1 Studiekeuzegesprekken We blijven op de kleintjes letten (SCAP: STUDY CHOICE AWARENESS PROGRAMME) Praktijkbeschrijving Maastricht University School o...
Studiekeuzegesprekken We blijven op de kleintjes letten (SCAP: STUDY CHOICE AWARENESS PROGRAMME)
Praktijkbeschrijving
Maastricht University School of Business and Economics
Afdeling Onderwijsontwikkeling en -onderzoek
Dr. J.F.H. Nijhuis (projectleider) S. Raeder, M.A.
April 2011
Praktijkbeschr ijving : MU-SBE: We blijven op de kleintjes letten
2
INHOUDSOPGAVE
Dankwoord
4
Inleiding
5
Deel 1: Context beschrijving
6
Deel 2: Redeneerketen
14
Deel 3: Operationalisering van het gekozen arrangement studiekeuzegesprekken
20
Deel 4: Effectmeting
25
Deel 5: Proces evaluatie
35
Bijlagen Bijlage 1: uitnodigingsbrief Bijlage 2 uitnodiging via surfgroepen Bijlage 3: herinnering met toelichting Bijlage 4: self assessment met feedback Bijlage 5: instructie voor surfgroepen Bijlage 6: protocol groepsinterview Bijlage 7: protocol staf medewerkers Bijlage 8: herzien protocol staf medewerkers
Praktijkbeschr ijving : MU-SBE: We blijven op de kleintjes letten
3
DANKWOORD Het project en de praktijkbeschrijving kon alleen tot stand komen dankzij de welwillende medewerking van velen. Met name de oudere jaarsstudenten die de vragenlijsten hebben uitgetest, bureau onderwijs van de School of Business and Economics voor het aanleveren van de namen van kandidaten en toetsresultaten, de afdeling recruitment van zowel de School of Business and Economics als de universiteit voor het meedenken over het benaderen van de kandidaten.
Praktijkbeschr ijving : MU-SBE: We blijven op de kleintjes letten
4
1
INLEIDING
Een te hoog aantal studenten dat begint met een van de specialistische bacheloropleidingen Fiscale Economie 2 (FE) of Econometrie aan de School of Business and Economics (SBE) van de Universiteit Maastricht (UM) valt uit. Met de studiekeuzegesprekken wil de SBE een betere match bewerkstelligen tussen de verwachtingen van de student en de eisen, vorm en inhoud van de opleiding, ten einde uitvalpercentages terug te dringen. We willen met alle kandidaten (in de rest van het document ‘kandidaten’ genoemd) gesprekken voeren. Dat zijn circa 60 studenten bij FE, resp. 55 bij Econometrie. Aangezien beide opleidingen ook buitenlandse studenten aantrekken 3 werd ervoor gekozen om de gesprekken te voeren via webconferencing . Gebruikmakend van de bestaande faciliteiten en lopende projecten bieden we drie contactmomenten aan voor informatie-uitwisseling. Hierbij worden zowel stafleden (waaronder studieadviseurs) als ouderejaarsstudenten betrokken. De belangrijkste doelen van het pilot zijn te achterhalen: • • •
Hoe de verschillende onderdelen van de studiekeuzegesprekken door de aankomend studenten ervaren worden. Wat de relatie is tussen de perceptie door de kandidaten van de verschillende onderdelen van de studiekeuzegesprekken en studiesucces in het eerste jaar. Een analyse van de (statistisch) opgewerkte resultaten van het pilot dient als basis voor het besluit verder met de studiekeuzegesprekken te gaan of niet.
OVERZICHT PRAKTIJKBESCHRIJVING
De Praktijkbeschrijving Studiekeuzegesprekken bestaat uit vijf delen. Deze delen worden hier onder toegelicht.
