Succesvol innoveren in eHealth met eHix
Whitepaper eHix Lectoraat ICT-innnovaties in de Zorg
Synopsis Dit Whitepaper beschrijft de eHealth Innovatiematrix (eHix). Een online informatiesysteem dat projectconsortia helpt bij het effectief uitvoeren en doorlopen van hun innovatieproces en vermarkten van ehealth oplossingen door: • De eHix-instrumentenbibliotheek met hulpmiddelen voor het onderzoeken en realiseren van allerlei aspecten van de eHealth innovatie, van behoefteonderzoek tot techniek en business case, • De eHix-scan om vast te stellen waar een project staat en welke hiaten er zijn richting vermarkting van de eHealth innovatie • De eHix-adviestool om op basis van geïdentificeerde hiaten gericht advies te geven over te ondernemen stappen en te gebruiken hulpmiddelen.
COLOFON Christelijke Hogeschool Windesheim Postbus 10090, 8000 GB ZWOLLE, Nederland Auteur(s)
November, 2
: -
Auteur 1 Sikke Visser Auteur 2 Timber Haaker Auteur 3 Robbert Menko Auteur 4 Marike Hettinga
Samenvatting eHealth oplossingen bieden veelbelovende mogelijkheden voor het verbeteren van de efficiency en kwaliteit van de gezondheidszorg. Ze zijn instrumenteel bij zorg aan mensen met een chronische ziekte, bij ondersteuning van zelfmanagement of bij geïntegreerde gezondheidszorg. Echter, veel potentieel waardevolle innovaties komen niet verder dan de project of pilot-fase en bereiken nooit de fase van structurele implementatie in zorgprocessen. Een van de valkuilen is dat te eenzijdig gedacht wordt vanuit technologische mogelijkheden van ICT. De eisen vanuit gebruikers en de organisatorische en financiële inbedding worden onderschat. Hoewel er in de literatuur een gedeeld inzicht ontstaat in de succes- en faalfactoren bij het ontwikkelen en implementeren van ehealth oplossingen, is er nog weinig kennis over praktische hulp voor het ondersteunen en versnellen van het ehealth innovatieproces richting succesvolle implementatie in de zorgpraktijk. Daarom hebben Windesheim en Novay, mede mogelijk gemaakt door de provincie Overijssel, gewerkt aan het ontwikkelen van een systematische methodiek en bijbehorend instrumentarium voor het ondersteunen van ehealth innovatie projecten bij het realiseren van duurzame ehealth innovaties. De methodiek en het instrumentarium vatten we samen onder de noemer eHealth innovatie matrix (eHix). Het uitgangspunt bij de ontwikkeling van de methodiek is dat we ehealth innovatie zien als een service innovatie in plaats van een technologische ontwikkeling. Voor een succesvolle implementatie van een ehealth dienst is een gezond business model vereist. We gebruiken daarom een business model aanpak om de brug te slaan van ehealth project naar ehealth dienst in de praktijk. Het startpunt voor de innovatie methodiek en het instrumentarium is een onderverdeling van het innovatieproces in verschillende fasen, elk met eigen doelen en aanpakken (Hettinga, 2009). Aansluitend bij het business model denken, kiezen we als tweede dimensie in de methodiek het STOF business model (Bouwman, De Vos & Haaker, 2008.). Door de vijf innovatie fasen te kruisen met de vier STOF domeinen ontstaat een matrix met twintig cellen, de eHealth innovatie matrix (eHix). De eHix biedt een tweetal functionaliteiten: de eHix scan en de eHix instrumenten bibliotheek. Met de eHix scan kunnen projecteigenaren of andere betrokkenen bepalen in welke fase een innovatieproject zich bevindt door het invullen van een vragenlijst. De eHix scan laat ook zien welke aspecten in het project nog niet of nog onvoldoende zijn uitgewerkt. De eHix scan kan vervolgens gericht adviseren over de volgende stappen die het project kan zetten om lacunes te vullen en/of de volgende fases in het innovatieproces te doorlopen. De instrumenten bibliotheek voorziet de gebruiker van de juiste instrumenten, zoals scans, sjablonen of checklist die tijdens het innovatieproject kunnen worden gebruikt
De eHealth innovatie matrix heeft als doel de kloof tussen Buzz (ICT als belofte voor betere zorg) en Business (levensvatbaar eHealth service- en business model) te overbruggen. Door koppeling van het innovatieproces aan een business model benadering krijgt de toekomstige structurele implementatie al vanaf het begin aandacht in de diverse innovatie activiteiten. Bekende en minder bekende (succes)factoren voor ehealth innovatie krijgen een betere plek in het innovatieproces door ze te koppelen met de juiste fase en het juiste business model domein. Zo worden valkuilen en onderschatting van de niet-technische requirements vermeden. De eHix is te gebruiken via eHix.nl.
