Stadsregio Arnhem-Nijmegen van start gegaan met de OV-chipkaart op de bus. In 2009 en 2010 zal de OV-chipkaart in de resterende delen van Nederland gefaseerd per landsdeel worden geïntroduceerd. 1.3. Samenwerking in Oost-Nederland In het Gelderse OV zal de OV-chipkaart vanaf 1 november 2009 worden ingevoerd op de bus. Over deze laatstgenoemde invoeringsdatum heeft overleg plaatsgevonden tussen de vijf decentrale OV-autoriteiten in Oost-Nederland (de provincies Gelderland, Overijssel en Flevoland en de stadsregio’s Twente en Arnhem-Nijmegen). Dit heeft er o.a. in geresulteerd dat ook in de provincies Overijssel en Flevoland en in de Stadsregio Twente vanaf 1 november 2009 de OV-chipkaart zal worden ingevoerd. De Stadsregio Arnhem-Nijmegen is op 1 juli 2009 gestart met de invoering van de OV-chipkaart. De leereffecten die worden opgedaan bij de Stadsregio Arnhem-Nijmegen zullen door de andere overheden in OostNederland worden gebruikt om invoering vanaf 1 november 2009 succesvol te laten verlopen. Ook over andere onderwerpen aangaande de OV-chipkaart heeft overleg en afstemming plaatsgevonden om daar waar mogelijk zoveel mogelijk eenvormigheid voor de reiziger in Oost-Nederland te realiseren. Binnen deze eenvormigheid, heeft elke regio de gelegenheid om lokale accenten aan te brengen bij de invoering van de OV-chipkaart. 1.4. Huidige concessies In de huidige situatie heeft de provincie Gelderland voor het openbaar vervoer 7 concessies gedefinieerd. In onderstaande tabel zijn deze concessies weergegeven, inclusief de modaliteiten, de huidige vervoerder en het moment waarop de concessie afloopt. Concessie
Modaliteit
Vervoerbedrijf
Rivierenland Veluwe Achterhoek
Bus Bus Bus Trein Bus Trein Trein Trein Trein
Arriva Veolia
Zutphen-Hengelo-Oldenzaal Tiel-Arnhem Valleilijn (Ede – Wageningen – Amersfoort) Apeldoorn - Zutphen
Syntus Syntus Syntus Connexxion NS-Regions
Einde concessie december 2010 december 2010 december 2010 december 2012 december 2013 december 2013 december 2012 december 2021 december 2012
De concessie Zutphen-Hengelo-Oldenzaal strekt zich uit over het grondgebied van de provincie Gelderland, de Stadsregio Twente en voor een klein deel de provincie Overijssel. Formeel zijn deze overheden gezamenlijk opdrachtgever, waarbij de afspraak is gemaakt dat de Stadsregio Twente het beheer van de concessie in de praktijk grotendeels uitvoert. Het trajectdeel Arnhem – Andelst/Zetten van de spoorlijn Tiel - Arnhem valt formeel onder verantwoordelijkheid van de Stadsregio Arnhem-Nijmegen. Tussen de provincie Gelderland en de Stadsregio Arnhem-Nijmegen is afgesproken dat de provincie Gelderland het concessiebeheer van de spoorlijn Tiel-Arnhem uitvoert.
