TAALBLOKKEN
BLOKTOETSEN ENGELS
GESPREKSKAARTEN VOOR DE TOETSAFNEMER
© Malmberg, Den Bosch 08-2011
Taalblokken: gesprekskaarten Engels
Pagina 0
Gesprekken A1, Bloktoets A Opdracht 1 Opdracht van leerling Je loopt stage bij een Engels bedrijf. Je moet spullen uit het magazijn halen, maar het is nogal veel. Vraag je collega of hij wil helpen. -----U voert een gesprek met een leerling en speelt de rol van de collega. Spreek in een rustig tempo. Spreek alle woorden rustig uit. Onderstaande punten vormen een richtlijn voor het gesprek. -
De leerling begroet u. Groet terug, maar doe alsof u het druk hebt. De leerling vraagt of u even tijd voor hem hebt. Vraag aan de leerling wat u voor hem kunt doen. De leerling vertelt dat hij drie grote dozen uit het magazijn moet halen. Reageer gepast. De leerling vertelt dat hij dat niet alleen kan. Vraag of u de leerling straks kunt helpen. De leerling vraagt of u nu misschien even kunt helpen. Stem hiermee in. De leerling bedankt u. Geef aan dat u dit graag doet.
© Malmberg, Den Bosch 08-2011
Taalblokken: gesprekskaarten Engels
Pagina 1
Opdracht 2 Opdracht van leerling Als jullie klaar zijn met de dozen, vraag jij je collega of jij nu iets voor hem kunt doen. Hij antwoordt dat hij gegevens moet invoeren in de computer en dat hij het fijn zou vinden als jij die voor hem zou willen oplezen. -----U speelt de rol van collega. U heeft de leerling net geholpen en wil graag dat hij u ook even helpt. Spreek in een rustig tempo. Spreek alle woorden rustig uit. Onderstaande punten vormen een richtlijn voor het gesprek. -
De leerling vraagt of hij iets terug kan doen. Vraag of hij de lijst met productgegevens kan oplezen. De leerling noemt de gegevens van de producten: naam en type, aantallen en prijs. Indien u iets niet goed verstaat, vraagt u de leerling om het te herhalen. Wanneer de leerling alle gegevens heeft opgenoemd, bedankt u hem/haar. De leerling zegt dat hij het graag gedaan heeft.
Productgegevens Type Nokia 6710 Navigator Blackberry Torch 9800 Samsung Ch@t S3350 LG Optimus One P500
© Malmberg, Den Bosch 08-2011
Quantity 19 15 23 12
Price € 347 € 629 € 119 € 249
Taalblokken: gesprekskaarten Engels
Pagina 2
Gesprekken A1, Bloktoets B Opdracht 1 Opdracht van leerling Je loopt stage bij een Engels reisbureau. Een klant wil een reis boeken. -----U voert een gesprek met een leerling en speelt de rol van een klant die een reisje wil boeken voor twee personen. Spreek in een rustig tempo. Spreek alle woorden rustig uit. Onderstaande punten vormen een richtlijn voor het gesprek. -
De leerling groet u. Groet terug. De leerling vraagt wat hij voor u kan doen. Vraag of de leerling een reisje kan regelen voor 2 personen, bijvoorbeeld een stedentrip. Vraag ook of er interessante aanbiedingen zijn op het moment. De leerling zegt dat er altijd wel speciale aanbiedingen zijn, en dat hij even in de computer zal opzoeken welke aanbiedingen nu interessant voor u kunnen zijn. Reageer gepast. De leerling vertelt dat hij een paar leuke aanbiedingen heeft. Toon interesse. De leerling vraagt wat u vindt van een reisje naar Praag of Parijs. Zeg dat dat goed klinkt. Vraag naar de prijs. De leerling zegt dat hij dat even moet opzoeken.
Het vervolg komt in opdracht 2.
© Malmberg, Den Bosch 08-2011
Taalblokken: gesprekskaarten Engels
Pagina 3
Opdracht 2 Opdracht van leerling Je loopt stage bij een Engels reisbureau en hebt een klant die een reisje wil boeken. Je hebt op internet een overzicht gevonden met nadere gegevens over de aanbiedingen voor stedentrips die de klant interesseren. Geef de informatie door aan de klant. -----U speelt de rol van een klant die een reisje komt boeken bij een reisbureau. De leerling geeft u nadere informatie over de stedentrips waarin u interesse heeft getoond. Spreek in een rustig tempo. Spreek alle woorden rustig uit. Onderstaande punten vormen een richtlijn voor het gesprek. -
De leerling zegt dat hij extra informatie gevonden heeft. Vraag nog eens naar de prijs. De leerling vraagt om hoeveel nachten het gaat en voor welke periode. Zeg dat het voor 4 nachten is, voor twee personen en voor de periode van 11 tot en met 15 augustus. De leerling noemt de gegevens en luistert goed naar uw reacties. Hij reageert daarop op gepaste wijze. Zeg dat Parijs te duur is, maar dat Praag goed is. Vraag wat de aanbieding is. De leerling vertelt dat u in die periode korting krijgt. Zeg dat u de reis neemt (eigen keuze). De leerling vraagt u uw gegevens in te vullen op een formulier. Zeg dat u dat zult doen en bedank voor de hulp. De leerling zegt dat hij het graag gedaan heeft.
Stedentrip City Paris Prague Paris Prague
Period 6-11 August 6-11 August 11-15 August 11-15 August
Price € 219
Transport Airplane
€ 119
Bus
10%
€ 192
Bus
10%
€ 176
Airplane
5%
© Malmberg, Den Bosch 08-2011
Discount 5%
Taalblokken: gesprekskaarten Engels
Pagina 4
Gesprekken A2, Bloktoets A Opdracht 1 Opdracht van leerling Je loopt stage bij een Engels bedrijf. Op 2 juni zijn je ouders 25 jaar getrouwd en geven ze een groot feest. Je vraagt je stagebegeleider of je 2 juni vrij kan krijgen. -----U voert een gesprek met een leerling en speelt de rol van de stagebegeleider. Spreek in een rustig tempo. Spreek alle woorden rustig uit. Onderstaande punten vormen een richtlijn voor het gesprek. -
De leerling groet u. Groet terug. Zeg dat de leerling mag gaan zitten. De leerling vraagt u of hij u wat mag vragen. Vraag aan de leerling wat hij wil vragen. De leerling vertelt dat hij 2 juni graag vrij wil hebben. Vraag wat hiervoor de reden is. De leerling vertelt dat zijn ouders een feest geven omdat ze 25 jaar zijn getrouwd. Vraag of de leerling bereid is om een zaterdag te werken in ruil voor 2 juni. De leerling stemt hiermee in. Bevestig dat de leerling 2 juni vrij mag hebben. De leerling bedankt u en groet ten afscheid. Groet ook ten afscheid.