DEEL 1: CONTEXT BESCHRIJVING Dit deel van de praktijkbeschrijving geeft inzicht in de context waarbinnen het project Studiekeuze-gesprekken bij de SBE plaatsvindt. Het gaat hier om alle (niet-beïnvloedbare) contextvariabelen. De context zal van invloed zijn
1
Intern wordt het programma SCAP: Study Choice Awareness Programme, genoemd.
2
Voor de leesbaarheid kiezen we voor de term Econometrie, de volledige naam is Econometrics and |Operations Research 3
Webconferencing houdt in dat het internet wordt gebruikt om met elkaar te communiceren. Onze interpretatie is dat alle drie communicatie vormen chat, audio en video gebruikt worden.
Praktijkbeschr ijving : MU-SBE: We blijven op de kleintjes letten
5
op de keuze van het studiekeuzegesprekken arrangement dat de SBE heeft opgezet, en mogelijk is de context ook van invloed op het resultaat. Achtereenvolgens wordt de context beschreven voor de twee participerende opleidingen. SBE heeft in totaal vier bachelor opleidingen: International Business, Economics & Business Economics, Econometrie en Fiscale Economie. In de twee eerst genoemden opleidingen worden studenten door decentrale selectie geselecteerd. Het aantal studenten voor deze opleidingen is 2010 beperkt tot 600 voor IB en 500 voor E&BE. Voor Fiscale Economie en Econometrie bestaat geen numerus fixus. Terwijl de eersten drie opleidingen alleen bij SBE worden gehouden, vindt Fiscale Economie in samenwerking met de Faculteit de Rechten plaats. Omdat SBE zichzelf heel international positioneert en zich verder op een kruispunt van verschillende culturen en in het hart van Europa bevindt, wordt een groot aantal internationale studenten aangetrokken. In overeenstemming met zijn internationale karakter is de voertaal van de opleidingen Engels. In FE worden alleen de cursussen die door de Faculteit Rechten worden aangeboden in het Nederlands gehouden. SBEs portfolio wordt wereldwijd erkend door zowel internationale accreditaties als hoge scoren in internationale rankings. Volgens de Elsevier ranking is SBE de beste school voor de bachelor-opleidingen Econometrie en Fiscale Economie. Ook in de master categorieën International Business kwam de SBE als beste uit de bus. In de Duitse CHE ranking scoren SBEs economie programmas eveneens erg hoog. De school behoort samen met negen andere Nederlandse universiteiten tot de excellence-groep voor het vakgebied economie. Verder is SBE internationaal geaccrediteerd door zowel de gerenommeerde AACSB, EQUIS als AMBA. Daarmee behoort de School tot een internationaal selecte groep van ‘triple crown’ geaccrediteerde instellingen, dat is maar 1 % van alle business schools in de hele wereld. Als onderwijsmodel heeft de SBE zoals de hele UM Probleemgestuurd Onderwijs (PGO) gekozen, dus studenten georiënteerd onderwijs in kleine groepen en informele contacten tussen staf en studenten. Dit onderwijsmodel, in combinatie met de internationale studentenpopulatie, biedt alle mogelijke kansen om kennis en ervaring op te doen vanuit verschillende invalshoeken. Verder werkt SBE met een bindend studie advies naar het eerste jaar.
Praktijkbeschr ijving : MU-SBE: We blijven op de kleintjes letten
6
1.1
BSc Econometrie
Deze relatief kleine opleiding trekt voornamelijk Nederlandse en Duitse studenten. De verhouding man /vrouw is 2:1. De opleiding wordt in het Engels gegeven en heeft in het eerste jaar veel overlap met Internationale Bedrijfskunde en Economics and Business Economics. De hoeveelheid wiskunde is echter beduidend meer. De uitval wordt voor-namelijk veroorzaakt door problemen met wiskunde die de studenten ervaren.
