Nummer 49, juni 2013, Jaargang 16
Subsidies in bedrijf Nieuwsbrief voor een helder beeld van subsidieregelingen
3D-printen:
van nieuwsgierigheid naar daadkracht Auteur: Linda van den Hurk
3D-printen: er wordt veel over geschreven en gesproken. Met de 3D-printtechniek, ofwel Additive Manufacturing, worden producten laagje voor laagje opgebouwd. Hierdoor kun je bijna iedere vorm maken die je maar kunt bedenken. Bij bedrijven ontstaat hiernaar nieuwsgierigheid, maar ook het besef dat hier
3D-printen: innovatie door laagje voor laagje 3D-printen is een innovatieve techniek die zich snel ontplooit en waarvan de resultaten steeds sneller tot stand komen. Ook wordt het aantal te gebruiken materialen steeds verder uitgebreid. Hoewel de techniek nog sterk in ontwikkeling is, is het nu ook tijd dat de maakindustrie in Nederland deze techniek adopteert en er zijn voordeel mee doet. Welke voordelen dit zijn, verschilt per product en markt en kunnen uiteenlopen van snelle iteratieve ontwikkeling tot lichtgewicht producten en anderzijds. Bovendien zien wij in de Nederlandse maakindustrie potentie om een bijdrage te leveren aan de verbetering en uitbreiding van de techniek.
businesskansen liggen. Berenschot zet de nieuws- De nieuwsgierigen: ontdekken wat de mogelijkheden gierigheid om in ervaringen en neemt het initia- zijn voor de eigen organisatie tief innovatieve samenwerking te faciliteren.
Sinds januari 2013 laat Berenschot geïnteresseerde bedrijven middels het concept van 3D4me kennismaken met de mogelijk-
crédits_Laurent_Nivalle_Centre de Création Citroën
Inhoudsopgave 3. Lanceer nú uw ‘groene’ product of dienst op de markt! 5. ALFEN B.V. ontwikkelt samen met acht Nederlandse partners het elektriciteitsnet van de toekomst 7. MEMPHIS-platform 9. Contouren ESF-programma 2014-2020 worden zichtbaar
1 | Nummer 49 | Juni 2013
Vervolg op pagina 2
Vervolg van pagina 1
de route voor het gebruik van de 3D-printtechniek in de organisatie gepresenteerd. Dit met de verwachting dat het voldoende voordeel oplevert voor de bedrijven om zich verder te verdiepen in de techniek.
Door 3D-printen hebben ontwikkelaars meer vormvrijheid onder meer voor onderdelen waarin kanalen, elektrische bedrading en componenten en luchttoevoer geïntegreerd zijn. Met 3D-printen kunnen de complexe producten eenvoudiger en lichter geproduceerd worden.
heden van 3D-printen. Wij belichten niet alleen de technische mogelijkheden, maar ook de niet-technische voordelen. De deelnemende bedrijven doorlopen daarbij verschillende fasen. Eerst verkennen zij welke producten uit het huidige assortiment of welke nieuwe innovaties technisch en economisch kansrijk zijn. Na een selectie van een product bepalen zij aan welke functionele eisen het resultaat moet voldoen. Tenslotte belichten wij samen de commerciële voordelen en kansen en bepalen we een route voor de toekomst. 3D-printen wordt door veel bedrijven al gebruikt als rapid prototyping-techniek. Hierdoor heeft men snel beschikking over een prototype of model, waardoor korte iteratieslagen gemaakt kunnen worden en de ontwikkelingstijd wordt verkort. Tijdens de laatste 3D4me-bijeenkomst op 28 maart jl. waren wij met de bedrijven op bezoek bij Materialise. Materialise is een printservicebedrijf en produceert kunststof (onderdelen van) producten enkel en alleen met de 3D-printtechniek. Hier leerden de aanwezigen het 3D-printen ook kennen als productietechniek. Tijdens het ontwerpproces denken ontwerpers doorgaans direct aan bestaande technieken zoals frezen of spuitgieten en de technische eisen die hieruit voortvloeien. 3D-printen kent andere randvoorwaarden en vrijheden. Het is even wennen maar
