Synaps Database Structuur

Synaps Database Structuur Versie: 0.2 Datum:

Donderdag, 8 september 2005 Projectbureau e-linQ Nieuw Eyckholt 292P 6419 DJ Heerlen t 045 - 574 11 81 f 045 - 571 30 72 e [email protected] i www.e-linq.nl

1. Introductie 1.1. Doelgroep 1.2. Probleemstelling 2. Betaal methodes 3. Metadata 3.1. Bronnen 4. Gebruikers functies 4.1. Zoekmachine 4.2. Inloggen 4.3. Multimedia 4.4. Toetsing 5. Beheerderfuncties 5.1. Rechten 5.2. Redactie-tool 5.3. Registratie Management 5.4. Statistieken 6. Database 6.1. Tabellen Overzicht 6.2. Database structuur 6.3. ERD Schema 1. Introductie Synaps is een biologie boekenreeks voor middelbare scholieren op HAVO en VWO niveau. De auteursgroep van Synaps overweegt een digitale variant van de werkboeken van de methode Synaps op de onderwijsmarkt te brengen. e-linQ is gevraagd offerte uit te brengen voor de realisatie van de betreffende website, met als werktitel ‘SynapsOnline’. Deze offerte is opgesteld op basis van gesprekken met de auteursgroep en aangeleverde documentatie. 1.1. Doelgroep De website ‘SynapsOnline’ heeft als doelgroep de biologie ‘Student’ en ‘Docent’ van HAVO en VWO niveau op middelbare scholen. Studenten kunnen hierbij (oefen)vragen downloaden en maken, waarbij ze eventueel gebruik kunnen maken van de studiehulp functie. Docenten kunnen toetsen of studieschema’s opstellen door dynamisch verbanden te leggen tussen inhouden om deze vervolgens (interactief) aan te bieden. 1.2. Probleemstelling Het doel van de ‘SynapsOnline’ website is om de synaps vragen digitaal en gestructureerd weer te geven. Dit gebeurt aan de hand van metadata, welke informatie over de vragen weergeeft. De vraag is hoe deze vragen opgeslagen worden in de database. Er zijn verschillende methodes welke overwogen kunnen worden om dit te doen. De vragen kunnen apart of in groepsverband opgeslagen worden. Er is uiteindelijk bewust gekozen voor de aparte opslag methode, omdat de vragen vrij groot zijn. Niet alleen bevatten ze meerdere subopdrachten (Zoals a, b en c), maar sommigen hebben ook verbindingen met bronnen en alternatieve vragen. Daarnaast bedragen enkele opdrachten rond 1 SLU, wat een opdracht op zich al vrij taai maakt. De gekozen databasestructuur is weergegeven in het desbetreffende hoofdstuk: Hoofdstuk 6.

2. Betaal methodes De student en docent heeft veel vrijheid op de Synaps website en kan zelf uiteindelijk kiezen om gebruik te maken van de extra functies tegen betaling. Een lijst met suggesties voor extra functies: • Tegen betaling is het mogelijk om antwoorden bij de gekozen vragen te krijgen. Dit kan op 2 manieren: o De gebruikers account doet een éénmalige betaling waardoor deze altijd een optie krijgt om antwoorden mee te downloaden. o De gebruiker kiest ervoor om antwoorden te “kopen” bij een zelf opgestelde lijst met vragen. De prijs is hierbij afhankelijk van de hoeveelheid en wellicht het type van de vragen. • Tegen betaling kan een account geüpgrade worden zodat deze extra functies krijgt. Bij deze extra functies zit dan: o Een begrippen functie. Bij het bekijken van studiehulp, vragen of bronmateriaal worden bepaalde begrippen vanuit de database vetgedrukt weergegeven. Door één knopklik kunnen deze toegevoegd worden aan de gebruikers persoonlijke begrippenlijst. o Zelftoetsing: Het systeem kan een zelftoetsing functie krijgen. Deze functie stelt vragen over één of meerdere onderwerpen op welke de student kan beantwoorden. De multiple choice vragen (indien aanwezig) worden automatisch door het systeem nagekeken. Open vragen kunnen naderhand vergeleken worden met een antwoorden lijst (indien aanwezig). Het systeem registreert de data verkregen door deze testen en kan zo de moeilijkheidsgraad van de toetsing aanpassen, andere vragen stellen of studiehulp aanbieden. o Leerkrachten kunnen digitaal toetsen aanmaken, zodat leerlingen deze kunnen uitvoeren. De resultaten kunnen aan het einde van de toets opgestuurd worden naar de leerkracht. Dit kan naar e-mail, of naar een speciaal gedeelte van zijn of haar gebruikers account. • De standaard zoekfunctie maakt het mogelijk om naar thema’s en trefwoorden te zoeken. Een geüpgrade account kan gebruik maken van een uitgebreide zoekfunctie welke de mogelijkheid bied om specifiekere zoekfuncties uit te voeren. Om dit te uitsluitend te gebruiken bij geüpgrade accounts is slechts een suggestie en kan daarom ook geïmplementeerd worden zonder dat gebruikers er eerst voor moeten betalen. Uiteindelijk kunnen de prijzen en opties tussen docent en student verschillen.

