Kunst, Design en Innovatie — creatief talent voor de kenniseconomie.
Wat verbindt onze oude meesters in de schilderkunst met het eclatante succes van Dutch Design?
Wat vinden volgende generaties van onze cultuur?
Wat zijn de implicaties van “brede basis hoge top” op de omslag van een recente ministeriële nota?
Kunst, Design en Innovatie — creatief talent voor de kenniseconomie.
5
Kunst, Design en Innovatie — creatief talent voor de kenniseconomie.
De Waarde Waar de waarde van geld betrekkelijk blijkt te zijn, worden kunst en cultuur belangrijker. Gelukkig is Nederland zowel financieel als cultureel een rijk land, met een kunsttraditie die we moeten koesteren en verder ontwikkelen naar de toekomst. Kunst en vormgeving representeren een artistieke en intrinsieke waarde, soms met een tijdloze kwaliteit. Zij zijn van belang voor de interculturele uitwisseling in onze samenleving, de creatieve en innovatie impulsen van onze economie en het internationale imago van een klein land als Nederland. Die waarde wordt over het algemeen ook wel erkend, maar met mate. Vooral in economisch mindere tijden leeft de gedachte weer op dat het allemaal wat minder kan. Wij menen dat juist in de ontwikkeling naar een multipolaire wereldorde, waarin Nederland als exponent van de westerse cultuur minder centraal zal staan, kunst en design van onschatbare waarde zijn om zichtbaar te blijven in het mondiale aanzien der dingen. Het is goed voor het prestige van ons land dat schilder Marlene Dumas momenteel in het Museum of Modern Art in New York exposeert, dat Charlotte Schleiffert woont en werkt in Rotterdam en in Xiamen (China) en dat Marijke van Warmerdams schilderijen, tekeningen, installaties, assemblages, foto’s en video’s de afgelopen jaren te zien waren in het Stedelijk Van Abbemuseum in Eindhoven, Museum Ludwig in Keulen, het S.M.A.K. in Gent en verder in Barcelona, Berlijn, Turijn, Wenen en Los Angeles. Ook de volgende generaties kunstenaars waarmee Nederland kan schitteren dienen zich al aan, waarbij opmerkelijk is dat er steeds meer vrouwen de aandacht trekken: Fiona Tan, Lidy Jacobs, Desiree Dolron, Ina van Zyl, Saskia Olde Wolbers, Juul Kraijer, Sarah van der Heijden en Sooreh Hera. Deze kunstenaars konden mede dankzij hun opleiding hun talent tot ontwikkeling brengen. Op dat gebied heeft Nederland een ijzersterke traditie, die loopt van het gildesysteem in de Gouden Eeuw, via de tekenscholen in de negentiende eeuw, tot de huidige kunstopleidingen in de 21ste eeuw. Voor zowel oude meesters in de kunsten als voor splinternieuwe Nederlandse kunst en design geldt dat talent de basis is, maar dat opleiding veel kan bijdragen om talent te laten gedijen. 6
Kunst, Design en Innovatie — creatief talent voor de kenniseconomie.
7
Kunst, Design en Innovatie — creatief talent voor de kenniseconomie.
Daar leef ik voor — om te ontdekken waar ik in schilderijen van geniet. Met het ontdekken wat andere mensen hebben gedaan en met het ontdekken dat ik dat ook kan.
z ie
k
Aandeel studenten per vakgebied / 2007 / Bron: HBO-raad
mu
Willem de Kooning (1904–1997)
Kunst-en designopleidingen gev
in g
25
%
vor m
32
%
16%
me k un
n da t er e
ono
7%
st
t hea
au t
ns
it
r
ig
ch
uu
doc
ov er
ar
t ec
13%
4%
3%
8
Kunst, Design en Innovatie — creatief talent voor de kenniseconomie.