2 | Nummer 49 | Juni 2013
De ontwikkelaars: samen innoveren met 3D-printen
zodra deze mind switch is gemaakt, biedt het tal van nieuwe mogelijkheden. Een team van ervaren engineers van Materialise stond klaar om met de 3D4medeelnemers te sparren over het door hen gekozen ontwerp. Hiernaast dachten Materialise, Berenschot en de andere deelnemers mee in commerciële en technische mogelijkheden. Voor het enkele bedrijf dat
Daarnaast zijn er bedrijven die verder zijn in de verkenning en meer kennis hebben vergaard over 3D-printen. Zij willen ontwikkelen met 3D-printen of willen bijdragen aan de ontwikkeling van 3D-printen. Berenschot neemt zodoende het initiatief partijen bij elkaar te brengen om hen samen te laten innoveren. Op 29 mei jl. organiseerden wij een matchmakingsessie, waarbij geïnteresseerde MKB-ers met elkaar kennismaken en plannen vormen om samen te werken. Als extra stimulering voor deze samenwerking willen we gebruik maken van de subsidieregeling Innovatie Prestatie Contracten (IPC). Deze IPC-regeling biedt MKB-ers een kans hun project voor 40% te subsidiëren. Samen met Brainport Industries schrijft Berenschot namens het consortium een IPC-aanvraag. Tijdens de matchmakingsessie hebben 24 MKB-bedrijven met een gedeelde ambitie aangegeven in 13 projecten te willen participeren. Door te investeren in de 3D-printtechniek laten zij hun vertrouwen in de techniek en daadkracht zien.
Berenschot zet zich in voor de roadmap ‘Industrial Printing & Additive Manufacturing’ Berenschot neemt in samenwerking met Brianport Industries, Syntens, TNO, Innovatie-Zuid, LIOF (Limburg), Impuls (Zeeland) en BOM (Brabant) het initiatief tot het creëren van een roadmap over Industrial Printing & Additive Manufacturing. Het doel van het roadmapproject is om samen met spelers uit de industrie die binding hebben met “Industrial Printing & Additive Manufacturing” een roadmap op te stellen die voor de regio nieuwe business en samenwerking oplevert. Hierbij worden de technologische ontwikkelingen, maar meer nog de business opportunities en concurrerende ecosystemen, in kaart gebracht waarbij de volledige supply-chain bij betrokken is. Wij onderzoeken wat de meest kansrijke toepassingsmogelijkheden en de meest noodzakelijke technische ontwikkelingen en productie- en procesvereisten zijn om te kunnen komen tot een succesvol Industrial Printing-cluster in (Zuid) Nederland. Deze roadmap moet resulteren in het ontstaan van enkele tastbare samenwerkingsverbanden voor het ontwikkelen van competenties en het benutten van ‘industriële print-technologieën’.
zijn product in metaal wil laten uitvoeren, werd ook Layerwise (een printservicebedrijf voor metalen) aangehaakt. Juist door niet alleen te kijken maar ook door te doen, verrijken deze deelnemende bedrijven hun kennis van 3D-printen. Vóór de zomer is de laatste bijeenkomst en wordt
Ziet u aanknopingspunten? Wilt u hier meer over weten? Neemt u dan vrijblijvend contact met ons op. Erik Teunissen of Linda van den Hurk Kantoor ’s-Hertogenbosch telefoon (073) 521 95 62
Allerlaatste oproep voor Eco-innovation-projecten: Heeft u een innovatief product of innovatieve dienst ontwikkeld? En bent u op het punt beland dat u het product of de dienst op de markt wilt zetten, maar ondervindt
Lanceer nú uw ‘groene’ product of dienst op de markt!
u daarbij obstakels? De Europese subsidieregeling Eco-innovation kan u hiermee nog één keer helpen door uw marketingactiviteiten te subsidiëren.
