SynthesHis Tijdschrift voor huisarts en automatisering
december 2014, jaargang 13, nummer 4
Gebruik Zorgmail File Transfer Ervaring met patiëntportalen Veilig inloggen in de HISsen Vooruitblik op ledencongres 2015 Curator LDD schikt met debiteuren
www.syntheshis.nl
KOPWERK
DEC. 2014
Kees Kanters
DEC. 2014
KOPWERK
Leo van Rooijen
Casper Tombrock
DEC. 2014
Foto’s: Wouter Scheen
KOPWERK
KOPWERK
KOPWE
DEC. 2014
DEC. 20
Het verhuisdossier Eén onderwerp is genoeg voor deze versie van kopwerk, uw tijd en aandacht zullen zich vooral richten op veranderingen in de organisatie van de zorg die in 2015 geleverd moet gaan worden: het wijkgericht werken, de wijzigingen in de financieringsstructuur, de veranderingen in de jeugdzorg, de kwetsbare ouderen, de ggz en mogelijk uitbreiding van ketenzorg. Het verhuisdossier. Uit de eigen ervaring en uit de presentaties gehouden tijdens de HIS DemoDag is een aantal conclusies met betrekking tot het ‘moderne verhuizen’ (van het patiëntendossier) te trekken: ZorgMail File Transfer (ZFT) voorziet overduidelijk in een behoefte; als gegevens van een verhuizende patiënt beveiligd kunnen worden geüpload, kan voor een snelle, voordelige en complete overdracht van de gegevens naar de nieuwe huisarts worden gezorgd. Voor de geheel geautomatiseerde huisartsenpraktijken is deze werkprocedure een zegen, binnen 5 minuten zijn alle documenten naar de nieuwe huisarts verzonden. Maar dan… De ontvangende huisartsenpraktijk moet ook blij worden van de ontvangen stukken. Dit is, eufemistisch uitgedrukt, niet altijd het geval en dus zijn er knelpunten op te lossen. Ten eerste dient de overgedragen documentatie de ontvanger een compleet beeld van de patiënt te geven. Logisch is dat hiertoe de overdracht van het kerndocument plaatsvindt in een in technische zin ‘algemeen
format’. Dit algemene format heet Portable Document Format, PDF. Dat is een universele bestandsindeling waarmee lettertypen, afbeeldingen en lay-out van elk willekeurig brondocument behouden blijven, ongeacht het programma of het platform waarmee het document is gemaakt. Het HIS kan een compleet document in PDF aanmaken van alles wat in het HIS is geregistreerd: ‘de elektronische groene kaart’. Mooi geregeld, denk je dan, behalve als vervolgens blijkt dat een van de HISsen, met een flink marktaandeel, dit geheel niet kan. Ten tweede dient het HIS van de nieuwe huisarts de bestaande gegevens te kunnen importeren. Hiervoor is de bekende standaard MEDOVD, c.q. het verhuisbericht c.q. het MWNH-bericht c.q. het Edifact-overdrachtsbericht gedefinieerd – het mag wat namen hebben. Tijdens deze editie van de HIS DemoDag koos stichting ION ervoor geen kruistests te verrichten. De aanleiding hiervoor was niet fraai: de meeste leveranciers hadden niets met de naar aanleiding van de vorige tests uitgebrachte aanbevelingen gedaan. Desondanks waren er toch resultaten van tests: van een zeer uitvoerig (dik) patiëntendossier werd een verhuizing geregeld, via vijf praktijken, waaronder MicroHIS, CGM HUISARTS, MicroHIS, kwam een MEDOVDbericht terug in een OmniHis-Scipiopraktijk. Het resultaat van vijf maal verhui-
zen was dat de gegevens van via het Edifact verhuisde bericht niet compleet meer was. De hieruit te trekken conclusie is dat het kunnen importeren van een MEDOVDbericht behulpzaam is bij het inrichten van het patiëntendossier door de nieuwe praktijk in het eigen HIS, maar dat altijd op belangrijke punten moet worden gecheckt en de oude gedigitaliseerde ‘groene kaart’ altijd beschikbaar moet blijven. Andere conclusies: het MEDOVD-bericht dient bij elke update van een HIS opnieuw door de praktijktesters te worden getest. Het is een must dat de leveranciers deze testprocedures opnemen in hun ontwikkelprocessen. Er moet ook bij andere betrokkenen nog meer water door de Rijn. Zo dienen praktijken adequaat te registreren en papier uit te bannen (dat levert veel logistiek voordeel op voor de praktijk zelf, waardoor investeringen zich later terugverdienen). Ten behoeve van de verzending van verhuizende patiënten moet het aanmaken van het complete patiëntendossier worden vereenvoudigd: bij de verhuizing komt het voor dat per patiënt wel vijf of meer documenten moeten worden meegezonden. Het algemene beeld over de mogelijkheden van het elektronisch verhuizen van dossiers door middel van het ZFT van een enquête was als volgt: het is een buitengewoon nuttige functionaliteit, maar wat een chaos aan gegevens. Dat moet beter! 3
SynthesHis december 2014; 4 (13)
1
Inhoud
Colofon SynthesHis is het gezamenlijke tijdschrift van de HIS-gebruikersverenigingen Atlas, OmniHis en Orego. Redactie Jeroen van der Lugt (hoofdredacteur) (
[email protected]) Casper Tombrock (
[email protected]) René van Leeuwen (
[email protected])
KOPWERK
Adreswijziging Bij wijziging van de tenaamstelling en/of het adres verzoeken wij u de adresdrager met de gewijzigde gegevens op te sturen naar Bohn Stafleu van Loghum. Beëindiging abonnement Beëindiging van het abonnement kan uitsluitend schriftelijk en dient uiterlijk twee maanden voor afloop van het lopende abonnementsjaar te zijn ontvangen.
Redactiesecretaris Wouter Scheen
Het verhuisdossier
1
HIS DemoDag 2014
4
HET PATIËNTVERHUISDOSSIER OP DE HIS DEMODAG
4
Gerda Mensink ‘Je moet de oefening heel precies uitvoeren, anders zak je door het ijs.’ Leo van Rooijen, dagvoorzitter van de HIS DemoDag, vergeleek het onderdeel verhuisdossier met de verplichte figuren bij het kunstschaatsen. ‘Want als een huisarts niet zorg-
Website www.syntheshis.nl Redactieadres Redactie SynthesHis Wouter Scheen Waterpoortweg 391, 1051 PX Amsterdam 020 488 00 75
[email protected] Uitgeverij Uitgever R. Kroeks Bohn Stafleu van Loghum, onderdeel van Springer Media BV Postbus 246 3990 GA Houten 030 638 37 36, fax 030 638 39 99 www.bsl.nl
Abonnementsprijzen Jaarabonnement (incl. verzend- en administratiekosten) Abonnementsprijs (print): € 65,50. Prijswijzigingen voorbehouden. Voor buitenlandse abonnees geldt een toeslag op deze prijzen. Niet hiervoor genoemde prijzen op aanvraag of via www.bsl.nl. Leden van Atlas, OmniHis en Orego ontvangen vier nummers per jaar. Advertenties Bohn Stafleu van Loghum, Jan Peterson Postbus 246 3990 GA Houten 030 638 39 76
[email protected] Advertenties behoeven de goedkeuring van de redactie.
Marketingcoördinator Simone Lagerweij (direct marketeer) 030 638 37 97
[email protected] Nieuwe abonnementen Abonnementen kunnen op ieder gewenst moment worden aangegaan en worden stilzwijgend met telkens één jaar verlengd tot wederopzegging, tenzij twee maanden voor vervaldatum schriftelijk is opgezegd. Een abonnement wordt eenmaal per jaar bij voorfacturering voor het aankomende jaar berekend. De prijs wordt jaarlijks aangepast.
Auteursrecht De verantwoordelijkheid voor de inhoud van de artikelen berust bij de auteur(s). De inhoud van de artikelen hoeft niet in overeenstemming te zijn met het door de gebruikersverenigingen gevoerde beleid. Artikelen mogen alleen worden overgenomen en/of vermenigvuldigd, op welke wijze dan ook, na schriftelijke toestemming van de redactie en uitgever en met bronvermelding. Omslag en ontwerp Studio Reginald Lindemans BNO, Leiderdorp Levering en diensten geschieden volgens de voorwaarden van Springer Media, gedeponeerd bij de Kamer van Koophandel te Utrecht onder dossiernummer 32107635 op 17 juni 2010. De voorwaarden zijn in te zien op www.bsl.nl of worden de koper op diens verzoek toegezonden.
vuldig registreert volgens de ADEPD-regels of een EPD-overdrachtbericht is niet exact volgens de specificaties in een HIS ingebouwd, kan er van alles misgaan.’
DE VOORKANT VAN HET PATIËNTPORTAAL
10
Christie Manintveld Tijdens het ochtendprogramma van de HIS DemoDag stond het patiëntportaal centraal. Hoewel de aanwezigen in de dagelijkse praktijk zelf vooral met de achterkant van het patiëntportaal werken, vonden zij het interessant om ook eens naar verschillende voorkanten te kijken.
EEN KIJKJE ACHTER DE SCHERMEN VAN PATIËNTPORTALEN
15
Christie Manintveld In de tweede ronde over het patiëntportaal tijdens de HIS DemoDag ging het over de achterkant ervan. Huisartsen en assistentes lieten de aanwezigen zien hoe zij een onlineherhaalreceptaanvraag, een e-consult en een via het patiëntportaal geplande afspraak afhandelen.
FEESTELIJKE INGEBRUIKNAME HONDERDSTE PATIËNTPORTAAL IN BREDA
20
COLUMN
21
ZORGMAIL FILE TRANSFER
Op de agenda van NedHIS
22
VERANDERING, ONDERZOEK, ONTWIKKELING – DE HIS-WERELD IS ALTIJD IN BEWEGING
ISSN 1570/2693
Gerda Mensink Adriaan Mol, huisarts in Loosdrecht, is voorzitter van NedHIS. Hij zet zich al jaren op diverse fronten in voor een optimale automatisering in de huisartsgeneeskundige zorg. Zo is hij ook voorzitter van de VZVZ-ledenraad en daardoor nauw betrokken bij de ontwikkelingen van het LSP. Hij praat u bij over actuele zaken die op de agenda staan van NedHIS en VZVZ.
2
SynthesHis december 2014; 4 (13)
VEILIGE TOEGANG TOT DE PATIËNTGEGEVENS
26
SynthesHis
Eugène van Diepen Het parlement en de minister oefenen steeds meer druk uit op het College bescherming persoons-
Tijdschrift voor huisarts en automatisering
gegevens en de Inspectie voor de Gezondheidszorg om toe te zien op de naleving van de regelgeving in het kader van patiëntveiligheid en gegevensbescher-
december 2014, jaargang 14, nummer 3
ming. Een viertal artikelen besteedt aandacht aan de inlogprocedures, het loggen van handelingen en de ontwikkelplannen voor 2015 van vier HISsen: CGM HUISARTS (voorheen MIRA), MicroHIS, Promedico ASP en Promedico VDF, en OmniHis Scipio.
Curator schikt met 288 huisartsendebiteuren
Wat is er veel gebeurd in 2014
32
Eugène van Diepen De afwikkeling van het faillissement van de Stichting Beheer Derdengelden van LHV Declaratie Direct is
ken, is door 288 huisartsen-debiteuren aanvaard (76% van het aantal debiteuren). De curator heeft hiermee ruim € 2,4 miljoen binnengehaald. Dat geld zal gebruikt worden voor een derde uitkering van 10,73 procent van de erkende vorderingen van huisartsen-crediteuren.
NedHIS & EZD Congres 26 maart 2015
34
INS EN OUTS VAN HET INDIVIDUEEL ZORGPLAN Gerda Mensink ‘Huisartsen zijn nog niet gewend om planmatig in de HISsen te registreren. Maar als het aan VWS en de zorgverzekeraars ligt, komt daar verandering in. Het IZP – Individueel ZorgPlan – zou daarvoor een geschikt middel zijn. Maar hoe kunnen we dat op een goede manier inzetten? Wat betekent dat voor het werk in de dagelijkse huisartsenpraktijk? En wat moeten we daarvoor aanpassen in onze HISsen?’ Casper Tombrock, voorzitter van het NedHIS-gedeelte, vertelt over het jaarlijkse NedHIS & EZD Congres 2015, waarop het IZP centraal staat.
COMPUGROUP MEDICAL NEDERLAND NEEMT LABELSOFT OVER
36
Eugène van Diepen CompuGroup Medical Nederland (CGM) heeft per 1 oktober zorgautomatiseerder Labelsoft Clinical IT uit Zoetermeer overgenomen. Door deze overname is CGM marktleider bij de huisartsenposten met een marktaandeel van 75 procent, tweede met een marktaandeel van 45 procent achter PharmaPartners bij apotheekinformatiesystemen en de nummer drie achter Promedico en Medicom bij de huisartsen met 25 procent marktaandeel.
TIPS EN TRUCS
37
MicroHIS
37
OmniHis Scipio
38
Jeroen van der Lugt
Redactioneel
debiteuren minimaal 50 procent korting op hun vastgestelde schuld krijgen als zij voor 1 juli 2014 schik-
Foto: Wouter Scheen
inmiddels het zesde jaar in gegaan. Het schikkingsaanbod van curator A.J. Verdaas, waarbij huisartsen-
Dit kerstnummer gaat over de belangrijkste ontwikkelingen in de huisartsenautomatisering in het afgelopen jaar. Allereerst is daar Zorgmail File Transfer (ZFT), de moderne en veilige omgeving waarbinnen huisartspraktijken dossiers van verhuizende patiënten kunnen uitwisselen. De stichting ION heeft het initiatief genomen en partners gezocht om deze route te ontwikkelen. In de acht maanden dat ZFT gebruikt wordt zijn er vrijwel geen huisartsen meer die er niet van gehoord hebben. Daarom besteden we ruim aandacht aan ZFT: in Kopwerk, de vaste rubriek van de gezamenlijke voorzitters van de HIS-gebruikersverenigingen Atlas, Orego en OmniHis. In het openingsartikel waarin u leest over de HIS DemoDag. In de eerste column van doktersassistente Monique Hollema-Spijker. En ten slotte achterin het nummer in de rubriek Tips en Trucs. De HIS DemoDag ging niet alleen over het elektronisch verhuizen van patiëntverhuisdossiers, ook de patiëntenportalen kwamen ruimschoots aan bod. Hoe zien ze eruit? Aan de patiëntkant, aan de praktijkkant? Wat kun je ermee en wat nog niet? Er kwamen in de discussies op die dag heel interessante praktijkervaringen naar voren. U kunt uitvoerig lezen over het veilig inloggen in uw HIS. Nadat Herman Levelink in SynthesHis nummer 3 het onderwerp prominent op de agenda had geplaatst, heeft de redactie bij de HIS-bedrijven navraag gedaan naar de huidige staat van de bestaande inlogprocedures. En hoe en wanneer die gemoderniseerd worden. Ons is gebleken dat de urgentie hiervan nog niet bij alle bedrijven leeft. Nagedacht en gestudeerd wordt er wel. Maar het is de vraag of er nog veel tijd resteert voordat IGZ en CBP zullen afdwingen dat de huidige wijze van werken wordt verlaten. De voorzitter van NedHIS praat u bij over onderzoeken en ontwikkelingen. En we blikken vooruit naar het NedHIS ledencongres 2015 dat zal gaan over registratiemogelijkheden van het individueel zorgplan in uw HIS. De curator van LDD heeft deze zomer geschikt met bijna driehonderd huisartsen-debiteuren. Het is een taai dossier maar wel belangrijk. Wij wensen u veel leesplezier met deze SynthesHis, onder de kerstboom. 3
SynthesHis december 2014; 4 (13)
3
HIS DemoDag 2014 Het patiëntverhuisdossier op de HIS DemoDag Gerda Mensink (
[email protected])
Foto’s Wouter Scheen
‘Je moet de oefening heel precies uitvoeren, anders zak je door het ijs.’ Leo van Rooijen, dagvoorzitter van de HIS DemoDag, vergeleek het onderdeel verhuisdossier met de verplichte figuren bij het kunstschaatsen. ‘Want als een huisarts niet zorgvuldig registreert volgens de ADEPD-regels of een EPDoverdrachtbericht niet exact volgens de specificaties in een HIS ingebouwd is, kan er van alles misgaan.’
