SuperSTORIES
DIDACTISCHE MAP 07.02.09 – 10.05.09 2de triënnale voor beeldende kunst, mode en design Hasselt
Inleiding Voorstelling van het project 03 Voorbereiding in de klas 04 Bezoek aan de tentoonstelling 05 After – expo moment in de klas 06 Tot slot 07 Bijlage: Eindtermen 08 Contact 09 Partners 10 MAP 01
#
02
# # # # # # # # #
#01 — Inleiding Fijn dat jullie met heel de klas afzakken naar SuperStories! Dit is een uitgelezen kans om in groep kennis te maken met alle facetten van actuele beeldende kunst, inclusief mode en design. Met ‘kennismaken’ bedoelen we zoveel meer dan enkel inhoudelijk informatie meegeven. Onze opzet is er vooral op gericht de leerlingen een ruimdenkende kijk op de verschillende disciplines aan te reiken, de leerlingen leren kijken. Een ervaren gids zal de leerlingen tijdens een interactief bezoek begeleiden. Zo leren de leerlingen betekenisvol naar kunst te kijken. Achteraf kan men met de klas een aansluitende workshop volgen. Aan de hand van audiovisuele beelden, kunstwerken, mode en design worden de leerlingen gestimuleerd het verhaal achter de bestaande kunstwerken te zoeken. Want een kunstwerk geeft zijn ’verhalen’ of ‘SuperStories’ pas prijs als er een actie van een toeschouwer tegenover staat. Speciaal voor deze editie is er ook een kijkwijzer ontworpen. Deze kijkwijzer in boekvorm zal als leidraad dienen tijdens de rondleiding en workshop en bovenal fungeren als werkinstrument voor de naverwerking in de klas. In deze didactische map krijgen jullie alvast heel wat tips mee als ondersteuning om in de klas aan de slag te gaan, dit ter voorbereiding van het educatieve programma en ter verdieping nadien. Jullie rol is de leerlingen nieuwsgierig te maken voor het bezoek aan de tentoonstelling alsook een goed onderbouwde naverwerking aan te bieden. Veel succes!
03
#02 — Voorstelling van het project Na het succes van de eerste ‘Super’ in 2005, vindt van 7 februari tot en met 10 mei 2009 in de stad Hasselt de 2de ‘Triënnale voor beeldende kunst, mode en design’ plaats onder de titel ‘SuperStories’. Nationale en internationale kunstenaars, gevestigde waarden en onontgonnen talent uit verschillende kunstdisciplines slaan de handen wederom in elkaar en verspreiden zich over de stad, onder de artistieke leiding van curator Koos Flinterman. ‘Het verhaal’ als thema in ‘SuperStories’ in de wereld van vandaag. Onze cultuur is steeds meer in beweging en onderhevig aan veranderingen. Alles evolueert razendsnel. We worden dagelijks overspoeld door ontelbare indrukken. Technologieën maken onze omgeving nog chaotischer en ingewikkelder. De verhaallijn tijdens een film op televisie wordt meermaals onderbroken door reclamespots. Via games of Internet kan je virtueel op verschillende plekken tegelijk aanwezig zijn. Dagelijks worden we overspoeld met impressies. De mens heeft de neiging de afzonderlijke stukken terug aan elkaar te lijmen tot een overzichtelijk geheel. Verhalen krijgen hierdoor een desoriënterend karakter, wat leidt tot een continu proces van interpretatie en creatie. Mensen kunnen nu eenmaal gebeurtenissen gemakkelijker betekenis geven als ze in een verhaallijn zijn te plaatsen. Maar, moeten we ons niet afvragen in hoeverre de verhalen dan afwijken van de oorspronkelijke betekenis? ‘SuperStories‘ kunnen we letterlijk vertalen naar ‘superverhalen’. Tijdens de 2de editie van de triënnale staat het verhalende en de metafoor in kunst, mode en design centraal. Op een vijftal locaties, allen op wandelafstand te overbruggen, kan men een reeks boeiende tentoonstellingen bewonderen, waarbij de stad Hasselt dient als podium. Het scenario wordt in ‘SuperStories’ geschreven door verschillende auteurs Naast het verhaal van de individuele kunstwerken van de uiteenlopende deelnemers, ontstaat er ook een overkoepelend verhaal omdat de triënnale door een samenwerking tussen de kunstenaars onderling en tussen de kunstenaars en de curator tot stand is gekomen. Curator Koos Flinterman vertelt hierdoor nog een ander verhaal. Alle werken opgenomen in ‘Superstories’ worden gezien als deel van hetzelfde verhaal. De plaats en de manier van presenteren zijn van groot belang voor het verhaal. Hier komen we tijdens het bezoek aan de tentoonstelling en in de nabespreking nog op terug.