Inhoudsopgave 1
INLEIDING .......................................................................................................................................................... 2
2
EHEALTH INNOVATIE MATRIX ........................................................................................................................ 3
2.1
STOF business model raamwerk ........................................................................................................................ 3
2.2
Fasering van het innovatieproces ........................................................................................................................ 4
2.3
eHix structuur en bibliotheekfunctie ..................................................................................................................... 5
3
EHIX SCAN EN ADVIES ..................................................................................................................................... 6
3.1
Succesfactoren .................................................................................................................................................... 7
3.2
Succesfactoren en de eHix .................................................................................................................................. 8
3.3
eHix scan en advies ............................................................................................................................................ 9
4
PRAKTISCH GEBRUIK VAN DE EHIX ........................................................................................................... 11
4.1
DiMOVE ............................................................................................................................................................ 11
4.2
DiMOVE en eHix .............................................................................................................................................. 12
5
VERDERE ONTWIKKELING EHIX .................................................................................................................. 13
6
REFERENTIES ................................................................................................................................................ 13
1 Christelijke Hogeschool Windesheim | Lectoraat ICT-innovaties in de Zorg Campus 2-6 | Postbus 10090 | 8000 GB Zwolle | 088 469 98 93 | www.windesheim.nl
1 Inleiding Innovatieve inzet van ICT in de zorg wordt vaak gezien als dè oplossing voor de uitdagingen waar de zorg voor staat. Toch komen ICT-toepassingen nog maar mondjesmaat voor in de huidige zorgpraktijk. Veel innovatie blijft steken in de projectfase en wordt nooit ingebed in de zorgpraktijk. Een belangrijke reden daarvoor ligt in het denken vanuit technologische mogelijkheden. Daarbij wordt vergeten dat het eigenlijk om diensten gaat die eisen stellen aan gebruikers en betrokkenen en aan de organisatorische, technologische, juridische en financiële inbedding. Vaak wordt te laat met business- en organisatieaspecten rekening gehouden of worden toekomstige gebruikers of stakeholders te weinig betrokken. Bovengenoemde problematiek is het centrale thema in de lectorale rede van Marike Hettinga en daarmee een van de speerpunten van het lectoraat ICT-innovaties in de Zorg. In haar lectorale rede besluit Hettinga met het hoofdstuk “van rede naar realiteit”. Dit hoofdstuk beschrijft de aanleiding voor de eHix; Maar hoe zetten we de veelbelovende woorden uit deze rede om in realiteit? Een eerste stap is gezet: het lectoraat heeft, in samenwerking met het lectoraat Innoveren in de Ouderenzorg, financiering vanuit het programma Economische Innovatie van de provincie 3 Overijssel gekregen voor het uitvoeren van het onderzoeksplan ICT-zorg: van Buzz naar Business (Hettinga & Smits, 2009). Hierin omschrijven we hoe we op iteratieve wijze de IO-Leidraad willen ontwikkelen: het voortdurend testen van de bruikbaarheid van de Leidraad in telezorgprojecten en het vervolgens aanpassen ervan. De projecten waarin we de IO-Leidraad willen toepassen, ontstaan vanuit vragen uit het veld. Die vragen komen uit verschillende hoeken: van een commerciële telezorgaanbieder, een kleine zelfstandige zorgpraktijk, een ziekenhuis, een gemeente en een groter specialistisch zorgcentrum. De partijen variëren bovendien doordat ze in verschillende fases van het innovatietraject zitten. Die spreiding geeft ons de mogelijkheid om de IO-Leidraad in verschillende innovatiefases toe te passen en te evalueren. Het lectoraat komt voort uit de School of Information Sciences en de School of Health Care, die beide vertegenwoordigd zijn in de kenniskring. Er is dus voldoende expertise op het snijvlak van ICT en zorg aanwezig om de plannen van het lectoraat te realiseren. Het doel is om de telezorgprojecten zoveel mogelijk aan te laten sluiten bij alle aanwezige vakdisciplines om ook onderzoeksopdrachten voor studenten te genereren. Zo voerden studenten van de Minor Healthcare Technology al succesvol onderzoeksopdrachten uit voor het lectoraat. Dit brengt niet alleen een natuurlijke integratie van onderzoek en onderwijs tot stand, het levert ook enthousiaste projectmedewerkers op. Daarnaast geven de onderzoeksprojecten ook rechtstreeks input aan het onderwijs door nieuwe kennis en casuïstiek. Eén kenniskringlid is bijvoorbeeld specifiek aangenomen om het ICTzorg-onderwijs in de School of Health Care verder te ontwikkelen.(Hettinga, 2009) De in de rede genoemde IO-leidraad heeft de vorm van de eHealth innovatiematrix (eHix) gekregen. Daarnaast wordt in de rede gesproken over specifieke projecten. Op dit moment is het lectoraat actief betrokken bij verschillende telezorgprojecten, naast de twee casestudies die al binnen het onderhavige onderzoeksprogramma vallen. De eHix wordt toegepast in deze projecten, maar deze projecten geven ook invulling aan de eHix zodat er een gevalideerd model ontstaat. De uiteindelijke opgedane ervaringen van de eHix worden via een internetapplicatie aangeboden aan projecteigenaren van andere telezorgprojecten. Tot slot spreekt Hettinga over mogelijkheden van het lectoraat op het gebied van de integratie van onderwijs en onderzoek. Voor de ontwikkeling van de eHix wordt uitgebreid gebruik gemaakt van de inzet van studenten. De eerste webversie van de eHix (www.ehix.nl) is ontworpen door studenten van de minor healthcare technology. 2 Christelijke Hogeschool Windesheim | Lectoraat ICT-innovaties in de Zorg Campus 2-6 | Postbus 10090 | 8000 GB Zwolle | 088 469 98 93 | www.windesheim.nl
2 eHealth innovatie matrix In dit hoofdstuk wordt de eHealth Innovatiematrix – afgekort eHix – geïntroduceerd. Zoals beschreven in de inleiding combineert de eHix het business model denken met een fasering van het innovatieproces. In de volgende paragrafen wordt eerst het business model denken en het gehanteerde business model raamwerk toegelicht en vervolgens wordt ingegaan op de fasering van het innovatieproces en de vijf stappen die we daarin onderkennen. In de laatste paragraaf wordt de eHealth innovatiematrix geïntroduceerd als een combinatie van het business model met het model voor het gefaseerde innovatieproces.
