up Check
met AZ Sint-Maarten
Informatie voor de zorgverstrekker uit de regio | oktober 2015
Radiotherapie: prostaatkanker Het nieuwe ziekenhuis Praktijkcasus epifysiolyse Kwaliteitsopvolging
Supra-microchirurgie: innovatieve behandeling van lymfoedeem
Prostaatkanker is in België de meest voorkomende vorm van kanker bij mannen. Het is een typische ouderdomsziekte waarbij de gemiddelde leeftijd bij diagnose 69 jaar is. Door de vergrijzing neemt het aantal gevallen van prostaatkanker met de jaren toe. In 2012 werden er door de Stichting Kankerregister 8.288 nieuwe gevallen geregistreerd.
Prostaatkanker Nieuwe trends in de behandeling met radiotherapie Op de dienst radiotherapie in AZ Sint-Maarten, gelegen op campus Rooienberg, worden jaarlijks zo’n 200 patiënten met prostaatkanker behandeld. Al deze patiënten worden voorafgaand multidisciplinair besproken op het MOC-overleg met de urologen, medisch oncologen en pathologen. Ook de huisartsen worden voor dit overleg systematisch uitgenodigd en zorgen door hun aanwezigheid voor een bredere kijk op de patiënt. Nadien helpen ze mee in de communicatie van slecht nieuws, ondersteuning, opvolging en toediening van bepaalde medicamenteuze behandelingen zoals hormonale therapie en botversterkers.
Multidisciplinair beleid en behandelingen bij prostaatkanker Welke behandeling een patiënt krijgt, hangt af van het stadium van de ziekte en de conditie van de patiënt. Patiënten worden dan ook onderverdeeld in verschillende prognostische klassen op basis van het TNM-systeem (tumorstadium), PSA-waarde (Prostaat Specifiek Antigeen) en de gleasonscore (differentiatiegraad tumor). Daarnaast wordt ook de comorbiditeit nagekeken en de levensverwachting van de patiënt ingeschat. In geval van uitzaaiingen op afstand is genezing veelal niet meer mogelijk. De behandeling is er dan op gericht om de ziekte langdurig af te remmen en/of de klachten te verminderen. Zijn er geen uitzaaiingen op afstand, dan wordt er uitgegaan van een curatieve behandeling en indien de patiënt in goede conditie verkeert, worden volgende behandelingen voorgesteld:
2
Goede prognose
Intermediaire prognose
Slechte prognose
Stadium T1-2 NOMO –
Stadium T1-2 NOMO -
Stadium T3-4 NOMO -
PSA < 10 - gleasonscore 6
PSA 10-20 - gleasonscore 7
PSA > 20 - gleasonscore 8-10
radicale prostatectomie, externe
Behandeling: heelkunde of
Behandeling: heelkunde of
radiotherapie of brachytherapie
combinatie hormonale- en
combinatie hormonale- en
(enkel indien prostaatvolume < 50
radiotherapie.
radiotherapie.
Behandeling: actieve opvolging,
cc en er geen plasklachten zijn.
Locoregionale klieren (N status) Bij kliergemetastaseerde patiënten wordt in principe hormonale therapie opgestart, gevolgd door radiotherapie. Metastasen op afstand (M status) Bij metastasen op afstand wordt in principe steeds gestart met hormonale therapie. Indien blijkt dat de patiënt op termijn hier onvoldoende op reageert, kan overgeschakeld worden op chemotherapie of nieuwere medicatie (Xtandi of Zytiga). In functie van de kliniek wordt bij diagnose soms gestart met chemotherapie samen met de hormonale therapie. Bij botmetastasering kan bijkomend gestart worden met botversterkende therapie. Radiotherapie op botmetastasen wordt klassiek toegediend om antalgische redenen, maar ook bij (beperkte) metastasering kan een intensieve, radiotherapeutische aanpak van de metastasen of van de lokale tumor het ziekteproces significant vertragen. Postoperatieve radiotherapie Bij onvolledige resectie of niet negativering
van de PSA-waarde na heelkundige ingreep (na 8 weken) is bijkomende radiotherapie zinvol. Radiotherapie kan ook opgestart worden wanneer de PSA-waarde tijdens de opvolging oploopt tot boven de detectielimiet (PSA>0.01). Radiotherapie bij gynaecomastie t.g.v. hormonale therapie Vooral de behandeling met een anti-androgeen bicalutamide 150 maar ook sommige LHRH-analogen, hebben als bijwerking gynaecomastie. Radiotherapie kan in een lage dosis van 2 sessies van 6 Gy en d.m.v. een goed getolereerde oppervlakkige radiotherapie dit evolutief goedaardig proces blokkeren en heeft bijgevolg een antalgisch effect.
Nieuwe technieken Klassiek bestaat een curatieve bestralingstherapie uit een behandeling van 35 dagelijkse fracties, verspreid over een zevental weken. Recent werd bij oudere patiënten (> 80j en in goede conditie) gestart met een hypofractionatie-schema waarbij 16 fracties - 4 fracties
Voorbeeld planning grote bestralingsvelden bij geselecteerde patiënten met kliermetastasering die goed beantwoorden aan hormonale therapie.
IMRT-techniek met 5 bestralingsbundels
ten goede, maar kunnen op termijn ook gebruikt worden bij patiënten met gynaecologische tumoren, rectumtumoren, hoofd-halstumoren en longtumoren.
