Syllabus 3 gymnasium toets beeldend 2012-2013 3G1
Klas:
Docent: Datum toets:
Beste leerlingen, In dit boekje vind je de les- en leerstof en de gebruikte beeldende begrippen, die je moet beheersen om de eindtoets ‘Beeldend’ naar behoren te kunnen maken. Deze lesstof is in de teken- en handvaardigheid lessen in het afgelopen schooljaar behandeld. Vragen, die je vreemd voorkomen in de toets, stof die in onze lessen dus niet behandeld is, probeer je zo goed mogelijk te maken. Denk logisch na, kijk goed naar de afbeeldingen en probeer de vraag te beantwoorden. De begrippen hoef je niet persé uit je hoofd te leren, maar je moet ze kunnen herkennen, of kunnen toepassen in de vragen en/of opdrachten in de toets. In dit boekje heb ik alle belangrijke stof en beeldende begrippen nog eens voor je op een rijtje gezet. Aan het einde van dit boekje vind je extra beeldende begrippen en/of uitleg over die delen van de stof, die wel getoetst wordt, maar niet in onze lessen behandeld is. Ik adviseer je op tijd te beginnen met het bestuderen en leren van de informatie in dit boekje en wens je hierbij veel succes!! Bij het maken van de toets heb je je etui met inhoud (potlood, pen, gum, puntenslijper, geo driehoek etc. ) nodig, vergeet deze dus niet! Tips bij het maken van de toets; Bekijk de afbeelding(en) bij de vraag aandachtig voordat je de vraag leest. Lees steeds goed de hele vraag. Let op: Als bij een open vraag bijvoorbeeld wordt gevraagd ‘noem twee voorbeelden’, worden alleen de twee eerstgenoemde antwoorden beoordeeld (dus niet de derde etc.). Veel succes bij het maken van de toets!
(Extra) UITLEG Kunststromingen en begrippen:
Impressionisme Impressionisten zijn niet geïnteresseerd in wát ze afbeelden, maar juist in de manier waarop. Door de industriële revolutie in Europa (rond 1800) werden er veel uitvindingen gedaan en daarbij nieuwe producten gemaakt. Zo kregen de schilders de gelegenheid om voortaan hun verf ook in tubes aan te schaffen. Ze hoefden niet meer in hun atelier te blijven om daar met allerlei stoffen, olie, pigment op een schoteltje, hun doeken vol te schilderen. De kunstenaars kregen veel meer bewegingsvrijheid. Zo schilderden zij ook buiten, in de open lucht. Dit noemen we plein
air. Ze werden geïnspireerd door Japanse prenten en de uitvinding van de fotografie, want hierdoor beseften ze dat de schilderkunst van dat moment eigenlijk heel bedacht was. Dit wilden ze kwijtraken, door af te beelden wat er werkelijk was. Het licht en de kleuren speelden hierbij een erg grote rol. De kunstenaars waren geboeid door de veranderende kleuren op de verschillende momenten van de dag Kenmerken: Weergeven van licht en sfeer De kleur die verandert onder invloed van het licht De ‘indruk’ van een momentopname Korte, kleurige kwaststreken Zwart, bruin en grijs komen zelden voor Onderwerpen zijn meestal buiten gekozen Onderwerpen zijn zonder bijbedoelingen, geen boodschap of probleem Van ca. 1866 tot ca. 1880
-
Onderwerpen zijn meestal buiten gekozen Onderwerpen zijn zonder bijbedoelingen, geen boodschap of probleem Van ca. 1866 tot ca. 1880
Claude Monet, waterlelievijver
Voorbeeld van twee schilderijen van Claude Monet: zelfde onderwerp, ander moment van de dag, andere lichtval.