Auteur: Linda van den Hurk
Groen ondernemen loont Er is een groeiende vraag naar ecologisch verantwoorde producten en diensten. Groen ondernemen is noodzakelijk als we denken aan de toekomst. Tegelijkertijd zien veel bedrijven in dat groen ondernemen kansen biedt: verduurzaming van de onderneming levert in veel gevallen ook een besparing op van kosten van grondstoffen en energie én verbetert het imago. Echter, wanneer u groen innoveert kan dit meer tijd, geld en moeite kosten dan de ontwikkeling van reguliere producten. Ook ondervinden ‘groene ondernemers’ vaak een barrière bij het naar de markt brengen van een product of dienst, bijvoorbeeld door onbekendheid bij afnemers of het moeilijker kunnen voldoen aan (verouderde) regelgeving.
Het Eco-innovation programma De Europese Unie ondersteunt via het Eco-innovation programma ondernemers om deze barrières te slechten door hiervoor budget beschikbaar te stellen. Met dit budget kunnen ondernemers een brug slaan tussen uitontwikkeld product of dienst en de markt. Denkt u hierbij aan het cofinancieren van een launching customer (demonstratie)-project of van 3 | Nummer 49 | Juni 2013
marketingactiviteiten. Zo krijgen nieuwe milieuvriendelijke oplossingen een kans om de EU-brede markt te bereiken. Dit programma heeft afgelopen jaren al negen oproepen opengesteld en een flink
aantal projecten ondersteuning verleend. Het programma stimuleert de eerste toepassing en verdere economische groei van eco-innovatieve producten en diensten in Europa.
Wanneer u zelf een product, systeem of dienst op de markt wilt brengen en financiële ondersteuning daarbij wilt aanvragen, moet u rekening houden met de volgende criteria: • het product of de dienst moet een sterk innovatief karakter hebben; • het product of de dienst moet resulteren in een sterke vermindering van de milieubelasting; • het product of de dienst moet een sterk economisch perspectief hebben en door heel Europa toepasbaar zijn.
Daarnaast moet het passen binnen één van de vijf prioriteitsgebieden binnen Ecoinnovation: 1. Materials recycling: Een betere afval verwerking in de vorm van materiaal recycling, afvalsortering en -behandeling. Voorbeeldprojecten: ECOMETRE, bouwt een recyclinginstallatie dat nikkel uit industrieel afval op stortplaatsen haalt en FERPODE maakt organische meststoffen
Eco-Innovation ná 2013?
uit kippenmest en plantaardige extracten.
Na sluiting van deze oproep wordt de Ecoinnovation regeling opgenomen in het nieuwe Horizon 2020 kaderprogramma. Verdere details hierover zijn momenteel nog niet bekend.
2. Sustainable building products: Meer gebruik van milieuvriendelijke bouwmaterialen en innovatieve fabricage processen en het verminderen van productieafval.
4. Water: Innovatieve oplossingen om gebruik van water efficiënter te maken en de kwaliteit van water te verbeteren.
Voorbeeldproject: Het ECBP-project
zal een eerste demonstratie-installatie
brengt een innovatieve houtvloerlijm op
worden gebouwd die op praktijkschaal
de markt dat een einde maakt aan het
gaat zorgen voor hergebruik van spoel
gebruik van zware metalen en vluchtige
water door filtering met keramische
organische stoffen.
membranen.
3. Food and drink sector: Verbetering van innovatie-uitgaven en milieuprestaties van de productie en consumptie van voedsel en drank om het concurrentievermogen van de sector te verhogen.
Voorbeeldproject: Bij het IWEC-project
5. Greening businesses: Vergroening van de productie en productieprocessen en gebruik van meer materialen met een beperkte milieu-impact en vervanging van schaarse materialen.
project zijn tot 50% subsidiabel. De EUbijdrage wordt per project bepaald. Houdt u er rekening mee dat de omvang van een typisch Eco-innovation-project circa 900.000 euro bedraagt. Deelname aan het Eco-innovation programma is mogelijk zonder partners, maar (internationale) samenwerking geeft wél een pré in de beoordeling.
