CEGO-Sweethearts-Booklet-NL-nw 29/01/15 21:08 Pagina 1
Handleiding voor de begeleiders van de kleuter
Sweethearts Omgaan met kleuters met diabetes type 1
Audry Swinnen
CEGO-Sweethearts-Booklet-NL-nw 29/01/15 21:08 Pagina 2
Inhoud
Woord vooraf ........................................................................................................................................
2
Dankwoord ............................................................................................................................................
4
1. Help! Een kleuter met diabetes! Wat nu? ......................................................................................
5
2. Info betreffende diabetes ................................................................................................................
6
3. Inleiding tot het spel ........................................................................................................................
7
4. Werkvormen ....................................................................................................................................
7
5. Ondersteuning van de website www.diabetes.bayer.be ................................................................
12
6. Kopieerbladen ..................................................................................................................................
12
Woord vooraf
Ieder kind brengt vanaf de kleutertijd heel wat uren door op school, waardoor dit de belangrijkste opvoedplek is na thuis. Hoe beter ouders en onderwijs op elkaar ingespeeld zijn, hoe vlotter ieder kind, en zeker een kind met een bijzonder kenmerk, in de goede richting ontwikkelt. Dit geldt dus zeker voor kinderen met type 1 diabetes. In een tijd waar vele verleidingen kinderen bestormen en ‘zich aan grenzen houden’ al een uitdaging op zich geworden is voor de opvoeder, komt het speelse materiaal dat hier aangeboden wordt goed van pas om ouder en leerkacht op één spoor te zetten. Leerkrachten en medeleerlingen die zich goed geïnformeerd voelen, niet angstig zijn om te
2
handelen en om hulp te vragen worden een vaardig steunpunt voor hun kind. Dat een leuk boek als ‘Zoetjes’ rondslingert in de klas is voor het jonge kind een teken dat de wereld van de grote mensen zegt: Vraag!, Vertel! En ook: Je bent niet alleen!. Dit project is bovendien meer dan tekst. De jonge hersenen hebben nog niet voor alles woorden, maar ze genieten van tekeningen en puzzelspelletjes. Alles tezamen vertolkt de boodschap: diabetes, we laten er ons niet door vloeren, samen pakken we dat aan! Hoe sneller en beter het jonge kind deze boodschap meeheeft, des te gemakkelijker zal hij er als tiener mee aan de slag kunnen! Peter Adriaenssens
Sweethearts
CEGO-Sweethearts-Booklet-NL-nw 29/01/15 21:08 Pagina 3
‘Wie in het kind het wonder niet ziet, die snapt het hele liedje niet’. Toon Hermans wist jaren geleden al heel goed te verwoorden wat wij dagelijks van ‘onze’ kinderen en hun gezinnen mogen leren: dat opgroeien met een chronische ziekte zoals type 1 diabetes geen belemmering hoeft te zijn voor de ontwikkeling. Hun veerkracht, vindingrijkheid en speelsheid in hun omgaan met type 1 diabetes maakt er iets bijzonders van en tegelijk iets heel gewoon. Iets dat hoort bij hun leven en geintegreerd wordt in hun dagelijkse realiteit. Zo hoort het ook. En het is de taak van de volwassenen die hen omringen om hen hierin te ondersteunen. Want het zijn de volwassenen die mee de bril kleuren waar
doorheen kinderen naar zichzelf en naar anderen kijken. En de bril die dit boekje verschaft, is er één van kracht en normaliteit. De kleuter met type 1 diabetes prikt, spuit en eet gezonde voeding maar is en blijft in de eerste plaats een kind zoals alle kinderen. Een bijzonder kind. Dit project is in de eerste plaats ontwikkeld om kleuterjuffen en -meesters te ondersteunen om het onderwerp met de kleuters aan te kaarten. Hopelijk kan dit boekje ook inspirerend zijn voor de vele anderen die met deze kleine wonderen te maken hebben.
Type 1 diabetes is een chronische ziekte die mits een goede zorg/zelfzorg perfect te behandelen valt. Om deze zorg te garanderen, werd in 1997 de ‘Diabetesconventie voor Kinderen en Adolescenten’ opgericht.
Voor kleuters was er tot op heden weinig materiaal beschikbaar en hiervoor vormt dit project een meer dan welgekomen aanvulling. Deze spellendoos laat kleuters op een speelse manier kennis maken met diabetes. Ze is dan ook erg bruikbaar zowel binnen als buiten het ziekenhuis.