Neveneffecten van radiotherapie bij prostaatkanker ARC-therapie met tientallen bestralingsbundels die in een snelle boogbestraling wordt toegediend.
per week, gedurende 4 weken - worden toegediend. Hierdoor wordt de totale behandelingsduur bij deze fragielere groep ingekort met drie weken. Bijkomend is het technisch mogelijk en zinvol om grotere bestralingsvelden te realiseren zonder al te veel toxiciteit. Zo worden progressief meer patiënten met locoregionale kliermetastasen, zelfs tot para-aortisch (metastastische klieren op afstand), behandeld met radiotherapie indien zij goed reageren op de hormonale therapie. Op technisch vlak worden in 2015 de bestaande technieken IMRT (intensiteitsgemodeleerde radiotherapie) en IGRT (image guided radiotherapie d.m.v. geïmplanteerde goudmarkers) aangevuld met ARC-therapie. Hierdoor kan de bestraling nog preciezer worden toegediend en de totale tijd die de patiënt elke dag onder het bestralingstoestel ligt, wordt significant ingekort. Ook wordt een bijkomende Cone Beam CT Scan op een bestralingstoestel gemonteerd waarbij nog betere positiecontrole kan worden uitgevoerd. Om deze nieuwe technieken te implementeren werd 1.2 miljoen euro geïnvesteerd. Deze nieuwe technieken komen uiteraard niet alleen de patiënten met prostaatkanker
De meeste frequente acute neveneffecten zijn rectale- of blaasprikkeling. Eveneens kan milde vermoeidheid optreden. Voor radiatierectitis wordt Tri-anal voorgeschreven, voor radiatiecystitis Tamsulosine of Oxybutynine, al naargelang de klachten. De acute neveneffecten treden op na een drietal weken en genezen een tweetal weken na de bestraling. Op lange termijn kan er een beperkte invloed zijn op het dagelijks mictieen stoelgangspatroon. Een goede diurese is wenselijk. Alcohol en fietsen dienen tijdens de radiotherapie en de eerste weken na de behandeling, vermeden te worden.
Wie is wie op radiotherapie? Deze hoogtechnologische behandelingen worden gerealiseerd door een performant professioneel bestralingsteam dat momenteel bestaat uit 29 zorgverstrekkers: 5 radiotherapeut-oncologen, 14 verpleegkundigen, 4 fysici, 1 dosimetrist, 1 kwaliteitsverantwoordelijke, 4 secretaressen. Naast de technische aspecten wordt bovendien veel aandacht besteed aan de zorgzame benadering van de kankerpatiënt. Hiervoor wordt nauw samengewerkt met de huisarts, de verwijzende specialisten en oncologische zorgteams.
Meer info & contact
Opvolging na radiotherapie Voor de opvolging na de radiotherapie, verwijzen we de patiënt terug naar de uroloog en de huisarts. De opvolging van de PSAwaarde is hierbij van belang. Dit onderzoek wordt 2x per jaar terugbetaald.
Toekomst radiotherapie AZ Sint-Maarten In het nieuwbouwziekenhuis zullen in 2018 twee gloednieuwe hoogperformante toestellen worden geïnstalleerd. Deze toestellen worden bijkomend ondersteund door performante planningsoftware en zijn onderheven aan een intensieve kwaliteitscontrole. Het geraamd investeringsbudget wat betreft radiotherapie voor de nieuwbouw bedraagt 6.5 miljoen euro.
dr. Paul Barbier radiotherapeut-oncoloog
[email protected] tel. 015 30 31 58
dr. Ans Pelgrims radiotherapeut-oncoloog
[email protected] tel. 015 30 31 52
3
De nieuwe polikliniek verwacht een dagelijkse toestroom van zo’n 1000 patiënten. Om dat in goede banen te leiden, is het enerzijds belangrijk om slim om te gaan met de beschikbare ruimte en middelen, en anderzijds om een zo hoog mogelijk comfort te creëren voor patiënten, artsen en personeelsleden. Sleutelwoorden daarbij zijn een optimale bereikbaarheid, heldere communicatie en bewegwijzering, een vlotte toegankelijkheid en respect voor privacy.
Welkom in het nieuwe ziekenhuis van AZ Sint-Maarten
Wegwijs in de polikliniek
Ambulante en gehospitaliseerde patiënten Wie vandaag onze campussen bezoekt voor een ambulante raadpleging, komt gegarandeerd gehospitaliseerde patiënten tegen. In de nieuwe polikliniek komt er een minimale vermenging tussen ambulante en gehospitaliseerde patiënten. De architectuur en de indeling van het nieuwbouwziekenhuis zijn daar maximaal op afgestemd. Ook een aparte inkom en duidelijke bewegwijzering dragen hiertoe bij.
Persoonlijke werkplek voor elke arts
Drie clusters
Aparte endoscopie-eenheid
Om de dagelijkse patiëntenstroom naar een
Bepaalde ambulante raadplegingen zullen
aanvaardbare, menselijke schaal terug te
buiten de polikliniek gebeuren. Zo worden
brengen, wordt de polikliniek opgedeeld in
patiënten die voor een gastro-enterologisch
drie clusters. Elke cluster bestaat uit een lo-
onderzoek komen, verwezen naar de aparte
gische bundeling van een aantal medische
endoscopie-eenheid. Hier gebeuren de en-
disciplines. Per cluster worden de nodige
doscopieën van de diensten gastro-entero-
raadplegingsruimtes,
logie en pneumologie. Er is een directe ver-
medisch-technische
lokalen en wachtzalen voorzien. Ze liggen
binding
met
het
operatiekwartier,
dichtbij elkaar en zijn handig ingedeeld. Bo-
dagziekenhuis, de medische straat en de
vendien beschikt elke cluster over een apart
zorgboulevard. Er zijn twee typen endosco-
onthaal en secretariaat.
piezalen: standaard en therapeutisch. In die laatste is er mogelijkheid tot anesthesie. In totaal komen er vier endoscopiezalen.