04
Voor het educatieve programma beperken wij ons tot drie locaties: Cultuurcentrum De leerlingen ontdekken tijdens een interessante educatieve rondleiding de relatie tussen kunst en digitale, audiovisuele media. In de audiovisuele werken in het cultureel centrum worden documentaire ( het waargebeurde) en fictie ( hetgeen verzonnen is) door de kunstenaars in verwarring gebracht. De installaties met projecties en beeldschermen vormen als het ware de ruimtelijke omgeving. Kunstencentrum Z33 De grens tussen beeldende kunst en design is nog nauwelijks te trekken. Design beperkt zich niet meer tot gemakkelijk, mooi en functioneel. Binnen het design communiceren ontwerpers in hun werk meer en meer door middel van verhalende elementen. Het aspect van gebruik of functionaliteit komt daarbij op de tweede plaats. De vrijheid van het creëren opent binnen het design een nieuwe wereld. Kunstencentrum Z33 brengt design in een museumruimte, waardoor een object een andere betekenis krijgt. De deelnemende kunstenaars en vormgevers worden hier zowel met elkaar als met het gebouw van Z33 geconfronteerd. Modemuseum Mode en fotografie gaan hand in hand doorheen het Modemuseum. De leerlingen krijgen inzicht in de scheidingslijn tussen fotografie en mode en in de scheidingslijn in het belang van trends en criteria. Het Modemuseum verwelkomt met de presentatie van het werk van modefotografiestudio, Inez van Lamsweerde en Vinoodh Matadin, in wisselwerking met Eugène van Lamsweerde. Daarnaast besteedt het Modemuseum aandacht aan andere sterk individueel werkende ontwerpers, jonge talenten en gevestigde waarden als Christophe Coppens en Ted Noten. Om te voorkomen dat we verdwalen in het uitgebreid aanbod, belichten wij voor het educatieve programma slechts enkele representatieve kunstenaars, verspreid over de drie cultuurhuizen. Wanneer de interesse is aangewakkerd, kan men op eigen houtje de triënnale uitvoeriger verkennen. Dienst Toerisme, in het centrum van Hasselt, vormt hierbij het centrale start- en ontmoetingspunt.
05
03 — Voorbereiding in de klas De voorbereiding van de tentoonstellingen in de klas heeft als doel het concept van ‘SuperStories’ op een speelse en creatieve manier uit te leggen aan de leerlingen. Een paar vakoverschrijdende begrippen en thema’s worden ontleed. Via een aantal creatieve opdrachten worden de leerlingen uitgedaagd om even stil te staan bij bepaalde onderwerpen en de raakpunten met hun eigen leefwereld te achterhalen. Ze worden aangespoord nieuwe linken te leggen, hun blik te verleggen, een nieuw verhaal te creëren en hierover te filosoferen. Het motiveert en stimuleert de leerlingen bovenal de tentoonstellingen te bezoeken.
