Kennisprogramma DuurzaamDoor 2013-2016 provincie Gelderland Het Gelderse kennisprogramma DuurzaamDoor 2013-2016 maakt deel uit van het landelijke programma “DuurzaamDoor, sociale innovatie voor een groene economie 2013-2016”. De provincie heeft de regierol voor het decentrale deel van het landelijke programma. Het Gelderse kennisprogramma organiseert de samenwerking tussen overheid, bedrijven, burgers, kennisinstellingen en onderwijs en initieert provinciale en regionale netwerken en de bijbehorende kennisinfrastructuur. Kernbegrippen zijn: kennis delen, verbinden van partijen, samenwerken en opschalen van successen. Daarmee kunnen initiatieven sneller en met beter resultaat worden uitgevoerd. Op deze manier wordt de brug geslagen tussen ambities en daadwerkelijke uitvoering en worden initiatieven versneld. Het programma ondersteunt met een programmatische aanpak de provinciale programma's voor Energietransitie, Cultuur en Cultuurhistorie, Gebiedsontwikkeling (WaalWeelde) en Buiten Gewoon Groen (natuur en landschap). Daarbij gaat het om de verbinding en samenwerking tussen de externe doelgroepen, de verbinding tussen extern en intern én de noodzakelijk afstemming en samenwerking intern. Door de inbedding van het programma intern kunnen wij optimaal en flexibel inzetten op de ambities van de provinciale inhoudelijke programma's en vraaggericht op de behoeften en opgaven van onze partners, zoals de gemeenten. Daarin ligt het belang van het programma DuurzaamDoor voor de provincie Gelderland. De regierol ligt bij de provincie; inhoudelijke en organisatorische ondersteuning wordt bij externe adviesbureau's belegd. Om redenen van noodzakelijke directe lijnen naar en samenwerking met de inhoudelijke provinciale programma’s, wordt dit programma vanuit de provincie intern vormgegeven en aangestuurd. Daarnaast zullen maatschappelijke organisaties, w.o. het IVN (m.b.t. natuur- en milieueducatie), GNMF en SLG, waar mogelijk een rol krijgen bij de uitvoering (zoals bijvoorbeeld bij het provinciale programma Energietransitie). In Gelderland wordt een aantal succesvolle netwerken gecontinueerd en worden nieuwe initiatieven opgezet. Daarbij worden de thema's en accenten van het rijk vertaald naar de Gelderse situatie en provinciale prioriteiten (zoals die uit het coalitieaccoord).
Resultaten Gelders programma Leren voor Duurzame Ontwikkeling 2008-2012 De provincie heeft met het programma Leren voor Duurzame Ontwikkeling (LvDO) een provinciale kennisinfrastructuur gefaciliteerd ter ondersteuning van een effectieve beleidsuitvoering door de Gelderse partijen. Conform het Gelders Coalitieakkoord opereert LvDO vanuit het principe: de “kracht, creativiteit en uitvoering ligt buiten”, “de provincie ondersteunt en faciliteert”. De provincie pakt de regierol en verbindt landelijke kaders (macro) aan lokale uitvoering (micro). Dit is nodig gebleken want ondanks internet en andere middelen, opereren lokale partijen vaak nog zeer geïsoleerd van elkaar en komt verbinding onvoldoende tot stand. Externe partijen zoals gemeenten, bedrijven en kennisinstellingen, vragen expliciet naar de verbindende rol van de provincie (meer nog dan louter de vraag naar financiële middelen).
Een groot deel van de geïnterviewde projectleiders geeft aan dat er met name successen zijn geboekt op terrein van kennisuitwisseling, bewustwording en netwerkvorming, als voorwaarde voor concrete uitvoeringstrajecten. Provinciale aansturing en regie op deze vorm van sociale leerprocessen op provinciaal niveau wordt door veel partijen ( bedrijven, landgoedeigenaren, gemeenten) als essentiëel beschouwd en zeer gewaardeerd. Deze partijen zijn gebaat bij goede provinciale en regionale kennisuitwisseling, maar zijn niet in de positie dat zelf te organiseren. De provincie kan dat wel en daarin ligt een belangrijke meerwaarde van de faciliterende rol van de provincie.
Het kennisprogramma LvDO heeft verschillende type resultaten opgeleverd. Naast duurzaamheidswinst worden door betrokkenen de volgende resultaten genoemd: • • • • • • • •
Het ontstaan van effectieve kennisuitwisselingsnetwerken (overheid, bedrijven, maatschappelijke organisaties en onderwijsinstellingen); Kennisontwikkeling bij partners (overheden, bedrijven, landgoedeigenaren, scholen); Effectievere aanpak door samenwerking en het vormen van nieuwe coalities; Voorbeeldfunctie (het netwerk Monumentale energietransitie (energietransitie en landgoederen en buitenplaatsen) heeft bijvoorbeeld een landelijke voorbeeldfunctie); Bereidheid bij partners om er geld en uren te investeren; Innovatie (bijvoorbeeld bij regionale energietransitie van regio's en gemeenten); Kennisuitwisseling en samenwerking leidt tot concrete activiteiten en maatregelen in de praktijk; Versnelde planontwikkeling (bijvoorbeeld klimaatpark IJsselpoort).
