TENTOONSTELLING
MENS EN ¾¾ ¾¾¾
¾
¾¾
¾
¾
DE WARAN NDE
MA CHI NE .03 tot 22.05 .16 G R AT I S TOEGANG
INLEIDING
I ning Laius een zoon, maar waarschuwde hem er tegelijk voor dat hij door de hand van zijn eigen kind het leven zou verliezen. Dit verhaal inspireerde Mary Shelly aan het begin van de 19de eeuw om haar boek ‘Frankenstein’ te schrijven waarin de mens tot ondergang wordt gebracht door zijn eigen creatie. In 1885 voorspelde Friedrich Nietzsche in ‘Alzo sprach Zarathustra’ dat de mens overtroffen zou worden door de übermensch en sommigen zien deze übermensch vandaag verschijnen in de vorm van een robot. Al is het een oud gegeven, de angst dat de mens aan zijn eigen wensen of uitvindingen ten onder zal gaan is zeker actueel. De bekende wetenschapper Stephen Hawking waarschuwde onlangs in een interview met BBC voor de consequenties van kunstmatige intelligentie. “De primitieve vormen van artificiële intelligentie die we al hebben, zijn erg nuttig. Maar ik denk dat de ontwikkeling van volledige artificiële intelligentie het einde van de mensheid kan inluiden.” Stephen Hawking lijdt aan een ongeneeslijke spierziekte en sprak deze zin uit met de hulp van zijn spraakcomputer die hij bedient met bewegingen van zijn rechterwang, zittend in zijn gemotoriseerde rolstoel die hem ook toestaat zich vrij te bewegen. Machines kunnen het leven voor de mens dus ook gemakkelijker of zelfs mogelijk maken of meer kwaliteit geven. Machines roepen ook hoop en toekomst op en helpen ons onze dromen te realiseren of zijn zelf de realisatie van een droom. In deze tentoonstelling bekijken we de relatie tussen mens en machine aan de hand van enkele hedendaagse kunstwerken. De keuze van de kunstenaars is divers. We bekijken niet alleen de kunstenaar-knutselaar of de kunstenaar-ingenieur die duidelijk vanuit een liefde voor mechanica of technologie aan de slag gaat, maar we tonen ook kunstenaars die de rol van de machine in onze
¾
m Toen begin 20ste eeuw de ontwikkeling van de industriële maatschappij in een stroomversnelling kwam door enkele belangrijke ontdekkingen waren er verschillende kunstrichtingen die de machine verheerlijkten. Zo riep in Rusland de constructivist Rodtsjenko: “Weg met de kunst! Leve de techniek! Weg met de tradities van de kunst, lang leve de constructieve technicus”. En in Italië waren het de futuristen die gefascineerd door machines en snelheid de hele wereld op zijn kop wilden zetten. Grondlegger van dat futurisme was Filippo Marinetti die goed bevriend was met de Belgische kunstenaar Victor Servranckx. In zijn geometrisch-abstracte werken verheerlijkt ook Servranckx de industriële vooruitgang. Het werkje van Servranckx in deze tentoonstelling is bescheiden. Hij heeft een schilderspalet uit zijn jeugd ingekaderd en niet zonder enige zin voor humor ‘machiene om te ontroeren’ genoemd. Naast de hedendaagse kunstwerken komen er ook enkele historische documenten en filmfragmenten aan bod. Een film die een iconisch beeld heeft geschapen van ‘de machine’ is Modern Times van Charlie Chaplin. Hierin toont Chaplin de vervreemding van de mens van het werk dat hij doet. De mens is onderdeel van een machine geworden. Hij zit gevangen in een reusachtig raderwerk. Dezelfde reflecties zien we bij Mika Rottenberg die bekend staat om haar kritische houding tegenover de manier waarop arbeid vandaag georganiseerd wordt. Ook bij Marie Snauwaert worden mensen onderdelen van een machine. De Mexicaanse Margerita Cabrera stelt vragen bij de manier waarop arbeiders ingezet worden als machines. Een ander idee dat regelmatig terugkeert is dat de mens zelf een machine is. De werking van het lichaam zowel als van de geest worden met een machine vergeleken. Dit idee zagen we eerder ook bij Marcel Duchamp. In zijn werk ‘The Bride stripped Bare by Her Bachelor, Even’ geeft hij blijk van een mechanistische visie op de liefde. Hij gebruikt ook effectief de woorden ‘biologische motor’. Ook de Duitse gynaecoloog Fritz Kahn liet schematische tekeningen maken van het menselijk lichaam. Een perfect ander voorbeeld is ‘Cloaca’ van Wim Delvoye. Bij Delvoye blijft het niet bij een idee, maar worden technologie en wetenschap zo ingezet dat het menselijke verteringsproces maximaal wordt nagebootst. Het werk wil nadrukkelijk niet antropomorf zijn. De cyborg-figuren van Nick Ervinck hier in de tentoonstelling zijn dit dan weer net wel. Het thema van de mens en de machine die in elkaar overlopen is de laatste jaren sterk in zijn werk aanwezig. De Nederlandse kunstenaar Theo Janssen maakt geen antropomorfe beelden, maar constructies die dierlijke eigenschappen hebben. ‘Strandbeesten’ noemt hij ze. Hier zie je twee schaalmodellen. Zijn strandbeesten worden door de wind aangedreven. Een ingenieus mechanisme zorgt er-