Instelling
Maastricht University School of Business and Economics
Soort instelling
WO
Soort opleiding
Bachelor of Science / BSc
Voltijd/deeltijd
Voltijd
Ingangseis
Studenten met de volgende vereisten worden toegelaten: • Nederlandse diplomas: VWO diploma voor 2010: -
VWO N&T
-
VWO N&G
-
VWO C&M (+ WiB1)
-
VWO E&M (+ WiB1)
VWO diploma vanaf 2010: - VWO N&T - VWO N&G (+ wisB) - VWO C&M (+ wisB) - VWO E&M (+ wisB) • Propedeuse HBO/WO • buitenlands diploma vergelijkbaar met VWO (mits het niveau van wiskunde is vergelijkbaar met WiB1) • studenten uit een niet-EU/EEA land (behalve Engels als moedertaal): - IELTS (minimum cijfer: 6.0) of - TOEFL (minimum cijfer computer-/internet versie: 79; minimum cijfer papier versie: 550) Als studenten op basis van hun vooropleiding niet direct toelaatbaar zijn, mogen ze een toelatingsexamen doen. • Colloquium doctum-examen • Studenten die alleen een wiskunde deficiëntie hebben, worden toegelaten en mogen aan het onderwijs deelnemen. Voor het einde van de eerste jaar moeten ze de ‘Examination Committee’ bewijzen, dat ze hun deficiëntie hebben opgeheven door: - VWO certificaat voor wiskunde cursus of - Colloquium doctum-examen. Numerus fixus
Er is geen numerus fixus.
Praktijkbeschr ijving : MU-SBE: We blijven op de kleintjes letten
7
Locatie
Maastricht University School of Business and Economics Tongersestraat 53 6211 LM Maastricht
Aanmeldingen
Jaar
Aantal aanmeldingen
(=Instroom)
2010/2011
58
2009/2010
35
2008/2009
48
2007/2008
32
2006/2007
25
2005/2006
30
Algemene kenmerken van de studenten binnen deze 4 opleiding
Door de overgang naar een nieuw informatiesysteem zijn niet alle cijfers te achterhalen op cohort niveau. Er is gebruik gemaakt van de gegevens uit het EQUIS self-assessment report 2011
Praktijkbeschr ijving : MU-SBE: We blijven op de kleintjes letten
8
TOTAL
30
25
32
48
35
•
Taal – De opleiding is in het Engels.
•
Gemiddelde start leeftijd (op moment van introductie?) – gemiddelde leeftijd:18/19 jaar (schatting)
•
Kenmerken studenten –
58
BSc Econometrie studenten zijn bijzonder geïnteresseerd in aangewende wiskunde en statistiek. Ze hebben een analytisch denkwijze en goede communicatie vaardigheden. Ze houden van het oplossen van ingewikkelde problemen en vinden het leuk in een internationale en teamgerichte omgeving te studeren. Datum instroom
Gemiddeld Propedeuserendement
September Propedeuse-
Studenten
rendement
per cohort
Geslaagd na 1 jaar
Geslaagd na 2 jaar (cumulatief)
2005/06
30
9 (30%)
9 (30%)
2006/07
25
12 (48%)
15 (60%)
2007/08
32
15 (47%)
22 ( 68%)
2008/09
48
21 (44%)
31 (65%)
2009/10
33
11 (33%)
n.a.
40%
56%
gemiddeld
Gemiddeld percentage uitvallers
Uitval
Studenten per cohort
Uitval voor prop.
2005/06
30
21 (70%)
2006/07
25
10 (40%)
2007/08
32
10 (32%)
2008/09
48
17 (35%)
2009/10
33
n.a.
gemiddeld
Specifieke risicogroepen
44%
Uitval na prop.5
5%
Er blijken verschillende risicogroepen te zijn, die gekoppeld
5
Dit is een schatting. Doordat de SBE een BSA hanteert waardoor studenten binnen twee jaar hun propedeuse moeten halen, is er een goede selectie in het eerste jaar. Hierdoor is er in het vervolgtraject bijna geen uitval.