3. Metadata Metadata is erg belangrijk binnen deze website. Om duidelijk verschillen aan te geven tussen de opdrachten, moet metadata informatie geven over de informatie (opdrachten en bronnen). Middels deze meta-informatie moet het mogelijk zijn opdrachten te kunnen onderscheiden. Elke opdracht bevat verschillende metadata attributen welke verplicht ingevuld moeten worden door de auteurs. Metadata zoals: Trefwoorden, boekinformatie (zoals: Uit welk boek komt de opdracht? Welk hoofdstuk? Welke paragraaf? Welke pagina? Wie heeft het boek geschreven?), het aantal SLU van de opdracht, voor hoeveel personen is de opdracht bedoelt? Naast deze metadata worden sommige opdrachten ook nog eens apart met elkaar verbonden. Deze koppeling is makkelijker te vinden, omdat er niet persé op trefwoord hoeft worden gezocht. De gebruiker kan, indien deze dat wil, gebruik maken van een knop om zo alle gekoppelde opdrachten te bekijken. 3.1. Bronnen Bronnen zijn speciaal, omdat ze naast opdrachten de enige invoer zijn welke ook speciale metadata krijgt. Bronnen zijn verschillende soorten “media”, zoals plaatjes, tabellen, artikelen en tekst. Deze kunnen gekoppeld worden aan een opdracht, net zoals in het boek. Als een bron wordt gemaakt, kiest de auteur eerst voor een brontype. Op grond hiervan wordt het invoer menu bepaald. Zodra de invoer klaar is, word de bron opgeslagen. Dit gebeurt in 2 tabellen. bron_id, bron_type en child_id worden opgeslagen. Middels type en child_id (welke samengesteld een unieke sleutel vormen) wordt er vastgesteld uit welke tabel de bron afkomstig is. Is het type bijvoorbeeld een “Figuur” dan wordt de tabel “TBL_SYN_BRONNEN_FIGUUR” geraadpleegd. In deze tabel is de child_id wel uniek en kan zo uitgezocht worden welk veld we zoeken. In het opdrachten veld waar bronnen bij een opdracht toegevoegd kunnen worden, staat een zoekmachine om bron resultaten te verkleinen, wat de selectie makkelijker maakt. Hierbij wordt gelet op: Brontype, boek en nummer (in geval van tekst, bijvoorbeeld tekstnummer). Uiteindelijk volgt een dropdown lijst met alle overgebleven namen. In deze lijst staat bijvoorbeeld: “VWO B1 - 1.4 Koolmees”, wat betekent dat in het synaps boek voor brugklas VWO in hoofdstuk 1, paragraaf 4 de bron “Koolmees” staat. Staat de bron niet in het boek, worden deze velden leeg gelaten. De zoekmachine kan het “1.4” gedeelte ook vervangen met het desbetreffende paginanummer indien dit in de opties is aangevinkt.

4. Gebruikers functies Gebruikers krijgen speciale functies toegewezen welke ze kunnen gebruiken tijdens het browsen van de website. Middels deze functies wordt het gebruik van de website niet alleen makkelijker, maar ook duidelijker.Hierdoor wordt het aantrekkelijker voor de gebruiker om vaker van de website gebruik te maken. 4.1. Zoekmachine De zoekmachine is een belangrijke functie van de website. Middels de zoekmachine stellen we de gebruikers in staat om heel makkelijk opdrachten te vinden via één of meerdere trefwoorden. De zoekmachine kan alleen gebruikt worden om opdrachten weer te geven, echter alle aspecten van de zoekmachine kunnen voor het gebruik gedefinieerd worden. De gebruiker kan zoeken op trefwoorden (bijv. nier), boek informatie (Zoals boek VWO B1, pagina 5, of hoofdstuk 3, of paragraaf 8), SLU* (indien de student/docent alleen opdrachten van een bepaald aantal uur wil), personen* (Indien de student/docent een opdracht voor meerdere personen wil), opdracht type* en opdrachtenlijn*. Deze zoekmanieren kunnen ook met elkaar verbonden worden, zoals: Zoek op trefwoord “Nier” naar opdrachten die minder dan 1 SLU bedragen en bedoeld zijn voor 2 of meer personen. * Deze termen staan omschreven in bijlage 1: Opdrachten opbouw