5
2. Landelijke en regionale spelregels tarieven In dit hoofdstuk zal achtereenvolgens worden ingegaan op de belangrijkste landelijke en regionale spelregels, zoals die op de tarieven van de OV-chipkaart van toepassing zijn. Achtereenvolgens zal worden ingegaan op het landelijk tariefkader en het regionaal tariefkader. Het regionale tariefkader is aanvullend op de afspraken uit het landelijke tariefkader. Het voorliggende tariefplan (zie hoofdstuk 3) is een aanvulling op zowel het landelijke als het regionale tariefkader. 2.1. Landelijke spelregels tarieven Met de invoering van de OV-chipkaart wordt een nieuw tariefsysteem geïntroduceerd. Door de decentrale OV-autoriteiten is in de afgelopen periode – in overleg met de vervoerbedrijven - een landelijk tariefkader opgesteld voor dit nieuwe tariefsysteem voor de OV-chipkaart. Dit landelijk tariefkader bevat de gemeenschappelijke spelregels voor de per decentrale OVautoriteit vast te stellen tariefplannen. Belangrijkste spelregels van het landelijke tariefkader zijn: • de grondslag voor het tariefsysteem is de kilometer, niet meer de zone • de reiziger betaalt per rit een vast bedrag (ongeacht het aantal te reizen kilometers) van 0,75 euro in 2009 (de vaste voet); • de vaste voet wordt niet opnieuw in rekening gebracht als de reiziger binnen 35 minuten na uitchecken incheckt op ander regionaal openbaar vervoer; • inchecken is alleen mogelijk als er geen negatief saldo op de kaart staat. De reiziger betaalt bij de start van elke rit een voorschot (instaptarief) van € 4,00 dat bij uitchecken verrekend wordt met de prijs van de rit. In het landelijk tariefkader is een ‘periode van tariefrust’ opgenomen met als doel om de overgang van het huidige NVB-tariefsysteem naar het nieuwe tariefsysteem van de OVchipkaart zo soepel mogelijk te laten verlopen voor de reiziger. Er is o.a. afgesproken dat: • er bij de vaststelling van het kilometertarief wordt uitgegaan van opbrengstneutraliteit; • er tot 1 januari 2011 geen spits-dal differentiatie bij de chipkaarttarieven wordt ingevoerd, tenzij daarmee een feitelijk bestaande situatie wordt bestendigd en/of het reizigersoverlegorgaan ermee instemt; • de leeftijdsgebonden kortingen uit het NVB blijven landelijk van toepassing tot 1 januari 2011 bij gebruik van een persoonlijke OV-chipkaart. Het betreft: o kinderen van 4 tot en met 11 jaar: korting 34% o 65-plussers: korting 34%. • de OV-jaarkaart wordt onder de huidige voorwaarden verkocht tot 1 januari 2011. In 2007 is aan de gezamenlijke ROCOV’s een advies gevraagd over het landelijk tariefkader. Met het advies zijn aanvullende onderhandelingen gevoerd met o.a. de NS. Het landelijk tariefkader is begin 2009 uitgewerkt in de vorm van een convenant. Het convenant wordt in de tweede helft van 2009 individueel vastgesteld door de 19 decentrale OV-autoriteiten. 2.2. Regionale spelregels tarieven In navolging van het landelijke tariefkader, zijn door de provincie Gelderland spelregels geformuleerd waar de tarieven voor de OV-chipkaart aan moeten voldoen. Deze spelregels
6
zijn op 17 april 2008 besproken in het ROCOV en zijn hieronder geactualiseerd en kort samengevat. Door de provincie Gelderland zijn de volgende uitgangspunten geformuleerd, die de kern van het regionaal tariefkader van de provincie Gelderland weergeven: • de landelijke spelregels voor de tarieven zijn onverkort van toepassing • opbrengstneutraliteit is uitgangspunt bij het bepalen van het kilometertarief • één kilometertarief per concessie en eventueel voor de gehele provincie • geen reparaties voor specifieke doelgroepen bij de overgang van strip naar chip • introductie van een regionale dalkortingpropositie • een zo min mogelijk aantal regionale proposities op de OV-chipkaart • een nieuwe ‘knip’ tussen de tariefsystemen op het (regionale) spoor en op bus/tram/metro Onderstaand wordt in meer detail op elk van deze punten ingegaan. 2.2.1. LTK onverkort van toepassing Het landelijk tariefkader is voor het Gelderse OV onverkort van toepassing. De provincie Gelderland ziet geen redenen om van het landelijke tariefkader af te wijken. Daarnaast hecht de provincie Gelderland veel belang aan het maken van afspraken in Oost-Nederland om zoveel mogelijk eenvormigheid in het nieuwe tariefsysteem van de OV-chipkaart voor de reiziger te realiseren. Dit heeft o.a. geresulteerd in één gezamenlijk invoeringsmoment voor de OV-chipkaart in Oost-Nederland (met de Stadsregio Arnhem-Nijmegen als voorloper). 