Voorbeeldprojecten: Het BRITER-
Voorbeeldproject: Het ERUTAN-project
Ziet u aanknopingspunten?
WATER project behandelt afvalwater van
produceert een wollen vloerbedekking,
de vruchtensap- en zuivelindustrie door
gemaakt van uitsluitend natuurlijke
het toepassen van geïntensiveerde, op
materialen waardoor synthetische vezels
bamboe gebaseerde, on-site fytoremedi-
en chemicaliën (die belastend zijn voor het
atie in een rendabele en milieuvriendelijke
milieu) worden vervangen.
Heeft u een project op het oog en/of wilt u meer informatie over Eco-innovation? Neemt u dan vrijblijvend contact met ons op en informeer naar uw concrete mogelijkheden.
manier. Het WASTERED-project zorgt voor vermindering van zuiveringsslib, een bij-
Deadline en bijdrage
product van de verwerking van afvalwater
Deze regeling is nu geopend en sluit weer op 5 september 2013. De kosten van een
van de vlees-en zuivelindustrie. 4 | Nummer 49 | Juni 2013
Linda van den Hurk Kantoor ’s-Hertogenbosch Telefoon (073) 521 95 62
ALFEN B.V. ontwikkelt samen met acht Nederlandse partners het elektriciteitsnet van de toekomst
Smart Grids
Het project Cellular Smart Grid Platform (CSGriP) heeft vanuit de subsidieregeling Energie en Innovatie Smart Grids 2012) een subsidie gekregen van 1 miljoen euro. Naast projectleider ALFEN bv zijn acht projectpartners in nauwe onderlinge samenwerking aan de slag gegaan om een nieuwe ‘smart grid’ technologie te ontwikkelen. Auteur: Peter van Rijsbergen
Van het één komt het ander… ALFEN, marktleider in Nederland op het gebied van transformatorstations, beschikt na de overname van het voormalige Exendis B.V. over kennis en producten op het gebied van geavanceerde vermogenselektronica. Deze kennis wordt ingezet voor uiteenlopende toepassingen zoals inverters voor zonnepanelen, laadpalen voor elektrische auto’s en elektriciteitsvoorziening in afgelegen gebieden. 5 | Nummer 49 | Juni 2013
Op laatstgenoemd gebied heeft ALFEN samen met partners zoals DNV KEMA, de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen, de Technische Universiteit Delft en drie producenten van duurzame opwekkers in de afgelopen jaren een innovatief systeem ontwikkelt, genaamd SOPRA. Tijdens de laatste testfase van het project SOPRA ontstond in 2012 het idee dat deze technologische innovatie ook toepasbaar gemaakt kan worden als centraal regelsysteem voor smart grids op wijkniveau. Dat is
Het thema Smart Grids (SG) is het jonge zusje van de andere thema’s binnen de Topsector Energie; het bestaat pas sinds twee jaar en het heeft banden met vrijwel alle andere thema’s. Door de Topsector Energie is besloten om de ontwikkeling van nieuwe technologieën op dit thema te gaan stimuleren. Dit gebeurt met behulp van een subsidieregeling die onderzoeks- en ontwikkelingsprojecten ondersteunt met een overheidsbijdrage van 25 á 35% afhankelijk van de aard van de werkzaamheden. MKB-ondernemingen en kennisinstellingen ontvangen een hogere bijdrage. De maximale bijdrage voor een project was in 2012 € 1 miljoen. Uw kans? De verwachting is dat er in 2013 weer een tender wordt opengesteld voor dergelijke projecten die wel altijd in een samenwerkingsverband moeten worden uitgevoerd.
de aanleiding geweest om met acht partijen om de tafel te gaan en dit idee uit te werken tot een volgend innovatieproject (genaamd CSGriP) dat na toekenning van de € 1 miljoen subsidie recent van start is gegaan.