¾
v
De machine behoort tot de wereld van het nut. Ze is een instrument, een aanvulling op de menselijke activiteiten. Kunst daarentegen hoort niet tot die wereld. Panamarenko ontwierp machines die op die grens balanceren. Soms werken ze wel, maar zijn ze te kwetsbaar, en soms werken ze gewoon niet. Panamarenko verwierf met zijn werken wereldwijd bekendheid. Andere kunstenaars die utopische machines maken vinden we terug in collecties van Art Brut. Zo is er bijvoorbeeld Gustav Mesmer die een vliegconstructie maakte van een fiets en paraplu’s. Foto’s van Mesmer op zijn vliegfiets doen denken aan de ‘Letatlin’ van Vladimir Tatlin, die op zijn beurt herinnert aan de ontwerpen van Leonardo De Vinci. Belgisch tekenaar François Schuiten is ook duidelijk bewonderaar van Da Vinci’s fantasievolle tekeningen. Zijn liefde voor voertuigen spreekt uit zijn tekeningen. Het werk van de Noordbrabantse Gerard van Lankveld maakt deel uit van de collectie van het Dr. Guislainmuseum. Zijn metalen onderzeeër is van eenzelfde schoonheid als de getekende zeppelin van Schuiten. De machine als een esthetisch gegeven zien we ook bij Benjamin Monti. In zijn tekeningen verwerkt hij machine-onderdelen in menselijke personages. Zoals ook in de tijd van Da Vinci wetenschap en kunst sterk verstrengeld waren, zo zijn er vandaag opnieuw domeinen in de kunst waar dit weer volop aan de orde is. Denk maar aan de geluidskunst waarbij de kunstenaars echte ‘ingenieurs’ zijn, die zelf de technologie die ze gebruiken, ontwikkelen of er nauw bij betrokken zijn. Hier in de tentoonstelling kan je de tekenrobots zien van Patrick Tresset. Het idee om zo’n tekenrobot te maken is niet nieuw. Bij de automaten uit de 18de en 19de eeuw waren er al die tekeningen of schilderijen konden maken. Uiteraard wekten deze veel bewondering, maar de resultaten die ze bereikten waren dermate beperkt dat van concurrentie geen sprake was. Midden jaren ’50 ontwierp Jean Tinguely een reeks werken onder de titel ‘metamatics’. Het waren machines die kunstwerken maakten, teken- en schildermachines. Tinguely trok tweeledig aandacht op het gegeven van de robot/machine in de kunst. Aan de ene kant had je de bewondering voor de schoonheid van de mechaniek. Aan de andere kant had je rol van de kunstenaar die in een tijd van technologische vooruitgang op de helling kwam te staan en de status van het kunstwerk dat onder druk kwam. De kunstmachine stelt het traditionele creatieproces in vraag. Wat is creatie ten opzichte van productie? En specifieker nog, wat is dan een product van industriële productie? Kan dergelijk product überhaupt wel kunst zijn. Dezelfde vragen werden opgeworpen door Andy Warhol met zijn beroemde uitspraak ‘Ik wil een machine zijn. Machines hebben geen gevoelens….’ . Vandaag bevraagt Bart Stolle de identiteit van computergegeneerde beelden door net op een ambachtelijke wijze een misleidende com-
¾
En tenslotte is er de liefde voor de machine tout court. Zonder bijkomende franje. Freek Wieringa maakt het mechanisme in zijn machine zichtbaar. Paul van Twist maakt machines die wel degelijk werken. Maar de werking heeft verder geen nut. Er wordt geen product gemaakt. Een zelfde liefde voor het mechanische zien we bij de Nederlandse Jennifer Townley en bij Amerikaans filmpionier Ralph Steiner. Steiner filmde machine-onderdelen. Hij bracht ze op een erg esthetische wijze in beeld. Zijn film ‘mechanical principles’ (1930) is als het ware een ballet van machines. Het orakel van Delphi spreekt vandaag misschien niet meer maar de kwestie houdt ons vandaag nog steeds bezig en wordt ook zichtbaar in de kunst die we maken. Kan jij houden van machines? En - zoals sciencefictionschrijver Philip K.Dick zich ooit afvroeg - Dromen robots van elektrische schapen?