2.2.2. Opbrengstneutraliteit als uitgangspunt Alle Gelderse vervoerbedrijven zijn opbrengstverantwoordelijk en dragen daarmee de risico’s voor stijging of daling van de vervoersopbrengsten. De provincie Gelderland ziet in de invoering van de OV-chipkaart geen aanleiding iets in deze verdeling van (opbrengst)verantwoordelijkheden tussen provincie en vervoerbedrijven te wijzigen. Dit neemt niet weg dat de invoering van de OV-chipkaart met name op korte termijn voor de vervoerbedrijven (financiële) risico’s met zich meebrengen. Het is onvermijdelijk dat een (klein) deel van de huidige OV-reizigers als gevolg van de invoering van de OV-chipkaart én een nieuw tariefsysteem, geen (of tijdelijk geen) gebruik meer zal gaan maken van het openbaar vervoer. Daarentegen zal de invoering van de OV-chipkaart ook tot nieuwe reizigers leiden. Door het ontbreken van goede informatie over het reisgedrag van huidige reizigers, zijn de effecten voor de vervoersopbrengsten moeilijk in te schatten. Middels rekenmodellen hebben de vervoerbedrijven – in overleg met de provincie Gelderland - berekend hoe hoog het kilometertarief in de periode van tariefrust moet zijn, uitgaande van opbrengstneutraliteit voor de vervoerder. 2.2.3. Eén kilometertarief per concessie In de periode van tariefrust geldt er één kilometertarief per concessie. De specifieke kenmerken van een concessiegebied (o.a. huidig reisgedrag, huidig lijnennet, ligging huidige zones, etc.) maken dat per concessie een ander opbrengstneutraal tarief geldt. Voor bus en regionale trein worden daarbij per concessie verschillende kilometertarieven gehanteerd om de overgang van strip naar chip zo soepel mogelijk te laten verlopen (het NStarief is op de korte afstanden in de huidige situatie immers duurder dan het
7
strippenkaarttarief). Het kilometertarief voor de regionale trein zal naar verwachting circa 40% hoger liggen dan het kilometertarief voor de bus. Het is de wens van de provincie Gelderland dat voor alle OV-concessies in Gelderland er één kilometertarief (voor bus en regionale trein verschillend) kan worden vastgesteld, mits de verschillen tussen concessies niet te groot zijn. 2.2.4. Geen reparaties voor specifieke doelgroepen Er zullen geen ‘reparaties’ plaatsvinden om de overgang van strip naar chip voor specifieke doelgroepen te verzachten. Met het Landelijk Tarief Kader is reeds gestreefd de extreme effecten van de overgang van strip naar chip te verminderen. Daarnaast levert de regionale dalkortingpropositie (zie hierna) een bijdrage aan het reduceren van de nadelige effecten van de overgang van strip naar chip voor groepen reizigers. De nieuwe tariefgrondslag (kilometers) is ook rechtvaardiger in vergelijking met de huidige zones. Dit neemt niet weg dat de overgang van zones naar kilometers voor sommige reizigers voordelig uitpakt en voor anderen onvoordelig. Vertrekpunt is dat reizigers er gemiddeld niet op voor- of achteruit gaan. De financiële consequenties voor de individuele reiziger worden bepaald door zijn/haar reisgedrag (traject en frequentie) en de zoneligging. Met het nieuwe tariefsysteem gebaseerd op kilometers, worden voor sommige doelgroepen onrechtvaardigheden in het huidige tariefsysteem weggewerkt. Het nieuwe tariefsysteem voor de OV-chipkaart is een vereenvoudiging ten opzichte van het huidige tariefsysteem voor het stads- en streekvervoer. 2.2.5. Regionale dalkortingpropositie In Oost-Nederland wordt een regionale dalkortingpropositie geïntroduceerd die reizigers het recht geeft op 20% respectievelijk 40% korting op bus respectievelijk regionale trein in het dal (op werkdagen na 9 uur en in het weekend / nationale feestdagen, zowel op het kilometertarief als de vaste voet). Het bieden van dalkorting is niet nieuw: de Nederlandse Spoorwegen hanteren dalkorting op de trein en ook in sommige regio’s in Nederland worden op dit moment papieren regionale dalkaartjes gehanteerd. Maar toepassing in het volledig Gelderse OV is wel een noviteit. Om die reden is ook gekozen voor een behoudend kortingspercentage van 20%, daar waar 34% en 40% nu vaak gehanteerde kortingpercentages zijn. Belangrijkste overweging voor de provincie Gelderland om de dalkortingpropositie te introduceren is dat de negatieve effecten van de overgang van strip naar chip voor bepaalde groepen reizigers worden verminderd, waardoor volgens de tarieftool van HyperCube per saldo de introductie van de dalkortingpropositie tot een stijging van het aantal reizigers zal leiden. Daarnaast biedt de samenwerking in Oost-Nederland een unieke kans om de regionale dalkortingpropositie in heel Oost-Nederland in één keer te introduceren. De reiziger betaalt 7,50 euro per jaar voor de regionale dalkortingpropositie. De provincie Gelderland zal de regionale dalkortingpropositie gedurende een introductieperiode gratis aanbieden aan de reiziger in combinatie met de aanschaf van een persoonlijke OV-chipkaart. De regionale dalkortingpropositie is daarmee voor de reiziger (tijdelijk) gratis. Dit betekent dat de reiziger bij aanschaf van een persoonlijke OV-chipkaart van 7,50 euro automatisch een regionale dalkortingpropositie krijgt. 2.2.6. Min mogelijk aantal regionale proposities