© Malmberg, Den Bosch 08-2011
Taalblokken: gesprekskaarten Engels
Pagina 5
Opdracht 2 Opdracht van leerling Morgen ga jij met je klas op excursie. Je klasgenoot was vandaag ziek. Na school bel je hem op om de informatie over de excursie door te geven. -----U voert een telefoongesprek met een leerling en speelt de rol van klasgenoot. Spreek in een rustig tempo. Spreek alle woorden rustig uit. Onderstaande punten vormen een richtlijn voor het gesprek. -
Neem de telefoon op. De leerling zegt hallo en noemt zijn naam. Vraag hoe het met de leerling gaat. De leerling vraagt hoe het met u gaat. Zeg dat het goed met u gaat. U bent niet ziek. U voelt zich een stuk beter. De leerling zegt dat hij belt over de excursie (field trip) van morgen. Zeg dat u dat heel aardig vindt. Vraag hoe laat jullie vertrekken. De leerling zegt dat jullie om 9 uur vertrekken. Vraag of jullie dus om 9 uur op school moeten zijn. De leerling zegt dat jullie kwart voor 9 op school moeten zijn. Vraag of u nog wat mee moet nemen. De leerling zegt dat u uw eigen lunch mee moet nemen. Vraag hoe laat jullie terug zijn op school. De leerling zegt dat jullie om 4 uur weer terug zijn. Bedank de leerling. Zeg dat u hem morgen ziet. De leerling sluit het gesprek af.
© Malmberg, Den Bosch 08-2011
Taalblokken: gesprekskaarten Engels
Pagina 6
Gesprekken A2, Bloktoets B Opdracht 1 Opdracht van leerling Je loopt stage in het buitenland. Vanavond komt een collega bij je eten. Je gaat naar de winkel om groente en fruit voor het avondeten te kopen. -----U voert een gesprek met een leerling en speelt de rol van de winkelbediende. Spreek in een rustig tempo; spreek alle woorden rustig uit. Onderstaande punten vormen een richtlijn voor het gesprek. -
De leerling groet u. U groet terug. Vraag hoe u de leerling kunt helpen. De leerling vraagt om zes tomaten. Vraag of de leerling verder nog iets wil. De leerling vraagt om een rode en een gele paprika (pepper). Vraag of de leerling verder nog iets wil. De leerling vraagt om een kilo bananen en een kilo aardbeien. Vraag of dat alles is. De leerling zegt dat dat alles is. Noem de prijs. De leerling herhaalt de prijs en betaalt. Vraag of de leerling een tasje wil. De leerling zegt dat hij geen tasje hoeft. De leerling zegt dat hij zelf een tas heeft. De leerling bedankt en groet ten afscheid. Groet ook ten afscheid.
© Malmberg, Den Bosch 08-2011
Taalblokken: gesprekskaarten Engels
Pagina 7
Opdracht 2 Opdracht van leerling Je werkt bij een bedrijf dat Calder Munro heet. Het kopieerapparaat op jouw afdeling is stuk. Je belt een bedrijf om te vragen of iemand het kan komen repareren. -----U voert een telefoongesprek met een leerling en speelt de rol van de receptionist. Spreek in een rustig tempo; spreek alle woorden rustig uit. Onderstaande punten vormen een richtlijn voor het gesprek. -
De leerling groet u. De leerling noemt zijn naam en de naam van het bedrijf. Vraag hoe u hem kan helpen. De leerling vertelt dat het kopieerapparaat (photo copying machine) stuk is. De leerling vraagt of iemand het komt repareren. Vraag de leerling wat voor apparaat het is. De leerling zegt dat het een Canon is. Vraag wat voor model het is. De leerling zegt dat hij dit niet weet. Vraag de leerling of het goed is als u morgenmiddag iemand langs stuurt. De leerling vindt morgenmiddag prima. De leerling vraagt hoe laat hij iemand kan verwachten. Zeg dat de reparateur tussen 2 uur en 4 uur langskomt. De leerling bedankt u en groet ten afscheid. Groet ook ten afscheid.
© Malmberg, Den Bosch 08-2011
Taalblokken: gesprekskaarten Engels
Pagina 8
Gesprekken A2, Bloktoets C Opdracht 1 Opdracht van leerling Je staat op het treinstation in Londen. Je wilt naar Cambridge, maar weet niet zeker of je op het goede perron staat. Je besluit om dit te vragen aan de man die naast je staat. -----U voert een gesprek met een leerling en speelt de rol van de onbekende man. Spreek in een rustig tempo. Spreek alle woorden rustig uit. Onderstaande punten vormen een richtlijn voor het gesprek. -
De leerling biedt zijn excuses aan en vraagt of hij u wat mag vragen. Zeg dat dat mag. De leerling zegt dat hij niet weet of hij op het juiste perron (platform) staat. Vraag waar de leerling naartoe wil. De leerling zegt dat hij naar Cambridge wil. Zeg dat dit dan het verkeerde perron is. Vraag of de leerling op vakantie is. De leerling zegt dat hij voor een week naar Cambridge gaat. Reageer positief en zeg dat hij naar perron 6 moet. De leerling vraagt waar perron 6 is. Zeg dat het aan de andere kant van het station is, voorbij de winkels. De leerling bedankt u. Groet. De leerling groet terug.
© Malmberg, Den Bosch 08-2011
Taalblokken: gesprekskaarten Engels
Pagina 9
Opdracht 2 Opdracht van leerling Je klasgenoot heeft een presentatie gegeven. De leraar vraagt aan jou wat jij van de presentatie vond. -----U voert een gesprek met een leerling en speelt de docent. Spreek in een rustig tempo. Spreek alle woorden rustig uit. Onderstaande punten vormen een richtlijn voor het gesprek. -
Vraag de leerling wat hij vond van de presentatie van zijn klasgenoot. De leerling zegt dat hij de presentatie leuk vond. Vraag of de leerling het goed kon verstaan. De leerling kon haar klasgenoot goed verstaan, maar ze praatte wel erg snel. Vraag wat de leerling van de PowerPointpresentatie vond. De leerling zegt dat hij de PowerPointpresentatie niet heel duidelijk vond. Vraag waarom niet. De leerling zegt dat er te veel tekst op de slides stond. Vraag of de leerling verder nog vragen heeft. De leerling heeft geen vragen.