Expressionisme Bij het expressionisme gaat het vooral om het weergeven van emoties. Er wordt nauwelijks aandacht besteed aan wat er in de werkelijkheid wordt gezien. Het draait om het uiten van je gevoel op een zo direct en spontaan mogelijke manier. Een manier waarbij geen rekening wordt gehouden met alle tot dan toe geldende wetten en regels in de kunst. Omdat deze alleen maar beperkingen op het uiten van gevoelens veroorzaken. Hierdoor wordt het onrealistisch. Kenmerken: De persoonlijke uitdrukking van gevoelens staat voorop De bewerkingen zijn grof en beweeglijk De toets (verftoets), de penseelstreken zijn vaak nog zichtbaar Felle kleuren Duidelijke grote vormen Geen details, die de aandacht van de uitdrukking afleiden Na 1905 -
schilderij van Wassily Kandinsky
Kubisme In het kubisme wordt geen onderscheid gemaakt tussen driedimensionale vormen die naar de kijker toe buigen en vormen die van de kijker af moeten buigen. Kubisten maken vormen vlak en vermenigvuldigen ze dan waardoor platte vlakken met veel patronen in zachte kleuren worden geschilderd gezien vanuit verschillende hoeken. Het woord kubisme stamt af van het Latijnse woord ‘cubus’ dat ‘dobbelsteen’ betekent. De dobbelsteen wordt vaak gebruikt bij het maken van de schilderijen. De kubisten deden net alsof de natuur alleen maar bestond uit kubussen, kegels en bollen. Alles werd dus met deze vormen getekend. Het meest kenmerkende van het kubisme is de vereenvoudiging van alles. Kleur was niet zo belangrijk. Men gebruikte geen felle kleuren, alleen maar grijsachtige en bruine tinten. Kleur werd in een later stadium wel weer belangrijk. Er werd een hoofdvorm getekend, maar ook de restvorm was belangrijk (het wit dat op een tekening overblijft, is de restvorm). Belangrijke onderwerpen waren landschappen, mensen en stillevens. Kenmerken: Alle vormen worden herleid tot basisvormen Vooral hoekige, kubusachtige vormen Verschillende standpunten in één beeld Toepassing van de collagetechniek De ruimte-suggestie, zoals die van oudsher geldt, wordt steeds minder belangrijk Van 1908 – 1930
1919 Juan
Gris: Stilleven met bordeauxfles
Paul Cézanne: Landschap in de Provence, c.1880
Jugendstil (Slaoliestijl) Jugend is het Duitse woord voor jeugd. Het geeft direct aan om wat voor soort stijl het gaat: jong en vernieuwend! Men wilde
1919 Juan
Gris: Stilleven met bordeauxfles
Paul Cézanne: Landschap in de Provence, c.1880
Jugendstil (Slaoliestijl) Jugend is het Duitse woord voor jeugd. Het geeft direct aan om wat voor soort stijl het gaat: jong en vernieuwend! Men wilde op geen enkele manier bestaande stijlen imiteren. Aan het eind van de negentiende eeuw waren veel kunstenaars uitgekeken op het steeds opnieuw namaken en gebruiken van motieven en vormen uit vroegere perioden: de neostijlen. Omdat gauw een nieuwe eeuw zou beginnen wilden de kunstenaars ook een totaal nieuwe kunst. De Jugendstil is de stijl die de overgang van de 19e naar de 20e eeuw heeft gemaakt. Men probeerde alle versieringen op elkaar af te stemmen. Dit probeerde men vooral te bereiken door uit te gaan van één grondmotief, dat zich in alle voorwerpen herhaalde. Dit grondmotief was meestal een onregelmatig gebogen lijn. Het lijkt wel of alle voorwerpen en vormen ‘gegroeid’ zijn. De ‘plantaardige’ lijnen lijken zich overal vast te hechten. Dit veroorzaakt een zekere beweeglijkheid in het beeld. Wonderlijk genoeg gebeurt dat zonder het evenwicht te verstoren. Jugendstil vinden we terug in diverse kunsttoepassingen (totaalkunst). Jugendstil wordt ook wel slaoliestijl genoemd, deze naam danken we aan de slaolieaffiche van Jan Toorop.