8
Het aantal regionale proposities (ofwel: ‘kaartsoorten’ of ‘producten op de OV-chipkaart’) is zo minimaal mogelijk en in Oost-Nederland zo eenvormig mogelijk. Gegeven dat er geen ‘reparaties’ plaatsvinden om de overgang van strip naar chip voor bepaalde groepen reizigers te verzachten, is het voornemen het aantal regionale proposities zo minimaal mogelijk te laten zijn, om een ‘lappendeken’ van nieuwe proposities en tarieven te voorkomen. Als er regionale proposities op de OV-chipkaart worden geïntroduceerd (op voorstel van de vervoerbedrijven), zal de provincie Gelderland onderzoeken of het mogelijk is deze regionale proposities in heel Oost-Nederland te introduceren. Alle huidige papieren regionale kaartsoorten in de provincie Gelderland verdwijnen in principe op het moment dat het NVB wordt uitgeschakeld, tenzij in de concessie andere afspraken zijn gemaakt. Deze regionale kaartsoorten worden (deels) vervangen door een vergelijkbaar of alternatief (landelijk) product op de OV-chipkaart. Nieuwe regionale proposities worden in principe altijd op de OV-chipkaart geplaatst, tenzij er goede argumenten zijn om een papieren kaartje te introduceren. 2.2.7. Knip tussen trein en bus verandert In de huidige situatie kent de NS een ander tariefsysteem dan de bus, tram en metro. Een aantal regionale treindiensten maakt gebruik van beide tariefsystemen. Afhankelijk welk tariefsysteem het goedkoopste is, kiest de reiziger om een enkeltje / retourtje (NStariefsysteem) te kopen of een strippenkaart (NVB-tariefsysteem) voor zijn treinreis. De invoering van de OV-chipkaart is landelijk aanleiding de scheiding (‘knip’) tussen de twee tariefsystemen te herzien, waarbij veelal wordt gekozen het huidige NS-tariefsysteem te vervangen door het tariefsysteem van het stads- en streekvervoer (in het OV-chipkaart tijdperk). De regionale treindiensten van de provincie Gelderland kennen in de huidige situatie een verschillend regime, zoals blijkt uit onderstaande tabel: Concessie Rivierenland – bus Veluwe – bus Achterhoek – bus Achterhoek - trein ZHO – bus ZHO – trein Tiel-Arnhem – trein Valleilijn – trein Apeldoorn-Zutphen – trein
NVB-tarief ja ja ja ja ja ja
ja
NS-tarief
ja ja ja ja ja
Met de invoering van de OV-chipkaart zullen de regionale treindienst Apeldoorn-Zutphen en de Valleilijn qua tariefsysteem aansluiten bij het tariefsysteem zoals dat door de NS op dit moment wordt ontwikkeld. Dit is een logisch uitvloeisel van de concessieafspraken, zoals die met de desbetreffende vervoerders zijn gemaakt. Voor de regionale treindienst ApeldoornZutphen is de consequentie dat vanaf de datum van uitschakelen van het NVB het niet meer mogelijk is om met de strippenkaart op deze treindienst te reizen. De regionale treindiensten Tiel-Arnhem, Arnhem-Winterswijk en Zutphen-HengeloOldenzaal zullen qua tariefsysteem aansluiten bij de bus, omdat deze regionale treindiensten sterk verweven zijn met het busvervoer. Voor deze treindiensten zullen vanaf een nader te
9
bepalen datum in principe niet meer de NS-tarieven gelden (behoudens doorgaande reizen), maar enkel de regionale tarieven. 2.3. Proces Invoering van de OV-chipkaart in de provincie Gelderland vindt plaats gedurende de looptijd van de concessies van de huidige vervoerbedrijven (Arriva, Veolia, Syntus, Connexxion, NS Regions). In de bestaande concessieovereenkomsten zijn over het algemeen geen (of in beperkte mate) afspraken gemaakt over de invoering van de OV-chipkaart. De provincie Gelderland heeft met de vervoerbedrijven aanvullende afspraken gemaakt over de invoering van de OV-chipkaart. In de toekomst zullen de tarieven onderdeel worden van het programma van eisen en het bestek bij de periodieke aanbesteding van de concessies. Voor het merendeel van de Gelderse concessies speelt dit vanaf december 2010. Invoering van de OV-chipkaart op de Regiotaxi is een wens van de provincie Gelderland, maar landelijk is ervoor gekozen de OV-chipkaart eerst in het stads- en streekvervoer (exclusief Regiotaxi) te introduceren en in een volgende fase ook op de Regiotaxi. Bij de voorbereidingen voor invoering van de OV-chipkaart op de Regiotaxi is de provincie Gelderland op dit moment nauw betrokken.