Annelies Nagels curator
12i Ontwerp en productie door Marcio Ambrosio Interactieve ontwikkeling door Yacine Sebti Sound design en web development door Sophie Klecker Sculptuur door Marcio Ambrosio
MARCIO AMBROSIO
M !"#$% &'() * +' ,'- ).'- -)' '- -)'tieve installaties. Hierbij integreert hij steeds weer nieuwe technologieën. De installatie 12i van Marcio Ambrosio grijpt terug naar het principe van de zoötroop. Maar hij combineert de oude animatietechiek met nieuwe technologieën. De bezoeker neemt animaties op waarin hij zelf de hoofdrol speelt en kan deze daarna delen in de aanpalende ruimte. De fotografie is een 19de eeuwse uitvinding die erg veel invloed op de kunsten heeft gehad. Bij de eerste foto was het niet meteen duidelijk waar deze nieuwigheid thuis hoorde. Een foto werd met een toestel gemaakt en werd met chemische procédés zichtbaar. Het was dus een product van de techniek. Maar tegelijk was het een beeld van de werkelijkheid, een afbeelding zoals tekenaars en schilders er al eeuwen maakten – het was dus ook concurrentie voor de tekenkunst en de schilderkunst. De kwaliteit van de beelden werd steeds beter. Dit bevrijdde de kunstenaar van de taak om de werkelijkheid weer te geven. Zo kon de kunstenaar andere wegen in slaan. Tweede belangrijke uitvinding is het bewegend beeld. Het creëren van de illusie ervan. De kennis over optica en gezichtsvermogen werden groter. Wetenschappers stelden vast dat het menselijk oog beelden die snel achter elkaar worden gezien beschouwt als één vloeiend bewegend geheel. Op basis van deze kennis werd in de negentiende eeuw allerlei optisch speelgoed ontworpen, zoals de zoötroop. Met dit apparaat keek men door kijkgaatjes naar een draaiende schijf met afbeeldingen die telkens een beetje anders waren, en zo de illusie van beweging creëerden.
Naaimachine (Sewing Machine) 2016 34 x 40 x 20 cm Vinyl, draad en machine-onderdelen Courtesy van de kunstenaar
MARGERITA CABRERA
M,') /' 012345 M-)''65 M'7% -'') - 8 &'( ,'$-gageerde standpunten in. Ze focust op socio-politieke onderwerpen om zo verschillende aspecten van migratie aan te kaarten. Bij de Mexicaanse migratie in de VS gaat dit dan vaak over geweld en over de economische relatie tussen de VS en Mexico. Cabrera maakt objecten na die een specifiek betekenis hebben binnen een bepaalde gemeenschap in een ander materiaal dan het gebruikelijke. In dit geval heeft ze uit stof een naaimachine gemaakt. Hiermee refereert ze naar de clandestiene naaiateliers in het zuiden van de VS waar bijna uitsluitend illegale Mexicaanse arbeiders aan de slag zijn. Door de nadruk te leggen op de machine, wilt Cabrera tegelijk laten zien dat de arbeiders echt als machines aan het werk gezet worden. Cabrera werkt vaak met lokale verenigingen samen om zo het bewustzijn over de condities waarin deze arbeiders moeten werken te vergroten.
à l’an 10.690 29,7 x 42 cm © collection art & marges musée – museum
SERGE DELAUNAY
H') &'( 9- :',' ;'#.-6 012<=5 /8#'% '9-+) "8 - '#-,>(' collecties van outsiderkunst. In 1978 ging Delaunay aan de slag in een onderhoudsatelier. Maar dat interesseerde hem niet. In plaats daarvan dacht hij na over een machine die het werk in zijn plaats zou doen: een robot Renault! Dat werd het begin van zijn ruimtelijk, artistiek werk. Vanaf 1981 begon hij vervolgens ook te tekenen. Delaunay koestert een passie voor wetenschap en is geabonneerd op verschillende wetenschappelijke tijdschriften. Zij zorgen ook voor inspiratie voor zijn talloze tekeningen van auto’s, raketten en space shuttles. In zijn tekeningen voorziet hij zijn machines van tekst en uitleg. Met de jaren groeide er een bepaalde rijpheid in zijn werk. Hij experimenteerde met verschillende technieken. Uiteindelijk kwam hij uit bij zwarte stift op wit papier.