Ook dit jaar kreeg het verhuisdossier een hoofdrol. Iedere huisarts heeft ermee te maken. De een minder, de ander veel meer. Zeker in de grote (studenten)steden kan het percentage patiënten dat van huisarts wisselt oplopen tot 30 procent van de praktijk-
Een en al aandacht
4
SynthesHis december 2014; 4 (13)
populatie per jaar. Als de dossiers van deze patiënten op een veilige en handige manier elektronisch overgedragen kunnen worden, scheelt dat veel administratieve rompslomp en kosten.
Wim Jongejan
Demo ZorgMail File Transfer Wendy Breuker begon met een korte demonstratie van ZorgMail File Transfer, de overdrachtroute die sinds 10 april landelijk beschikbaar is voor het verhuizen van patiëntdossiers naar de nieuwe huisarts. Zij liet zien dat je als je een dossier afwijst altijd een reden moet opgeven en toonde ook hoe snel je ontvangen dossiers kunt downloaden vanuit het ZFT-dashboard. Ze wees erop dat je een vinkje moet zetten als het downloaden succesvol is verlopen. Daarvan krijgt de vorige huisarts bericht, bovendien komt het bericht daardoor in het archief en kun je later via de archieffunctie nog een vraag stellen aan de vorige huisarts. Bijvoorbeeld als er iets misgaat bij het inlezen van het dossier in je HIS of als dan blijkt dat er onderdelen ontbreken. In het archief kun je zoeken op burgerservicenummer en geboortedatum. De rol van ION In 2010 heeft de stichting ION – Inschrijving Op Naam – het verhuisdossier geadopteerd. Een van de ION-doelstellingen is om administratieve lasten van huisartsen te verminderen en elektronisch verhuizen van patiëntdossiers kan daaraan een belangrijke bijdrage leveren. Bij een dergelijk complex proces is het van belang dat iemand de regie voert. De insteek was om stap voor stap verbeteringen door te voeren. Eerst is gewerkt aan het EPD-overdrachtbericht zelf. In 2014 is een volgende stap gezet met de komst van ZFT, een veilige elektronische overdrachtroute voor alle huisartsen. Menno Riemeijer, voorzitter van ION, schetst de stand van zaken: ‘Met de komst van ZFT is het aantal dossiers dat elektronisch wordt uitgewis-
Carinke Buiting
Harm-Jan Lamers
seld enorm gestegen. Daardoor wordt de druk op de interoperabiliteit van de HISsen opgevoerd, en worden de knelpunten en oneffenheden steeds duidelijker zichtbaar.’ ZFT in cijfers Sinds de start zijn circa 410.000 transferverzoeken via ZFT verzonden, op basis van mutaties in ION. Vlak voor de HIS DemoDag staan er nog ruim 145.000 dossieraanvragen in ZFT open om beantwoord te worden door de voorgaande huisarts. Ongeveer 125.000 aanvragen werden via ZFT afgewezen. De oorzaken kunnen variëren van het niet eens zijn met de ION-mutatie tot het intern verhuizen via eigen HIS-route of -cluster. Ruim 135.000 aanvragen zijn gehonoreerd met het klaarzetten van de patiëntverhuisdossiers in ZFT. Van deze 135.000 is van bijna 96.000 dossiers met het vinkje bevestigd dat ze succesvol zijn gedownload, staan 14.000 gereed om te worden gedownload of zijn al gedownload zonder het vinkje ter bevestiging daarvan aan te klikken en zijn 25.500 dossiers na drie weken vernietigd omdat deze niet tijdig zijn gedownload en/of bevestigd met een vinkje voor succesvolle download. Knelpunten In de aanloop naar de HIS DemoDag heeft ION huisartsen en assistentes opgeroepen problemen met het elektronisch verhuizen te melden. Daarop zijn een paar honderd reacties ontvangen, voor 90 procent van assistentes. Bijna de helft gaat over de correspondentieperikelen. Er zijn ook wensen, vooral op het gebied van communicatie. Huisartsen en assistentes willen meer weten, niet alleen of een dossier goed is
SynthesHis december 2014; 4 (13)
5
Menno Riemeijer
Frits Schueler
Experiment Voor het eerst kreeg elke demonstrerende huisarts een paar minuten de tijd om te laten zien waarop hij trots is in zijn eigen HIS. René van Leeuwen laat het fiatteerscherm van CGM HUISARTS (voorheen MIRA) zien. Daarop staat een fraai overzicht van alle medicatie die is aangevraagd. Met een klik op een naam kun je snel meer informatie inzien. En je kunt in één keer alle aanvragen fiatteren. Jeroen van der Lugt is enthousiast over de directe koppeling tussen Promedico ASP en VECOZO die je zelf via instellingen kunt aanzetten. Dit is heel handig om alle declaraties, dus zowel verrichtingen, nagekomen verrichtingen als inschrijfgelden, rechtstreeks bij alle zorgverzekeraars aan te bieden. Jan Arie van Wijngaarden, ook een Promedico ASP-gebruiker, voegt daar de koppeling met Twinfield aan toe. De facturen die je naar VECOZO verstuurt worden in dit boekhoudprogramma tegelijkertijd verwerkt. Bankafschriften worden er automatisch in opgehaald en met één klik weggeschreven in de administratie. Bovendien kan de boekhouder Twinfield online raadplegen. Robert Wladasch demonstreert hoe je in Promedico VDF met de projectmodule heel snel gegevens kunt verzamelen. Bijvoorbeeld een overzicht van hoeveel amoxicilline 500 mg je het afgelopen jaar hebt voorgeschreven, het aantal vasectomie-ingrepen in 2013 of de passanten aan wie je iets hebt voorgeschreven. Casper Tombrock is blij met de komst van 4G. Dankzij dat netwerk kan hij zijn laptop echt goed gebruiken tijdens het visiterijden. Het voordeel daarvan is dat je als je bij een patiënt weggaat ook daadwerkelijk klaar bent: de recepten zijn verstuurd naar de apotheek en de gemaakte afspraken staan in de praktijkagenda. Wim Jongejan wijst op de mogelijkheid om gemiste contacten op te sporen in MicroHIS. Je kunt een overzicht maken van alle contacten die in het werkblad staan, maar niet zijn gekoppeld aan een verrichting. Dat levert in veel gevallen geld op. Frits Schueler, ook een MicroHISser, roemt de scanmodule.
6
SynthesHis december 2014; 4 (13)
Marcel heldoorn
gedownload, ook of het goed is ingelezen in het HIS. Ze willen ook gemakkelijker vragen kunnen stellen aan de vorige huisarts. Aan deze wens wordt binnenkort voldaan, want er komt een chatfunctie in ZFT. Daarnaast zijn er zorgen over de compleetheid van de dossiers. Vaak blijkt het klaargezette patiëntverhuisdossier niet uit de drie afgesproken onderdelen te bestaan: het EPD-overdrachtbericht, een pdf van het complete patiëntdossier en een pdf van de losse berichten (correspondentie). Als de pdf van het patiëntdossier ontbreekt, kan de nieuwe huisarts niet controleren of het EPD-overdrachtbericht goed is ingelezen. En dat is noodzakelijk, zolang het verhuizen nog niet vlekkeloos verloopt. En als het EPD-overdrachtbericht ontbreekt, valt er niets in te lezen in een HIS. Er bestaat ook nog te veel onwetendheid over de basale mogelijkheden van elektronisch uitwisselen, bijvoorbeeld over het maken van een EPD-bericht en het bestaan van ZFT. Aan de demonstrerende huisartsen was gevraagd te laten zien wat er structureel misgaat bij het elektronisch verhuizen. Dat leverde een palet aan verschillende fouten op, maar de vraag of het om structurele fouten ging kon niet worden beantwoord, mede omdat niet altijd bekend is uit welk HIS de geïmporteerde EPD-overdrachtberichten afkomstig waren. We zagen dat medicatie van jaren stuk voor stuk is voorgeschreven op de datum van inschrijving van de nieuwe patiënt, journaalregels die allemaal drie keer zijn overgenomen, lege episodes, verandering in lay-out van specialistenbrieven die daardoor onleesbaar waren geworden, ontbrekende meetwaarden, een assistente die het dossier inleest, als behandelaar
Willem van der Linden
Jan Arie van Wijngaarden
van alle verrichtingen in het verleden, honderden labuitslagen als regel in het journaal, enzovoort. Toestemming patiënt Toestemming patiënt leidt tot veel vragen en onduidelijkheid. Dit is niet geregeld via ZFT, zoals het ook niet is geregeld bij verzending per post. De verantwoordelijkheid ligt bij de huisartsen zelf. Het advies van de KNMG luidt dat er toestemming gegeven moet zijn aan een van beiden, de oude óf de nieuwe huisarts. Tijdens de HIS DemoDag spitste de discussie zich toe op de vraag of je iedereen gaat belasten met de toestemmingsvraag en met het opsturen van formulieren of dat je in het ZFT-traject als reminder vraagt of de toestemming is geregeld. Met andere woorden: standaard of on demand. De aanwezigen pleitten voor een zo eenvoudig mogelijke, eenduidige oplossing. Dat wil zeggen alleen als het nodig is, in de praktijk bestaat namelijk slechts in enkele gevallen twijfel over die toestemming. Binnenkort beschikt ZFT al over een chatfunctie, dus dan kan gemakkelijk worden gevraagd om het toestemmingsformulier toe te sturen. Discussiepunten HIS DemoDag Gepleit wordt voor een langere bewaartermijn van
de transferverzoeken. De aanwezige huisartsen vinden drie weken te kort om te kunnen reageren op een transferbericht, vooral in vakantieperiodes. Zij geven de voorkeur aan een termijn van ten minste vier weken. Tot nu toe heeft ION elk half jaar kruistests uitgevoerd om de uitwisseling van het EPD-overdrachtbericht tussen alle HISsen te monitoren.1 De vraag
SynthesHis december 2014; 4 (13)
7
Henk Westerhof
Aldert van der Vinne
is of dat nog steeds een geschikt middel is. Enerzijds omdat de HIS-leveranciers bijna niets hebben gedaan met de adviezen ter verbetering uit de laatste tests van maart 2014. Anderzijds omdat de praktijk weerbarstiger is, en kruistests niet alles in kaart kunnen brengen. Zo blijkt uit de inventari-
Jeroen van der Lugt
satie dat bij uitwisseling tussen HIS A en B, of zelfs tussen A en A, het de ene keer goed kan gaan en een andere keer niet, ook als dossiers afkomstig zijn van dezelfde huisartsenpraktijk. De conclusie is dat er wel druk op de leveranciers moet worden uitgeoefend – wellicht is het beste middel om
Jong versus oud Isar Wulffaert is de jongste aanwezige huisarts: ‘Ik ben erg kritisch over de automatisering in de huisartsenpraktijk. Waarom is het niet beter geregeld? Dat moet mogelijk zijn, kijk maar naar andere bedrijfstakken, bijvoorbeeld de luchtvaart. Om prettig te werken, moet je zo weinig mogelijk administratieve rompslomp hebben. Wat geautomatiseerd kan, moet geautomatiseerd zijn, zo veilig en goed mogelijk. Het moet uit zijn met al die versnippering en koppelingen aan allerlei kleine bedrijfjes. Maar we moeten als huisartsen wel het heft in eigen hand houden, en het niet overlaten aan Microsoft of andere ICT-spelers. We moeten zorgen dat we weten wat we willen en bepalen hoe de huisartsenautomatisering in Nederland eruit moet zien. Daarvoor moeten we goed rondkijken wat er te koop is, met open blik en internationaal. In Spanje is er bijvoorbeeld een gezamenlijk EPD voor huisartsen en ziekenhuizen.’ Pieter Houwink – de oudste aanwezige huisarts – heeft zich altijd ingespannen voor de huisartsautomatisering en oriënteert zich wat dat betreft nog steeds internationaal. Hij schetst als antwoord op de opmerkingen van Isar drie problemen: ‘Nederlandse huisartsen zijn onvoorstelbaar eigenwijs en menen dat hun eigen HIS het beste is en onvergelijkbaar met andere. Huisartsen geven ongeveer 2 tot 3 procent van hun omzet uit aan automatisering, terwijl het gemiddelde in andere info-intensieve sectoren 8 tot 10 procent bedraagt. De oplossing zou zijn om te standaardiseren onder de motorkap en te werken met één gemeenschappelijke motor (= datamodel), met per HIS verschillende buitenkanten. Tot nu toe is dat ondanks verwoede pogingen onder drie verschillende ministers niet gelukt.’ De wedervraag van Isar luidt: ‘Wie is de baas?’ En het antwoord van Pieter: ‘De oplossing zou zijn dat de overheid zich terugtrekt, en het veld, de huisartsen het allemaal zelf gaan betalen…’
8
SynthesHis december 2014; 4 (13)
[kader 2]
Analyse van de ochtendsessies
gebruikers te stimuleren fouten te melden bij hun HIS-leverancier. De aanwezigen dringen erop aan dat ION daarnaast blijft testen en zich er samen met NedHIS en de gebruikersverenigingen voor inzet dat er iets gebeurt met de uitkomsten daarvan. Het is bekend dat de losse correspondentie nog een knelpunt vormt, dat stap voor stap aangepakt gaat worden. Primair is het van belang dat alle HISsen zich conformeren aan de eerder gemaakte afspraak om pdf-bestanden te gebruiken. Nu zijn dat vaak nog bestanden met andere extensies (zoals .edi, .text, .spod, enzovoort), die niet geopend kunnen worden. Nog niet elk HIS kan pdfbestanden maken. En het ene HIS stopt alle correspondentie in één pdf-bestand, het andere maakt van elke brief of uitslag een apart document. De bedoeling is dat als eerste stap in dit verbeterproces op korte termijn elk HIS een pdf-bestand kan maken van het complete patiëntdossier en zipbestanden kan lezen. Moeten we nog energie stoppen in het EPDoverdrachtbericht of inzetten op HL7vs3 (de nieu-
we berichtenstandaard in de zorg)? In 2010 is ervoor gekozen om als uitgangspunt voor het verhuisproject te kiezen voor wat er al voor handen was – het EPD-overdrachtbericht (vroeger: MEDOVD) en aan te sluiten zodra Nictiz een nieuw verhuisbericht op basis van HL7vs3 heeft ontwikkeld. Anno 2014 is dat bericht er nog niet. Echte winst levert het elektronisch verhuizen op zodra de drie onderdelen van het patiëntverhuisdossier met één druk op de knop klaargezet kunnen worden en met een druk op een andere knop geüpload worden naar ZFT. Of omgekeerd met een druk op de knop kan worden opgehaald en met een andere worden ingelezen. Zo ver is het nog niet. Er moeten nog veel hobbels worden weggenomen. De opvallend positieve reacties over de nieuwe mogelijkheden met ZFT van heel veel assistentes, die tegelijkertijd allerlei fouten meldden, laten zien dat daaraan hard moet worden gewerkt. 3 Noot 1. Zie ‘Nieuwste Kruistests’, SynthesHis 2014;2:710. www.syntheshis.nl.
SynthesHis december 2014; 4 (13)
9
HIS DemoDag 2014 De voorkant van het patiëntportaal Christie Manintveld (
[email protected])
Tijdens het ochtendprogramma van de HIS DemoDag stond het patiëntportaal centraal. Hoewel de aanwezigen in de dagelijkse praktijk zelf vooral met de achterkant van het patiëntportaal werken, vonden zij het interessant om ook eens naar verschillende voorkanten te kijken.
