De Katalysator
Eerste druk, mei 2011 © 2011 Fred Triep Foto cover: Fred Triep Foto achterkant: Margriet van Kampen Correcties/suggesties: Atie Pols, Margriet van Kampen en Marianne van Roy isbn: 978-90-484-1853-4 nur: 312 Uitgever: Free Musketeers, Zoetermeer www.freemusketeers.nl
Hoewel aan de totstandkoming van deze uitgave de uiterste zorg is besteed, aanvaarden de auteur en uitgever geen aansprakelijkheid voor eventuele fouten en onvolkomenheden, noch voor de directe of indirecte gevolgen hiervan. Niets uit deze uitgave mag zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever worden openbaar gemaakt of verveelvoudigd, waaronder begrepen het reproduceren door middel van druk, offset, fotokopie of microfilm of in enige digitale, elektronische, optische of andere vorm of (en dit geldt zonodig in aanvulling op het auteursrecht) het reproduceren (i) ten behoeve van een onderneming, organisatie of instelling of (ii) voor eigen oefening, studie of gebruik welk(e) niet strikt privé van aard is.
Voorwoord
Het verhaal en de personen zijn verzonnen. Elke overeenkomst met bestaande gebeurtenissen en personen berust puur op toeval. Ik wil Atie Pols hartelijk bedanken voor haar correcties, kritische opmerkingen en suggesties ter verbetering van het manuscript. Zonder haar inzet was deze uitgave niet mogelijk geweest
5
Hoofdstuk 1
Het was een mooie septemberdag. Karel liep met een biertje het terras op. Hij was tevreden, hij had vandaag een aantal lastige klusjes opgeknapt. En nu kon hij lekker genieten van het borrelen. Zou hij een praatje met zijn kamergenoot Wouter maken of met zijn secretaresse Ilse? Hij werd altijd aangetrokken door Ilse, maar ze was ten aanzien van hem altijd koel. En met Wouter had hij vandaag al heel wat zaken doorgepraat. Toen zag hij haar. In de stralen van de late middagzon zag hij haar lichtblonde krullen oplichten. Zij zat op het bankje aan de linkerkant van het terras. Ze droeg een felblauwe fleece over een zachtroze T-shirt. Over haar schouders lagen haar krullen, die bij elke draaiing van haar hoofd steeds op een andere plek oplichtten. Hij had haar nog niet eerder bij de uitgeverij Berendsen gezien. Hij was haar nog nooit tegengekomen, zou zij een nieuwe collega zijn? Op deze namiddag vierde uitgeverij Berendsen haar vijfentwintig jarige bestaan op het terras boven op het hoofdgebouw. Karel was een rustige man van in de veertig. Hij was redacteur van wetenschappelijke tijdschriften. Na zijn studie Natuurkunde had hij gesolliciteerd bij de uitgever en hij was aangenomen. De laatste jaren redigeerde hij een aantal gerenommeerde vaktijdschriften op het gebied van de geologie, de fysische geografie en de sterrenkunde. Hij werd door zijn collega’s gewaardeerd voor zijn collegialiteit en vriendelijkheid: niemand zou hem in staat achten een misdrijf te plegen. Hij keek nog eens naar die vrouw met die lichtblonde krullen. Haar charmante verschijning deed zijn hart sneller kloppen. Ze was mooi, maar niet overdreven knap. In haar fleece zag ze er ook sportief uit. Karel hield van sportieve vrouwen, vrouwen waarmee je door het bos kon lopen, maar waar je ook mee naar een museum of een concert kon gaan. Hij besloot haar aan te spreken en liep op haar af. ‘Mag ik op het bankje naast u komen zitten?’ vroeg hij, terwijl hij haar een hand gaf. Zij bleek Isabel te heten en de secretaresse te zijn van de afdeling schoolboeken van Berendsen. Deze afdeling zat in een 7
