Tae Kwon Do Vereniging Someren www.taekwondosomeren.nl
Januari 2010
1
Inhoud 01.
Algemene informatie vereniging en bestuur
02.
Trainingen
03.
Taekwondo, een sport met toekomst
04.
Geschiedenis van taekwondo
05.
Huishoudelijk reglement v.a. november 2004
06.
Trainingsreglement
07.
Waarden en normen, sportiviteit en respect
08.
Algemene Koreaanse terminologie
09.
Lichaamsdelen
10.
Richtingen en telwoorden
11.
Standen
12.
Trap-, stoot-, slag- en steektechnieken
13.
Hand- en voetvormen
14.
Verdedigingen, bevrijdingen en diversen
15.
Stijlvormen poomse taegeuk
16.
Exameneisen nieuwe stijl
17.
Banden
18.
Sport en blessures
19.
Voeding en sport
Samenstelling: Gerard Wolters
2
1. Algemene informatie Oprichting Tae Kwon Do Vereniging Someren werd officieel opgericht op 25 maart 1991 onder de naam Taekwondo Vereniging Chin-Hûng Someren. Op 11 november 2004 hebben de leden en het bestuur besloten de naam te wijzigen in Tae Kwon Do Vereniging Someren, wat op 17 november 2004 notarieel is vastgelegd door notaris van Kaam.
Kamer van Koophandel Ingeschreven in het handelsregister van de Kamer van Koophandel onder nummer: 40239774
Tae Kwon Do Someren Website: www.taekwondosomeren.nl E-mail:
[email protected] Secretariaat: Ronald Isbouts, Pasakker 131, 5712 HT Someren, 0610323146. Rekeningnr. Rabobank Someren: 13 34 02 614
Taekwondo Bond Nederland Ingeschreven bij Taekwondo Bond Nederland (TBN) onder clubnummer: 140225
Postadres TBN (m.i.v. 13-05-2005): Postbus 5159, 6802 ED Arnhem Tel. 026 4834784 (voor algemene zaken, van maandag t/m vrijdag van 9 tot 13 uur) E-mail:
[email protected] Website: www.taekwondobond.nl
Ledenadministratie TBN: Postbus 753, 3430 AT Nieuwegein Tel. 030 6038114 E-mail:
[email protected]
Taekwondo Zuid-Oost Tae Kwon Do Vereniging Someren is tevens aangesloten bij het samenwerkingsverband Taekwondo Zuid-Oost, samen met enkele andere scholen en verenigingen uit de regio. Website: www.taekwondozuidoost.nl
3
Dagelijks bestuur Tae Kwon Do Someren Voorzitter: Gerard Wolters, tel. 0493 496203, e-mail:
[email protected] Secretaris: Ronald Isbouts, tel. 06 10323146, e-mail:
[email protected] Penningmeester: Jan Halma, tel. 0493 495897, e-mail:
[email protected]
Algemeen bestuur Tae Kwon Do Someren Nevenactiviteiten: PR en communicatie: Ron de Groot, tel 0493 496697, e-mail:
[email protected] Vacature: Nevenactiviteiten, activiteiten commissie
Vertrouwenspersonen: Nog te benoemen ( voorlopig het dagelijks bestuur ); meer informatie in hoofdstuk 7.
Verenigingsstructuur Hieronder een organigram van de verenigingsstructuur waar naar gestreefd wordt. ALV Algemene Ledenvergadering
Kascontrolecommissie
Algemeen bestuur
Activiteitencommissie
Dagelijks bestuur
PR- en Communicatiecommissie
Technische commissie
Fondsenwervingcommissie
Iedere commissie heeft een voorzitter en kan één of meerdere leden hebben, die mede zorgen voor de uitvoering van de genoemde taken. De voorzitter van iedere commissie is het aanspreekpunt van en naar de leden toe.
Gestreefd wordt in de toekomst te komen tot een bestuur dat naast het dagelijks bestuur (voorzitter, secretaris, penningmeester) bestaat uit de voorzitters van hieronder genoemde commissies (uiteraard met uitzondering van de kascontrolecommissie).
4
Taken en verantwoordelijkheden Het bestuur van de vereniging is verantwoordelijk voor alles en heeft de volgende taken te vervullen: • Algemeen beleid (beleidsplan) • Financieel beleid • Coördinatie • Ondersteuning • Nieuw beleid Voorzitter: • geeft mede uitvoering aan de eerdergenoemde taken van het bestuur • geeft leiding aan de vereniging • is verantwoordelijk voor het functioneren van het bestuur • is verantwoordelijk voor het functioneren van de bestuursleden • is verantwoordelijk voor de uitvoering van het algemeen beleid • leidt de bestuursvergaderingen en de ledenvergaderingen • is de officiële vertegenwoordiger van de vereniging • is aanspreekpunt voor derden Secretaris: • geeft mede uitvoering aan de eerdergenoemde taken van het bestuur • is verantwoordelijk voor het samenstellen en verspreiden van de agenda van de bestuursvergaderingen en de ledenvergaderingen • is verantwoordelijk voor het notuleren van de bestuursvergaderingen en de ledenvergaderingen • is verantwoordelijk voor het verspreiden van de notulen van bovengenoemde vergaderingen • is verantwoordelijk voor het samenstellen van het jaarverslag t.b.v. de ledenvergadering • verzorgt de uitgaande correspondentie voor het bestuur • draagt zorg voor een correcte verwerking van de ingekomen stukken • draagt zorg voor de archivering • verzorgt de ledenadministratie en de aan- en afmeldingen bij de bond • verzorgt de subsidieaanvraag bij de gemeente • verzorgt de te huren zaal / accommodatie bij de gemeente • verzorgt de verzekeringen • is aanspreekpunt voor de leden en het bestuur Penningmeester: • geeft mede uitvoering aan de eerdergenoemde taken van het bestuur • is verantwoordelijk voor de financiële huishouding • is verantwoordelijk voor het samenstellen van het financieel verslag t.b.v. de ledenvergadering • is verantwoordelijk voor het samenstellen van de begroting t.b.v. de ledenvergadering • verzorgt de dagelijkse financiële administratie • verzorgt de contributieadministratie • verzorgt het innen van de contributie Bestuurslid activiteiten: • geeft mede uitvoering aan de eerdergenoemde taken van het bestuur • is voorzitter van de activiteitencommissie • is verantwoordelijk voor het activiteitenbeleid • verzorgt de activiteitenagenda • verzorgt het contact tussen bestuur en de activiteitencommissie
5
Bestuurslid public relations en communicatie: • geeft mede uitvoering aan de eerdergenoemde taken van het bestuur • is voorzitter van de public relations en communicatiecommissie (deze commissie verzorgt het stelselmatig leggen en onderhouden van goede wederzijdse betrekkingen tussen de vereniging en haar publieksgroepen) • is verantwoordelijk voor de website, nieuwsbrief of het clubblad • is verantwoordelijk voor het public relations beleid • is verantwoordelijk voor het communicatie- en persbeleid • verzorgt het contact tussen het bestuur en de public relations en communicatiecommissie Bestuurslid fondsenwerving: • geeft mede uitvoering aan de eerdergenoemde taken van het bestuur • is voorzitter van de fondsenwervingcommissie (deze commissie verzorgt geldinzamelacties zoals Grote Club Actie e.a., werving sponsoren etc.) • is verantwoordelijk voor het fondsenwervingsbeleid • verzorgt het contact tussen het bestuur en de fondsenwervingcommissie Bestuurslid technische zaken: • geeft mede uitvoering aan de eerdergenoemde taken van het bestuur • is voorzitter van de technische commissie (deze commissie zorgt bijv. voor trainingen, examens, coaching, wedstrijden en toernooien, kleding, materialen, samenwerking Taekwondo Zuid-Oost) • is verantwoordelijk voor het technische beleid • verzorgt het contact tussen het bestuur en de technische commissie Bestuurslid algemene zaken: • geeft mede uitvoering aan de eerdergenoemde taken van het bestuur • is verantwoordelijk voor incidentele opdrachten • verzorgt de uitvoering van incidentele opdrachten Verenigingsstructuur, taken en verantwoordelijkheden zoals vastgesteld op de algemene ledenvergadering te Someren d.d. 29 juni 2005.
Kascontrolecommissie De kascontrolecommissie is een commissie die bestaat uit ten minste 2 leden die geen deel mogen uitmaken van het bestuur. De benoeming geschiedt door de algemene ledenvergadering. Een lid kan ten hoogste 2 achtereenvolgende jaren zitting hebben in de kascontrolecommissie. Het bestuur is verplicht deze commissie inzage te geven in de boekhouding en de daarop betrekking hebbende bescheiden en om alle door haar gewenste inlichtingen te verstrekken. Als de commissie dat voor een juiste vervulling van haar taak noodzakelijk acht kan zij zich laten bijstaan door een extern deskundige. De kascontrolecommissie brengt van haar onderzoek verslag uit aan de algemene ledenvergadering, vergezeld van een advies tot al dan niet goedkeuring van de jaarstukken. Na goedkeuring van de jaarstukken wordt het voorstel gedaan om kwijting (decharge) te verlenen aan het bestuur voor de door haar daarmee afgelegde rekening en verantwoording.
6
2. Trainingen Locatie:
Sporthal van het Varendonck College te Someren, Kanaalstraat 12-14, 5711 EJ Someren, ingang Dorpsweg, tel. sporthal 0493 672 662.
Trainingstijden:
Maandagavond:
van 18:30 uur tot 19:45 uur sparrings training groep 1 van 19:45 uur tot 21:00 uur sparrings training groep 2
Woensdagavond:
van 18:30 uur tot 19:45 uur Algemene training groep 1 van 19:45 uur tot 21:00 uur Algemene training groep 2
Vrijdagavond:
van 18:00 uur tot 19:15 uur Algemene training groep 1 van 19:15 uur tot 20:30 uur Algemene training groep 2
Groep 1 zijn in principe jongens en meisjes van 7 tot en met ±13 jaar oud. Groep 2 zijn in principe jeugdigen vanaf ±14 jaar en volwassenen.
Trainers: Hoofdtrainer: Davy Bierlee , 4e Dan taekwondo. Assistenten: Ronald Isbouts, 3de Dan en Willem Maas 2de Dan
7
3. Taekwondo, een sport met toekomst Een Olympische sport voor iedereen. Taekwondo is een stijlvolle en veelzijdige vechtsport. Een snelle sport. Maar vooral een sport met toekomst. In Azië maar ook in Europa neemt de populariteit van taekwondo steeds verder toe. Zowel mannen als vrouwen, jongeren als ouderen beleven veel plezier aan taekwondo. Een sport die op alle niveaus aantrekkelijk is. Voor de recreant, voor de wedstrijdsporter, maar ook voor de topsporter. Taekwondo betekent letterlijk: "manier van de voet en de vuist", maar het accent ligt op de voeten en de benen. Een goede uitvoering vereist de nodige inspanningen. Taekwondo leent zich dan ook uitstekend voor het verbeteren van de lichamelijke conditie én het zelfvertrouwen. Iedereen kan de taekwondotechnieken leren en in de praktijk beoefenen. Nederland telt inmiddels circa 11.000 enthousiaste beoefenaars. In het jaar 2000 heeft taekwondo de Olympische status gekregen. Hiermee bereikt de sport, die een rijke historie kent, een belangrijke mijlpaal. Zelfbeheersing, discipline en hoffelijkheid. Drie kenmerken van taekwondo die tegelijkertijd het verschil aanduiden tussen sporter en vechter. Het is bij taekwondo niet de bedoeling dat een gevecht tussen twee spelers uitmondt in een strijd waarbij alles geoorloofd is. Daarom is het belangrijk dat je de taekwondotechnieken goed leert beheersen. Op die manier treed je je tegenstander met discipline en hoffelijkheid tegemoet. Taekwondo is een sport waarbij veel getraind wordt op het correct uitvoeren van diverse stoot- en traptechnieken. Tijdens het uitvoeren van de vele traptechnieken sta je regelmatig op één been. Van het evenwichtsvermogen wordt daarom nogal wat gevraagd. De basistechnieken, zoals hand- en voetstanden, leer je als eerste. In een latere fase van het trainingsproces wordt aandacht besteed aan mentale training, souplesse, snelheid en kracht. Dan ontstaan de zeer gecontroleerde en vaak snelle bewegingen die voor taekwondo zo kenmerkend zijn. Belangrijk is dat de lichamelijke conditie gelijke tred houdt met de vooruitgang in technieken. Taekwondo is dan ook een inspannende ontspanning. Een beschaafde sport waarin je op een positieve manier je energie kwijt kunt. Trainen doe je in je eigen tempo, binnen je eigen mogelijkheden. Zo kan iedereen de verschillende taekwondotechnieken leren beheersen. De trainingen worden aangepast aan het niveau dat je wilt bereiken. Het tempo waarin je taekwondo leert, bepaal je dus grotendeels zelf. Nederland telt ruim 170 sportscholen en verenigingen die zijn aangesloten bij de Taekwondo Bond Nederland (TBN). Bij deze bond kun je het adres opvragen van een taekwondoclub bij jou in de buurt. Om te kijken of je taekwondo een leuke sport vindt, kun je bijvoorbeeld een proefles volgen. Binnen de taekwondosport is een aantal onderdelen belangrijk: * Oefen je stijlvormen (Poomse), dan vecht je tegen een denkbeeldige tegenstander, waarbij je in een vast patroon aanvals- en verdedigingstechnieken uitvoert. * Met zelfverdedigingtechnieken (Hosinsul) leer je jezelf te verdedigen tegen alle vormen van aanvallen, zoals: vastpakken, verwurgen, klemmen of stok- en mesaanvallen. * Met breektechnieken (Kyokpa) leer je voorwerpen breken. Dit is een spectaculaire test om te kijken of je de bewegingen goed beheerst. * Sparring (Kyorugi) is een vrij gevecht tussen twee partners waarbij zoveel mogelijk punten moeten worden gescoord. Alle onderdelen moet je goed kunnen beheersen om examen te mogen doen voor de zwarte band. Om aan taekwondowedstrijden te kunnen deelnemen moet je de technieken eerst heel goed beheersen. Tijdens de wedstrijdtrainingen wordt er naast de technieken ook veel aandacht besteed aan het bewegingspatroon van je voeten. Taekwondowedstrijden vallen op door de dynamische bewegingen van de sporters. Wervelende aanvallen, spectaculaire ontwijkmanoeuvres en tegenaanvallen volgen elkaar in een snel tempo op. Kortom, een spannend kijkspel. In de onderdelen "stijlvormen" en "sparring" zijn er wedstrijden op verschillende niveaus, zodat je je al na korte tijd kunt inschrijven voor een toernooi. Je kunt ook deelnemen op recreatieve basis zonder mee te doen aan officiële kampioenschappen.