4.2. Inloggen De gebruiker kan kiezen om een account aan te maken en in te loggen. Hierdoor krijgt de gebruiker extra functies binnen de Synaps website. Ook bestaat er nu de mogelijkheid om gebruik te maken van de “Betaal Functies”, welke omschreven staan in Hoofdstuk 2. Inloggen moet zo min mogelijk tijd in beslag nemen. Tegenwoordig is het belangrijk dat mensen snel bij hun informatie terechtkomen, waarbij een inlog systeem hun niet in de weg mag staan. Gebeurt dit toch, dan werkt de website afschrikwekkend en kan dit bezoekers kosten. Het inloggen is daarom niet verplicht, maar wel aan te raden. Om in te loggen moet de gebruiker informatie in een webformulier invullen. Deze informatie bestaat hoofdzakelijk uit data welke ingegeven kan worden in de statistieken. (Aangezien de precieze werking van deze statistieken nog onbekend is, is dit gedeelte nog niet ingevuld). Verder vragen we de gebruiker voor zijn e-mail adres, een wachtwoord en of hij/zij de site wil gebruiken als docent of als student. Naderhand kan deze informatie middels het profiel nog aangepast worden. 4.3. Multimedia In de website kunnen (in de toekomst) multimedia worden opgenomen, zoals: Audio, video, animatiebewerkingen en bijlagen. Deze kunnen bekeken of gedownload worden door gebruikers. Bijlagen zullen, net zoals de andere multimedia, extra informatie geven over een onderwerp. Denk hierbij aan word, pdf, PowerPoint en Excel bestanden. PowerPoint bestanden en dergelijke kunnen dan van belang zijn bij hoorcolleges en presentaties. De andere multimedia (audio, video en animatiebewerkingen) spreken voor zich. 4.4. Toetsing Door te registreren krijgt de gebruiker de mogelijkheid om toetsen op te stellen. Docenten accounts kunnen deze toetsen (tegen betaling) opslaan. Hierdoor kunnen studenten de toets middels de website uitvoeren en hoeft deze niet schriftelijk gedaan te worden. De docent zal uiteindelijk via mail of zijn account de resultaten van deze toetsen kunnen bekijken. Studenten krijgen een vorm van zelftoetsing, welke hun statistieken opslaat om zo op een “slimme” manier de student adviezen te geven en opdrachten aan te wijzen. Denk hierbij aan: Als een student één opdracht van een bepaald onderwerp geheel beheerst is het vrij onzinnig om deze opdracht bij een volgende toetsing nog eens te vragen, omdat de student er dan niets nieuws mee opsteekt.

5. Beheerders functies Beheerders (de auteurs) krijgen bepaalde functies welke het onderhouden en aanpassen van de website makkelijk(er) zullen maken. Hiermee kunnen de beheerders de content aanpassen, maar ook opdrachten bewerken, toevoegen en verwijderen.Door de site altijd upto-date te houden zullen bezoekers veel gebruik maken van de site (en eventueel betaalfunctie). 5.1. Rechten Elke gebruiker heeft bepaalde rechten. Auteurs hebben meer rechten dan de standaard gebruiker (Docent/Student). Naast auteurs zijn er echter nog twee accounttypes welke meer rechten hebben. Deze twee zijn de: Administrators en Global-Administrator. De auteur heeft de mogelijkheid om nieuwe opdrachten toe te voegen, te verwijderen en te veranderen. Er bestaat ook de mogelijkheid om bestanden te uploaden, studiehulp toe te voegen, te verwijderen of te veranderen. De auteurs functie is bedoeld voor iemand die niet weet hoe de website beheerd moet worden. Om eventuele problemen (en verwarring) te voorkomen, heeft deze gebruiker alleen de rechten om opdrachten toe te voegen. Administrators kunnen alles. Ze kunnen de recente logs bekijken om zo te zien wat er met de content gebeurt is. Indien een auteur een opdracht verwijdert, kan de administrator de opdracht nog inzien en de verwijdering annuleren of definitief maken. De standaard content van de website (Zoals de weergave van het home gedeelte) kan ook aangepast worden door de administrators. Daarnaast bestaat de mogelijkheid om bestaande accounts te veranderen of verwijderen. Hierbij kunnen rechten aangepast worden, zodat een gebruiker bijvoorbeeld auteurs rechten krijgt. Verdere mogelijkheden van de administrator staan in de onderstaande tabel. De global-administrator is precies hetzelfde als de Administrator. Het enige verschil is dat de global-administrator andere administrators kan toewijzen. De global-administrator account kan niet verwijderd worden en zal altijd in het systeem blijven bestaan. Ook is er maar 1 global-administrator account en kunnen geen nieuwe aangemaakt worden. Het wachtwoord van de global-administrator kan wel aangepast worden. Opdrachten toevoegen Opdrachten verwijderen Opdrachten aanpassen Bronnen toevoegen Multimedia toevoegen Gebruikers beheren Logfiles inzien Content aanpassen Statistieken bekijken Auteur rechten aanpassen Administrator rechten aanpassen Backups maken Nieuwsbrief sturen (e-mail) e-mail sturen (Niet massaal)