© Malmberg, Den Bosch 08-2011
Taalblokken: gesprekskaarten Engels
Pagina 10
Gesprekken A2, Bloktoets D Opdracht 1 Opdracht van leerling Tijdens werkoverleg op je stage word jij om je mening gevraagd. Je collega's willen weten of jij het ermee eens bent dat jullie voortaan om 8 uur 's ochtends beginnen, in plaats van om 9 uur. -----U speelt de rol van een van de collega’s. Spreek in een rustig tempo. Spreek alle woorden rustig uit. Onderstaande punten vormen een richtlijn voor het gesprek. -
Stel voor dat jullie voortaan om 8 uur 's ochtends beginnen, in plaats van om 9 uur. De leerling zegt dat hij het er niet mee eens is. Hij zegt dat hij 8 uur te vroeg vindt. Hij vertelt dat hij elke ochtend de bus moet nemen. Hij vertelt dat de busreis 40 minuten duurt. Hij zegt dat hij om 7 uur de bus zou moeten nemen, want de bus gaat maar één keer per uur.
© Malmberg, Den Bosch 08-2011
Taalblokken: gesprekskaarten Engels
Pagina 11
Opdracht 2 Opdracht van leerling Je loopt stage bij een bedrijf in Engeland. Het is maandag en je gaat naar de kantine om koffie te halen. Je komt een collega tegen en jullie hebben het over het weekend. -----U speelt de rol van de collega. Spreek in een rustig tempo. Spreek alle woorden rustig uit. Onderstaande punten vormen een richtlijn voor het gesprek. -
De leerling groet u. Hij vraagt u of u een leuk weekend heeft gehad. Zeg dat u een leuk weekend heeft gehad. De leerling zegt dat hij ook een leuk weekend hebt gehad. Vraag wat hij heeft gedaan? Hij vertelt dat hij naar de bioscoop is geweest. Vraag naar welke film hij is geweest. Hij zegt dat hij de nieuwe actiefilm met Brad Pitt heeft gezien. Vraag hoe hij de film vond. De leerling zegt dat hij de film leuk vond, maar dat hij wat te lang duurde. De leerling groet ten afscheid.
© Malmberg, Den Bosch 08-2011
Taalblokken: gesprekskaarten Engels
Pagina 12
Gesprekken B1, Bloktoets A Opdracht 1 Opdracht van leerling Je werkt in restaurant 'De Gouden Gans'. Iemand belt om een tafel te reserveren. Hij spreekt geen Nederlands. -----U voert een telefoongesprek met een leerling en speelt de rol van de klant. Spreek alle woorden duidelijk uit. Onderstaande punten vormen een richtlijn voor het gesprek. -
De leerling noemt de naam van het restaurant en zijn eigen naam. Noem uw naam en vraag of de leerling Engels spreekt. De leerling beantwoordt uw vraag en vraagt waarmee hij u van dienst kan zijn. Vraag of er vanavond nog een tafel vrij is. De leerling zegt dat er nog een tafel vrij is. De leerling vraagt hoe laat u wilt komen. Zeg dat u om 8 uur wilt komen en vraag of dat goed is. De leerling zegt dat 8 uur prima is. De leerling vraagt voor hoeveel personen u een tafel wilt reserveren. Zeg dat u graag voor 6 personen wilt reserveren. De leerling vraagt uw naam. Noem uw naam. De leerling vraagt uw telefoonnummer en schrijft het op. Noem uw telefoonnummer. De leerling herhaalt uw naam en telefoonnummer en vraagt of het klopt. Zeg dat het klopt. De leerling zegt dat de tafel is gereserveerd. Bedank de leerling en groet ten afscheid. De leerling groet ook ten afscheid.
© Malmberg, Den Bosch 08-2011
Taalblokken: gesprekskaarten Engels
Pagina 13
Opdracht 2 Opdracht van leerling Je werkt bij de receptie van een groothandel in kantoorbenodigdheden. Er komt een Engelsman binnen. Hij wil kantoorartikelen kopen. Je geeft hem informatie over jullie klantenkaart. -----U voert een gesprek met een leerling en speelt de rol van bezoeker. Spreek alle woorden duidelijk uit. Onderstaande punten vormen een richtlijn voor het gesprek. -
-
De leerling groet u in het Nederlands. Groet de leerling in het Engels. De leerling groet een tweede keer, maar nu in het Engels. Zeg dat u eerder van het bedrijf had gehoord, en eens wilde informeren of u er kantoorartikelen zou kunnen kopen. De leerling legt uit dat het een groothandel is en dat alleen bedrijven en instellingen er kunnen inkopen. Zeg dat net bent begonnen met een kleine onderneming in Amsterdam. De leerling zegt dat u in elk geval een klantenkaart kunt aanvragen. Vraag of u dat meteen kunt doen. De leerling zegt dat hij dat meteen kan regelen, mits u een legitimatiebewijs bij u heeft en een uittreksel van de Kamer van Koophandel (Chamber of Commerce). U heeft geen uittreksel van de Kamer van Koophandel bij zich. U vraagt of u het formulier mee kunt nemen en later op kunt sturen. De leerling zegt dat dat kan. De leerling zegt ook dat u via internet een klantenkaart kunt aanvragen, maar dan moet u wel het uittreksel en uw legitimatiebewijs kunnen scannen en meesturen. U zegt dat u dat zeker zult doen, bedankt de leerling voor zijn hulp en groet ten afscheid. De leerling neemt afscheid.
© Malmberg, Den Bosch 08-2011
Taalblokken: gesprekskaarten Engels
Pagina 14
Gesprekken B1, Bloktoets B Opdracht 1 Opdracht van leerling Tijdens een beursdeelname in Engeland ga je 's avonds dineren met een aantal relaties. Helaas gaat er tijdens het diner van alles fout. Zo had je om 7 uur een tafel gereserveerd voor zes personen, maar bij aankomst in het restaurant bleek dat er geen tafel vrij was. Aan de bar was er ook geen plek was, je moest dus een tijdje staand wachten; de groep moest wel twintig minuten op een tafel wachten! Je vond dit allemaal heel vervelend, omdat je een aantal relaties had uitgenodigd voor een diner. En dat was nog niet eens alles: één gast kreeg ook nog het verkeerde voorgerecht en het duurde langer dan een uur voordat jullie het hoofdgerecht kregen. Na afloop van de avond dien je bij de restaurantmanager een mondelinge klacht in. -----U voert een gesprek met een leerling en speelt de rol van de restaurantmanager. Spreek alle woorden duidelijk uit. De volgende punten vormen een richtlijn voor het verloop van het gesprek. -
-
-
-
Groet de leerling. De leerling zegt dat hij het fijn vindt dat u even de tijd neemt om met hem te praten. Antwoord dat u dit vanzelfsprekend vindt en vraag wat er aan de hand is. De leerling vertelt dat hij om 7 uur een tafel had gereserveerd voor zes personen. Bij aankomst in het restaurant bleek dat er geen tafel vrij was. U biedt uw excuses aan en geeft aan dat het vanavond onverwacht druk was in het restaurant en dat er daarom wellicht iets mis is gegaan met de verdeling van de tafels. Vraag of het een probleem was dat ze aan de bar moesten wachten. De leerling zegt dat er aan de bar geen plek was, en dat ze dus een tijdje staand moesten wachten. Verontschuldig u nogmaals en vraag of ze lang moesten wachten. De leerling zegt dat de groep twintig minuten op een tafel moest wachten. De leerling meldt dat dit allemaal heel vervelend was, omdat hij een aantal relaties had uitgenodigd voor een diner. Zeg dat u dit heel spijtig vindt. De leerling zegt dat dit nog niet alles was. De leerling vertelt dat één gast het verkeerde voorgerecht kreeg. De leerling meldt ook dat het langer dan een uur duurde voordat ze het hoofdgerecht kregen. Bied nogmaals uw excuses aan voor al het ongemak en bied ter vergoeding een drankje aan de bar aan. De leerling zegt dat hij een drankje een goed idee vindt.