8
Bij sparringswedstrijden moet je binnen drie ronden van elk drie minuten zoveel mogelijk punten zien te scoren. Een aanval van je voet of vuist gericht op de voorzijde van de romp of het hoofd van je tegenstander levert punten op. Aanvallen, gericht op het achterhoofd, nek, rug of onder de navel zijn niet toegestaan. Jongeren tot 14 jaar mogen niet naar het hoofd aanvallen. Sparringswedstrijden zijn full-contact. Tijdens de wedstrijd zorgen de hoofdscheidsrechter en drie juryleden ervoor dat alles volgens de regels verloopt. Dankzij discipline, strakke regels en het dragen van de verplichte lichaams-, arm-, been-, hoofd-, mond- en kruisbeschermers blijft het aantal blessures gering, zeker in verhouding tot andere sporten. Bij wedstrijden in het onderdeel "stijlvormen" ligt de nadruk, naast een correcte uitvoering van trappen, stoten en verdedigingen, op concentratie, balans en kracht tijdens de bewegingen. Daarnaast houden de juryleden bij hun waardering ook rekening met harmonie, ritme, soepelheid en dynamiek. In de meeste vechtsporten kent men stijlfiguren die volgens een vast patroon moeten worden gelopen. Ook in het taekwondo kent men deze stijlfiguren waartoe o.m. de Taegeuk en Poomse behoren. De Taegeuk en Poomse zijn stijlfiguren die zijn samengesteld uit de basisbewegingen van het taekwondo. De meeste zijn gebaseerd op de aanvals- en/of verdedigingstechnieken, welke zijn geplaatst in een vaste en logische volgorde. De stijlfiguren geven de taekwondobeoefenaar de kans alle basistechnieken in serie door te nemen en verder te ontwikkelen. Tevens kan men door stijlfiguren de handelbaarheid van de verschillende technieken in de praktijk bewijzen, een juiste ademhalingstechniek oefenen en een goed ritmegevoel krijgen. Het kan gezien worden als een gevecht tegen denkbeeldige tegenstanders. In een vooraf bepaalde vorm, in verschillende richtingen, worden alle mogelijke aanvals- en verdedigingstechnieken uitgevoerd. Bij de uitvoering van de Taegeuk en Poomsees dient aandacht besteed te worden aan de volgende punten: •
Men moet op dezelfde plaats eindigen als werd begonnen.
•
Men moet een juiste houding tonen en vooral een beeldend karakter laten zien. Bij examens blijkt zeer vaak dat kandidaten geen enkele weet hebben van wat de achtergrond is van een bepaalde techniek of wat het doel van de kihap(=schreeuw) is. Veel technieken worden uitgevoerd zonder enige richting, kracht of gerichte spierspanning.
•
Men dient de spieren op het juiste moment aan te spannen of te ontspannen. Iedere techniek van een slag, stoot of trap dient te worden uitgevoerd tijdens een kort spanningsmoment van het lichaam. Men voert de Poomse niet correct uit indien men tijdens de gehele oefening één brok spierspanning is of als men de oefening uitvoert als “een slappe vaatdoek”.
•
Iedere beweging moet gebaseerd zijn op een goede ritmiek, die zonder stroefheid wordt uitgevoerd. Houterige en stoterige bewegingen komen rommelig over. Het gaat dan niet vloeiend.
•
Bij enkele stijlfiguren dienen de technieken vertraagd en/of versneld te worden uitgevoerd. Dit dient te gebeuren met grote precisie.
•
Men dient de achtergrond van iedere beweging te kennen.
•
In de uitvoering moet een bepaalde realiteit naar voren komen. De Poomse kan immers gezien worden als een soort van gevecht tegen een denkbeeldige tegenstander.
•
Alle technieken dienen zowel rechts als links te kunnen worden uitgevoerd.
•
Tijdens de uitvoering dient men recht vooruit te kijken en dient iedere techniek gepaard te gaan met een goede ademhalingstechniek.
9
4. Geschiedenis van taekwondo De geschiedenis van het Taekwondo kan worden teruggevoerd tot de tijd dat Korea was verdeeld in 3 koninkrijken. Te weten: - Koguryo (37 vóór Christus tot 668 na Christus) - Paekche (18 vóór Christus tot 660 na Christus) - Silla (57 vóór Christus tot 936 na Christus) De Koning van Silla, Chinhung (540-576 na Chr.), zou de eerste aanzet geven tot de uiteindelijke vereniging van de 3 koninkrijken. Gedurende zijn regering kwam de Hwarang-groep op, waarmee Taekwondo meestal in verband wordt gebracht. De beste vertaling van Hwarang is "bloemenjongen" (Hwa = bloem en Rang = jonge man). De Hwarang waren knap uitziende jongens, voornamelijk afkomstig uit de kringen van edelen, die zich bezighielden met zang, dans en poëzie. Aangenomen wordt dat de Hwarang-groep na de vereniging van de 3 koninkrijken zich voornamelijk bezig heeft gehouden met culturele activiteiten. De Hwarang-groep heeft geen directe invloed uitgeoefend op de ontwikkeling van het Taekwondo. Wel hield zij zich bezig met allerlei vechtsystemen, die overigens uit China afkomstig waren. Naast het Japanse Karate hebben ook andere vechtsystemen invloed gehad op de ontwikkeling van het huidige Taekwondo. Hierbij kan worden gedacht aan: Subak (gevecht met de handen), T'aekkyon (gevecht tussen 2 personen waarbij men elkaar met allerlei voettechnieken onderuit moet trappen) en Kwon Bop (de wet van de vuist). Aangenomen wordt dat het huidige Taekwondo veel beentechnieken heeft overgenomen uit het T'aekkyon. De huidige naam Taekwondo werd pas in 1955 voor de eerste maal binnen Korea gehanteerd en wel door de Koreaan Choi Hong Hi. Choi werd als kind gestimuleerd de oude T'aekkyontechnieken te bestuderen onder leraar Han Il Dong. Als student beoefende hij in Japan een aantal jaren Karate, waarin hij ook zijn eerste Dan behaalde. Choi wist de verschillende Japanse en Koreaanse hand- en beentechnieken te combineren tot één systeem. Hij stichtte in 1953 de Oh do Kwan-school wat "de school van mijn weg" betekent. Er waren in die tijd ook andere scholen die vechtstijlen onderwezen, die echter allen door de Japanse overheersing beïnvloed waren. Aangezien hij beroepssoldaat was, kon Choi zijn stijl aan de mannen onder zijn bevel doceren. Met het verstrijken van de tijd kwam hij steeds hoger in rang en werd uiteindelijk benoemd tot generaal van het Koreaanse leger. Door zijn banden met buitenlandse legereenheden verspreidde Choi de kennis van zijn stijl in het buitenland. In 1954 werd hij hoofd van de Chong Do Kwan en zat in het bestuur dat zich bezighield met de ontwikkeling van een verenigde Koreaanse vechtstijl. Choi was degene die de suggestie deed om de verschillende Koreaanse vechtstijlen te verenigen onder de naam Taekwondo. Ook werd een start gemaakt om de verschillende organisaties te verenigen onder één naam: de Koreaanse Taekwondo Associatie, waarvan Choi tot president werd benoemd. Naarmate het Taekwondo populairder werd in het buitenland, werd besloten om in 1966 de Internationale Taekwondo Federatie (I.T.F.) op te richten. In 1972 verliet Choi Korea vanwege allerlei politieke redenen. Hij vestigde de I.T.F. in Canada. De Koreaanse Taekwondo Associatie richtte al spoedig daarna, in 1973, een andere wereldorganisatie op onder de naam World Taekwondo Federation (W.T.F.). Tevens werden de eerste wereldkampioenschappen georganiseerd in Korea. Un Yong Kim heeft grote invloed gehad op het Taekwondo als wedstrijdsport binnen de W.T.F. De benoeming van Un Yong Kim in 1974 tot vice-president van de Koreaanse Sport Federatie en het Koreaans Olympisch Comité heeft het Taekwondo veel internationale contacten opgeleverd. Inmiddels werd Kim ook bestuurslid van het I.O.C. Sinds 1980 is Taekwondo erkend door het Internationaal Olympisch Comité en in 1988 werd het W.T.F.taekwondo geïntroduceerd als demonstratiesport tijdens de Olympische Spelen van Seoul, Korea. Ook in 1992 stond het Taekwondo wederom als demonstratiesport op het programma tijdens de Olympische Spelen van Barcelona, Spanje. Vanaf het jaar 2000, tijdens de Olympische Spelen in Sydney, Australië, heeft Taekwondo een officiële Olympische status. Un Yong Kim, in de loop der tijd benoemd tot vice-voorzitter van het I.O.C., werd in januari 2004 op 72jarige leeftijd gearresteerd en op non-actief gesteld. Hij werd in februari 2004 ook veroordeeld wegens corruptie. Hij verduisterde miljoenen euro’s van de WTF en andere sportorganisaties die hij leidde. In juni 2004 werd Dr. Chung Won Choue gekozen tot nieuwe WTF-president.
10
5. Huishoudelijk Reglement
Tae Kwon Do Vereniging Someren Huishoudelijk Reglement
2006
Artikel 1 Lidmaatschap Nieuwe leden kunnen zich aanmelden bij het bestuur van de vereniging. Indien er geen ledenstop van toepassing is kan het toekomstige lid twee gratis proeflessen bijwonen. Hierna besluit men om al dan niet lid te worden van de vereniging. De aanmelding geschiedt door invulling, dagtekening en ondertekening van een door het bestuur te verstrekken aanmeldingsformulier. Voor juniorleden dient het formulier mede ondertekend te worden door de wettelijk vertegenwoordiger. Men levert vervolgens het inschrijfformulier in bij het secretariaat met een recente pasfoto. Het bestuur kan vorderen dat de in het formulier verstrekte gegevens door deugdelijke bewijzen worden gestaafd. Het bestuur beslist vervolgens over toelating tot de vereniging. Het lid krijgt bij het inschrijfformulier ook een inschrijfformulier voor het bondslidmaatschap en een huishoudelijk reglement. De statuten van de vereniging liggen ter inzage bij het secretariaat. Vanaf de derde les wordt contributie geheven. Eenmalig wordt inschrijfgeld in rekening gebracht. De hoogte van de contributie zal jaarlijks door de algemene ledenvergadering worden vastgesteld. De kosten voor de aanmelding van leden worden jaarlijks door het bestuur vastgesteld. De leden hebben de plicht het secretariaat tijdig in kennis te stellen van veranderingen in hun NAWgegevens (naam, adres, woonplaats). Van de leden wordt verwacht dat ze de statuten, reglementen en besluiten van de vereniging en organen van de vereniging naleven. Tevens wordt van de leden verwacht dat ze zich tegenover elkaar en de vereniging, scheidsrechters, tegenstanders en andere betrokkenen gedragen naar hetgeen door redelijkheid en billijkheid wordt gevorderd en dat ze de belangen van de vereniging niet schaden. In voorkomende gevallen kan het bestuur besluiten tot schorsing van het lid voor een periode van ten hoogste drie maanden. Bij herhaling kan het bestuur besluiten tot opzegging namens de vereniging of ontzetting uit het lidmaatschap van het betreffende lid volgens artikel 4 van de statuten. Binnen één maand nadat het lid van het besluit tot schorsing, opzegging door de vereniging of ontzetting uit het lidmaatschap in kennis is gesteld kan het lid in beroep gaan bij de algemene ledenvergadering en daar verweer voeren. Gedurende de beroepstermijn en hangende het beroep is het lid geschorst en kan zijn/haar lidmaatschapsrechten niet uitoefenen. Leden die hun lidmaatschap willen opzeggen dienen dit tijdig schriftelijk kenbaar te maken bij het bestuur van de vereniging. Opzegging door het lid kan slechts geschieden tegen 30 juni en 31 december van ieder kalenderjaar met een opzeggingstermijn van tenminste één maand. Te late opzegging heeft tot gevolg dat het lidmaatschap, met inbegrip van de daaraan verbonden financiële verplichtingen, eerst eindigt aan het eind van volgende periode, tenzij het bestuur wegens bijzondere omstandigheden anders besluit.
Artikel 2 Geldmiddelen De geldmiddelen van de vereniging bestaan uit: • contributies; • subsidies; • sponsorgelden; • verkrijgingen krachtens erfrecht of schenking; • inkomsten uit activiteiten van de vereniging en haar vermogen; • overige baten.
11
Artikel 3 Contributie De leden betalen een jaarlijkse contributie, waarvan de hoogte wordt vastgesteld door de algemene ledenvergadering en welke halfjaarlijks bij gelijke delen wordt geïnd, bij voorkeur door gebruikmaking van een automatische incasso. Voor de contributiebetaling bestaat het jaar uit 2 perioden: Periode 1: januari tot en met juni. Periode 2: juli tot en met december. De leden van de vereniging worden ingedeeld in onderstaande categorieën die een verschillende contributie betalen: Categorie A: pupillen – leeftijd 7 tot en met 9 jaar. Categorie B: aspiranten – leeftijd 10 tot en met 13 jaar. Categorie C: junioren – leeftijd 14 tot en met 17 jaar. Categorie D: senioren – leeftijd 18 jaar en ouder. Categorie E: ereleden. Indien een lid gedurende een periode van categorie wisselt zal vanaf de eerste dag van de nieuwe maand de contributie volgens de nieuwe categorie berekend worden. Bij niet tijdig voldoen aan de betalingsverplichting krijgt men een schriftelijke aanmaning. Indien na twee schriftelijke aanmaningen nog niet aan de betalingsverplichting is voldaan zal een maand extra contributie in rekening worden gebracht en zal het lid tot de nota volledig is voldaan niet meer worden toegelaten tot de trainingen en andere activiteiten van de vereniging. Indien het lid ook daarna niet binnen 14 dagen aan zijn/haar betalingsverplichting heeft voldaan zal het lid met onmiddellijke ingang door de vereniging worden ontzet uit het lidmaatschap. De achterstallige financiële verplichtingen blijven echter verschuldigd. Bij betalingsproblemen dient men uiterlijk binnen 14 dagen na ontvangst van de nota schriftelijk contact op te nemen met de penningmeester.
Artikel 4 Aansprakelijkheid De vereniging of de trainer kan niet aansprakelijk worden gesteld voor verlies, vernieling of diefstal van persoonlijke eigendommen van leden tijdens een training, wedstrijd of een andere door de vereniging georganiseerde activiteit. Het beoefenen van de taekwondosport geschiedt altijd op eigen risico. De vereniging of de trainer kan niet aansprakelijk worden gesteld voor lichamelijk letsel of de gevolgen daarvan, opgelopen bij deelname aan een training, wedstrijd of andere verenigingsactiviteit. De leden, en bij juniorleden hun wettelijk vertegenwoordigers, verklaren zich akkoord de vereniging te vrijwaren van iedere vorm van aansprakelijkheid. Ieder der leden is aansprakelijk voor de door hem/haar aan de eigendommen van de vereniging aangerichte schade. Elke geconstateerde schade wordt geacht veroorzaakt te zijn door hem/haar of hen die de betreffende zaak het laatst heeft of hebben gebruikt, indien en voor zover het tegendeel niet door de betrokkene(n) wordt aangetoond.
Artikel 5 Kleding- en hygiënevoorschriften Bij deelname aan een training of wedstrijd is het lid verplicht een schoon en wit taekwondopak met recent clubembleem te dragen. Ook dient men zorg te dragen voor voldoende persoonlijke hygiëne: lichaam, handen en voeten dienen schoon te zijn en de nagels kort en schoon. Wondjes en andere huidbeschadigingen dienen voldoende afgedekt te zijn. Om bepaalde en/of medische redenen kan men verplicht gesteld worden geschikt schoeisel te dragen. Het dragen van sieraden is niet toegestaan. Voor de veiligheid van het lid wordt ten stelligste aangeraden tijdens trainingen voldoende beschermers te dragen. Het bestuur, de trainer respectievelijk de coach/leider kan toegang tot training of wedstrijd weigeren indien niet voldaan wordt aan deze voorschriften. Het bestuur bepaalt in voorkomende gevallen welke kleding door de leden wel/niet gedragen mag worden tijdens verenigingsactiviteiten. Een coach of leider bij een wedstrijd is verplicht zich aan de voorschriften en bepalingen van de bond te houden, evenals het lid zelf.
