Vraag nr. 67 van 22 januari 2002 van mevrouw ANN DE MARTELAER Loonkostensubsidies gehandicapten – CAO 26 (2) Bij besluit van de Vlaamse regering van 5 april 1995 wordt aan werkgevers via een CAO 26 een tegemoetkoming verleend wanneer zij werknemers ingeschreven bij het Vlaams Fonds voor Sociale Integratie van Personen met een Handicap op de open arbeidsmarkt tewerkstellen (CAO : collectieve arbeidsovereenkomst). Via de Sociale Inspectie wordt het rendementsverlies tussen minimum 5 % en maximum 50 % bepaald en de werkgever ontvangt op basis van deze vaststelling een financiële tegemoetkoming van het Vlaams Fonds. Deze machtiging wordt verleend voor een periode van maximum één jaar en kan jaarlijks verlengd worden. 1. Kan de minister voor de periode van 1995 tot 2001 een overzicht geven van het aantal CAO 26-machtigingen die verlengd werden en de tijdsduur van verlenging ? 2. In welke mate evolueert het rendementsverlies in verhouding tot de tijdsduur van de machtiging CAO 26 ? 3. Heeft de minister zicht op de continuïteit van de tewerkstelling na het beëindigen van de CAO 26-tegemoetkoming ?
1. Overzicht van de toepassing van CAO 26 en VIP Tabel 1 : Aantal personen voor wie aan de werkgever een CAO 26 of VIP wordt verleend Jan 2000 CAO 26 VIP Antwerpen Vl-Brabant Limburg OVL WVL Totaal
Jan 2001 CAO 26 VIP
Jan 2002 CAO 26 VIP
702 472 571 594 656
84 28 4 63 100
710 522 656 553 613
172 84 15 185 210
711 551 729 522 602
279 113 59 266 315
2.995
279
3.054
666
3.115
1.032
In de loop van de jaren negentig nam het aantal CAO's 26 toe met gemiddeld ongeveer 100 per jaar. Sinds 2000 is er nog steeds een toename, maar op een trager ritme. Dit wordt echter meer dan gecompenseerd door de Vlaamse Inschakelingspremie, die in 1999 werd ingevoerd als een Vlaams alternatief voor de federale loonkostensubsidie CAO 26. 2. Uitgaven Niet enkel het aantal gevallen, maar ook de uitgaven stijgen. Tabel 2 : Uitgaven van het Vlaams Fonds voor CAO 26 en VIP (in fr.) Jaar 2000 2001
CAO 26
VIP
Totaal
950.822.966 93.865.052 1.044.688.018 933.381.115 184.929.580 1.118.310.695
3. Duur van de loonkostensubsidie en continuïteit van de tewerkstelling In uitvoering van de CAO 26 compenseert het Vlaams Fonds het verminderde rendement als gevolg van de handicap. De werkgever dient hiervoor een aanvraag in bij de Inspectie van de Sociale Wetten. De Inspectie stelt het rendementsverlies vast en machtigt de werkgever tot het dragen van een beperkt gedeelte van de loonlast. De machtiging is voor één jaar geldig, maar kan worden verlengd. Het initiatief tot beëindiging van de CAO 26 gaat uit van de Inspectie van de Sociale Wetten ; indien het rendementsverlies kleiner is dan 5 % kent de Inspectie geen verlenging toe. Uit de praktijk blijkt evenwel dat het oorspronkelijk vastgestelde rendementsverlies meestal behouden blijft, zodat de meeste machtigingen worden verlengd. De toepassing van de CAO 26 en de hieraan verbonden tegemoetkoming eindigt dus meestal pas bij de beëindiging van de tewerkstelling. De volgende tabel geeft een overzicht van de machtigingen die werden afgeleverd in 2001. We leren daaruit bijvoorbeeld dat er 434 tegemoetkomingen zijn in 2001, maar ook dat er zes personen zijn voor wie deze subsidie reeds een kwart eeuw wordt verleend.