Huisarts Casper Tombrock trapte af en presenteerde vanuit het perspectief van de patiënt zijn patiëntportaal (OmniHis). Daarna vertelde Wendy Breuker, assistente in wijkgezondheidscentrum Lindenholt in Nijmegen, over het patiëntportaal binnen Promedico. Als derde en laatste demonstreerde Pascale Hendriks, huisarts in De Sluis, medisch centrum Spaarndam, de voorkant van haar Medicom-patiëntportaal. Een overeenkomst tussen de verschillende portalen is dat ze alle drie toegankelijk zijn via de website van de huisartsenpraktijk. Er waren ook verschillen, zoals de manier van inloggen en het aantal zaken dat een patiënt online kan regelen. Bij de één beperkt dit laatste zich tot het online maken van een afspraak, bij de ander kan een patiënt ook herhaalrecepten, reisdocumenten of een e-consult aanvragen of een eigen dossier bijhouden.
Leo van Rooijen, dagvoorzitter
10
SynthesHis december 2014; 4 (13)
ACTUEEL ONDERWERP Na de presentaties benadrukt dagvoorzitter Leo van Rooijen nog eens hoe actueel het patiëntportaal is. Veel huisartsenpraktijken hebben inmiddels een patiëntportaal en steeds meer zorgverzekeraars beschouwen het als een vereiste. Ook de patiënt verwacht onlinedienstverlening, bevestigde Marcel Heldoorn van de Nederlandse Patiënten Consumenten Federatie (NPCF): ‘Mensen zijn inmiddels gewend om zaken via internet te regelen. In de zorg is dit ook onvermijdelijk. Het zou nog veel verder kunnen gaan dan het maken van afspraken en het aanvragen van recepten. De Raad voor Volksgezondheid en Zorg (RVZ) heeft een advies uitgeschreven waarin staat dat een patiënt in de toekomst via internet moet kunnen beschikken over al zijn gezondheidsgegevens. De minister van
Willem van Stempvoort
Tejo Janssen
Joppe van der Reijden
Volksgezondheid, Welzijn en Sport heeft de ambitie om binnen vijf jaar 80 procent van de chronisch zieken toegang te geven tot hun dossier. En in de Eerste Kamer wordt gesproken over het recht op een digitale kopie van je medisch dossier.’ INLOGGEN IS DREMPELVERHOGEND Uit de presentaties blijkt dat er veel verschil is in de manieren van inloggen. Het ene portaal werkt alleen met digiD, bij het volgende kun je inloggen met
Presentatie 1: Casper Tombrock, huisarts – OmniHis
gebruikersnaam, wachtwoord en een sessiecode, en bij een derde volstaan alleen gebruikersnaam en wachtwoord. Bij sommige praktijken moeten mensen die een account willen aanmaken voor het patiëntportaal, zich aan de balie komen identificeren, zodat zeker is dat de patiënt zelf een account voor het patiëntportaal aanmaakt. Een van de aanwezigen: ‘Ik merk dat het inloggen met digiD voor veel mensen een enorme drempel is. Het patiëntportaal geeft mensen wel veel voordelen. Als ze eenmaal ingelogd
Huisarts Casper Tombrock presenteerde vanuit het perspectief van de patiënt zijn patiëntportaal (OmniHis). De patiënten van Casper hebben de mogelijkheid om online een afspraak te plannen. Op de website van de praktijk staat een link naar de webagenda. Wie hierop klikt krijgt een invulscherm te zien. De patiënt identificeert zich door zijn geboortedatum, postcode en huisnummer in te voeren en krijgt vervolgens dagen en tijdstippen te zien (in de komende twee weken) waaruit hij kan kiezen. Ook kan hij aangeven met welke huisarts een afspraak gewenst is. Vervolgens moet de reden voor het maken van de afspraak worden ingevuld. Hierbij kan de patiënt veel tekst kwijt. Als laatste moet het e-mailadres worden ingevuld. Op dit adres ontvangt de patiënt een bevestiging van de afspraak, die automatisch kan worden overgenomen door een digitale agenda (als de patiënt hierover beschikt). Een afspraak afzeggen kan nog niet via het portaal.
Casper Tombrock
SynthesHis december 2014; 4 (13)
11
Presentatie 2: Wendy Breuker, assistente – Promedico Wendy Breuker is assistente in wijkgezondheidscentrum Lindenholt in Nijmegen. Ze laat zien hoe patiënten via het patiëntportaal (Promedico) een afspraak kunnen maken, herhaalrecepten kunnen bestellen of voor een e-consult kunnen kiezen. De patiënten komen in het portaal via de website van het gezondheidscentrum. Om gebruik te maken van de onlinediensten moet eenmalig een account worden aangemaakt, zodat patiënten daarna met een gebruikersnaam en wachtwoord kunnen inloggen. Na het inloggen krijgt de patiënt per e-mail een sessiecode toegestuurd. Als hij deze heeft ingevoerd, krijgt hij toegang tot het patiëntportaal. Bij het online maken van een afspraak worden de mogelijkheden in de agenda getoond. Het is mogelijk om een dubbele afspraak te maken en ook om een afspraak online weer af te zeggen (tot minimaal 24 uur van tevoren). Na het kiezen van een dag, tijd en zorgverlener klikt de patiënt op ‘Bevestigen’, waarna hij de melding krijgt dat de afspraak gemaakt is. Per e-mail ontvangt hij een bevestiging met een overzicht van de afspraak. De patiënt kan een herhaalrecept aanvragen voor de medicijnen die hij op dat moment gebruikt. Alleen de middelen die voor een herhaalrecept in aanmerking komen, worden getoond op de persoonlijke pagina van de patiënt. Door op een middel te klikken komt dit in een ‘winkelwagentje’ terecht. Als alle benodigde middelen zijn geselecteerd, gaat de patiënt naar ‘Uw aanvraaglijst’. Hier kan hij eventueel de hoeveelheid aanpassen, waarna hij op bevestigen klikt. De patiënt ontvangt een e-mail met hierin het overzicht van de bestelde medicijnen. Voor een e-consult selecteert de patiënt de
zorgverlener en voert hij het onderwerp en zijn vraag in. Vervolgens drukt hij op ‘Bevestigen’. Op zijn persoonlijke pagina kan de patiënt zien welke afspraken hij heeft gemaakt, welke recepten online zijn aangevraagd en welke e-consulten nog openstaan en welke al beantwoord zijn.
zijn, hoeven ze alleen maar hun medicatie aan te klikken en op bevestigen te drukken. Het alternatief is de namen van alle benodigde medicatie zelf op een formulier invullen en dit versturen. Dat is veel meer werk en toch logt de helft van de chronische patiënten niet in.' Inloggen op het patiëntportaal zou eenvoudig en tegelijkertijd veilig moeten zijn. Ook is standaardisatie wenselijk. Eén account en één manier om in te loggen zouden de drempel om gebruik te maken van onlinediensten in de gezondheidszorg een stuk lager maken.
ZIJN GEGEVENS GOED BEVEILIGD? Over veiligheid is het laatste woord nog niet gezegd. Het is vele aanwezigen een doorn in het oog dat de huisarts de beveiliging 'tot zes cijfers achter de komma' regelt en dat de patiënt zijn gegevens vervolgens op Facebook zet of zijn complete medisch dossier aan een advocaat overhandigt. Hoe ver gaat onze verantwoordelijkheid, vragen aanwezigen zich hardop af. Kunnen patiënten de gevolgen inschatten van het vrijgeven van hun medische gegevens? Daarover zijn de meningen verdeeld. Belangrijk is in ieder geval dat goed gelogd wordt wie op welk
12
Wendy Breuker
SynthesHis december 2014; 4 (13)
Herman Levelink
Presentatie 3: Pascale Hendriks, huisarts – Medicom
Pascale Hendriks
Frits Schueler
Pascale Hendriks, huisarts in De Sluis, medisch centrum Spaarndam, demonstreerde de voorkant van haar Medicom-patiëntportaal. Via de knop ‘Inloggen voor patiënten’ op de website of via mijn gezondheid.net kunnen patiënten naar het portaal. Inloggen doen zij met hun e-mailadres en een wachtwoord. Daarnaast is een DigiD met sms-functie vereist om toegang te krijgen. Vervolgens kunnen de patiënten een afspraak plannen met de huisarts, een praktijkondersteuner of een assistente. Zij kunnen zelf aangeven of ze een herinnering per e-mail willen ontvangen en wanneer zij deze willen ontvangen. In de mail staat een overzicht van de afspraak en een foto van degene met wie de afspraak is gemaakt. Als mensen voor een e-consult kiezen krijgen ze automatisch een melding op het scherm. Hierin staat in welke gevallen het e-consult niet geschikt is, zoals bij spoedgevallen. Dit gelezen hebbende kunnen patiënten kiezen aan welke zorgverlener ze hun vraag willen stellen: een huisarts, praktijk-ondersteuner of assistente. Ze voeren het onderwerp en de vraag in en na het verzenden verschijnt het bericht dat de zorgverlener ernaar streeft binnen twee dagen te antwoorden. Patiënten kunnen ook een overzicht van hun eerdere e-consulten bekijken. Een laatste functie die Pascale uitlicht, is de mogelijkheid om een deel van je eigen medisch dossier te bekijken. Patiënten kunnen problemen en episodes bekijken, en ook zelf een dossier bijhouden. Ze kunnen doorklikken naar patiëntenbrieven en onderzoeksuitslagen inzien. Deze worden altijd eerst door de huisarts gezien en vervolgens beschikbaar gemaakt voor de patiënt.
SynthesHis december 2014; 4 (13)
13
Marcel Leijten
Achter de knoppen
moment gegevens heeft geraadpleegd. Een idee is om de patiënt zelf de controle en dus meer verantwoordelijkheid over zijn gegevens te geven. De patiënt zou bijvoorbeeld zelf toegang kunnen geven aan personen die hij (een deel van) zijn dossier wil laten bekijken. De patiënt kan hiervoor dan zelf een sessiecode afgeven.
De HISsen zijn nog niet bezig met de ontwikkeling van een individueel onlinezorgplan. Het NHG werkt aan een format en vervolgens zal het stapsgewijs worden ingevoerd. Er wordt gepleit voor het breed opzetten van één systeem om dat gaandeweg te specificeren: samen werken aan uniformiteit in plaats van het afzonderlijk opzetten van verschillende systemen. 3
PRAKTISCH VERBETERPUNT Een ander, direct te verbeteren veiligheidsaspect kwam ook tijdens de discussie na de demonstratie naar voren. Bij het bekijken van de verschillende portalen en diensten viel op dat patiënten in een aantal gevallen per e-mail een bevestiging krijgen van de bestelde herhaalrecepten. In deze e-mail worden ook de bestelde medicijnen genoemd. Dit is privacygevoelige informatie die onnodig via onbeveiligde kanalen verstuurd wordt. Beter is het om een bevestiging te sturen waarin slechts staat dat de patiënt herhaalrecepten heeft aangevraagd. Wil een patiënt vervolgens bekijken welke medicijnen dit betreft, dan kan hij of zij hiervoor inloggen in het patiëntportaal. PERSOONLIJK ZORGPLAN IS HISOVERSTIJGEND Tot slot komt het zorgplan ter sprake. Is dit iets wat in het patiëntportaal thuishoort? Zijn er binnen de verschillende HISsen plannen voor de ontwikkeling van een onlinezorgplan? Bij het zorgplan is het van belang dat de patiënt, maar ook mantelzorgers, zorgverleners en bijvoorbeeld de gemeente toegang hebben. Dit maakt het zorgplan HIS-overstijgend. Ook hier is veiligheid weer van groot belang. Wie mag welke gegevens inzien?
14
Vier assistentes, vier verschillende HISsen, van links naar rechts: Ada Bukman, Wendy Breuker, Wendy Warmenhoven, Sanne van Gessel
SynthesHis december 2014; 4 (13)
HIS DemoDag 2014
Christie Manintveld (
[email protected])
Een kijkje achter de schermen van patiëntportalen In de tweede ronde over het patiëntportaal tijdens de HIS DemoDag stond de achterkant ervan centraal. Huisartsen en assistentes lieten de aanwezigen zien hoe zij een onlineherhaalreceptaanvraag, een e-consult en een via het patiëntportaal geplande afspraak afhandelen. Daarna was er ruimte voor discussie.