12
Artikel 6 Het bondslidmaatschap Bij deelname aan examens en wedstrijden of evenementen georganiseerd door de bond dient men lid te zijn van de bond. De contributie voor het bondslidmaatschap wordt door de bond zelf verzorgd. Een aanmeldingsformulier is verkrijgbaar bij het secretariaat. Men vult het aanmeldingsformulier in en levert dit weer in bij het secretariaat van de vereniging met een recente pasfoto. Van bondsleden, trainers, coaches en leiders wordt verwacht dat ze de statuten, reglementen en besluiten van de bond en van organen van de bond naleven, evenals de van toepassing verklaarde wedstrijdbepalingen. Het bestuur raadt alle leden ten stelligste aan lid te worden van de bond, mede omdat in het bondslidmaatschap een ongevallenverzekering inbegrepen is.
Artikel 7 Examen Minimaal eenmaal per jaar zal er binnen de vereniging een examen volgens normen en regels van de bond worden afgenomen. Aan een examen kan men uitsluitend deelnemen wanneer men lid is van de bond. De trainer, in overleg met het bestuur, bepaalt wie voor deelname in aanmerking komt. Voor aanvang van het examen wordt het betreffende lid door de trainer op de hoogte gesteld van de mogelijkheid tot deelname aan het examen met overhandiging van een examenformulier. De aan dit examen verbonden bijdrage wordt jaarlijks door het bestuur vastgesteld. Uiterlijk 2 dagen vóór het examen dient de bijdrage bij de penningmeester betaald te zijn. Indien dit niet het geval is, is deelname aan het examen niet mogelijk. Het bestuur stelt jaarlijks ook nadere bepalingen en reglementen met betrekking tot het examen vast. Deze worden bekendgemaakt bij/op het examenformulier.
Artikel 8 Alcohol en/of drugs Leden, coaches en/of trainers die onder invloed zijn van alcohol en/of drugs worden onder geen enkele voorwaarde toegelaten tot deelname aan training of ander sportevenement georganiseerd door de vereniging.
Artikel 9 Representatie Bij onderstaande gebeurtenissen worden namens de vereniging, indien het secretariaat hiervan tijdig kennis heeft kunnen nemen, door het bestuur te bepalen attenties verstrekt: • huwelijk van een lid; • geboorte zoon/dochter van een lid; • tijdens ziekte van het lid, bij thuisverblijf na minimaal 4 weken ziekteduur; • tijdens ziekte van het lid, na een verblijf van een week in het ziekenhuis; • bij overlijden van een lid, zijn/haar echtgeno(o)t(e) of kind; • bij 25-, 40- of 50-jarig huwelijksjubileum van een lid; • bij het 12 ½-, 25-, 40- of 50-jarige verenigingsjubileum van een lid; Overige representaties en attenties worden bepaald door het bestuur indien het bestuur hiervan tijdig kennis heeft kunnen nemen.
Artikel 10 Het bestuur De vereniging wordt bestuurd door een bestuur dat bestaat uit een oneven aantal van ten minste drie en ten hoogste zeven personen. De algemene vergadering benoemt de bestuursleden uit de leden en stelt het aantal bestuursleden vast. De bestuursleden worden benoemd voor een periode van drie jaar en zijn herkiesbaar. Het bestuur stelt een rooster van aftreden vast en houdt dit bij. De voorzitter, secretaris en penningmeester treden nooit samen af, maar ieder in een afzonderlijk jaar. Wie in een tussentijdse vacature wordt benoemd neemt op het rooster de plaats van zijn voorganger in. Een bestuurslid kan te allen tijde door de algemene vergadering worden geschorst. Het dagelijks bestuur bestaat uit tenminste voorzitter, secretaris en penningmeester. Het dagelijks bestuur regelt de dagelijkse gang van zaken en neemt in spoedeisende zaken beslissingen. Zij is daarvan verantwoording schuldig aan het algemeen bestuur. De overige bestuursleden staan de leden van het dagelijks bestuur terzijde en zijn verplicht zonodig hun werkzaamheden over te nemen. Het bestuur vergadert minimaal vier maal per jaar en verder zo vaak als de voorzitter, secretaris of twee andere bestuursleden dit nodig achten. Er kan vergaderd worden als toevallig alle bestuursleden bij elkaar zijn. Een bestuursvergadering is tot besluiten bevoegd als de meerderheid van de bestuursleden aanwezig is. Over personen wordt schriftelijk gestemd, terwijl over zaken mondeling gestemd kan worden. Besluiten worden bij meerderheid van geldige stemmen genomen. Indien bij een stemming over zaken de stemmen staken, wordt het voorstel geacht te zijn verworpen.
13
Heeft bij een stemming over personen bij de eerste stemming niemand de meerderheid van de uitgebrachte geldige stemmen verkregen, dan vindt een herstemming plaats over de personen, die de meeste of zo nodig op één na de meeste stemmen op zich hebben verenigd. Bij herstemming beslist het grootste stemmenaantal. Indien bij de herstemming de stemmen staken, beslist terstond het lot. Van bestuursleden wordt verwacht, als collectief en elk afzonderlijk, dat ze zich tegenover elkaar, de vereniging en andere betrokkenen gedragen naar hetgeen door redelijkheid en billijkheid wordt gevorderd en dat ze de belangen van de vereniging niet schaden. Het bestuur kan commissies benoemen voor bepaalde taken. Een commissie is verantwoording schuldig aan het bestuur. Een commissie vergadert zo dikwijls de voorzitter of ten minste twee leden van de commissie dit wenselijk achten. Conform artikel 13.3 van de statuten worden door de algemene ledenvergadering de leden van de kascontrolecommissie benoemd. De kascontrolecommissie is gehouden tenminste éénmaal per jaar de gehele boekhouding en de daarop betrekking hebbende bescheiden van de vereniging na te zien. Van de uitkomst van dit onderzoek wordt verslag uitgebracht aan de algemene vergadering, vergezeld van een advies tot al dan niet goedkeuring van de jaarstukken.
Artikel 11 Wijziging Huishoudelijk Reglement Wijzigingen in het Huishoudelijk Reglement worden vastgesteld door de algemene ledenvergadering, waartoe werd opgeroepen met de mededeling dat aldaar wijziging van het huishoudelijk reglement zal worden voorgesteld, met een gewone meerderheid van stemmen. Voorstellen tot wijziging gaan uit van het bestuur. Tenminste 14 dagen voor de vergadering moet een afschrift van het voorstel, waarin de voorgedragen wijziging woordelijk is opgenomen, op een daartoe geschikte plaats voor de leden ter inzage gelegd worden tot na afloop van de dag waarop de vergadering wordt gehouden. Bovendien wordt de voorgestelde wijziging van het huishoudelijk reglement tenminste 14 dagen voor de vergadering aan alle leden toegezonden.
Artikel 12 Onvoorzien In gevallen/bepalingen waarin dit huishoudelijk reglement niet voorziet beslist het bestuur.
Artikel 13 Slotbepalingen Ieder lid of verenigingsorgaan dient zich te houden aan de bepalingen van dit reglement. Na vaststelling van het reglement wordt zo spoedig mogelijk de tekst bekend gemaakt aan de leden. Het treedt in werking vanaf de eerste dag na de ledenvergadering.
Aldus vastgesteld tijdens de algemene ledenvergadering van 13 april 2006 te Someren.
Namens het bestuur van de vereniging: Voorzitter Dhr. M. Dijstelblom
Secretaris Dhr. R. Isbouts
14
6. Trainingsreglement Tae Kwon Do Vereniging Someren Trainingsreglement
2006
1.
De tobok dient altijd netjes en schoon te zijn.
2.
Handen en voeten dienen schoon te zijn en nagels kort geknipt. Eventuele wondjes dienen afgedekt te zijn.
3.
Het dragen van sieraden is niet toegestaan.
4.
De kleedkamers dienen netjes te zijn en netjes achtergelaten te worden. De kleedkamer hoort ook bij de doojang!
5.
Toiletbezoek vóór de training, tijdens de training alleen met toestemming van de (assistent)trainer.
6.
Bij het betreden en verlaten van de doojang dient men correct te groeten.
7.
Drinken tijdens de les is alleen toegestaan als de trainer toestemming heeft gegeven.
8.
Het is verboden elkaar te duwen of bij elkaar aan de tobok te trekken.
9.
Pesten, discrimineren en schelden is ten strengste verboden.
10.
Toon respect naar iedereen en vooral naar de (assistent)trainers.
Taekwondo is een zeer gedisciplineerde sport. De trainers en het bestuur zullen toezien op naleving van dit reglement.
15
7. Waarden en normen, sportiviteit & respect Achtergrondinformatie Onze vereniging is ervan overtuigd dat sportiviteit en respect essentiële begrippen zijn in de sport. Het maakt de sport plezieriger en veiliger. Want onsportiviteit, ruw spel en agressief gedrag leiden vaak tot blessures, niet alleen bij de tegenstanders, ook bij de veroorzaker zelf. Bovendien zorgt een goede sfeer in de vereniging ervoor dat de vervelende vormen van machtsmisbruik, zoals pesten en (seksuele) intimidatie, minder kans krijgen. Een Gezonde Sportvereniging stimuleert sportief en respectvol gedrag bij haar kaderleden, sporters, ouders van sporters en supporters.
Sportiviteit & Respect in de sport In sport lopen de emoties vaak hoog op en gelden andere regels en gewoonten dan in de andere geledingen van de samenleving. In combinatie met de lichamelijkheid van sport, vormt dit soms bedreigende situaties. Onplezierige gevoelens door onsportiviteit, agressiviteit of (seksuele) intimidatie komen helaas in de sport voor. Het is de persoonlijke verantwoordelijkheid van iedereen (sporter en kaderlid) die in de sport betrokken is om te werken aan verantwoorde sport. Meer sportiviteit zorgt voor meer plezier en een veilig gevoel bij het sporten, niet alleen voor de sporters zelf, maar ook voor de andere betrokkenen. Daarnaast kun je, door als ouder bijvoorbeeld actief betrokken te zijn bij de sportactiviteiten van je kind en de sportvereniging, je bijdrage leveren aan een veilig klimaat en de juiste omgangsvormen.
Algemene gedragscodes Er zijn normen die voor iedereen gelden. Zij zijn: 1. 2. 3. 4. 5.
Respecteer de regels van je sport Respecteer de mede- en tegenstander binnen je sport. Behandel alle deelnemers in je sport gelijkwaardig. Gebruik geen (fysiek-, mentaal- en verbaal) geweld bij sport. Samen staan voor een faire sport.
Specifieke gedragscodes Hieronder staan normen en waarden die voor een specifieke groep gelden.
Sporters: 1. 2. 3. 4.
5. 6. 7. 8. 9. 10. 11.
Probeer te winnen met respect voor jezelf, je team- of clubgenoten en je tegenstanders. Speel volgens de bekende of afgesproken wedstrijdregels. Vind eerlijk en prettig spelen belangrijk en presteer zo goed mogelijk. Aanvaard de beslissingen van scheidsrechters en juryleden. Als zij niet voor hun taak geschikt blijken te zijn, bespreek dat dan later, niet alleen met je eigen teamleden, en probeer er verbetering in te brengen. Beïnvloed de scheidsrechter en juryleden niet door onbehoorlijke taal of agressieve gebaren en woorden. Blijf bescheiden bij een overwinning en laat je niet ontmoedigen door een nederlaag. Wens de tegenstander geluk met het behaalde succes als je zelf de verliezer bent. Onsportiviteit van de tegenstander is nooit een reden om zelf onsportief te zijn of de club aan te moedigen ook onsportief te spelen of op te treden. Wijs je medespelers gerust op onsportief of onplezierig gedrag. Heb de moed om je eigen fouten of tekortkomingen met anderen te bespreken, bijvoorbeeld met je trainer, je coach, je clubgenoten of je ouders. Respecteer het werk van al die mensen die ervoor zorgen dat in je sport mogelijkheden bestaan te trainen en wedstrijden te spelen. Dit is namelijk niet zo vanzelfsprekend.
16
Ouders en verzorgers: 1. Forceer een kind dat geen interesse toont nooit om deel te nemen aan een sport. 2. Bedenk dat kinderen sporten voor hun plezier en niet voor het uwe. 3. Moedig uw kind altijd aan om volgens de regels te spelen. Regels die een goede spelleider zal aanpassen aan de mogelijkheden van de deelnemers. 4. Leer uw kind dat eerlijke pogingen net zo belangrijk zijn als winnen, zodat het resultaat van elke wedstrijd geaccepteerd wordt zonder onnodige teleurstelling. 5. Verander een nederlaag in een overwinning door uw kind te helpen te werken aan een grotere vaardigheid en het worden van een goede sportman/vrouw. Maak het kind nooit belachelijk en geef het geen uitbrander als het een fout heeft gemaakt of een wedstrijd heeft verloren. 6. Bedenk dat kinderen het beste leren door na te doen. Applaudisseer voor goed spel van beide teams of clubs. 7. Val een beslissing van een scheidsrechter e.d. niet in het openbaar af en trek nooit de integriteit van dergelijke personen in twijfel. 8. Ondersteun alle pogingen om verbaal en fysiek misbruik tijdens sportactiviteiten door de jeugd te voorkomen. 9. Erken de waarde en het belang van alle vrijwilligers binnen de club. Zij geven hun tijd en kennis om het sporten/de recreatie van uw kind mogelijk te maken.
Toeschouwers: 1. Denk eraan dat de jeugd voor haar eigen plezier deelneemt aan georganiseerde sportbeoefening. De jeugd doet dit niet voor uw vermaak, noch zijn de sporters “mini-profsporters”. 2. Gedraag u op uw best. Vermijd het gebruik van grove taal en het beledigen of belagen van spelers, trainers, scheidsrechters en officials. 3. Geef applaus bij goed spel van zowel uw eigen team of club als van het gastteam/club of andere deelnemers aan een wedstrijd. 4. Toon respect voor tegenstanders/tegenspelers. Zonder hen zou er geen wedstrijd zijn. 5. Maak een kind nooit belachelijk en scheld het niet uit als het een fout maakt gedurende een wedstrijd of demonstratie. 6. Veroordeel elk gebruik van geweld. 7. Respecteer de beslissing van de scheidsrechter en jury. 8. Moedig de jongeren altijd aan om zich aan de spel-/wedstrijdbepalingen te houden. 9. Zorg ervoor dat uw gedrag sportief is. Goed voorbeeld doet goed volgen.
Wat doet de vertrouwenspersoon? Iedereen die sport, moet dit kunnen doen in een veilige omgeving. Wanneer je bijvoorbeeld te maken krijgt met (seksuele) intimidatie is dat een teken dat die omgeving niet veilig meer is. Het kan veel emoties en vragen oproepen, ook als je er niet zelf het slachtoffer van bent, maar het ziet gebeuren. Blijf er niet mee rondlopen! Signaleer het en praat erover met iemand in wie je vertrouwen hebt. Direct signaleren en het in de openbaarheid brengen kan herhaling of het verergeren van de situatie voorkomen. De vertrouwenspersoon luistert naar je verhaal en helpt je zoeken naar mogelijkheden om de situatie op te lossen. Informatie wordt strikt vertrouwelijk behandeld en er gebeurt niets wat je niet weet. Ook binnen onze vereniging zijn vertrouwenspersonen aangesteld. NOC*NSF heeft in samenwerking met de bonden een structuur opgezet om (seksuele) intimidatie in de sport te voorkomen en waar nodig hulp te kunnen bieden. Zo is er onder andere een poule met vertrouwenspersonen en adviseurs opgesteld waar sporters, verenigingen en bonden kosteloos gebruik van kunnen maken.