#
Hieronder volgen mogelijke denk- en doe-opdrachten die als voorbereiding op het tentoonstellingsbezoek kunnen dienen. Belangrijk is om zelf uit te kiezen welke opdrachten geschikt zijn voor de leeftijd van jouw leerlingen. De leerkrachten van het 5e en 6e leerjaar van de lagere school kunnen natuurlijk ook al eens bij de opdrachten van de middelbare school kijken. De lagere school In de taalles kan je ingaan op de verschillende aspecten van een verhaal: wie is de verteller? Wat is het thema van het verhaal? Wie zijn de personages in het verhaal? ,… (aangepast aan de leerstof die de leerlingen hierover al hebben gezien!) —
Kan je dit ook toepassen op een schilderij? Toon een afbeelding van een modern schilderij (best geen abstract!). Wie is hier de verteller van het verhaal? Zijn er personages in dit verhaal? Kan je het thema raden?
Om het thema ‘verhalen’ iets concreter te maken, kan je de volgende doe-opdrachten hierbij uitvoeren: — — —
Laat de leerlingen een bol wol naar elkaar werpen waarbij telkens het uiteinde wordt vastgehouden. Wanneer een leerling de wol in handen heeft, mag hij/zij verdergaan op het gefantaseerde verhaal van de voorganger. Zo ontstaat er een nieuw verhaal in de klas waaraan ieder zijn steentje heeft bijgedragen. Ga na of de leerlingen het vervelend vonden dat hun idee of het verhaal telkens moest wijken voor de ingeving van de ander. Zou een kunstenaar het vervelend vinden dat zijn verhaal of de betekenis van zijn kunstwerk anders begrepen wordt?
06
— — — —
Ga met de leerlingen in een kring zitten. De leerling die langs de leerkracht zit, krijgt door de leerkracht een kort tekstje (van 2 à 3 zinnen) ingefluisterd. De leerling moet dit tekstje in het oor van zijn/haar buur fluisteren en zo ga je de kring rond. De leerling die aan de andere kant van de leerkracht zit, komt zo als laatste aan de beurt. Deze leerling moet nu hardop vertellen wat hij/zij zojuist ingefluisterd kreeg. Komt dit verhaaltje nog overeen met het oorspronkelijke verhaal? Als mensen verhalen vertellen, zouden die dan altijd juist verder verteld worden? Wat kan ervoor zorgen dat verhalen vervormd worden? (bijvoorbeeld: de luisteraar heeft het verhaal niet goed begrepen en vertelt het fout verder – hoe langer de luisteraar wacht met het verhaal te vertellen, hoe meer hij hiervan vergeet - … )
— — — —
Knip een afbeelding of een titel van een gebeurtenis uit de krant. Laat de leerlingen hierbij hun eigen verhaal vertellen. Wordt in de krant hetzelfde verhaal verteld? Als je verschillende kranten vergelijkt: wordt het verhaal in elke krant hetzelfde verteld? Lijken de foto’s bij deze gebeurtenis ook op elkaar? Als je op 1 april een krant leest, zou je dan alles geloven?
De middelbare school Om te beginnen is het interessant om eens te peilen naar de plaats die leerlingen aan verhalen geven in de moderne maatschappij. — — — —
We worden blootgesteld aan invloeden van overal: we krijgen informatie van over de hele wereld, vanuit verschillende standpunten, … Kunnen we nog selecteren? Gaan we eigen verhalen verzinnen door details willekeurig met elkaar te verbinden? Heeft ieder zo zijn eigen waarheid? Kunnen we dan nog wel goed met elkaar communiceren? Hebben verhalen in onze maatschappij nog belang?
— Als leerkracht kan je dit, met enige ondersteuning, uitbouwen tot een meer filosofisch gesprek.