© Malmberg, Den Bosch 08-2011
Taalblokken: gesprekskaarten Engels
Pagina 15
Opdracht 2 Opdracht van leerling Je baas gaat een aantal dagen op bezoek bij een klant in Schotland. Je boekt voor hem een hotelkamer. Het gaat om twee overnachtingen met ontbijt. Je baas geeft de voorkeur aan een rustige kamer met een ligbad, voor maximaal 60 pond per nacht. Je belt het hotel op en reserveert de hotelkamer. Het gaat om de periode van 25 tot en met 27 februari. Aanwijzingen: Het hotel heet 'The Glenmore Hotel'. Jouw bedrijf heet 'Inter Solutions BV'. Het e-mailadres van je bedrijf is:
[email protected]. -----U voert een telefoongesprek met een leerling en speelt de rol van de hotelmedewerker. Spreek alle woorden duidelijk uit. De volgende punten vormen een richtlijn voor het verloop van het gesprek. -
Noem de naam van het hotel en uw eigen naam. De leerling groet u en noemt de naam van het bedrijf en zijn eigen naam. Vraag wat u voor hem kunt doen. De leerling zegt dat hij graag een hotelkamer met ontbijt wil boeken. Vraag of het om een een- of tweepersoonskamer gaat. De leerling zegt dat het om een eenpersoonskamer gaat. De leerling zegt dat het om twee nachten gaat. Vraag om welke datum het gaat. De leerling zegt dat hij de kamer nodig heeft van 25 tot en met 27 februari. Vraag of de leerling een kamer met een douche of een kamer met een ligbad wil. De leerling wil een kamer met ligbad. Vraag of de leerling nog andere wensen heeft. De leerling geeft aan dat het een rustige kamer moet zijn. Zeg dat u even moet nakijken of er nog kamers vrij zijn die aan zijn wensen voldoen. Vraag of de leerling een momentje heeft. De leerling antwoordt dat hij graag wil wachten. Zeg dat u nog een vrije kamer heeft en zeg dat deze 45 pond per nacht kost. Vraag of de leerling akkoord gaat met de prijs. De leerling gaat akkoord met de prijs. De leerling vraagt of het mogelijk is om hem een reserveringsbevestiging per e-mail te sturen. Zeg dat dit mogelijk is en vraag naar het e-mailadres. De leerling geeft het e-mailadres van zijn bedrijf door. Bevestig de reservering en bedank de leerling. De leerling bedankt ook en groet ten afscheid. U groet ook ten afscheid.
© Malmberg, Den Bosch 08-2011
Taalblokken: gesprekskaarten Engels
Pagina 16
Gesprekken B1, Bloktoets C Opdracht 1 Opdracht van leerling Je praat met je vriend(in) over op vakantie gaan deze zomer. Jullie bespreken de vooren nadelen van een aantal bestemmingen. -----U voert een gesprek met een leerling en speelt de rol van de vriend(in). Spreek alle woorden duidelijk uit. De volgende punten vormen een leidraad voor het gesprek. -
De leerling vraagt of u deze zomer ook op vakantie gaat. Zeg dat u wel graag op vakantie wilt, maar nog niet weet waar naartoe. Vraag of de leerling ook op vakantie gaat. De leerling zegt dat ze naar Turkije op vakantie gaat. De leerling vraagt waar u graag heen wilt. Vertel dat u graag naar Engeland wilt gaan, maar ook naar Griekenland. U kunt niet kiezen. De leerling zegt dat het in Griekenland altijd mooi weer is, maar dat het in Engeland vaak regent. Zeg dat de leerling daar gelijk in heeft. De leerling vraagt naar welke stad u wilt gaan in Engeland. Zeg dat u graag naar Londen toe wilt. De leerling zegt dat zij voor Griekenland zou kiezen, want Londen heeft geen strand. Zeg dat ze gelijk heeft, maar dat u in Engeland uw Engels kunt oefenen. De leerling zegt dat u uw Engels ook in Griekenland kunt oefenen. Zeg dat u ook graag de Big Ben wilt zien, en die staat in Londen. De leerling zegt dat u gelijk hebt. De leerling zegt dat u misschien beter een keertje een city trip naar Londen kunt doen. De leerling zegt dat dat ook in de winter kan. Geef de leerling gelijk en zeg dat u dat een goed idee vindt. U gaat in de zomer op vakantie naar Griekenland.
© Malmberg, Den Bosch 08-2011
Taalblokken: gesprekskaarten Engels
Pagina 17
Opdracht 2 Opdracht van leerling Je loopt stage bij een bedrijf in Engeland. Je helpt mee met het organiseren van het jaarlijkse bedrijfsfeest, waar ongeveer zestig man komen. Tijdens een gesprek met je leidinggevende leg je uit waarom je deze locatie hebt gekozen. Het is de grote zaal boven het restaurant 'The Rivington', die geschikt is voor maximaal tachtig personen. De zaal ligt net buiten het centrum en vlakbij een afrit (exit) van de snelweg, wat erg handig is, omdat de meeste mensen met de auto zullen komen. Omdat het restaurant voor de catering zorgt, heb je al met de bedrijfsleider (manager) over het menu gesproken. Het wordt een buffet met verschillende opties, waarvan je een lijst hebt die je morgen wel zult meebrengen. -----U voert een gesprek met een leerling en speelt de rol van zijn leidinggevende. Spreek alle woorden duidelijk uit. De volgende punten vormen een leidraad voor het gesprek. -
-
Vraag de leerling welke locatie hij heeft gekozen. De leerling zegt dat hij de grote zaal boven het restaurant 'The Rivington' heeft gekozen. Vraag of de ruimte daar wel groot genoeg is. De leerling antwoordt dat hij denkt dat er ongeveer zestig mensen komen. Hij zegt ook dat de ruimte geschikt is voor maximaal tachtig personen. Vraag waar de zaal gelegen is. De leerling zegt dat de zaal buiten het centrum ligt en vlakbij een afrit (exit) van de snelweg. Hij zegt dat hij de locatie heeft gekozen omdat de meeste mensen met de auto zullen komen. Zeg dat u dit een goede keuze vindt. Vraag of het restaurant de catering kan verzorgen. De leerling geeft aan dat dit zo is. Vraag of de leerling al over de catering heeft gesproken. De leerling meldt dat hij met de bedrijfsleider (manager) over het menu heeft gesproken. Het wordt een buffet. Er zijn verschillende opties. Vraag de leerling of hij morgen een lijst met de verschillende opties voor het buffet meeneemt. De leerling zegt dat hij dit zal doen. Bedank de leerling.