Tabel 3 : Machtiging van de Sociale Inspectie voor de CAO 26 in 2001 Machtiging 1e 2e 3e 4e 5e 6e 7e 8e 9e 10e 11e 12e 13e 14e
Aantal Machtiging 434 391 306 329 263 208 149 120 121 110 115 120 97 87
15e 16e 17e 18e 19e 20e 21e 22e 23e 24e 25e 26e -
Aantal 56 41 28 30 26 26 19 19 17 13 6 0 -
Er is veel in- en uitstroom in de populatie waarvoor een CAO 26 wordt verleend. Ter illustratie : eind 1999 waren er 2.995 lopende CAO's 26, maar in de loop van het jaar 2000 waren er 449 nieuwe gevallen (eerste machtiging) en 398 gevallen waarin de tewerkstelling werd beëindigd (door ontslag, pensionering, ziekte, enz.). De instroom van nieuwe gevallen in de VIP is nog groter dan in de CAO 26, maar er is nog geen zicht op de uitstroom. 4. Kenmerken van de personen voor wie een loonkostensubsidie werd verleend De hiernavolgende gegevens zijn afkomstig uit een bestand, aangemaakt in januari 2002, met 3.998 records (personen) waarvoor bekend is dat er voor hen een loonsubsidie wordt uitbetaald (3.098 CAO en 900 VIP). Veel tabellen gaan echter vaak niet over in totaal 3.998 personen, omdat sommige velden in de database niet waren ingevuld, maar over het algemeen zijn er toch wel voldoende gegevens om betrouwbare conclusies te kunnen trekken. Zoals blijkt uit de volgende tabel, zijn de meeste werknemers mannen, maar bij de VIP zijn er iets meer vrouwen.
Tabel 4 : Werknemers met een CAO 26 of VIP naar geslacht (jan. 2002) CAO 26
%
VIP
%
Totaal
%
Man Vrouw
2.025 683
74,8 25,2
597 297
66,8 33,2
2.622 980
72,8 27,2
Totaal
2.708
100
894
100
3.602
100
Totaal
%
De volgende tabel geeft de leeftijdsverdeling. Tabel 5 : Werknemers met een CAO 26 of VIP naar leeftijd (jan. 2002) Leeftijd 19-24 25-29 30-34 35-39 40-44 45-49 50-54 55-59 60+ Totaal
CAO 26
%
VIP
%
189 474 521 488 396 299 193 111 36
7,0 17,5 19,2 18,0 14,6 11,0 7,1 4,1 1,3
257 166 128 112 103 71 36 19 2
28,7 18,6 14,3 12,5 11,5 7,9 4,0 2,1 0,2
446 640 649 600 499 370 229 130 38
12,4 17,8 18,0 16,7 13,9 10,3 6,4 3,6 1,1
2.707
100
894
100
3.601
100
Het valt onmiddellijk op dat de groep met een VIP veel jonger is dan die met een CAO. Bij de VIP is bijna de helft jonger dan 30 jaar, bij de CAO is dit slechts voor één vierde het geval. Bij de minder dan 25-jarigen zijn in absolute aantallen zelfs meer VIP's dan CAO's. Ook opvallend is het geringe aantal personen van meer dan 50 jaar die met een loonkostensubsidie werken.
In de volgende tabel geven we het beroep dat de personen met een handicap uitoefenen. Enkel die beroepen of beroepsgroepen welke minstens tien personen tellen (in beide subsidiestelsels samen), zijn in de tabel opgenomen.