Bij het aanvragen van herhaalrecepten is een aantal verschillen te ontdekken, zo blijkt uit de presentaties. Sommige verschillen berusten op technische mogelijkheden, andere op keuzen van de huisarts. Zo kunnen patiënten bij de ene praktijk alleen online recepten aanvragen voor middelen die de huisarts als ‘chronisch’ heeft gemarkeerd. Bij een volgende praktijk kunnen mensen alle medicijnen die zij gebruiken aanklikken. Logischerwijs verschilt hierdoor ook de afhandeling van de aangevraagde recepten. De huisarts die online alleen vooraf geselecteerde middelen laat bestellen, kan deze aanvragen direct laten doorstromen naar de apotheek. Wie mensen meer keuze
geeft, zal elke aanvraag moeten controleren en autoriseren. HOE KOMT EEN AANVRAAG BINNEN? Ook de manier waarop aanvragen voor herhaalrecepten binnenkomen verschilt. Bij een aantal systemen krijgt de huisarts een melding of postbericht over de nieuwe aanvraag. In het fiatteer- of autorisatiescherm beoordeelt hij de aanvraag en kan hij deze bevestigen of afwijzen. René van Leeuwen, die de presentatie voor CGM HUISARTS (voorheen MIRA) verzorgt, vertelt dat hij in zijn fiatteerscherm kan selecteren op webrecepten. ‘Zo weet ik welke recepten door
Wim Jongejan
SynthesHis december 2014; 4 (13)
15
René van Leeuwen
Isar Wulffaert
patiënten zelf zijn aangevraagd.’ Deze aanvragen kan hij vervolgens eenvoudig controleren aan de hand van de informatie over de patiënt, zijn medicijngebruik en contra-indicaties, die op het scherm getoond wordt. Bij Casper Tombrock komen herhaalaanvragen niet automatisch in het HIS (OmniHis) terecht. De assistentes nemen het verzoek zelf over op de herhaallijst. Deze moet de huisarts vervolgens autoriseren. E-CONSULT Als een patiënt een e-consult aanvraagt, krijgt de huisarts hiervan een melding. Vervolgens kan de vraag van de patiënt worden bekeken en kan in hetzelfde scherm het antwoord worden ingevoerd. Sommige portalen bieden de mogelijkheid bijlagen (zoals uitslagen) toe te voegen. Door vervolgens op ‘Verder’ of ‘Bevestigen’ te klikken krijgt de patiënt een e-mail waarin staat dat zijn vraag is beantwoord. Om het antwoord te zien, moet de patiënt inloggen in het patiëntportaal. In het patiëntportaal zijn ook eventuele eerdere e-consulten in te zien. In de meeste gevallen kunnen de e-consulten automatisch worden overgenomen in het HIS. In een enkel geval moeten vraag en antwoord handmatig in het HIS worden overgenomen. Verder kunnen in alle systemen de mogelijkheden rond het e-consult worden ingesteld. Wendy Breuker (Promedico ASP): ‘Je kunt in het systeem regels voor e-consulten instellen. Zo hebben wij een herhaaltermijn van acht uur ingesteld om chatsessies te voorkomen.’ ONLINE AFSPRAKEN MAKEN Voor het online plannen van afspraken kunnen blokken in de agenda worden geselecteerd en vrijgegeven. René van
16
Leeuwen (CGM HUISARTS): ‘In de agenda zie ik direct welke afspraken online gemaakt zijn. Achter die afspraken staat de letter W en in de bijbehorende memo staat automatisch welke reden de patiënt heeft ingevuld. Ik vind die letter W zeker nuttig, omdat ik dan weet dat er bij die afspraken geen triage heeft plaatsgevonden door de assistente.’ Bij Medicom zijn de webafspraken ook herkenbaar. Pascale Hendriks: ‘De assistente screent deze afspraken een dag van tevoren en maakt indien nodig van sommige afspraken dubbele afspraken op basis van de aanleiding die patiënten voor de afspraak hebben ingevuld.’ Enkele huisartsen geven aan dat zij geen onlineafspraken binnen 24 uur laten maken en dat ook het ver vooruit plannen van afspraken begrensd wordt. Meestal kunnen patiënten kiezen of zij een enkele of een dubbele afspraak willen maken. DISCUSSIE In de presentaties lieten de gebruikers van verschillende HISsen zien via welke schermen en welke knoppen je zaken kunt regelen en instellen. Tijdens de discussie die op de presentaties volgt, gaat het minder over de ‘technische afhandeling’ en meer over de gevolgen en veranderingen die het gebruik van een patiëntportaal met zich meebrengt. Ook zijn de aanwezigen benieuwd naar de mate waarin huisartsen en patiënten daadwerkelijk gebruikmaken van de onlinemogelijkheden. WEGVALLEN VAN TRIAGE Eerst wordt gesproken over het wegvallen van triage door de assistente bij het maken van onlineafspraken. Kunnen patiënten zelf inschatten voor welke klachten ze online een
SynthesHis december 2014; 4 (13)
Discussie in de kring
afspraak kunnen maken en voor welke ze beter direct kunnen bellen? In de praktijk blijkt dat dit weinig problemen oplevert. Bij twijfel wordt vaak telefonisch contact opgenomen en een van de aanwezigen wijst op de triagefunctie van apps, zoals 'moetiknaardedokter.nl'. In een van de HISsen waren triagevragen in het patiëntportaal ingebouwd. Deze zijn later weer verwijderd omdat deze eerder als een obstakel, dan als effectief werden ervaren. AFSPRAAK MAKEN VOOR EEN ANDER Een issue is het maken van afspraken voor anderen: een moeder die een afspraak maakt voor haar puberzoon bijvoorbeeld. Zij logt in op haar persoonlijke pagina in het patiëntportaal. Bij de reden voor de afspraak vermeldt zij ook dat het om een afspraak voor haar zoon gaat. De gegevens over de afspraak worden nu toch automatisch in haar dossier in het HIS opgeslagen. Het zou handig zijn als ouders bijvoorbeeld kunnen aanvinken voor welk kind zij een afspraak maken, zodat de gegevens direct in het juiste dossier terechtkomen. E-CONSULT GOED BEGRENZEN Over de voor- en nadelen van het e-consult zijn de meningen verdeeld. De meeste aanwezigen vinden dat patiënten over het algemeen goed kunnen inschatten of een vraag geschikt is voor een e-consult. Wel lopen artsen er tegenaan dat mensen in de hulpvraagregel erg veel tekst plaatsen. Soms is dat tekst die ze van internet
kopiëren en willen voorleggen aan de huisarts, die vervolgens meer dan de consulttijd bezig is om de vraag af te handelen. Hebben mensen er problemen mee dat je maar één e-consult per dag kunt aanvragen? Dit komt bijna nooit voor, blijkt uit de reactie van de aanwezigen. ‘Bovendien', merkt iemand op, 'kun je als huisarts ook maar één e-consult per dag declareren.' BLIK OP DE TOEKOMST Het aanvragen van herhaalrecepten is verreweg de meest gebruikte functie van het patiëntportaal. Hoeveel mensen gebruikmaken van het patiëntportaal is deels afhankelijk van de manier waarop je het portaal bij je patiënten promoot. Maar zelfs in de praktijken waar patiënten zeer actief worden uitgenodigd, blijft het aantal gebruikers achter. De meest genoemde drempel is het inloggen en het toenemende aantal portalen. ‘In de tijd dat mensen hun gebruikersnaam en wachtwoord hebben gevonden, kunnen ze al drie keer gebeld hebben.’ Ziekenhuizen werken aan portalen waarin de huisarts ook gegevens kan inzien met toestemming van de patiënt. De aanwezigen pleiten voor één entree naar alle verschillende portalen in de gezondheidszorg, zodat je na één keer inloggen toegang krijgt tot al je gegevens. De meest logische plek voor zo'n entree? Bij de huisarts! 3
SynthesHis december 2014; 4 (13)
17
HIS DemoDag 2014 Hoe werkt dat in jouw HIS? Gerda Mensink (
[email protected])
Leo van Rooijen
Het idee voor een HIS DemoDag is ontstaan tijdens de redactievergaderingen van SynthesHis. Die redactie bestaat uit huisartsen die allemaal verschillende HISsen gebruiken. Bij veel onderwerpen die ter sprake kwamen, was de vraag: hoe gaat dat in jouw HIS? Er waren nog geen laptops of tablets waarop je dat even kon laten zien. De redacteuren werden steeds nieuwsgieriger naar de andere HISsen. Soms ging een redacteur naar de praktijk van een mederedacteur voor een live-demonstratie. Maar de droom was om al die HISsen in één ruimte in werking te zien. Niet uit onvrede met het eigen HIS, maar vooral uit interesse voor ICTmogelijkheden en de oplossingen voor algemene problemen. In 2006 werd dat voor de eerste keer werkelijkheid. De redacteuren nodigden een collega-huisarts uit die hetzelfde HIS gebruikt en verzorgden samen een demo van de afgesproken onderwerpen. Zij nodigden daarnaast enkele deskundigen uit van de afdeling automatisering van het NHG en de vakgroep Medische Informatie van Erasmus MC. Het was meteen een groot succes en sindsdien is de HIS DemoDag niet meer weg te denken. Op 8 oktober vond de negende HIS DemoDag plaats. De formule is niet fundamenteel gewijzigd, het aantal deelnemers is in de loop der jaren uitgebreid, onder meer met de pakketcommissies en besturen van de HISgebruikersverenigingen. En de laatste twee keer ook met assistentes en jongere in ICT geïnteresseerde huisartsen. In de loop der jaren heeft de HIS DemoDag veel opgeleverd, vooral ideeën en huiswerk voor de pakketcommissies, agendapunten voor NedHIS en aandachtspunten voor het HIS-Referentiemodel. Alle deelnemende HISsen hebben verbeteringen of nieuwe functionaliteiten te danken aan de HIS DemoDagen. Daarnaast was en is er aandacht voor HIS-overstijgende zaken, zoals het medicatieoverzicht en elektronisch verhuizen van patiëntdossiers. 3
18
SynthesHis december 2014; 4 (13)
HIS DemoDag 2014 Wie deden ermee?
Medicom: MicroHIS: CGM HUISARTS: OmniHis: Promedico ASP: Promedico VDF:
Wie waren erbij?
Huisartsen:
Assistentes: Externe deskundigen:
En verder:
Pascale Hendriks Wim Jongejan en Frits Schueler René van Leeuwen (redactie) en Tejo Janssen Piet Molenaar en Casper Tombrock (redactie) Wendy Breuker (assistente), Jeroen van der Lugt (redactie) en Jan Arie van Wijngaarden Willem van der Linden en Robert Wladasch
Eduard Graat, Pieter Houwink, Kees Kanters, Sophie Klapwijk, Harm Jan Lamers, Herman Levelink, Adriaan Mol, Menno Riemeijer, Leo van Rooijen (dagvoorzitter), Jan Sloekers, Martien Soestbergen, Willem van Stempvoort, Kees in 't Veld, Aldert van der Vinne, Wouter van Weers en Isar Wulffaert Ada Bukman, Sanne van Gessel en Wendy Warmenhoven Erica Bastiaanssen (NHG automatisering), Sjoukje van der Bij (NIVEL EPD Scan), Carinke Buiting (NHG automatisering), Marcel Heldoorn (NPCF), Marcel Leijten (ION Veilig Verhuizen), Mees Mosselveld (Medische Informatica Erasmus MC), Joppe van der Reijden (ION Veilig Verhuizen), Henk Westerhof (NHG automatisering) en Marcel de Wilde (Medische informatica Erasmus MC) Christie Manintveld (journalist), Bep Otterloo (secretariaat NedHIS), Wouter Scheen (fotograaf en redactiesecretaris SynthesHis) en Gerda Mensink (organisatie/journalist) 3
SynthesHis december 2014; 4 (13)
19
Feestelijke ingebruikname honderdste patiëntportaal in Breda
Deze zomer werd bij huisartsenpraktijk Dudok in Breda het patiëntportaal in gebruik genomen. De honderdste klant werd hiervoor speciaal in het zonnetje gezet. Het patiëntportaal is een gezamenlijk product van Promedico en Pharmeon. Pharmeon richt voor diverse leveranciers portalen in, zoals MicroHIS, CGM HUISARTS (voorheen MIRA) en OmniHis Scipio. Tom van Beek, huisarts van het Huisartsenteam Dudok noemt het portaal een extra service voor de patiënt, die volledig bij de tijd van nu past. ‘De patiënt profiteert met het portaal van korte lijntjes, tijdwinst en een 24/7 bereikbaarheid’, aldus Van Beek. ‘Daarnaast voorziet het e-consult in de mogelijkheid om bij twijfel een vraag te stellen. Het gaat dan om minder acute zaken, waarvoor je niet zo snel naar de dokter gaat, maar waar je wél duidelijkheid over wilt. Niet van een ander, maar van je eigen huisarts.’
20
SynthesHis december 2014; 4 (13)
Ook Van Beeks collega Alex Poppelaars is positief. Tot nog toe gingen de e-consulten, herhaalrecepten en het afspraken maken buiten het HIS om. ‘Zodra we nu een e-consult binnenkrijgen, staat het direct in ons systeem. Antwoorden van de huisarts gaan linea recta naar de patiënt; die krijgt dan vanzelf een melding dat het antwoord te vinden is op zijn patiëntportaal. Er zitten, kortom, geen schakels meer tussen. En bij het afspraken maken voor een “gewoon” consult, ziet de patiënt welke lege plekken er nog zijn in de agenda van de huisarts. Die integratie vind ik een groot voordeel. Bovendien heeft de patiënt via het portaal toegang tot zijn dossier, met daarin de antwoorden van elk e-consult en de (herhaal)recepten die al eens zijn opgevraagd.’ 3
Drie jaar geleden kostte het versturen van een patiëntendossier nog veel papier, tijd en geld. Het papieren dossier opzoeken, het digitale deel uitprinten en controleren of het dossier compleet was – ik kon er zo een half uur mee bezig zijn. Vaak nog wel langer als er wat telefoontjes tussendoor kwamen. Wanneer het een gezin betrof was ik er met een beetje pech de hele middag mee zoet. Daarna moest ik of een collega ook nog naar het postkantoor om het dossier aangetekend te laten versturen. Twee jaar geleden kregen diverse HISsen de mogelijkheid om een digitaal bestand van het dossier te maken. Dat scheelde nogal wat printwerk, maar makkelijker werd het er niet op. Dossiers kwamen als Edifact-, zip- of pdf-bestand binnen, via VECOZO, e-mail, cd of usb-stick. Geregeld lukte het uploaden in Promedico niet, zodat ik moest bellen om te vragen of het dossier alsnog per papieren post verzonden kon worden. Voor mijn collega-assistente, die twintig jaar voor de ‘einsteingeneratie’1 geboren is, waren alle mogelijkheden abracadabra. Daarom besloten wij om per post te blijven versturen en ontvangen. Dat hield het overzichtelijk. Toen ik in SynthesHis las over het Zorgmail File Transfer was ik eerst sceptisch. Wéér een andere manier om het dossier digitaal te versturen. Maar toen er een verzoek binnenkwam om het dossier via ZFT te versturen besloot ik toch te kijken hoe het systeem in elkaar stak en hoeveel werk het zou
Monique Hollema-Spijker, doktersassistente (
[email protected])
kosten. Het overtrof al mijn verwachtingen. De website is duidelijk en overzichtelijk. Er staat geen overbodige informatie op en er zijn geen onnodige muisklikken nodig. We besloten om ZFT te gaan gebruiken. In het begin waren de diverse HISen nog niet goed op elkaar ingesteld. Het aantal dossiers dat goed werd overgenomen was net zo groot als het aantal dossiers waarbij dat niet lukte. Maar wat is er in het afgelopen jaar veel veranderd! Van enkele dossiers in een half jaar krijgen we nu zeker driekwart van de dossiers digitaal binnen. Slechts een enkele keer gaat het uploaden in de journaalregels niet goed. Vaak kan het dossier dan als pdf komen in plaats van post, waardoor het alsnog digitaal kan worden opgeslagen. Mijn collega begrijpt het na enige uitleg ook en is even enthousiast. Ook de kracht van de jonge stagiaire moet niet onderschat worden als het nieuwe zaken als het ZFT betreft. Jongeren geboren na 1985 werken intuïtief met computers en hebben vaak geen uitleg
Column
Zorgmail File Transfer
nodig om iets te begrijpen. Laat de stagiaire het uitvogelen en een duidelijke instructie schrijven. Dan beschikken collega's die wat minder handig zijn over een stappenplan aan de hand waarvan zij het proces soepel kunnen doorlopen. Als ik dan toch een klein minpuntje moet noemen betreft dat niet zozeer het ZFT zelf, als wel de manier waarop de bestandsnamen worden aangemaakt. Een tiencijferige bestandsnaam is niet makkelijk terug te vinden bij het uploaden. Als de HISen ervoor kunnen zorgen dat daar automatisch naampatientgeboortedatum.edi komt te staan, zal het nog makkelijker werken. Zolang dat niet het geval is, of mogelijk helemaal niet kan, moet het handmatig worden aangepast. Ik hoop dat de huisartsenpraktijken die ZFT nog niet gebruiken snel zullen overstappen. Het is niet ingewikkeld en niet moeilijk, en het werkt sneller. Ook is de veiligheid gegarandeerd, zolang je de opgeslagen documenten na het versturen van de harde schijf verwijderd. De extra tijd die het de eerste weken misschien kost haal je er later ruimschoots weer uit. NOOT 1. Bron: Wikipedia; Generatie Einstein is de titel van een boek, dat een nieuwe naam invoert voor de generatie die geboren is na 1985 en opgegroeid is in de digitale informatiemaatschappij.
SynthesHis december 2014; 4 (13)
21
Op de agenda van NedHIS
Verandering, onderzoek, ontwikkeling – de HIS-wereld is altijd in beweging Gerda Mensink (
[email protected])
De koepel van HIS-gebruikersverenigingen, NedHIS, houdt zich bezig met de gezamenlijke, HIS-overstijgende zaken, bijvoorbeeld LSP, ketenzorg en veiligheid. NedHIS heeft een structureel bestuurlijk overleg met LHV en NHG en onderhoudt contact met landelijke spelers in de zorg als InEen, Nictiz en VZVZ. Het bestuur van NedHIS bestaat uit vertegenwoordigers van de vier HISgebruikersverenigingen (GV) die lid zijn, van Atlas (GV CGM HUISARTS, Promedico ASP en Promedico VDF), Orego (GV MicroHIS), OmniHis (GV OmniHis Scipio) en VeGOM (GV Medicom). Adriaan Mol, huisarts in Loosdrecht, is voorzitter van NedHIS. Hij zet zich al jaren op diverse fronten in voor een optimale automatisering in de huisartsgeneeskundige zorg. Zo is hij ook voorzitter van de VZVZ-ledenraad en daardoor nauw betrokken bij de ontwikkelingen van het LSP. Hij praat u bij over actuele zaken die op de agenda staan van NedHIS en VZVZ.