10
3. Tarieven in Gelderland 3.1. Gefaseerde invoering tariefstructuur De wijzigingen die de OV-chipkaart teweegbrengt zijn zo complex dat het niet mogelijk is om de invoering van de nieuwe tariefstructuur voor de OV-chipkaart in één keer te laten plaatsvinden. Dit betekent dat invoering van de nieuwe tariefstructuur gefaseerd zal plaatsvinden. Vanaf 1 november 2009 zal de provincie Gelderland starten met ‘reizen op saldo’ op de bus. Vanaf 1 november 2009 zal het mogelijk zijn om een saldo op de OV-chipkaart te laden. Hiermee kan gereisd worden. De doelgroepkortingen in het LTK zijn in deze fase van kracht. Ook kan de regionale dalkortingpropositie worden aangeschaft, op de persoonlijke OVchipkaart worden geladen om er vervolgens mee te reizen. Het ‘reizen op saldo’ moet gezien worden als een alternatief voor de huidige strippenkaartgebruikers. Omdat vanaf 1 november 2009 de landelijke vastrechtkaarten op de OV-chipkaart (de vervangers voor de sterabonnementen) nog niet beschikbaar zijn, zullen frequente reizigers vooralsnog blijven reizen met de huidige sterabonnementen. Per 1 november 2009 kan er voorlopig ook nog met de strippenkaart worden gereisd in het Gelderse OV. De start van het reizen op saldo op de bus markeert het begin van de duale fase voor de strippenkaart, waarin er zowel met de strippenkaart, sterabonnementen als de OV-chipkaart in het Gelderse OV gereisd kan worden. De provincie Gelderland streeft ernaar om: • het reizen op saldo op de regionale trein zo spoedig mogelijk na 1 november 2009 te introduceren; • zo spoedig mogelijk na 1 november 2009 de vervangers van de sterabonnementen op de OV-chipkaart te introduceren, afhankelijk van de voortgang van landelijk onderzoek en te maken afspraken hiernaar; • zo spoedig mogelijk na 1 november 2009 (met een minimum van 3 maanden) het NVB uit te schakelen (in één keer of eerst alleen de strippenkaart), om de periode dat twee kaartsystemen in de lucht worden gehouden zo kort mogelijk te laten zijn. De volgorde waarin deze stappen zullen worden gezet, zijn op dit moment nog niet duidelijk en afhankelijk van technische en organisatorische punten. De staatsecretaris van Verkeer en Waterstaat is bevoegd tot het uitschakelen van het NVB in het Gelderse OV. 3.2. Kilometertarief Voor het berekenen van de hoogte van het opbrengstneutrale kilometertarief is gebruik gemaakt van een landelijke rekentool, die door de meeste vervoerbedrijven en decentrale OVautoriteiten is gebruikt voor het bepalen van de hoogte van de (opbrengstneutrale) kilometertarieven. De uitkomsten van de berekeningen met het rekenmodel laten zien dat de opbrengstneutrale kilometertarieven voor de bus per concessie niet veel van elkaar verschillen. Om die reden is ervoor gekozen één kilometertarief voor de provincie Gelderland vast te stellen met uitzondering van de concessie ZHO. Belangrijkste voordeel hiervan is dat het eenvoudig te 11
communiceren is naar de reiziger. Ook zijn er minder problemen bij concessiegrensoverschrijdende lijnen binnen het grondgebied van de provincie Gelderland. Het (afgeronde) kilometertarief voor de bus komt voor het Gelderse OV uit op 12,5 eurocent (prijspeil 2010). De provincie is voornemens vanaf 1 november 2009 te starten met het kilometertarief op prijspeil 2010, om de reiziger 2 maanden na invoering van de OV-chipkaart niet meteen te confronteren met een tariefstijging. De vaste voet bedraagt in 2009 75,0 eurocent en per 1 januari 2010 78,0 eurocent (landelijk vastgesteld). Het kilometertarief voor de bus voor de concessie ZHO wordt vastgesteld op 14,0 eurocent (prijspeil 2010). Daarmee sluit de provincie Gelderland aan op het tarief zoals dat door de Stadsregio Twente voor de bus is vastgesteld. Het merendeel van de buslijnen van de concessie ZHO ligt ook op het grondgebied van de Stadsregio Twente. Het kilometertarief voor de concessie ZHO is hoger dan het Gelderse OV, doordat de Stadsregio Twente op dit moment kleinere zones kent, wat resulteert in een hoger (opbrengstneutraal) tarief voor de OV-chipkaart. De kilometertarieven in het Gelderse OV komen daarmee uit op een gemiddeld niveau in vergelijking met de rest van Nederland. 