Auteur X X X X X

X

Administrator X X X X X X X X X X X X X

Global-Admin X X X X X X X X X X X X X X

5.2. Redactie-tool Het redactie-tool bied de mogelijkheid om makkelijk opdrachten aan te maken. Het houdt hierbij rekening met alle aspecten van een opdracht, zoals ze omschreven staan in het boek. Opdrachten kunnen subopdrachten bevatten (a, b, c, etc.), alternatieven (welke weer subalternatieven kunnen bevatten) en bronnen. Deze kunnen weer onderverdeeld worden in boek, hoofdstuk, paragraaf, opdrachtenlijn, opdrachttype en ga zo maar door. Indien de auteur niet snapt waar een onderdeel voor staat, kan deze op het hulpteken naast de invoer klikken, om zo meer informatie hierover te weten te komen. Het redactie-tool geeft precies aan wat wel en niet kan en er is zelfs een voorbeeld functie welke de auteur de mogelijkheid geeft om zijn of haar vraag te kunnen bekijken. Zie bijlage 3: Redactie-tool voor een visueel voorbeeld van een redactie-tool.

5.3. Registratie Management Administrators en de global-administrator hebben de mogelijkheid om gebruikers accounts aan te passen. Indien iemand zijn of haar wachtwoord heeft vergeten, kan de administrator hier handmatig bij helpen (indien van toepassing). Ook kunnen rechten aangepast worden, zodat nieuwe auteurs en administrators toegevoegd kunnen worden. Het is van uiterste belang dat geregistreerde gebruikers welke gebruik hebben gemaakt van de betaal methode ook daadwerkelijk krijgen waar ze voor betaald hebben. Indien er iets fout gaat, kan een account ook handmatig geüpgrade worden naar een premium account. Accounts kunnen hierbij ook gedegradeerd worden naar gewone accounts. Aangezien de betaalmethode op het moment onbekend is, kan hier verder niets over gezegd worden. 5.4. Statistieken Auteurs, administrators en de global-administrator krijgen de mogelijkheid om statistieken van gebruikers te bekijken. Aangezien de precieze vorm van deze statistieken nog onduidelijk is kan hier niet veel over verteld worden. Er zullen twee vormen van statistieken zijn. De geregistreerde gebruikers kunnen nauwkeuriger ingedeeld worden van docent naar student. Ook extra informatie welke ingegeven word tijdens de registratie (Denk hierbij aan leeftijd, woonplaats, schooljaar, etc.) kan gebruikt worden bij de gebruikers statistieken. Als gebruikers niet geregistreerd staan binnen de site, dan zijn dit “Gast” gebruikers. Gast gebruikers krijgen hun eigen statistieken, omdat deze niet gemengd mogen worden met de geregistreerde gebruikers. De activiteiten van de gast gebruikers kunnen vastgelegd worden, maar niet waaronder ze deze activiteiten uitvoeren (bijv. als docent of student). De gebruikers statistieken kunnen uiteindelijk worden weergegeven in grafieken. Belangrijk voor administrators is het uiteindelijk om statistieken te bekijken over datatransfer en CPU gebruik (indien mogelijk).