07
In de lessen Nederlands kan het volgende aan bod komen: — Wat zijn de verschillende aspecten die bij een verhaal aan bod komen? (vertelper spectief, personages, verloop, spanning, thema, ruimte, …) — Kan je al deze elementen ook toepassen op kunst? Dit kan je eventueel illustreren met een voorbeeld! Toon een afbeelding van een modern schilderij (best geen abstract!). Wie is hier de verteller van het verhaal? Zijn er personages in dit verhaal? Kan je het thema raden?, Is de ruimte waar een werk hangt belangrijk?, Kan je in een kunstwerk ook spanning opbouwen?; … — Is kunst volgens jullie een goede manier om een verhaal te vertellen? Waarom (niet)? — eventueel wat sturende vraagjes: — Is het verhaal dat achter een kunstwerk schuilt, altijd meteen duidelijk? — Zou iedereen het verhaal van een kunstwerk op eenzelfde manier interpreteren? — Verandert het verhaal van een kunstwerk als dit werk in een andere ruimte wordt gehangen? — … —
In verhalen komen vaak metaforen en associaties voor. Speel hier op in met de volgende opdrachten (bijvoorbeeld!):
—
Maak associaties. Een leerling kiest een bepaald voorwerp in de klas uit, maar vertelt niet welk. Hij/zij gaat allerlei associaties maken rond dit voorwerp. De klas moet proberen te raden over welk voorwerp het gaat.
— Speel met metaforen. Kan je een paar typische metaforen opnoemen die mensen vaak gebruiken? (voorbeeld: Het is hier een zwijnenstal!) — Wat willen deze metaforen zeggen? (voorbeeld: het is hier heel vies) — Zou je een nieuwe en originele metafoor bij dezelfde betekenis kunnen verzinnen? (voorbeeld: het is hier een vuilnisbelt/modderpoel/…)
08
04 — Bezoek aan de tentoonstelling De triënnale kenmerkt zich door zijn cross-overgehalte, duidelijker omschreven als de uitwisseling van ideeën, het overschrijden en vervagen van grenzen en het overlappen van verschillende disciplines of vertelvormen. Het resultaat is een kruisbestuiving tussen beeldende kunst, mode en design in verhouding met hun plaats in de ruimte (architecturale context). Aan de hand van audiovisuele beelden, installaties, beeldende werken, mode en design gaan de kinderen op zoek naar het verhaal.
#
De leerlingen worden uitgedaagd te kijken, te ervaren, te bevragen en te communiceren. Het is samen met de kunstenaar vertrekken en in zijn gezelschap een reis maken door zijn werk. De leerlingen als ontvanger en zender De begeleider richt de blik van de leerlingen op de werken, waarin de ideeën van de kunstenaars, ontwerpers en designers zijn vormgegeven. Tijdens de zoektocht naar ‘het verhaal’ kan men al dan niet sturend werken. De beleving staat voorop. — De gids of de leerkracht stelt open vragen over het werk en verifieert: de leerlingen scheppen vervolgens hun eigen meerduidig verhaal. Hierdoor ontstaat een dialoog met de leerlingen. Ze projecteren hun eigen verhalen in wat ze zien. Associaties leveren vaak nieuwe ideeën en creaties op. Zo ontstaat het kunstwerk, telkens opnieuw, in de interactie met de leerlingen. — De gids of de leerkracht probeert het achterliggende concept en de visie van de kunstenaar over te brengen op de leerlingen, zonder in de plaats van het kunstwerk te spreken en wetende dat dé interpretatie van een kunstwerk niet bestaat. De nadruk ligt dan hoofdzakelijk op de specifieke manier waarop de individuele vertellers, vormgevers of kunstenaars het gekozen medium hebben vorm gegeven. De opbouw van een werk kan men analyseren door bijvoorbeeld na te gaan hoe de subjecten of objecten tegenover elkaar worden gepresenteerd en aansluiting vinden bij het leven van de artiest.