3.3. Tarief van kaartjes op het voertuig Op het moment dat het NVB-systeem wordt uitgeschakeld, verdwijnen ook de 2-, 3- en 8strippenkaarten die nu op het voertuig worden verkocht. Deze strippenkaarten kennen een hoger tarief dan strippenkaarten in de voorverkoop, wat ook de belangrijkste reden is waarom deze strippenkaarten op het voertuig relatief niet veel worden verkocht. De strippenkaarten op het voertuig worden voornamelijk gebruikt door een kleine groep incidentele reizigers, toeristen en ‘gemaksreizigers’ voor wie de prijs van ondergeschikt belang is. De provincie Gelderland stelt zich op het standpunt dat kaartverkoop (in de vorm van papieren kaartjes) op de bus mogelijk moet blijven. De provincie streeft ernaar – door middel van de tariefstelling van het nieuwe papieren vervoerbewijs - om het aandeel van de kaartverkoop op de bus in de totale omzet terug te brengen in vergelijking met de huidige situatie. In het belang van de veiligheid van de chauffeur is het niet gewenst dat er veel kaartverkoop op het voertuig plaatsvindt en deze met veel geld over straat moet. De (anonieme) OV-chipkaart biedt voor de incidentele reiziger, toeristen en de ‘gemaksreiziger’ een goed alternatief (namelijk gemak, eenvoudig en rechtvaardig tariefsysteem). In de communicatie vanuit het vervoerbedrijf zal de huidige groep reizigers die een kaartje op de bus koopt, worden aangespoord om een (anonieme) OV-chipkaart te kopen. Voor de trein is kaartverkoop op het voertuig niet noodzakelijk, omdat op elk treinstation een faciliteit zal zijn om een A-kaart aan te schaffen en op te laden. De tariefstructuur voor de kaartverkoop op de bus is gelijk voor alle Gelderse concessies. Er is geen doelgroepenkorting van toepassing. De verdere uitwerking van de papieren vervoerbewijzen op het voertuig zijn nog onderwerp van overleg tussen de overheden in OostNederland en de vervoerbedrijven. 3.4. Concessiegrensoverschrijdende lijnen
12
Op de grenzen van concessies kunnen reizigers in een gebied worden geconfronteerd met verschillende tariefkilometers als gevolg van het bestaan van concessiegrensoverschrijdende lijnen. Ook regionale producten kunnen daardoor op de ene lijn wel geldig zijn, maar op de andere niet, omdat het een lijn van een andere concessie betreft. Dit laatste is overigens in de huidige situatie ook al het geval met regionale kaartsoorten. Concessiegrensoverschrijdende lijnen bestaan er in verschillende vormen. In de meeste gevallen is een concessiegrensoverschrijdende lijn qua verantwoordelijkheden eenduidig toegedeeld aan een vervoerder en decentrale OV-autoriteit, ondanks dat deze lijn over het grondgebied van een andere vervoerder dan wel decentrale OV-autoriteit voert. Er kan daarnaast sprake zijn van een geknipte lijn, waarbij er één vervoerder is maar halverwege de lijn de verantwoordelijkheid overgaat van de ene naar de andere decentrale OV-autoriteit. Er kan ook sprake zijn van een geknipte lijn, waarbij de lijn door twee vervoerbedrijven wordt geëxploiteerd met twee decentrale OV-autoriteiten als opdrachtgever. Daarnaast kan de verantwoordelijkheid voor een concessiegrensoverschrijdende lijn overgedragen (‘gemandateerd’) zijn aan een andere overheid, maar blijft de provincie Gelderland formeel