Gedragsregels sportbegeleider NOC*NSF heeft ook gedragsregels voor sportbegeleiders opgesteld, die door alle landelijke sportbonden onderschreven zijn. De regels zijn gemaakt om de risico's op ongewenst gedrag in de relatie pupil en trainer te verkleinen en ze fungeren als toetssteen voor het gedrag van begeleiders en sporters in concrete situaties. Hieronder vindt u de elf gedragsregels die worden onderschreven door alle landelijke sportorganisaties die zijn aangesloten bij NOC*NSF, dus ook door de Taekwondo Bond Nederland:
17
1. De begeleider moet zorgen voor een omgeving en een sfeer waarbinnen de sporter zich veilig voelt. 2. De begeleider onthoudt zich ervan de sporter te bejegenen op een wijze die de sporter in zijn waardigheid aantast, én verder in het privé-leven van de sporter door te dringen dan nodig is voor het gezamenlijk gestelde doel. 3. De begeleider onthoudt zich van elke vorm van (machts)misbruik of seksuele intimidatie tegenover de sporter. 4. Seksuele handelingen en seksuele relaties tussen de begeleider en de jeugdige sporter tot zestien jaar zijn onder geen beding geoorloofd en worden beschouwd als seksueel misbruik. 5. De begeleider mag de sporter niet op een zodanige wijze aanraken dat de sporter en/of de begeleider deze aanraking naar redelijke verwachting als seksueel of erotisch van aard zal ervaren, zoals doorgaans het geval zal zijn bij het doelbewust (doen) aanraken van geslachtsdelen, billen en borsten. 6. De begeleider onthoudt zich van seksueel getinte verbale intimiteiten. 7. De begeleider zal tijdens training(sstages), wedstrijden en reizen gereserveerd en met respect omgaan met de sporter en met de ruimte waarin de sporter zich bevindt, zoals de kleedkamer of de hotelkamer. 8. De begeleider heeft de plicht de sporter te beschermen tegen schade en (machts)misbruik als gevolg van seksuele intimidatie. Daar waar bekend of geregeld is wie de belangen van de (jeugdige) sporter behartigt, is de begeleider verplicht met deze personen of instanties samen te werken, opdat zij hun werk goed kunnen uitoefenen. 9. De begeleider zal de sporter geen (im)materiële vergoedingen geven met de kennelijke bedoeling tegenprestaties te vragen. Ook de begeleider aanvaardt geen financiële beloning of geschenken van de sporter die in onevenredige verhouding tot de gebruikelijke dan wel afgesproken honorering staan. 10. De begeleider zal er actief op toezien dat deze regels worden nageleefd door iedereen die bij de sporter is betrokken. Indien hij gedrag signaleert dat niet in overeenstemming is met deze regels zal hij de betreffende persoon daarop aanspreken. 11. In die gevallen waarin de gedragsregels niet (direct) voorzien, ligt het binnen de verantwoordelijkheid van de begeleider in de geest hiervan te handelen. Bovenstaand hoofdstuk “Waarden en normen, sportiviteit & respect” zoals vastgesteld op de algemene ledenvergadering te Someren d.d. 29 juni 2005.
18
8. Algemene Koreaanse Terminologie Tae (Tè) Kwon Do Dobok (DOObok) Ti (Tie) Dojang (DOOjang) Geup (Kuup) Dan (dan) Charyot (tsjaRJOT) Gyeong-rye (Kjongre) Chunbi (TsjoenBIE) Geuman (koemaan) Si-jak (sie-TSJAK) Tiro-Tora Kiap (kieJAP) Poomse (poemSEE) Gye-Sog (Kjee-SOK) Gallyeo (kalJO) Hoogoo (HOOkoo) Hong Chong (tsjong) Seung (Soeng) Gyeong-go hana Kam-Jom hana(Kam-tsjom) He Jeon (HeeTSJON) I He Jeon Sam He Jeon Ilbo Taeryon (ilbo tPrjon) Hosinsul (HOOsien-soel) Gye Pa (KjeePA) Chokki Taeryon (Tsjokkie tPrjon) Ban-Chayu Taeryon (ban-tsjaaJOE tP rJON) Gyo-Rugi (kjo-ROEkie)
voet, trap, schop vuist, stoot de manier, methode taekwondopak band trainingsruimte graad (letterlijke vertaling "jongen") graad (letterlijke vertaling "man") commando, in de houding staan commando, groeten commando, klaar staan commando, stop commando, start commando, draaien, keren schreeuw stijloefening commando, doorgaan commando, stop borstpantser rood (tijdens sparring) blauw (tijdens sparring) winnaar officiële waarschuwing (half strafpunt) officiële waarschuwing (heel strafpunt) gevechtsronde tweede ronde derde ronde 1-stapssparring zelfverdediging breektest non-contact sparren met alleen voet- en beentechnieken vrij sparren vrij sparren
19
9. Lichaamsdelen Mom Eolgool (olKOEL) Momtong (momTONG) Mori (MOOrie) Teok (tok) Mok Deung (doeng) Myeonge (MJONGkee) Pal Palkoop (palKOEP) Palmok (palMOK) An Palmok Bakat Palmok Sonmok (sonMOK) Joomeok (dzjoeMOK) Ap-Joomeok Me-Joomeok Deung-Joomeok(doengdzjoeMOK) Pyon-Joomeok (pjon) Bam-Joomeok Son (son) Pyon-Son (PJON-SON) Sonnal (SONnal) Sonnal-Deung Sondeung (sonDOENG) Ageum-Son(aaKOEM-SON) Kaljaebi (kal-dzjP-BIE) Sonkeut (sonKOET) Pyonsonkeut (PJON-son-koet) Gawisonkeut (KA-wie-son-koet) Batangson (batangSON) Darie (DAArie) Mooreup (mooROEP) Bal Balmok Balnal (BALnal) Balnal-deung (balnalDOENG) Baldeung (balDOENG) Apchook (apTSJOEK) Dwichook (dwieTSJOEK) Dwikumchi (dwieKOEMtsjie) Balkeut (balKOET) Balbadak (balBAdak) Koobi (KOEbie)
lichaam gedeelte van het lichaam boven de sleutelbeenderen (hals, nek, hoofd). gedeelte van het lichaam vanaf de sleutelbeenderen tot aan de navel hoofd kaak, kin hals, nek rug borst / solaris plexus arm elleboog onderarm binnenkant onderarm (duimzijde) buitenkant onderarm (pinkzijde) pols vuist voorkant van de vuist hamervuist', de zijkant van de vuist (pinkzijde) bovenkant van de vuist (rugzijde) vlakke vuist (slechts 2 van de 3 vingerkootjes zijn opgerold) knokkelvuist, dit is een normale vuist waarbij de middelof wijsvinger iets naar voren wordt geschoven hand open hand meshand (pinkzijde) binnen-meshand (duimzijde) handrug tijgerbek of booghand (poomse Koryo) tijgerbek of booghand vingers speerhand (steek met de vingers) speerhand gevormd door alleen wijs- en middelvinger (Gawi = schaar) achterhandpalm been knie voet enkel mesvoet (kleine teenzijde) mesvoet (grote teenzijde) wreef bal van de voet onderkant van de hiel achterzijde van de hiel (achillespees) tenen voetzool gewricht
20
10. Richtingen en telwoorden
Richtingen Oen (wen) Oreun (oROEN) Ap Dwit (dwiet) Yeop (jop) Naeryo (NERjoo) Ollyeo (OLjo) An Bakat (BAkat) Seweo (seeWo) Eopeun (oPOEN) Jeochyo (dzjoTSJOO) Bandae (banda) Baro (baaROO) Nooleo (noeLo) Dollyo (DOljo) Momdollyeo Twieo (twieO)
Links Rechts Voorwaarts Achterwaarts Zijwaarts Neerwaarts Opwaarts Binnenwaarts (t.o.v. jezelf) Buitenwaarts (t.o.v. jezelf) Verticaal Horizontaal (handpalm naar beneden) Omgekeerd (handpalm naar boven) Tegengesteld gericht (t.o.v.het achterste been) Gelijkgericht (t.o.v. het achterste been) Drukkend, duwend Cirkelend, draaiend Met draaiing via de rug om de lichaamsas Vliegend, gesprongen
Telwoorden Koreaans
Telwoorden Chinees
1 2 3 4 5
Hana (hanNAA) Tul (Toel) Set (Set) Net (net) Tasot (taSOT)
6
Yosot (joSOT)
7 8 9 10
Ilgop (ielKOP) Yodol (jooDOL) Ahop (aHOP) Yul (joel)
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
Il (iel) I (ie) Sam Sa O Yuk (joek) Chil (tsjiel) Pal Ku (koe) Sip (sip)
Rangtelwoorden worden in het Chinees aangegeven m.b.v. de toevoeging 'Jang' (dsjang) achter het telwoord. Bijvoorbeeld: de eerste poomse = Poomse Taegeuk il jang
21
11. Standen (Seogi)
Ap Koobi Seogi (AP KOEbie SOkie) Dwit Koobi Seogi Moa Seogi Naranhi Seogi (naaRAAnie SOkie) Joochoom Seogi (tsjoetsjoem) Ap-Joochoom Seogi Mo-Joochoom Seogi Ap-Seogi Haktari Seogi (hakTAArie) Koa Seogi Ap Koa Seogi Dwit Koa Seogi Pyonhi Seogi (PJONie) Mikeurembal (miekoeREMbal) Modeumbal (mooDOEMbal) Beom Seogi (BOM)
Lange stand Korte stand Gesloten stand Parallelstand Paardrijstand Paardrijstand, waarbij de voeten 45 graden naar buiten zijn gedraaid Paardrijstand, waarbij een voet ten opzichte van de andere 1 voetlengte naar voren is geplaatst Loopstand (b.v.1-ste poomse) Kraanvogelstand (voet tegen binnenkant van de knie) Kruisstand Kruisstand (kruising voor het standbeen) Kruisstand (kruising achter het standbeen) Hetzelfde als Naranhi Seogi maar dan de voeten 45 graden naar buiten gedraaid Snelle houdingsverandering door verplaatsen van beide voeten Tamelijk langzame houdingsverandering, waarbij beide voeten naast elkaar in Moa Seogi worden geplaatst Katstand
N.B. Een bepaalde stand wordt 'rechtsgericht' (oreun) of 'linksgericht' (oen) genoemd naar gelang het voor die betreffende stand belangrijkste been het rechter- dan wel het linkerbeen is. Als belangrijkste been wordt beschouwd: Ap Koobi Seogi a)het voorste been bij
Ap Seogi Mo-Joochoom Seogi
Dwit Koobi Seogi b)het achterste been bij
Beom Seogi Pyonhi Seogi
Bijvoorbeeld: Staat men in Ap Koobi Seogi, Ap Seogi en Dwit Koobi Seogi met het rechter been voor, dan is het Oreun Ap Koobi Seogi, Oreun Ap Seogi maar Oen Dwit Koobi Seogi !!!
22
23
12. Trap-, stoot-, slag- en steektechnieken DE TECHNIEKEN - INLEIDING Bij het benoemen van een bepaalde techniek hanteert men in het Koreaans min of meer een vaste volgorde van aanduidingen. Allereerst wordt aangegeven in welke stand de techniek dient te worden uitgevoerd, vooraf gegaan door de bepaling van 'rechts- of linksgericht'. Vervolgens wordt de hand- of voettechniek omschreven en wel als volgt: a) rechter- of linkerhand c.q. rechter- of linkervoet, b) het lichaamsdeel, waarmee wordt aangevallen c.q. verdedigd, c) het lichaamsdeel, dat wordt aangevallen c.q. verdedigd, d) de richting van de aanval c.q. verdediging, e) de vorm van de aanval c.q. verdediging (stoot, slag, trap). Voorbeeld: Een binnenwaartse slag met de rechter meshand naar de hals vanuit een lange pas met het rechtse been voor (1-ste poomse op de terugweg) wordt als volgt aangegeven: OREUN
AP KOOBI SEOGI
OREUN
(a)
(stand)
(a)
HAN
SONNAL
MOK
AN
CHIGI
(b)
(c)
(d)
(e)
(Het woord HAN = 1 en geeft aan dat slechts één hand een meshand is, de andere hand bevindt zich als vuist in de heup.) Nu is het niet altijd nodig om elke techniek volgens de punten a t/m e te benoemen. Er wordt dan volstaan met een verkorte benaming. B.v. de eerste techniek van de 1-ste Taegeuk is de lage afweer met de vuist. Volgens de bovenstaande methode zou deze afweer in het het Koreaans er als volgt uitzien: BAKAT PALMOK ARAE BAKAT MAKKI. In de verschillende literatuur wordt deze afweer afgekort met ARAE MAKKI.
24
25
CHAGI = TRAPTECHNIEKEN Onder Chagi (TSJAkie) verstaat men alle aanvallen met de voet. Deze kunnen worden uitgevoerd met: Apchook Dwichook Dwikumchi Balnal Baldeung Balbadak
bal van de voet Onderkant van de hiel Achterzijde van de hiel (achillespees) Mesvoet (zijde van de kleine teen) Wreef Voetzool
Er wordt onderscheid gemaakt in de richtingen waarheen de traptechniek gemaakt wordt: Ap Chagi Apchook Ap Chagi Dwichook Ap Chagi Baldeung Ap Chagi
Voorwaartse trap Voorwaartse trap met de bal van de voet Voorwaartse trap met de onderkant van de hiel Voorwaartse trap met de wreef op het onderlichaam
Dollyeo Chagi Apchook Dollyeo Chagi Baldeung Dollyeo Chagi
Cirkel trap Rondwaartse trap met de bal van de voet Rondwaartse trap met de wreef Deze trap is een mengeling van Ap Chagi en Dolleyo Chagi, meestal in een hoek van 45 graden
Bandal Chagi
Yeop Chagi Balnal Yeop Chagi Dwichook Yeop Chagi
Zijwaartse trap Zijwaartse trap met de meskant van de voet Zijwaartse trap met de hak
Naeryo Chagi Dwikumchi Naeryo Chagi Balbadak Naeryo Chagi
Neerwaartse trap Neerwaartse trap met de hak Neerwaartse trap met de voetzool
Daarnaast kan er bij de Naeryo Chagi nog onderscheid gemaakt worden in de richting: An Naeryo Chagi Bakat Naeryo Chagi
Neerwaartse trap van buiten naar binnen Neerwaartse trap van binnen naar buiten
26
Dwit Chagi Dwichook Dwit Chagi Balnal Dwit Chagi
Achterwaartse trap Achterwaartse trap met de hak Achterwaartse trap met de meskant van de voet
Bandae Dollyeo Chagi
Tegengestelde rondwaartse trap
Deze trap is enigszins het spiegelbeeld van de Dollyeo Chagi. De trap wordt i.p.v. van buiten naar binnen (Dollyeo Chagi) van binnen naar buiten uitgevoerd. In het Engels is deze techniek ook wel bekend onder de naam 'hooking kick'. Balbadak Bandae Dollyeo Chagi Dwikumchi Bandae Dollyeo Chagi
Tegengestelde rondwaartse trap met de voetzool Tegengestelde rondwaartse trap met de hak
Hooryeo Chagi
Zweep-trap
Deze trap wordt hetzelfde uitgevoerd als de Bandae Dollyeo Chagi, maar het trapbeen scharniert op het einde op het kniegewricht.