Tabel 6 : Werknemers met een CAO 26 of VIP naar beroepsgroep (jan. 2002) Beroepsgroep (VDAB-beroepencodes 1990 – tweedigitsniveau) Medici en paramedici Tekenaars en technici Boekhouders – informatici – maatschappelijk werkers – opvoeders Kaderpersoneel privé-bedrijven Bedienden boekhouding Secretariaatsbedienden Operateurs van bureaumachines Bureelbedienden Verkopers Land- en tuinbouwarbeiders
CAO 45 16 28 9 21 13 10 529 38 150
VIP
Totaal
10 5 7 3 8 2 136 14 39
55 21 35 12 29 15 10 665 52 189
Beroepsgroep (VDAB-beroepencodes 1990 – tweedigitsniveau) Bestuurders van voertuigen Textielarbeiders Confectiearbeiders Lederverwerkers Metaalproductiearbeiders Metaalbewerkers Elektriciens en elektromecaniciens Houtbewerkers Schilders en behangers Metsers, vloerders, plafonneerders Drukkerijarbeiders Glas-, ceramiek- en cementarbeiders Arbeiders in de voedingssector Arbeiders in de scheikundige nijverheid Ambachtslieden en vakarbeiders Inpakkers Havenarbeiders en magazijniers Niet elders vermelde handlangers Hotel- en keukenpersoneel Huisbewaarders en schoonmakers Wasserijarbeiders Niet elders vermelde werknemers in de dienstensector Subtotaal Andere (met minder dan 10 eenheden) Onbekend Totaal Voor 3.530 personen is bekend welk soort arbeidscontract ze hebben : 70 % als arbeider en 30 % als bediende. Bij de VIP zijn er iets meer bedienden (34 %) dan bij de CAO (29 %). Voor de CAO 26 is de hoogte van de loonkostensubsidie afhankelijk van het percentage rendementsverlies, dat door de inspecteurs van de Sociale Wetten wordt bepaald (vaak op basis van een advies van arbeidsgeneesheren en trajectbeambten van het Vlaams Fonds).
CAO
VIP
Totaal
37 19 32 17 60 183 30 140 40 104 53 19 222 32 29 27 67 160 143 124 28 58
17 3 1 2 6 36 6 25 4 38 9 1 40 4 3 2 5 21 41 35 3 24
54 22 33 19 66 219 36 165 44 142 62 20 262 36 32 29 72 181 184 159 31 82
2.483
539
3.022
50 565
28 333
78 898
3.098
900
3.998
Tabel 7 : Percentage redementsverlies (CAO 26) toegekend door de Sociale Inspectie (jan. 2002) % rend.
Antwerpen
Brabant
WVL
<10 10 13 15 18 20 22 23 24 25 27 28 30 32 33 35 37 38 40 42 43 44 45 47 50
2 8 16 43 74 129 83 166 36 144
2 3 18 22 67 67 1 187 1 74 72
2 27 27 72 80 87 4 103 89 25 69
Totaal
701
514
585
OVL
Limburg
Totaal
6 34 1 53 1 94 3 2 1 69 1 6 68 6 2 47 2 6 53 5 1 1 13 1 28
1 4 24 62 144 124 187 106 97
10 72 1 103 1 251 3 2 1 307 1 6 495 6 6 424 2 7 682 6 1 1 254 1 410
504
749
3.053
Aangezien slechts in een beperkt aantal gevallen percentages worden toegekend die geen veelvoud van vijf zijn (en dan nog vooral in één provincie), behouden we in de volgende tabel enkel de percentages die wel een veelvoud van vijf zijn. Tabel 7bis : Percentage redementsverlies (CAO 26) toegekend door de Sociale Inspectie (jan. 2002) % rend.
Ant.
%
Brab.
%
WVL
%
OVL
%
Limb.