verantwoordelijk. Ook kan sprake zijn van een gedeeld opdrachtgeverschap van de lijn. De provincie Gelderland heeft en zal in de komende periode tot aan 1 november 2009 met de omringende overheden en de vervoerbedrijven afstemming plegen over de tarieven voor concessiegrensoverschrijdende lijnen. Doordat in Overijssel, Twente en Flevoland ook vanaf 1 november 2009 met de OV-chipkaart wordt gestart en er door Gelderland voor één kilometertarief is gekozen, is de omvang van de problematiek van de concessiegrensoverschrijdende lijnen beperkt van omvang. Dit neemt de noodzaak van goede afstemming overigens niet weg. 3.5. Overige kosten voor de reiziger De kosten voor aanschaf van de OV-chipkaart bedragen vanaf 1 november 2009 7,50 euro voor de persoonlijke OV-chipkaart en 7,50 euro voor de anonieme OV-chipkaart. De geldigheidsduur van de OV-chipkaart is vijf jaar, daarna moet de reiziger opnieuw de kosten voor aanschaf van een nieuwe OV-chipkaart betalen. Ook voor servicehandelingen aan het loket zijn kosten verbonden, maar dit is onderdeel van de uitwerking van het distributienetwerk, waar momenteel aan wordt gewerkt. 3.6. Monitoring Zowel de provincie Gelderland als de vervoerbedrijven hebben belang bij een goede monitoring van de vervoersopbrengsten. Door de provincie Gelderland en de Gelderse vervoerbedrijven zal een systeem van monitoring worden ontwikkeld en ingericht. 3.7. Risicoderving Van de invoering van de OV-chipkaart worden landelijk en door de provincie Gelderland op lange termijn positieve effecten verwacht. Voor de korte termijn is het lastig te voorspellen hoe snel de OV-chipkaart door de reizigers wordt geaccepteerd en wat de consequenties zijn voor de vervoersopbrengsten. De vervoerbedrijven hebben een belangrijke rol in een succesvolle introductie, maar niet alle mogelijke ontwikkelingen kunnen door de vervoerder worden beïnvloed. De provincie Gelderland zal periodiek (in het eerste jaar één keer per 3 maanden) overleg voeren met het vervoerbedrijf om de ontwikkeling van de vervoersopbrengsten te bezien. In
13
het overleg worden de vervoeropbrengsten over de laatste 3 maanden vergeleken met de vervoeropbrengsten van een jaar daarvoor over dezelfde periode (ten tijde van het NVBsysteem). Daarnaast wordt gekeken hoe de vervoeropbrengsten over de laatste 3 maanden zich ontwikkelen ten opzichte van voorgaande perioden van 3 maanden. Afhankelijk van deze cijfers en andere relevante aspecten (bijvoorbeeld, heeft het vervoerbedrijf zijn best gedaan om invoering succesvol te laten verlopen of heeft de vervoerder steken laten vallen?), wordt beoordeeld of aanvullende maatregelen noodzakelijk zijn. Indien er sprake is van dalende vervoersopbrengsten zijn de maatregelen gericht op het vergroten van de vervoersopbrengsten. Als er sprake is van stijgende vervoersopbrengsten, zijn de maatregelen gericht op het (her)investeren in het Gelderse OV. Uitgangspunt is dat de vervoerder en de provincie zoeken naar creatieve oplossingen om de opbrengstenontwikkeling (verder) te laten stijgen. De maatregelen kunnen bestaan uit marketinginspanningen, het aanpassen van het voorzieningenniveau en/of het aanpassen van de tarieven. Welke maatregelen worden genomen en in welke mate, is onderdeel van het overleg. Met de vervoerbedrijven is de afspraak gemaakt dat bij grote stijgingen of dalingen (meer dan 5%) van de vervoersopbrengsten (op jaarbasis ten opzichte van het voorgaande jaar), zal de provincie Gelderland het deel dat boven de drempel van 5% uitkomt vergoeden aan de vervoerder (in geval van een daling) of het deel dat boven de drempel van 5% uitkomt in mindering brengen op de exploitatiebijdrage van de vervoerder (in geval van een stijging).
14