4
het
Welbevinden en privacy van de patiënt, maar ook kwaliteit van zorg waren belangrijke uitgangspunten in het ontwerp van de polikliniek. Zo zijn de raadplegingslokalen van de polikliniek exclusief voor patiëntencontacten gereserveerd. Artsen kunnen ze niet meer als hun bureau gebruiken, wat nu wel vaak gebeurt. Ze krijgen elders in het ziekenhuis hun persoonlijke werkplek. De meeste artsen kunnen hun onderzoeken doen in de standaardraadplegingsruimtes. Daarnaast zijn er een aantal specialistische lokalen met apparatuur op maat. Dit is bijvoorbeeld het geval voor neus-keel-oor en oftalmologie. De betrokken artsen kunnen onderling wisselen van lokaal. Die flexibiliteit is nodig om de grote toestroom van patiënten te kunnen opvangen.
De policlusters doorgelicht
Vinger aan de pols
De toekomst is elektronisch
Patiënten kwaliteitsvolle zorg bieden, is teamwork. De nieuwe polikliniek speelt daar handig op in door qua indeling een vlotte samenwerking mogelijk te maken tussen artsen, verpleegkundigen en secretariaatsmedewerkers. Zo is de frontoffice van het medisch secretariaat het centrale aanspreekpunt van elke policluster. Patiënten komen er automatisch eerst langs. Bovendien zal elk secretariaatsteam zich kunnen specialiseren in de medische disciplines van zijn cluster. Dat gebeurt vandaag ook al, maar in de nieuwe polikliniek zal dat nog beter lukken, omdat iedereen fysiek samenzit en dus bijna letterlijk de vinger aan de pols kan houden.
Een papierloze toekomst. In het nieuwe ziekenhuis zijn er geen papieren dossiers meer en dus nauwelijks archiefruimte of dossierkasten. Het vereist een compleet andere manier van werken. Maar het grote voordeel is dat er meer aan efficiëntie zal gewonnen worden. Er wordt immers minder tijd gestoken in omslachtig papierwerk. Daardoor kan er meer tijd gaan naar zorg en persoonlijke aandacht voor de patiënt.
Cluster 1 Cardiologie, pneumologie, diabetescentrum, reumatologie, nefrologie, vaat- en thoraxheelkunde, geriatrie, diëtetiek Raadplegingsruimtes: 20 Medisch-technische ruimtes: 8 Cluster 2 Orthopedie, handchirurgie, neurochirurgie, algemene heelkunde, psychiatrie, neurologie, oftalmologie Raadplegingsruimtes: 21 Medisch-technische ruimtes: 8 Cluster 3 Gynaecologie, pediatrie, urologie, NKO, dermatologie, plastische heelkunde Raadplegingsruimtes: 22 Medisch-technische ruimtes: 3
polikliniek cluster 3
polikliniek cluster 2
polikliniek cluster 1
zorgboulevard
Bekijk de 3D-animatie van de nieuwe polikliniek rechtstreeks door deze QR-code te scannen via smartphone/ tablet
Duffel-Lier Liersesteenweg centrum
niveau 0
HOOFDINGANG
N
of door te surfen naar www.azsintmaarten.be/nieuwbouw > 3D animatie In de volgende editie lichten we graag een tipje van de sluier van de heelkundige en inwendige afdelingen in ons nieuwe ziekenhuis.
Sint-Katelijne-Waver R6 E19
Raadplegingen buiten clusters 1-2-3 Gastro-enterologie (endoscopie-eenheid) Radiotherapie (RT-eenheid), oncologie Fysische geneeskunde (eenheid fysische geneeskunde en revalidatie) MKA en kindertandheelkunde (verbonden aan de behandelruimtes MKA) Pijnkliniek Geriatrie (geriatrisch dagziekenhuis)
5
Sinds midden september 2015 heeft AZ Sint-Maarten er een nieuw en uniek zorgaanbod bij. Met de aanwerving van dr. Guido Giacalone, chirurg met bijzondere bekwaming in de lymfevaatheelkunde kunnen patiënten met lymfoedeem doeltreffend geholpen worden. In een eerste fase door personalisatie van manuele lymfedrainage, gebaseerd op resultaten van lymfeweg-mapping. In tweede fase, wanneer blijkt dat deze conservatieve behandelingsmethode onvoldoende respons geeft, kan geopteerd worden voor een lymfe-veneuze overbrugging. Dit gebeurt door microchirurgie diep in de huid.