De verschillende leden van een kinderdiabetesteam (artsen, verpleegkundigen, diëtisten, psychologen, sociaal assistenten en secretariële medewerkers) begeleiden de kinderen en hun ouders elk vanuit hun eigen expertise, maar steeds in onderling overleg. Een van de belangrijkste taken van een kinderdiabetescentrum is het informeren van het kind, de ouders en naaste omgeving over de verschillende aspecten van type 1 diabetes. Hiervoor wordt aangepast materiaal gebruikt per doel- en leeftijdsgroep.
Sweethearts
Eveline Goethals Psycholoog
We zijn heel blij betrokken geweest te zijn bij de ontwikkeling ervan. We danken de iniatiefneemster van harte voor haar initiatief en volgehouden inzet bij het realiseren van dit project! Prof. dr. Kristina Casteels en het kinderdiabetesteam UZ Leuven
3
CEGO-Sweethearts-Booklet-NL-nw 29/01/15 21:08 Pagina 4
Dankwoord
September 2012. Onze kleine jongen wordt groot en mag naar de kleuterschool. Fierheid overvalt me. Maar ook angst: hoe zal de kleuterjuf Senne opvangen? Hoe zal ze omgaan met z’n diabetes? En hoe zullen de klasgenootjes reageren op iets wat zij wellicht niet kennen? Zelf ben ik ook leerkracht en ik weet hoe belangrijk het kan zijn de juiste ondersteuning te krijgen om in de klas rond een bepaald thema te werken. Zeker als het thema voor jezelf ook compleet nieuw is. Omdat er voor de kleuterscholen geen materiaal bestond om rond diabetes type 1 te werken, ging ik zelf aan de slag: geïnspireerd door onze diabeteseducator van UZ Leuven – waarvoor ontzettend veel dank, Marianne – maakte ik een puzzel waarmee ik de kleutertjes van Sennes klas uitlegde wat diabetes type 1 is. En ja: ze snapten het! Uiteraard is Senne niet het enige kleutertje met diabetes type 1. Daarom groeide het idee om dit concept op ruimere schaal te verspreiden: elke kleuter met diabetes én zijn of haar juf/meester verdient een degelijke ondersteuning. Het project kreeg de naam Sweethearts en ligt nu in uw handen. Het werd een proces van lange adem en een dankwoord is dan ook meer dan op zijn plaats. De eerste MEGA-pluim geef ik graag aan juf Tanja, de juf waarbij Senne z’n instapjaar én het 1e kleuterklasje vlotjes mocht doorlopen. Tanja, je bent een juf uit de duizend: door jouw voorbeeldfunctie kan Senne de school beleven net als elk ander kindje, en nemen de volgende juffen en meesters die rol perfect over. Dat weet ik zeker. Het kinderdiabetesteam van het UZ Leuven sprong onmiddellijk mee op de kar van het Sweethearts-project. Ja, Prof. Casteels en haar team geloofden erin en zorgden ervoor dat anderen dat ook deden. En Eveline, soms kreeg je
4
wellicht grijze haren van m’n gemail, maar je bent ontzettend bedankt om alles mee te coördineren vanuit Leuven. (Mijn uitgever) Peter, jouw inbreng tijdens dit proces was goud waard! Met het nodige geduld leidde je dit project in goede banen en gaf je de nodige inspiratie. Mijn oprechte dank voor alles, Peter, want je weet hoe belangrijk dit project voor me was. Een ontzettende dankjewel ook aan de sponsors die in m’n idee geloofden: Access Solutions, de Vlaamse Diabetescentra voor Kinderen en Adolescenten (VDKA), de Diabetesliga, l’Association Belge du Diabète (ABD). Maar in het bijzonder ook een dankjewel aan de directie, de werkgroep Solidariteit en alle leerlingen van het Koninklijk Atheneum Keerbergen. Jullie zorgden ervoor dat ik fier kon zijn op het feit dat ‘wij’ hoofdsponsor van het project werden. En Vera, dank je om dit project oprecht zo mee te ondersteunen en me met de juiste mensen van Bayer in contact te brengen. Ook Bayer werd zo een hoofdsponsor. Bedankt verder aan het hele team van Bayer – in het bijzonder Maarten, Veerle, Sabrina en Bea – dat mee zijn schouders zette onder Sweethearts, en zo mee voor de slagroom op de taart zorgden! Op voorhand had ik nooit kunnen dromen van zo een professionele aanpak op communicatief en logistiek vlak. En natuurlijk last but not least een woordje voor de hoofdrolspeler Senne, zijn kleine zus en hun papa. Bedankt voor de inspiratie en jullie levenslessen. Bedankt voor jullie steun en toeverlaat en voor die grote én kleine momenten elke dag die het leven bijzonder maken. Diabetes krijgt ons niet klein! Ik zie jullie graag. Audry