ent
en
De aanduiding “kunstopleidingen” is een samenvattend begrip voor diverse onderwijs programma’s die opleiden tot kunstenaar, ontwerper, vormgever, musicus, danser, choreograaf, theatermaker, interieurarchitect en docent in de genoemde kunstdisciplines. Deze brochure beperkt zich tot ons vakgebied: de beeldende opleidingen binnen het HBO. Aan onze academies worden drie typen opleidingen aangeboden: Autonome Beeldende Kunst (Fine Art) met vele differentiaties, Vormgeving (Design) met diverse beroepsgerichte uitstroomprofielen: visuele communicatie (het veelomvattende gebied van media en graphic design), modevormgeving, productontwerp, ruimtelijk ontwerp en de opleiding Docent Beeldende Kunst en Vormgeving. Het onderwijsaanbod bestaat merendeels uit bacheloropleidingen met een grote variatie in specialisaties en interdisciplinaire “cross overs”. Elke opleiding richt zich op een breed segment van de arbeidsmarkt en de diverse specialisaties en cross overs bedienen daarbinnen weer een markt op zich. Specialisaties zorgen voor diepgang en inhoudelijke kwaliteit, cross overs voor de interdisciplinaire benadering die aansluit op de beroepspraktijk. Bij “kunstonderwijs” denken veel buitenstaanders aan autonome kunst. Dat leidt vaak tot misverstanden, want slechts 13% van het hoger kunstonderwijs bestaat uit (autonome) beeldende kunst en dat aandeel wordt door strenge selectie beperkt gehouden, d.w.z. de afgelopen vijf jaar is er eerder sprake van afname dan van groei. Het overgrote deel van onze opleidingen (32% van het kunstonderwijs) bestaat uit vormgevingsdisciplines die ontwerpers en vormgevers opleiden. 9
Kunst, Design en Innovatie — creatief talent voor de kenniseconomie.
Vormgevers zijn de mensen die bijvoorbeeld websites en software voorzien van bijzondere interfaces, die het modebeeld van kleding en interieur bepalen, die pakkende visuals ontwikkelen en de layout van boeken, kranten en tijdschriften voor hun rekening nemen. Mensen die een aansprekende bewegwijzering bedenken, pictogrammen ontwerpen, (serious) games ontwikkelen of met creatieve concepten de leefbaarheid in een stadswijk bevorderen. Befaamde hoogtepunten in onze grafische vormgeving zijn de cijferpostzegels en het alfabet van Wim Crouwel, de bankbiljetten van Ootje Oxenaar, de bewegwijzering op Schiphol van Paul Mijksenaar, de affiches van Anthon Beeke en Jan Bons, het politielogo van Studio Dumbar, de opvallende huisstijl voor de SP en de affiches voor Museum Boijmans van Thonik. Het zijn even zovele visitekaartjes voor de onderscheidende kwaliteit van Nederlands design. Beroemd in eigen land, maar ook over de grenzen, waar het Nederlandse grafisch ontwerp hoog staat aangeschreven. Datzelfde kan gezegd worden van andere vormgevingsdiciplines als mode, product design en interieurarchitectuur. ‘Dat we het zo goed doen, heeft veel te maken met de open en vrije manier waarop er aan de academies wordt gedoceerd. Dat geeft een enorme stimulans. Nergens ter wereld gebeurt dat zo.’ Wim Crouwel, oud-directeur museum Boijmans en mede-oprichter van Total Design, over het internationale succes van de Nederlandse ontwerpers in Nederlands ontwerp in de voorhoede (AD, vrijdag 23 mei 2008)
Wij bewaken die kwaliteit nauwlettend door een strenge selectie voor toelating: alleen de allerbeste kandidaten, die blijk geven van evident beeldend vermogen, worden toegelaten. Ook tijdens de propedeusefase (het eerste studiejaar, dat een oriënterend en selecterend karaker heeft), valt nog een beperkt percentage studenten af. Door dit weloverwogen selectiebeleid krijgt gemiddeld één op de drie of vier aspirant studenten de kans om met een goed perspectief op een succesvolle afronding van de studie zijn/ haar creatieve talent te ontwikkelen. Uiteraard is talent de doorslaggevende factor voor kwaliteit. De top is slechts voor weinigen bereikbaar, dat was al zo in de tijd van de oude meesters; dat is nog steeds zo in de 21ste eeuw. Terwijl de vraag naar creatieven alsmaar groeit, willen wij niet zwichten voor de verleiding ons toelatingsbeleid te versoepelen. Aan de andere kant willen wij ook niet krimpen, want er is een brede basis nodig om tot die hoge top te komen waar ook de Minister van OCW in zijn nota’s op doelt. Een onderwijsexpert als emerites hoogleraar Wynand Wijnen, bekend als autoriteit inzake onderwijs en leerprocessen, prijst het kunstonderwijs om de selectieve, individu-gerichte aanpak, omdat het juist in deze tijd draait om het differentiëren en realiseren van persoonsgebonden talenten. Onze ambitie is het onderwijs zo in te richten dat wij door selectie het juiste niveau binnen halen, om vervolgens studenten te helpen een zo hoog mogelijke kwaliteit in kunst en design te genereren, niet alleen tijdens, maar vooral ook na hun studie. Dat onze opleidingen die ambitie overtuigend waar maken, blijkt uit recente resultaten in accreditatiescores, uit HBO-monitorrapporten, benchmarks en vaktijdschriften, maar nog duidelijker uit de erkenning door het werkveld, door onze studenten en alumni en door hun resultaten bij (inter)nationale presentaties.