gebouw aan de Hobbemakade. Weer glinsterde haar blonde lokken in de namiddagzon. Hij zag een glimlach op haar gezicht verschijnen, toen hij haar aankeek. Dat deed zijn verlegenheid wegsmelten. ‘Wat is het vandaag mooi weer. Een betere dag voor het jubileum van onze uitgever kan je je niet voorstellen,’ zei hij. ‘Ja, ik geniet er ook van,’ zei Isabel. Isabel woonde in West-Friesland, maar ze kwam elke dag met de trein uit Hoorn om bij Berendsen te komen werken. ‘Ik heb je nog niet eerder gezien bij ons bedrijf.’ ‘Dat kan kloppen, ik werk nog maar een half jaar bij Berendsen en bij alle andere borrels en festiviteiten van dit bedrijf ging ik altijd snel naar huis. Mijn kinderen hebben veel aandacht nodig,’ zei Isabel. Karel knikte en nam een slok van zijn Westmalle tripel, één van zijn favoriete biertjes. Ze raakten in gesprek over hun hobby’s. Toen Karel vertelde, dat hij graag in Nederland en daarbuiten liep, vertelde Isabel, dat ze die zomer alleen het Pieterpad had gelopen. ‘Vond je het leuk om dat alleen te lopen?’ vroeg Karel. ‘Nou, ik loop liever samen met iemand, dat is gezelliger. Maar na mijn scheiding vorig jaar had ik heel veel behoefte om alleen op stap te gaan. Ik heb genoten van mijn vrijheid.’ Karel knikte begripvol. Voor haar was het Pieterpad een openbaring geweest. Na haar scheiding met Martin hadden de zomervakanties een ander karakter gekregen. Vroeger bleef ze tijdens een vakantie van twee weken met Martin op één plek. Maar de vorige zomer had ze gedurende twee weken het Pieterpad gelopen. Een deel had ze alleen gedaan en een ander deel met een vrouw die ze onderweg was tegengekomen. Voor haar was dat een breuk met het verleden geweest. Martin was niet zo’n wandelaar, die hield het liefst van vissen. ‘Ik vind het ook fijn om te lopen, ik loop ook wel in Nederland, maar het liefst loop ik toch in de bergen,’ zei hij. ‘Loop je dan regelmatig in Zwitserland en Oostenrijk?’ Met haar tong bewoog ze zachtjes over haar lippen. Karel ontspande zich, hij genoot van het gesprek. 8
‘Ik heb wel eens in de Alpen gelopen, maar toch vaker in de Pyreneeën of in Noorwegen.’ ‘Heb je buiten Europa wel eens gelopen?’ vroeg Isabel. ‘Ja,’ zei Karel, ‘in de Andes, de Himalaya en de Karakoram.’ Isabel vroeg hem door over zijn voettochten in Ladakh en de Karakoram, waar Karel enkele tochten gemaakt had. Karel voelde, dat Isabel aan zijn lippen hing: zij wilde waarschijnlijk ook eens die tochten maken, die hij had gemaakt. ‘Maar hoe heb je die tochten dan georganiseerd?’ vroeg Isabel. Karel legde uit dat hij met een vriendin naar India was gevlogen en dan met de bus van Delhi naar Leh was gereisd. Daar, in het dorpje aan de andere kant van de Himalaya, had hij bij verschillende trekking bureautjes zitten praten. Natuurlijk had hij ook een boekje met kaartjes van verschillende routes bij zich gehad. Dat maakte het overleg met die mannen in het bureautje gemakkelijker. Bij de laatste reis had Karel er twee dagen voor uitgetrokken om de verschillende bureautjes te bezoeken en de aanbiedingen te vergelijken. Dat kwam ook goed uit, gezien de acclimatisatie. Leh ligt op 3600 meter hoogte en bij aankomst merkte Karel en Annemarie, dat ze zeer amechtig waren. Als ze op dezelfde manier liepen als in Nederland, dan bleken ze al snel aan het hijgen. Aan het einde van hun tweede dag in Leh namen Annemarie en Karel een besluit. Zij liepen het bureautje in, wat volgens hen de beste aanbieding had. Voor veertien gulden per dag huurden ze een paardenman, die ook als gids en kok zou optreden. De paardenman zou twee paarden meenemen voor het vervoer