Medio 2013: • • •
•
Hebben we 50% van de ca. 120 landgoedeigenaren enthousiast gekregen om met de provinciale energie-opgave aan de slag te gaan); Werkt de provincie in nauwe samenwerking met de regio's en gemeenten middels de ontwikkeling van routekaarten, energie-atlas, en zonatlas aan de energie-opgave; Wordt in het WaalWeelde-gebied samenwerking opgezet tussen de verschillende partijen (gemeenten, bedrijven, kunst en cultuur) op het gebied van duurzaam toerisme. Dit zal worden uitgebouwd tot een concreet uitvoeringsprogramma "Beleef de Waal"; Lopen er 13 concrete projecten in de Achterhoek, rondom 5 businesscases, gericht op de produktie van Groen Gas.
Landelijk effect-onderzoek van het programma LvDO (Arcadis, 2010-2011) concludeert dat: • De inzet van sociale instrumenten past bij een overheid die de samenleving centraal stelt en meer verantwoordelijkheid wil delegeren; • De inzet van sociale instrumenten een investering is in `people, planet, profit': het vraagt in de aanloopfase meer, maar levert ook meer op; • De `zachte' sociale instrumenten `harde' effecten hebben: substantieel hogere inhoudelijke kwaliteit, hogere effectiviteit en multipliereffect (met financieel voordeel). Financiën programma LvDO 2008-2012 Het programma LvDO 2008 - 2012 heeft in vijf jaar een bedrag van ruim € 1.700.000 besteed aan de verschillende kennis- en leertrajecten (75% kosten rijk, 25% kosten provincie). Hiervan is ruim € 600.000 besteed aan kennis- en leertrajecten binnen het thema Gebiedsontwikkeling (WaalWeelde) en € 600.000 aan het thema Biobased economie en energietransitie. Naar het thema natuur en milieu ging een bedrag van bijna € 470.000 en het overige (ruim € 20.000) werd besteed aan zaken rond programmabeheer. Naast dit bedrag uit het LvDO budget, is vanuit de provincie € 200.000 (gebiedsontwikkeling) en € 100.000 (energietransitie) in de trajecten geïnvesteerd. Daarnaast heeft het programma LvDO ongeveer nog eenzelfde bedrag vanuit bijdragen van de partners (eigen inzet regio's, gemeenten en bedrijven) gegenereerd als de totale provinciale inzet.
Het landelijk kennisprogramma DuurzaamDoor 2013-2016 Het landelijk kennisprogramma geeft de volgende ambities aan: “Voor een groene economie zijn zowel technologische ontwikkelingen als sociale innovaties van belang. Technologische ontwikkelingen leiden tot een afname van de uitputting van grondstoffen, van energie en van water, en dragen ertoe bij dat kringlopen worden gesloten. Sociale innovaties (complementair aan technologische ontwikkeling) betekent de inzet van kennisontwikkeling, kenniscirculatie, leerprocessen en organisatorische vormgeving in verbindende netwerken en arrangementen. Die component is onontbeerlijk, duurzaamheid is mensenwerk. Partijen die werken aan technologische innovaties zijn (nog) onvoldoende aangesloten op de partijen die werken aan sociaal innovatieve processen om groene groei te realiseren. Beschikbare proceskennis en ontwikkelde competenties worden nog onvoldoende toegepast. Het komt er op aan partijen bij elkaar te brengen en hen uit te dagen nieuwe oplossingen voor maatschappelijke problemen te vinden. Hiervoor is een multi-stakeholder aanpak noodzakelijk. Deze aanpak is effectiever, leidt tot meer draagvlak, creativiteit en efficiëntie en is daardoor uiteindelijk ook goedkoper.” Het zwaartepunt van het programma ligt bij de decentrale uitvoering door de provincies. Het rijk geeft in het landelijke programma aan de volgende thema's