Sweethearts
CEGO-Sweethearts-Booklet-NL-nw 29/01/15 21:08 Pagina 5
1. Help! Een kleuter met diabetes! Wat nu?
Wanneer u te horen krijgt dat er een kleuter met type 1 diabetes naar uw klas komt, overvalt u misschien een gevoel van onzekerheid: wat betekent dat op praktisch vlak, wat met sportactiviteiten of verjaardagsfeestjes, wat moet ik doen bij hyperglycemie (te hoge suikerwaarden) of hypoglycemie (te lage suikerwaarden), ...? Heel veel vragen, heel veel twijfels, waar iedere zorgfiguur voor een kindje met type 1 diabetes in het begin mee te maken krijgt. De praktische kant van het verhaal wordt u tot in detail uitgelegd door de diabeteseducator van het ziekenhuis waar de kleuter behandeld wordt. Maar uiteraard zijn er nog andere kanten van het verhaal: het feit dat de kleuter in een groep kinderen terecht komt die (meestal) niets over type 1 diabetes kent en die prikjes, insulinepompjes of injectienaalden maar iets ‘vreemds’ vinden; de emoties waar de kleuter zelf mee te kampen heeft door het hebben van diabetes; of de symptomen van een hyperglycemie of hypoglycemie waar nu niet alleen de kleuter moet leren mee omgaan, maar ook de klasgenootjes, ook u. Om u daarin te ondersteunen werd dit educatief pakket ontwikkeld. Verder geven we u graag nog dit advies: wees open. Wanneer u vragen heeft, wanneer er zich een nieuwe situatie voordoet, wanneer u suggesties heeft of als u zich ergens niet goed bij voelt: bespreek dit met de ouder(s) en/of de diabeteseducator. U voelt zich op een bepaald moment misschien onzeker, of misschien vreest u wel om fouten te maken. Ook de ouders van de kleuter met type 1 diabetes kunnen deze onzekerheid ervaren wanneer ze hun vertrouwen in de han-
Sweethearts
den van een nieuw zorgfiguur moeten leggen. Maar, samen komen jullie er wel uit. En als beide partijen de handen in elkaar slaan om de kleuter een zo normaal mogelijk leven te laten leiden, zal u snel merken dat een kindje met type 1 diabetes in uw klas absoluut geen belemmering voor het groepsgebeuren hoeft te zijn. Integendeel, na verloop van tijd ervaren veel leerkrachten dit zelfs als een verrijking. Ten slotte willen we u graag al bedanken. Waarvoor? Het feit dat u deze handleiding leest, bewijst dat u een geëngageerde kleuterjuf of -meester bent. Dat u begaan bent met uw kleuters. Dat u graag goed voorbereid bent op elke specifieke situatie waarin een kindje zich kan bevinden. We hoeven niet te vertellen hoe belangrijk een kleuterjuf of -meester is voor de wijze waarop de kindjes uit de groep, maar ook van de hele school, de ouders, collega’s, ... omgaan met een bepaalde problematiek, zoals bijvoorbeeld type 1 diabetes. Hoe positiever en normaliserender u ermee omgaat en praat over de ziekte, hoe normaler type 1 diabetes voor het kind zelf én zijn omgeving wordt ervaren. Op die manier zetten we weer een stap dichter naar het welzijn van kinderen met diabetes en naar het wegwerken van de vooroordelen rond type 1 diabetes. Dus, daarom willen we u nu al van harte bedanken voor uw inzet. Belangrijke noot: de bedoeling is dat dit pakket gedurende de hele kleutertijd met het kindje met diabetes mee verhuist naar de volgende groep. Op die manier kunnen eventuele nieuwe kameraadjes ook kennis maken met wat diabetes type 1 precies inhoudt. De nieuwe kleuterjuf/meester kan altijd extra uitleg vragen aan de diabeteseducator van het ziekenhuis waar de kleuter in behandeling is.