LAPIRSUB 2015-2016 SLS 3D print 68 x 35 x 43 cm
NICK ERVINCK
N( ?9-( 012@15 A''#'% ''- ''#+8.&' +' -'.&' '- 8'+'-daagse technologieën ten volle benut. Hij gebruikt 3D-printing om sculpturale vormen te maken. Door het gebruik van computertechnologie is hij in staat is om objecten te construeren die hij niet met de hand kan maken. Ervinck is aangetrokken tot de onvoorspelbaarheid van zijn digitale processen. Hij geniet van de toevalligheden die zijn technieken kunnen voortbrengen. Uit duizenden digitale schetsen kan hij er één vinden die hem aanspreekt. Het thema ‘mens en machine’ is de laatste jaren een centraal thema geworden in het werk van Nick Ervinck. Het gegeven van de cyborg - een fysieke samensmelting van een mens en een machine – intrigeert hem. Gedurende de laatste jaren heeft Ervick een reeks van eigenaardige cyborg-sculpturen gemaakt. Zijn vormentaal brengt in deze beelden het verleden samen met de toekomst. Hij plaatst ze tegelijk in een eeuwenoude sculpturale traditie door de gelijkenissen met de klassieke portretbuste. En met hun statige poses, indrukwekkende harnassen en indringende blik lijken het tegelijk ook futuristische afgodsbeelden die boven de bezoeker uittorenen. De surreële beelden bezitten een mythische kracht door de vele verwijzingen naar sciencefiction-, manga- en ridderfiguren. Nick Ervinck liet zich onder andere inspireren door robots, buitenaardse monsters en mysterieuze wezens die door artiesten als H. R. Giger in het leven werden geroepen, en in vele sciencefictionfilms de hoofdrol spelen in de strijd om de heerschappij over de aarde. Anderzijds verwijst de monumentale, geometrische vormentaal naar traditionele helmen, juwelen en beelden uit traditionele culturen, zoals de eeuwenoude maskers en sculpturen uit de Inca- en Mayacultuur.
Strandbeest
THEO JANSEN
T8' B-'- 012C@5 ;'- H,5 N'+'#-+% ).+''+' 9- 12=3 )) 123< -tuurkunde aan de Technische Hogeschool Delft. Na zijn opleiding besloot hij kunstenaar te worden. In 1990 maakte hij een eerste strandbeest. Toen nog met primitieve middelen en met plakband aaneen gezet. Maar geleidelijk aan werden de ontwerpen steeds ingenieuzer. Jansen was geïnteresseerd in het mechanisme van de evolutie en probeerde met de computer ontwerpen te selecteren zoals dieren in de evolutie worden geselecteerd. In zijn oorsprong was het de bedoeling dat de strandbeesten al lopend over het strand het zand naar de vloedlijn zouden meenemen. Daardoor zouden wij ons tegen de dreiging van de zee beschermd voelen. Maar geleidelijk evolueerde de Animaris. Het oorspronkelijke uitgangspunt verdween naar de achtergrond. Steeds meer werd het de bedoeling om kunstmatig leven te creëren: een beest dat geen eten moet krijgen, maar onafhankelijk van de mens zelfstandig kan leven. Janssen hoopt dat zijn strandbeesten ooit echt als een kudde rustig ‘hun leven kunnen leiden’. Recent rustte hij ze dan ook uit met sensoren om water en obstakels te detecteren.
Zonder titel 2015 Chinese inkt op gevonden tekening (uit de serie natuurhistorie) 22,7 x 14,5 cm
BENJAMIN MONTI
!'->- M-) 012@15 D.(% ''- )'('-E F>- )'('-)># 8'#+'E ;' Gguren die hij tekent zijn vaak generisch. Hij haalt ze niet uit zijn verbeelding, maar put ze uit oude encyclopedieën, kinderboeken, enzovoort. De beelden lijken klassiek, maar zijn dit geenszins. Vaak bevatten ze eigenaardige hersenkronkels en perversiteiten. Maar de schoonheid van de tekeningen verbergt aanvankelijk deze wrede fantasiewereld. Zijn werk roept dan ook tegenstrijdige gevoelens op. Monti tekent niet op nieuw papier. Hij hergebruikt oude schriften om er kunstwerken van te maken, ook al zijn ze al volgeschreven. De notities die er al in staan, verwerkt hij in zijn tekeningen als een grafisch element. Hij borduurt er op verder, laat zijn fantasie erdoor prikkelen. In de tekeningen die in deze tentoonstelling getoond worden, laat Monti de schoonheid zien van oude technische tekeningen.