van belang te vinden en vraagt de provincies om daar aandacht aan te besteden in het provinciale programma. Daarbij heeft de provincie de ruimte om eigen accenten en onderwerpen te hanteren, alsmede de wijze waarop uitvoering wordt gegeven aan het provinciale programma. De landelijke thema's: - Energie (in relatie tot biobased economy, klimaatbeleid) - Biodiversiteit en Groen - Water (in relatie tot klimaat, ruimtelijke ordening, watereducatie) - Materialen (in relatie tot afval, chemie, high tech) - Voedsel (in relatie tot Agrofood en gezondheid) Landelijke accenten: - Maatschappelijk verantwoord ondernemen - Integrale gebiedsontwikkeling - Duurzaam produceren en consumeren - Onderwijsgerelateerde vraagstukken Financiering Het rijk stelt jaarlijks een bedrag aan de provincie beschikbaar en vraagt van de provincie, gemeenten en waterschappen dit bedrag te verdubbelen. Daarnaast wordt van maatschappelijke organisaties en bedrijven eenzelfde investering gevraagd. Deze gevraagde inzet kan worden gerealiseerd via de inzet van bestaande middelen of capaciteit door de gezamenlijke overheden en die van de maatschappelijke organisaties en bedrijven. Voor 2013 - het gaat om een rijksbijdrage van 233.000 aan de provincie, hebben de provinciale programma's al ca. € 200.000 vanuit bestaande budgetten aan het programma toegevoegd. Het gaat dus niet om extra kosten voor de provincie. Het rijk vraagt een overzicht deze regionale inzet, echter zonder dat dit tot een administratieve last voor de provincie leidt (accountantsverklaringen e.d. worden niet gevraagd). Het gaat erom dat de provincie de inzet van mede-overheden en maarschappelijke partners aannemelijk maakt (een "licht regime" dus). Jaarlijks zal de provincie dit overzicht samenstellen en met de jaarevaluatie aan het rijk aanbieden.
Het Gelders kennisprogramma DuurzaamDoor 2013-2016 In Gelderland wordt een aantal succesvolle netwerken gecontinueerd en worden nieuwe initiatieven opgezet. Daarbij worden de thema's en accenten van het rijk vertaald naar de Gelderse situatie en provinciale prioriteiten (zoals die uit het coalitieaccoord). We werken met de netwerken aan de vraag hoe we de opbrengsten kunnen kwantificeren (b.v. het netwerk lokale energiecoöperaties; het aantal deelnemers, de energieopbrengsten in terajoules en werkgelegenheidscijfers. Principes: • •
•
DuurzaamDoor ondersteunt de provinciale beleidsopgaven; een nauwe relatie tussen beleid en kennistransitie; Het programma werkt nadrukkelijk vraaggericht en voert activiteiten uit voor, door en met de beoogde doelgroep (zo wordt b.v. kennistransitie voor gemeenten ontwikkeld en uitgevoerd in co-productie met de regio's); Het kennisprogramma werkt met een samenhangend pakket aan instrumenten (geen afzonderlijke/losse activiteiten uit het samenhangende pakket).
Resultaten en aandachtspunten: • • • • • •
Ontwikkeling en uitvoering van kennis- en leertrajecten met (actoren uit) de doelgroep; de totstandkoming van effectieve netwerken; De totstandkoming van een provinciale kennis-infrastructuur; De implementatie van de resultaten binnen de (externe) organisaties en expliciete borging van de kennis; De duurzame voortzetting van het initiatief (nadat de programmatische ondersteuning is beëindigd); De opschaling van de resultaten provinciaal en/of landelijk; Naast verbinding tussen (1) externe partijen ontstaat deze ook tussen (2) externe partijen en de provincie en (3) intern binnen het provinciaal apparaat..