© Malmberg, Den Bosch 08-2011
Taalblokken: gesprekskaarten Engels
Pagina 18
Gesprekken B1, Bloktoets D Opdracht 1 Opdracht van leerling Je collega belt jou op. Haar trein heeft vertraging en ze komt te laat op het werk. Ze maakt zich zorgen om de reactie van jullie baas. -----U voert een telefoongesprek met een leerling en speelt de rol van de collega. Spreek alle woorden duidelijk uit. De volgende punten vormen een leidraad voor het gesprek. -
De leerling noemt zijn naam. Noem ook uw naam. De leerling vraagt hoe het met u gaat. Zeg dat het goed gaat. U hebt alleen wel een probleem, uw trein heeft vertraging en daardoor zult u te laat op het werk aankomen. De leerling vraagt hoe laat u op het werk denkt te zijn. Zeg dat u denkt een half uur te laat te zijn. De leerling zegt dat hij het aan jullie baas door zal geven. De leerling vraagt waarom uw trein is vertraagd (delayed). Zeg dat er een technische storing was, maar die is nu opgelost. Vertel dat u zich zorgen maakt om de reactie van uw baas. De leerling stelt u gerust door te zeggen dat één keer te laat komen vast niet erg is. Normaal gesproken bent u altijd netjes op tijd. Zeg dat de leerling daar gelijk in heeft, maar dat u zich toch zorgen maakt. Het is tenslotte niet netjes. De leerling zegt dat u een goede reden hebt om te laat te komen. U kunt er niets aan doen dat uw trein is vertraagd. Zeg dat u zich ook zorgen maakt om uw werkzaamheden. Straks mist u een belangrijk telefoontje. De leerling zegt dat hij zolang uw telefoon ook op zal nemen. Uw bureau staat toch naast het zijne. Bedank de leerling en zeg dat u dat erg aardig vindt. De leerling wenst u succes en zegt dat hij u straks zal zien. Bedank de leerling en groet ten afscheid. De leerling groet ook ten afscheid.
© Malmberg, Den Bosch 08-2011
Taalblokken: gesprekskaarten Engels
Pagina 19
Opdracht 2 Opdracht van leerling Op school help jij bij het organiseren van een feestelijke slotavond tijdens een uitwisseling met buitenlandse studenten. Eén van de andere organisatoren is een buitenlandse student. Samen bespreken jullie de plannen voor de slotavond. -----U voert een gesprek met een leerling en speelt de rol van de buitenlandse student. Spreek alle woorden duidelijk uit. De volgende punten vormen een leidraad voor het gesprek. -
-
De leerling zegt dat het hem een leuk idee lijkt om als thema 'de Nederlandse cultuur' te nemen. Een avond met Nederlandse muziek, hapjes, en spelletjes. Zeg dat u dat geen leuk idee vindt. De spelletjes lijken u een beetje saai. De leerling zegt dat hij het thema niet saai vindt, maar vindt het goed om de spelletjes weg te laten. Zeg dat u een ander idee hebt. U denk dat de studenten willen feesten, en daarom wilt u de kantine ombouwen tot een disco. Vraag wat de leerling van uw idee vindt. De leerling vindt uw idee maar niks. De leerling denkt dat de studenten op de slotavond samen willen praten en eten. Zeg dat een disco u toch leuker lijkt. De leerling zegt dat wanneer de studenten uit willen gaan, ze na de slotavond de stad in kunnen gaan. Op school mag er ook geen alcohol worden geschonken. Zeg dat u daar niet aan had gedacht. Zeg dat hapjes en muziek toch geen gek idee is, maar dat u het leuker vindt als er hapjes uit verschillende culturen zijn. Ook lijkt het u leuk om een fotograaf in te huren om foto's te maken. De leerling geeft aan dat hij hapjes uit verschillende culturen een goed idee vindt. De leerling vindt het ook een goed idee om een fotograaf in te huren. Vraag of de leerling nog andere ideeën heeft. De leerling stelt voor om traditionele Hollandse kledij (clothing) mee te nemen, zodat de studenten daarin op de foto kunnen. Zeg dat u dit een goed idee vindt. Zeg ook dat u de hapjes en de fotograaf zult regelen. De leerling zegt dat hij de kledij en de muziek zal regelen.
© Malmberg, Den Bosch 08-2011
Taalblokken: gesprekskaarten Engels
Pagina 20
Gesprekken B2, Bloktoets A Opdracht 1 Opdracht van leerling Je werkt voor een bedrijf met veel internationale relaties. Jouw bedrijf heeft een grote bijeenkomst georganiseerd voor over twee weken. Eén van de Engelse genodigden belt jou op en vraagt om reisinformatie. -----U voert een telefoongesprek met een leerling. U speelt de rol van de Engelse genodigde die om reisinformatie vraagt. De volgende punten vormen een leidraad voor het gesprek. -
-
-
-
-
-
De leerling groet, noemt zijn naam en de naam van het bedrijf ('International Relations'). U noemt uw naam en vertelt dat uw bedrijf is uitgenodigd voor de bijeenkomst die over twee weken plaatsvindt. U zou graag enige informatie willen over de locatie van de bijeenkomst en hoe u daar het beste kunt komen. De leerling noemt de naam van de locatie en de plaats (hotel 'Het Kasteel' in Amsterdam). U vraagt hoe u daar het beste kunt komen vanaf het vliegveld. De leerling zegt dat de locatie goed te bereiken is vanaf het vliegveld, met het openbaar vervoer en met de auto. Vraag de leerling naar de mogelijkheden per trein. De leerling geeft de volgende informatie: vanaf Schiphol met de trein richting Amsterdam Centraal. Deze trein vertrekt om de paar minuten en doet er een kwartier tot 25 minuten over. Overstappen is niet nodig. Vanaf Amsterdam Centraal is het nog 10 minuten lopen. Vraag de leerling naar de prijs van een treinkaartje. De leerling zegt dat een enkele reis 3,80 euro kost, een retour 6,90. Vraag vervolgens naar de mogelijkheden per auto. De leerling geeft de volgende informatie: op Schiphol zijn er meerdere autoverhuurbedrijven waar de klant een auto kan huren. Als bedrijf raden jullie autoverhuur bedrijf 'Snel op weg' aan. Dit bedrijf heeft een goede reputatie. Auto's zijn te huur vanaf ongeveer 25 euro per dag. Vraag de leerling wat naar zijn mening de beste optie is. De leerling zegt dat hij persoonlijk de trein aanraadt. Deze rijdt regelmatig en redelijk op tijd. Vraag of de leerling een routebeschrijving voor de auto wil toesturen, en ook één om lopend van het station naar het hotel te gaan. U wilt beide opties graag op papier hebben. De leerling begrijpt dat u beide opties op papier wilt hebben. Hij zal een routebeschrijving voor de auto, en ook de routebeschrijving te voet van het treinstation naar het hotel toesturen. Vraag de leerling of hij uw contactgegevens nodig heeft. De leerling zegt uw gegevens te hebben en sluit het gesprek af. U bedankt en groet terug.