Supra-microchirurgie
Innovatieve en unieke behandeling van lymfoedeem
Primair en secundair lymfoedeem Lymfoedeem is een chronische aandoening waarbij het evenwicht tussen aanmaak en afvoer van lymfe verstoord is. Het lymfevocht hoopt zich op, wat resulteert in een opgezwollen lidmaat. Lymfoedeem kan zowel aangeboren (primair lymfoedeem) als verworven (secundair lymfoedeem) zijn. Bij primair lymfoedeem manifesteren de symptomen zich meestal pas op latere leeftijd. Door onvoldoende aanleg of niet goed functioneren van de lymfevaten ter plaatse, ontstaat er een ophoping van lymfevocht. Dit kan uitgelokt worden door een trauma of infectie. Deze aangeboren vorm is slechts in mindere mate reeds zichtbaar onmiddellijk na de geboorte. Deze aanlegstoornissen van de lymfewegen komen bovendien vaak familiaal voor. De meest frequente oorzaken van secundair lymfoedeem zijn oncologische heelkunde, bestraling maar ook orthopedische ingrepen en uitgebreide vasculaire chirurgie kunnen aan de oorsprong liggen. Lymfoedeem kan ingrijpende gevolgen hebben. Het opgehoopte lymfevocht leidt niet alleen tot zwellingen maar het kan ook de beweeglijkheid van gewrichten beperken, met pijn als gevolg. Zonder behandeling kan
6
het lymfoedeem toenemen, alsook het gevaar op recidiverende infecties (met multiresistente bacteriën) en fibrosevorming, wat een onomkeerbaar proces is. Naast deze fysieke aspecten, is ook de enorme impact op psychisch en sociaal gebied niet te onderschatten.
Diagnostiek, onderzoeken en behandelingsmethode Naast een uitgebreide anamnese wordt, bij het beoordelen van lymfoedeem, gebruik gemaakt van de klinische classificatie. Vervolgens wordt ook nagegaan of er eventuele co-existente veneuze pathologie aanwezig is. Uiteraard dienen andere oorzaken van oedeem uitgesloten te worden: onderliggende neoplasie, renaal- of cardiaal lijden, lipoedeem, infecties,… Aanvullende onderzoeken bestaan uit echografie, SPECT-CT of MRI. Aan de hand van deze onderzoeken kunnen we enerzijds een andere pathologie uitsluiten. Anderzijds kunnen we er de uitgebreidheid van het lymfoedeem mee bevestigen. De ‘gouden standaard’ wat betreft diagnostiek van lymfoedeem echter is lymfescintigrafie. Tijdens dit onderzoek worden partikels geïnjecteerd die enkel en alleen door de lym-
fewegen worden opgenomen. Lymfescintigrafie geeft zo een volledig beeld van de werking van de lymfewegen. De aanwezigheid van collateralen kan bepaald worden, alsook de aan- of afwezigheid van lymfeklieren. Conservatieve therapie onder de vorm van manuele lymfedrainage, eventueel in combinatie met compressietherapie, is de hoeksteen van de behandeling van lymfoedeem. Deze techniek kan echter enkel de progressie van de aandoening afremmen en leidt op lange termijn zelden tot een bevredigend resultaat. Wanneer conservatieve behandelingsmethoden onvoldoende resultaat opleveren, kan een heelkundige interventie overwogen worden.
Diagnostiek en chirurgische behandeling van lymfoedeem in AZ Sint-Maarten Momenteel zijn er slechts enkele centra die een chirurgische behandeling van lymfoedeem aanbieden, waarbij ieder centrum een andere techniek gebruikt. Bovendien is niet elke techniek toepasbaar bij alle vormen van lymfoedeem. Spijtig genoeg zijn patiënten en soms ook huisartsen niet altijd voldoende geïnformeerd over de laatste ontwikkelingen in zowel conservatieve als heelkundige behandeling van
Indien maximale conservatieve behandeling onvoldoende effect heeft, kan in geïndiceerde gevallen worden overgegaan tot lymfatische supra-microchirurgie. Het aanleggen van een lymfe-veneuze of lymfe-lymfatische shunt biedt immers een causale aanpak van het probleem. Door het aanleggen van een verbinding tussen bloedvat en lymfeweg resulterend in een lymfeveneuze shunt wordt de lymfestroom hersteld. Afhankelijk van de uitgebreidheid van het lymfoedeem, wordt de indicatie tot het aanleggen van 1 of meerdere shunts gesteld. Het resultaat is al na enkele dagen zichtbaar: er treedt een vermindering op van de omtrek van het lidmaat. Ook het gevoel van spanning en zwaarte in het lidmaat, als gevolg van opgehoopt vocht, verdwijnt snel en de functionaliteit van het lidmaat neemt weer toe. De kans op infecties (recidiverende episodes van erysipelas met multiresistente bacteriën) na de behandeling neemt af.
Met behulp van de meest gesofisticeerde microscopen kunnen lymfe-veneuze shunts zelfs met een diameter kleiner dan 0.5 mm worden aangelegd.
lymfoedeem. Hierdoor worden patiënten nog te vaak behandeld met levenslange conservatieve therapie, met vaak teleurstellende resultaten en met een hoge kost voor patiënt en maatschappij als gevolg. Daarbij komt dat de beste resultaten bekomen worden indien de patiënt in een vroeg stadium, dus voor recidiverende erysipelas en fibrosering optreedt, behandeld wordt.
lymfewegen alsook dat van de collateralen in het aangetaste lidmaat gevisualiseerd. Dit onderzoek werd door dr. Giacalone verfijnd zodat waardevolle informatie verkregen wordt voor de chirurg maar ook voor de behandelende kinesitherapeut. Naast de hierboven vermelde onderzoeken, zal het lymfoedeem ook geëvalueerd worden met behulp van nieuwe onderzoeksmethoden.