5
CEGO-Sweethearts-Booklet-NL-nw 29/01/15 21:08 Pagina 6
2. Info betreffende diabetes
Type 1 diabetes is een ziekte waarbij de opname van suiker in ons lichaam verstoord is. Suiker is een belangrijke energiebron voor onze lichaamscellen. Suiker halen we uit de koolhydraten in onze voeding. Koolhydraten zitten niet alleen in zoete voedingsmiddelen zoals frisdrank, snoep en taart maar ook in graanproducten zoals brood, rijst en pasta, en in aardappelen, in melk en melkproducten, in groenten en in fruit...
hydraten per maaltijd kan men bepalen hoeveel insuline er toegediend moet worden. • Zelfcontrole door middel van vingerprikjes voor de maaltijd. Zo kan de hoeveelheid glucose in het bloed (glycemie) bepaald worden. Tussen de maaltijden kan een extra vingerprik nodig zijn om een te hoge (hyperglycemie) of een te lage (hypoglycemie) bloedsuiker te detecteren. Type 1 en type 2 diabetes: wat is het verschil?
Het verschil tussen de verschillende ‘soorten’ koolhydraten in onze voeding is dat zoete voedingsmiddelen sneller in het bloed terecht komen, terwijl graanproducten eerst moeten afgebroken worden in maag en darmen en daardoor veel trager opgenomen worden. Alle koolhydraten uit de voeding komen uiteindelijk in het bloed onder vorm van glucose. Om de bloedglucose in de cellen toe te laten, hebben we insuline nodig. Insuline is een hormoon dat de celwand opent voor de glucose. De pancreas maakt dit hormoon aan en past de productie ervan aan aan de hoeveelheid glucose in het bloed. Kinderen met diabetes type 1 maken dit hormoon niet aan waardoor de glucose zich ophoopt in het bloed en niet in de cellen geraakt. De behandeling van diabetes type 1: • Onderhuids inspuiten van insuline, verschillende keren per dag (met pen of pomp). De hoeveelheid insuline die nodig is, hangt af van een groot aantal factoren, zoals voeding, fysieke activiteiten, ziekte, stress... • Voeding. De hoeveelheid grammen koolhydraten die per dag gegeten wordt, wordt gegroepeerd in maaltijden en tussentijdse snacks. Aan de hand van de hoeveelheid grammen kool-
6
Diabetes type 1: • 1/10 van de mensen met diabetes hebben diabetes type 1. • is de meest voorkomende vorm bij kinderen (>95%). • is een auto-immuun ziekte: het afweersysteem van het lichaam dat normaal gezien indringers (virussen, bacteriën) aanvalt, vergist zich en valt de insulineproducerende cellen aan waardoor ze vernietigd worden. Waarom het immuunsysteem deze fout maakt is nog niet gekend. Maar het krijgen van diabetes type 1 heeft dus niets te maken met een ongezonde levensstijl, te weinig beweging, ... • de pancreas maakt geen insuline meer aan. • wordt steeds behandeld met insuline (pen of pomp). Diabetes type 2: • 9/10 van de mensen met diabetes hebben diabetes type 2. • komt zelden voor bij kinderen (<5%). • overgewicht, weinig beweging, oudere leeftijd en erfelijke aanleg, vergroten de kans. • de pancreas maakt te weinig insuline aan en/ of de insuline werkt niet goed meer. • behandeling kan bestaan uit voedings- en bewegingsadvies en/of medicijnen. Soms moet er ook insuline ingespoten worden.
Sweethearts
CEGO-Sweethearts-Booklet-NL-nw 29/01/15 21:09 Pagina 7
Voeding bij kinderen met diabetes type 11 Actieve voedingsdriehoek voor kleuters De actieve voedingsdriehoek is een handig ding. Hij vertelt je welke voedingsgroepen belangrijk zijn en hoeveel je moet bewegen. Elke voedingsgroep bestaat uit voedingsmiddelen die specifieke voedingsstoffen leveren. Geen enkel voedingsmiddel bevat alle noodzakelijke voedingsstoffen. Daarom is het belangrijk om bij de samenstelling van je menu verschillende voedingsmiddelen uit verschillende groepen te combineren. Als je systematisch te weinig beweegt, één of meer groepen
verwaarloost of te weinig variatie biedt, stort de actieve voedingsdriehoek in. En dat is niet gezond. Cijfers en letters. Wat heeft je kind elke dag nodig? De actieve voedingsdriehoek voor kleuters toont je hoeveel je kleuter elke dag nodig heeft. Het gaat om gemiddelden. Want natuurlijk verschillen kleuters van elkaar wat groeitempo, gewicht, lengte en activiteiten betreft. De actieve voedingsdriehoek met aanbevelingen voor oudere kinderen en volwassenen kun je raadplegen op www.123aantafel.be.