Meikever 1975 30 x 49 x 39 Collectie S.M.A.K. Gent Fotocopyright Dirk Pauwels/S.M.A.K.
PANAMARENKO
J- 12=@ ()' K-'-( 012CL5 -)&'*'-% ''- '')' M'('9'E H') diertje was al voorzien van een elektromotor en had vleugels van ijzerdraad en cellofaan. Deze versie maakte hij in 1975. In een circustent op het Flageyplein in Brussel hield hij een er een performance mee. Panamarenko had het gewaad aan van een Chinese tovenaar en droeg een rood schrijfmachinekoffertje bij zich met daarin de zelfgemaakte reuzenmeikever. De metalen kever was met een elektrisch snoer aan een batterij verbonden die zich ook in de koffer bevond. Onder de dekschilden zat een elektromotor met een schroef verborgen, die de vleugels in beweging zette. Tijdens de performance liet Panamarenko de meikever met luid gefladder opstijgen. Het diertje raakte uit evenwicht en viel op de grond uiteen. Na herstelling zou de kever nooit meer vliegen en werd hij een museaal object. Dit typeert de wijze waarop Panamarenko met zijn machine-ontwerpen omgaat. In 1970 maakte Panamarenko een tekening waarin hij een ontwerp maakte voor een robot met als titel Aluminaut. Pas in 2004 heeft Panamarenko een effectief werkende robot van gemaakt die gebaseerd was op dit ontwerp, die gaf hij de naam Arlikoop. Deze nam hij mee naar de noordpool waar hij er verschillende filmpjes van maakte.
Tropical Breeze 2004 Single channel video installatie duur 3:45 minuten editie van 5 met 1AP ©Mika Rottenberg Courtesy Andrea Rosen Gallery, New York / Laurent Godin, Paris
MIKA ROTTENBERG
J- +' (#'.>(' G# 9- M( A))'-', 0123=5 !.'- '5 ,'-tinië) worden vrouwen met een uitzonderlijk kenmerk in beeld gebracht als absurdistische personages. Hun lichaam gebruiken ze als productiemachine. Hierdoor worden deze vrouwen voor een deel ontmenselijkt. Ze worden radertjes in een machine. Mika Rottenberg verwijst hiermee naar de kapitalistische massaproductie waarin de rol van de individuele arbeider vaak erg beperkt en op het randje van absurd is. In tegenstelling tot wat deze ernstige onderwerpen zouden doen vermoeden, zijn de films van Rottenberg gemaakt met veel humor en ademen ze een vrolijke sfeer uit. In deze video ‘Tropical Breeze’, zie je een bodybuild kampioene, Heather Foster, aan het stuur zitten van een omgebouwde camionette. Het zweet parelt op haar huid. Achteraan in de laadruimte zit Felicia Ballos , die in het gewone leven een danseres is. Zij pakt als een soort slangenmens met haar tenen telkens één doekje dat ze met een kauwgom bevestigt aan een waslijn in een katrolsysteem. Het zakdoekje komt bij de chauffeur terecht die er haar zweet mee afdept en het vervolgens weer aan de waslijn terugstuurt. Dan wordt het doekje netjes gevouwen en in een doosje gestopt. Het zweet geeft de zakdoekjes een speciale geur. Ze ruiken naar limoen. “Tropical Breeze Lemon Scented Moist Tissues.”
La tour Saint Albert (Binche) 2015 seriegrafie Gilles Ziller 75 x 55 cm
FRANÇOIS SCHUITEN
O-P :8.)'- 012<=5 !.'#% ''- '#-,>( ,-+#',,' '- 9'tegenwoordiger van de ‘steampunk’. Dat is een genre van science fiction waarin stoommachines voorkomen in plaats van futuristische high-tech. Klassieke architectuur wordt in zijn tekeningen gecombineerd met futurische gebouwen, waartussen vreemd uitziende tuigen zich als transportmiddelen voortbewegen. Zijn reeks ‘Duistere steden’ is één van de belangrijkste Europese strips van de laatste dertig jaar. Hij werkte hiervoor samen met Benoît Peeters. Enkele jaren geleden maakte hij het album ‘Schoonheid’ waarvoor hij niet alleen tekende, maar ook het verhaal schreef. In de album verkondigt hij zijn liefde voor machines, hier dan specifiek die voor de locomotief. Recent nog tekende Schuiten de scenografie van het nieuwe museum ‘Trainworld’ in Schaarbeek. Dit najaar zal hij in Parijs ook zelf als curator een tentoonstelling maken met automaten die tekenen. Eén van de tekeningen die in deze tentoonstelling te zien zijn, grijpt terug naar de ontwerpen die Leonardo Da Vinci maakte in de 15de eeuw. Utopische machines die er uit zien als realistische en uitvoerbare ontwerpen. Ook de gelijkenis met de ‘vlieg-machines’ van Vladimir Tatlin is opvallend.