Tot op heden kan lymfoedeem nog niet genezen worden, maar dankzij microchirurgische interventie kan de levenskwaliteit wel aanzienlijk verbeterd worden.
Wat betreft de behandeling, wordt in eerste instantie de conservatieve behandeling geoptimaliseerd. De methode van de manuele lymfedrainage wordt aangepast en gepersonaliseerd aan de hand van de resultaten van de lymfemapping, die de anatomie van het lymfesysteem van de patiënt blootlegt. Naast het doorvoeren van maximale manuele lymfedrainage, wordt er ook aandacht besteed aan gepersonaliseerde steunkousen of -mouwen. Gemotiveerde kinesitherapeuten en een bandagiste, beiden met ruime ervaring in de lymfoedeem-problematiek, staan ter beschikking van de patiënt.
Patiënten met lymfoedeem kunnen terecht in AZ Sint-Maarten voor zowel diagnostiek als behandeling. Wat betreft de diagnostiek, zal aanvullend een lymfe-fluorescentie onderzoek - ook wel lymfemapping genoemd worden uitgevoerd. Dit dynamische onderzoek zal de nog doorgankelijke lymfewegen aangeven via een geïnjecteerde fluorescente stof. In real-time wordt het patroon van de
Ook al heeft deze behandelingsvorm zijn klinische en wetenschappelijke efficiëntie bewezen, toch wordt het slechts in enkele centra uitgevoerd. Dit omwille van het arbeidsintensieve karakter (een ingreep duurt verschillende uren), het beperkte aantal chirurgen gespecialiseerd in dit vakdomein en omwille van de nood aan hoog-technologische toestellen. Dr. Guido Giacalone, vasculair chirurg van opleiding heeft zich gespecialiseerd in de behandeling van lymfoedeem en heeft met meer dan 1400 succesvol uitgevoerde ingrepen in de voorbije 9 jaren dan ook een uitgebreide expertise in de supra-microchirurgie. Coverfoto: vlnr. Baoqi Su (verpleegkundige operatiekwartier), dr. Guido Giacalone (lymfechirurgie), dr. Rudiger Wets (anesthesie)
Meer info & contact
dr. Guido Giacalone tel. 015 30 51 47
Afspraken tel. 015 30 30 03 7
Op de dienst orthopedie komen vaak kinderen op consultatie die niet meer willen of kunnen stappen door pijn in het been. In onderstaande casus is een epifysiolyse van de heupkop de oorzaak van de pijn. Om de juiste diagnose te kunnen stellen is het belangrijk om de symptomen die soms vaag kunnen zijn, te herkennen zodat de juiste vervolgonderzoeken kunnen aangevraagd worden.
Praktijkcasus orthopedie
Een kind dat niet meer wil stappen
Casus Op de raadpleging zien we een jongen van 13 jaar oud met pijn in het linker bovenbeen, dit sedert zes weken. Hij is niet gevallen en de pijn is progressief begonnen zonder acuut moment. Door de pijn is steunen en stappen moeilijk tot onmogelijk. In rust en ‘s nachts gaat het beter maar enige last blijft behouden. De jongen is reeds elders op consultatie geweest bij een arts om zijn klacht te bespreken. Er werd een röntgenfo-
to van de heup gemaakt waarop geen afwijkingen te zien waren. Zonder duidelijke diagnose werd een afwachtend beleid ingesteld. De klachten blijven echter aanhouden en de huisarts verwijst door naar de dienst orthopedie.
Diagnostiek en behandeling van de casus Bij klinisch onderzoek zien we een jongen met een beperkt bovengemiddeld gewicht
die niet op zijn linkerbeen kan steunen bij het stappen. De mobiliteit en stabiliteit van de knie en de enkel is goed. Er is geen duidelijke zwelling waarneembaar. De extensie van de heup is goed maar flexie is beperkt tot 90 graden en pijnlijk. Rotaties zijn eveneens pijnlijk en het valt op dat de exorotatie van de heup groter is dan aan de andere kant en de endorotatie kleiner dan contralateraal. De röntgenfoto van het bekken anteroposterieur laat geen afwijking zien maar de Lauensteinopname, ook wel kikvorsopname genoemd, laat ter hoogte van de proximale groeischijf, een afschuiving van de heupkop naar posteromediaal zien. De diagnose van epifysiolyse wordt hiermee bevestigd en de behandeling wordt met de patiënt en zijn ouders besproken. Met behulp van een schroef wordt de heupkop gefixeerd aan de rest van het femur. Aan de contralaterale kant wordt preventief hetzelfde gedaan in dezelfde operatiesessie. Gangrevalidatie met een steunverbod van 6 weken voor het aangedane linkerbeen wordt gestart waarna de patiënt progressief weer kan herstarten met belasten tot normaal.
Standaard bekken AP opname postoperatief laat geen afwijking thv de epifysie zien. Stabilisatie door schroeven.
8
Lauensteinopname postoperatief. Hierop is te zien dat de linkerepifyse licht afgegleden is. Stabilisatie door schroeven.