09
Praktisch SuperStories: 7 februari – 10 mei 2009 Dinsdag t.e.m. zondag Gesloten op maandag Openingsuren Cultuurcentrum Hasselt: 10 – 17u, zaterdag en zondag 13 – 17u Z33: 11 – 18u, zaterdag en zondag 14 – 17u Stedelijk Modemuseum: 10 – 17u, zaterdag en zondag 13 – 17u Nationaal Jenevermuseum: 10 – 17u, zaterdag en zondag 13 – 17u Triënnale Hasselt vzw Zuivelmarkt 33 3500 Hasselt België T +32 (0)11 29 59 77 F +32 (0)11 29 59 61 www.superstories.be
[email protected] Startpunt Toerisme Hasselt, Lombaardstraat 3, 3500 Hasselt Een bezoekersgids kost 5 euro per persoon. Bij aankoop van de brochure ontvangt u een polsbandje dat toegang verleent tot alle tentoonstellingen gedurende de hele periode. De gids is te koop bij de Dienst Toerisme in Hasselt en bij de deelnemende cultuurhuizen. Reductietarief 1 3/ticket voor studenten, groepen van minstens 15personen en senioren (op vertoon van seniorenkaart). Gratis Kinderen jonger dan 12 jaar
10
Groepsbezoek Als je gewoon naar een kunstwerk kijkt, is het misschien niet zo gemakkelijk om dit werk te begrijpen: Wat zie je precies? Wat is het verhaal? Wat is de bedoeling van de kunstenaar? In een rondleiding krijg je op al deze vragen een antwoord. Een gids loodst je door de tentoonstelling en geeft de nodige informatie. De rondleiding is interactief en aangepast aan de leeftijdscategorie (6 tot 10 jaar, 10 tot 14 jaar, +14 jaar). Deze rondleidingen worden georganiseerd in het Cultuurcentrum, Kunstencentrum Z33 en het Modemuseum. Naar kunst kijken is een bron van inspiratie en fanta-sie, geeft je zin om te ontdekken en uiting te geven aan je eigen visie en ervaringen. Beginnen je handen te jeuken na het bezoek aan de tentoonstelling? Na de rondleiding bestaat de mogelijkheid om in het zaplab een workshop te volgen. In 1 à 1,5 uur tijd wordt de tentoonstelling op een creatieve en actieve manier verwerkt. Voor meer informaties en boekingen SuperStories —
[email protected] www.superstories.be Alle kinderen tussen 6 en 14 jaar krijgen bij bezoek een gratis kijkwijzer. Dit is een kleurrijk kijk- en doeboekje voor een bezoek aan de tentoonstelling of om achteraf nog even over de kunstwerken na te denken. Aan jou om te kijken, (onder)zoeken, puzzelen, ontwerpen, tekenen, ...
11
05 — After – expo moment in de klas Na het bezoek aan ‘SuperStories’ vertellen de leerlingen hun individuele beleving (verhaal) over de tentoonstelling. Tijdens een nabespreking kunnen ideeën, visies en ervaringen uitgewisseld worden. Kunst bestaat niet alleen om naar te kijken, maar kan ook een dialoog op gang brengen, die weer kan resulteren in nieuwe verhalen of kunst. Uiteenlopende vragen kunnen gesteld worden: welk werk sprak je het meeste aan en waarom? Had je dit verwacht van de tentoonstelling of was je verrast? Als je de tentoonstelling in één woord, beeld , muziekfragment zou kunnen samenvatten, hoe zou het er dan uitzien of klinken?