Kwaliteit Kenmerkend voor ons onderwijs is de combinatie van kwaliteit en diversiteit. De Keuzegids Hoger Onderwijs (2009) meldt hierover: “De meeste kunstopleidingen doen het goed tot uitmuntend.” 10
Kunst, Design en Innovatie — creatief talent voor de kenniseconomie.
11
Kunst, Design en Innovatie — creatief talent voor de kenniseconomie.
Opleiding en arbeidsmarkt
onderwijs. Sommigen verdienen hun brood met ander werk en besteden een deel van hun tijd aan kunst of vormgeving. Uit HBO-accreditatie- en monitorrapporten blijkt overtuigend dat de opleidingen voldoen aan hun doelstellingen, dat alumni (achteraf bezien) opnieuw voor dezelfde studie zouden kiezen en dat de meesten na verloop van tijd aan het werk zijn. Helaas is de positie van kunstenaars en vormgevers op de arbeidsmarkt regelmatig voorwerp van misleidende beeldvorming. Veel mensen die zich kunstenaar noemen of als zodanig geregistreerd staan, hebben geen opleiding gevolgd aan een HBO-instelling voor kunstvakonderwijs. Het CBS-rapport “Kunstenaars in Nederland” (2007) meldt dat er in ons land 96.000 kunstenaars zijn. Dit getal wordt vaak geciteerd. Hiervan heeft echter slechts 40% een kunstopleiding genoten. In absolute zin gaat het dus om maximaal 38.000 kunstenaars met een HBO kunstopleiding. De overige 58.000 zijn niet afkomstig uit het kunstvakonderwijs en hebben dus geen formele kunstopleiding gevolgd.
De creatieve bedrijfstakken groeien snel: er werken meer dan 230.000 mensen, met een totale omzet van ruim acht miljard euro per jaar. Traditionele grafisch vormgevers, mode- en interieurontwerpers delen hun domein met beoefenaars van nieuwe creatieve disciplines zoals sounddesign, webdesign en gamedevelopment en andere professionele varianten die ontstaan vanuit de communicatie, digitale media en belevingseconomie. De gezaghebbende ROA-monitor “De arbeidsmarkt naar opleiding en beroep tot 2012” (2007) schetst dan ook een positief perspectief voor onze sector: “De uitbreidingsvraag voor de culturele beroepen ligt iets boven het gemiddelde. De uitbreidingsvraag is zeer hoog voor grafisch ontwerpers, kunstenaars, tolken en vertalers en schrijvers”. De Keuzegids Hoger Onderwijs (2009) meldt over de arbeidsmarkt: “Kunstenaar is een boeiend beroep, maar heeft de twijfelachtige eer het minstverdienende beroep van het hbo te zijn. Ontwerpers, vormgevers en docenten verdienen wat meer dan andere afgestudeerden. De werkgelegenheid voor docenten en vormgevers is ook goed, maar sommige disciplines zullen wel harder hun best moeten doen om aan werk te komen.” Eenmaal afgestudeerd zijn onze studenten hooggekwalificeerde beeldend kunstenaars, vormgevers of docenten. Veel van onze alumni vinden dan ook vlot hun weg in de samenleving en het werkveld. Om de aansluiting op de arbeidsmarkt te bevorderen, richt ons onderwijs zich bovendien meer dan voorheen op het ontwikkelen van ondernemende competenties op het gebied van presentatie, distributie en verkoop, daarin bijgestaan door specialisten van Kunstenaars & Co en programma’s als “Creative Comakership”. Steeds meer beginnend kunstenaars en vormgevers hebben een eigen beroepspraktijk, anderen komen terecht bij ontwerpbureaus, reclamebureaus, (interieur) architecten-bureaus, uitgeverijen, in de film- en entertainmentindustrie, bij internetbedrijven en gameproducenten, als adviseur bij de overheid of als docent Culturele en Kunstzinnige Vorming (CKV) in het
Sinds vijf jaar woedt de geest van Richard Florida rond in Nederland, met zijn theorieën over het economisch belang van de creatieve klasse voor de ontwikkeling van steden. Die ideeën slaan eens te meer aan nu de prognoses uitwijzen dat de werkgelegenheid in de creatieve industrie verder zal groeien zodat deze steeds meer betekenis krijgt voor het BNP. Dit geldt niet alleen voor “erkende” creatieve beroepen, maar ook in andere organisaties en bedrijfstakken zal de mate van creativiteit het verschil maken tussen stilstand en innovatie, tussen falen en succes. Nederland blijkt bovendien een aantrekkelijk vestigingsklimaat te hebben voor creatieven. Die houden van stedelijke omgevingen met een bruisend cultureel
12
13
Kunst, Design en Innovatie — creatief talent voor de kenniseconomie.