NedHIS NEDHIS ACTUEEL ‘Het is u vast niet ontgaan: het bekostigingsstelsel gaat weer helemaal op de helling. Officieel treedt het nieuwe stelsel pas in 2017 in werking, maar de zorgverzekeraars nemen daar in 2015 al een voorschot op. De ervaringen met de vorige ingrijpende wijzigingen in 2006 staan ons nog helder voor ogen. Toen moesten er op het allerlaatste moment nog aanpassingen doorgevoerd worden in de HISsen. Het bouwen, testen en uitrollen van nieuwe functionaliteiten kost veel tijd (en geld!). Als zorgverzekeraars nu nog met wijzigingen in het bekostigingsstelsel komen, zijn ze echt te laat voor 2015. Dat hadden ze voor juni moeten laten weten. Alles wat LHV, kringen en zorgverzekeraars afspreken moet in het huidige systeem passen. Dergelijke wijzigingen kunnen we aan. En als zorgverzekeraars het anders willen, moeten ze maar een workaround bedenken. Ik ben benieuwd wat ons nog te wachten staat.’ Enige tijd geleden zochten TetraHIS-gebruikers contact met NedHIS. Zij waren bezig een gebrui-
22
SynthesHis december 2014; 4 (13)
kersvereniging op te richten en overwogen om lid te worden. Zij zijn nog steeds geïnteresseerd, ook al zit er weinig schot in de zaak. Adriaan stuurt hen als voorbeeld een kopie van de nieuwe Atlasstatuten, zodra die klaar zijn. De Atlas-statuten worden aangepast aan het huidig functioneren van de gebruikersvereniging. Het gaat niet om veranderingen. In de nieuwe statuten worden de verantwoordelijkheden van de gebruikersvereniging ten opzichte van de leden en de HIS-leverancier helderder en scherper geformuleerd. Daarmee wordt ook onderstreept dat NedHIS geen rechtspersoon is die verantwoordelijkheden van een gebruikersvereniging kan overnemen. MELDINGEN LAREB ‘Het zou toch mogelijk moeten zijn dat als een huisarts een medicatieallergie constateert, meteen de vraag in beeld komt of hij daarvan melding wil doen bij Lareb. Zo ja, dan moet de relevante informatie van de patiënt daaraan in één keer worden gekoppeld. Op dit moment gaan de meldingen via de Lareb-website. Dat is veel te omslachtig. We zijn in gesprek met Lareb om uit te zoeken hoe het gemakkelijker kan.’ 3
Bestuurlijk overleg LHV, NHG en NedHIS INEEN SCHUIFT AAN InEen, de vereniging van organisaties in de eerste lijn, doet in het vervolg mee met het structurele bestuurlijk overleg van LHV, NHG en NedHIS. Adriaan is daar blij mee: ‘Dit is goed nieuws, want InEen vertegenwoordigt een belangrijke groep huisartsen: gezondheidscentra, zorggroepen en huisartsenposten.’ Adriaan heeft de taak op zich genomen om voor dit bestuurlijk overleg een sociale kaart van de Zorg-ICT in Nederland te maken, zodat duidelijker wordt wie wat doet en wie waar verantwoordelijk voor is. ‘De bedoeling is ook dat we heldere afspraken maken over het uitwisselen van informatie. Het is zonde van de energie als er op verschillende plekken door verschillende organisaties aan het zelfde wordt gewerkt. We willen onze krachten beter bundelen.’ ONAFHANKELIJK ONDERZOEK NAAR HISSEN LHV laat in 2015 een breed onafhankelijk onderzoek uitvoeren naar de HISsen. De punten waarop HISsen kunnen scoren worden mede afgestemd met de HISleveranciers en de gebruikers, in casu met NedHIS. Adriaan: 'Als NedHIS hebben we erop aangedrongen dat HISsen ook worden beoordeeld op zaken die slechts in een of enkele HISsen mogelijk zijn. Alleen op die manier krijgen we het ware palet van HISsen in beeld. We verwachten niet dat er een top 3 uitrolt. Dat heeft ook geen zin, want nummer 1 zou een half jaar later al weer zijn ingehaald. HISsen zijn immers permanent in ontwikkeling. Maar we krijgen wel een goed beeld van hoe de HISsen er voor staan en welk HIS waar goed in is. Ik ben ervan overtuigd dat er niet één HIS is dat in alles goed scoort en een ander in alles slecht… Dat wordt elk jaar ook bevestigd op de HIS DemoDag. We zijn blij dat Carin Littooij, bestuurslid LHV met ICT in haar portefeuille, dit onderzoek heeft geïnitieerd en kijken uit naar de uitkomsten.’ TOPPRIORITEIT: VEILIGHEID 'We kijken met argusogen naar de veiligheid van het LSP, maar in onze huisartsenpraktijken staan de deuren en ramen vaak wagenwijd open.’ Sinds begin dit jaar werken LHV, NHG en NedHIS samen aan de veiligheid in de huisartsenpraktijk. 'Het tijdperk van inloggen met
alleen een gebruikersnaam en wachtwoord nadert zijn einde. Het moet veiliger, op eenzelfde soort manier als het inloggen voor internetbankieren. Daarbij heb je twee factoren nodig, iets wat alleen de gebruiker weet (pincode) en iets wat hij heeft, bijvoorbeeld een mobiele telefoon of token. In 2015 wordt de zogenoemde twee-factorauthenticatie in de huisartsenpraktijk een feit. Een werkgroep met vertegenwoordigers van LHV, NHG en HISleveranciers inventariseert en analyseert wat er moet gebeuren om dat voor elkaar te krijgen. Waaraan moet de toegang voldoen, wat gaan we wel of niet loggen, welke keuzen moeten we maken? Gaan we bijvoorbeeld wel of niet gebruikmaken van UZIpassen bij het inloggen? Er is haast geboden, want de inspectie zit ons op de hielen. De eerste boetes zijn al uitgedeeld, weliswaar aan apothekers, maar toch...’ ‘EEN KETEN IS ZO STERK ALS DE ZWAKSTE SCHAKEL’ ‘Ook aan de stuurgroep Ketenzorg neemt InEen nu officieel deel. En terecht, want de zorggroepen en gezondheidscentra zijn daarin belangrijke partners. Op dit moment speelt in die stuurgroep vooral de vraag waar de juridische verantwoordelijkheden in de keten liggen. Bijvoorbeeld als een dossier niet compleet is. Hoe steekt het in elkaar, waar zitten de leemtes, wat is er wel of niet geregeld? Welke keuzemogelijkheden zijn er? Naast de eigen juristen van KNMG en VZVZ wordt op dit belangrijke en complexe terrein advies gevraagd aan onafhankelijke juristen.' HUISARTSEN EN PATIËNTGEZONDHEIDSDOSSIER ‘In Amerika is de zogenaamde Blue Button wettelijk verplicht. Als een patiënt daarop drukt en zich legitimeert, kan hij de belangrijkste medische gegevens van elke zorgverlener met wie hij een behandelrelatie heeft naar zich toehalen. In Nederland zal er niet een twee drie zo'n button komen, maar de NPCF (Nederlandse Patiënten- en Consumenten Federatie) bouwt op dit moment met subsidiegelden wel aan een PGD (patiëntgezondheidsdossier). Als huisartsen moeten we daar onze ogen niet voor sluiten, maar gaan helpen en ervoor zorgen dat de NPCF aansluit bij wat wij willen. We
SynthesHis december 2014; 4 (13)
23
beseffen dat het merendeel van de huisartsen in Nederland nog lang niet klaar is voor een PGD. Tegelijkertijd wil de samenleving niet langer wachten. Ik ben ervan overtuigd dat als we het heft niet in eigen hand nemen, VWS een PGD gaat afdwingen. De kans is dan groot dat het moet op een manier die huisartsen echt niet willen. We moeten het dus snel eens worden over wat we wel willen… Voorlopig zal het niet gaan over inzage in het hele dossier en zal het ook niet lukken om binnen een paar jaar het
journaal zo in te richten dat het geschikt is om beschikbaar te stellen voor patiënten. Toch moeten we zo snel mogelijk duidelijk maken wat we wel kunnen leveren. Dat klinkt eenvoudiger dan het is. Want wat houdt inkijken in een systeem in? Wat is het leveren van een samenvatting voor patiënten? Voorlopig zijn NedHIS, NHG, LHV en InEen het zelfs daar nog niet over eens…’ 3
VZVZ ONDERZOEK NAAR EPD EN ANDERE ICTPROJECTEN VAN DE OVERHEID Half oktober is het eindrapport Parlementair onderzoek naar ICTprojecten bij de overheid van de commissie Elias gepresenteerd.1 Daarin onderzoekt de commissie zes projecten, waaronder het EPD. Op pagina 100 staat: ‘In de casus EPD (het elektronisch patiëntendossier) blijkt volgens Policy Research dat fundamentele vragen over de visie en strategie vanaf de start onvoldoende zijn beantwoord, zoals de vraag “wat willen we bereiken op de langere termijn?”. Bovendien hadden de partijen die bij het EPD betrokken waren geen gedeeld antwoord op vragen als: “Waarom hebben we een EPD nodig?”, “Welke gegevens moeten in een EPD worden opgenomen?” en “Hoe moet het uiteindelijk allemaal gaan werken?”. Iedereen had een ander beeld en andere verwachtingen van het EPD en dat is gedurende het hele project zo gebleven.’ Het commentaar van Adriaan: ‘In de landelijke media was in de publiciteit veel aandacht voor het EPD. In het rapport zelf staat er bijna niets over. Over het EPD-project wordt geconstateerd dat VWS wel de financiën van het EPD-project naar zich heeft toegetrokken, maar geen idee had wie bezig was met het
24
SynthesHis december 2014; 4 (13)
systeem. Ook de Tweede Kamer had daar geen idee van.’ Het rapport trekt vooral algemene conclusies die betrekking hebben op alle onderzochte ICT-projecten: gebrek aan interesse en deskundigheid bij betrokken ministeries en Tweede Kamer; slechte, soms te optimistische informatievoorziening; geen inzicht in kosten; te weinig geluisterd naar het veld en onvoldoende voor ogen welke vragen en problemen ermee moesten worden opgelost. OPT-IN TIP. De meeste huisartsenpraktijken verwerken een paar honderd opt-informulieren tegelijk. Om fouten te voorkomen is het handig om eerst de patiënten eruit te vissen die geen toestemming geven. Dat zijn er doorgaans maar een paar. Daarna kunt u achter elkaar alle andere invoeren. Begin november staan er bijna 5,3 miljoen unieke burgerservicenummers in het LSP. Dat wil zeggen dat de gegevens van bijna 5,3 miljoen verschillende mensen door hun huisarts en/of apotheek zijn aangemeld bij het LSP. Adriaan: ‘Daarmee zitten - voor de regio's die hun best hebben gedaan - hoogstwaarschijnlijk de belangrijkste patiënten erin: de
POSITIEF OORDEEL CPB OVER LSP Als toezichthouder op de Wet bescherming persoonsgegevens (Wbp) heeft het College bescherming persoonsgegevens (CBP) het afgelopen jaar het LSP uitgebreid onderzocht. Getoetst is of er via het LSP alleen gegevens kunnen worden uitgewisseld als mensen daarvoor uitdrukkelijk toestemming hebben gegeven. Begin november concludeert het CBP dat daarvoor zowel technisch als organisatorisch voldoende waarborgen zijn ingericht. En dus dat VZVZ als verantwoordelijke en beheerder van het LSP, zich houdt aan de Wbp. Het CBP heeft ook gekeken naar het proces van toestemming geven, via schriftelijk onderzoek, een praktijktoets en een steekproef van 149 willekeurige dossiers. Omdat patiënten toestemming verlenen aan hun huisarts en apotheek moest worden aangetoond dat deze zorgverleners op de juiste manier toestemming hadden verkregen. Het bleek dat alle patiënten bewust toestemming hadden gegeven. In acht gevallen waren er nog wel administratieve verbeteringen nodig. Zo waren niet alle toestemmingsformulieren volledig ingevuld en kon een zorgverlener niet aantonen dat hij de informatiefolder persoonlijk aan de patiënt had overhandigd. VZVZ heeft dat meteen met de betreffende zorgverleners opgepakt en rechtgezet. OVERNAME OP DE IS-MARKT ‘Voor de ontwikkeling van het LSP ben ik blij dat CGM het HAPIS (huisartsenpostinformatiesysteem) en HIS van Labelsoft heeft overgenomen. Vooral omdat HAPIS’en de afgelopen jaren veel vertraging hebben veroorzaakt bij het LSP. We stuitten in de praktijk steeds opnieuw op technische problemen, in het
Foto: Wouter Scheen
mensen voor wie het medisch gezien relevant is dat hun gegevens bekend zijn tijdens avond- en weekenddiensten op de huisartsenpost.’ Tijdens de griepacties is er in veel praktijken weer aandacht gevraagd voor opt-in. ‘In de praktijk waarin ik werk, hebben we dat de afgelopen twee jaar gedaan. Dit jaar niet. Onze regio – Midden Nederland – gaat binnenkort over op het LSP. Zodra duidelijk is wanneer precies, gaan wij een gerichte actie voeren in de lokale media.’
Adriaan Mol
bijzonder bij Call Manager, het HAPIS van Labelsoft. De oorzaak? Voor zover ik het kan overzien, werd er te vaak voor ad-hocoplossingen gekozen.’ Call Manager heeft een gebruikersvereniging. De voorzitter daarvan is ook lid van de ledenraad van VZVZ. ‘Voor CGM is dit een logische aankoop. Ze willen een grote speler zijn in de gezondheidszorg-ICT. Ze hadden CGM HUISARTS, CGM APOTHEEk, CGM KETENZORG en nu dus ook CGM HUISARTSENPOST. Het zou mij niet verbazen, als de volgende stap CGM ZIEKENHUIS is…’ 3
NOOT 1. Een deel van het parlementaire onderzoek is uitgevoerd door Policy Research Corporation Nederland bv. Zie voor het complete rapport: http://www.tweedekamer.nl/sites/default/files/ field_uploads/33326-5-Eindrapport_tcm181-239826.pdf
SynthesHis december 2014; 4 (13)
25
........
Veilige toegang tot de patiëntgegevens
Eugène van Diepen (
[email protected])
Het parlement en de minister oefenen steeds meer druk uit op het College bescherming persoonsgegevens (CBP) en de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) om toe te zien op de naleving van de regelgeving in het kader van patiëntveiligheid en gegevensbescherming. Eisen voor de informatiebeveiliging zijn onder andere vastgelegd in NEN-normen (NEN7510 uit 2004). In het HIS-referentiemodel is het regelen van de rechten van toegang en gebruik van patiëntgegevens opgenomen. Tweefactorauthenticatie is sinds vijf jaar de standaard en de laatste drie jaar zijn de veiligheidseisen aanzienlijk verzwaard.1 SynthesHis besteedt in een viertal artikelen aandacht aan de inlogprocedures, het loggen van handelingen en de ontwikkelplannen voor 2015 van vier HISsen. Dat zijn CGM HUISARTS (voorheen MIRA) van CompuGroup Medical (CGM), MicroHIS van CSC, Promedico ASP en Promedico VDF van Promedico, en OmniHis Scipio van OmniHis bv.
........
Eugène van Diepen (
[email protected])
Inlogprocedure CGM HUISARTS en de plannen voor 2015 Richard Heuft bijt namens CGM HUISARTS de spits af. Hij is als productmanager verantwoordelijk voor de communicatie tussen de systemen, de koppelingen, de architectuur en de techniek. Er zijn andere productmanagers voor het artsenpakket, voor de apotheek en voor de integrale zorg.
NOOT 1. Zie: Levelink H. Actuele wet- en regelgeving voor de huisarts. SynthesHis 2014;3(13):8-10.
26
Naast de klassieke methode met naam en wachtwoord kan al vanaf de eerste kwalificatie voor het LSP in CGM HUISARTS ingelogd worden met UZI-pas en code. Nieuw dit jaar is dat CGM, op verzoek van de praktijkeigenaar, de toegang tot CGM HUISARTS en
SynthesHis december 2014; 4 (13)
CGM APOTHEEK kan beperken tot het verplicht inloggen met de UZI-pas. Feitelijk wordt dan een twee-factorauthenticatiemethode (2FA) afgedwongen, wat een eis is van het CBP. Inloggen met gebruikersnaam en wachtwoord is er dan alleen nog om uit
te komen op de beheerpagina waar UZI-passen en gebruikers worden gekoppeld. De patiëntgegevens zijn dan niet meer bereikbaar. In de praktijk is er een dubbele login: eerst met naam en wachtwoord om in de Windows-omgeving te komen, en daarna, via een aparte beveiligde internetverbinding met UZI-pas en code van het token, om in het HIS bij de patiëntgegevens te komen. GEBRUIKERSGEMAK EN BEVEILIGING De kracht van het wachtwoord wordt met een complexe wiskundige formule berekend. Hoe meer verschillende karakters gebruikt worden, hoe meer de opeenvolgende karakters van elkaar verschillen en hoe meer speciale tekens, cijfers of hoofdletters gebruikt worden, hoe sterker het wachtwoord is. Met alleen letters is een wachtwoord sterk als er negen karakters gebruikt worden. Als ook hoofdletters gebruikt worden is dat het geval bij zeven karakters en met speciale tekens erin bij zes karakters. Het systeem waarschuwt voor ondeugdelijke wachtwoorden, maar blokkeert ze niet. Beveiliging wordt door heel veel gebruikers als hinderlijk of verstorend gezien, als onnodige (beveiligings)maatregelen, maar buiten de branche vindt men het onveilig om ze niet te gebruiken. Richard: ‘Wij kunnen het gereedschap leveren om de systemen goed te beveiligen, maar de gebruiker moet het goed toepassen. Gebruikersgemak en beveiliging gaan helaas niet altijd samen, al proberen we beveiliging altijd zo gebruikersvriendelijk mogelijk te maken.’