1. Bron: Weetjesboekje “1 2 3 aan tafel” een realisatie van NICE www.123aantafel.be
Sweethearts
7
CEGO-Sweethearts-Booklet-NL-nw 29/01/15 21:09 Pagina 8
Aanraders Hoe minder toegevoegd zout, hoe beter je kleuter de natuurlijke smaak leert kennen en waarderen. Breng dus vooral op smaak met kruiden en specerijen. Nice to know • Van ravotten krijg je honger Actieve kinderen verbruiken veel energie en hebben vaak een goede eetlust. Geef hen liever wat extra brood en aardappelen dan producten waar te veel vet of suiker in zit.
• Mensen zijn als auto’s Als je steeds het verkeerde tankt, loopt er vroeg of laat iets fout. • Wat is de restgroep? In de restgroep zitten onder meer zoetigheden zoals koekjes, snoep, desserts en suikerrijke dranken. Behalve energie in de vorm van vetten en/of suiker, bevatten zij weinig of geen nuttige voedingsstoffen zoals mineralen en vitaminen. Eigenlijk zijn ze overbodig. Je gebruikt er best zo weinig mogelijk van. Toch nuttigt 70 % van de kinderen deze producten dagelijks.
3. Inleiding tot het spel
Dit educatief pakket werd in de eerste plaats ontwikkeld voor kleuterjuffen/meesters die een kleutertje met type 1 diabetes in de klas krijgen. Uiteraard kan het spel ook gebruikt worden in de jeugdbeweging, de sportclub of zelfs gewoon in familiaal verband, om diabetes uit te leggen aan bijvoorbeeld neefjes en nichtjes. Belangrijk is dat het spel kan gespeeld worden met zoveel mogelijk kindjes uit de omgeving van de kleuter met type 1 diabetes 1. Dat heeft effect op verschillende partijen:
in de klas optimaal gebeurt, en het vergaren van kennis over de ziekte. Oudere kleuters kunnen zo misschien al wat signalen van hyper/hypo gaan herkennen en dit aan de juf/meester meedelen. • De juf: de juf of meester voelt zich beter ondersteund bij het hebben van een kleuter met type 1 diabetes in de klas. Weer een ‘onzekerheid’ minder voor haar of hem. • De maatschappij: beter bespreekbaar én bekend maken van type 1 diabetes via de kleuter, naar de ouders, het schoolpersoneel, ...
• De kleuter zelf: een vlottere aanvaarding van zijn ziekte • De klasgenootjes: betere aanvaarding van diabetes bij de klasgenootjes zodat de integratie
Bij het uitleggen van de werkvormen zullen we gemakkelijkheidshalve het steeds hebben over de juf/meester. Maar, dit kunnen alle verschillende partijen zijn die met het spel werken.
8
Sweethearts
CEGO-Sweethearts-Booklet-NL-nw 29/01/15 21:09 Pagina 9
4. Werkvormen
Naargelang de leeftijd van de kleuters, kunt u zelf kiezen of u enkel met de puzzel speelt en de andere werkvormen later gebruikt, dan wel of u er eerder voor opteert om verschillende werkvormen na elkaar te gebruiken. Bij jongere kleuters zal het verhaal misschien ook oppervlakkiger verteld worden dan bij oudere kleuters. Dat kan u als kleuterjuf/meester het best zelf bepalen, natuurlijk.
4.1 De diabetespuzzel De diabetespuzzel wordt het best gespeeld aan het begin van de ontmoeting tussen de kleuter met type 1 diabetes en de kleuters die niet weten wat type 1 diabetes is. De puzzel tracht op het niveau van kleutertjes uit te leggen wat type 1 diabetes precies inhoudt. Daarvoor worden er twee beeldplaten gebruikt: als eerste die van een auto, waarbij de kleuters al spelend komen tot het begrip dat een auto benzine en een sleutel nodig heeft om te kunnen rijden. Als tweede beeldplaat wordt er een spelend kindje gebruikt, waarbij de kleuters opnieuw al spelend komen tot het begrip dat een kind ook een gevuld buikje nodig heeft om te kunnen spelen (de voeding staat dan voor de benzine van de auto), én sleuteltjes die het motortje van het kind kunnen draaiende houden (de sleuteltjes staan voor de insuline).
Wanneer? Aan het begin van het schooljaar of onmiddellijk wanneer de kleuter terug naar school komt na een diagnose. Zo weten de klasgenootjes meteen wat er met de kleuter aan de hand is, en vermijdt u vele vragen en nieuwsgierige blikken die onvermijdelijk zullen volgen.