%
Totaal
%
10 15 20 25 30 35 40 45 50
8 16 43 74 129 83 166 36 144
1 2 6 11 18 12 24 5 21
2 3 18 22 67 67 187 74 72
<1 <1 4 4 13 13 37 14 14
27 27 72 80 87 103 89 25 69
5 5 12 14 15 18 15 4 12
34 53 94 69 68 47 53 13 28
7 12 20 15 15 10 12 3 6
1 4 24 62 144 124 187 106 97
<1 <1 3 8 19 17 25 14 13
72 103 251 307 495 424 682 254 410
2 3 8 10 17 14 23 8 14
Totaal
699
100
512
100
579
100
459
100
749
100
2.988
100
We stellen vast dat in bijna de helft van de gevallen (45 %) het rendementsverlies 40 % of meer bedraagt, maar naar provincies varieert dit tussen 21 % (OVL) en 65 % (Brabant). Dergelijke grote verschillen wijzen erop dat de standaarden die in de provincies gehanteerd worden niet dezelfde zijn. Voor slechts iets meer dan 10 % van de personen kunnen we een band leggen tussen de gegevens over de CAO 26 en de Vlaams-Fondsdatabase met gegevens over de aard van de handicap. De belangrijkste reden is dat veel van de personen met een
CAO werden ingeschreven vooraleer de automatisering van de gegevens klaar was. Ook voor de VIP hebben we lang niet alle gegevens, maar daar is de reden net omgekeerd. De databank waarover we nu beschikken, bevat de handicapkenmerken van de recentste VIP's nog niet. We geven hier toch al wat er wel beschikbaar is, namelijk over ongeveer de helft van alle VIP's. Van 430 personen met een VIP zijn er 342 met een enkelvoudige handicap en 88 met een meervoudige. De mentale handicaps zijn vrijwel allemaal lichte mentale handicaps.
Tabel 8 : Aard van de handicap van personen met een VIP (jan. 2002) Enkelvoudig
N
Fysiek of chronisch ziek
184
Mentaal Psychisch Gehoorgestoord
68 44 31
Gezichtsgestoord
15
Totaal enkelvoudig
342
Meervoudig
N
Totaal
fysiek of chronisch ziek + andere mentaal + andere psychisch + andere gehoorgestoord + andere gezichtsgestoord + andere
63
fysiek of chronisch ziek
247
57
50 46 18
mentaal psychisch gehoorgestoord
118 90 49
27 21 11
16
gezichtsgestoord
31
7
88
Waarvan handicap bekend 430
123 %
Totaal meervoudig
N
%
5. Kenmerken van de werkgevers aan wie een loonsubsidie wordt verleend
Tabel 9 : Aantal werkgevers naargelang het aantal personen met een CAO 26 of VIP (jan. 2002)
De volgende gegevens hebben betrekking op de werkgever aan wie de subsidie wordt toegekend. Eén werkgever kan voor meerdere personen met een handicap een subsidie ontvangen, eventueel zelfs van een verschillende soort (CAO 26/VIP), maar voor één persoon kan enkel een CAO 26 of een VIP worden toegekend. Voor 321 personen bevat de databank geen gegevens over de werkgever waarbij ze in dienst zijn (voor het overgrote deel zijn dit VIP's in West-Vlaanderen), zodat we ook niet weten hoeveel van die werkgevers meerdere personen in dienst hebben. Daarnaast zijn er 2.860 werkgevers waarvan het aantal werknemers met een loonkostensubsidie wel bekend is.
Aantal personen per werkgever 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 meer dan 10 (max =30)
Aantal werkgevers 2.449 276 61 28 19 6 4 2 3 4 9
Hoewel de meeste werkgevers slechts één persoon met een handicap in dienst hebben waarvoor ze een loonkostensubsidie ontvangen, zijn er toch een aantal die er meerderen in dienst hebben (dit kan ook in verschillende vestigingen van eenzelfde bedrijf zijn).
Tot slot geven we nog het paritair comité (PC) waaronder de ondernemingen ressorteren.