“Machine à émouvoir - machiene om te ontroeren/Jeugdpalet” Ingelijst schilderspalet, gesigneerd r.o. Servranckx 1945 hout 17 x 24 cm © KU Leuven, Kunstpatrimonium, Schenking J.Gijsbrechts uit het legaat Servranckx-Turksin.
VICTOR SERVRANCKX
V) :'9-(7 01@235 ;',' Q 12=<5 V#9+'% & RR- 9- +' 9',ste abstracte kunstenaars in België. Hij was goed bevriend met de grondlegger van het Italiaans futurisme, Filippo Marinetti, met wie hij veel correspondeerde. Servranckx deelde met zijn vriend Marinetti de fascinatie voor machines en voor al wat mechanisch is. In zijn abstract-geometrische werken wilde hij de technische vooruitgang in de industriële samenleving ophemelen. Er zijn verschillende werken waarbij hij dit in de titel duidelijk maakte: ‘Opus 43, De liefde voor de machine’ of ‘Opus 47, Verheerlijking van de machinerie’. Hier in de tentoonstelling hangt er een atypisch klein bescheiden werkje van Servranckx. Niet zonder enig gevoel voor humor, kaderde hij zijn schilderspalet in van toen hij jong was en gaf het de titel “Machiene om te ontroeren”. Hij zag met andere woorden een parallel tussen hoe een machine een geheel is van acties en reacties en hoe het maken van een schilderij ook een actie is die een reactie kan uitlokken. In dit geval dan geen fysieke, maar een emotionele reactie.
a short film 2010 still, fiction shortfilm 9 min
MARIE SNAUWAERT
J- +' G# 9- M' :-.&') 012325 T.-8.)% ") ''- - - ''- )' hoge tafel. De wereld rond hem is stilgevallen. Stilaan wordt duidelijk dat de man de wereld kan doen bewegen. Maar hiervoor moet hij wel initiatief nemen. Marie Snauwaert neemt hier een maatschappelijk standpunt in: door je te engageren, krijg je ook iets terug. Het doet geen pijn als je de stap zet om iets te doen, maar je moet je eigen drempel overgaan. Bij de film ligt een puzzel op een tafel. Binnen de puzzel heeft alles zijn unieke plaats. Het is de bedoeling dat het publiek de puzzel maakt tijdens de tentoonstelling. En dat deze in de loop van de tentoonstelling zichtbaar wordt. Alle mensen maken deel uit van het groter geheel. Iedereen draagt zijn verantwoordelijkheid en draagt bij aan het geheel.
Darwinian Symphony 2014 animation 6 min. 19 sec. (continuous loop) Courtesy Zeno X Gallery, Antwerp
BART STOLLE
!) :)##' 0123C5 ?'(#% 9# '('-+ 9- ">- ''-9.+,' -)'filmpjes. Daarnaast maakt hij ook schilderijen en tekeningen. Doorheen zijn oeuvre kan je zien hoe hij de logica van de computer vergelijkt met de menselijke geest. Stolle verwijst met zijn vormentaal naar het modernisme van het begin van de 20ste eeuw, maar tegelijk ook naar computertaal. Hij speelt ook met ons verwachtingspatroon van wat computer gegenereerde beelden zijn en wat door mensen gecreëerde beelden zijn. In een tijd waarin wij aan een voortdurende stroom van visuele prikkels worden blootgesteld wilt Stolle net werken maken waarin verschillende momenten en ideeën tot een synthese kunnen komen. In deze tentoonstelling zie je het werk ‘Darwinian Symphony’. Deze animatiefilm is op traditionele wijze frame per frame gemaakt. Met dit werk wilt Stolle weg van de hedendaagse werkelijkheid en begeeft hij zich in een diepere laag in de tijd. De figuurtjes en vormpjes zijn opgebouwd uit elementaire geometrische vormen en staan op partituurlijnen. Ze veranderen voortdurend. Ze krijgen andere kleuren of ze beginnen andere dingen te doen al naargelang hun aard en hun functie. Ze kunnen zich met andere woorden vlot aanpassen aan veranderende situaties. Vandaar ook de verwijzing in de titel naar de vader van de evolutietheorie. Het geheel oogt erg ritmisch.