Menselijke creativiteit is dé motor van de economie in de 21e eeuw. Richard Florida, hoogleraar Regionale Economie, Carnegie Mellon University in Pittsburgh
Creatieve economie en innovatie
Kunst, Design en Innovatie — creatief talent voor de kenniseconomie.
leven, een internationale oriëntatie en een open, tolerant meningsklimaat. Kunstacademies zijn belangrijke peilers van dit klimaat in hun rol van opleidings-, onderzoeks- en kennis- en netwerkcentra voor beeldende creativiteit. De kwaliteit en effectiviteit van onze kenniseconomie is in hoge mate afhankelijk van de capaciteit van mensen om nieuwe concepten en kennis te ‘vertalen’ naar economische waarde. Dat maakt onze economie tot een creatieve en onderscheidende economie, waarin de inbreng van beeldend kunstenaars en vormgevers essentieel is. Zij beschikken immers over het vermogen om producten, informatie en ideeën om te zetten in treffende beelden en vormen. Met hun verbeeldingskracht en creativiteit zijn zij in staat om daadwerkelijk vernieuwend te denken en te werken. What do hotshot designers Hella Jongerius, Jurgen Bey and Studio Job have in Common? They all graduated from Design Academy Eindhoven. The Dutch college and graduate program is a breeding ground for the high-concept work that’s dominating industrial design. Time Magazine, juli 2008
gedaan worden op onze opleidingen, waaraan we graag willen voldoen. Belangrijk is in dat kader dat we niet alleen steun krijgen bij die internationale presentaties, maar ook en vooral bij de ontwikkeling van het aantal masteropleidingen, zodat ons onderwijsbeeld beter aansluit bij het internationaal gangbare bachelor-master stelsel. Onze kunstopleidingen nemen nationaal en internationaal een toonaangevende positie in, zoals blijkt in (uitwisselings)programma’s die via de netwerken van Erasmus, ELIA, AIAS en Cumulus worden georganiseerd. De snelheid waarmee de term Dutch Design zich over de wereld verspreidde, is tekenend voor de internationale positie van Nederlandse ontwerpers, niet alleen voor studenten van de Design Academy, maar ook voor die van andere vormgevingsopleidingen. Dat komt door de actieve rol die Nederlandse ontwerpers spelen in het kunst- en designonderwijs, door de internationale uitwisseling met collega’s en de vele buitenlandse studenten aan Nederlandse kunstopleidingen. Op dit moment komen er meer studenten naar de Nederlandse academies dan er studenten uit Nederland de grens over gaan. De komende jaren willen we de uitwisseling aan beide zijden stimuleren, om te zorgen dat de Nederlandse positie tijdig wordt veiliggesteld in de nieuwe multipolaire wereldorde. De overheid kan veel doen om die uitwisseling gemakkelijker te maken. Viktor & Rolf have by now become Holland’s most famous export.
Internationale uitstraling
The Independent, november 2006
Nederland is vanouds een kosmopolitisch land met een gezonde handelsgeest en interesse in de rest van de wereld. Het besef groeit dat westerse naties in de wereldorde nu nog een dominante positie hebben, maar dat daarin de komende jaren verandering zal komen. Bij handelsmissies in de BRIC-landen trekken overheden, bedrijfsleven en de culturele sector dan ook in toenemende mate samen op. Het programma “Dutch Design Fashion Architecture” is een goed initiatief dat op termijn structuur kan brengen in het opbouwen van duurzame relaties met belangrijke partners in Europa en Azië. In dat opzicht zal een toenemend beroep 14
Kunst, Design en Innovatie — creatief talent voor de kenniseconomie.