LOGGING BINNEN HET HIS? ‘Er is geen volledige logging van elke actie over de volle breedte rondom een dossier, zoals de NEN-norm vraagt, maar zaken als dossiermutaties, aanpassen mandatering en wanneer iemand heeft ingelogd worden wel gelogd.' Er loopt een project van NHG, LHV, KNMP en Nictiz (zie ook het interview met Bertine Uithoven van CSC) waarin een voorstel is gemaakt hoe de logging eruit zou moeten zien, om breed in de eerste lijn de logging in alle systemen op een hoger niveau te brengen. 'Nu worden afspraken gemaakt over de implementatie in 2015-2016. Dat moet een eerste opstap zijn naar sterke authenticatie en audit trails, die in alle pakketten geïmplementeerd moeten worden, zodat je weet dat elk HIS dat op dezelfde goede manier doet. Wel blijft het de vraag of het systeem snel en werkbaar genoeg blijft als iedere handeling gelogd wordt. En welk risico bestrijden we met logging, tegen welke kosten? En is de identiteit die vastgelegd wordt in het log daadwerkelijk de persoon die de handeling verricht heeft?’ UITROL IN 2015 De conclusies en afspraken in het genoemde project rondom logging zijn leidend voor de uitbreidingen die de gebruiker op dit gebied kan verwachten. Twee-factorauthenticatie is al aanwezig, dus die kwestie komt in 2015 niet als actiepunt terug. 3
UZI-PAS IS IDENTITEITSBEWIJS ‘Wat veel mensen niet beseffen is dat een UZI-pas eigenlijk een identiteitsbewijs zonder pasfoto is. Op de pas staan naam, doopnamen, functie en rolcode van de paseigenaar en dat alles is beveiligd met een zescijferige pincode. Bij een opvraging via het LSP wordt vastgelegd vanuit welke praktijk en welke persoon de opvraging wordt gedaan. En degene wiens pas in de paslezer zit wordt verantwoordelijk gehouden voor alle handelingen die dan met het systeem gedaan worden, ook als een ander die uitvoert. Dat is een nadeel van gedeeld gebruik van een UZI-pas aan de balie. Een patiënt kan altijd opvragen wie zijn gegevens heeft ingezien en krijgt dan te horen (of te zien via de VZVZ-website) welke organisatie dat gedaan heeft.' Door de VZVZ is, als dat nodig is, ook op te leveren welke persoon die bevraging heeft gedaan. Iedereen is uiteindelijk bij elke opvraging op individuele basis te herkennen. Zo kan bij het onbevoegd inzien van gegevens de dader gevonden worden.
SynthesHis december 2014; 4 (13)
27
........
Eugène van Diepen (
[email protected])
Inlogprocedure CSC MicroHIS X en de plannen voor 2015 Op welke manier kunnen gebruikers inloggen bij MicroHIS X en wat staat er op de uitrolkalender van MicroHIS X voor 2015? Bertine Uithoven, productmanager van MicroHIS X bij het Leidse iSOFT Nederland, dochter van CSC, gaat in op deze vragen.
Inloggen gebeurt in het HIS in een ASP-omgeving (de standaarduitlevermethode van CSC, bekend als MaaS, MicroHIS X as a Service) in twee stappen. Eerst op de ASP-omgeving die voldoet aan hoge eisen – gebruikersnaam en wachtwoord met beperkte termijn of met een token of certificaat – en daarna inloggen in MicroHIS X. Deze tweede laag vereist ofwel inloggen met gebruikersnaam en wachtwoord, ofwel inloggen met de UZI-pas en een inlogcode. ‘Bij deze laatste methode wordt de verbinding na 15 minuten inactiviteit automatisch verbroken, conform de AORTA-eisen die gelden voor communicatie met het LSP. Dit is een landelijke standaard. Op termijn worden de algemene eisen voor inloggen aangescherpt door Nictiz en het NHG, in samenspraak met het werkveld, en wordt inloggen met naam en wachtwoord niet meer ondersteund.’ NIEUWE STANDAARDEN Het NHG en Nictiz hebben een verbeterplan voor het beveiligingsniveau van de XISsen in de eerste lijn bedacht, met drie beveiligingsthema’s. ‘Het eerste thema is toegangslogging, het tweede identificatie en authenticatie – waaronder inloggen – en het derde thema is autorisatie. Het is zeer belangrijk dat het hele werkveld een gemeenschappelijke standaard afspreekt en er ook gelijktijdig aan werkt. Want het gaat om de veiligheid van gegevens in de eigen praktijk en ook bij de uitwisseling met andere zorgverleners en bijvoorbeeld bij extracties. Daar zijn de leveranciers actief bij betrokken. De behoefte is er om een gemeenschappelijke standaard af te spreken die de leveranciers kunnen ontwikkelen, testen en implementeren, het liefst in een vergelijkbaar tijdspad voor alle leveranciers voor systemen die in de eerstelijnszorg gebruikt worden. ’De pilot voor identificatie en authenticatie, waaronder de inlogprocedure valt, staat op de agenda voor 2016, de implementatie in 2017. Door verbreding van
28
SynthesHis december 2014; 4 (13)
de zorg, bijvoorbeeld doordat de ketenzorg een onderdeel gaat uitmaken van de huisartsenpraktijk, nemen de behoeften toe en wordt het belangrijker de patiëntgegevens af te schermen voor onbevoegden. Wie ziet wat, wie mag wat, wie doet wat? Het werkveld vraagt om nieuwe toepassingen, die met elkaar ontwikkeld moeten worden. Het duurt jaren voor iedereen betrokken is, een mening heeft, elkaars mening hoort, er opnieuw over nadenkt, voldoende informatie-input voor zijn deel krijgt, een oplossing bedenkt, ontwikkelt, inbouwt, test en uiteindelijk implementeert. Vernieuwing is nodig, maar duurt een aantal jaren en vindt plaats naast de reguliere ontwikkeling en aanpassing van het HIS. LOGGING Het werkveld brengt in kaart wat de nieuwe wensen met betrekking tot logging zijn en wat de financiële consequenties daarvan zijn. Wat wil je loggen? Hoe groot wordt het log? Wat vraagt dat van het automatiseringssysteem? Hoeveel stroom, opslagcapaciteit, CPU of RAM-geheugen is daarvoor nodig? Hoe meer je gaat loggen, hoe meer capaciteit het datacenter nodig heeft. Wat kost dat en wie gaat dat betalen? De zorgverzekeraar, HIS-leverancier, huisarts, patiënt of belastingbetaler? 'Uiteindelijk brengen we dat met 17 miljoen burgers gezamenlijk op.' PLANNEN VOOR 2015 Op hoofdlijnen wordt voor de MicroHIS X-gebruikers in 2015 gewerkt aan vijf verschillende nieuwe en vernieuwde functionaliteiten. ‘Dit zijn een nieuwe voorschrijfmodule en een nieuwe communicatiemodule, waarbij aansluiting bij recente ontwikkelingen en gebruikersgemak centraal staan. Als derde komt er extra LSP-functionaliteit. Op het 2015-2016 werkplan voor het LSP staan diverse doorontwikkelingen, waaronder de ICA-functionaliteit om medicatiebewaking gegevens te kunnen uitwisselen in het kader van de patiëntveiligheid en
het kunnen opvragen van de apotheekverstrekkingen voor een zo compleet mogelijk medicatieoverzicht van de patiënt. Als vierde wordt de ketenzorgfunctionaliteit voor de MicroHIS X-gebruikers uitgebreid. In MicroHIS X zit al veel ketenzorgfunctionaliteit – medische, financiële en managementinformatie – en die wordt uitgebreid, want er gebeurt steeds meer op dat vlak, via het LSP, via extracties of via het HIS. Ook de nieuwe bekostigingsstructuur voor huisartsenzorg en multidisciplinaire zorg vanaf 1 januari 2015 draagt hieraan bij.’ Ten slotte wordt ook de managementinformatiemo-
........
Eugène van Diepen (
[email protected])
dule wordt uitgebreid. ‘Dat betekent dat de huisarts meer query’s kan doen voor medische, administratieve of bedrijfsmatige doeleinden. Er moet steeds meer informatie uit het systeem komen, bijvoorbeeld query's om te zien wie de griepprik gehaald heeft, om de bedrijfsvoering van je eigen praktijk te monitoren, om het jaarverslag te vullen, om vragen van zorgverzekeraars te kunnen beantwoorden of om het verloop van de patiëntenpopulatie te zien. Zo zorgen we ervoor dat MicroHIS X het komende jaar nog weer beter aansluit op gegevensuitwisseling en de vraag van huisartsen om informatie voor de bedrijfsvoering.’ 3
De inlogprocedure van Promedico en de plannen voor 2015 Promedico ICT bv heeft twee HISsen in de markt: het webbased Promedico ASP voor de huisarts en Promedico VDF voor de apotheekhoudende huisarts. Deze laatste draait op de server in de eigen praktijk. Pita van Arkel, algemeen directeur van Promedico ICT, loodst ons door de inlogprocedure, de logging en de toekomstplannen voor 2015.
Inloggen bij Promedico ASP gaat via een beveiligde en afgeschermde netwerkverbinding. Tot een paar jaar geleden ging dat nog eenvoudig en waren een gebruikersnaam en een wachtwoord voldoende om bij de patiëntgegevens in het systeem te komen, net zoals nu bij de meeste internetapplicaties voor particulieren. Inmiddels is die procedure gewijzigd en zijn er bij ASP twee mogelijkheden om in te loggen, beide met twee-factorauthenticatie. De snelle is verbinden door de UZI-pas in de UZI-paslezer te steken en een zescijferige pincode in te toetsen. Zodra de UZI-pas uit de paslezer wordt gehaald, wordt de verbinding verbroken. De tweede manier is in te loggen met gebruikersnaam en digipas. Na het intoetsen van de gebruikersnaam verschijnt een viercijferige code op het beeldscherm. Die code moet worden ingetoetst op de digipas, die een zevencijferige code genereert waarmee ingelogd kan worden. Voor zowel de UZIpas als de digipas geldt dat na een bepaalde periode van inactiviteit de verbinding uit veiligheidsoverwegingen automatisch wordt verbroken.
INLOGPROCEDURE VDF ‘Bij VDF hebben we de inlognaam-wachtwoordcombinatie en de UZIpasmogelijkheid. Wij realiseren ons dat gebruikers vaak de makkelijkste weg willen kiezen, maar in een van de komende releases wordt de mogelijkheid ingebouwd dat de apotheekhoudende huisarts de veiliger methode van de UZI-pas verplicht kan stellen en de optie met inlognaam-wachtwoord kan blokkeren,’ aldus Pita. ‘Dat is een oplossing die we samen met de softwarecommissie van de gebruikersvereniging hebben gekozen.’ VEILIGHEID ‘De combinatie inlognaam en wachtwoord is veilig als het wachtwoord op de juiste manier wordt gebruikt. Pas heel regelmatig je wachtwoord aan, maak het wachtwoord ingewikkeld, geef het niet af en laat het niet stelen door middel van een mee-kijkvirus op je computer. Dat laatste kan met twee-factorauthenticatie niet, want ze kunnen niet met het codeapparaatje meekijken. Maar laat de boel niet slingeren.'
SynthesHis december 2014; 4 (13)
29
'Onze beide pakketten zijn zo veilig mogelijk’, vindt Pita, terwijl ze filosofeert over zwakke plekken. ‘Als een dief een VDF-praktijk binnenloopt en de computer meeneemt, heeft de praktijk een probleem. Veiliger is de ASP-oplossing, daar worden de data extern in een beveiligd datacenter opgeslagen en staat een exacte real-time kopie in een ander beveiligd datacenter.’ ONGEMAK VAN DE UZI-PAS Het UZI-pasgebruik is in de praktijk nog een uitdaging en soms ook echt een dilemma; security versus gebruiksgemak; deze gaan vaak niet samen. Een voorbeeld daarvan is een apotheeksetting waarbij assistentes wisselen van de ene werkplek of het ene apparaat naar het andere en waarbij het systeem je uitlogt als je te lang niet actief bent – je moet steeds weer opnieuw inloggen. Andere echt goede oplossingen daarvoor zijn nu nog niet voorhanden. LOGGING VAN DE HANDELINGEN Het HIS moet vastleggen wie welke gegevens bewerkt, zodat dat te achterhalen is. Pita bevestigt dat het zo gebeurt. ‘Je moet een geauthenticeerde systematiek toepassen, want als een assistente inlogt ziet ze andere dingen dan als een huisarts dat doet. Als een dossier bewerkt is, zien we wie dat gedaan heeft. Maar we loggen alleen wat nuttig en nodig is, niet alles wat iemand doet, dat kost heel veel dataopslag. Wat gelogd mag worden, dat loggen we. En wat de huisarts volgens de geldende regelgeving en zijn administratieve verplichtingen moet vastleggen, willen wij voor hem zo makkelijk mogelijk maken.’
........
Eugène van Diepen (
[email protected])
VDF-PLANNEN VOOR 2015 Op de planlijst voor 2015 voor VDF staat onder andere dat het patiëntportaal, dat al in ASP zit, bij VDF wordt ingebouwd. Daarin zitten de afsprakenmodule, het e-consult, de medicatieherhaling en de triage. Verder wordt de nieuwe declaratiestandaard AP304 ingebouwd, wordt de agendafunctionaliteit vernieuwd en wordt de assistentemodule, die in ASP geüpgraded wordt, voor VDF nieuw gebouwd. Het uitslagen-meetwaardescherm wordt ook in VDF geoptimaliseerd, de registratie van deelleveringen door de apotheek wordt verbeterd en het receptenscherm wordt herzien. Tot slot krijgt ook VDF een quality-of-lifesessie. 3
De inlogprocedure van OmniHis en de plannen voor 2015 Op welke manier kunnen gebruikers inloggen bij OmniHis Scipio, welke handelingen worden gelogd en wat zijn de plannen van OmniHis Scipio voor 2015? Helma van der Linden, hoofd softwareontwikkeling bij het Utrechtse OmniHis, gaat in op deze vragen.
‘Gebruikers hebben de keuze om in te loggen in OmniHis Scipio met naam en wachtwoord, of met de veiliger UZI-pas. Als eis wordt gesteld dat het wacht-
30
ASP-PLANNEN VOOR 2015 Promedico heeft een heel rijtje plannen voor ASP. Ten eerste wordt de assistentemodule verder uitontwikkeld, geüpgraded. Verder wordt de huisartsprestatiemonitor van het bedrijf Qualizorg gekoppeld aan ASP. Deze monitor is een patiëntervaringsonderzoek dat met gevalideerde instrumenten de patiënttevredenheid met de verleende zorg meet. Dit is het komende jaar belangrijk voor de zorgverzekeraars en in de nabije toekomst maakt het meten van de patiëntervaring onderdeel uit van de zorgketen. Straks kan de huisarts zien hoe zijn werk wordt gewaardeerd. Drie andere punten voor komend jaar zijn het verwerken van apotheekverstrekkingen via het LSP, het superslim maken van het uitslagen-meetwaardenscherm en een quality-of-life-sessie, waarbij veel ‘onhandigheden’ die gebruikers aanwijzen, uit het pakket worden gesleuteld.