Praktijkbeschr ijving : MU-SBE: We blijven op de kleintjes letten
9
zijn aan de oorzaken voor de uitval van bachelor Econometrie studenten, bijv. onvoldoende wiskundig inzicht, studenten vinden de opleiding te theoretisch, het multidisciplinaire aspect van de opleiding valt tegen, of studenten hebben problemen met de onderwijskundige aanpak, zijnde Probleem Gestuurd Onderwijs. De verwachting is dat sommige van deze problemen verder zullen toenemen aangezien vanaf 2010 in de bachelor Economie een fixus met decentrale selectie wordt geïmplementeerd, naast de reeds bestaande fixus met decentrale selectie bij de opleiding bachelor Internationale bedrijfskunde. Het is dus te verwachten dat een deel van de studenten dat wordt afgewezen bij deze opleidingen zonder goede overweging zal kiezen voor één van de twee meer specialistische opleidingen zonder fixus (bachelor Econometrie en bachelor Fiscale Economie), en vervolgens later alsnog uitvallen. Bijzonderheden
geen
Praktijkbeschr ijving : MU-SBE: We blijven op de kleintjes letten
10
1.2
BSc Fiscale Economie
De opleiding Fiscale Economie trekt voornamelijk Nederlandse studenten. De verhouding man/vrouw is 2:1. De opleiding overlapt met Economics and Business Economics in het eerste jaar. De opleiding wordt in het Engels gegeven, maar in het tweede en derde jaar volgen de studenten ook colleges bij de Faculteit der Rechten. Dit is voor buitenlandse studenten problematisch, vandaar dat de opleiding geen buitenlanders trekt. Er vindt vooral uitval plaats omdat studenten dit als tweede optie kiezen of twee opleidingen tegelijkertijd doen. Instelling
Maastricht University School of Business and Economics
Soort instelling
WO
Soort opleiding
Bachelor of Science / BSc
Voltijd/deeltijd
Voltijd
Ingangseis
Studenten met de volgende vereisten worden toegelaten: • Nederlandse diplomas: VWO diploma voor 2010: -
VWO N&T (+ ec1)
-
VWO N&G (+ ec1)
-
VWO C&M (+ ec1 + wa12 of wb1)
-
VWO E&M
VWO diploma vanaf 2010: - VWO N&T (+ ec1) - VWO N&G (+ ec1) - VWO C&M (+ ec1 + wa12 of wb1) - VWO E&M • Propedeuse HBO/WO • buitenlands diploma vergelijkbaar met VWO (mits het niveau van wiskunde is vergelijkbaar met WiB1) • studenten uit een niet-EU/EEA land (behalve Engels als moedertaal): - IELTS (minimum cijfer: 6.0) of - TOEFL (minimum cijfer computer-/internet versie: 79; minimum cijfer papier versie: 550) Als studenten op basis van hun vooropleiding niet direct toelaatbaar zijn, mogen ze een toelatingsexamen doen. • Colloquium doctum-examen • Studenten die alleen een wiskunde deficiëntie hebben, worden toegelaten en mogen aan het onderwijs deelnemen. Voor het einde van de eerste jaar moeten ze de ‘Examination Committee’ bewijzen, dat ze hun deficiëntie hebben opgeheven door: - VWO certificaat voor wiskunde cursus of
Praktijkbeschr ijving : MU-SBE: We blijven op de kleintjes letten
11
- Colloquium doctum-examen. Numerus fixus
Er is geen numerus fixus.
Locatie
Maastricht University School of Business and Economics Tongersestraat 53 6211 LM Maastricht
Aanmeldingen
Jaar
Aantal aanmeldingen
(=Instroom)
2010/2011
47
2009/2010
44
2008/2009
34
2007/2008
26
2006/2007
39
2005/2006
38
Algemene kenmerken van de studenten binnen deze 6 opleiding
6 Door de overgang naar een nieuw informatiesysteem zijn niet alle cijfers te achterhalen op cohort niveau. Er is gebruik gemaakt van de gegevens uit het EQUIS self-assessment report 2011
Praktijkbeschr ijving : MU-SBE: We blijven op de kleintjes letten
12
Europa 39
24
34
44
47
- Niet-EU/EER 0
0
0
0
0
0
Buiten Europa
0
0
2
0
0
0
TOTAL
38
39
26
34
44
47
- EU/EER
38
•
Taal – De opleiding is in het Engels en in het Nederlands (studenten moeten een goede kennis hebben van de Nederlandse taal).