Het modehuis Viktor & Rolf is klaar voor het volgende hoofdstuk. (…) een serieus, internationaal modehuis met (…) winkels in alle toonaangevende modesteden. NRC, juli 2008
15
Kunst, Design en Innovatie — creatief talent voor de kenniseconomie.
Investeren in kennis-en talentontwikkeling
Maatschappelijk belang
De afgelopen jaren hebben wij beleid in gang gezet om van onze instellingen volwaardige kennis- en onderzoeksinstituten te maken. Meer dan voorheen is er aandacht voor research, reflectie en theorievorming, mede dankzij de inzet van lectoraten en vaak in samenwerking met andere hogescholen en universiteiten in binnen- en buitenland. We werken er hard aan om onze bacheloropleidingen te ontwikkelen tot internationaal herkenbare programma’s met major-/ minor-indeling. Dit vereist de nodige investeringen. Bij alle opleidingen is er tegelijk de zorg voor een evenwichtige doorontwikkeling van het snelgroeiende vakgebied. Daar dragen de kenniskringen van lectoraten aan bij, met een zodanige samenstelling dat deskundigheid, contact met de praktijk, maar ook een zekere academische afstand tot de praktijk gegarandeerd zijn. De resultaten worden uitgedragen via symposia en talloze publicaties. In het internationale landschap wordt het steeds belangrijker dat onze opleidingen zich actief en helder positioneren en presenteren. Aangezien het Nederlands kunstonderwijs geen equivalent heeft op wetenschappelijk niveau, bevindt het zich in een unieke positie, waarmee voor studenten beeldende kunst en vormgeving een ‘derde weg’ ontstaat. Studenten kunnen na hun bacheloropleiding desgewenst voor een (internationale) masteropleiding kiezen, doorstromen naar de universiteit of naar een ander gezaghebbend kunstinstituut zoals de Rijksacademie. Via speciale (honours) programma’s willen we de aansluiting van de ene studie op de andere verbeteren en voor bijzonder begaafde studenten de mogelijkheden uitbreiden om in de bachelorfase een HBO- en WO-traject te combineren. Met hulp van lectoren worden nieuwe master programmes ontwikkeld met een sterke theoriecomponent, zodat de aansluiting op universiteiten beter gaat verlopen. Het overzicht van opleidingen in internationaal perspectief en het optimaliseren van de Nederlandse positie daarin door uitbreiding van master programmes staat hoog op onze agenda. De top is nu, in verhouding tot de brede basis, te smal. Een basisfinanciering met rijksmiddelen is nodig om de ontwikkeling en continuïteit van masteropleidingen te kunnen garanderen.
Kunstopleidingen worden bijzonder gewaardeerd in de steden en landsdelen waarin zij gevestigd zijn. Overheden, non-profit organisaties en bedrijven benaderen onze opleidingen alsof het culturele instellingen zijn en hebben toenemende verwachtingen op het gebied van allerlei samenwerkingsprojecten. Dat leidt overal tot een breed scala aan culturele levendigheid en hier en daar tot bijzondere prestaties, zoals de Design Week in Eindhoven en de Modebiënnale in Arnhem. Daarnaast zijn kunstopleidingen betrokken bij projecten in de wijk, interculturele en educatieve activiteiten voor diverse instellingen en evenementen. De manier waarop mensen kunst en vormgeving beschouwen en beleven, er naar kijken, erover nadenken, is in hoge mate cultuurgebonden. Onderwijs, in het bijzonder kunstonderwijs, kan daarom een cruciale rol spelen in de interculturele samenleving. Dat komt niet alleen de kwaliteit van de kunsten, maar van de samenleving als geheel ten goede. Van Groningen tot Maastricht en van Rotterdam tot Enschede: in elke stad met kunstopleidingen, spelen deze een rol in discussies over cultuur en identiteit, over kunst en religie, over globalisering en lokale kwesties, over mondialisering en assimilatie in de postkoloniale wereld. Ook andere maatschappelijke thema’s, zoals ecologie en duurzaamheid staan op onze agenda. Zo wordt al vijf jaar in samenwerking met het World Fashion Centre in Amsterdam voor alle Nederlandse modeopleidingen een symposium over duurzaamheid georganiseerd.