Nooleo Chagi
Balbadak An Nooleo Chagi
Duw-trap Buitenwaartse duwtrap met de mesvoet (zijwaartse trap om een aanval af te stoppen) Binnenwaartse duwtrap met de voetzool
Mileo Chagi
Duw-trap
Balnal Bakat Nooleo Chagi
Deze trap wordt uitgevoerd op het middenlichaam.
Biteuro Chagi Apchook Biteuro Chagi Baldeung Biteuro Chagi Balnal Biteuro Chagi
Draai trap binnen / buiten Trap met de bal van de voet Trap met de wreef Trap met de meskant van de voet
Pyojeok Chagi
"doel"-trap
De voet gaat meteen vanaf de grond naar het doel waarbij het been licht gebogen blijft. Deze trap wordt uitgevoerd met Balbadak of voetzool.
27
Momdollyeo Chagi Momdollyeo Dollyeo Chagi Momdollyeo Yeop Chagi Momdollyeo Bandae Dollyeo Chagi
Draai rondwaartse trap Draai zijwaartse trap Draai tegengesteld rondwaartse trap
LET OP !! Let op het verschil tussen Bandae Dollyeo Chagi en Momdollyeo Bandae Dollyeo Chagi. In het 'dagelijks spraakgebruik' wordt Bandae Dollyeo Chagi ook aangeduid met Hooryeo Chagi. Momdollyeo Bandae Dollyeo Chagi wordt ook wel aangeduid met Bandae Dollyeo Chagi (oftewel 'Panda Tollyo'), hetgeen in feite dus een heel andere trap is. De juiste benaming voor de Panda Tollyo Chagi is dus Momdollyeo Bandae Dollyeo Chagi.
TWIEO CHAGI = GESPRONGEN TRAPTECHNIEKEN Twieo Ap Chagi Twieo Yeop Chagi Twieo Dollyeo Chagi Twieo Momdollyeo Bandae Dollyeo Chagi Twieo Doobal Ap Chagi Doobaldangsang
Gesprongen voorwaartse trap Gesprongen zijwaartse trap Gesprongen rondwaartse trap Gesprongen tegengesteld rondwaartse trap Dubbele gesprongen voorwaartse trap in één sprong worden achter elkaar 2 trappen worden uitgevoerd met beide voeten zonder dat deze tussentijds de grond raken b.v. met de linkervoet Twieo Ap Chagi en met de rechtervoet Twieo Dollyeo Chagi
28
JIREUGI = STOOTTECHNIEKEN Onder Jireugi (dsjieroeKIE) worden de stoottechnieken verstaan, waarbij met de vuist vanaf de heup rechtstreeks naar het doel wordt gestoten. Deze technieken kunnen worden uitgevoerd met: Ap-Joomeok Pyon-Joomeok Bam-Joomeok
Voorkant vuist Vlakke vuist 2 kootjes Knokkelvuist middelvinger naar voren
Wat betreft de richting van de stoot kan er onderscheid gemaakt worden tussen: Bandae Jireugi Baro Jireugi Yeop Jireugi Dollyeo Jireugi Dwit Jireugi Naeryo Jireugi Dangyo Jireugi
Voorwaarts tegengestelde stoot (t.o.v. het achterbeen) (b.v. linkerbeen voor, stoot met linkervuist) Voorwaarts gelijkgerichte stoot (t.o.v. het achterste been) (b.v. linkerbeen voor, stoot met rechtervuist) Zijwaartse stoot Cirkelende, rondwaartse stoot of hoekstoot (in de eindpositie is de arm 90 graden gebogen) Achterwaartse stoot over de schouder heen Neerwaartse stoot (b.v. naar een gevallen tegenstander) Opwaartse stoot met Jeochyo Joomeok (omgekeerde vuist met de handrug naar beneden)
Vervolgens dient er een onderscheid gemaakt te worden in de houding van de vuist: Seweo Jireugi Jeochyo Jireugi Eopeun Jireugi
Verticale vuiststoot Omgekeerd vuiststoot (handrug naar beneden) Horizontale vuiststoot (handrug naar boven)
Er wordt onderscheid gemaakt in de houding van de hand: Seweo Jireugi Jechyo Jireugi Eopeun Jireugi
Verticale stoot (meestal op Solaris Plexus) Omgekeerde stoot (handpalm naar boven gericht en meestal gericht op het onderlichaam) Horizontale stoot (handpalm naar beneden gericht en meestal gericht op de luchtwegen)
Wanneer gestoten wordt met "Ap-Joomeok" (= voorkant van de vuist), laat met de aanduiding "ApJoomeok" achterwege. Ook de aanduiding "Eopeun" laat met vervallen. Voorbeelden van stoottechnieken: Momtong Bandae Jireugi Eolgool Bandae Jireugi Dangyo Teok Jireugi Doo Joomeok Jeochyo Jireugi
Voorwaarts tegengestelde stoot met Eopeun Ap-Joomeok naar solaris plexus (poomse 1) Voorwaarts tegengesteld stoot met Eopeun Ap-Joomeok naar het hoofd (poomse 3) Opstoot met omgekeerde vuist naar de kin Twee gelijktijdige vuiststoten met Jeochyo Joomeok (poomse 8: de opstoten op de terugweg)
29
CHIGI = SLAGTECHNIEKEN Onder Chigi (TSJIEkie) worden de aanvalstechnieken verstaan, waarbij moet worden uitgehaald om te slaan. Deze technieken kunnen worden uitgevoerd met: Sonnal Sonnal-Deung Sondeung Me-Joomeok Deung-Joomeok Batangson Palkoop Mooreup
Meshand pinkzijde Meshand duimzijde Handrug Hamervuist (zijkant/pinkzijde van de vuist) Rugzijde van de vuist (z.g. back-fist) Achter handpalm Elleboog Knie
Men maakt wat betreft richting onderscheid in: Ap Chigi An Chigi Bakat Chigi Naeryo Chigi Ollyeo Chigi Yeop Chigi Dwit Chigi
Voorwaartse slag Binnenwaartse slag Buitenwaartse slag Neerwaartse slag Opwaartse slag (naar de kin) Zijwaartse slag Achterwaartse slag
Voorbeeld: Han Sonnal Mok An Chigi Han Sonnal Bakat Chigi Me-Joomeok Bakat Chigi Deung Joomeok Eolgool Chigi Jibipoom Mok Chigi
Jibipoom Teok Chigi
Slag met enkele meshand naar de nek, naar binnen gericht zie 1ste poomse) Slag met enkele meshand naar de nek, naar buiten gericht zie poomse Koryo) Buitenwaartse slag met 'hamervuist' Slag met de achterkant van de vuist op het hoofd gericht (back fist) Dubbele techniek: Sonnal Mok An Chigi ( binnenwaartse slag naar de nek) en Sonnal Eolgool Makki (hoge afweer met de meskant van de hand) Dubbele techniek: Batangson Teok Chigi (slag met de handpalm naar het gezicht) en Sonnal Eolgool Makki (hoge afweer met de meskant van de hand)
Geodeuro Deung-Joomeok Eolgool Ap Ondersteunende voorwaartse slag met vuistrug naar het hoofd Chigi Me-Joomeok Naeryo Chigi Neerwaartse slag met onderkant van de vuist (hamerslag)
30
Een apart hoofdstuk vormen de technieken die uitgedeeld worden met de elleboog en de knie. Voorbeelden: Palkoop Yeop Chigi Palkoop Dwit Chigi Palkoop Pyojeok (pjo-DZJOK) Chigi Mooreup Chigi Mooreup Chagi
Zijwaartse elleboogstoot Achterwaartse elleboogstoot Voorwaartse elleboogstoot waarbij de tegenstander wordt vastGepakt (zie 5de poomse) Pyojeok=doel Kniestoot, waarbij de tegenstander wordt vastgepakt Kniestoot zonder tegenstander vast te grijpen
N.B.: Wordt bij het toebrengen van een slag of andere techniek de tegenstander vastgepakt (poomse 7), dan komt bij de aanduiding van die techniek de toevoeging "Pyojeok" (= doel).
N.B.: Let dus op het verschil tussen Mooreup Chigi en Mooreup Chagi !!! Hoewel men het zou verwachten, wordt aan Mooreup Chigi niet de term "Pyojeok" toegevoegd!
CHIREUGI = STEEKTECHNIEKEN Onder chireugi (tsjieroeKIE) worden technieken verstaan, waarbij wordt aangevallen met de vingers. Deze technieken kunnen worden uitgevoerd met: Pyonsonkeut Gawisonkeut
Speerhand gevormd door alle vingers Speerhand gevormd door alleen de wijs- en middelvinger (Gawi betekent schaar)
Er wordt evenals als bij de stoottechnieken een onderscheid gemaakt in de houding van de hand: Seweo Chireugi Jeochyo Chireugi Eopeun Chireugi
Verticale steek (meestal gericht naar solaris plexus) Omgekeerde steek (handpalm naar boven en meestal gericht op het onderlichaam) Horizontale steek (handpalm naar beneden en meestal gericht op de luchtwegen)
Voorbeelden van steektechnieken: Pyonsonkeut Seweo Chireugi Pyonsonkeut Jeochyo Chireugi
Steek met verticale speerhand Steek met de omgekeerde speerhand (poomse Koryo)
N.B.: let op het verschil in uitspraak tussen Jireugi (dsjieroeKIE=stoot) en Chireugi (tsjieroeKIE =steek)!
31
13. Hand- en voetvormen
32
33
14. Verdedigingen, bevrijdingen en diversen Verdedigingen worden uitgevoerd volgens 2 principes: a) de meeste verdedigingen zijn erop gericht de aanval van richting te doen veranderen b) enkele verdedigingen hebben als doel de aanval te stoppen resp. de snelheid te doen verminderen opdat deze geen uitwerking meer heeft.
MAKKI = ARM- EN HANDVERDEDIGINGEN Verdedigingen uitgevoerd met arm- en handtechnieken worden Makki genoemd. Hand- en armverdedigingen kunnen o.m. worden uitgevoerd met: An Palmok Bakat Palmok Sonnal Batangson
Binnenkant van de onderarm (duimzijde) Buitenkant van de onderarm (pinkzijde) Meskant van de hand (pinkzijde) Achterhandpalm
Ten aanzien van de richting kan er o.m. onderscheid gemaakt worden in : An Makki Bakat Makki Yeop Makki
Binnenwaartse verdediging Buitenwaartse verdediging Zijwaartse verdediging. Deze kan worden uitgevoerd als An Makki of als Bakat Makki
De onderstaande voorbeelden zijn de formele Koreaanse benamingen. In de praktijk worden de desbetreffende verdedigingen vaak afgekort weergegeven. De onderstreepte woorden geven deze afkortingen aan. "Bakat Palmok Arae Bakat Makki" wordt dus vaak afgekort met Arae Makki. Buitenwaartse verdediging van het onderlichaam met de buitenkant van de onderarm (de eerste afweer in de 1-ste Taegeuk). Omdat Bakat Palmok Arae Bakat Makki dit een standaard verdediging is wordt zij over het algemeen aangeduid met Arae Makki Buitenwaartse verdediging van het middenlichaam met de Sonnal Momtong Yeop Bakat Makki meshand (3-e Taegeuk) Zijwaartse buitenwaartse verdediging van het onderlichaam met de Sonnal Arae Yeop Bakat Makki meskant van de hand Binnenwaartse verdediging van het middenlichaam met de buitenkant van de onderarm (1-e Taegeuk: de middenafweer van Bakat Palmok Momtong An Makki buiten naar binnen). Deze verdediging wordt ook wel afgekort met Momtong Makki Opwaartse verdediging van het hoofd met de buitenkant van de Bakat Palmok Eolgool Makki onderarm Geodeuro Bakat Palmok Arae Yeop Ondersteunde zijwaartse buitenwaartse verdediging van het Bakat Makki onderlichaam met de buitenkant van de onderarm Geodeuro An Palmok Momtong Yeop Ondersteunde zijwaartse buitenwaartse verdediging van het Bakat Makki middenlichaam met de binnenkant van de onderarm Geodeuro An Palmok Momtong Bakat Ondersteunde buitenwaartse verdediging van het middenlichaam Makki met de binnenkant van de onderarm Zijwaartse binnenwaartse verdediging van het middenlichaam met Han Sonnal Momtong Yeop An Makki een enkele meshand Han Sonnal Momtong Yeop Bakat Zijwaartse buitenwaartse verdediging van het middenlichaam met Makki een enkele meshand
34
Wordt een verdediging uitgevoerd met de handpalm, dan is er meestal sprake van een drukafweer. Deze kan naar beneden, schuin naar beneden of zijwaarts (van buiten naar binnen) gericht zijn. Voorbeeld: Bantangson Nooleo Makki
Drukafweer naar beneden met de handpalm
Naast bovengenoemde verdedigingen zijn er nog hand- en armverdedigingen die bestaan uit een dubbele afweer. Zij hebben meestal aparte namen zoals: Keumgang Makki
"diamant"-blok (Poomse "Keumgang" Dubbele verdediging bestaande uit een Eolgool Makki en een An Keumgang Momtong Makki Palmok Yeop Bakat Makki (poomse 4) Dubbele verdediging bestaande uit een Eolgool Makki en een Arae Keumgang Arae Makki Makki (poomse 10 "Keumgang") "schaar"-blok bestaande uit An Palmok Momtong Bakat Makki en Gawi Makki een Arae Makki Hechyo (HEtsjoo) Makki "Wig"-blok Dubbele verdediging van het middenlichaam met pinkzijde van de Bakat Palmok Momtong Hechyo Makki vuisten Dubbel verdediging van het middenlichaam met de duimzijde van An Palmok Momtong Hechyo Makki de vuisten Dubbele verdediging van het onderlichaam met de pinkzijde van de Bakat Palmok Arae Hechyo Makki vuisten Dubbele verdediging van het onderlichaam met de meskant van de Sonnal Arae Hechyo Makki handen (poomse 11 "Taebaek") Eotgereo Makki "kruis"-blok Arae Eotgereo (otkeRO) Makki Verdediging van het onderlichaam met gekruiste onderarmen Eolgool Eotgereo Makki Verdediging van het hoofd met gekruiste onderamen Verdediging van het hoofd met gekruiste onderarmen en de Sonnal Eolgool Eotgereo Makki meskant van de hand "berg"-blok: dubbele verdediging: gelijktijdig links en rechts An Palmok Yeop Bakat Makki op Eolgool-hoogte (poomse 10 Santeul (sanTOEL) Makki "Keumgang") Een variant van Santeul Makki nl. An Palmok Yeop Bakat Makki Oesanteul Makki (Eolgool-hoogte) en Arae Yeop Makki Een verdediging, waarbij de aanval wordt gestopt en weggeduwd Milgi (MIELki) met de beide handpalmen Verdediging tegen een aanval naar de luchtwegen (poomse 9 Tong Milgi "Koryo")
35
Dus in het kort nogmaals: Area Makki Eolgol Makki Momtong Makki Yeop Makki Palmok Makki Sonnal Makki Batangson Makki Gawi Makki Hechyo Makki Eotgereo Makki Santeul Makki Oesanteul Makki Milgi
Laag Hoog Midden Zijwaarts Met de pols Met open hand Met handpalm Schaar blok Wig blok Kruis-blok Berg-blok Berg-blok ongelijk Duw-blok
VOETVERDEDIGINGEN Apcha Olligi Yeopcha Olligi Pyojeok Chagi
Kolchyeo Chagi
Cha Mumchugi
Voorwaartse zwaai met gestrekt been, de verdediging wordt uitgevoerd met Apchook (bal van de voet) Zijwaartse zwaai met gestrekt been, de verdediging wordt uitgevoerd met Balnal (meskant van de voet) "doel"-trap, de verdediging wordt uitgevoerd met Balbadak (voetzool) het zogenaamde wegvegen van b.v. een stoot. Deze techniek kan echter ook als een aanval toegepast worden. Buitenwaartse "haak"-trap; de verdediging wordt uitgevoerd met Balnal (mesvoet) of Baldeung (wreef). Deze techniek in feit de tegenhanger van de Pyojeok Chagi. De Kolchyeo Chagi lijkt enigszins op de Biteuro Chagi. Het been blijft echter gestrekt. De trap wordt uitgevoerd met Balnal (meskant van de voet) of Baldeung (wreef) Hieronder worden alle trappen verstaan die tot doel hebben een aanval af te stoppen zonder dat daarmee de tegenstander wordt uitgeschakeld
De mogelijkheden zijn: Apcha Mumchugi Yeopcha Mumchugi Nooleo Chagi Mooreup Chagi
Stoppen met Ap Chagi Stoppen met Yeop Chagi Stoppen met Nooleo Chagi Verdediging met de knie of het bovenbeen door de knie op te heffen
36
PAEGI = BEVRIJDINGEN Onder Paegi (PEkie) wordt verstaan het zich bevrijden uit een greep van de tegenstander. De Paegi zijn een wezenlijk onderdeel van de Hosinsul (=zelfverdediging). De mogelijkheden zijn: Miteuro Paegi Wiro Paegi Sonmok Paegi Myeonge Paegi
Bevrijding van de onderarm uit een handgreep door een snelle draaiing van de onderarm Bevrijding van de onderarm uit een handgreep door een snelle rukachtige beweging van de onderarm naar boven Bevrijding van de pols uit een handgreep door een snelle rukachtige beweging van de betreffende pols naar de schouder Bevrijding uit een omarming van achteren door beide armen gebogen op schouderhoogte te brengen
DIVERSEN Ageum Son
Mooreup Keokki
Jageun Dolcheogi Keun Dolcheogi Gyopson
Wurggreep met "tijgerhand" naar de luchtwegen (poomse 9 "Koryo") Handverdediging tegen een Ap Chagi, waarbij het aanvallende been als het ware met de hand wordt opgeschept, terwijl gelijktijdig met de andere hand druk wordt uitgeoefend op het kniegewricht om dit eventueel te breken (poomse 9 "Koryo") een parate houding: beide vuisten bevinden zich bij de linker of rechter heup (poomse 8 heenweg, dwarse deel) een parate houding: ongeveer hetzelfde als Jageun Dolcheogi, alleen is de afstand tussen beide vuisten groter, zodat een vuist zich op borsthoogte bevindt. Gekruiste open handen ter hoogte van het kruis, meestal uitgevoerd in Moa Seogi
Bovenstaande hoofdstukken met Koreaanse terminologie zijn grotendeels afkomstig uit: Taekwondo Totaal van Paul Hulsbosch, Taekwondo Eindhoven.