Tabel 10 : Aantal personen met een loonsubsidie naar het paritair comité van de onderneming waarin ze tewerkgesteld zijn (jan. 2002) Paritair comité Aanvullend Nationaal PC voor de arbeiders Aanvullend Nationaal PC voor de bedienden Aanvullend PC voor de bedienden Aanvullend PC voor de werklieden PC apotheken en tarificatiediensten PC bedienden inrichtingen voor gesubsidieerd onderwijs PC bedienden textielnijverheid en breiwerk PC bedienden petroleumnijverheid en -handel PC bedienden metaalfabrikatennijverheid PC bedienden kleding- en confectiebedrijf PC bedienden internationale handel, vervoer PC bedienden scheikundige nijverheid PC diamantnijverheid en -handel PC diensten voor gezins- en bejaardenhulp PC drukkerij, grafische kunst en dagbladbedrijf PC gesubsidieerde inrichtingen vrij onderwijs PC groothandelaars-verdelers geneesmiddelen PC huiden- en lederbedrijf en vervangingsproducten PC import, export, doorvoer en buitenlandse handel PC kappersbedrijf en schoonheidszorgen PC levensmiddelenbedrijven met talrijke bijhuizen PC maatschappijen voor hypothecaire leningen, sparen en kapitaal PC makelarij en verzekeringsmaatschappijen PC metaal-, machine- en elektronische bouw PC ondernemingen waar teruggewonnen grondstoffen opnieuw ter waarde worden gebracht PC ondernemingen van technische land- en tuinbouwwerken PC opvoedings- en huisvestingsinrichtingen PC schoonmaak- en ontsmettingsondernemingen PC sectoren aan metaal-, machine- en elektrische bouw verwant PC bedienden papiernijverheid PC bedienden voedingsnijverheid PC bedienden non-ferrometalen PC voor de banken PC beschutte werkplaatsen PC bewakingsdiensten PC voor dienstboden PC voor gezondheidsdiensten PC voor de grote kleinhandelszaken PC voor de handel in voedingswaren PC voor de handelsluchtvaart PC voor de houtnijverheid PC voor de ijzernijverheid PC voor de landbouw PC voor de non-ferrometalen
CAO
VIP
Totaal
40 250 118 83 6 4 5 1 47 4 17 20 2 4 57 34 2 22 3 5 26 1 7 247 34
48 37 23 1 5 6 5 8 3 1 2 3 2 24 -
40 298 155 106 7 4 5 1 52 4 23 25 2 4 65 37 3 24 3 8 26 1 9 271 34
2 74 26 84 1 15 2 20 2 2 1 278 6 102 8 17 1 19 8
18 8 19 2 1 1 66 14 8 1 2 -
2 92 34 103 1 17 2 21 3 2 1 344 6 116 8 25 2 21 8
Paritair comité PC voor de notarisbedienden PC voor de openbare kredietinstellingen PC voor de papier- en kartonverwerking PC voor de scheikundige nijverheid PC voor de socio-culturele sector PC voor de steenbakkerij PC voor de textielnijverheid en breiwerk PC voor de uitzendarbeid PC voor de vlasbereiding PC voor de voedingsnijverheid PC voor de warenhuizen PC voor de wisselagenten PC voor de zeevisserij PC voor de zelfstandige kleinhandel PC voor het bouwbedrijf PC voor het cementbedrijf PC voor het filmbedrijf PC voor het garagebedrijf PC voor het gas- en elektriciteitsbedrijf PC voor het glasbedrijf PC voor het havenbedrijf PC voor het hotelbedrijf PC voor het stads- en streekvervoer PC voor het tabaksbedrijf PC voor het tuinbouwbedrijf PC voor het vervoer PC voor het verzekeringswezen PC voor het kleding- en confectiebedrijf PC voor stoffering en houtbewerking PC wasserij, ververij en ontsmettingsbedrijf Volgens ondernemingsakkoord Totaal Onbekend Algemeen totaal Aanvullend antwoord op vraag nr. 65 Doelmatigheid van de VIP De VIP blijkt een succesverhaal te zijn. Van nul naar 1.000 gevallen op drie jaar tijd is niet weinig. En zij is maar in beperkte mate een substitutie voor de CAO 26, want waar die tevoren met een 100-tal per jaar toenam, is dit nu wel minder, maar er is toch nog een toename met een 50-tal. Er is met de VIP dus een nieuwe doelgroep aangesproken, in belangrijke mate van jongeren (ongeveer de helft is beneden de 30 jaar) die zich wellicht veelal voor het eerst op de arbeidsmarkt begeven. Een van de doelstellingen, namelijk de inschakeling bevorderen, is hiermee zeker bereikt.