2.1 STOF business model raamwerk Een business model beschrijft in essentie hoe organisaties waarde willen creëren voor hun klanten en hoe daaraan te verdienen. Dat „verdienen. zal vaak betrekking hebben op euro‟s maar dat hoeft niet altijd. Ook voordelen die zich niet eenvoudig in euro‟s laten uitdrukken, bijvoorbeeld een betere kwaliteit van leven, kunnen voor de aanbieders van een dienst een belangrijke waarde vertegenwoordigen. Het creëren van waarde voor gebruikers en aanbieders van diensten staat centraal in het denken over business modellen. De term business model is opgekomen in de jaren negentig tegelijk met de ontwikkelingen in de IT en telecom industrie. Het creëren, opslaan en delen van informatie en content werd veel makkelijker en goedkoper. Daardoor werden veel nieuwe (ICT gebaseerde) diensten en manieren om diensten aan te bieden mogelijk. Het werd meer dan ooit belangrijk het juiste business model te kiezen. Business modellen zijn hun toepassing in de e-business setting inmiddels ontstegen. Inzet van ICT en daarmee verbonden business model innovaties zijn sleutelfactoren geworden bij het realiseren van structurele innovatie in de zorg (Haaker, 2010).We beschrijven hier een aanpak waarbij het business model vanuit vier samenhangende perspectieven beschreven wordt - het STOF-model (Bouwman et al. 2008). Het STOF model biedt een systematische aanpak voor service en business modeling van innovatieve ICT diensten. De STOF methode biedt bij uitstek de kans om verschillende aspecten van het business model als dienst en gebruiker, techniek, organisatie, financiën en regelgeving in samenhang te ontwerpen en te onderzoeken in de verschillende fasen van het innovatieproces. Het STOF model beschrijft het business model aan de hand van vier perspectieven of domeinen: •
• • •
Service perspectief: een beschrijving van de dienst, de waardepropositie
Figuur 1:STOF model (
(de waarde van de dienst voor gebruikers) en de beoogde doelgroep; Technologie perspectief: een beschrijving van de benodigde technische functionaliteit en architectuur om de dienst te kunnen leveren; Organisatie perspectief: een beschrijving van de benodigde middelen, activiteiten en rollen en de structuur van het waardenetwerk waarin partners samenwerken om de dienst te leveren; Financieel perspectief: een beschrijving van de manier waarop de dienst opbrengsten genereert (verdienmodel) en de verdeling van kosten en baten over de betrokken partijen in het waardenetwerk. 3 Christelijke Hogeschool Windesheim | Lectoraat ICT-innovaties in de Zorg Campus 2-6 | Postbus 10090 | 8000 GB Zwolle | 088 469 98 93 | www.windesheim.nl
De verschillende aspecten zullen in de loop van een innovatietraject veranderen. De dienst ontwikkelt zich onder invloed van input van beoogde gebruikers. De keuze voor techniek verandert als gevolg van leerervaringen uit experimenten en organisaties spelen verschillende rollen in verschillende fasen.
2.2 Fasering van het innovatieproces In de literatuur worden diverse modellen beschreven voor de fasering van het innovatieproces. De modellen zijn gebaseerd op de idee dat de verschillende fasen onderscheidende kenmerken bezitten met betrekking tot doel, focus en aandacht, output en resultaten, benodigde competenties, schaal in termen van kosten en inspanningen, betrokkenen en gebruikte hulpmiddelen. Over het algemeen geldt dat gaandeweg een innovatietraject de aandacht verschuift van service concept en technologie naar organisatorische en financiële aspecten die te maken hebben met uitrol en structurele implementatie. Christensen & Birkshaw (2007) beschrijven het innovatieproces aan de hand van de „innovation value chain. bestaande uit drie fases, creatie, ontwikkeling en diffusie, elke eigen kenmerken. Van Buuren e.a. vullen dit model aan met een competentiemodel waarin de verschuiving van benodigde competenties duidelijk wordt.
Pilotfase
Ontwerpfase •Gebuikers onderzoek •Technologie en markt scan •Open houding
Inventarisatiefase
•Specificaties •Interactie design •Start ontwerp business model
• Usability • Invest in resources • Lab omgeving
•Real world •Training facilities •Evaluatie
Experimenteer fase
•Evicende based medicine •Schaalbaarheid •Dienstaanbod
Implementatiefase
Figuur 2: Gefaseerd innovatieproces met vijf fasen
Broens (2007) beschrijft een viertal fasen in een onderzoek naar succescriteria voor innovatieve telezorgtoepassingen. Vanuit een primair technologisch perspectief beschrijft hij de groei en schaal van een innovatie aan de hand van achtereenvolgens de prototype fase, small-scale pilot fase, large-scale pilot fase en operational products fase. De bijbehorende succescriteria verschuiven volgens Broens van technologie naar gebruikersacceptatie naar financiering en organisatie naar beleid en regelgeving (Broens 2007). Hartog en Verschuren (2005) beschrijven een ontwerpcyclus met zes fasen waarbij voor elke fase richtlijnen en succescriteria zijn geformuleerd. De fasen zijn: first hunch, requirements and assumptions, structural specifications, prototype, implementation, evaluation. De criteria maken evaluatie mogelijk met betrekking tot de succesvolle afronding van de een fase en overgang naar een volgende fase. Cooper (2009) heeft het innovatieproces beschreven als een „stage-gate. model met verschillende stages (fases) met gates (poorten) daartussen, Cooper wijst ook op het belang van