•
Gemiddelde start leeftijd (op moment van introductie?) – gemiddelde leeftijd:18/19 jaar (schatting)
•
Kenmerken studenten – BSc Fiscale Economie studenten zijn bijzonder geïnteresseerd in belastingsrecht en de economische effecten daarvan. Ze houden van analysen en wiskunde en het oplossen van ingewikkelde fiscale problemen. Ze zijn nieuwsgierig over de internationale ontwikkelingen in het veld.
Datum instroom Gemiddeld Propedeuserendement
September Propedeuse-
Studenten
rendement
per cohort
Geslaagd na 1 jaar
Geslaagd na 2 jaar (cumulatief)
2005/06
38
9 (27%)
17 (45%)
2006/07
39
6 (15%)
23 (59%)
2007/08
26
3 (16%)
9 (35%)
2008/09
34
8 (24%)
17 (50%)
2009/10
41
11 (27%)
n.a.
22%
47%
gemiddeld
Gemiddeld percentage uitvallers
Uitval
Studenten
Uitval voor prop.
Uitval na prop.7
per cohort 2005/06
38
21 (55%)
2006/07
39
16 (41%)
2007/08
26
22 (59%)
2008/09
34
17 (50%)
7
Dit is een schatting. Doordat de SBE een BSA hanteert waardoor studenten binnen twee jaar hun propedeuse moeten halen, is er een goede selectie in het eerste jaar. Hierdoor is er in het vervolgtraject bijna geen uitval.
Praktijkbeschr ijving : MU-SBE: We blijven op de kleintjes letten
13
2009/10
44
gemiddeld
n.a. 51%
5%
Specifieke risicogroepen
Er blijken verschillende risicogroepen te zijn, die gekoppeld zijn aan de oorzaken voor de uitval van bachelor Fiscale Economie studenten, bijv. onvoldoende wiskundig inzicht, studenten vinden de opleiding te theoretisch, het multidisciplinaire aspect van de opleiding valt tegen, of studenten hebben problemen met de onderwijskundige aanpak, zijnde Probleem Gestuurd Onderwijs. De verwachting is dat sommige van deze problemen verder zullen toenemen aangezien vanaf 2010 in de bachelor Economie een fixus met decentrale selectie wordt geïmplementeerd, naast de reeds bestaande fixus met decentrale selectie bij de opleiding bachelor Internationale bedrijfskunde. Het is dus te verwachten dat een deel van de studenten dat wordt afgewezen bij deze opleidingen zonder goede overweging zal kiezen voor één van de twee meer specialistische opleidingen zonder fixus (bachelor Econometrie en bachelor Fiscale Economie), en vervolgens later alsnog uitvallen.
Bijzonderheden
geen
Praktijkbeschr ijving : MU-SBE: We blijven op de kleintjes letten
14
DEEL 2: REDENEERKETEN In dit hoofdstuk maken we duidelijk welk probleem we willen aanpakken en waardoor dat probleem wordt veroorzaakt. De aanpak van de studiekeuzegesprekken wordt toegelicht aan de hand van volgende vragen: Welke activiteiten worden georganiseerd? (Interventies) Welke processen worden daardoor in beweging gezet? (Mechanismen) Wat zijn de resultaten die we daarvan verwachten? (Outcomes) Het doel is uiteindelijk een beter match tussen studenten en de opleiding en daardoor het verminderen van studie uitval.
1.