SynthesHis december 2014; 4 (13)
woord voldoende lang moet zijn, maar op dit moment worden nog geen eisen aan het gebruik van speciale tekens of de geldigheidsduur van het wachtwoord
gesteld. De UZI-pas wordt eenmalig gekoppeld aan een specifieke gebruiker, waarna deze met pas en de bijbehorende zescijferige pincode, een kwalificatieeis van Nictiz, kan inloggen,’ vertelt Helma. ‘De inlogmethode met naam en wachtwoord is om verschillende redenen nog niet uitgezet. Onder andere omdat de UZI-pas, een vorm van twee-factorauthenticatie, duur is, zeker als een huisartsenpraktijk veel tijdelijke medewerkers heeft. Het is aan de praktijk zelf om de mogelijkheid met naam en wachtwoord in te kunnen loggen uit te faseren.’ VEILIGHEID PATIËNTGEGEVENS ‘Scipio draait als programma op de werkplekken van de praktijkmedewerkers. Elke praktijk heeft zijn eigen database, die gehost wordt door een gespecialiseerde partij. Toegang tot de patiëntgegevens is alleen mogelijk via een beveiligde verbinding die door Scipio wordt opgezet en de database is alleen toegankelijk voor een klein aantal mensen, de praktijkmedewerkers met geldige inloggegevens. Daarbuiten is het niet eenvoudig voor onbevoegden om bij de gegevens te komen. Dat zorgt voor een basisveiligheid. De NEN7510-gebaseerde beoordeling van de risicoinventarisatie valt voor een alleen door een specifieke applicatie benaderbare database anders uit dan voor een database die via een webgebaseerde applicatie benaderbaar is. Vaak wordt bij het ingelogd zijn door de gebruiker een extra beveiliging toegevoegd door een screensaver met wachtwoord aan te zetten als ze weglopen, al is dat een beveiliging van een andere orde. Voor baliemedewerkers is een privacyfilter op het beeldscherm een aanrader.’ BEWUSTWORDING Het meeste werk moet verricht worden aan de bewustwording van de gebruiker, zodat deze veilig met patiëntgegevens werkt. De techniek om deze gegevens te beschermen is al bedacht, die hoeft alleen maar ingezet en gebruikt te worden. Zolang gebruikers, i.c. de artsen
en praktijkmedewerkers, niet bezig zijn geweest met beveiligingsaspecten, kan het zinnig zijn twee-factorauthenticatie als obligate inlogmethodiek te gaan implementeren. ‘Hiertoe is echter nog niet besloten, we hebben nog niet de indruk dat de bezitters ervan hun UZI-pas belangrijker vinden dan hun bankpas. Die moet je bij je houden als je van je werkplek wegloopt. Het creëren van schijnveiligheid moet worden vermeden.’ SOCIALE VEILIGHEID EN LOGGING Wel is er sprake van een soort van sociale veiligheid van de gegevens. Het is in de meeste huisartsenpraktijken lastig voor onbevoegden ongezien bij het systeem te komen en ongeoorloofd te gaan grasduinen in de gegevens. ‘Misbruik door praktijkmedewerkers is altijd mogelijk en lastig om te verhinderen. Wel kun je het achteraf constateren.’ Alle wijzigingen, alle toegangsacties en alle sessies worden gelogd. Dus het is altijd duidelijk wie wat wanneer heeft gewijzigd en wie wanneer en hoe lang in het systeem is geweest. ‘Deze informatie wordt eindeloos door OmniHis bewaard, in feite zolang er schijfruimte is en die is tegenwoordig heel goedkoop. Wat niet wordt vastgelegd, en ook niet als eis in de specificaties van het HIS-referentiemodel genoteerd staat, is wie welk dossier inziet.’ PLANNEN VOOR 2015 De roadmap voor 2015 met de plannen voor OmniHis Scipio wordt eind november met de programmacommissie van de gebruikersvereniging besproken. Basis voor de besprekingen zijn onder andere de toevoegingen van het HISreferentiemodel, maar ook de wensen van gebruikers. Volgend jaar zullen wijzigingen aan de inlogprocedures worden aangebracht, zoals het stellen van striktere eisen aan de wachtwoorden. Wat het LSP betreft wordt er hard gewerkt aan de pilot voor de ketenzorg. Die zal eind 2015 wel klaar zijn, maar een uitroldatum kan nog niet bepaald worden. 3
Gebruikersnaam Wachtwoord
........ Inloggen
SynthesHis december 2014; 4 (13)
31
Curator schikt met
Eugène van Diepen (
[email protected])
De afwikkeling van het faillissement van de Stichting Beheer Derdengelden van LHV Declaratie Direct is inmiddels het zesde jaar in gegaan. Het schikkingsaanbod van curator A.J. Verdaas, waarbij huisartsendebiteuren minimaal 50 procent korting op hun vastgestelde schuld krijgen als zij voor 1 juli 2014 schikken, is door 288 huisartsen-debiteuren, 76 procent van het aantal debiteuren, aanvaard. De curator heeft hiermee ruim € 2,4 miljoen binnengehaald. Dat geld zal gebruikt worden voor een derde uitkering van 10,73 procent van de erkende vorderingen van huisartsen-crediteuren.
Na het faillissement van de Stichting Beheer Derdengelden LDD (SBD) op 6 oktober 2009, een direct gevolg van het faillissement op 15 september 2009 van LHV Declaratie Direct (LDD), waar 1668 huisartsen bij aangesloten waren, hadden volgens de curator 1116 huisartsen gezamenlijk € 22,6 miljoen te vorderen uit de boedel. Vierhonderdtweeënvijftig huisartsen waren gezamenlijk € 7,8 miljoen verschuldigd en SBD had € 14,1 miljoen in kas. Zowel diverse huisartsen-crediteuren als huisartsen-debiteuren hebben zich tegen de door de curator vastgestelde bedragen verzet. Dit leidde tot langslepende juridische procedures met hoge juridische kosten in het verschiet, die uit de boedel betaald moeten worden. Om de afwikkeling te versnellen en kosten te drukken werd in overleg tussen de crediteurencommissie, de Vereniging van Gedupeerde Huisartsen (VvGH) en de curator, en na een akkoord van de rechter-commissaris, aan alle debiteuren het voorstel gedaan de helft van hun schuld, met een minimum van € 5.000, kwijt te schelden als ze akkoord zouden gaan met de vastgestelde schuldvordering. De curator stelde daarbij de eis dat 80 procent van de debiteuren, gezamenlijk goed voor 50 procent van het uitstaande schuldbe-
32
SynthesHis december 2014; 4 (13)
drag, de schikking accepteert. Crediteuren hebben geen invloed op de aangeboden schikking. SCHIKKINGSAANBOD AANVAARD EN AFGEWIKKELD De schikking is door 288 huisartsen-debiteuren (76,4%) aanvaard. Zij zijn in totaal € 5.576.495,25 schuldig (75,5% van het uitstaande bedrag). Na een positief advies van de crediteurencommissie en goedkeuring van de rechter-commissaris heeft de curator alle schikkingsvoorstellen aanvaard, hoewel de eis dat 80 procent van de debiteuren zou meedoen niet werd gehaald. De financiële afwikkeling van de vaststellingsovereenkomsten is inmiddels nagenoeg afgerond. De schikkende huisartsen hebben gemiddeld 56,6 procent korting gekregen en gezamenlijk € 2.422.312,66 betaald. Ook een huisarts die zelf contrair aan de curator meende nog geld tegoed te hebben, accepteerde de schikking. Een rekensom leert dat 89 huisartsen-debiteuren die volgens de curator nog € 1.813.524,13 schuldig zijn, niet geschikt hebben. RAPPORT OVER FAILLISSEMENT De curator heeft zijn rapport over de oorzaken van het faillisse-
288 huisartsen-debiteuren
ment van SBD en de aansprakelijkheid van de bestuurders voorgelegd aan de rechter-commissaris en de crediteurencommissie. De crediteurencommissie is gevraagd hem een advies daarover uit te brengen. Na dit advies beraadt de curator zich over eventuele verdere stappen. TWEEDE UITKERINGSRONDE Bij de tweede uitdelingsronde is € 1.097.588,01 van de toegezegde € 1.128.512,07 uitbetaald. Dat verschil is ontstaan doordat de curator nog geen contact heeft gehad met enkele crediteuren en doordat bank- en contactgegevens zijn gewijzigd. De curator vraagt advies aan de crediteurencommissie en goedkeuring van de rechter-commissaris om de ontvangen € 2,4 miljoen in een derde uitkeringsronde aan huisartsen-crediteuren met een erkende vordering te mogen uitbetalen. Die zullen na de derde
ronde 65,7 procent van hun vorderingen gekregen hebben. Dat kan oplopen tot ongeveer 70 procent als ook de laatste 89 huisartsen-debiteuren hun vorderingen moeten betalen. PROEFPROCEDURE De voorbereiding van de proefprocedure, die noodzakelijk is geworden nu niet alle huisartsen-debiteuren schikken, loopt door. De rechter zal daarin diepgaand vaststellen of de curator de schulden en vorderingen juist heeft vastgesteld. Op 30 juli 2014 heeft de advocaat van de huisartsdebiteur hierin zijn Conclusie van Antwoord genomen. Nu is het de beurt aan de curator om zijn Conclusie van Repliek te nemen. Volgens ingewijden kan de proefprocedure lang duren en wordt deze mogelijk pas in 2017 afgerond. Op www.syntheshis.nl kunt u de artikelen lezen die eerder over het faillissement zijn verschenen. 3
Ten minste 302 huisartsen-debiteuren, die gezamenlijk € 3,7 miljoen schuldig zijn, moesten de schikking van de curator accepteren. Slechts 288 huisartsen-debiteuren, die gezamenlijk € 5,6 miljoen schuldig zijn, hebben geschikt en € 2,4 betaald. Dit geld wordt uitbetaald aan de huisartsen-crediteuren, naar rato van 10,7 procent van de goedgekeurde vordering. Nog eens 89 huisartsen-debiteuren die gezamenlijk € 1,8 miljoen schuldig zijn, hebben niet geschikt. Dat bedrag is goed voor 8 procent van de oorspronkelijk goedgekeurde vordering van de huisartsen-crediteuren.
SynthesHis december 2014; 4 (13)
33
NedHIS & EZD Congres 26 maart 2015
Ins en outs van het Individueel ZorgPlan Gerda Mensink (
[email protected])
‘Huisartsen zijn nog niet gewend om planmatig in de HISsen te registreren. Maar als het aan VWS en de zorgverzekeraars ligt, komt daar verandering in. Het IZP – Individueel ZorgPlan – zou daarvoor een geschikt middel zijn. Maar hoe kunnen we dat op een goede manier inzetten? Wat betekent dat voor het werk in de dagelijkse huisartsenpraktijk? En wat moeten we daarvoor aanpassen in onze HISsen?' Op het jaarlijkse NedHIS & EZD Congres 2015 staat het IZP in de schijnwerpers. Casper Tombrock is voorzitter van het NedHIS-gedeelte. Casper: 'Het IZP is een toekomstgericht onderwerp. Op het congres is ook aandacht voor actuele ontwikkelingen. Bovendien kunnen huisartsen en hun medewerkers een antwoord krijgen op alle vragen die zij hebben over hun HIS en aanverwante ICT-zaken.’
Uit het plan van eisen van het NHG Huisartsen en patiënten maken samen afspraken NHG, NPCF, Vilans en andere organisaties streven naar één algemeen IZP
dat moet helpen om op basis van de afgesproken zorgstandaarden zorg op maat te leveren. De kern van het IZP bestaat uit een dynamische set van afspraken die de patiënt en de zorgverlener(s) samen maken, zowel over de zorg als over zelfmanagement. Deze afspraken zijn gebaseerd op specifieke doelen, situaties en wensen van de patiënt. Er komt maximaal één IZP per persoon dat kan worden gebruikt voor alle patiënten en door alle betrokken zorgverleners. Dat houdt in dat een IZP niet aan een ziekte- of doelgroep is gebonden, zoals veel van de individuele zorgplannen die nu in omloop zijn. Het IZP moet digitaal beschikbaar komen, vanwege het gebruiksgemak voor patiënt en zorgverleners. En ook om fouten ten gevolge van dubbele registratie te voorkomen.
Meer weten? NHG, NPCF en Vilans. Plan van eisen generiek Individueel ZorgPlan. Januari 2014.
34
SynthesHis december 2014; 4 (13)
Oorspronkelijk waren er jaarlijks twee congressen. Het EZD-symposium sinds 1990 en het congres van de gebruikersverenigingen sinds 2000. Bij beide stond de ICT in de huisartsgeneeskundige zorg centraal. Tijdens het EZD lag de nadruk op innovatie, de uitkomsten van wetenschappelijk onderzoek, en bij de gebruikersverenigingen op de toepassingen van de HISsen in de dagelijkse praktijk. En dat is nog steeds zo, ook al worden beide congressen sinds 2006 op één dag gehouden, met een gezamenlijk thema. Een goede keuze, vindt Casper: 'Op die manier slaan we een brug tussen de denkers, de ICT'ers die innovatieve ideeën genereren en de doeners, de praktiserende huisartsen. Want je moet een idee pas oppakken en uitwerken voor de huisartsenpraktijk nadat er goed over is nagedacht. Dat geldt zeker ook voor het onderwerp van 2015: het Individueel Zorgplan.’ HUISARTSEN EN IZP ‘Ik ken het IZP uit de multidisciplinaire wijkzorg. Daarmee wordt geregeld dat de praktische zaken rond een kwetsbare patiënt goed lopen. Als huisarts krijg ik daarvan elk kwartaal een verslag. De ins en outs van het IZP in de huisartsenpraktijk zijn nog niet volledig uitgekristalli-
Casper Tombrock heeft samen met zijn vrouw een duopraktijk in Rijswijk. Daarnaast zet hij zich op allerlei manieren in voor de huisartsen-ICT en in het bijzonder voor OmniHis, onder meer in het bestuur van de gebruikersvereniging en de coöperatie, als tester en als lid van de SynthesHis-redactie.
seerd, ook al heeft het NHG al een eerste plan van eisen opgesteld (zie het kader). Deze werkwijze komt ook niet voort uit de werkvloer van de huisartsenwereld. Vooral VWS en zorgverzekeraars dringen aan op een dergelijke managementachtige benadering. Het lijkt erop dat zij het IZP zien als het instrument dat proces- en planmatig werken moet bevorderen. Een instrument waarin de patiënt centraal staat en dat vooral dient ter ondersteuning van het teamwerk als er meer behandelaars zijn. Het lijkt me prima om ook in de huisartsenzorg samen met de patiënt behandelplannen te maken, doelen proberen te stellen en daar naartoe te werken. Maar lang niet alle zorg kan op die manier worden aangepakt. Denk bijvoorbeeld aan terminale zorg, een traject met vaak juist een onbepaald beloop. En ook aan trajecten waarin het erom gaat de geest van mensen rijp te maken voor een bepaalde behandeling. Dan heb je als dokter wel een plan, maar dat kun je niet altijd direct bespreken. Voor mijzelf is de uitdaging om erachter te komen hoe we “planmatig werken” op een vruchtbare manier kunnen inbrengen in de huisartsgeneeskundige zorg en hoe de HISsen daarop kunnen inspelen. De discussie is nog in volle
gang, bijvoorbeeld over de inrichting van de informatie en wie wat zou moeten inzien. Op het congres willen we laten zien welke eerste initiatieven succesvol zijn, wat de kerndoelen zijn van een IZP en welke visie de koers voor de nabije toekomst bepaalt.’ KENNISMARKT ‘Voor mij is het congres geslaagd als huisartsen, praktijkondersteuners en assistentes na afloop duidelijk zicht hebben op de meerwaarde van het IZP voor hun werk en daar ook iets van hebben gezien. Een ander minstens zo belangrijk doel van het congres is dat alle vragen die huisartsen en hun medewerkers hebben over hun HIS worden beantwoord. Ik hoop dat ze erachter komen dat hun eigen HIS hen nog veel beter kan ondersteunen in de praktijkvoering dan ze dachten. In elk geval zijn er voor elk HIS speciale vragenuurtjes en zijn er ook helpdeskmedewerkers aanwezig in de stands op de informatiemarkt.’ Het NedHIS & EZD Congres 2015 vindt plaats op donderdag 26 maart. 3
SynthesHis december 2014; 4 (13)
35
CompuGroup Medical Nederland neemt Labelsoft over CompuGroup Medical Eugène van Diepen (
[email protected])
CompuGroup Medical Nederland (CGM) heeft per 1 oktober zorgautomatiseerder Labelsoft Clinical IT uit Zoetermeer overgenomen. Labelsoft is leverancier van het softwaresysteem WebHIS Call Manager voor huisartsenposten, van WebHIS Zorgdossier voor huisartsen en van WebHIS Ketenzorg. Door deze overname is CGM marktleider bij de huisartsenposten met een marktaandeel van 75 procent, tweede met een marktaandeel van 45 procent achter PharmaPartners bij apotheekinformatiesystemen en de nummer drie achter Promedico en Medicom bij de huisartsen met 25 procent marktaandeel. Sinds 2012 is het marktaandeel bij de huisartsen met 10 procent gegroeid, deels autonoom en deels door de overname van Zorgdossier.