Interieur in Jugendstil, Vivtor Horta Kenmerken: Ook bekend als Art Nouveau en modern Style -
Sierlijk gebogen lijnen en vormen geïnspireerd door de natuur
-
Vooral in de toegepaste kunsten als edelsmeedwerk, meubels, sieraden
-
Glasbewerking en damesmode
-
Tegen imitatie van oude stijlen
-
Op kleine schaal ook in de architectuur
-
Van 1900 -1925/30
(rechts) Alphonse Mucha, Affiche 'La Dame aux Camelias' met Sarah Bernardt (1896). (links) Jan Toorop, Affice 'Delftsche Slaolie, lithografie1895, Het affiche van Toorop is een sprekend voorbeeld voor de Jugendstil of Art Nouveau. Je ziet duidelijk dat Toorop ook een symbolische kunstenaar was. Magie, fantasie, dromen, religie, erotiek, emotie speelden een rol in zijn werk. De golvende lijnen kenmerken zijn werk. Je wordt als het ware meegenomen in een vloeiende baan die de slaolie maakt binnen het beeld waar geen begin en geen einde is te vinden. De lijnen vullen het hele beeldvlak.
De stijl De Stijl was een Nederlandse kunstbeweging die in 1917 werd opgezet. Deze beweging wilde na de verschrikkingen van de WO I, opnieuw beginnen. Het kon en zou weer beter worden in de wereld. Ze wilden een einde maken aan de stijlen die er waren. In plaats daarvan niet weer een andere stijl, maar De Stijl. Het tijdschrift waarin zij hun ideeën verspreidden had ook deze naam. De leden van De Stijl wilden vormgeven met overal geldende regels. Niet de zichtbare wereld om hun heen zou hun inspiratiebron zijn. Maar wel de beeldaspecten licht, kleur, ruimte en vorm. Alles wat daar gemaakt kon worden moest in evenwicht zijn met elkaar (zoals meubels, huizen, schilderijen). De belangrijkste kenmerken van de stijl zijn het gebruiken van primaire kleuren en rechte lijnen. De kunstenaars streefde naar een zo groot mogelijke eenvoud en abstractie, dit gebeurde zowel in de schilderkunst als in de bouwkunst. (totaalkunst) De kleuren werden hierdoor beperkt naar de primaire kleuren gecombineerd met zwart en wit, dit om zo dicht mogelijk bij de essentie te blijven.
Maar wel de beeldaspecten licht, kleur, ruimte en vorm. Alles wat daar gemaakt kon worden moest in evenwicht zijn met elkaar (zoals meubels, huizen, schilderijen). De belangrijkste kenmerken van de stijl zijn het gebruiken van primaire kleuren en rechte lijnen. De kunstenaars streefde naar een zo groot mogelijke eenvoud en abstractie, dit gebeurde zowel in de schilderkunst als in de bouwkunst. (totaalkunst) De kleuren werden hierdoor beperkt naar de primaire kleuren gecombineerd met zwart en wit, dit om zo dicht mogelijk bij de essentie te blijven.