37
15. Stijlvormen poomse taegeuk
Taegeuk Il-Yang ( 1e )
38
Taegeuk I-Yang ( 2de )
39
Taegeuk Sam -Yang ( 3de )
40
Taegeuk Sah -Yang ( 4de )
41
Taegeuk Oh-Jang ( 5de )
42
Taegeuk Yuk-Jang ( 6de )
43
Taegeuk Chil-Jang ( 7de )
44
Taegeuk Pal-Jang ( 8ste )
45
16. Exameneisen nieuwe stijl Het examen nieuwe stijl zal bestaan uit: A. B. C. D. E. F. G.
Basis Technieken Stijlvormen ( Poomse / Taegeuk ) Stapsparring ( Ilbo / Ihbo / Sambo Taeryon ) Zelfverdediging ( Hosinsul ) Technisch sparren ( Gyo-Rugi of Chayu Taeryon ) Theorie Breektest
A. De basistechnieken zijn de oefeningen die in de vereiste stijl voorkomen. Deze worden aangevuld met verschillende traptechnieken. B. Stijlvormen
( Zie tabel volgende pagina)
C. Stapsparring
( Zie tabel volgende pagina)
D. Zelfverdediging
( Zie tabel volgende pagina)
E. Technisch sparren is één minuut sparren volgens het wedstrijd reglement met uitzondering van hand-/ voetcontact op het hoofd en hard contact op de rest van het lichaam. Het technisch sparren is verplicht bij het behalen van elke graduatie. F. Koreaanse benamingen G. Breektest De kandidaten vanaf 10 jaar die in bezit zijn van een geel-groene band of hoger moeten een breektest afleggen. Kandidaten van 10 t/m 14 jaar maken gebruik van vurenhouten planken van 10 mm dik. Kandidaten van 15 jaar en ouder maken gebruik van vurenhouten planken van 18 mm dik. Afmetingen van de planken: Minimaal 22 x 22 cm en 18 mm dik ( in de leeftijd 10 t/m 14 jaar 10 mm dik ) Maximaal 30 x 30 cm en 18 mm dik ( in de leeftijd 10 t/m 14 jaar 10 mm dik ) De breektesten : Van geel-groen naar groen: keuze uit:
a. voorwaartse trap b. cirkel trap c. voorwaartse stoot d. elleboog stoot
Van groen naar groen-blauw:
zijwaartse trap
Van groen-blauw naar blauw:
1. stoot 2. springende voorwaartse trap
Van blauw naar blauw-rood:
1.achterwaartse trap 2. zweepstoot
Van blauw-rood naar rood:
1. springende achterwaartse trap 2. springende zijwaartse trap 3. één aangewezen breektest
Van rood naar rood-zwart:
1. eigen keus handtechniek 2. eigen keus beentechniek 3. één aangewezen breektest
46
h = handtechniek
Graad Kleur band Geup
Ti
b = beentechnieken
min = minuut
st = stuks
Stijloefening
Ster - T - vorm
Poomse Taegeuk
Saju
10e
wit
9e
wit-geel
8e
geel
7e
geel-groen
6e
groen
5e
groen-blauw
4e
blauw
yuk jang
3e
blauw-rood
chil jang
2e
rood
pal jang
1e
rood-zwart
pal jang
aanvang training, kennis opdoen van vereniging, reglement basis standen
basis arm been
Ster
T - vorm ( ouder dan 10 jaar + il jang )
i jang
Graad Kleur band Geup
s = sprongtechnieken
Ti
10e
wit
9e
wit-geel
sam jang sa jang o jang
3-stap
2-stap
1-stap
zelfverdediging
sparren
sambo taeryon
ihbo taeryon
ilbo taeryon
hosinsul
gyo rugi
aanvang training, kennis opdoen van vereniging, reglement tot 10 jaar:3 st
1 min
10 jaar&ouder:6 st 8e
geel
9 st
1 min
7e
geel-groen
5 st
1 min
6e
groen
10 st
1 min
5e
groen-blauw
10 st
( 5h + 5b )
5 st
1 min
10 st
1 min
15 st
1 min
20 st
1 min
5h 4e
blauw
15 st
5b 5h 5h
3e
blauw-rood
20 st
5b 5h 5b 5h 5b
2e
rood
25 st
5h 5b 5s
1e
rood-zwart
Voorbereiding op het Dan examen
47
17. Banden Banden
Hieronder de fases van de boom
Altijd als je over Taekwondo begint, vraagt men vaak welke band je hebt. Je zegt het, maar misschien niet wetend wat het betekent. Je kunt het hele bandensysteem zien als de groei van een boom. 1. De Witte Band: De witte band staat voor onschuld, onwetendheid, ongevaarlijk en kwetsbaarheid. Ze beheersen geen enkele techniek. En ze weten bijna tot niets van Taekwondo. Maar door het dragen van de band, kan men ook gelijk zien dat hij/zij Taekwondolessen neemt. 2. De Gele Band: Bij de gele band is er te zien dat de basis is geleerd. Hij/zij is nog niet gevaarlijk maar kan wel al een beetje zelfverdedigen. Hij/zij is in het stadium van plant met een klein beginnend blaadje. 3. De Groene Band: De Taekwondoka wordt steeds gevaarlijker. Maar nog lang niet gevaarlijk genoeg om het kwade te weerstaan. Groen staat voor het blaadje dat aan het plantje groeit. Steeds meer bladeren komen eraan. 4. De Blauwe Band: Door de kleur blauw wordt bedoeld dat de Taekwondoka de lucht, de hoogte in gaat. Het is al een gevaar geworden voor velen, maar nog niet voor iedereen. De basis is nou echt standaard, echt gemakkelijk. En nu wordt de variatie verder verbeterd. 5. De Rode Band: Rood, de kleur van gevaar. De leerlingTaekwondoka is bijna klaar met zijn opleiding. Bijna elk gevaar is te verslaan. Zoals op het plaatje wordt alles verbeterd. De stam wordt dikker. De basis is heel veel uitgebreid door variatie. Moeilijkheidsgraad is ook verhoogd. De verantwoordelijkheid is ook goed te zien bij de Taekwondoka. 6. De Zwarte Band: Zwart is ‘t tegengestelde van wit. Wit staat voor onwetend, kwetsbaar, ongevaarlijk. Zwart staat voor getraind, gevaarlijk, onkwetsbaar, de Taekwondotechnieken wetende. De nu afgestudeerde Taekwondoka is nu onkwetsbaar voor kwaad en slechtheid.
48
18. Sport en blessures Blessurepreventieve maatregelen voor Taekwondo / Karate Sportkleding Wat betreft sportkleding is vooral de functionaliteit van belang; het moet een zekere mate van bewegingsvrijheid geven. Bij de aanschaf van karate- of taekwondokleding zijn de volgende zaken van belang: duurzame kwaliteit (in het bijzonder de trekvastheid), een goede vocht- en temperatuurregeling, gemakkelijk onderhoud, het comfort, veel bewegingsvrijheid en de vereisten van de sport.
Beschermende materialen Ook bij karate/taekwondo kunnen diverse beschermende materialen worden gebruikt. Tijdens het sparren bij taekwondo is het dragen van de voorschreven protectors absoluut noodzakelijk. Het dragen van de beschermingsmaterialen kan (herhaling van) blessures voorkomen. Vingers, enkels, etc. kunnen preventief getapet worden om (herhaling van) blessures te voorkomen.
Warming-up/cooling-down Bij karate en taekwondo worden spieren, pezen en gewrichten intensief belast. Niets aan de hand, als tenminste met een goede warming-up wordt begonnen! Een goede warming-up zorgt ervoor dat de spieren warm en soepel worden. Het is zowel fysiek als mentaal een prima voorbereiding op de komende lichamelijke inspanning. Daardoor neemt de kans op acute en chronische sportblessures aanzienlijk af. Bovendien verbeteren de prestaties en wordt het karate-/taekwondoplezier vergroot. Een goede warming-up duurt minimaal 15 minuten en bestaat uit drie onderdelen: 1) Algemene losmakende, dynamische oefeningen 2) Rekoefeningen 3) Sportspecifieke oefeningen, zoals traptechnieken Om het herstel na het sporten te bevorderen en spierpijn te voorkomen is het verstandig om na de training of wedstrijd een cooling-down uit te voeren. Een goede cooling-down duurt maximaal 15 minuten en begint en eindigt met een rustig loop- of dribbelpasje. Tussendoor rek je met name de spiergroepen die extra belast zijn geweest tijdens de inspanning.
Belasting/belastbaarheid Het spreekt voor zich dat een goede algehele getraindheid de kans op het ontstaan van karate- of taekwondoblessures vermindert. Als men ongetraind aan karate- of taekwondo begint, is men nog lichamelijk onvoldoende fit, waardoor de kans op overbelasting en blessures groter is. Lichamelijke fitheid wordt onderscheiden in uithoudingsvermogen, kracht, lenigheid, snelheid en coördinatie. Om blessures te voorkomen, is een goede trainingsopbouw uitermate belangrijk. De belasting van de training moet goed afgestemd zijn op de fitheid (of belastbaarheid) van de sporters. De karatebond en taekwondobond kennen speciale opleidingen om trainers beter te scholen in hun kennis over trainingsopbouw. Het is voor trainers dus belangrijk om een trainerscursus te volgen, zodat de kans op blessures bij hun sporters aanzienlijk afneemt. Om de algemene fitheid van sporters te kunnen bepalen, zijn diverse tests ontwikkeld. Herhaal de tests om de vooruitgang door training, of eventuele achteruitgang vanwege een blessure, vast te stellen.
49
Techniek De kans op een karate- of taekwondoblessures wordt niet alleen verkleind door een optimale algemene fitheid, maar ook door het aanleren van de benodigde sportspecifieke vaardigheden, oftewel technieken. Denk hierbij bijvoorbeeld aan trap- en valtechnieken. Een goede techniek zorgt ervoor dat de sporter de benodigde vaardigheden optimaal kan uitvoeren met de minste kans op acute of chronische overbelasting. De enige manier om deze technieken goed onder de knie te krijgen, is door veel te trainen onder deskundige begeleiding. Op den duur is het bewegingspatroon er zodanig ingeslepen dat het een soort automatisme is geworden. Het is van groot belang om vanaf het begin de juiste technieken te leren, want een foute techniek is later niet gemakkelijk af te leren. Tip: Omdat sporters hun gebreken vaak niet (in)zien, kunnen videoopnames gemaakt worden om ze te confronteren met hun eigen techniek. Eén beeld zegt meer dan duizend woorden. Dat vergroot de motivatie en het inzicht om de techniek te verbeteren.
Fair Play Sportiviteit en respect zorgen ervoor dat karate/taekwondo leuk en veilig blijft. Want onsportiviteit, ruw spel en agressief gedrag leiden vaak tot onnodige blessures, niet alleen bij de tegenstanders, maar ook bij de veroorzaker zelf. Het zou vanzelfsprekend moeten zijn dat een men zich aan de spelregels houdt. Niet alleen aan de geschreven, maar ook aan de ongeschreven regels voor wederzijds respect en een goede omgang met elkaar. Veel van de spelregels zijn bedoeld om de veiligheid te verhogen. Een goede kennis van de spelregels, en controle op de naleving hiervan, helpen dan ook om blessures te voorkomen en karate/taekwondo leuk en plezierig te maken. Trainers, scheidsrechters, bestuursleden, maar ook de sporters zelf hebben daarbij een belangrijke taak. Men moet zich niet alleen aan de regels houden uit angst voor een sanctie. Sportiviteit moet een sporter zelf willen. En dat zou hij ook moeten volhouden als hij vindt dat de tegenstander zich niet aan die regels houdt en zelf begonnen is of als de scheidsrechter een, in zijn ogen, verkeerde beslissing neemt. Fair Play draagt op die manier niet alleen bij aan het terugdringen van blessures, maar draagt ook op een positieve manier bij aan het imago van de karate- /taekwondovereniging!