Volgens Eric de Wilde, algemeen directeur van CGM, heeft zijn bedrijf nu voldoende schaalgrootte, het productportfolio en de technologie om werkelijk integrale zorgoplossingen voor de eerste lijn in Nederland te kunnen ontwikkelen. ‘We hebben nu de technologie in huis om huisartsen, apotheken, zorggroepen, HAPpen, politheken en EHBO-posten digitaal met elkaar te verbinden en te laten samenwerken. Niet als eilandjes met berichtenverkeer, maar als een daadwerkelijk geïntegreerd systeem.’ CGM heeft inmiddels drie HISsen in portefeuille. Eind 2010 is Euroned overgenomen, eigenaar van de pakketten MIRA Praktijk, dat nu als CGM HUISARTS door het leven gaat, en MIRA Apotheek. In januari 2012 is Microbais ingelijfd, eigenaar van HetHIS en Aposys, die nu bekendstaan onder de naam CGM HETHIS en CGM APOSYS. WebHIS Zorgdossier is de derde loot aan de HIS-tak. Peter Eickmans, marketingmanager bij CGM, wijst op de voordelen van de overname voor de gebruikers: CGM gaat nu ‘rijkere’ koppelingen tussen de Labelsoft-producten, zoals WebHIS Zorgdossier en CGM HUISARTS bouwen. ‘Beide pakketten zijn nu in onze handen, waardoor overleg over de inhoud van de koppelingen makkelijker gaat.’ HISSEN BLIJVEN BESTAAN Als geruststelling voor de gebruikers benadrukt Eickmans graag dat de drie HISsen niet samengevoegd worden, in tegenstelling tot
36
geruchten die anders beweren. ‘CGM HUISARTS en WebHIS Zorgdossier blijven gewoon naast elkaar bestaan en worden doorontwikkeld. CGM HETHIS heeft echter een veel kleinere klantenbasis, zodat het minder rendabel is hiervoor nieuwe toepassingen te bouwen. Het reguliere onderhoud, zoals het aanpassen van de software aan veranderende of nieuwe weten regelgeving en bugfixing, gaat gewoon door. Bestaande klanten hoeven niet over te stappen en dat is een opluchting voor huisartsen die vlak voor hun pensioen staan. Het aantal gebruikers van CGM HETHIS is inmiddels zo klein dat CGM overgaat op individuele afspraken met deze gebruikers om te komen tot een einddatum voor ondersteuning van dit pakket. Het grootste deel van hen is inmiddels overgestapt op CGM HUISARTS.’ Eickmans wijst ook naar de twee KISsen, CGM INTEGRALE ZORG (voorheen Pamires) en WebHIS Ketenzorg, waarmee CGM een aantal zorggroepen heeft geautomatiseerd en ook hier marktleider is. ‘Beide KISsen zijn in nauwe samenwerking met onze gebruikers opgezet. We gaan met hen praten over hoe de automatisering efficiënter kan, wat de gebruikers nog in het KIS willen hebben en hoe we groeien van een systeem voor ketenzorg naar een systeem voor integrale zorg.’ EUROPESE ONTWIKKELING Hoewel CGM AG, de Duitse moeder van CGM
SynthesHis december 2014; 4 (13)
Nederland, in 43 landen voor 400.000 zorgverleners actief is met zorgoplossingen voor ziekenhuizen, laboratoria, artsen, apotheken en patiënten, zijn de producten niet zomaar naar een ander land te kopiëren. De wetgeving rond Duitse apotheken is bijvoorbeeld heel anders dan die in Nederland, dus de software is per land vrij specifiek, de ontwikkeling daarvan kun je niet centraal realiseren. Maar op elke regel is een uitzondering, ook hier. Peter Eickmans: ‘De patiëntencontacten met huisartsen en apotheken lopen in verschillende landen wel op dezelfde manier. De patiënt-huisartscommunicatie of het patiëntenportaal CGM LIFE eSERVICES kan daarom centraal op Europees niveau ontwikkeld worden. Wel loopt Nederland voorop als het gaat over E-services en de situatie in ons land wordt dan ook vaak gezien als referentiekader. De integratie van verschillende E-services met het HIS vinden wij belangrijker dan het buitenland. Een huisarts moet gewoon vanuit één systeem kunnen werken.’ ONE-STOP-SHOPPING Behalve software voor zorgverleners levert CGM ook hardwareoplossingen. Dat heeft als voordeel dat een klant bij één adres terecht kan voor zijn IToplossing. Bovendien is CGM een grote inkoopkracht en kan het door een centrale Europese inkooporganisatie een vuist maken in onderhandelingen met softwareleveranciers als Microsoft en andere toeleveranciers. 3
Tips & Trucs
MicroHIS
Elektronisch verhuizen van patiënten Dankzij de inspanningen van de Stichting ION heeft het elektronisch verhuizen van patiëntdossiers een flinke boost gekregen. Dit jaar is Zorgmail File Transfer van start gegaan als beveiligd platform waarlangs het verhuizen van de dossiers plaatsvindt. Bij het gebruik van het verhuisbericht doen zich grotere en kleinere problemen voor die elders in dit nummer besproken worden naar aanleiding van de recente HIS DemoDag. Een tweetal zaken dat nadien aan het licht kwam belicht ik nu. Als de vorige huisarts van een patiënt het verhuisbericht naar Zorgmail File Transfer heeft geüpload ziet u dat als ontvangende huisarts in de rubriek Ontvangen dossiers staan. U klikt dan op de knop Download. Op het werkstation van de ontvangende huisarts zal een melding van Internet Explorer verschijnen in de vorm van een geel waarschuwingsbalkje onderin het scherm. De tekst erop luidt: ‘Wilt u OVD…EDI(…kB) van Zorgmail File Transfer Openen of Opslaan’. Daarachter staan de knoppen Openen, Opslaan en Annuleren. Opslaan lijkt de meest voor de hand liggende optie, maar niets is minder waar. Klikt u
daarop dan blijkt het bericht niet bij de ontvangende huisarts aangekomen te zijn. Een nieuwe poging is niet meer mogelijk, omdat het bericht bij Zorgmail File Transfer dan niet meer beschikbaar is. Om een nieuwe poging te kunnen wagen moet bij de verzendende huisarts gevraagd worden nogmaals het bericht te uploaden. U moet niet klikken op de knop Opslaan, maar op het kleine pijltje dat rechts van die knop staat. Vervolgens wordt een drietal opties zichtbaar (figuur 1). Kies voor de middelste mogelijkheid, Opslaan als, en klik erop. Dan verschijnt ogenblikkelijk een tussenscherm van de directory waarin het verhuisbericht opgeslagen wordt. Die directory heeft als naamsaanduiding de AGB-code van uw praktijk. Klik in dat tussenscherm vervolgens op de knop Opslaan en het verhuisbericht is naar MicroHIS overgezet. Dit probleem deed zich voor bij een huisartsenpraktijk die met MicroHIS onder ASP werkte, maar ik kan me niet aan de indruk onttrekken dat het ook elders in andere MicroHIS-configuraties speelt. Het is inmiddels aan de Stichting ION gemeld, die er actie op gaat ondernemen.
VREEMDE ICPC-OMSCHRIJVINGEN Het kan voorkomen dat na het inlezen van een verhuisdossier vanuit een ander HIS de omschrijvingen van sommige episodes er vreemd uitzien. Een mengeling van een eigen omschrijving en de officiële omschrijving van een ICPC-code (figuur 2). Het duidelijkst is het in de figuur te zien bij de episoden L19 en X72. Het NHG geeft de suggestie om bij de EpisodeGerichte Registratie bij voorkeur de eigen omschrijving te gebruiken, omdat de officiële soms cryptisch is, maar ook niet altijd specifiek genoeg is. De getoonde verhaspeling maakt de tekst slecht bruikbaar. Het is dus verstandig om na het inlezen van een verhuisbericht ook de episodelijst even langs te lopen op ongerechtigheden. Overigens valt niet uit te sluiten dat de vorige huisarts bij het aanmaken van een episode zelf een mix van officiële en eigen omschrijvingen heeft ingevoerd. Aandacht daarvoor blijft gewenst. 3 Wim J. Jongejan (
[email protected])
Figuur 1. Keuzemogelijkheden achter de knop Opslaan
Figuur 2. Misvormde omschrijving ICPC-code na inlezen van het verhuisbericht
SynthesHis december 2014; 4 (13)
37
Tips & Trucs
OmniHis Scipio
Veilig verhuizen Voor een stapsgewijze uitleg over de manier waarop een patiëntdossier moet worden verhuisd, kunt u de betreffende helptekst in OmniHis-Scipio op het trefwoord ‘verhuisbestand’ raadplegen. Deze Tip & Truc geeft een toelichting bij de gang van zaken van de huidige procedure: ‘het elektronisch verhuizen van het patiëntdossier’. Het verhuisdossier hoort volledig en veilig aan te komen bij de nieuwe huisarts. De infrastructuur hiervoor heeft met het door Stichting ION georganiseerde ZorgMail File Transfer-punt (ZFT) een gebruiksvriendelijke service gekregen. Zodra een patiënt via ION bij de nieuwe huisarts wordt aangemeld, krijgt de oude huisarts via ZFT het verzoek om het patiënt-dossier over te dragen. Via een beveiligde elektronische route kunnen gegevens geüpload en vervolgens gedownload worden. Het is goed gebruik dat de patiënt de verhuizing op de oude praktijk persoonlijk bevestigt (waarbij herkenning door de baliemedewerker voorwaarde is). Wanneer de patiënt niet bekend is met de praktijk
(omdat hij nooit komt) of er een relationeel probleem bestaat (bijvoorbeeld in geval van een echtscheiding), is het noodzakelijk dat alle betrokkenen een getekend formulier (per persoon één) afgeven. Omdat de nieuwe praktijk niet van de persoonlijke situatie van de patiënt op de hoogte is, moet de nieuwe huisarts de betrokkenen vragen de verhuizing te melden: ‘Hebt u uw oude huisarts van uw verhuizing op de hoogte gebracht? Graag ook het inschrijfformulier invullen en van een handtekening voorzien.’ Het kost de oude praktijk tijd om alle documenten die bij een patiënt horen verzendklaar te maken. Bij OmniHis Scipio bevat de bestandenmap de buiten het HIS om bewaarde losse documenten die over een patiënt gaan. Alle documenten van de betreffende patiënt moeten verzonden worden. De werkzaamheden beginnen dan met het zoeken naar de bestandenmap van de betreffende patiënt. Dit kunt u het beste doen door via de finder (MacOS) de map getiteld met het patiëntnummer te zoeken.
Vervolgens worden vanuit OmniHis Scipio via het NAW-venster van de patiënt drie documenten aangemaakt: de groene kaart (pdf), het Edifact-overdrachtsbericht (.edi) en het SPOD-bericht (Scipio (specifiek) overdrachtdossier). Het beste werkt het om de documenten na elkaar aan te laten maken. Door het eerste document aan te maken en het via het dialoogvenster in de bestandenmap te plaatsen, is het pad naar de bestandenmap ten behoeve van de volgende documenten door het besturingssysteem van de computer gemaakt en onthouden. Als alle documenten in de bestandenmap zijn geplaatst en deze het complete dossier bevat, is zippen van de mapinhoud de beste waarborg dat alle documenten worden verzonden en de documenten intact op de plaats van bestemming aankomen. Al met al duurt het klaarmaken en het verzenden van het bestand per patiënt maximaal zo’n 5 minuten. Dit is veel korter dan het verzendklaar maken en posten van het papieren dossier. De procedure vraagt ech-
Figuur 1. De bestandenmap van de patiënt die de losse documentatie bevat. Te zien zijn pdf-bestanden van de ecg's, longfunctieonderzoeken, maar de map kan alle soorten bestanden bevatten.
38
SynthesHis december 2014; 4 (13)
Tips & Trucs
ter wel enige handigheid bij het doorlopen van een flinke hoeveelheid stappen. Het aantal handelingen is de reden waarom tijdens de HIS DemoDag geopperd werd om de logistiek van het aanmaken van het verhuisbestand voor alle HISsen te vereenvoudigen: één knop waarmee vanuit het HIS
OmniHis Scipio
alle bestanden worden aangemaakt en in de patiëntenmap worden gedeponeerd. Of idealiter: het hele dossier inclusief de losse documenten te laten plaatsen in de beoogde locatie van ZFT. 3 Casper Tombrock (
[email protected])
Figuur 2. De bestandenmap uit figuur 1, maar nu met eraan toegevoegd de uit het HIS gespoelde documenten, inclusief een ‘lees mij eerst’document, dat instructies bevat voor de ontvangende praktijk over de manier waarop deze met de diverse documenten moet omgaan.
Figuur 3. Het NAWvenster van een patiënt van waaruit de HIS-specifieke informatie wordt aangemaakt: de groene kaart, het Edifactoverdrachtsbericht (ook wel MWNH- en MEDOVD-bericht genoemd) en het SPOD-bericht.
SynthesHis december 2014; 4 (13)
39
............................................. NedHIS, koepel van HIS-gebruikersverenigingen
.............................................................................................. Bestuur Adriaan Mol, voorzitter Frits Schueler, penningmeester Ron Dingjan Casper Tombrock (a.i.) Kees Kanters Leo van Rooijen Hans van Selm Secretariaat Bep Otterloo
[email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected]
06 46813881
[email protected]
.............................................
..............................................................................................
Secretariaat en ledenadministratie HIS-gebruikersverenigingen .............................................
Atlas en Orego secretariaat en ledenadministratie Secretariaat NedHIS, Bep Otterloo OmniHis OmniHis BV Yvonne Vroom
Orego, vereniging van MicroHIS-gebruikers
Website
www.orego.nl
40
071 525 67 89 071 525 67 47
[email protected] [email protected]
.............................................................................................. Bestuur Leo van Rooijen, voorzitter Adriaan Mol, vicevoorzitter Michiel Zwartkruis, penningmeester René van Leeuwen Jeroen Stroucken Hanneke Tan Aldert van der Vinne Willem van der Linden
[email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected]
Adviseur Herman Levelink
[email protected]
Website
www.syntheshis.nl
020 4307777
[email protected]
0900 3876633 088 3876444
[email protected] [email protected]
030 6016620 030 6016655 030 6016655
[email protected] [email protected] [email protected]
.............................................................................................. Bestuur Casper Tombrock (a.i.) Lydia Voorkamp, secretaris Piet Molenaar, penningmeester
[email protected] [email protected] [email protected]
Website
www.omnihis.nl
OmniHis Scipio OmniHis BV
.............................................
[email protected]
[email protected] [email protected] [email protected]
HetHis Microbais GCM Huisarts en CGM Apotheek CompuGroup Medical Helpdesk CGM Huisarts, CGM Apotheek, Technische dienst Softwarewensen CGM Huisarts CGM Apotheek Promedico Promedico ICT BV Servicedesk ASP Servicedesk VDF
............................................. Omnihis, vereniging van OmniHis Scipio-gebruikers
0900 666 44 47
Bestuur Kees Kanters, voorzitter Frits Schueler, penningmeester Pieter Vrijdag
MicroHIS Healthcare Group CSC Service Centre
Atlas, vereniging van HetHis-, MIRA- en Promedico-gebruikers
[email protected]
..............................................................................................
.............................................
06 468 13 881
0900 6664447
[email protected]
..............................................................................................
SynthesHis december 2014; 4 (13)