Hoe? Stap 1: Eerst moet de puzzel van de auto vervolledigd te worden. Er wordt dus met een lege
puzzel gestart. De juf/meester stelt aan de kindjes in de klas de vraag wat een auto allemaal nodig heeft om te kunnen rijden. De kinderen mogen hun hand opsteken en als ze een juist antwoord geven, mogen ze het puzzelstuk in de puzzel komen leggen. Bv: wielen, stuur, motor, ... Ook benzine en een sleutel zijn nodig: benzine omdat een auto zonder niet kan rijden, en een sleutel om de auto te starten. Er zitten ook een paar stukken bij die de kinderen niet kunnen plaatsen (bv. een koe, een piano, ...). Ofwel worden de puzzelstukken voor de kindjes uitgespreid zodat ze er zelf uit kunnen kiezen. Ofwel – en dit is de meest aangewezen manier – toont de juf/meester de puzzelstukken één voor één, met als laatste de benzine en de sleutel. Wanneer het puzzelstuk van de benzinepomp en de sleutel worden gelegd, legt de juf/meester er de nadruk op dat dit belangrijk is om te kunnen rijden: een auto die ‘honger heeft’ (= geen benzine heeft) kan niet rijden, en de sleutel moet de motor doen starten. Stap 2: Nadien moet de puzzel van het spelende kind vervolledig te worden. Er wordt dus opnieuw met een lege puzzel gestart. De juf/meester stelt aan de kindjes uit de klas de vraag wat een kind allemaal nodig heeft om te spelen. De kinderen mogen hun hand opsteken en als ze een juist antwoord geven, mogen ze het puzzelstuk in de puzzel komen leggen. Bv.: een bal, een fiets, een vlieger, een pop, ... Ook voeding2 is belangrijk om te kunnen spelen, en uiteindelijk ook de sleuteltjes. Er zitten ook een paar stukken bij die de kinderen niet kunnen plaatsen (bv een tandenborstel, een bloemenruiker, ...).
2. Lees ook het apart hoofdstukje over voeding bij kinderen met diabetes type 1.
Sweethearts
9
CEGO-Sweethearts-Booklet-NL-nw 29/01/15 21:09 Pagina 10
Ofwel worden de puzzelstukken voor de kindjes uitgespreid zodat ze er zelf uit kunnen kiezen. Ofwel – en dat is de meest aangewezen manier – toont de juf/meester de puzzelstukken één voor één, met als laatste de boterham en de sleutels.
hebben geen benzine meer! Ook dat is vervelend voor het kindje met diabetes, want dan kan het plots beginnen zweten, duizelig zijn, moe worden of héél véél honger hebben (symptomen van hypoglycemie).
De kindjes denken in de eerste plaats enkel aan het ‘echte’ speelgoed. De juf/meester vraagt tot slot of de kinderen goed kunnen spelen als ze honger hebben, als hun buikje leeg is en knort. Het antwoord zal ‘nee’ zijn. De juf/meester legt uit dat voor ons een boterham, banaan, ... is als de benzine voor een auto. Een auto met een lege tank kan niet rijden. En kinderen moeten zich ook eerst ‘voltanken’ voor ze kunnen spelen.
Daarom moeten we ook regelmatig kijken hoeveel benzine het kind met diabetes nog heeft. Dat doen we met een vingerprikje. De juf/meester demonstreert een vingerprik. Als het kind te weinig benzine heeft (hypo), moet het bijtanken.
4.2 Kleurplaat (met de figuur van de puzzel)
Zonder een sleutel kan de auto niet starten. Ook wij hebben sleuteltjes nodig om het kleine motortje in ons te doen starten als we ons eerst hebben ‘volgetankt’ met boterhammetjes. De meeste kinderen hebben in hun lichaam kleine sleuteltjes die de boterham omzetten in energie om te kunnen spelen. Zoals de autosleutel ook de volgetankte auto doet starten. De juf/meester voelt al kriebelend bij de kindjes of zij sleuteltjes in hun lichaam hebben. Bij alle kindjes ‘voelt’ de juf/meester de sleuteltjes, behalve bij het kindje met diabetes.
Wanneer?
De juf/meester legt dan aan de kinderen uit dat er sommige kindjes zijn die de sleuteltjes niet (meer) in hun lichaam hebben. Dat noemen ze dan ‘diabetes’. Nee, geen diabeestjes! Diabetes.
Wanneer?