6. Database De database structuur geeft weer in welke vorm de database is opgebouwd. Er is bewust gekozen om elke opdracht apart in te voeren en de metadata “om” de opdracht heen te structureren (Zoals boek, auteur, blok, paragraaf, etc.). 6.1. Tabellen Hieronder staan de tabellen zoals ze in de database ingevoegd worden. Hier staan nog geen uitleg en veldnamen bij. Tussen haakjes achter de tabelnaam staat de afkorting welke gebruikt wordt in deze tabel. In de tabel “TBL_SYN_AUTEUR” staat bijvoorbeeld het veld “aut_id”, wat “Auteur Identifier” betekent. Omdat er ook een identifier in de tabel “TBL_SYN_BOEK” staat, wordt deze “bo_id” genoemd om zo problemen en onoverzichtelijkheid te voorkomen. Synaps opdrachten inhoud, herkenbaar door “SYN”: TBL_SYN_AUTEUR (AUT_) TBL_SYN_BOEK (BO_) TBL_SYN_BLOK (BLK_) TBL_SYN_PARAGRAAF (PAR_) TBL_SYN_OPDRACHTEN (OPDR_) TBL_SYN_TREFWOORD (TW_) TBL_SYN_ALTERNATIEF (ALT_) TBL_SYN_SUBALTERNATIEF (SALT_) TBL_SYN_SUBOPDRACHT (SOPDR_) TBL_SYN_BRONNEN (BRON_) TBL_SYN_BRONNEN_FIGUUR (FIG_) TBL_SYN_BRONNEN_ARTIKEL (ART_) TBL_SYN_BRONNEN_TEKST (TKT_) TBL_SYN_BRONNEN_TABEL (TAB_) 6.2. Database Structuur TBL_SYN_BOEK(bo_id, bo_type, niveau, jaar, bo_inleiding); ⇒ ⇒ ⇒ ⇒ ⇒

Bo_id, zoals “1”. Dit is de key van deze tabel. Bo_type, zoals “Werkboek” of “Theorieboek”. niveau, zoals “VWO” of “HAVO”. jaar, zoals “1”. Gekoppeld met het niveau kan dit betekenen dat het bijvoorbeeld een boek is voor VWO 1, wat de VWO brugklas inhoud. Bo_inleiding. De inleiding geeft in korte lijnen weer waar het boek over gaat. Dit kan gebruikt worden mits er informatie over het boek opgevraagd wordt, bijvoorbeeld in het studiehulp gedeelte.

TBL_SYN_AUTEUR(aut_id, aut_naam); ⇒ ⇒

Aut_ID, zoals “1”. Dit is de key van deze tabel. Auteurnaam, zoals “Ruben Acohen”.

Koppeltabel : TBL_SYN_BOEK_AUTEUR(aut_id, bo_id); ⇒ ⇒

Aut_ID is een foreign key uit table TBL_SYN_AUTEUR Bo_id is een foreign key uit tabel TBL_SYN_BOEK

Koppeltabel (Child) tussen Auteur en Boek (Auteurs kunnen meerdere boeken hebben geschreven en boeken kunnen meerdere auteurs hebben):

TBL_SYN_BLOK(blk_id, blk_nr, blk_naam, blk_pagina, bo_id); ⇒ ⇒ ⇒ ⇒ ⇒

Blk_id, zoals “1”. Dit is de key van deze tabel. Blk_nr, zoals “1”. Dit is het nummer van het hoofdstuk/blok, wat de plaatsing aanduid. Blk_naam, zoals “gebruik je hersens!”. Dit is de titel van het hoofdstuk/blok. Blk_pagina, zoals “7”. Dit is de pagina waar het hoofdstuk/blok begint. Bo_id is een foreign key uit tabel TBL_SYN_BOEK

TBL_SYN_PARAGRAAF(par_id, par_nr, par_naam, par_pagina, blk_id, bo_id); ⇒ ⇒ ⇒ ⇒ ⇒ ⇒

par_id, zoals “1”. Dit is de key van deze tabel. par_nr, zoals “1”. Dit is het nummer van de paragraaf, wat de plaatsing aanduid. par_naam, zoals “INLEIDING”. Dit is de titel van de paragraaf. par_pagina, zoals “9”. Dit is de pagina waar de paragraaf begint. Blk_id is een foreign key uit tabel TBL_SYN_BLOK Bo_id is een foreign key uit tabel TBL_SYN_BOEK

TBL_SYN_OPDRACHTEN(opdr_id, opdr_nr, opdr_naam, opdr_pagina, blk_id, bo_id, par_id, personen, opdr_omschrijving, opdr_SLU, opdr_type, opdr_lijn); ⇒ ⇒ ⇒ ⇒ ⇒ ⇒ ⇒ ⇒ ⇒ ⇒ ⇒ ⇒