duidelijke Go/No Go criteria tussen de fasen in het innovatieproces - de „stage-gates. Voor de eHix kiezen we een fasering die voldoende ruimte geeft om het innovatieproces op ieder moment met de juiste hulpmiddelen gericht te kunnen ondersteunen. We volgen de indeling in vijf fasen volgens Hettinga (2009; 2004): inventarisatie fase, ontwerp & ontwikkelfase, experimentele fase, pilot fase en uitrolfase. De fasering vormt de horizontale as van de eHix innovatie matrix. Hierin zijn de eerder genoemde faseringen in meer of mindere mate te herkennen. In de inventarisatie fase komt het idee van een nieuwe dienst tot stand en wordt geïnventariseerd wat de behoeften en voorwaarden van bijvoorbeeld de gebruikers zijn. In de ontwerp en ontwikkelfase wordt de techniek ontworpen en ontwikkeld en wordt er nagedacht over het business model van de dienst. Daarna volgt de experimentele fase waarin enkele gebruikers de nieuwe toepassing uitproberen, vaak nog in 4 Christelijke Hogeschool Windesheim | Lectoraat ICT-innovaties in de Zorg Campus 2-6 | Postbus 10090 | 8000 GB Zwolle | 088 469 98 93 | www.windesheim.nl
laboratoriumopstelling. Vervolgens kunnen in de pilotfase meer gebruikers, in hun eigen dagelijkse praktijk, met de toepassing aan de slag. Verloopt dat succesvol dan zou de weg vrij moeten zijn voor fase vijf: de uitrolfase. De vijf fasen van Hettinga vormen de basis voor de fasering van het innovatieproces voor de eHix. De eHix werkt toe naar een aantal concrete resultaten per fase in het innovatieproces. Zo leidt de initiatiefase tot een inventarisatierapport met daarin beschreven; • • •
de doelgroep van de innovatie, een omgevingsscan waar bijvoorbeeld gekeken wordt naar reeds bestaande technologieën, de projectinrichting (rollen, taken, planning)
In de ontwerpfase wordt bijvoorbeeld een concreet businessmodel geformuleerd en dient er een functioneel ontwerp van de innovatie ontwikkeld te worden. In de experimentele fase is het noodzakelijk een prototype van de innovatie te hebben. In de pilotfase zal een prototype niet meer voldoende zijn en is een in de praktijk inzetbare werkende versie nodig. In de uitrolfase zal nagedacht moeten worden over de daadwerkelijke implementatie van de innovatie in de zorgpraktijk. Onderstaande tabel geeft een overzicht van verschillende producten per innovatiefase. Tabel 1: Resultaten of producten per fase
Inventarisatie fase
Ontwerp fase
Inventarisatierapport doelgroepanalyse Omgevingsanalyse Projectinrichting
Business model ontwerp Waardepropositie Architectuur Benefitcase Verdienmodel Functioneel ontwerp Requirementsanalyse Omgevingseisen
Experimentele fase
Pilot fase
Uitrol fase
Prototype/Mock up testscenario’s
Werkende pilot versie in de praktijk in te zetten testversie
Businessplan inventarisatierapport (fase 1) Business model (fase 2) Business case (fase 3)
Evaluatierapport technische analyse Evaluatie gebruikersperspectief Toets stakeholders obv benefitcase Ontwerpaanpassingen business case check
Evaluatierapport ervaren waarde inventarisatie klinische effecten business case check analyse v/d impact op stakeholders technische robuustheid / betrouwbaarheid Supportplan training/instructie technische support risico-inventarisatie back up scenario voor pilot
Implementatieplan implementatieproces lifecycle management verandermanagement
Technisch ontwerp Technische specificaties Hardware
Business case Verwachte kosten en baten
2.3 eHix structuur en bibliotheekfunctie De eHix combineert de vijf fasen in het innovatieproces (ideefase, ontwerpfase, experimenteerfase, pilotfase, uitrolfase) met de vier aspecten van het business model (service, technologie, organisatie, 5 Christelijke Hogeschool Windesheim | Lectoraat ICT-innovaties in de Zorg Campus 2-6 | Postbus 10090 | 8000 GB Zwolle | 088 469 98 93 | www.windesheim.nl
financiën). Zo ontstaat een matrixstructuur met 20 cellen. Iedere cel beschrijft de essentiële stappen en keuzes in het innovatieproces voor een specifiek domein binnen het business model in een specifieke fase. Voor elke cel zijn enkele keywords benoemt die de essentie van de cel beschrijven. Voor ieder keyword zijn checklists, tools, methoden, aanpakken en voorbeelden verzameld die helpen om de juiste stapen te zetten en keuzes te maken. Dit varieert van templates voor het uitvoeren van een stakeholder analyse of het opstellen van een business case tot hulp bij het maken van een technisch ontwerp of het uitvoeren en evalueren van een pilot. De eHix matrix structuur is onderstaande Figuur 3 weergegeven. In iedere cel is het belangrijkste keyword weergegeven.
Figuur 3: eHix matrix structuur
De eerste functie van de eHix is de bibliotheekfunctie. De eHix is op celniveau gevuld met relevante voornamelijk praktische documentatie, handreikingen, workshops, presentaties, sjablonen en formats. De gebruiker van de eHix kan op de cellen van de matrix klikken. Iedere cel geeft informatie over de fase in combinatie met een van de onderdelen van het STOF model. In de omschrijvingen staan keywords waarop geklikt kan worden. Door op de keywords te klikken krijgt de gebruiker toegang tot de data in de eHix bibliotheek. Daarnaast wordt de eHix geïllustreerd aan de hand van casestudies. Deze casestudies zijn gebaseerd op de telezorgprojecten van het lectoraat. In de volgende paragraaf komt de tweede functie van de eHix aan bod namelijk de eHix scan en advies functie.