Gezonde leefstijl Een gezonde leefstijl is voor iedereen van belang, maar zeker ook voor sporters. Sportbeoefening stelt hoge eisen aan de beoefenaren. Een ongezonde leefstijl belemmert het optimaal functioneren van lichaam en geest tijdens het sporten. Voor een gezonde sportbeoefening zijn met name voeding, drinken, verantwoord gebruik van alcohol, rookontmoediging en een gezond lichaamsgewicht van belang. Voeding Voeding bevat de brandstoffen die noodzakelijk zijn voor de sportieve prestatie. Voor de meeste sporters is een evenwichtig samengestelde maaltijd (ontbijt, lunch, diner) al voldoende. Meer informatie hierover elders in dit verenigingsboekje. Drinken Drinken vervangt het vocht dat tijdens het sporten verloren gaat (transpiratie). Sportbeoefening langer dan 1 uur kan behoorlijk vochtverlies veroorzaken (1-2 liter, afhankelijk van het klimaat) en kan al snel tot prestatiedaling leiden. Als gewacht wordt met drinken tot het dorstgevoel komt, is men meestal al te laat met aanvulling. Dus drink vooraf en (indien mogelijk) ook tussendoor om een te groot vochttekort vóór te zijn.
50
Alcohol Overmatige alcoholinname onderdrukt het waarnemings-, coördinatie- en concentratie-vermogen. Een direct gevolg hiervan is een achteruitgang van de reactiesnelheid. Alcoholgebruik direct vóór of tijdens sportbeoefening leidt daarom tot een sterk verhoogd risico op sportblessures en wordt daarom ten sterkste ontraden, binnen onze vereniging zelfs verboden. Alcohol is ook een slechte dorstlesser na afloop van de sportieve prestatie. Alcohol zorgt er voor dat het lichaam juist meer vocht verliest dan gewoonlijk. Daarnaast moet men na afloop nog veilig naar huis. Dus: geniet, maar met mate! Roken Roken en sport gaan niet samen. Roken belemmert de opname en het transport van zuurstof in ons lichaam. En zuurstof heeft het lichaam nu juist zo hard nodig voor het leveren van sportprestaties. Nicotine in de tabak leidt bovendien tot vernauwing van de bloedvaten en versnelling van de hartslag. En dat terwijl de sportprestatie vraagt om een optimale doorbloeding van de spieren. Aangezien veel jongeren astmatisch zijn, is het feitelijk asociaal om in hun bijzijn te roken. Overgewicht Sporters met overgewicht (door overmatig vet) belasten hun spieren, pezen en gewrichten aanzienlijk meer dan sporters zonder overgewicht. De kans op een blessure door overbelasting is bij hen dan ook duidelijk groter. Bovendien onderdrukt overgewicht het prestatievermogen door de negatieve invloed op bijvoorbeeld het uithoudingsvermogen en de snelheid. Sporters met overgewicht wordt geadviseerd extra aandacht te besteden aan de trainingsopbouw. Uiteraard is het verstandig om te streven naar een gezond gewicht.
Sportaccommodatie Voorkomen is altijd beter dan genezen! Veiligheid op en rondom de sportaccommodatie is belangrijk om blessures te voorkomen. Elk clubbestuur heeft hierin een belangrijke verantwoordelijkheid. Sporters, trainers, coaches en verzorgers dienen zaken die niet in orde zijn door te geven aan het clubbestuur. Regelmatige controle van de accommodatie brengt onveilige situaties aan het licht.
Trainer/coach Trainers en coaches kunnen helpen een groot aantal blessures te voorkómen omdat zij sporters positief en negatief kunnen beïnvloeden. Trainers bepalen de belasting van de trainingen, over kortere en langere perioden. Als deze niet goed afgestemd is op de belastbaarheid van de sporters, lopen zij een vergrote kans op een sportblessure. Het is dan ook van belang dat de trainer goed op de hoogte is van de algemene gezondheid en eventueel medicijngebruik van de sporters. Als de trainer niet zelf begeleidt tijdens wedstrijden, is regelmatig overleg met de coach noodzakelijk. Daarnaast kunnen trainers en coaches stimuleren dat preventieve maatregelen getroffen worden, door het geven van informatie en advies aan sporters, ouders en begeleiders. Ook zal het veelal een trainer of coach zijn die de eerste hulp verleent in het geval er toch een blessure ontstaat. Al met al zijn er veel mogelijkheden voor een trainer om de kans op of de ernst en duur van sportblessures te verminderen door het aanleren van de juiste techniek, een goede trainingsopbouw, het verstrekken van materiaaladviezen, het creëren van een veilige sportomgeving en het propageren van Fair Play. Via kwalitatief goede bondsopleidingen wordt gewerkt aan het verbeteren van de kennis en kunde van trainers in de georganiseerde sport.
51
Medespeler/tegenstander Vechtsporten, waarbij contact met de tegenstander een onlosmakelijk deel van de sport is, zijn bekend om het relatief hoge aantal sportblessures. Deze blessures ontstaan bij wijze van ongeluk tijdens onvermijdelijk lichaamscontact of ten gevolge van het opzettelijk begaan van een overtreding (bijvoorbeeld een trap op het achterhoofd). Helaas zijn deze ongevallen, net zoals verkeersongevallen, niet allemaal te voorkomen. Door een goede beheersing van de sportspecifieke technieken en Fair Play kan het aantal echter wel zo laag mogelijk blijven.
EHBSO Ofschoon al het nodige gedaan wordt aan preventie, zijn helaas niet alle sportblessures te voorkomen. Een goede en snelle Eerste Hulp Bij Sport Ongevallen (EHBSO) kan echter de ernst en gevolgen van de ontstane weefselschade beperken. Want het herstel begint in feite al op het moment dat de eerste hulp op gang komt. De tak van sport en de wijze waarop deze sport wordt beoefend, zijn van betekenis voor het verlenen van goede eerste hulp. Een algemene vuistregel bij de eerste hulpbehandeling van veel voorkomende sportblessures, zoals verstuikingen, kneuzingen en spierscheuringen, is de zogenaamde ICE-regel. ICE staat voor het gebruik van ijs of cold-pack (koelen) en de letters afzonderlijk voor: I =Immobilisatie (niet belasten of bewegen); C=Compressie (drukverband aanleggen); E=Elevatie (hoogleggen en rust houden).
Blessureherstel/sportrevalidatie Voor het optimaal herstel van een sportblessure moet voldoende tijd genomen worden. Elke blessure kent een min of meer vastliggende biologische genezingstijd. Deze tijd is niet of nauwelijks in te korten, daarentegen kan door slecht met een blessure om te gaan deze tijd wel onnodig langer worden. Als de ergste pijn verdwenen is, wil dat niet zeggen dat het beschadigde weefsel volledig genezen en dus weer volledig belastbaar is. Niks doen is zelden de juiste oplossing. Door enkele weken niet te sporten vanwege een blessure, gaat de fysieke fitheid al snel achteruit. Sportspecifieke trainingsvervangende arbeid kan in die fase heel zinvol zijn. Denk dan bijvoorbeeld aan aquajoggen en zwemmen, maar ook roeien, fietsen en fitness zijn vaak mogelijk. Daarnaast zijn, in overleg met de behandelaar (sportarts, sportfysiotherapeut), ook hersteloefeningen mogelijk. Ook het dragen van een tape of een brace kan effectief zijn om herhaling van oude gewrichtsblessures te voorkomen. Dit laatste geldt met name voor blessures aan de enkel. De sporter kan pas weer volledig meedoen met de trainingen wanneer: geen pijn of zwelling bij belasting ontstaat, het geblesseerde lichaamsdeel voldoende bewegingsmogelijkheden heeft en de algehele lichamelijke fitheid voldoende is. Een sporter is echter pas weer volledig wedstrijdgeschikt als hij zowel fysiek als mentaal volledig fit is! De meeste blessures kún je voorkomen door preventieve maatregelen te nemen. Maar toch kun je ondanks alles soms door domme pech een blessure oplopen. Verschillende blessures komen aan bod op website www.sport.nl
52
Enkelverzwikking/verstuiking Het meest voorkomende sportletsel is de enkelverzwikking: maar liefst 15% van de sportletsels is er één. Wanneer een gewricht omzwikt, dan kunnen de banden rondom het gewricht uitrekken of zelfs scheuren. Dit noemt men een verstuiking of verzwikking. Op de anatomische illustratie hieronder kun je zien welke drie banden bij de enkelverzwikking schade oplopen. Het betreft de nummers 2, 3 en 4 aan de buitenzijde van de enkel. Deze drie banden maken samen met een aantal banden aan de binnenkant van de enkel deel uit van het gewrichtskapsel.
De enkelverstuiking wordt ingedeeld in drie graden (oplopend naar ernst): Graad 1: Lichte oprekking en een geringe scheuring van hooguit 1 gewrichtsband (het betreft meestal band nummer 2). Zonodig is deskundige hulp gewenst. Graad 2: Twee banden en gewrichtskapsel zijn zodanig ingescheurd dat er teveel speling in het enkelgewricht ontstaat (het betreft meestal de gewrichtsbanden nummers 2 en 4). Deskundige hulp is gewenst. Graad 3: De schade is hierbij zo groot dat het enkelgewricht volledig instabiel is. Dan zijn alle drie banden afgescheurd. Deskundige hulp is noodzakelijk. Een verzwikking gaat (vaak) gepaard met: •
zwelling
•
(blauwe) verkleuring
•
pijn
•
belemmering bij het strekken en/of buigen van het enkelgewricht
Pas de ICE-regel toe: ICE = koel met water, ijs of cold-pack gedurende 15 tot 20 minuten (leg altijd een doek tussen huid en ijs of cold-pack). I = Immobiliseren; zorg dat het lichaamsdeel niet beweegt of gebruikt wordt om op te steunen. C = Compressie; leg een drukverband aan (zie tekening). E = Elevatie; houd het lichaamsdeel boven harthoogte. Herhaal het koelen de eerste 48 uur enkele malen per dag. Raadpleeg een arts bij aanhoudende pijn, (twijfel over) een botbreuk en/of ernstig bandletsel. Leg bij een kneuzing of verstuiking een drukverband aan met synthetische watten en een cambriczwachtel. Voor een enkelverstuiking, het meest voorkomende sportletsel, gaat dat als volgt:
53
19. Sport en voeding Gezond eten Voor recreatiesporters is een goed samengestelde voeding volgens de Schijf van Vijf voldoende. Alleen bij intensieve vormen van sportbeoefening kan extra voeding of een speciale samenstelling van de voeding noodzakelijk zijn voor voldoende energie en optimale prestaties. Echte topsporters hebben waarschijnlijk een persoonlijk voedingsadvies nodig. Voor elke inspanning geven eten en drinken de nodige energie. Die energie wordt vooral gehaald uit de verbranding van de koolhydraten en vetten uit de voeding. Hoewel veel sporters aandacht geven aan hun voeding, is vooral voldoende training belangrijk voor goede prestaties. Dat neemt niet weg dat een goede voeding een wezenlijke bijdrage levert aan de fitheid en prestaties van het lichaam. Vitamines en mineralen Wie zich houdt aan de aanbevolen hoeveelheden basisvoedingsmiddelen krijgt meer dan genoeg vitamines en mineralen binnen. De extra energie die voor het sporten nodig is, kan het beste uit normale voedingsmiddelen worden verkregen omdat die ook de nodige vitamines en mineralen leveren. Hierdoor heeft de sporter geen aanvullingen nodig in de vorm van een vitaminesupplement. Extra vitamines verhogen de prestaties niet. Een vitaminetekort kan de prestaties wel nadelig beïnvloeden, maar de kans op een tekort is erg klein. Evenwichtige voeding voor de meeste mensen voldoende Het lichaam heeft slechts kleine hoeveelheden vitamines en mineralen nodig. Het gaat om milligrammen (afgekort mg, een duizendste van een gram) of zelfs microgrammen (een duizendste van een milligram). Op een enkele na kan het lichaam ze niet zelf aanmaken. Alleen vitamine D wordt onder invloed van zonlicht in de huid gemaakt; en bacteriën in de darm zorgen voor de aanmaak van vitamine K. De door het lichaam zelf geproduceerde hoeveelheid is meestal niet voldoende. Daarom moet deze worden aangevuld via de voeding. De andere benodigde vitamines en mineralen kan het lichaam uit het dagelijkse eten en drinken halen. Als iemand toch kiest voor extra vitamines, als aanvulling op de gebruikelijke voeding, wordt geadviseerd een multivitaminepreparaat te gebruiken met gehaltes per vitamine tot circa één maal de aanbevolen dagelijkse hoeveelheid (ADH). Dit niveau van extra vitaminetoevoeging levert geen gevaar op voor een ongewenste te hoge inneming, ook niet bij langdurig gebruik. Voorzichtig met voedingssupplementen Behalve vitamines en mineralen bevatten voedingssupplementen voor sporters soms ook cafeïne, creatine en bepaalde aminozuren. Deze stoffen zouden de sportprestatie bevorderen en worden voor dat doel ook als aparte supplementen (nutraceutica) verkocht. Cafeïne heeft inderdaad een positief effect op de lichamelijke prestatie en maakt de sporter meer alert. Afhankelijk van de dosering kan cafeïne echter ook bijwerkingen hebben zoals hartkloppingen en darmklachten. Bij overschrijding van een bepaalde grenswaarde staat cafeïne bovendien op de dopinglijst. Creatine heeft een positief effect bij kortdurende krachtinspanning omdat deze stof de spier 'snel' energie kan leveren. Aan veel andere stoffen zoals taurine, carnitine, inositol, Q-10 en bepaalde kruidenextracten, worden soms ook positieve effecten toegeschreven. Deze positieve effecten zijn echter nog onvoldoende onderbouwd. Bovendien is de veiligheid van deze stoffen in de meeste gevallen niet, of onvoldoende onderzocht. Voorzichtigheid is daarom geboden. Ook omdat uit recent onderzoek bleek dat supplementen voor sporters soms resten van hormonale stoffen (o.a. spierversterkers) bevatten. Let dus altijd goed op het etiket en wees voorzichtig met preparaten die in het zogenaamde 'grijze circuit' (ook via Internet) worden aangeboden, die niet voldoen aan de Nederlandse of Europese regelgeving voor voedingssupplementen.