#
De kijkwijzer die de leerlingen meekregen, kan een goede gids ter verdieping zijn : klassikaal bruikbaar of als individuele verwerking. Het is natuurlijk ook leuk om er een praktische activiteit aan te koppelen in de klas. Lagere school Voor de lagere school is het interessant om eens over de tentoonstelling te spreken. Wat hebben ze ook al weer gezien? De leerlingen zullen niet alles onthouden hebben maar kunnen elkaar wel aanvullen. Je kan dit misschien ook op een creatievere manier doen: — Kies één kunstwerk uit de tentoonstelling. Beeld je in dat jij dat kunstwerk bent. Zeg in drie zinnen iets over jezelf: nu ben jij het kunstwerk dat praat. Je klasgenoten raden om welk kunstwerk het gaat. Als er geen workshop werd gevolgd na de rondleiding is het zeker een aanrader om tijdens de les P.O. een creatieve opdracht te verbinden aan het bezoek aan de tentoonstelling. Voorbeelden: — Ontwerp met de klas in plasticine jullie eigen ‘clay furniture’. Gebruik ijzerdraad als ‘wapening’ om de modellen stevigheid te geven. Maak een kleine tentoonstelling met alle ontwerpjes. — Zoek een afbeelding op het internet of in een tijdschrift van een ‘designerobject’. Dit object laten de leerlingen dan een verhaal vertellen: in een opstel, stripverhaal, schema, met foto’s of zelfs als voordracht kunnen de leerlingen dit verhaal presenteren. — …
12
Middelbare school Voor leerlingen in het secundair onderwijs is het misschien interessant om eens stil te staan bij hun mening. — Wat vonden ze van de werken? Waarom vonden ze dat (goed argumenteren)? Zouden ze dezelfde mening hebben gehad als ze geen uitleg bij de kunstwerken hadden gekregen? Verdere opzoekingen over de kunstenaars en hun werk kunnen het onderwerp uitmaken van een huistaak. — Gebruik de expogids om de namen van de deelnemende kunstenaars en ontwerpers te vinden. Verdeel de namen over de leerlingen. Elke leerling zoekt meer info op het internet over de kunstenaar en maakt een korte spreekbeurt. Enkele afbeeldingen zijn zeker nuttig. Als er geen workshop werd gevolgd na de rondleiding is het een aanrader om tijdens de les P.O. een creatieve opdracht te verbinden aan het bezoek aan de tentoonstelling. — Laat de leerlingen in gedachten een interessant kunstwerk of ontwerp uit de bezochte tentoonstelling kiezen. Vervolgens maken ze een eigen ontwerp in de stijl van…, met eenzelfde techniek, kleurgebruik, verhaal of functionaliteit als het gekozen werk. Het voordeel van een ontwerpschets is dat er aanwijzingen kunnen bijgeschreven worden zodat het verhaal achter het ontwerp even belangrijk wordt als het ontwerp zelf. Voordeel is ook dat een tekening niet ‘mooi’ of esthetisch hoeft te zijn, zodat complexen (ik kan niet tekenen…)achterwege kunnen blijven.
13
#06 — Tot slot In naam van alle medewerkers willen wij u bedanken voor uw interesse in het educatief aanbod van SuperStories. Wij hopen dat deze leerkrachtenmap de achterliggende boodschap van ‘Superstories’ heeft verduidelijkt en dat de leerlingen voldoende werden uitgedaagd om zelf creatief uit de hoek te komen. Kijken naar kunst gaat immers niet vanzelf. Je moet hierin begeleid en gestimuleerd worden. De leerkrachtenmap en de (eventuele) rondleiding geven de leerlingen een duwtje in de rug om meer te doen dan alleen maar ‘kijken’ naar een werk. Kinderen leren hoe ze anders moeten kijken, hoe ze open moeten staan om op ontdekkingstocht te gaan in de wereld van de kunstenaar en zijn werken, … om zo het verhaal van de kunst te ontdekken. We hopen dat een begeleid bezoek aan SuperStories ook de nieuwsgierigheid bij de kinderen opwekt naar de andere deelnemende werken die je in het hele parcours van SuperStories kan terugvinden. We zouden het op prijs stellen als jullie je ‘impressies’ als leerkracht aan ons meedelen, een soort van evaluatie van het educatieve programma. Stuur je opmerkingen en suggesties naar
[email protected] Bedankt!