Bij die kindjes moeten we de sleuteltjes in het lichaam spuiten. Anders kan het motortje niet starten. En als het kindje geen sleuteltjes krijgt en het motortje niet kan starten, zal het kindje zich heel suf voelen, moe, misschien ook wel snel boos worden en zich een beetje ziek voelen (symptomen van hyperglycemie). De juf/meester toont dan hoe de sleuteltjes (de insuline) bij het kindje worden ingespoten: met de insulinepen of de insulinepomp. Soms hebben we ook per ongeluk teveel sleuteltjes gegeven, zodat het motortje harder heeft gewerkt dan het eigenlijk moest werken: we
10
Na de verwerking van de puzzel. Zeker voor de kleinere kinderen is het nodig na de puzzel voor wat variatie te zorgen. Oudere kleuters kunnen een eigen figuur tekenen.
Hoe? Kopieer de kleurplaat zo vaak als nodig. (Ook af te drukken via www.diabetes.bayer.be)
4.3 De gevoelsthermometer Met de gevoelsthermometer (gebaseerd op de emometer uit de Doos vol Gevoelens) kan het hele schooljaar door gespeeld worden. De gevoelsthermometer bevat 4 figuren met basisgevoelens: blij, bang, boos en verdrietig. Na het spelen van de diabetespuzzel kunnen de kinderen aangeven welk gevoel er overheerst onmiddellijk nadat er werd uitgelegd dat een kleuter uit de klas diabetes heeft. Er kan ook perfect tijdens het schooljaar mee gespeeld worden wanneer er bepaalde gevoelens naar boven komen als gevolg van de diabetes. Enkele voorbeelden: • De kinderen zijn blij omdat een klasgenootje rekening hield met de kleuter met diabetes bij een verjaardagstraktatie.
Sweethearts
CEGO-Sweethearts-Booklet-NL-nw 29/01/15 21:09 Pagina 11
• Een kindje is verdrietig omdat een klasgenootje zijn koek heeft opgegeten. • Een klasgenootje is bang omdat hij naar de dokter moet. • De kinderen zijn boos naar aanleiding van een ruzie als gevolg van een hypo, ... Het laat kinderen toe om na te denken en hun gevoelens te uiten.
Hoe? De juf/meester overloopt samen met de kinderen uit de klas de 4 basisgevoelens. De kinderen kiezen 1 figuur uit en hangen ze aan de ‘wasdraad’ met de wasknijpers. Of de juf/meester maakt een ‘thermometer’ door de 4 gevoelens onder elkaar te hangen. De kleuter kan zijn wasknijper zo op de juiste figuur plaatsen. De gevoelens worden besproken: waarom voelt X zich blij, Y zich verdrietig, ... De juf/meester kadert dit en zegt bijvoorbeeld dat het heel goed is dat alle kindjes zo flink meedenken voor elkaar en elkaar helpen. Het is belangrijk dat de juf/meester bekrachtigt dat het goed is dat de kindjes haar/hem eraan herinneren dat er iets moet gebeuren, of dat de kleuter met diabetes misschien wel een hypo heeft. De juf/meester kan bijvoorbeeld ook zeggen dat het normaal is om bang te zijn wanneer je naar het ziekenhuis moet, maar dat het niet nodig is, want dat de dokter alleen maar moet kijken of alles OK is. Dit kan ook een gelegenheid zijn om uit te leggen wat een ziekenhuisbezoek voor een kleuter met diabetes inhoudt: om de 3 maanden moet elk kindje op controle bij de diabetesarts. Die controleert de glucosewaarden van de kleuter en kijkt of er wat bijgestuurd moet worden. Verder lijkt dit erg op een ‘gewoon’ doktersbezoek: luisteren naar hart, buik, lengte meten, gewicht opnemen, ... eenmaal per jaar wordt er een grondiger onderzoek gedaan en wordt er ook bloed getrokken. Deze ambulante consultaties verschillen duidelijk van de ziekenhuisopname onmiddellijk na de diagnose van diabetes bij de kleuter. Bij een nieuwe diagnose wordt het kind meestal
Sweethearts
een 10-tal dagen opgenomen waarbij moet uitgezocht worden wat het juiste insulineschema is, waarbij de ouders alles moeten ‘aanleren’ over insuline spuiten, koolhydraten tellen, ... Eventueel kunnen de basisgevoelens en de wasknijpers nadien nog versierd worden.
Benodigdheden? De gevoelsthermometer (als kopieerblad beschikbaar, alsook de emometer uit de Doos vol Gevoelens, ook af te drukken via www.diabetes.bayer.be.), wasknijpers, eventueel wasdraad.