54
Vocht en sport Het lichaam bestaat voor ongeveer 60% uit water; het hoofdbestanddeel van bloed en ander lichaamsvocht. Het is een transportmiddel voor voedingsstoffen en afvalstoffen, maar zorgt ook voor de temperatuurregulatie van het lichaam. Voor goede sportprestaties moet de vochtbalans zowel voor, tijdens, als na het sporten in evenwicht worden gehouden. Blijven drinken is essentieel Tijdens het sporten produceert het lichaam meer warmte. Om te voorkomen dat de lichaamstemperatuur daardoor te veel stijgt, verdampt het lichaam extra vocht door te transpireren. Door de lichamelijke activiteit versnelt ook de stofwisseling. De extra afvalstoffen die daardoor ontstaan verlaten het lichaam via de urine. Ook hiervoor is extra vocht nodig. Al bij een vochtverlies van 1% van het lichaamsgewicht wordt de stofwisseling negatief beïnvloed en verminderen de prestaties. Als het lichaam behoefte heeft aan vocht, ontstaat een dorstgevoel. Dit dorstgevoel ontstaat echter pas bij een vochtverlies van 2%. Bij het sporten is het daarom belangrijk te drinken vóórdat een dorstgevoel ontstaat. Water en sportdrankjes Er is een groot aanbod van drie verschillende soorten dorstlessers. Wat kun je wanneer en waarom het beste drinken? 1. Hypotone dorstlesser Deze bevat 0-60 gram koolhydraten per liter. Hypotone drankjes hebben, doordat de concentratie stofjes koolhydraten lager is als in het bloed, een hele snelle maagpassage, alleen verloopt de uitwisseling met de dunne darm trager. Hierdoor kunnen darmklachten optreden zoals bijvoorbeeld “de klotsende darmen” tijdens het lopen. Wanneer het beste te gebruiken: vlak vóór of tijdens een training of wedstrijd. Voorbeelden zijn: water, AA citroen, etc. 2. Isotone dorstlesser Deze bevat 60-80 gram koolhydraten per liter (= 6-8 gram koolhydraten per 100 ml, zie etiket). Isotone drankjes bevatten dezelfde concentratie stofjes als in het bloed. Dit betekent dat het snel wordt opgenomen in je bloed. Wanneer het beste te gebruiken: uitermate geschikt voor de aanvulling van koolhydraten voor en tijdens inspanning. Dus uitermate geschikt als een sporter langer dan 1-1 ½ uur traint en veel koolhydraten moet aanvullen. Voorbeelden zijn: Ranja, Roosvicee, Isostar, KC sport, SportEnergie, Born isotoon, Gatorade, Extran dorstlesser, Aquarius, ½ bidon sap + ½ bidon water, etc. 3. Hypertone dorstlesser Deze bevat meer dan 80 gram koolhydraten per liter. Hypertone drankjes bevatten veel koolhydraten. Doordat de concentratie stofjes erg hoog is, worden de koolhydraten niet snel opgenomen in het bloed en blijven langer in de maag (wat voor een inspanning niet positief is). Wanneer het beste te gebruiken: uitermate geschikt voor de aanvulling van koolhydraten na de inspanning. Voorbeelden zijn: AA high energy, Dextro energy fruit, Extran orange, frisdrank, alle soorten vruchtensappen, A.C.E., etc. Voldoende koolhydraten belangrijk Een sporter heeft energie nodig om de sportinspanning goed uit te kunnen voeren. Energie haalt de sporter uit koolhydraten en vetten. Vet is een langzame vorm van energie en altijd in voldoende mate aanwezig. Koolhydraten leveren snel energie en is maar in een beperkte hoeveelheid aanwezig. Koolhydraten zijn de belangrijkste vorm van energie, aangezien een sporter bij een sportinspanning snel aan energie moet komen. Het moet niet eerst, zoals bij de vetten, een heel scheikundig proces bewandelen voordat het daadwerkelijk energie kan leveren.
55
Glycogeen Na het eten van koolhydraten wordt een gedeelte direct gebruikt als een snelle energie. De rest wordt opgeslagen als glycogeen in de lever en spieren. Dit opgeslagen glycogeen is een soort reserve-energiebron voor als je gaat sporten. Tijdens het sporten heb je continue snelle energie nodig (koolhydraten). Koolhydraten die je die dag voor een training of wedstrijd hebt gegeten kunnen je nooit een hele training of wedstrijd voorzien van voldoende energie. Daarom ga je altijd over op de reserve-energie, namelijk glycogeen. Dit glycogeen wordt tijdens de sportinspanning omgezet tot snelle energie. Je lever en spieren kunnen echter maar een beperkte hoeveelheid glycogeen opslaan. Voor een niet-sporter is de maximale hoeveelheid opgeslagen glycogeen 300-400 gram (=1200-1600 kcal). Een topsporter kan deze hoeveelheid verhogen naar 700-800 gram. Dit is mogelijk door een juiste trainingsopbouw en een koolhydraatrijke voeding. De glycogeenvoorraad kan, afhankelijk van de grote van de stapeling, ongeveer 1 - 1 ½ uur snelle energie leveren. Daarna is de voorraad op en ga je volledig over op de vet- en eiwitverbranding. Dit is negatief voor de sportprestatie. De vetverbranding is de langzamere energie en bij de eiwitverbranding is het risico groot dat je spieren omgezet worden in energie. Op de vet- en eiwitverbranding kun je niet meer een “eindsprint” doen, want je inspanningsvermogen ligt nog maar op 50% van wat je normaal zou kunnen. Koolhydratenadvies Vul daarom altijd koolhydraten aan tijdens een training die langer dan 1 - 1½ uur duurt. Vul ook, voor een goed herstel na de training, de glycogeenvoorraad weer aan door binnen 2 uur koolhydraten te eten en/of te drinken. Koolhydraten zitten o.a. in: brood, pasta, rijst, aardappelen, fruit, groente, honing, appelstroop, jam, ontbijtkoek, energiedranken, vruchtensappen, eierkoeken, rozijntjes, evergreen, sultana, limonade, suiker, muesli, graanproducten, etc. Sport en spijsvertering Sporten met een volle maag is heel vervelend. Voor de sporter is prettiger om ervoor te zorgen dat tijdens het sporten de gebruikte voedingsmiddelen de maag al voor een groot gedeelte hebben verlaten. Hoe lang het voedsel in de maag blijft, is afhankelijk van verschillende factoren zoals de samenstelling (vet of minder vet), de substantie (grote of kleine brokken, vloeibaar of vast) en de temperatuur van het voedsel. Tips om de tijd dat het voedsel in de maag verblijft te beïnvloeden: • Gebruik weinig vet; • Kauw het voedsel goed; • Neem niet te veel vast voedsel; • Vloeistoffen verlaten de maag sneller dan vast voedsel; • Koele (geen ijskoude) dranken gaan sneller door de maag dan warme; • Verdunde dranken passeren de maag sneller dan zeer geconcentreerde zoete of zoute dranken; • Een grote hoeveelheid vocht passeert de maag sneller dan een enkel slokje. Eetmomenten De eetmomenten moeten afgestemd worden op de tijden van trainingen en wedstrijden. Het is af te raden om korter dan twee à drie uur vóór een wedstrijd of training nog een uitgebreide vaste maaltijd te gebruiken. Ook regelmaat is van belang, ga daarom niet ineens anders eten. Neem ook geen koolzuurhoudende dranken en, als u daarvoor gevoelig bent, geen uien, bonen, koolsoorten, rauwe paprika, radijs want oprispingen en boeren tijdens het sporten zijn hinderlijk. Tijdens het sporten is het goed in de pauze of time-out iets te drinken. Pas als het sporten langer duurt dan één à anderhalf uur, heeft het lichaam behoefte aan extra energie. Daarvoor is een drank met energie zoals vruchtensap, chocolademelk, thee met suiker of yoghurtdrank geschikt. Eventueel kan daarbij een cracker, biscuit, krentenbol, boterham of banaan gegeten worden. Na de training of wedstrijd hebben de meeste sporters wat dorst of trek. Neem dan thee met suiker, vruchtensap, (chocolade)melk, yoghurt met fruit of muesli.
56
Hoe eet ik gezond? Kern van de Schijf van Vijf zijn de vijf regels. Deze geven in het kort aan waar het bij een gezonde voeding om gaat. Voor iemand die gezond wil eten zijn dit de belangrijkste aandachtspunten. 1. Eet gevarieerd Er is niet één voedingsmiddel dat alle voedingsstoffen in voldoende mate bevat. Wie gevarieerd eet, krijgt alle stoffen binnen die nodig zijn. Bovendien wordt het risico op het binnenkrijgen van eventueel aanwezige ongezonde stoffen gespreid. 2. Niet te veel Om op een gezond gewicht te blijven, is het belangrijk gevarieerd en gezond te eten met niet te veel calorieën en veel te bewegen. Een gezond lichaamsgewicht verkleint de kans op chronische ziekten. Iemand met een te hoog gewicht heeft meer kans op hart- en vaatziekten, diabetes en bepaalde vormen van kanker. 3. Minder verzadigd vet Kies voor producten met onverzadigd vet. Beperk het gebruik van verzadigd vet (en transvet). Dit vermindert de kans op hart- en vaatziekten. Vet is wel nodig als bron van onverzadigde vetzuren, vitamine A, D en E en energie. Het eten van één tot twee keer vis per week is van belang vanwege de gezonde visvetzuren. 4. Veel groente, fruit en brood Een gezonde voeding bevat ruime porties groente, fruit en brood. Groente, fruit en brood zijn vezelrijke voedingsmiddelen die in verhouding tot hun volume en gewicht weinig calorieën en veel voedingsstoffen leveren. Er wordt dus niet snel te veel van gegeten. Dit is belangrijk voor mensen die letten op hun gewicht. Bovendien verlaagt een ruime consumptie van groente en fruit het risico op chronische ziekten. 5. Veilig In voedsel kunnen ongezonde stoffen en bacteriën voorkomen. Ons voedsel is nog nooit zo veilig geweest, maar honderd procent veilig voedsel bestaat niet. Thuis zijn consumenten zelf verantwoordelijk voor de veiligheid. Met het nemen van een aantal eenvoudige maatregelen kan besmetting en ziekte, bijvoorbeeld het risico van een voedselinfectie of -vergiftiging, worden verkleind of voorkomen. Hoeveelheden per dag Voor de vijf vakken basisvoedingsmiddelen zijn aanbevolen hoeveelheden opgesteld. Onderstaande lijst geeft een richtlijn voor de basisvoeding die wordt aanbevolen. De aanbevolen hoeveelheden gelden als globale aanduiding van hoeveel er gemiddeld per dag gebruikt zou moeten worden om te voorzien in de aanbevelingen voor de eiwitten, vitamines en mineralen. Deze basisvoeding kan worden gezien als het fundament voor een gezonde voeding. Daarbij is uiteraard de nodige speelruimte. Kleinste hoeveelheden voor vrouwen De hoeveelheden zijn opgesteld voor verschillende leeftijdsgroepen. Per leeftijdsgroep gelden de kleinste hoeveelheden voor de vrouwen en de grootste voor de mannen. Bij alle genoemde hoeveelheden gaat het om het gewicht van producten zoals ze worden gegeten.
57
Basisvoeding: gemiddeld aanbevolen hoeveelheden voedingsmiddelen per dag (4 - 70 jarigen)
4 tot 12 jaar
12 tot 20 jaar
20 tot 50 jaar
50 tot 70 jaar
3-5 sneetjes (105175 gram) 100-150 gram 2-3 aardappels of opscheplepels rijst/pasta /peulvruchten 150 gram (3 groentelepels) 2 vruchten (200 gram) 300-450/600 ml*) melk(producten) en 10-20 gram kaas (½ - 1 plak)
5-7 sneetjes (175-245 gram) 200-250 gram 4-5 aardappels of opscheplepels rijst/pasta /peulvruchten 200 gram (4 groentelepels) 2 vruchten (200 gram) 500 ml melk(producten) en 20 gram kaas (1 plak)
5-7 sneetjes (175245 gram) 150-250 gram 35 aardappels of opscheplepels rijst/pasta /peulvruchten 200 gram (4 groentelepels) 2 vruchten (200 gram) 400 ml melk(producten) en 20 gram kaas (1 plak)
4-6 sneetjes (140-210 gram) 150-200 gram 3-4 aardappels of opscheplepels rijst/pasta /peulvruchten 200 gram (4 groentelepels) 2 vruchten (200 gram) 500 ml melk(producten) en 20 gram kaas (1 plak)
Vlees(waren), vis, 50-100 gram kip, ei of vleesvervangers
100-120 gram
100-120 gram
100-120 gram
Halvarine, margarine, bak- & braadproducten Dranken
15-35 gram
20-30 gram
20-35 gram
20-35 gram
1-1,5 liter
1,5 liter
1,5 liter
1,5 liter
Brood Aardappelen (of rijst, pasta, peulvruchten)
Groente Fruit Zuivel
© Voedingscentrum - eerlijk over eten *) De kleinste hoeveelheden gelden voor de jongsten. Voor de oudere kinderen v.d. groep geldt 450-600 ml.
Keuzetabel producten Om het gemakkelijker te maken goed te kiezen, heeft het Voedingscentrum een keuzetabel gemaakt. Hierin zijn voedingsmiddelen ingedeeld in drie categorieën, 'bij voorkeur', 'middenweg' en 'bij uitzondering'. Deze geven een indicatie voor het gebruik van dit voedingsmiddel. Als veel wordt gekozen uit de categorie ‘bij uitzondering’, dan is het een stap in de goede richting om vaker op te schuiven naar de categorieën ‘bij voorkeur’ en ‘middenweg’. Het gaat erom dat er een goede balans is tussen gezonde en minder gezonde keuzes.
58
Keuzetabel Bron: Analysecijfers NEVO-tabel 2001
Productgroep
bij voorkeur
middenweg
bij uitzondering
Aardappelen, rijst, pasta, peulvruchten
gekookte aardappelen peulvruchten, volkoren pasta
pasta, witte rijst, frites, gebakken aardappelen
Brood
volkoren brood, roggebrood, volkoren krentenbrood, volkoren knäckebröd
aardappelpuree, zoete aardappel, zilvervliesrijst, couscous bruin brood, tarwebrood, volkoren beschuit, knäckebröd
Ontbijtgranen
producten als o.a.: Brinta, Bambix alle soorten vers, diepvries en blik of glas alle soorten vers fruit
Groente
Fruit
Melk (producten)
magere melk, karnemelk, magere yoghurt, magere kwark
Kaas
20+ en 30+ kaas
Eieren
gekookt ei
Vlees
kipfilet, mager rundvlees, mager varkensvlees
muesli
wit brood, krentenbrood, luxe broodjes, croissants, beschuit, cream crackers cornflakes, rice crispies
groente à la crème, tomatensap ananas-, grapefruit- en sinaasappelsap, vruchtenconserven halfvolle melk, halfvolle yoghurt, yoghurtdrank, magere vla, magere vruchtenyoghurt 40+ kaas, Edammer, Brie 50+, Camembert 45+, Maasdammer, 48+ kaasproduct met meervoudig onverzadigd vetzuren
appel-, druiven-,en perensap, appelmoes, gedroogd fruit volle melk, volle yoghurt, volle vla, halfvolle en volle kwark
Goudse kaas, Bluefort, Brie 60+, Kernhemmer, Gorgonzola, Gruyère, producten als o.a.: Boursin gebakken ei
kip met vel
59
gehakt (alle soorten), hamburger, lamsvlees, runderriblap, saucijs, schouderkarbonade, spek
Vleeswaar
rosbief, achter- & rauwe ham schouderham, kipfilet, rookvlees
alle soorten worst, paté, bacon
Productgroep
bij voorkeur
bij uitzondering
Vleesvervangers
tahoe, tempé, stukjes Quorn
Vis
middenweg
vegetarische gehaktbal, hamburger, schnitzel forel, zoute haring, baars, garnalen, haring in tomatensaus, kabeljauw, koolvis, verse paling, krab, kreeft, zeepaling, poon, zalm, mosselen, sardines schar/tongschar, schelvis, schol, tong, tonijn, zeewolf, bokking, zure haring
Vetten
halvarine, margarine met <17 g verzadigd vet/100g, olie (alle soorten), vloeibaar bak- en braadproduct
Dranken
(bron)water, koffie, thee, light fris
halfvolle boter, margarine met 17-24 g verzadigd vet/100g
vissticks, gestoomde makreel, gerookte paling, lekkerbekje, gefrituurde inktvis, kibbeling
hard bak- en braadproduct, hard frituurvet, roomboter
fris, vruchtendranken, alcoholhoudende drank
Meer informatie over gezonde voeding kunt u vinden op www.voedingscentrum.nl
60