SOPRA Het SOPRA-systeem is in staat een autonoom elektriciteitsnet op te bouwen en stabiel te houden waarop welke lokale duurzame bronnen dan ook, aangesloten kunnen worden in combinatie met een kleine generator als back-up. Enkele voorbeelden van bronnen zijn zonne-energie, windenergie, hoogte- of stromingsenergie en energie uit biomassa: deze bronnen kunnen simpelweg ‘ingeplugd’ worden. Met een relatief kleine batterijopslag is het systeem in staat een ziekenhuis of dorp met huizen eromheen te voorzien van elektriciteit, met vermogens oplopend tot wel 1 MW of hoger, in gevallen waar geen elektriciteitsnet aanwezig is of welke te ver verwijderd zijn om een aansluiting rendabel te maken
Het huidige elektriciteitsnet is ongeschikt voor de toekomst Naast de toename van grotere duurzame opwekkers zoals PV- en windturbineparken, worden consumenten steeds energiebewuster en begeven zij zich als zogenaamde ‘prosumers’ actief op de energiemarkt. Zij doen dit door zowel duurzame energie te gebruiken als dat zelf ook te produceren. Dergelijke decentrale en sterk fluctuerende energiebronnen leiden in toenemende mate tot problemen in het elektriciteitsnet zoals dit momenteel in bijvoorbeeld Duitsland al voorkomt als het hard waait en er tijdelijk relatief weinig afname is. Een oplossing hiervoor is de transitie van de huidige netwerkstructuur naar een meer horizontaal en decentraal georganiseerd net, oftewel: een ‘cellular smart grids’ netwerk. Huidige oplossingen betekenen echter een ‘overkill’ aan complexe en decentrale ICT die tot achter de voordeur van de gebruiker ingrijpt. Dat heeft nadelen: te kwetsbaar bij storingen (het domino effect) én de consument ervaart een ‘big brother 6 | Nummer 49 | Juni 2013
beleving’ als deze er niet voor kan kiezen wanneer hij/zij welk apparaat in huis aan kan zetten.
Het Cellular Smart Grid Platform biedt de oplossing Het project CSGriP heeft met het gebruik van de (lokale) netfrequentie als stuurmiddel een uniek principe om vraag en aanbod binnen een netwerkcel te balanceren in combinatie met een opmerkelijk klein batterij-opslagsysteem. En dit zonder de noodzaak van een complexe, gedistribueerde en daardoor kwetsbare ICT-infra-
Peter van Rijsbergen, Berenschotadviseur bij het ‘Cellular Smart Grid Platform’: “Door mijn technische achtergrond was ik in staat om een eerder project van het consortium rondom de distributie van duurzame energie, waarvoor ik een subsidie had verworven, in verband te brengen met een nieuwe subsidietender binnen de topsector energie. Het ‘oude’ project betrof een elektronisch systeem, SOPRA geheten, waarmee afgelegen dorpen in bijvoorbeeld ontwikkelingslanden kunnen worden voorzien van een autonoom elektriciteitsnet. Ik had het idee opgevat om dat systeem verder door te ontwikkelen tot het hart van een celnetwerk op woonwijkniveau. Die cel vormt samen met andere cellen een smart grid, die noodzakelijk wordt bij verdere groei van duurzame bronnen zoals zonne-energie op woningen, decentrale windmolens en biogas-warmtekrachtkoppeling. Het idee is dat de cel zo veel mogelijk zelfvoorzienend wordt, maar bij tijdelijke tekorten of overschotten energie gaat uitwisselen met naburige cellen via een back bone, zoals het bestaande middenen hoogspanningsnet. Op die manier kun je geleidelijk groeien van een bestaande verticaal georganiseerde netwerkinfrastructuur naar een decentrale, horizontaal georganiseerde infrastructuur. Het bleek dat de consortiumleden dat ook een goed idee vonden, zodat we al snel het nieuwe project in die richting konden begeleiden.”