4.4 Voorleesboekje: “Zoetjes” Bepaalde onderwerpen worden voor kinderen duidelijker wanneer er een verhaal over verteld wordt. Kinderen herkennen zich gemakkelijk in verhalen. Het kan tevens als aanknopingspunt gebruikt worden voor een gesprek.
Wanneer? Het voorleesboekje kan uiteraard op ieder moment tijdens het schooljaar gebruikt worden. Het is wellicht interessant om het al vanaf het begin van het schooljaar te gebruiken, omdat er ook een kennismakingsvorm in verwerkt zit.
Hoe? Het boekje wordt voorgelezen. Kennismakingsvorm: De juf/meester kan tijdens het voorlezen de kleuters erbij betrekken door regelmatig bijvragen te stellen. Zo vertellen de kinderen iets meer over zichzelf en leren ze elkaar beter kennen. Enkele suggesties: • Pagina 1: wie is er ook al een keer heel erg ziek geweest? • Pagina 3: wie moet er ook af en toe naar de dokter? Wat doet de dokter dan? • Pagina 4: is er al iemand van jullie naar het ziekenhuis geweest? Waarom moest je naar het ziekenhuis? Omdat je zelf ziek was? Of omdat je je zieke opa (oma, mama, papa, oom, tante...) ging bezoeken? ...
11
CEGO-Sweethearts-Booklet-NL-nw 29/01/15 21:09 Pagina 12
• Pagina 4: wie heeft er nog iets dat andere kindjes niet hebben? Bv. een bril, een moedervlekje, een ontbrekende tand ... • Pagina 11: hebben jullie ook een lievelingsknuffel? Hoe heet die? Misschien heeft die geen diabetes, maar wel een oortje kwijt?
• Pagina 12: worden jullie ook soms geprikt door een mug? • Pagina 16: wat eet jij het liefst?
Benodigdheden? Het voorleesboekje “Zoetjes”
5. Ondersteuning van de website www.diabetes.bayer.be
Om u nog beter te ondersteunen en te begeleiden, werd er een website ontwikkeld waar u bijkomende info over het spel kan raadplegen of meer kan te weten komen over diabetes. Wat kan u zoals vinden op deze website: • Het verhaal van Matthias, die aan diabetes lijdt. Uit KLASSE
• Artikel, met tips voor de leerkracht, extra spelmateriaal om te downloaden (kleurplaten, emometer) • Links naar interessante websites (van de diabetesliga, diabetes op school, ...) • Links naar demofilmpjes (vingerprik, insuline toedienen, ...)
6. Kopieerbladen
Kleurplaat
Emometer
7. Sponsors
www.diabetes.bayer.be www.kakeerbergen.be www.access-solutions.be
12
www.vdka.be www.diabetesliga.be www.diabete-abd.be
Sweethearts
CEGO-Sweethearts-Booklet-NL-nw 29/01/15 21:09 Pagina 13
CEGO-Sweethearts-Booklet-NL-nw 29/01/15 21:09 Pagina 14
CEGO-Sweethearts-Booklet-NL-nw 29/01/15 21:09 Pagina 15
CEGO-Sweethearts-Booklet-NL-nw 29/01/15 21:09 Pagina 16
Colofon
Voor mijn zoetje, Senne
Met dank aan: De leerlingen van het Koninklijk Atheneum van Keerbergen Bayer SA-NV Access Solutions Vlaamse Diabetescentra voor Kinderen en Adolescenten (VDKA) De Diabetesliga l'Association Belge du Diabète (l’ABD) Prof. Kristina Casteels (UZ Leuven) Eveline Goethals (UZ Leuven) Kristel Vande Kerckhove (UZ Leuven) Marianne Dejonghe (UZ Leuven)
Titel: Omgaan met kleuters met diabetes type 1 – Handleiding voor begeleiders van jonge kinderen Idee en concept: Audry Swinnen Tekst: Audry Swinnen Illustraties en cover: Ina Hallemans Opmaak: Alibee Met dank aan prof. dr. Kristina Casteels en het kinderdiabetesteam UZ Leuven
© 2014, CEGO Publishers, Abdijstraat 1, 3271 Averbode, Belgium www.cegopublishers.be Alle rechten voorbehouden. Behoudens de uitdrukkelijk bij de wet bepaalde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden vermenigvuldigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt, op welke wijze ook, zonder voorafgaande en schriftelijke toestemming van de uitgever.
Eerste druk, eerste oplage: 2014 ISBN 978-94-91916-16-8 D/2014/5138/14 NUR 100
16
Sweethearts