Diagnose van het probleem
De Universiteit Maastricht School of Business and Economics (SBE) heeft vier bacheloropleidingen met een totale jaarlijkse instroom van rond de 1100 studenten. De SBE probeert op verschillende manieren een goede match te bewerkstelligen tussen de student en de opleiding. Helaas lukt dit niet altijd. Dit geldt ook voor de meer specialistische bachelor opleidingen Econometrie en Fiscale Economie, waar de mismatch tussen student en opleiding blijkt uit de hoge uitval (zie boven). Uit de ervaringen van docenten en studieadviseurs en intern onderzoek blijkt dat er hiervoor verschillende oorzaken zijn, bijv. onvoldoende wiskundig inzicht, studenten vinden de opleiding te theoretisch, het multidisciplinaire aspect van de opleiding valt tegen, of studenten hebben problemen met de onderwijskundige aanpak, zijnde Probleem Gestuurd Onderwijs. De verwachting is dat de uitval verder zal toenemen nu vanaf 2010 in de bachelor Economie een fixus met decentrale selectie wordt geïmplementeerd, naast de reeds bestaande fixus met decentrale selectie bij de opleiding bachelor Internationale bedrijfskunde. Het is te verwachten dat een deel van de studenten dat wordt afgewezen bij deze opleidingen zonder goede overweging zal kiezen voor één van de twee meer specialistische opleidingen zonder fixus, en vervolgens later alsnog uitvallen. Gezien het specifieke en gespecialiseerde karakter van de opleidingen Econometrie en Fiscale Economie willen we aankomend studenten in de vorm van studiekeuzegesprekken meer informatie geven over de inhoud van de opleiding, hen een spiegel voorhouden over de competenties die gevraagd worden, de mogelijkheid bieden om vragen te stellen en hen ook te laten ervaren hoe het is om te participeren in een onderwijsgroep. Op deze manier verwachten we dat er een betere match ontstaat tussen de student en de opleiding en dat er daardoor minder studenten uitvallen. 8
9
10
Wetenschappelijk onderzoek zoals van de Buck , Warps en Kemper at al. hebben laten zien dat studenten in hun studiekeuzegedrag vaak informatie over de studie en het beroepsbeeld ontbreekt en ze daarom de verwachtingen niet goed kunnen inschatten. Vervolgens maken ze wellicht een verkeerde keuze en vallen vaak uit. Omdat dit zowel voor studenten als instellingen vervelend is, lijken studiekeuzegesprekken en daarmee een uitgebreide informatie een nuttige aanpak om studenten beter met een opleiding te matchen.
2. Interventies, mechanismen en outcomes Interventies Entree-gesprek tussen de kandidaat en een staflid of een studieadviseur houden
8
De Buck, W. (2009): Studiekeuze, informatiegebruik en studie-uitval in het hoger onderwijs. In: Tijdschrift voor Hoger Onderwijs, 27(3), pp. 147-154
9 Warps, J. (2007): Kiezen voor hogeschool en universiteit. Voorlichtinggebruik en keuzeproces van instromende hbo- en hbostudenten. In: Nederland, studiejaar 2005-2006. Nijmegen: IOWO. 10
Kemper, Peter and Hoof van, Joris and Visser, Martijn and Jong de, Menno (2007): Studiekeuze in kaart gebracht gedragsdeterminanten van scholieren bij het kiezen van een vervolgopleiding. In: Tijdschrift voor Hoger Onderwijs, 25(4), pp. 270-279.