3 eHix scan en advies De eHix is op twee manieren te gebruiken. Naast de in het vorige hoofdstuk beschreven bibliotheekfunctie biedt de eHix meer, namelijk een interactieve online advies tool voor eHealthprojecten. Gebruikers van de eHix kunnen via een gepersonaliseerd deel van de site eigen projecten invoeren en beheren in de eHix. Op deze manier is de eHix niet alleen een slimme databank, maar geeft de eHix de gebruiker advies gebaseerd op de voortgang van het eigen eHealth project. De geregistreerde bezoeker, bijvoorbeeld een projectleider of ondernemer, kan een eHealth project toetsen aan de hand van de zogenaamde eHix scan. De eHix scan is een vragenlijst die gekoppeld is aan de cellenstructuur van de eHix. Door het invullen van de vragenlijst voor een ehealthproject laat de eHix scan middels kleuren zien wat de status van het project is en waar eventuele knelpunten of blind spots in het businessmodel van de innovatie zitten. De bibliotheekfunctie geeft de “gereedschappen” om deze blind spots of knelpunten op te lossen. De volgende paragrafen gaan in op de werking van de eHix scan en hoe deze tot stand is gekomen. Daarvoor wordt eerst een relatie gelegd tussen de resultaten per innovatiefase zoals beschreven in Tabel 1, de keywords uit de eHix matrix en succes- en faalfactoren voor eHealth innovaties. 6 Christelijke Hogeschool Windesheim | Lectoraat ICT-innovaties in de Zorg Campus 2-6 | Postbus 10090 | 8000 GB Zwolle | 088 469 98 93 | www.windesheim.nl
3.1 Succesfactoren Voor de ontwikkeling van de eHix is een onderzoek naar succesfactoren voor e-health innovaties uitgevoerd. De resultaten van dit onderzoek zijn weergegeven in onderstaande tabel. De geïdentificeerde succes een faalfactoren zijn toegekend aan de verschillende onderdelen van het STOF model. Succescriteria kunnen gebruikt worden voor de evaluatie van het business model en dienen tevens als bouwstenen van de eHix zelf. De lijst met succescriteria is samengesteld op basis van een literatuurstudie. In aanvulling op de literatuurstudie zijn twee expertmeetings georganiseerd. Aan de expertmeeting hebben diverse deskundigen, zoals verzekeraars, ondernemers, onderzoekers, zorginstellingen en overheidsinstanties deelgenomen. Een onderdeel van deze expertmeetings was een discussie over de succes en faalfactoren voor ehealth innovaties. De resultaten van de expertmeetings en de literatuurstudie zijn weergegeven in de tabel. Tabel 2: Succesfactoren Succesfactoren S
• • • •
T
O
• • • • • • • • • • • • • •
F
• • • •
Faalfactoren
Marktverkenning (Van Oirschot e.a.) bijdrage verbetering efficiency in de zorg (raad voor de volksgezondheid 2002) Versterken eerste lijn (expertsessie) Diffusion; geschikt te maken voor meerdere doelgroepen (Broens e.a.) aansluiting huidig gedrag (Van Leeuwen) Betrek patiëntenverenigingen (expertsessie) Lifecyclemanagement (expertsessie) Patiënt centraal (expertsessie) Hou het simpel (expertsessie) Technisch passend (Van Oirschot e.a.) Standaardisatie (Broens e.a., Van Oirschot e.a.) Proven Technology (Van Leeuwen) Security/privacy (Broens e.a., raad voor de volksgez) Management-commitment (raad voor de volksgezondheid 2002) Betrokkenheid stakeholders (raad voor de volksgezondheid 2002) Zichtbaarheid van de innovatie (Van Oirschot e.a.) Mogelijkheid tot uitproberen (Van Oirschot e.a.) Evidence based/communicatie van de innovatie (Van Oirschot e.a, Broens e.a.) Support en training (Broens e.a.) Mening opinieleiders (van Oirschot e.a., Broens e.a.) Cost effectiveness study (Broens e.a.) Dirty cheap / pricing strategie (expertsessie)
• • • • • • • •
kennis en ervaring wordt niet samengebracht c.q. uitgewisseld; (raad voor de volksgezondheid 2002 regionale indeling van de zorg werkt contraproductief (raad voor de volksgezondheid 2002) Veel tussenstoppen, geen direct contact met klanten (expertsessie) Losse afdelingen (expertsessie) Netwerkcomplexiteit (expertsessie) Rigide financieringssysteem in de zorg (raad voor de volksgezondheid 2002) Scheve verdeling van baten en lasten (raad voor de volksgezondheid 2002) Aanvraag voor subsidie voordat structureel plan is gemaakt (expertsessie)
7 Christelijke Hogeschool Windesheim | Lectoraat ICT-innovaties in de Zorg Campus 2-6 | Postbus 10090 | 8000 GB Zwolle | 088 469 98 93 | www.windesheim.nl
3.2 Succesfactoren en de eHix In hoofdstuk 2 zijn voor iedere fase verschillende producten of resultaten beschreven. Per product is er een relatie te met de keywords en de hierboven genoemde succes factoren gemaakt. Op die manier wordt er een relatie gelegd tussen de succesfactoren, de keywords en uiteindelijk de verschillende producten per fase. Tabel 3 is een voorbeeld van het inventarisatierapport. Het inventarisatierapport is het resultaat van de inventarisatiefase en bestaat uit een doelgroepanalyse, omgevingsanalyse en de projectinrichting. In de eHix staan voor de realisatie van bijvoorbeeld de doelgroepanalyse in deze fase de keywords: doelgroep, behoeften en beoogde waarde. Onder deze keywords staan in de eHix instrumenten die gebruikt kunnen worden om de doelgroepanalyse uit te voeren. Tevens laat Tabel 3 zien aan welke succesfactoren het betreffende product een bijdrage kan leveren en daarmee de kans op een succesvol business model verhoogt. Tot slot vormen deze tabellen de basis voor de eHix scan en de bijbehorende vragenlijsten. Tabel 3: Relatie tussen project realisatie, eHix keywords en succes- en faalfactoren Inventarisatierapport
Inhoud
Keywords
Succes/faal factoren