26.6 Days 2012 metaal, hout, elektrische motor, mechanische onderdelen, wit koord, lood 30 x 30 x 10 cm
JENNIFER TOWNLEY
B'--G' T&-#'6 012@45 N'+'#-+% () '8-8' .#*).'- +' erg langzaam bewegen. De sculpturen maken, aangedreven door een motor, zich steeds weer herhalende bewegingen. Hierdoor ontstaan patronen die op een subtiele wijze interfereren met de geest van de toeschouwer. De werken vloeien voort uit haar fascinatie voor de wetenschap, vooral dan natuurkunde, techniek en wiskunde. Ook geometrische patronen in islamitische kunst of wiskundige tekeningen van de Nederlandse kunstenaar Escher dienen als een bron van inspiratie. Het fascinerende aan mechanische machines is voor Townley hun regelmaat en gehoorzaamheid. Ze zijn robuust, zwaar en schijnbaar onsterfelijk. Townley is gefascineerd door hoe een machine een eenvoudige cirkelvormige beweging (roterende motor) kan omzetten in een complex bewegingspatroon. De tandwielen in dit werk van Jennifer Townley hebben ongelijke aantallen tanden. Hierdoor is hun rotatiesnelheid verschillend en verandert hun onderlinge positie voortdurend. Het witte koord benadrukt telkens de verandering. Het vormt een voortdurend veranderende vierhoek waarbij de hoogte van het koord varieert. Het duurt enkele weken eer de oorspronkelijke samenstelling van het beeld opnieuw bereikt wordt.
Paul-III.a, Paul-III.b en Paul¬III.c die een jongen schetsen 2013 © Patrick Tresset
PATRICK TRESSET
K)( T'') ''- - D-+'- ,'9'),+' O--E J- ">- (.-)*(tijk werkt hij met robots die hij menselijke handelingen laat nabootsen. Hij maakt meer bepaald robots die gedrag vertonen dat als artistiek of expressief omschreven zou kunnen worden. Door robots dergelijke handelingen te laten doen, stelt Tresset verschillende aspecten van het menselijke creatieproces in vraag. Hoe kan een kunstenaar iets of iemand verbeelden. Hoe werkt dat eigenlijk? Wat zien mensen eigenlijk als ze naar tekeningen/kunstwerken kijken? En wat maakt dat mensen een zelfde handeling bij een robot en bij een mens anders ervaren? Hiermee begeeft Tresset zich op een grens tussen kunst, robotica en informatica. Maar hij stelt tegelijk ook fundamentele filosofische vragen over wat creatie is. Hier in de tentoonstelling ‘Mens en machine’ toont hij drie robotarmen die gemonteerd zijn op tekentafels. Met behulp van een cameraatje kunnen ze de registratie van de persoon tegenover hen omzetten in een mechanische beweging van een pen waaruit een schets ontstaat.
Pontus Sub Marea 1977 metaal, koper, olieverf 38 x 130 x 16 cm Collectie kunstenaar, Museum Dr. Guislain Gent
GERARD VAN LANKVELD
S'+ 9- D-(9'#+ 012C35 S'')% ,'#+) # ''- 9')','-&+,' 9de outsiderkunst. In zijn woning in het Noord-Brabantse Gemert heeft hij het keizerrijk Monera Carkos Vlado gesticht. Dat vertaalt hij zelf als “schuilplaats voor de wereld van buitenaf”. Het is een staat in een staat. Hij is er de keizer van. In zijn zelfgemaakte wereld kan hij gelukkig zijn. Hij heeft deze parallelle wereld nodig om de wereld daarbuiten aan te kunnen. Als uitvinder en bedenker weet hij de meest minutieuze machines in elkaar te schroeven. Stoommachines. Treinen. Klokken. Hier in de tentoonstelling wordt zijn onderzeeër getoond. Deze maakt deel uit van de collectie van het Dr. Guislainmuseum in Gent waar de kunstenaar in 2005 een solotentoonstelling had.