Praktijkbeschr ijving : MU-SBE: We blijven op de kleintjes letten
15
Groepsgesprek van kandidaat en een ouderejaarsstudent via webconferentie voeren Afleggen van een self-assessment door de kandidaat Afsluitend gesprek met kandidaat een studieadviseur houden Gebruik webconferencing
Mechanismen Interventie leidt bij de kandidaat tot meer informatie over de eisen, leerdoelen en methodische uitvoering van de opleiding waardoor hij zijn initiële beeld van de opleiding completer kan maken Interventie leidt bij de kandidaat tot inzicht in verwachtingen van de opleiding aan hem waardoor hij een beter beeld krijgt of de opleiding bij hem past Interventie leidt tot meer inzicht in de motivatie, studiekeuze, en competenties van de kandidaat waardoor hij zelfinzicht krijgt en ook de opleiding uitgebreder informatie over de genoemden aspecten bekomt en aan hand van dit een advies kan vormen
Interventie leidt tot het kennismaken met groepswerk, waardoor de kandidaat inzicht krijgt hoe het is om in een onderwijsgroep te functioneren Interventie leidt tot een vroeg contact met andere kandidaten waardoor kandidaat zich sneller in de instelling en opleiding thuis voelt Interventie leidt tot een uitwisselen van vragen en informatie met andere kandidaten waardoor de kandidaat zelfinzicht in zijn verwachtingen verkrijgt en de opleiding inzicht in vragen, motivatie de en daardoor resulterende eventuele problemen van de kandidaat krijgt Interventie leidt tot het sparren met een oudejaarsstudent waardoor de kandidaat en de opleiding een beter beeld van de competenties van de kandidaat krijgen
Interventie leidt tot inzicht over hoe de kandidaat zijn competenties inschat waardoor de kandidaat’s zelfinzicht groeid en de instelling verder informatie over de kandidaat krijgt Interventie leidt tot reflectie bij de kandidaat over zijn match met de opleiding waardoor hij nadenkt of zijn studiekeuze juist was
Interventie leidt tot het informeren over match met opleiding en het geven van een dienovereenkomstig advies aan de kandidaat waardoor hij actie kan ondernemen om zijn competenties te verbeteren
Praktijkbeschr ijving : MU-SBE: We blijven op de kleintjes letten
16
Door het gebruik van webconferencing moet de kandidaat zich deze technologie eigen maken
De drempel voor buitenlandse studenten om te deel te nemen aan het project neemt af.
Outcomes De kandidaat
De opleiding, c.q. instelling
Heeft een beter beeld van de opleiding
Heeft inzicht in vragen, motivatie, problemen, competenties van de kandidaten en hun beeld van de opleiding
Heeft zelfinzicht in competenties
Gebruikt zijn inzichten om de kwaliteit van toekomstige voorlichting te verbeteren
Ervaart binding met de opleiding
Heeft een beter match tussen student en opleiding
Denkt over studiekeuze na
Heeft een kwalitatief betere instroom
Heeft advies hoe hij zijn competenties kan verbeteren
Heeft minder studie uitval
Heeft verbeterde competenties om sucessvol met de opleiding te beginnen
Ook buitenlandse kandidaten nemen deel aan het project.
Haakt af ivm technologie
Praktijkbeschr ijving : MU-SBE: We blijven op de kleintjes letten
17
Schema
Informatie over opleiding
Entree gesprek
Bespreken verwachtingen aan de kandidaat
K: beter beeld van de opleiding
Verkrijgen inzicht in motivatie, competenties, keuzeproces
K: zelfinzicht
K: Nadenken over keuze
I: beter match kandidaat opleiding
Kennismaken met groepswerk Contact leggen met andere kandidaten
K: Binding met de opleiding
I: Minder
Groepsgesprek Uitwisselen informatie met andere kandidaten Sparren met oudejaarsstudent
I: inzicht in vragen, motivatie, problemen, competenties, en beeld van de opleiding van de kandidaten
I: Kwaliteit voorI: kwalitatief betere instroom
Informatie over competenties kandidaat Selfassessment
K: Verbeterde competenties
Reflectie over match met opleiding Informeren over match met opleiding
Afsluitend gesprek Praktijkbeschr ijving : MU-SBE: We blijven op de kleintjes letten
Webconferencing
Gebruik technologie
K: Advies
Interventie
18
I: Nadelige effecten K= kandidaat K: Meer participatie I = instelling
3.