‘Cellular smart grids’ netwerk Hierbij zijn grotendeels zelfvoorzienende en zelfregulerende netwerkcellen op dorp- of wijkniveau ingericht die zo onafhankelijk mogelijk van het midden- of hoogspanningsnet functioneren, maar toch via dit net als ‘backbone’ met elkaar verbonden zijn voor incidentele uitwisseling van energie bij incidentele lokale energietekorten en overschotten.
structuur. Het is intrinsiek stabiel en biedt een acceptabele oplossing, zowel technisch als qua realiseerbaarheid en kosten. De consument bepaalt zelf of hij/zij bereid is een apparaat aan te zetten bij een op dat moment geldend en afleesbaar kWhtarief. Dit tarief is direct gekoppeld aan de momentane netfrequentie (iets boven of onder 50Hz) en wordt bepaald door schaarste of juist overschot in de netwerkcel op dat moment. Het toepassen van de basisprincipes van SOPRA als vertrekpunt voor de ontwikkeling van een smart grid oplossing, eigenlijk bedoeld voor afgelegen gebieden in de wereld, is veelbelovend en uniek in de smart grids wereld. Dit innovatieve concept wordt in een samenwerking tussen reeds genoemde partners, aangevuld met Hogeschool Avans en netwerkbedrijf Alliander, de komende jaren verder onderzocht, ontwikkeld en in een duurzame wijk getest. Gezien de unieke technologie is het niet uitgesloten dat Nederland zich hiermee wereldwijd stevig op de ‘smart grids kaart’ gaat zetten!
Wilt u meer weten? Ziet u aanknopingspunten, neemt u dan vrijblijvend contact met ons op en informeer naar uw concrete mogelijkheden. Peter van Rijsbergen Kantoor Deventer Telefoon (0570) 500 950
MEMPHIS-platform:
een uniek samenwerkingsconcept ontwikkeld door Berenschot MEMPHIS is een R&Dsamenwerkingsprogramma op het gebied van fotonica en elektronica en is een acroniem voor “Merging Electronics and Micro and nano-Photonics in Integrated Systems”. Berenschot organiseert en coördineert dit programma, én zorgt voor financiering. Auteur: Niels Sietsma
Doelstelling De doelstelling van MEMPHIS is de ontwikkeling van een geïntegreerd elektronisch-fotonisch technologieplatform dat voorziet in een breed scala aan multifunctionele, geminiaturiseerde elektronischfotonische componenten, apparaten, productiemachines en tooling. Hiermee versterkt het de waardeketen voor nieuwe hightech producten waarin de integratie van fotonica en micro-elektronica een centrale rol inneemt. Samenwerking tussen industriële R&D-bedrijven met kennisinstellingen is hierbij essentieel.
23 partners een consortium vormden van multinationals, MKB-bedrijven, kennisinstellingen en universiteiten. Van 2007 tot en met 2012 hebben de partners met veel inzet en genoegen samengewerkt aan onderzoek en ontwikkeling van elektronisch-fotonische technologieën, componenten, applicaties en processen.
Eerste fase Oorspronkelijk betreft MEMPHIS een SmartMix-gesubsidieerd programma waar
Eind november 2012 is deze fase feestelijk afgesloten met een seminarium, waarbij
De doelstelling van MEMPHIS: • de clusterorganisatie completeren: De doelstelling is om het MEMPHIS cluster in te richten waarbij de kennis – kunde – kassa eigenschappen beschikbaar komen. Dat geldt zowel voor Nederlandse partners als buitenlandse partners die goed aansluiten bij de inhoud van het ontwikkelprogramma. • het technologieplatform completeren: Door middel van de uitvoering van de MEMPHIS-roadmap wordt het complete samenhangende MEMPHIS bouwsysteem ontwikkeld, zodanig dat er steeds meer standaardisatie ontstaat in componenten, technologie en maakprocessen. MEMPHIS dient hierbij als technologie-platform, waarop geïnteresseerde partijen te allen tijde kunnen inhaken en waarin gezamenlijk wordt opgetrokken om de krachten te bundelen.