Opdr_id, zoals “1”. Dit is de key van deze tabel. Opdr_nr, zoals “15”. Dit is het nummer van de opdracht, wat de plaatsing aanduid. Opdr_naam, zoals “Effecten van Coca Cola en koffie.” Opdr_pagina, zoals “22”. Dit geeft aan op welke pagina de opdracht begint. Blk_id is een foreign key uit tabel TBL_SYN_BLOK Bo_id is een foreign key uit tabel TBL_SYN_BOEK Par_id is een foreign key uit tabel TBL_SYN_PARAGRAAF Personen, zoals “2”. Dit houdt in dat de opdracht bedoeld is voor 2 personen. Opdr_omschrijving geeft een korte omschrijving van de opdracht. Indien er geen subopdrachten aanwezig zijn, kan dit ook de hoofdvraag zijn. Opdr_SLU is het aantal Studie Last Uren verbonden met deze opdracht. Opdr_type, zoals “1” voor theorieopdracht, “2” voor keuzeopdracht, “3” voor toetsopdracht of “4” voor practicumopdracht. Opdr_lijn, zoals “1”, “2” of “3”. Op de website worden deze, net zoals in het boek, aangeduid met een ●, een ■, of een ►. Dit wordt niet weergegeven als er subopdrachten worden gekozen.

Koppeltabel : TBL_SYN_BRONNEN(bron_id, opdr_id, sopdr_id, alt_id, salt_id, bron_omschrijving, bron_naam, bron_type, child_id); ⇒ ⇒ ⇒ ⇒ ⇒ ⇒ ⇒ ⇒ ⇒

Bron_id, zoals “1” is de key van deze tabel. Opdr_id is een foreign key uit tabel TBL_SYN_OPDRACHT en geen verplicht veld. Sopdr_id is een foreign key uit tabel TBL_SYN_SUBOPDRACHT en geen verplicht veld. Alt_id is een foreign key uit tabel TBL_SYN_ALTERNATIEF en geen verplicht veld. Salt_id is een foreign key uit tabel TBL_SYN_SUBALTERNATIEF en geen verplicht veld. Brong_omschrijving, zoals “Overzicht van de opdrachten”. Dit veld is niet verplicht. Bron_naam, zoals “Koolmees”. Hierdoor kan de bron makkelijker gevonden worden in een lijst met bronnen. Bron_type, zoals “Figuur”. Door dit te combineren met “child_id” kan de tabel en rij makkelijk bepaald worden. Child_id, zoals “1”. Dit is de ID van de bron zelf. Omdat ID’s samen niet uniek zijn (bijv. Figuur en Tabel hebben beide een ID van 1), wordt dit veld verbonden met bron_type om zo te bepalen in welke tabel de bron daadwerkelijk staat.

Alhoewel de opdr, sopdr, alt en salt ID’s niet verplichte velden zijn, is het wel verplicht 1 van deze velden in te vullen. Meer dan 1 veld is niet toegestaan.

TBL_SYN__BRONNEN_FIGUUR(fig_id, figuur, fig_nr); ⇒ ⇒ ⇒

Fig_id, zoals “1” is de key van deze tabel. Figuur, zoals “Koolmees.jpg”. Figuren staan altijd in de bron/figuur map. Fig_nr, zoals “5.1”. Dit geeft aan dat het figuur 1 uit blok 5 is.

TBL_SYN_BRONNEN_TABEL(tab_id, tabel, tab_nr); ⇒ ⇒ ⇒

tab_id, zoals “1” is de key van deze tabel. tabel, zoals “

Koolmees

”. Tab_nr, zoals “3.2”. Dit geeft aan dat het tabel 2 uit blok 3 is.

TBL_SYN_BRONNEN_ARTIKEL(art_id, artikel, art_nr, art_bron, art_bron_datum); ⇒ ⇒ ⇒ ⇒ ⇒

art_id, zoals “1” is de key van deze tabel. artikel, zoals Dit is een artikel over nieren…”. art_nr, zoals “2.8”. Dit geeft aan dat het artikel 8 uit blok 2 is. Art_bron, zoals “Vrij Nederland” is een verwijzing naar de originele publicatie van het artikel. Art_bron_datum, zoals “6 september 2005” is de datum wanneer de bron is geschreven.

TBL_SYN_BRONNEN_TEKST(tkt_id, tekst, tkt_nr); ⇒ ⇒ ⇒

tkt_id, zoals “1” is de key van deze tabel. tekst, zoals “De koolmees is vooral bekend om…”. tkt_nr, zoals “1.4”. Dit geeft aan dat het tekst 4 uit blok 1 is.