Doelgroepanalyse
•
Inventarisatie mogelijke doelgroep of doelgroepen Waardebepaling voor klant en of gebruikers
• • •
Doelgroep Behoeften Beoogde waarde
• • •
Diffusion (Broens e.a.) Patiënt centraal (expertsessie) bijdrage verbetering efficiency in de zorg (raad voor de volksgezondheid 2002)
Is er een technologyscan uitgevoerd? Deze scan geeft inzicht in de technische mogelijkheden, onmogelijkheden en ontwikkelingen. Hoe ziet de markt eruit, denk aan de volgende elementen o Concurrentieomgevi ng o Marktpotentieel o Benchmarks Inventarisatie mogelijke financieringsmogelijkheden Is er inzicht in mogelijke regelgeving en wetgeving waaraan de innovatie moet voldoen? Een eerste inventarisatie van alle (mogelijke) stakeholders
• • • • • •
Marktscan Technologyscan Financiering Subsidie Regelgeving Stakeholder identificatie
• •
Marktverkenning (Van Oirschot) Proven Technology (Van Leeuwen) Rigide financieringssysteem in de zorg (raad voor de volksgezondheid 2002) Aanvraag voor subsidie voordat structureel plan is gemaakt (expertsessie) Netwerk opbouwen met klinische klanten (expertsessie) Betrokkenheid stakeholders (raad voor de volksgezondheid 2002)
Welke partijen doen mee? Welke rollen zijn er? Projectstructuur (bijvoorbeeld wel of niet een stuurgroep etc.) Businesscase
•
•
Omgevingsanalyse
•
•
• •
•
Projectinrichting
• • • •
• • • •
• • • •
Projectpartnerselectie Rolverdeling Competenties Projectstructuur Businesscase
• • •
Netwerkcomplexiteit (expertsessie) Cost effectiveness study (Broens e.a.) kennis en ervaring wordt niet samengebracht c.q. uitgewisseld; (raad voor de volksgezondheid 2002
8 Christelijke Hogeschool Windesheim | Lectoraat ICT-innovaties in de Zorg Campus 2-6 | Postbus 10090 | 8000 GB Zwolle | 088 469 98 93 | www.windesheim.nl
3.3 eHix scan en advies De eHix biedt gebruikers ondersteuning in iedere fase van het innovatieproces. De eHix vervult daarmee een bibliotheekfunctie – een gebruiker kan zoeken naar voor hem of haar relevante ondersteuning om bepaalde aspecten van de innovatie in een bepaalde fase te realiseren. Denk aan behoefteonderzoek in de beginfase van de innovatie of aan het opzetten van een business case of het evalueren van een pilot in latere fases. Voor meer gerichte ondersteuning is het nuttig te weten wat de voortgang van een innovatieproject is, dat wil zeggen in welke fase van het innovatieproces het zich bevindt en welke resultaten al gerealiseerd zijn. Om te bepalen waar een innovatieproject zich in het innovatieproces bevindt is de eHix-scan ontwikkeld. Naast de fase waarin het project zich bevindt, bepaalt de eHix-scan ook de status van het project aan de hand van de gerealiseerde output zoals documenten, modellen, prototypes etc. Uitgangspunt is dat bij het afronden van iedere fase steeds specifieke resultaten of „opleverdocumenten‟ beschikbaar moeten zijn liefst met een aantoonbare kwaliteit. Door de status van het project en de fase waarin het zich bevindt te bepalen kan de eHix gerichter ondersteuning bieden. De eHix-scan volgt de vijf innovatiefasen die het fundament van de eHix vormen: inventarisatiefase, ontwerpfase, experimentele fase, pilot fase en uitrolfase. Voor iedere fase worden de typische opleverdocumenten vastgesteld, zie paragraaf 2.2. Door te scannen welke opleverdocumenten gerealiseerd zijn kan de fase waarin een project zich bevindt worden vastgesteld. De scan gebeurt aan de hand van een vragenlijst. De aanwezigheid van bepaalde opleverdocumenten is nog niet voldoende, deze moeten ook aan bepaalde kwaliteitseisen voldoen. Daarvoor maakt de eHix scan gebruik van wat per fase de zogenaamde Succes factoren zijn. Deze factoren worden gekoppeld aan de opleverdocumenten zodat zo mogelijk een kwaliteitstoets van de gerealiseerde resultaten en documenten gedaan kan worden. Aan de hand van de opleverdocumenten kan middels de eHix scan bepaald worden wat de status van een eHealthproject is. Waar zitten de “blind spots” en waar kan de eHix ingezet worden om de innovatie succesvol in de uitrolfase te brengen? Het advies van de eHix-scan verwijst naar allerlei vormen van ondersteuning in de eHix. Door de eHix-scan herhaaldelijk in te zetten kan de voortgang van een project gemonitord en ondersteund worden. Zo kan de eHix in combinatie met de eHix-scan gebruikt worden om bestaande en nieuwe eHealth projecten te begeleiden. De vragenlijsten voor de verschillende innovatiefasen staan onderstaand weergegeven: Inventarisatiefase • Is er een inventarisatierapport opgesteld? (ja/nee) o Bevat het inventarisatierapport een beschrijving van de doelgroep(en)? Schuifbalk (nee, inventarisatie doelgroepen , waardebepaling doelgroepen) o Is er een omgevingsanalyse uitgevoerd? (ja/nee) Aanvinken (technologiescan, marktanalyse, financieringsmogelijkheden, inzicht in regel-en wetgeving, inventarisatie stakeholders) o Is er nagedacht over de projectinrichting? (ja/nee) Aanvinken (partijen duidelijk, rollen duidelijk, projectstructuur opgezet) Ontwerpfase • Is er een businessmodel ontworpen? (ja/nee) o Welke elementen worden in het business model beschreven? Aanvinken (waardepropositie, architectuurbeschrijving, benefitcase, kosten model/verdienmodel) • Is er een functioneel ontwerp gemaakt? (ja/nee) o Aanvinken (eisen wensen gebruikerskant, eisen wensen omgeving) 9 Christelijke Hogeschool Windesheim | Lectoraat ICT-innovaties in de Zorg Campus 2-6 | Postbus 10090 | 8000 GB Zwolle | 088 469 98 93 | www.windesheim.nl
• •