De stoel, Gerrit Rietveld
Piet Mondriaan
Schroderhuis, Gerrit
Rietveld
Dada Het dadaïsme is een stroming die gebaseerd is op een afkeer voor oorlog en alle vooroorlogse opvattingen, theorieën, ideologieën en vooral kunst. Dit omdat de dadaïsten geloofden dat al deze dingen samen de Eerste Wereldoorlog hadden veroorzaakt. Nog nooit was geweld op zo’n grote schaal voorgekomen. De Dadaïsten stelde zich de vraag waarom al die waanzin alsmaar doorging. Waarom lieten beschaafde burgers dit toe? Die burgers moesten dus wakker geschud worden! De opzet was het publiek te laten schrikken. De mensen moesten het gevoel krijgen dat ze voor de gek werden gehouden. Dan zouden ze wel goed moeten gaan nadenken. En tot de ontdekking komen dat niet alleen ‘mooie’ dingen kunst zijn. De groep kunstenaars wilde weer helemaal opnieuw beginnen. Met de onschuld van een baby, daarom noemden ze hun beweging ook Dada (de eerste woordjes die een baby laat horen). Ze wilden af van de tradities in de kunst. De groep zorgde voor een omwenteling in de wereld van de kunst. Ze gingen dingen maken en dingen doen die men normaal onzin vond. Voorwerpen die men toevallig tegenkwam werden tot kunst verklaard. Er werd bijna niets aan zo’n voorwerp veranderd. De spullen worden ook wel ready-made genoemd. Eén van de belangrijkste kenmerken van dada is montage. Maar dan vaak wel het soort montage waarin het toeval een grote rol speelde, niet het nauwkeurig plaatsen van de onderdelen. Zo maakte Jean Arp een collage door vierkanten te scheuren, die te laten vallen en zo op te plakken als ze neergekomen waren. Onderwerpen die werden afgebeeld waren meestal objecten of mensen. Vaak was het kunstwerk een vorm van kritiek, soms op andere stromingen (vb futurisme), of op oorlog, of in het geval van Kurt Schwitters, zelfs op ons afval en onze taal. In hun werk is er aandacht voor spontaniteit, toeval en absurditeit. Kunstenaars: Marcel Duchamp: komt met ready mades (kant en klare voorwerpen) Jean Arp: Collage van laten vallen vierkanten
Marcel Duchamp - Fietswiel Jean Arp - Collage van vierkanten aangebracht volgens de wetten van het toeval Kenmerken Niet traditioneel Spottend en onzinnig Als protest tegen de bestaande culturen Ready-mades (gevonden voorwerpen) worden als kunst gepresenteerd Ook gedichten die puur uit klanken bestaan Van 1916 - 1928
Pop-art 1956 was de tijd van kort na WO II. Wat vernietigd was, werd weer opgebouwd. Iedereen had werk en kon steeds meer geld besteden. In deze tijd ontstond de reclame zoals wij die nu kennen. Overal, op straat, in de krant, tijdschriften en altijd door middel van beelden. Tot dan waren dit soort reclamebeelden bijna niet te zien. In de jaren 50 en 60 zijn deze populaire beelden steeds meer te zien en iedereen begrijpt deze beelden. De kunstenaars kozen voor heel alledaagse onderwerpen: foto’s, strips, ruimtelijke voorwerpen. Door alles op een andere manier te laten zien, viel het ineens op. De naam pop-art is bedacht mbv het woord populair. Dat betekent: bewonderd door iedereen. Art is het Engelse woord voor kunst. Pop-art betekent dus ‘populaire-kunst’. Kenmerken: Zowel 2d als 3D Figuratief De beelden uit de consumptiemaatschappij zijn uitgangspunt en onderwerp De beeldende middelen worden verwerkt zoals bij reclame, film en affiches Een collageachtig uiterlijk Vaak sterk vergroot en/of meerdere keren herhaald Van 1955 – 1971 en later
Blik soep, Andy Warhol
Strip van Roy Lichtenstein