Het verschil tussen een tekst en een artikel is dat een tekst geschreven is door de auteurs van een boek. Een artikel heeft extra metadata om aan te geven waar het artikel vandaan is gehaald.

TBL_SYN_SUBOPDRACHT (sopdr_id, sopdr_lijn, sopdr_letter, subopdracht, opdr_id); ⇒ ⇒ ⇒ ⇒ ⇒

sopdr_id, zoals “1” is de key van deze tabel. sopdr_lijn, zoals “1”, “2” of “3”. Op de website worden deze, net zoals in het boek, aangeduid met een ●, een ■, of een ►. sopdr_letter, zoals “a”, “b” of “c”. Dit is de letter van de opdracht, wat de plaatsing aanduid. subopdracht, zoals “Teken een nier zoals in het onderstaande figuur”. Hier staat de opdracht in beschreven. Opdr_id is een foreign key uit tabel TBL_SYN_OPDRACHT.

TBL_SYN_ALTERNATIEF (alt_id, alt_lijn, alt_nr, alt_naam,alt_SLU, alt_omschrijving, opdr_id); ⇒ ⇒ ⇒ ⇒ ⇒ ⇒

alt_id, zoals “1” is de key van deze tabel. alt_lijn, zoals “1”, “2” of “3”. Op de website worden deze, net zoals in het boek, aangeduid met een ●, een ■, of een ►. Dit wordt niet weergegeven als er subalternatieven worden gekozen. alt_nr, zoals “1”, “2” of “3”. Dit is het nummer van de opdracht, wat de plaatsing aanduid. alt_naam, zoals “Het Oog”. Dit is de titel van de alternatieve opdracht. alt_SLU, zoals “1”. Dit is het aantal studie last uren van de opdracht. alt_omschrijving. De omschrijving geeft een korte uitleg over het alternatief. Indien er geen subalternatieven (zoals 1.a., 1.b. en 1.c.) zijn, kan dit ook de opdracht zelf zijn.

⇒

Opdr_id is een foreign key uit tabel TBL_SYN_OPDRACHT.

TBL_SYN_SUBALTERNATIEF (salt_id, salt_lijn, salt_letter, subalternatief, alt_id); ⇒ ⇒ ⇒ ⇒ ⇒

salt_id, zoals “1” is de key van deze tabel. salt_lijn, zoals “1”, “2” of “3”. Op de website worden deze, net zoals in het boek, aangeduid met een ●, een ■, of een ►. salt_letter, zoals “a”, “b” of “c”. Dit is de letter van de opdracht, wat de plaatsing aanduid. subaltalternatief, zoals “Teken een nier zoals in het onderstaande figuur”. Hier staat de alternatieve opdracht in beschreven. alt_id is een foreign key uit tabel TBL_SYN_ALTERNATIEF.

TBL_SYN_LINK (lnk_id, opdr_id_m, opdr_id_s, lnk_slu, lnk_omschrijving); ⇒ ⇒ ⇒ ⇒ ⇒

lnk_id, zoals “1” is de key van deze tabel. opdr_id_m is een foreign key uit tabel TBL_SYN_OPDRACHT (Master) opdr_id_s is een foreign key uit tabel TBL_SYN_OPDRACHT (Slave) lnk_slu, zoals “1”, is het aantal studie last uren. Indien dit veld leeg is, wordt het berekend door het totaal SLU van alle gekoppelde opdrachten. lnk_omschrijving bevat een korte uitleg waarom de opdrachten gekoppeld zijn.

De koppeltabel tussen opdrachten is gemaakt om deze met elkaar te verbinden. In het boek staan enkele opdrachten weergegeven onder 1 gedeelte. Dit houd in dat de opdrachten onder hetzelfde thema met elkaar verbonden zijn. Dit is een speciale “link” welke ook aangeeft hoeveel gezamenlijke studie last uren de opdrachten bedragen. Deze manier geeft een duidelijkere link weer dan wanneer opdrachten dezelfde trefwoorden bevatten.

TBL_SYN_TREFWOORD (tw_id, trefwoord, opdr_id); ⇒ ⇒ ⇒

tw_id, zoals “1” is de key van deze tabel. trefwoord, zoals “Nier”. Dit is van belang in een zoekopdracht. opdr_id is een foreign key uit tabel TBL_SYN_OPDRACHT.