van de bagage en het eten gedurende de achtdaagse tocht door de Markhavallei. Karel vertelde, dat hij erg van die tocht door de hoge bergen genoten had. Isabel knikte begrijpend. Karel dacht na over al zijn reismaatjes, die hij de afgelopen jaren gehad had. De meeste waren aardig, maar het was altijd weer moeilijk om iemand mee te krijgen. Isabel was onder de indruk van Karels verhalen, zij riep enthousiast: ‘Oh, dat wil ik ook nog eens doen! Kunnen we niet een keer afspreken? Ik wil nog meer van jou over die reizen horen!’ 9
‘Dat lijkt mij heel leuk,’ zei Karel. ‘Zal ik nog een glaasje rode wijn voor je halen?’ ‘Ja, dat is goed,’ zei ze en ze glimlachte weer naar hem. Een paar weken later reed hij, aan het einde van de zondagmiddag, naar haar huis in Spanbroek voor een etensafspraak bij haar. Van tevoren had ze hem telefonisch de route verteld, die hij vanaf Amsterdam moest rijden om bij haar te komen. Maar haar zwoele stem had hem zo verward, dat hij haar beschrijving waarschijnlijk niet volledig opgeschreven had. Bij de benzinepomp halverwege het dorp wist hij het niet meer. Moest hij nu voor het benzinestation rechtsaf of er na. Hij besloot haar te bellen. Het enthousiaste ontvangst van zijn telefoontje gaf hem moed. Misschien zouden ze samen een fijne vriendschap kunnen opbouwen. Tijdens de maaltijd praatte Isabel over haar twintigjarig huwelijk met Martin, dat één jaar geleden afgelopen was. De laatste jaren was Martin zo egoïstisch en gemakzuchtig geworden, dat ze een hekel aan hem had gekregen. Na haar scheiding realiseerde ze zich, dat ze teveel in die relatie opgesloten was geweest. Tijdens de koffie besloot Karel de stoute schoenen aan te trekken. ‘Goh Isabel, ik vond het vanavond zo gezellig bij jou. Ik zou je graag vaker willen zien. Ik kom je op ons bedrijf maar zelden tegen.’ Isabel: ‘Ja, ik vond het vanavond ook leuk. Maar verwacht alsjeblieft niet te veel van mij. Ik vind je aardig, maar ik heb ook een gezin. Mijn twee zonen hebben mijn aandacht nodig.’ Haar twee zonen Peter en Lucas waren in de week bij haar en in het weekend bij haar ex. Peter zat in de tweede klas van de vmbo en begon langzaam aan een lastige puber te worden. Zijn leerprestaties waren mager, ze moest hem elke dag weer motiveren om naar school te gaan. Lucas zat in de laatste klas van de basisschool. Hij was een kwetsbare jongen, die vaak gepest werd. In de week had ze veel tijd nodig om haar zoons te begeleiden naar volwassenheid. Maar in de weekenden had ze tijd om met Karel wat te ondernemen. ‘Ik vond het lopen van het Pieterpad zo leuk, ik wil graag in het komende jaar met jou een ander lang afstandspad lopen,’ zei ze. 10
Dat vond Karel prima. Het leek hem een ontspannen manier om deze boeiende vrouw beter te leren kennen. Karel stelde voor één van de paden langs de grens te lopen. De stilte en de rust in de grensgebieden was altijd zo aangenaam. Hij noemde het Noaberpad langs de Duitse grens en het Grenslandpad langs de Belgische grens. Ze kozen uiteindelijk het pad langs de oostgrens. Zij besloten gedurende een aantal weekenden in de winter en het voorjaar het pad te gaan lopen. Bij het afscheid omhelsden ze elkaar hartstochtelijk. Voor de tweede keer drukte zij hem op het hart, niet teveel van haar te verwachten. ‘Weet je,’ zei ze, ‘ik mis ook zo erg mijn oude gezinssituatie. Dat je met zijn vieren op zondagavond gezellig aan tafel zit.’ Karel knikte als instemming en bedankte haar voor de heerlijke en gezellige maaltijd. Daarna reed hij fluitend naar huis.
11