Epifysiolyse: discussie De incidentie van epifysiolyse van de heupkop bedraag ongeveer 1 op 100.000 bij blanke meisjes, 1 op 1000 bij blanke jongens en 1 op 400 bij jongens van het negroïde ras. De leeftijd van patiënten op het moment van diagnose ligt tussen 12 en 14 jaar en bovengemiddeld gewicht is een risicofactor. Ook endocriene afwijkingen zoals hypothyreoïdie en hyperparathyreoïdie zijn als risicofactor gerapporteerd, evenals een autosomaal dominante genetische component met variabele penetrantie. Gezien deze risicofactoren niet enkel aan een enkele kant werken maar bilateraal, zal in 34 tot 61 % van de gevallen de contralaterale kant ook afschuiven. De pathofysiologische grondslag van de aandoening is een combinatie van een mechanisch inwerkende kracht op een biochemisch “zwakke” plek ter hoogte van de proximale groeischijf van het femur. Klinisch presenteren de patiënten zich met last in het been, al dan niet met het onvermogen om te steunen. Soms zit de pijn duidelijk in de heupregio maar patiënten ervaren soms enkel pijn in de knie.
Er zijn drie vormen beschreven: de chronische, waarbij de klachten meer dan 3 weken aanwezig zijn, de acute, waarbij de klachten minder dan 3 weken aanwezig zijn en de acute-on-chronische waarbij de klachten langer aanwezig zijn maar plots toenemen. Bij klinisch onderzoek zijn de bewegingen in de heup beperkt en pijnlijk en met name endorotatie is minder ten opzichte van de andere kant. Exorotatie is toegenomen. Vaak is er een mankende gang waarbij het aangedane been preferentieel ontlast wordt of er is een onvermogen om te stappen. Als er een onvermogen om te steunen is, verhoogt het risico op latere problemen. Als aanvullend onderzoek is de Lauenstein röntgenopname de meest geschikte. Deze opname wordt ook wel de kikvorsopname genoemd omdat de benen naar buiten gehouden worden tijdens het maken van het beeld. In deze positie kan het best beoordeeld worden of de heupkop afgegleden is omdat deze naar posteromediaal afglijdt en de röntgenstralen het best projecteren in deze positie.
De behandeling bestaat uit het fixeren van de heupkop met een schroef zodat verder afglijden niet meer mogelijk is. Het is niet aangewezen, zeker niet in de chronische gevallen om een repositie te verrichten aangezien de vascularisatie van de heupkop door de groeischijf gaat en een repositie, de nog resterende vaten zou kunnen beschadigen. Om dezelfde reden is het verstandig om de operatie relatief snel uit te voeren en de patiënt niet te laten steunen op het been vanaf het moment van diagnose. Gezien het risico op identieke problemen contralateraal aanwezig is, wordt preferentieel de andere kant preventief ook gestabiliseerd met een schroef. Het niet behandelen van de aandoening vergroot het risico op vroegtijdige artrose van de heup als gevolg van de veranderde anatomie van de heup en bloedvoorzieningsproblematiek.
Conclusie De aandoening epifysiolyse van de heup moet in het achterhoofd zitten als jonge tieners pijn hebben in een been of niet meer kunnen stappen, zeker als het jongens met bovengemiddeld gewicht zijn. Als aan deze aandoening gedacht wordt volstaat een standaard röntgenbeeld van de heup niet. Het preferentieel aan te vragen onderzoek is een Lauensteinopname. Snelle doorverwijzing en steunverbod vanaf het moment van diagnose zijn belangrijke parameters voor het resultaat van de behandeling.
Meer info & contact
dr. Bart Kerens orthopedist
campus Leopoldstraat tel. 015 40 95 75 campus Rooienberg tel. 015 30 30 03
9
De dienst medische beeldvorming is een van de drukst bezochte diensten van ons ziekenhuis. Dagelijks komen er zo’n 500 patiënten over de vloer om gebruik te maken van het zeer uitgebreide aanbod aan diagnostische onderzoeken, gaande van conventionele radiologie over echografie en CT tot NMR en hybride beeldvorming met SPECT CT.
Kwaliteitsopvolging binnen AZ Sint-Maarten
Medische beeldvorming Om al deze patiënten een zo goed mogelijke zorg te garanderen, gebeuren er op regelmatige basis kwaliteitscontroles. Dit zijn zowel technische controles, preventieve onderhoudsbeurten van de apparatuur enz. Maar ook controles ter bevordering van de medische en paramedische kwaliteit. Naast de wettelijk verplichte initiatieven waaronder de continue opleidingen voor alle verpleegkundigen, technisch laboranten en artsen omtrent radioprotectie, worden ook bijscholingen georganiseerd en studies opgezet. Bovendien neemt de dienst medische beeldvorming regelmatig deel aan nationale en internationale congressen. Dat deze niet onopgemerkt voorbij gaan, bewijzen de wetenschappelijke prijzen die regelmatig in de wacht worden gesleept. De laatste wetenschappelijk prijs werd afgelopen juni in de wacht gesleept. Tijdens het jaarlijkse congres van de European Society musculoSkeletal Radiology (ESSR) in York (UK), won de dienst de prijs voor de beste educatieve poster “Tendon pathologies at the elbow”.