7 | Nummer 49 | Juni 2013
Memphis Project Office Berenschot vormt de trekkende partij voor het opzetten en uitvoeren van activiteiten binnen MEMPHIS en vergelijkbare technologische trajecten. Samen met Bart Verbeek van Barnel vormen Erik Teunissen, Niels Sietsma en Jennemieke Poodt van Berenschot het Memphis Project Office. Zowel binnen MEMPHIS als daarbuiten voorziet het Office in een viertal ondersteunende activiteiten: 1. Projectontwikkeling; 2. Financiering; 3. Projectmanagement; 4. business development.
diverse sprekers resultaten presenteerden. Ook werd hier het boek gepresenteerd dat is geschreven door de partners uit het consortium en waarin de belangrijkste resultaten zijn opgenomen. Ondanks de enorme vooruitgang die is geboekt gedurende de eerste fase van het programma, is een vervolgprogramma noodzakelijk en opgestart om de innova-
ROADMAP Subjects Applications
Memphis 2008
2009
2010
Memphis II 2011
2012
2013
2014
2015
2016
2017
Applications on functional integration & basic non standard hybrid integration Applications based on basic building block architecture for topsectors: avionics, ict, medical, agro-food, htsm
Technologies
Basic technologies: single substrates triplex - SOI - INP Research on fundamentals: materials, photonic crystals, light from silicon
Research on new core technologies
Basic building block architecture & system lay out for standard interconnects and lay-outs Components
Non-standard components on triplex-SOI-INP "New standardized components for 5 head funcions: Detection, emission, interconnection, light processing & propagation"
Processes
Basic front-end processes & simulation and modeling on single sustrates
Multi project waferrun fabrication processes: triplex-SOI-INP "Design, simulation, fabrication: integral substrates" "New back-end equipment for Standard processing to fabrication"
tieve ontwikkelingen voort te zetten richting daadwerkelijke, marktrijpe applicaties en apparaten. Zowel de oorspronkelijke partners als vele externe partijen spraken de wens uit om deel uit te maken van een tweede fase van MEMPHIS.
MEMPHIS II In de nieuwe tweede fase van het programma (het MEMPHIS II-programma) worden nieuwe applicaties aangepakt die mede mogelijk worden door de resultaten uit het eerste MEMPHIS-traject. Hierbij worden aanvullende technologieën, nieuwe gestandaardiseerde componenten en productieprocessen en machines ontwikkeld. De onderliggende MEMPHISroadmap wordt jaarlijks geactualiseerd waarbij nieuwe partners kunnen toetreden met nieuwe projecten. Projectontwikkeling MEMPHIS ondersteunt samenwerking tussen hightech bedrijven onderling, maar ook samen met de kennisinstellingen. Het gehele MEMPHIS-programma is ingedeeld in vier pijlers: Applicaties, Componenten, Technologieën en Processen. Indien zich bedrijven en/of kennisinstellingen melden
om deel te nemen aan het programma, gaat het Memphis Project Office samen met de betrokken partners het project definiëren en inpassen in de roadmap.
•• Universiteiten; •• Onderzoeksinstituten; •• MKB-ers; •• Multinationals;
Financiering Het Memphis Project Office heeft een gedetailleerd overzicht van de financieringsmogelijkheden die beschikbaar zijn voor individuele bedrijven, kennisinstellingen en in het bijzonder voor samenwerkingsprojecten. De financiering is onder meer afhankelijk van de ontwikkelingsfase, de samenwerkingspartners en de projectinhoud.
De dagelijkse leiding is in handen van het Memphis Project Office dat voorziet in de algehele coördinatie van alle activiteiten en partners binnen het MEMPHIS programma. Deze office vormt hierin de centrale schakel en zorgt voor de juiste verbindingen tussen partijen, het opzetten van projecten en werkpakketten, bewaking van de voortgang, het verkrijgen van financiering en ondersteuning bij het ontwikkelen van de business strategie.