Emergo 2010 hout, computers, servomotoren en waterflow systemen 170 x 80 x 50 cm
PAUL VAN TWIST
K.# 9- T&) 012=L5 N'+'#-+% 8+ ''- .'9##' U' # '#'()nisch ontwikkelaar en later als manager in een groot elektronisch bedrijf. Maar in 2005 maakte hij de overstap naar de kunst. In ‘Emergo’ speelt de kunstenaar met water zoals hij dat vaker doet. Een rooster wordt weerspiegeld in het water. Wanneer de startknop wordt ingedrukt, wordt het beeld gewist en dan langzaam weer opgebouwd, druppel voor druppel. De eerste druppels zijn kleine eilanden, elk met alle beeldinformatie: het zichtbare raster in miniatuurformaat. Wanneer er meer druppels vallen, groeien de eilanden en clusteren ze samen op een onvoorspelbare manier. Uiteindelijk smelten ze weer samen om opnieuw een glad oppervlak te vormen. Deze machine bootst een emotioneel proces na. Iedereen die een ernstige tegenslag in zijn leven ervaart, moet zich op korte tijd aanpassen om verder te kunnen. Maar het gebeurt even goed dat mensen er niet in slagen hun normale leven echt te hervatten of enkel aan de oppervlakte. ‘Emergo’ betekent ‘ik kom boven’. De Emergo machine laat zien hoe het verwoeste beeld van de wereld na een ramp stap voor stap wordt hersteld, en hoe de mens telkens opnieuw recht krabbelt.
Machines have less problems. I’d like to be a machine, wouldn’t you? Affiche voor de eerste tentoonstelling van Andy Warhol in Europa Moderne Museet, Stockholm, Zweden 1968 100 x 70,5 cm Verzameling ING België
ANDY WARHOL
:8#+'>'- ">- )' 8+E ;' +-,'- +' ( &# #)'- "'- ">- '8-8E Machines hebben minder problemen. Ik zou graag een machine zijn. Jij niet?” Dit is een citaat van de Amerikaanse pop-art kunstenaar Andy Warhol (°1928, Pittsburgh, VS - 1987, New York, VS) uit 1963. Andy Warhol beïnvloedde fundamenteel de manier waarop wij over kunst denken. Voor hem was het onderscheid tussen de kunst en het leven vaag. Hij haalde beelden voor zijn kunstwerken uit de populaire cultuur. Warhol zette de traditionele opvattingen over kunst op zijn kop. In plaats van een uniek beeld te creëren met de hand, maakte hij via een mechanisch proces een herhaling. Ook in de kunst – het elitaire medium bij uitstek - was er nu sprake van massaconsumptie. Uniciteit was geen vereiste meer. En emotie werd losgekoppeld van het maken van kunst. De affiche van zijn tentoonstelling in het Moderna museet die hier in de tentoonstelling hangt, zegt veel over hoe hij hierover dacht.
Dog 2005 roestvrij staal, pneumatiek, 60 x 400 x 350 cm
FREERK WIERINGA
;' -8'5 ')' 8,'5 )#'- .#*).'- 9- O''( W'-, 0123@5 Rijssen, Nederland) zijn een perfecte combinatie van geavanceerde, industriële technologie en vakmanschap. Immense robots komen tot leven door middel van computergestuurde motoren, hydraulica en sensortechnologie en interactie met de bezoeker. De gebruikte motoren, bedrading en andere technologie staan in groot contrast met het gesmede uiterlijk van de robot. De technologie wordt niet verborgen maar zichtbaar gelaten voor het publiek. Hierdoor kan het publiek zich verwonderen over de kinetica die afzonderlijk bewegend het hele werk leven geeft. Het werk geeft als het ware de evolutie in techniek weer in zijn vormgeving. Door deze interactie beleeft de toeschouwer de beelden op een directe en fysieke manier en wordt zodoende onderdeel van het werk. In 2005 was zijn computergestuurde, interactieve werk ‘Dog’ te zien op Art Rotterdam. Deze waakhond reageert op de aanwezigheid van de toeschouwer. Naarmate de toeschouwer dichterbij komt, wordt de hond waakser of zoekt hij toenadering.
Living Bark 2 2013 boomschors, staal, elektromotor, schakelaar.
BART NIJBOER
XYZ[\]^ _\` abc\Y\] de] \\] fccg f\h\\a` [\ ^i_cb^ je]akeeg cd\b [\ stam mee. Als de boom dikker wordt scheurt de schors uiteen en vormt een grillige structuur. Dit proces is zo langzaam dat wij deze beweging niet kunnen waarnemen. In het werk ‘Living bark 2’ wordt een beweging van de natuur getoond, die in het hoofd van een mens is ontstaan.