© Malmberg, Den Bosch 08-2011
Taalblokken: gesprekskaarten Engels
Pagina 21
Opdracht 2 Opdracht van leerling Vorig jaar heb je stage gelopen in Engeland. Een Engelse collega komt jou opzoeken in Nederland. Jullie gaan naar een café om bij te kletsen. -----U voert een gesprek met een leerling. U speelt de rol van de Engelse oud-collega die op bezoek is. De volgende punten vormen een leidraad voor het gesprek. Vraag de leerling over de volgende onderwerpen: -
Hoe de leerling het vindt om weer in Nederland te zijn. Hoe de leerling over zijn huidige opleiding denkt. Waar de opleiding over gaat, vakken, leuke en minder leuke kanten etc. Wat zijn plannen zijn voor de toekomst. Wat de leerling naast school in zijn vrije tijd doet (hobby's, bijbaantje, sport).
© Malmberg, Den Bosch 08-2011
Taalblokken: gesprekskaarten Engels
Pagina 22
Gesprekken B2, Bloktoets B Opdracht 1 Opdracht van leerling Je reist met het vliegtuig van Schiphol naar New Orleans. In Miami moet je overstappen, maar door een vertraging op Schiphol mis je de aansluitende vlucht naar New Orleans. Je hebt je bagage op Schiphol ingecheckt voor de gehele reis. In New Orleans word je vier uur na aankomst van de oorspronkelijke vlucht verwacht voor een presentatie op een congres. Je hebt een business class ticket. Je loopt naar de balie van de luchtvaartmaatschappij om je verhaal te doen. Je bent erg boos dat ze je zo in de problemen brengen. Met deze houding voer je het gesprek in het Engels. -----U voert een gesprek met een leerling en speelt de rol van de baliemedewerker. De leerling heeft vertraging opgelopen en daardoor zijn aansluitende vlucht gemist. De leerling is erg boos en voert met deze houding het gesprek. De volgende punten vormen een leidraad voor het gesprek. -
-
-
-
-
U groet de leerling en vraagt hem waarmee u hem van dienst kunt zijn. De leerling omschrijft de situatie: o vertraging door onderhoud (maintenance) aan het vliegtuig op Schiphol; o aansluitende vlucht naar New Orleans gemist; o bagage op Schiphol ingecheckt voor de hele reis. De leerling is bang de bagage nu kwijt te raken; o vier uur na aankomsttijd van oorspronkelijke vlucht moet de leerling een presentatie houden in het congrescentrum van New Orleans. Geef aan dat u dit allemaal erg vervelend vindt en dat u er alles aan zult doen om het probleem op te lossen. Vraag hoe u de leerling het beste kunt helpen. De leerling stelt de volgende eisen: o De leerling moet op tijd aankomen in het congrescentrum. o De leerling wil op de eerstvolgende vlucht naar New Orleans, ongeacht de vliegmaatschappij. o De leerling wil een rustige zitplaats in de business class, zodat hij zich in het vliegtuig kan voorbereiden op zijn presentatie. De leerling had gepland om dit in zijn hotel in New Orleans te doen. o De leerling wil dat de vliegmaatschappij ervoor zorgt dat de bagage naar het hotel in New Orleans wordt gebracht. U zegt dat dit allemaal geen probleem is en vraagt naar de naam van het hotel. De leerling zegt dat de naam van het hotel 'Hyatt Regency' (naast de Super Dome) is. U verontschuldigt zich voor de situatie en spreekt met de leerling af dat hij via de omroepinstallatie zal worden opgeroepen zodra een andere vlucht is gevonden, in ieder geval binnen een kwartier. De leerling maakt tot slot het volgende duidelijk: o De leerling zegt dat hij het belachelijk vindt dat het zo is gelopen. o De leerling zegt dat hij een klacht indient als deze zaak niet goed wordt opgelost. U biedt nogmaals uw excuses aan en belooft uw uiterste best te doen om alles in orde te maken. De leerling bedankt u, groet en vertrekt.
© Malmberg, Den Bosch 08-2011
Taalblokken: gesprekskaarten Engels
Pagina 23
Opdracht 2 Opdracht van leerling Je bent lid van de redactie van de schoolkrant van jullie school. Normaal gesproken houd jij je alleen bezig met de eindredactie, maar vandaag hebben jullie een vergadering met de hele redactie omdat de schoolkrant door nog maar weinig leerlingen echt wordt gelezen. -----De volgende punten vormen een leidraad voor het gesprek. U voert een gesprek met een leerling. U speelt de rol van de voorzitter van de schoolkrantredactie. U opent de vergadering door te stellen dat de schoolkrant door nog maar weinig leerlingen wordt gelezen. U wilt graag de mening van de andere redactieleden over dit probleem. U vraagt wie er ideeën heeft over hoe dit kan en hoe het kan worden opgelost. U geeft het woord aan de leerling. De leerling zegt dat hij inderdaad wel enkele ideeën heeft hoe het kan dat de schoolkrant weinig wordt gelezen: De schoolkrant is elke keer ongeveer hetzelfde, dus niet spannend. Mensen lezen alleen één of twee dingen en de rest niet omdat ze het niet interessant vinden. Hij heeft ook wel wat ideeën om de schoolkrant weer populair te maken. Naar zijn mening moeten er drastische veranderingen komen. Alles moet anders, alleen de naam blijft hetzelfde. U zegt dat u drastische veranderingen niet ziet zitten. De opzet en lay-out van de schoolkrant is al jaren hetzelfde, oud maar vertrouwd. U bent meer in voor kleine aanpassingen en het actiever uitdelen van de schoolkrant. De leerling denkt dat verandering juist positief is. De leerlingen zullen nieuwsgierig worden naar de nieuwe schoolkrant en hem weer gaan lezen. U zegt dat dat misschien wel zo is, maar dat ze net zo snel weer verveeld zullen zijn. De leerling is het niet met u eens. Naar zijn mening zullen de leerlingen de nieuwe schoolkrant ook blijven lezen, zolang die echt is verbeterd. Een compleet nieuwe schoolkrant is niet alleen een manier om de aandacht van de leerlingen terug te krijgen, maar ook om hun aandacht daarna vast te houden. U vraagt de leerling wat voor ideeën hij zoal heeft voor de nieuwe schoolkrant. De leerling heeft enkele ideeën voor de nieuwe schoolkrant: een nieuwe lay-out; artikelen over actualiteiten uit het nieuws, eventueel met een sterke mening; een terugkerende column van een leerling; strips en puzzels; elke week een column door een andere leraar.