Inhoud programma 1. Netwerk Duurzame regionale energietransitie Gelderland Doel is het versnellen van de energietransitie door met alle betrokken partijen kennis te delen, kansen te benutten en belemmeringen weg te nemen. Het netwerk biedt een platform waar gemeenten, regio's, ondernemers en onderwijsinstellingen kennis en ervaringen uit kunnen wisselen over het opwekken van energie op lokaal en regionaal niveau; techniek, vergunningverlening, nieuwe vormen van samenwerking, visie en strategie. 2. Netwerk BION Doel is stimulering produktie groen gas. Het netwerk is opgebouwd rond de totstandkoming van 5 businesscases in de regio Achterhoek: energie-efficiënt drogen van mest, mineralen terugwiining uit mest, bio-raffinage van veevoer, aquatische biomassa (algen en eendenkroos) en kleine initiatieven. 3. Netwerk Monumentale energietransitie Het netwerk richt zich op kansen voor economische draagkracht van landgoederen en buitenplaatsen door energiebesparing en de productie van biomassa met behoud van monumentale waarde. Het netwerk wordt vormgegeven door particuliere eigenaren en terreinbeherende instanties, kennisinstellingen, gemeenten en provincie. 4. Netwerk gezonde en duurzame scholen In 2011-2013 heeft de provincie het netwerk opgezet en gefaciliteerd. Doel is de Gelderse scholen te faciliteren in energiebesparing en energie-opwekking. Op 26 september 2013
organiseert de provincie een symposium/markt Duurzame scholen” voor scholen en gemeenten. Doel van de dag is om de vraag van scholen en gemeenten en het kwaliteitsaanbod vanuit de markt bij elkaar te brengen. Daarmee wordt tevens uitvoering gegeven aan de Motie Stimuleren van zonne-energie van provinciale staten; het stimuleren van zonne-energie op daken van scholen, verenigingen en bedrijven. 5. Netwerk Buiten Gewoon Groen; gemeenten aan zet Voor gemeenten is een belangrijke rol weggelegd in het provinciale beleid voor natuur en landschap Buiten Gewoon Groen (3 pijlers: zorgvuldig omgaan met natuur en landschap, maatschappelijke betrokkenheid vergroten en de ambities met natuur en landschap realistisch en betaalbaar houden). Gemeenten zijn echter onvoldoende geequipeerd om deze rol succesvol te kunnen vervullen. Met het kennis- en leertraject “Buiten Gewoon Groen; de gemeenten aan zet” wil de provincie de gemeenten vanaf 2013 effectief gaan ondersteunen. 6. Netwerk Lokale energiebedrijven Ook in Gelderland nemen regionale en lokale partijen, burgers, bedrijven en instellingen hun eigen energiehuishouding in eigen hand. Ondanks alle ambities lopen veel initiatieven toch stuk op gebrek aan kennis (transformatie van initiatief tot levensvatbare onderneming), onzekerheid betreffende financiering en belemmeringen in wet- en regelgeving. Daarom organiseert de provincie vanaf 2012 een Community of Practice voor regionale en lokale energiebedrijven (in wording). 7. Netwerk WaalWeelde: duurzaam toerisme Het provinciaal deelprogramma “Beleef de Waal” heeft als doel een samenhangende en duurzame uitwerking van de belevingsthema's “Recreatie en toerisme, Kunst en Cultuur/cultuurhistorie” tot stand te brengen. Gehouden ontwerpateliers van 2012 geven zicht op de totstandkoming van samenwerkingsinitiatieven (gemeenten, bedrijven, natuurorganisaties, kunst en cultuur) voor duurzaam toerisme, gekoppeld aan 10 deelgebieden van de Waal; de zgn. Rondjes-Pontje. De provincie gaat deze samenwerking verder faciliteren met: de ondersteuning van de Rondjes-Pontje, met als resultaat de totstandkoming van een samenhangend Uitvoeringsprogramma Beleef de Waal. Naast deze netwerken worden kinderen/jongeren waar mogelijk bij de beleidsthema's betrokken. Een tweetal voorbeelden: 1. WaalWeelde Duurzaam en jongeren Scholieren worden bij het programma WaalWeelde betrokken middels de zgn. educatieve d''Waaltochten. Het gaat daarbij onder andere om natuur- en milieu-educatie; natuurstruintochten voor leerlingen uit groep 6 van lokale basisscholen in geselecteerde WaalWeelde-gebieden. Stimulering van natuurbeleving en betrokkenheid van de schooljeugd bij de eigen omgeving, met name de rivier de Waal, maar ook de andere functies van de Waal komen aan de orde, zoals veiligheid, economie en scheepvaart. Daarnaast verzorgt het Regionaal Orgaan Verkeersveiligheid Gelderland als onderdeel van de d'Waaltochten een les `veilig leren fietsen'. Rijkswaterstaat en de waterschappen zijn eveneens betrokken bij jongerenactiviteiten in het WaalWeeldegebied. 2. Boerderij-educatie In 2008-2012 heeft het LvDO-programma de opzet en verdere uitbouw van een aantal Gelderse boerderij-educatie-projecten financiëel ondersteund. De Gelderse organisaties - St. Boerderij-educatie, Boerenwijs en Klasseboeren - hebben een (formeel) samenwerkingsverband opgericht en het aanbod geprofessionaliseerd. In 2012-2013 vindt doorontwikkeling plaats richting ondersteunende financieringsconstructies voor de boerderij-educatieve activiteiten. Tevens wordt de verdere uitbreiding van het netwerk ondersteund. Vanaf 2013 wordt boerderij-educatie in het rivierengebied opgezet.
Daarnaast: o worden nieuwe businessmodellen voor voedsel bezien (in afstemming met Food Valley) en o worden de mogelijkheden voor stadstuinbouw in Gelderland onderzocht en gestimuleerd. Op deze wijze wordt invulling gegeven aan het landelijke thema Voedsel.
Met dit programma geven we tesamen met onze partners, bedrijven, maatschappelijke organisaties en onderwijsinstellingen uitvoering aan een duurzaam Gelderland.