Toelichting Het ellebooggewricht komt in tegenstelling tot de andere grote gewrichten (schouder, heup en knie) minder aan bod in de radiologische literatuur. Toch zijn tendinopathieën van het ellebooggewricht niet onfrequent in de dagelijkse praktijk, denk maar aan de tenniselleboog (“epicondylitis radialis humeri”). Een zorgvuldig uitgevoerd klinisch onderzoek vormt de basis voor het richten van de beeldvorming om de anatomische lokalisatie
10
van het letsel te bepalen. Het laterale (figuur) en mediale compartiment (respectievelijk laterale en mediale epicondylitis) zijn het meest aangetast en lenen zich uitstekend voor een echografisch onderzoek (gecombineerd met een powerdoppler en elastografie) ter bevestiging van tendinopathie. Aantasting van het posterior compartiment (triceps tendinopathie) is zeldzamer. Voor het onderzoek van het anterior compartiment (tendinopathie en scheuren van de distale biceps) is een echografisch onderzoek vaak moeilijker wegens het complex verloop van de distale bicepspees en is MRI met de arm in een speciale houding nl. de zogenaamde Flexion ABduction Supination (FABS) vaak aangewezen. De volledige inhoud van de poster kan geraadpleegd worden op http://dx.doi.org/10.1594/essr2015/P-0072 Auteurs: Milan Vansevenant, J. De Roeck, F.M. Vanhoenacker.
Echografisch beeld van een “tenniselleboog” Lengtedoorsnede (A, C) en dwarse doorsnede (B). De aanhechting van de extensorpees aan de laterale epicondylus is hypoechogeen. Er is een verhoogd power Doppler signaal wijzend op hyperemie (rode kleur in figuur B). Op de kleurenmap van de elastografie (linker beeld in figuur C) vertoont de hypoechogene zone van tendinosis een verhoogde samendrukbaarheid (rode kleur) ten opzichte van normaal peesweefsel (blauwe kleur).
Contact dr. Gunther De Praeter diensthoofd medische beeldvorming tel. 015 40 97 58
prof. dr. Filip Vanhoenacker tel. 015 30 30 40
Kort nieuws
Online afsprakenbeheer voor patiënten cardiologie
AGENDA Zwangerschapsbeurzen Campus Zwartzustersvest, Rode vergaderzaal (gelijkvloers) Maandag 9 november 2015 Maandag 1 februari 2016 doorlopend van 19u tot 21u Campus Rooienberg, afdeling Materniteit (4de verdieping) Dinsdag 17 november 2015 Dinsdag 12 januari 2016 Dinsdag 8 maart 2016 doorlopend van 19u tot 21u
Infoavond Oncoreva Sinds 20 augustus 2015 kunnen patiënten cardiologie zelf hun afspraak online beheren. Aan de hand van een internetapplicatie kunnen ze nl. via hun computer thuis zelf een afspraak maken, controleren, verplaatsen en annuleren. Bij het maken van een afspraak zal de patiënt door middel van vraag en antwoord geleid worden naar een correcte afspraak. Binnenkort zullen ook patiënten voor gastro-enterologie, neurologie en pneumologie hun afspraak online kunnen beheren.
Kort nieuws
Volg AZ Sint-Maarten op sociale media Onlangs maakte AZ Sint-Maarten een (door)start op sociale media. Via onze bedrijfspagina’s op Facebook, Twitter en LinkedIn plaatsen we regelmatig updates met daarin het laatste nieuws over ons zorgaanbod, onze artsen, activiteiten en vacatures. Wilt u ook op de hoogte blijven? Volg, like of maak dan een connectie met AZ Sint-Maarten via onderstaande pagina’s: Facebook: www.facebook.com/azsintmaarten Twitter: www.twitter.com/azsintmaarten LinkedIn: www.linkedin.com/company/az-sint-maarten
Donderdag 19 november 2015 - 19u Congrescentrum De Kleiput, Duffel
Symposium Stabiliteit in de orthopedie Zaterdag 28 november 2015 - 8u30 Elewijt Center, Elewijt-Zemst,
Symposium Nieuw in de oncologie & radiotherapie anno 2016 Zaterdag 27 februari 2016 - 9u30 Congrescentrum De Kleiput, Duffel
Symposium pneumologie Zaterdag 19 maart 2016 Congrescentrum De Kleiput, Duffel (meer info volgt)
OP PENSIOEN
dr. Freddy Hellinckx Psychiater Campus Leopoldstraat en Zwartzustersvest
11
EVEN VOORSTELLEN Jan Moens Anesthesist - Intensivist Werkzaam op campus Rooienberg Bereikbaar op 015 30 51 44 Teamleden: dr. Liesbeth Batens, dr. Marc Beckers, dr. Jean-Marie Bolle, dr. Marleen De Sommer, dr. Greet Drijvers, dr. Hilde Lemmens, dr. Joris Liesmons, dr. Max Malcorps, dr. Luc Mariën, dr. Maria Mattheussen, dr. Karin Nobels, dr. Goedele Notelé, dr. Wim Pauwels, dr. Kristine Stessel, dr. Els Stevens, dr. Ingeborg Vanderstappen, dr. Rudiger Wets
Colofon
Ontvangt u deze Check-up graag per mail, laat het ons dan weten:
[email protected]