© Malmberg, Den Bosch 08-2011
Taalblokken: gesprekskaarten Engels
Pagina 24
U vraagt of de leerling vindt dat alle oude onderdelen weg moeten, want daar bent u het niet mee eens. De leerling wil natuurlijk dat ook oude dingen worden behouden, zoals de gekke uitspraken van de leraren die leerlingen naar jullie opsturen. En natuurlijk moet het mogelijk blijven voor leerlingen om gedichten, korte verhalen, of artikelen in te sturen. Bedank de leerling voor zijn mening en zeg dat je er over na zult denken.
© Malmberg, Den Bosch 08-2011
Taalblokken: gesprekskaarten Engels
Pagina 25
Gesprekken B2, Bloktoets C Opdracht 1 Opdracht van leerling Je loopt stage bij een bedrijf in Engeland. Je wordt gebeld over de levering van een nieuw kopieerapparaat. -----U voert een telefoongesprek met een leerling. U speelt de rol van de leverancier. De volgende punten vormen een leidraad voor het gesprek. De leerling noemt zijn naam en de naam van het bedrijf waarvoor hij werkt. Het bedrijf heet 'International Relations'. U belt de leerling om te zeggen dat de levering van het kopieerapparaat is uitgesteld, omdat de betaling nog niet rond is. De leerling zegt ervan op de hoogte te zijn dat het kopieerapparaat nog niet is betaald. Toen hij de bestelling deed, heeft hij ook aangegeven waarom zijn bedrijf graag na de levering wilde betalen. De leerling zegt dat uw bedrijf hier toen mee akkoord ging. U zegt dat er sprake moet zijn van een miscommunicatie. U hebt hier namelijk geen informatie over. U vraagt of de leerling de redenen voor achteraf betaling zou willen herhalen. De leerling noemt de volgende redenen: De vorige keer dat ze een nieuw kopieerapparaat geleverd kregen, bleek het apparaat het verkeerde model te zijn. Zijn bedrijf had voor een duurder model betaald, maar dit model was niet langer leverbaar. Het duurde enkele maanden voordat zijn bedrijf het te veel betaalde geld terugkreeg. De andere reden is dat de levering de vorige keer ook nog eens twee weken later werd geleverd dan bij de bestelling was beloofd. U noteert de redenen en biedt uw excuses aan voor het misverstand. U gaat akkoord met betaling achteraf en deze keer zorgt u ervoor dat het goed in de computer komt te staan. Helaas kan het apparaat pas over drie weken geleverd worden. De leerling gaat onderhandelen over de levertijd: Hij vindt drie weken te lang. Het was de bedoeling dat ze het apparaat deze week zouden krijgen. Ze hebben het kopieerapparaat echt zo snel mogelijk nodig. U probeert nogmaals de drie weken, zakt dan af naar twee weken, enzovoort. De leerling gaat pas akkoord met een levertijd van een week. De leerling wil weten ongeveer hoe laat het kopieerapparaat wordt geleverd. Hij vraagt of dit tussen 9 en 10 uur 's ochtends kan. Dat is voor de drukte begint. U kunt het tijdstip niet nauwkeurig schatten. Dit in verband met andere leveringen. De leerling begrijpt dat ze het tijdstip niet nauwkeurig kunnen schatten. Hij zou toch graag een schatting willen. U zegt dat u het apparaat graag volgende week woensdag in de middag komt afleveren. De leerling gaat hier niet mee akkoord. Een middaglevering is geen optie voor zijn bedrijf.
© Malmberg, Den Bosch 08-2011
Taalblokken: gesprekskaarten Engels
Pagina 26
U zegt dat u woensdagochtend kunt proberen. U zult proberen het apparaat tussen 9 en 11 uur af te leveren. De leerling gaat ermee akkoord dat het apparaat volgende week woensdag wordt geleverd tussen 9 en 11 uur 's ochtends. Betaling vindt plaats zodra het apparaat is geleverd. Bevestig nogmaals de datum en tijd, en herhaal dat betaling na levering in orde is. Sluit het gesprek af. De leerling sluit het gesprek ook correct af.
© Malmberg, Den Bosch 08-2011
Taalblokken: gesprekskaarten Engels
Pagina 27
Opdracht 2 Opdracht van leerling Je loopt stage in Engeland. In een gesprek met een collega komt het onderwerp drugsbeleid aan de orde. In Engeland is drugs verboden, terwijl in Nederland softdrugs worden gedoogd. Je collega en jij denken verschillend over dit onderwerp en gaan in discussie. -----De volgende punten vormen een leidraad voor het gesprek. U voert een gesprek met een leerling en speelt de rol van de collega. U gaat met de leerling in discussie over het drugsbeleid in Nederland en Engeland. U vraagt de leerling hoe het drugsbeleid in Nederland is. De leerling geeft u de volgende informatie: Softdrugs worden gedoogd (to tolerate) in Nederland. In coffeeshops mag er softdrugs worden gebruikt Niet in het openbaar op straat. Wel mag iedereen een bepaalde hoeveelheid softdrugs bij zich dragen. De minimumleeftijd om drugs te gebruiken is 18 jaar. Harddrugs zijn niet toegestaan, en het zelf kweken van drugs natuurlijk ook niet. U vertelt dat er in Engeland een zero tolerance beleid is. Vraag wat de leerling daarvan vindt. Vervolgens gaat u in discussie met de leerling. De leerling heeft de volgende punten voorbereid: Ben je het eens met het beleid (policy) in Engeland? Ben jij het eens met het gedoogbeleid in Nederland? Vind jij het beleid in Engeland of Nederland beter? Denk je dat het helemaal verbieden van drugs ertoe leidt dat drugs in minder gecontroleerde omgevingen wordt gebruikt, en in minder gecontroleerde hoeveelheden? Denk je dat het helemaal verbieden van drugs leidt tot meer gebruik van harddrugs? Neemt het gedoogbeleid de nieuwsgierigheid weg bij een groot deel van de jeugd of zorgt het er juist voor dat er meer mensen verslaafd raken aan drugs? Denk je dat er door het beleid in Engeland ook daadwerkelijk minder drugs wordt gebruikt dan in Nederland? Denk je dat er door het beleid in Engeland ook minder ongelukken gebeuren door drugs dan in Nederland? Wat vind je ervan dat buitenlanders (ook veel Engelsen) naar Amsterdam komen om drugs te proberen? De leerling brengt zijn mening goed naar voren met duidelijk argumenten en laat zich niet ompraten.