Surrealisme Tot en met WO I had alle kunst zich bezig gehouden met het leven van alle dag. De werkelijkheid. Dat zagen we bij het impressionisme, expressionisme, zelfs bij Dada. Steeds is de kunstenaar op zoek naar een manier om de werkelijkheid zo duidelijk mogelijk aan anderen te laten zien. Maar… wat wij in onze dromen zien, de wereld van het onderbewuste, was tot dan toe niet getoond. Die werkelijkheid, die in ons hoofd, zonder dat we dat eigenlijk weten, is altijd onverwacht en gaat boven de alledaagse werkelijkheid uit (sur realisme). De meeste kunstenaars zouden de kenmerken van het surrealisme als volgt verwoorden: Organisch en vloeiend. Om een beeld te krijgen van het surrealisme nog veel meer kenmerken bij. Automatisme: Belangrijk bij het automatisme is het spontaan uiten van wat er in de gedachten opkomt. Het wordt niet van te voren helemaal uitgewerkt maar wat ontstaat is puur toeval. Deze kenmerken uitten zich vaak in vloeiende vormen en poëtische titels. Combinaties van niet bij elkaar passende voorwerpen: In het surrealisme wilden de kunstenaars graag hun dromen vastleggen. Zo konden dingen die diep in ons denken verborgen liggen naar boven komen. Vaak wordt dit gekenmerkt door het combineren van objecten die normaal gesproken niet bij elkaar horen. Hierdoor kunnen dingen of situaties een heel ander verband krijgen. Deze kenmerken zijn goed te zien bij Salvador Dali. Bij de collagetechniek werden deze kenmerken veel gebruikt. Kenmerken: Figuratief en non-figuratief Alledaagse voorwerpen worden op een niet alledaagse manier met elkaar verbonden Onverwachte en onvoorspelbare voorstellingen Zeer nauwkeurige en gedetailleerde werkwijze Veel stofuitdrukking Onwerkelijke lichtval, ruimtes en sfeer Van 1922 tot heden
Schilderij van s. Dali
Schilderij van R. Margritte voorbeeld 3-dim
Begrippen die je moet weten om toe te kunnen passen:
Begrippen die je moet weten om toe te kunnen passen: een herkenbaar beeld zo vereenvoudigen dat alleen het belangrijkste overblijft, zonder toevalligheden; soms is het bijna
Abstraheren
of helemaal onherkenbaar geworden, er is dan een tussenvorm ontstaan. In deze opdracht moeten de letters zo over elkaar of in elkaar geschoven worden, dat de tekst nog net wel herkenbaar is Kapitaal
hoofdletter (majuskel)
Onderkast
kleine letter (minuskel)
Stok- / staartletters hoogte
het gedeelte van de letter dat boven of onder de xuitkomt letter met een verbreding aan de uiteinden, bijvoorbeeld: P H
Schreefletter Schreefloze letter Stok- / staartletters hoogte
letter zonder schreef, letters zoals deze zin is gedrukt, of P H het gedeelte van de letter dat boven of onder de xuitkomt de drukkunst betreffend
Typografie X-hoogte
hoogte van de letter zonder stok of staart (bijv. letter x, of a)
Portret Aanzicht
2-dimensionaal beeld van een ruimtelijk voorwerp een herkenbaar beeld zo vereenvoudigen dat alleen het belangrijkste overblijft, zonder toevalligheden; soms is het bijna
Abstraheren
of helemaal onherkenbaar geworden, er is dan een tussenvorm o ntstaan. In deze opdracht moeten de letters zo over elkaar of in elkaar geschoven worden, dat de tekst nog net wel h erkenbaar is Arceren
tekenen met lijntjes; hoe meer lijntjes over elkaar (in wisselende richting) hoe donkerder; er ontstaan verschillende kleurtonen (of grijstonen). Met deze techniek kan de ruimtelijkheid van een voorwerp worden aangegeven
A trois quart A anzicht (pose/stand) van schuin opzij, ¾ van het gezicht is zichtbaar (C) En face En profile
Aanzicht (pose/stand) recht van voren (A) Pose van opzij gezien (B)
Algemeen; Abstraheren Organische vormen
vereenvoudigen van vorm tot het belangrijkste overblijft. alsof het gegroeid is; geïnspireerd op de natuur (in het bijzonder planten en dierachtige vormen), vb
vereenvoudigen van vorm tot het belangrijkste overblijft.
Abstraheren Organische vormen
alsof het gegroeid is; geïnspireerd op de natuur (in het bijzonder planten en dierachtige vormen), vb
Geometrische vormen
Meetkundige vormen, zoals een rechthoek, cirkel, balk. Ook wanneer een niet-meetkundige vorm sterk vereenvoudigd is en er meetkundige figuren in te herkennen zijn, spreekt men
van
Toegepaste kunst Totaalkunst
geometrische vormen, vb
uitingen van kunst die niet op zichzelf staan, maar altijd functioneren binnen een groter geheel
Een kunstwerk waarin architectuur, beeldhouwkunst, schilderkunst en andere beeldende en toegepaste kunsten samengaan