Is er een technisch ontwerp gemaakt? (ja/nee) Is er een businesscase beschreven? (ja/nee) o Beschrijving van de kosten en baten (baten kunnen ook niet financieel zijn) o Benodigde Investeringen o Verschillende scenario‟s o Business case voor verschillende stakeholders
Experimentele fase • Is er een prototype of mock up beschikbaar? (ja/nee) o Schuifbalk (Mock up, prototype gemaakt) • Is er een testscenario gebruikt (ja/nee) • Is er naar aanleiding van het prototype een evaluatierapport opgesteld? (ja/nee) o Aanvinken (bevat technische evaluatie, bevat businesscase check, bevat evaluatie vanuit gebruikersperspectief, toets benefitcase) Pilot fase • Is er een werkende versie van het systeem beschikbaar? (ja/nee) o Hoe representatief is deze versie t.o.v de gewenste situatie? Schuifbalk (0 tot 100%) • Is er een gebruikersscenario gebruikt (ja/nee) • Is er een supportplan opgesteld? (ja/nee) o Het supportplan bevat welke van onderstaande onderdelen? beschrijving training/instructie deelnemers beschrijving technische support risico inventarisatie backup scenario‟s • Is er naar aanleiding van de pilot een evaluatierapport opgesteld (ja/nee) o Welke elementen bevat het evaluatierapport? Aanvinken (ervaren waarde versus beoogde waarde, inventarisatie van de klinische effecten van de innovatie, businesscase check, betrouwbaarheid en technische robuustheid) Uitrolfase • Is er een businessplan gemaakt? (ja/nee) o Welke elementen bevat het businessplan? Aanvinken (inventarisatierapport, business model. implementatieplan) Op basis van de scores op de vragenlijsten wordt de voortgang van het project met een kleuring van de cellen van de eHix aangegeven, zie Figuur 4.
Figuur 4: Project status aan de hand van de eHix matrix
1 Christelijke Hogeschool Windesheim | Lectoraat ICT-innovaties in de Zorg Campus 2-6 | Postbus 10090 | 8000 GB Zwolle | 088 469 98 93 | www.windesheim.nl
4 Praktisch gebruik van de eHix Dit hoofdstuk bevat een voorbeeldproject, het DiMOVE project, waarin de eHix in de praktijk is toegepast en geeft daarmee een illustratie van de mogelijkheden en het gebruik van de eHix. DiMOVE staat voor Digitale Medicatie Ondersteuning Voor Epilepsie. DiMOVE maakt gebruik van een elektronisch medicijndoosje en een website en is ontwikkeld door SEIN (Stichting Epilepsie Instellingen Nederland) Het lectoraat ICT innovaties in de zorg van Hogeschool Windesheim, Dutch Button Works en Evalan. Paragraaf 4.1 geeft een korte beschrijving van de dienst. Paragraaf 4.2 beschrijft de toepassing van de eHix in dit project.
4.1 DiMOVE DiMOVE maakt gebruik van een slim medicijndoosje (RTMM) in combinatie met een webapplicatie. Met dit medicijndoosse wordt het geneesmiddelengebruik van een patiënt “real-time” bijgehouden. In de dagelijkse praktijk betekent dit dat de patiënt zijn geneesmiddelen bewaart in dat medicijndoosje. Dit doosje stuurt automatisch een kort bericht naar een centrale computer wanneer het opengemaakt wordt. De informatie van dat bericht wordt opgeslagen in een centrale database en is dan beschikbaar via een beveiligde internetaccount. De berichten van het medicijndoosje worden draadloos per GPRS of SMS verstuurd. Dit bericht bevat informatie over het tijdstip van openen, een identificatienummer van de gebruiker, een identificatie van het geneesmiddel als de patiënt verschillende soorten geneesmiddelen gebruikt, en desgewenst andere gegevens. RTMM werkt overal waar een mobiele telefoon verbinding heeft met het netwerk. Ongeveer 20 seconden na het openen van het medicijndoosje is de informatie over de inname verwerkt, opgeslagen en beschikbaar.
(figuur 5 DiMOVE)
Met behulp van de gegevens die met RTMM worden verzameld is het mogelijk om ondersteuning te bieden die zonder “real-time” data niet kan worden gerealiseerd. De belangrijkste mogelijkheden zijn gebaseerd op de volgende twee principes: •
“Real-time” signalering dat geneesmiddelen worden vergeten of niet op het juiste moment worden o gebruikt.Als in een voorgeschreven tijdsperiode geen bericht binnenkomt van het medicijndoosje van een patiënt, en deze patiënt de geneesmiddelen dus niet genomen heeft, dan kan een herinneringsprotocol in werking worden gesteld. De patiënt wordt dan (automatisch) herinnerd aan zijn geneesmiddelen, bijvoorbeeld door middel van een sms. Omdat dit alléén gebeurt wanneer geneesmiddelen worden vergeten blijft deze vorm van herinnering ook op termijn effectief. Deze herinneringen kunnen ook naar derden worden gestuurd, of indien nodig worden herhaald. Ditzelfde principe kan worden gebruikt om inname 11 Christelijke Hogeschool Windesheim | Lectoraat ICT-innovaties in de Zorg Campus 2-6 | Postbus 10090 | 8000 GB Zwolle | 088 469 98 93 | www.windesheim.nl
van geneesmiddelen op een verkeerd moment te signaleren. •
Laagdrempelige beschikbaarheid van actuele innamengegevens o De gegevens over het actuele geneesmiddelengebruik van een patiënt zijn te volgen via een beveiligde internetsite. Daarmee kan bijvoorbeeld een mantelzorger of een professionele zorgverlener vanaf elke locatie, op elk tijdstip een overzicht oproepen van het geneesmiddelengebruik van de patiënt. Bovendien kan het systeem zodanig ingesteld worden dat overzichtsrapporten worden gegenereerd, bijvoorbeeld maandelijks, waarmee de zorgverlener op een eenvoudige manier snel inzicht krijgt in het actuele geneesmiddelengebruik van de patiënt. De gegevens over het geneesmiddelengebruik in de database kunnen op eenvoudige wijze worden geïntegreerd in andere ICT-systemen die in de zorgsector gebruikt worden.