6.3. ERD Schema Het ERD schema is weergegeven in bijlage 2: Synaps ERD. Het ERD schema geeft de relaties tussen de tabellen weer door een beeld te maken van alle tabellen en deze met lijnen aan elkaar te verbinden. PK staat voor “Primary Key”. De foreign keys zijn niet speciaal weergegeven. Deze dragen echter dezelfde namen. Bijvoorbeeld “opdr_id” is een primary key in tabel “TBL_SYN_OPDRACHT” en staat er als gewoon veld bij in gekoppelde tabellen.

Andere minder belangrijke database tabellen zijn: Gebruikers. Student, Docent, Auteur. Deze tabel slaat gebruikers op zodat ze kunnen inloggen. Layout. Hiermee kan de layout gecontroleerd worden, zodat uiteindelijk stukken tekst en kleuren aangepast kunnen worden. Studiehulp. In deze tabel kan de studiehulp aangepast worden. Thema’s. Thema’s zijn stukken waarin vragen, bronnen en studiehulp al van tevoren vastgelegd is. Deze worden op de index-site weergegeven zodat mensen snel te weten krijgen wat de bedoeling van de website is, maar ook al snel aan de slag kunnen. Betaalinformatie. Indien van toepassing regelt dit het betaalsysteem. Statistieken. Hier worden bepaalde statistieken over de website opgeslagen.

Bijlage 1: Opdracht opbouw • • • • • • • • • • •

•

• • •

ID, zoals “1”. Bloknummer, zoals “Blok 1” Paginanummer, zoals “22”. Dit geeft aan waar de opdracht begint in het boek. Koppeling aan een boek d.m.v. een ID Paragraafnummer, zoals “Paragraaf 4” Opdrachtnummer, zoals “Opdracht 15”. Opdrachtnaam, zoals “Effecten van Coca Cola en koffie” Personen, zoals “2”. Dit houdt in dat de opdracht bedoeld is voor 2 personen. Omschrijving: De omschrijving geeft een korte uitleg over de opdracht. Indien er geen subopdrachten (zoals 1.a., 1.b. en 1.c.) zijn, kan dit ook de opdracht zelf zijn. Subopdrachten, zoals “1.a., 1.b. en 1.c.”. Bronverwijzingen, waarbij in de opdracht naar bepaald bronmateriaal word verwezen, zoals: Websites, studiehulp, schema’s, tabellen, etc. Bronverwijzingen worden, ten opzichte van figuren alleen gebruikt voor informatieve doeleinden. (Bronverwijzingen kunnen eventueel ook bij meerdere opdrachten gebruikt worden, veel op veel relatie) Bronverwijzingen zijn: o Tabellen (Tabellen kunnen eventueel ook bij meerdere vragen gebruikt worden, veel op veel relatie) zoals “Tabel 1.4”, waarbij het nummer voor de punt (1) het bloknummer is. o Artikel (Krantenartikel) o Figuur (Illustratie) o Video o Audio o Tekst o Website Alternatieven hebben als doel vragen enigszins aan te passen indien ze niet uitvoerbaar zijn voor de student/docent. Één vraag kan meerdere alternatieven hebben, maar een alternatief kan altijd maar bij één vraag worden gebruikt. Alternatieven zijn net zo opgesteld als vragen, waardoor ze naar bronnen kunnen verwijzen en subalternatieven kunnen bevatten en dergelijke. Bloknummer en paragraafnummer zijn echter niet van toepassing, omdat deze al weergegeven worden bij de desbetreffende vraag. SLU staat voor “Studie Last Uren”, zoals “1”. Opdrachttype, zoals “Theorieopdracht”, “Keuzeopdracht”, “Toetsopdracht” of “Practicumopdracht”. Opdrachtenlijn, zoals “Eerste-lijn”, “Tweede-lijn” of “Derde-lijn”. Op de website worden deze, net zoals in het boek, aangeduid middels een ►, een ■, of een ●.

Bijlage 2: Synaps ERD

Bijlage 3: Synaps Redactie-tool

De kleine blauwe “i” knopjes zijn informatie knoppen. Ze staan in de donkergroene balk en als erop geklikt word komt er een popup scherm welke extra informatie verschaft over het bepaalde onderdeel binnen het redactie tool.Indien de auteur niet weet wat hij met het omschrijvingveld kan doen, klikt hij op de informatie knop om er zo gedetailleerde informatie over te krijgen. Ditzelfde geld voor de knop bij “Bron”. Het redactietool zoals weergegeven in dit plaatje is een ruw voorbeeld. De uiteindelijke versie zal anders uit komen te zien.