Financieringen die hierbij aangevraagd worden, zijn: •• subsidies voor nationale, internationale en regionale ontwikkeling; •• (innovatie) kredieten voor bedrijfsleven; •• (investerings) fondsen voor bedrijfsleven; •• bancaire leningen voor bedrijfsleven; •• durfkapitaal middels venture capital voor bedrijfsleven. Aan de hand van het bedrijfsprofiel en de beoogde ontwikkelingen kijkt het Memphis Project Office samen met de samenwerkingspartners of individuele bedrijven naar de best passende en kansrijke financieringsmogelijkheden en verzorgt hiervoor de aanvragen bij de financiële instanties tegen vooraf gemaakte afspraken. Projectmanagement Het MEMPHIS projectmanagement bestaat uit een adviesboard waarin vertegenwoordigers plaatsnemen van:
8 | Nummer 49 | Juni 2013
Business Development De resultaten van de ontwikkelactiviteiten binnen MEMPHIS leiden tot nieuwe producten, apparaten, componenten, productiemachines en technologie. Hierbij ondersteunt het Memphis Project Office het gehele valorisatieproces en verzorgt hierbij: •• business Development van de resultaten; •• aanwezigheid op de relevante beurzen; •• website voor kenbaar maken van de resultaten; •• matchmaking met klantenveld; •• matchmaking voor nieuwe innovaties.
Wilt u meer weten? Ziet u aanknopingspunten, neemt u dan vrijblijvend contact met ons op en informeer naar uw concrete mogelijkheden. Erik Teunissen Kantoor ‘s-Hertogenbosch Telefoon (073) 521 95 62
Colofon Contouren ESFprogramma 2014-2020 worden zichtbaar Auteur: Kim Verreijken
Afhankelijk van de onderhandelingen in Brussel zou begin 2014 het nieuwe programma van het Europees Sociaal Fonds (ESF) van start moeten gaan. Voor Nederland zal deze nieuwe subsidieregeling zich naar verwachting richten op re-integratie van werklozen met een grote afstand tot de arbeidsmarkt. Denkt u hierbij aan jongeren in het praktijkonderwijs en het voortgezet speciaal onderwijs én aan duurzame inzetbaarheid van werkenden om mensen op een goede en gezonde manier zo lang mogelijk aan het werk te houden. Hiervoor zal ca. € 60 miljoen per jaar beschikbaar zijn waarvan circa 300 meerjarige projecten gesubsidieerd kunnen worden. Om de uitvoerbaarheid van deze projecten te verbeteren, zullen de administratieve lasten verminderd moeten worden. Dat zal ertoe leiden dat minder kosten subsidiabel zijn maar de subsidiabele kosten wel eenvoudig te verantwoorden. Wilt u volgend jaar goed voorbereid met dit nieuwe programma aan de slag? Neemt u dan vrijblijvend contact met ons op om uw mogelijkheden te bespreken. Kim Vereijken Kantoor ’s-Hertogenbosch Telefoon (073) 521 95 62.
99 | | Nummer Nummer 49 49 | | Juni Juni 2013 2013
Deze uitgave van Berenschot bv verschijnt tweemaal per jaar en is kosteloos voor relaties. Bent u geïnteresseerd in een abonnement, neem dan contact op met Berenschot bv, ‘s-Hertogenbosch (073) 521 95 62. Wij zijn gevestigd in: Deventer, de heer ir. Peter van Rijsbergen, telefoon (0570) 500 950 Utrecht, de heer Fons de Zeeuw MSc, telefoon (030) 291 68 88 ‘s-Hertogenbosch, de heer ir. John Eisses, telefoon (073) 521 95 62 Hasselt (B), mevrouw Sophie Hayen, telefoon +32 (0) 11 26 89 89 Eindredactie: Berenschot ‘s-Hertogenbosch, mevrouw drs. Suzanne Aslander, telefoon (073) 521 95 62, fax (073) 521 91 42 e-mail:
[email protected] Internetadres: www.berenschot.nl/subsidies Hoewel bij het samenstellen van dit document met grote zorgvuldigheid wordt gehandeld, bestaat de mogelijkheid dat informatie na verloop van tijd is verouderd of onjuist/onvolledig is. Wij zijn dan ook niet aansprakelijk voor de gevolgen van activiteiten die worden ondernomen of nagelaten op basis van deze uitgave. Gehele of gedeeltelijke overname uit deze uitgave is toegestaan, mits daarbij de bron wordt vermeld.