16
17
Kunst, Design en Innovatie — creatief talent voor de kenniseconomie.
‘Hoeveel stralingsgevaar levert een kunstwerk op dat achterblijft?’ Hetty Huisman en Moniek Toebosch in ‘De Lucaskrater’, over de historie van beeldend kunstonderwijs in Nederland (1984).
Kunst, Design en Innovatie — creatief talent voor de kenniseconomie.
Ons cultureel erfgoed De kwaliteit van kunst en vormgeving kan veel bijdragen aan de kwaliteit van ons hedendaags leven, maar kan ook pas eeuwen later opnieuw beproefd worden, als beeldende getuigen van wie en wat ooit was maar niet meer is. Een land dat zichzelf serieus neemt, heeft dus groot belang om aandacht, tijd en geld te besteden aan de kwaliteit van kunst en design. Goede opleidingen zijn cruciaal voor die kwaliteit. Vergeleken met andere landen beschikt Nederland over een opmerkelijk rijk aanbod van goede kunstopleidingen. Binnen het geheel van het hoger onderwijs valt dit niet zo op, omdat het een kleine sector is, waar in feite maar weinig geld in omgaat. Tegen de tijd dat kunstenaars of ontwerpers zich onderscheiden met bijzonder werk, zijn zij doorgaans allang afgestudeerd. In die zin zijn onze opleidingen de stille kracht achter de kwaliteit van onze omgeving, van onze gebruiksvoorwerpen, onze kleding, onze cultuur. Want hoe zou de wereld eruit zien zonder modeontwerpers, product designers en interieurarchitecten, schilders en beeldhouwers, fotografen en filmmakers? En wat krijgen volgende generaties in handen als aandenken aan onze kunst en cultuur? In de loop van de geschiedenis heeft de politiek vaak in haar maag gezeten met het kunstonderwijs. Wij hopen dat de informatie in deze publicatie helpt om ook vandaag de dag de juiste koers te kiezen. Investeren in goed kunstonderwijs betekent investeren in de kwaliteit van ons cultureel kapitaal en ons cultureel erfgoed. Zo dat volgende generaties trots kunnen zijn op de kwaliteit van onze kunst en vormgeving, zoals wij dat zijn op onze oude meesters in de schilderkunst, ons actuele Dutch Design en onze talentvolle kunstenaars van nu en straks.
18
Kunst, Design en Innovatie — creatief talent voor de kenniseconomie.
Info OBK:
[email protected] Tekst:
[email protected] Vormgeving: Cecilia Costa, Werkplaats Typografie, Arnhem — masteropleiding van ArtEZ hogeschool voor de kunsten. Druk: Drukkerij DeRijn, Velp, op UPM Fine 90g/m2. Gezet in Balance van Evert Bloemsma.
Dit is een gezamenlijke uitgave van alle HBO kunst- en designopleidingen in Nederland, verenigd in het OBK (Overleg Beeldend Kunstonderwijs). De brochure bevat informatie over de positie en het beleid van het hoger beeldend onderwijs in Nederland voor ieder die daar belang in stelt. We vatten de onschatbare waarde van onze opleidingen kort samen met het doel de bekendheid met en kennis over hoger kunst- en designonderwijs te vergroten. Het is een kwestie van (inter)nationaal belang ons kunstonderwijs goed te positioneren ten opzichte van belangrijke kabinetsthema’s als innovatie, creatieve economie, interculturele samenleving en internationalisering. Daarom deze handreiking aan ieder die beeldend onderwijs wil betrekken bij beleidsontwikkeling op relevante terreinen als onderwijs, cultuur, maatschappelijke ontwikkeling, economie, steden en provincies, EU en internationale betrekkingen. Academie Minerva, Hanzehogeschool Groningen Academie Beeldende Kunsten Maastricht, Hogeschool Zuyd AKV | St. Joost, Avans Hogeschool, Breda / ’s-Hertogenbosch ArtEZ hogeschool voor de kunsten faculteit Art & Design, Arnhem | Enschede | Zwolle Design Academy Eindhoven Gerrit Rietveld Academie, Amsterdam Hogeschool voor de Kunsten, Utrecht Koninklijke Academie van Beeldende Kunsten, Den Haag Willem de Kooning Academie, Hogeschool Rotterdam En alle aan deze bachelorinstituten gelieerde masterinstituten / opleidingen.