Eindredactie: dr. Erwin Schroyens
EVEN VOORSTELLEN Wim Pauwels Anesthesist - Intensivist Werkzaam op campus Rooienberg Bereikbaar op 015 30 51 43 Teamleden: dr. Liesbeth Batens, dr. Marc Beckers, dr. Jean-Marie Bolle, dr. Marleen De Sommer, dr. Greet Drijvers, dr. Hilde Lemmens, dr. Joris Liesmons, dr. Max Malcorps, dr. Luc Mariën, dr. Maria Mattheussen, dr. Karin Nobels, dr. Goedele Notelé, dr. Jan Moens, dr. Kristine Stessel, dr. Els Stevens, dr. Ingeborg Vanderstappen, dr. Rudiger Wets
EVEN VOORSTELLEN Guido Giacalone Lymfechirurgie Werkzaam op campus Rooienberg en Zwartzustersvest Bereikbaar op 015 30 51 47
EVEN VOORSTELLEN
Vragen bij deze nieuwsbrief? communicatiedienst Leopoldstraat 2 - 2800 Mechelen 015 40 96 61
[email protected] Vragen-opmerkingen-suggesties over de zorgverlening of diensten: mail naar
[email protected] Vragen over elektronische berichtenstroom: mail naar
[email protected]
AZ Sint-Maarten overkoepelt 3 campussen Campus Leopoldstraat Leopoldstraat 2, 2800 Mechelen
Karin leunen Gynaecologie - oncologie - senelogie Werkzaam op campus Rooienberg en Zwartzustersvest Bereikbaar op 015 29 61 74 Teamleden: dr. Walter Aertsens, dr. Patrick Berteloot, dr. An Boeckxstaens, dr. Lieve Clabout, dr. Frederik Persyn, dr. Anke Roels, dr. Paul Schoofs, dr. Erwin Schroyens, dr. Katja Van Houdenhoven, dr. Frieda Vankelecom, dr. Ingrid Wittevronghel
Wetenschappelijke publicaties Tendon patholgies at the elbow ESSR 2015 (conference paper) (P3) - Poster P-0072 M. Vansevenant, F. M. Vanhoenacker, J. De Roeck DOI: 10.1594/essr2015/P-0072 DOI-Link: http://dx.doi.org/10.1594/essr2015/P-0072 Epidural metastatic melanoma - (2015, Jul 10). (A3) B Peters, R Peters , G. De Praeter, F. M. Vanhoenacker Eurorad: radiological case database-issn 1563-4086-(2015), p. 1-11 www.eurorad.org/case.php?id=12851 DOI: 10.1594/EURORAD/CASE.12851 Post-traumatic osteoid osteoma in an 18-year-old adolescent E Vancamp, F. M. Vanhoenacker, G Vanderschueren. BJR case reports-issn 2055-7159-(2015),p. 1-3 DOI: http://dx.doi.org/10.1259/bjrcr.20150141 Pijnlijke laterale gewrichtsspleet bij een 9-jarig meisje Abdellatif Bali, F. M. Vanhoenacker, Michiel Eyselbergs, Kris Van Crombrugge, Jan M.L. Bosmans Ortho-rheumato-issn 1379-8928-13(2015),p. 28-30 Stafne Bone Cavity D.A. Schaerlaken, M. Dom, J. Hintjens, K. Chapelle, S. Dekeyzer, F.M. Vanhoenacker JBR-BTR-issn 1780-2393-98(2015),p. 137-138 Perineal dermoid cyst S. Woussen, A. De Backer, F.M. Vanhoenacker Eurorad: radiological case database-issn 1563-4086-(2015),p. 1-6 DOI: 10.1594/EURORAD/CASE.12843 Rupture of an ovarian teratoma Julie De Beule, C. Petré, L. Verheyen, P. Berteloot, F.M. Vanhoenacker
12
Eurorad: radiological case database-issn 1563-4086-(2015),p. 1-6 DOI: 10.1594/EURORAD/CASE.12917 Soft Tissue Tumors about the Shoulder F.M. Vanhoenacker, K. Verstraete Seminars in musculoskeletal radiology-issn 1089-786019(2015),p. 284-299 Imaging Findings of the Distal Radio-Ulnar Joint in Trauma M. Mespreuve, F.M. Vanhoenacker, K. Verstraete Journal of the Belgian Society of Radiology, 99(1), pp. 1–20 DOI: http://dx.doi.org/10.5334/jbr-btr.846 Half-Moon Shaped Morel-Lavallée of the Knee M.T. El-Essawy, F.M. Vanhoenacker Lesion of the Knee. Journal of the Belgian Society of Radiology, 99(1), pp. 103–104 DOI: http://dx.doi.org/10.5334/jbr-btr.837 Tophaceous Gout of the Extensor Mechanism of the Knee M. Vansevenant, F.M. Vanhoenacker, F. Catry Journal of the Belgian Society of Radiology, 99(1), pp. 93–94 DOI: http://dx.doi.org/10.5334/jbr-btr.861
Campus Rooienberg Rooienberg 25, 2570 Duffel Campus Zwartzustersvest Zwartzustersvest 47, 2800 Mechelen Centrale inlichtingen: 015 29 66 66
AZ Sint-Maarten maakt deel uit van de vzw Emmaüs.
Deze nieuwsbrief zenden wij u toe op basis van uw persoonlijke gegevens zoals opgenomen in onze bestanden. Het AZ Sint-Maarten respecteert uw privacy en we behandelen uw persoonsgegevens dan ook strikt vertrouwelijk en met de grootste omzichtigheid. Overeenkomstig de wet van 8 december 1992 betreffende de verwerking van persoonsgegevens kan u uw gegevens inkijken, verbeteren of verwijderen.
De volledige en meest recente publicatiegegevens zijn terug te vinden op onze website www.azsintmaarten.be onder de rubriek professionals > publicaties
ALG
CMYK Grijs = 0 - 0 - 0 - 45 Groen = 100 - 0 - 30 - 7