© Malmberg, Den Bosch 08-2011
Taalblokken: gesprekskaarten Engels
Pagina 28
Gesprekken B2, Bloktoets D Opdracht 1 Opdracht van leerling Je werkt als verkoopmedewerker bij een bedrijf in Engeland. Nu heb je gesolliciteerd naar de functie van eerste verkoper bij een ander Engels bedrijf. Deze functie sluit qua werkervaring goed aan bij jouw huidige functie als verkoopmedewerker. Naar aanleiding van je sollicitatiebrief ben je uitgenodigd voor een sollicitatiegesprek met de personeelsfunctionaris. -----U voert een sollicitatiegesprek met een leerling. U speelt de rol van de personeelsfunctionaris. De volgende punten vormen een leidraad voor het gesprek. -
U heet de leerling welkom en biedt hem een stoel aan. De leerling groet, bedankt voor de uitnodiging om te gaan zitten en neemt plaats.
-
U geeft aan dat u het cv van de leerling erg interessant vindt. Dit was de reden om de leerling uit te nodigen voor het gesprek. Zeg dat u het graag over het cv wilt hebben. De leerling geeft aan dat hij graag alle vragen over zijn cv wil beantwoorden. U vraagt wat de leerling precies doet in zijn huidige functie als verkoopmedewerker.
-
De leerling omschrijft zijn taken in zijn huidige baan: o bestellingen aannemen, meestal via de telefoon; o bestellingen schriftelijk bevestigen; o controleren of goederen volgens bestelling aan de klant zijn geleverd; o afhandelen (to deal with) van klachten. Hiervoor heeft de leerling een speciale cursus gevolgd. Klachten afhandelen vindt hij het leukst om te doen.
-
In het cv staat dat de leerling een opleiding tot verkoopmedewerker heeft gevolgd. Vraag hoe hij tot deze keuze kwam. o De leerling geeft aan dat: o hij verkopen leuk vindt; o hij goed is in het voeren van verkoopgesprekken; o daarom interesse heeft in de functie van eerste verkoper.
-
U haakt in en zegt dat je hierover net een vraag wilde stellen: waarom nu eerste verkoper? De leerling geeft aan dat: o hij graag persoonlijk contact heeft met mensen; o hij graag nieuwe klantencontacten wil opbouwen; o de functie als een uitdaging ziet.
-
© Malmberg, Den Bosch 08-2011
Taalblokken: gesprekskaarten Engels
Pagina 29
-
Vraag waarom u de leerling volgens hem in dienst zou moeten nemen. De leerling geeft aan waarom hij denkt dat de keuze op hem zou moeten vallen. Hij beschikt over een aantal competenties die goed bij de functie passen: o veel overtuigingskracht; o goed naar klant luisteren. o zeer commerciële instelling (attitude); o goed functioneren onder hoge werkdruk.
-
Zeg dat u voorlopig voldoende informatie hebt over de leerling. Geef aan dat er met een aantal kandidaten een tweede gespreksronde zal worden gepland. De leerling zal schriftelijk worden benaderd over de verdere gang van zaken. U bedankt de leerling en neemt afscheid.
-
De leerling bedankt u voor het gesprek.
© Malmberg, Den Bosch 08-2011
Taalblokken: gesprekskaarten Engels
Pagina 30
Opdracht 2 Opdracht van leerling Je loopt stage bij een bedrijf in Engeland. In de pauze vertelt je collega dat ze voor de vierde keer is gezakt voor haar rijexamen. Jij toont medeleven en probeert haar op te vrolijken. -----U voert een gesprek met een leerling en speelt de rol van de collega. De volgende punten vormen een leidraad voor het gesprek. -
-
-
-
-
-
De leerling groet u en vraagt hoe uw weekend was. U groet terug en zegt dat het wel aardig met u gaat. In het weekend bent u voor de vierde keer gezakt voor uw rijexamen. De leerling vindt het heel vervelend dat u voor de vierde keer bent gezakt. De leerling zegt dat u natuurlijk niet de enige bent. Haar moeder is ook vier keer gezakt voor haar rijexamen. Ze is ook twee keer gezakt voor haar theorie-examen. U denkt dat u het beter op kunt geven. U bent van mening dat het nooit zal lukken om te slagen. De leerling weet zeker dat u het wel kan. Ze is van mening dat een examen slechts een momentopname is (a random indication). En het helpt natuurlijk ook niet mee als je erg zenuwachtig bent voor een examen, dan doe je het op het examen misschien wel veel slechter dan in de les. U geeft de leerling daarin gelijk. In de lessen voelt u zich veel zekerder dan tijdens het examen. U vindt het heel vervelend dat u weer bent gezakt, het kost u te veel tijd en geld. De leerling snapt dat het vervelend is dat het u zoveel tijd en geld kost. De leerling verzekert u dat het de tijd en het geld zeker waard is. De leerling zegt dat wanneer u uw rijbewijs hebt, u niet langer met de bus hoeft. De leerling bedenkt zelf nog een voordeel. U vertelt dat u komende maandag weer gaat afrijden. De rijinstructeur vond het niet nodig om lang te wachten, want hij denkt dat het puur de zenuwen zijn waardoor u steeds zakt. Ook had u de afgelopen keer pech, want de examinator was niet aardig. U hoopt echt dat u deze keer wel zult slagen. De leerling wenst u veel sterkte komende maandag. De leerling weet zeker dat u het kan en zegt dat u vast een leukere examinator heeft dan de vorige keer. De leerling stelt voor om maandag na het examen samen te gaan lunchen. Als u slaagt, trakteert de leerling.
© Malmberg, Den Bosch 08-2011
Taalblokken: gesprekskaarten Engels
Pagina 31