14
#07 — Bijlage: eindtermen Tijdens de rondleiding en de workshop komen de eindtermen van muzische vorming-beeld (Lager Ond.) en van artistieke opvoeding (Sec. Ond.) aan bod. (inclusief vakoverschrijdende eindtermen) De leerlingen van het lager onderwijs kunnen — Door middel van kunst- en beeldbeschouwing een persoonlijk waardeoordeel ontwikkelen over beelden en beeldende kunst van nu. — Door kijken en zien (visueel) impressies opdoen, verwerken en erover praten. — Plezier en voldoening vinden in het beeldend vormgeven en genieten van wat beeldend is vormgegeven. — Visuele impressies, ervaringen, gevoelens en fantasieën op een beeldende manier weergeven. — Beeldinformatie uit het eigen werk en het beeldend werk van anderen herkennen, begrijpen, interpreteren en er kritisch tegenover staan. — Blijvend nieuwe dingen uit hun omgeving ontdekken. De leerlingen van het secundair onderwijs kunnen — Gericht kijken en hun kijkervaring toetsen aan reeds verworven kennis, vroegere ervaringen of eigen fantasie. — De functies van aangeboren beeldtaal waarnemen en vergelijken + verschillende beeldaspecten identificeren. — Hun persoonlijke mening geven over diverse beeldende creaties en belangstelling opbrengen voor nieuwe beeldende creaties. — Verwoorden dat hun visuele beleving beïnvloed wordt door stemming, voorkeur of vooroordeel. — Vertellen over het actuele gebeuren in de beeldende kunst in de ruime zin + zich hierover expressief leren uiten. — De rol en de maatschappelijke betekenis van artistieke uitingen voor de samenleving illustreren en analyseren + Artistieke uitingen vanuit kunstkritische, historische en culturele invalshoeken analyseren.
15
08 — Contact Triënnale Hasselt vzw - Zuivelmarkt 33 – 3500 Hasselt – T 011 29 59 77
#
Koos Flinterman Artistiek Coördinator E-mail:
[email protected] Inge Vanluyd Zakelijke Coördinator en Communicatie E-mail:
[email protected] Solange Roosen Medewerker SuperStories E-mail:
[email protected] Heidi Ector Medewerker SuperStories / Educatief Medewerker E-mail:
[email protected] Reservaties educatieve bezoeken Heidi Ector
[email protected] 0476 969238 www.superstories.be
16
09 — PARTNERS
#
17
10 — MAP
#
N
EN
ON
EN
NE
NS
3. Modemuseum 4. National Jenevermuseum 5. ciap
18
KT EL
IJK
M
AR
PE
A
RS
LR
KT
IV
M AR
F R U I TM
T
DD
ME
T R A AT
JS
TR
AA
OO
NS
TR
AA
T
KOLONEL DUSARTPLEIN
AT
T
HT E R S T R RIC
AA
T
MA
G RO V ISM A R KT M AR TE KT MA T AST RIC H TE RSTR A A
EN
FF
GU
H AV E R M A R K T
I ER
AS
T
K A P E L S TR A AT
T
HE
BOT E R
ZU
R AAT D R WIL L E M SST
A AT
AT
LD
TR A
PO
PL
RTS
O
AA
M E L D E RT S T R A
AT
EIN
KU
LBE
N
AT
2. Z33
RA
S
LE
1. CCH
ALDES
BA ST
GA
A
A RD ST R
UT
NIN
TR
AA
LO M BA
KO
GS
ELL A A
WE
TR
WA L P
AN
T
T RK
OR
A AN
RS
M A AG DE N D R I E
S PO
PS L
TE
D E S C H I E RV
BA M
ES
TR
DEM
N
LAA
NIS
SEN
M IN DE RBROE DE RSTR A A
TH O DI
LA
AA
SE
AT
IS
IT T
TR A
N
W
L AR
ERS
T
HO
LA
AN
RTE
N
MA
Hasselt
SL
GU
AA FFENSL
N
NS
TL
AA
N