CAO
VIP
Totaal
4 2 11 34 49 5 26 2 1 168 3 1 2 58 275 13 56 4 14 3 89 3 1 155 56 7 38 134 38 50
1 1 6 19 1 4 2 27 1 18 51 1 1 7 36 35 19 2 1 10 2 10
4 3 12 40 68 6 30 4 1 195 4 1 2 76 326 14 1 63 4 14 3 125 3 1 190 75 9 39 144 40 60
3.009
563
3.572
89
337
426
3.089
900
3.998
Dit is heel belangrijk, want zelfs als de tewerkstelling in de eerste functie niet blijvend is, biedt er toch wel werkervaring die ook in de toekomst nuttig kan zijn. Toch kan men zich afvragen of de VIP wel altijd even doelmatig wordt ingezet. Als er daaromtrent vragen rijzen, dan heeft dit vooral te maken met het feit dat een VIP voor onbepaalde duur wordt toegekend. Overeenkomstig de huidige regeling is de VIP voor het leven. Dit is zeker het geval wanneer de persoon bij eenzelfde werkgever in dienst blijft, maar zelfs als de persoon van werkgever verandert, zal aan die nieuwe werkgever op aanvraag automatisch een nieuwe VIP worden toegekend.
Het was de bedoeling om een soepele formule te creëren en dat is ze ook. Aan iedereen die in het Vlaams Fonds wordt ingeschreven met een positieve beslissing van de Provinciale Evaluatiecommissie (PEC) inzake arbeid, wordt de boodschap meegegeven dat als hij/zij in een gewoon werkmilieu aan de slag geraakt, de werkgever een VIP kan krijgen. Wat de PEC beoordeelt, is of de persoon moeilijkheden kan ondervinden om zich op de arbeidsmarkt te integreren als gevolg van een handicap, er wordt niet specifiek beoordeeld of er al dan niet een VIP nodig is (bij de CAO 26 is dit ook zo, maar daar neemt de Sociale Inspectie de uiteindelijke beslissing). Wat er dan verder gebeurt, wordt grotendeels aan de ATB-diensten overgelaten, maar een persoon kan ook zelf de werkgever op de hoogte brengen van de VIP (ATB : arbeidstrajectbegeleiding – red.). De ATB-diensten hebben belang bij de VIP, aangezien die diensten hun plaatsingsratio's moeten halen. Als de werkgever ze aanvraagt en de persoon is in het Vlaams Fonds ingeschreven, dan zal ze automatisch door de administratie worden toegekend. Dit kan allemaal verantwoord zijn wanneer het gaat om inschakeling (een eerste job, een tweede poging, enz.), maar het wordt moeilijker te verantwoorden wanneer een persoon vijf à tien jaar bij eenzelfde werkgever aan de slag is, want dan is de inschakeling al wel voorbij. Natuurlijk kan er nog rendementsverlies zijn of nood aan extra begeleiding (eigenlijk is dit ook begrepen onder rendementsverlies) – en ook dit zijn verantwoordingsgronden voor de VIP – maar dit werd vaak al bij de aanvang niet beoordeeld door de PEC (want de persoon had geen job) en in ieder geval wordt dit niet meer herzien. In het licht van het feit dat er een maatregel bestaat (de CAO 26) die dit juist wel nagaat, kan men zich afvragen of het wel verantwoord is om de VIP – zonder enige controle – voor een langere duur dan bijvoorbeeld vijf jaar toe te kennen. In een aantal gevallen zal de werknemer immers perfect geïntegreerd zijn en zal er van rendementsverlies in het geheel geen sprake meer zijn. Toch moet men niet verwachten dat de werkgever op eigen initiatief de premie zal opzeggen. Als er toch nog problemen zijn, dan blijft na bijvoorbeeld vijf jaar de mogelijkheid open om een CAO 26 aan te vragen. Bij wijze van overgangsmaatregel zou men bij diegenen die nu al een VIP hebben de teller terug op nul kunnen zetten. Laat men de huidige regeling
zoals ze is, dan riskeert men een aangroei van honderden per jaar gedurende vele tientallen jaren, waarbij in veel gevallen de subsidies niet doelmatig worden ingezet.