RTMM is effectief. De gemiddelde therapietrouw van de gehele groep gebruikers ligt tussen 90% en 95%, waarbij ongeveer 20% van de innamen plaatsvinden nadat de patiënt is herinnerd (bijvoorbeeld door een sms-bericht), maar nog binnen de getolereerde tijdzone. Dit is beduidend beter dan de therapietrouw van patiënten die niet worden ondersteund bij hun geneesmiddelengebruik; uit studies blijkt dat de therapietrouw van die patiënten tussen 40% en 70% ligt. Figuur 3 toont een overzicht de gemiddelde therapietrouw van patiënten die RTMM gebruiken. Het geneesmiddelengebruik zoals gemeten met RTMM kan via de webapplicatie van DiMove worden gevolgd. De patiënt kan in een eigen omgeving inloggen, en zijn eigen gegevens terugzien. Bovendien kan de patiënt via deze account een elektronisch dagboek bijhouden, waar hij zijn aanvallen en zijn algemene gevoel van de dag kan registreren. De zorgprofessional kan ook inloggen, en heeft dan toegang tot de gegevens van alle patiënten die onder zijn begeleiding vallen.
4.2 DiMOVE en eHix Hoe is de eHix nu in de praktijk toegepast in het DiMOVE project? De eHix is ingezet op een moment dat het DiMOVE project in de experimentele fase terecht is gekomen. Op basis van de eHix is een workshop business modeling aan de hand van het STOF model uitgevoerd. Deze workshop is te vinden in de “waardecreatie” cel van de eHix. De resultaten van deze sessie hebben geleid tot inzicht in alternatieve businessmodellen een overzicht van de verschillende stakeholders en de mogelijke waardeproposities per stakeholders. Naar aanleiding van de workshop zijn vervolgafspraken met een aantal stakeholders gevoerd. Ook de eHix scan is toegepast op het DiMOVE project. Deze scan in het voorjaar van 2011 uitgevoerd. Uit de scan bleek dat er op dat moment geen duidelijke businesscase voor DiMOVE uitgewerkt was. Tot slot is het exploitatieplan op basis van de ehix uitgewerkt. In het exploitatieplan is eveneens een businesscase voor DiMOVE beschreven.
12 Christelijke Hogeschool Windesheim | Lectoraat ICT-innovaties in de Zorg Campus 2-6 | Postbus 10090 | 8000 GB Zwolle | 088 469 98 93 | www.windesheim.nl
5 Verdere ontwikkeling eHix In een later stadium wordt de eHix aangevuld met workflows gekoppeld aan concrete vragen van gebruikers. Bij een workflow genereert eHix een stappenplan met daarin de geadviseerde activiteiten en ondersteuning daarbij gebaseerd op een specifieke vraag. Gebruikers van de eHix kunnen via een gepersonaliseerd deel van de site eigen projecten invoeren en beheren in de eHix. Op deze manier is de eHix niet alleen een slimme databank, maar geeft de eHix de gebruiker advies gebaseerd op de kenmerken van het betreffende eHealth innovatieproject De geschetste opdeling van het innovatieproces in fasen wordt veel gebruikt om het proces hanteerbaar en bestuurbaar te houden. In de praktijk is innovatie echter niet een lineair proces maar een iteratief proces van ontwerp, toetsing, herontwerp etc. De initiële opzet, inhoud en het online format van de eHix zijn getoetst in expertsessies. Toch moet de keuze voor de kernwoorden en het instrumentarium en de waarde en bruikbaarheid van de afgeleide online functionaliteiten zich nog in de praktijk bewijzen. Daarvoor is een iteratieve aanpak voorzien waarin de eHix wordt toegepast en getoetst in lopende of nieuw te starten eHealth innovatieprojecten. Aan de hand van de toetsing kan de eHix worden verbeterd. Hiervoor wordt ook samengewerkt met partners als de Nederlandse Vereniging van eHealth (NVEH) en Syntens. Via de partners wordt de eHix ontsloten richting bijvoorbeeld ehealth ondernemers en zorgaanbieders. Door het verzamelen van feedback met betrekking tot het praktische gebruik en de toegevoegde waarde van de eHix kan deze aangevuld en verbeterd worden. De eHix wordt daarnast ingezet in een minor Healthcare Technology bij Windesheim. Daarin gebruiken en toetsen studenten de instrumenten uit de eHix in concrete projecten.
6 Referenties Broens e.a. (2007, Determinants of successful telemedicine implementations: a literature study, Journal of Telemedicine and Telecare 2007; 13: Bouwman, H., De Vos, H., Haaker, T. (2008) Mobile service innovation and business models, Cooper, G.(2009), EFFECTIVE GATING Make product innovation more productive by using gates with teeth, Marketing Management Magazine Faber, E. a. (2008). Creating succesful ICT Services. Enschede: Telematica Instituut. Haaker, T. (2010) Business modellen voor ICT-intensieve zorginnovatie, Nictiz Kennisartikel 10025, Hettinga, M. (2009) Telezorg:van Buzz naar Business?, Lectorale rede, lectoraat ICTinnovaties in de Zorg, Christelijke Hogeschool Windesheim, Zwolle Verschuren, P. & Hartog, R. (2005), Evaluation in Design-Oriented Research, Quality & Quantity, Vol. 39, p. 733–762.