Beschrijf de interventies, mechanismen en outcomes in tabellen
Interventie
Mechanismen
Outcomes I
Outcomes II
Entree gesprek tussen de kandidaat en een staflid of een studieadviseur houden
Interventie leidt bij de kandidaat tot meer informatie over de eisen, leerdoelen en methodische uitvoering van de opleiding waardoor hij zijn initiële beeld van de opleiding completer kan maken
Kandidaat heeft een beter beeld van de opleiding
Kandidaat denkt over studiekeuze na
Interventie leidt bij de kandidaat tot inzicht in verwachtingen van de opleiding aan hem waardoor hij een beter beeld krijgt of de opleiding bij hem past
Instelling heeft een beter match tussen student en opleiding
Interventie leidt tot meer inzicht in de motivatie, studiekeuze, en competenties van de kandidaat waardoor hij zelfinzicht krijgt en ook de opleiding uitgebreder informatie over de genoemden aspecten bekomt en aan hand van dit een advies kan vormen
Instelling heeft minder studie uitval
Interventie
Mechanismen
Outcomes I
Outcomes II
Groepsgesprek van kandidaat en een ouderejaarsstudent via web conferentie voeren
Interventie leidt tot het kennismaken met groepswerk, waardoor de kandidaat inzicht krijgt hoe het is om in een onderwijsgroep te functioneren
Kandidaat heeft een beter beeld van de opleiding
Kandidaat denkt over studiekeuze na
Interventie leidt tot een uitwisselen van vragen en informatie met andere kandidaten waardoor de kandidaat zelfinzicht in zijn verwachtingen verkrijgt en de opleiding inzicht in vragen, motivatie de en daardoor resulterende eventuele problemen van de kandidaat krijgt
Instelling heeft zelfinzicht in competenties
Instelling heeft een beter match tussen student en opleiding
Interventie leidt tot een vroeg contact met andere kandidaten waardoor kandidaat zich sneller in de instelling en opleiding thuis voelt
Kandidaat ervaart binding met de opleiding
Instelling heeft minder studie uitval
Interventie leidt tot het sparren met een oudejaarsstudent waardoor de kandidaat en de opleiding een beter beeld van de competenties van de kandidaat krijgen
Instelling heeft inzicht in vragen, motivatie, problemen, competenties van de kandidaten en hun beeld van de opleiding
Instelling gebruikt zijn inzichten om de kwaliteit van toekomstige voorlichting te verbeteren
Praktijkbeschr ijving : MU-SBE: We blijven op de kleintjes letten
19
Interventie
Mechanismen
Outcomes I
Outcomes II
Afleggen van een self-assessment door de kandidaat
Interventie leidt tot inzicht over hoe de kandidaat zijn competenties inschat waardoor de kandidaat’s zelfinzicht groeid en de instelling verder informatie over de kandidaat krijgt
Instelling heeft zelfinzicht in competenties
Instelling heeft een beter match tussen student en opleiding
Interventie leidt tot reflectie bij de kandidaat over zijn match met de opleiding waardoor hij nadenkt of zijn studiekeuze juist was
Instelling heeft inzicht in vragen, motivatie, problemen, competenties van de kandidaten en hun beeld van de opleiding
Instelling gebruikt zijn inzichten om de kwaliteit van toekomstige voorlichting te verbeteren
Kandidaat denkt over studiekeuze na
Instelling heeft minder studie uitval
Interventie
Mechanismen
Outcomes I
Outcomes II
Afsluitend gesprek met kandidaat een studieadviseur houden
Interventie leidt tot het informeren over match met opleiding en het geven van een dienovereenkomstig advies aan de kandidaat waardoor hij actie kan ondernemen om zijn competenties te verbeteren
Kandidaat heeft advies hoe hij zijn competenties kan verbeteren
Kandidaat heeft verbeterde competenties om sucessvol met de opleiding te beginnen
Kandidaat denkt over studiekeuze na
Instelling heeft een beter match tussen student en opleiding Instelling heeft een kwalitatief betere instroom Instelling heeft minder studie uitval
Interventie
Mechanisme
Outcome
Gebruik webconferencing
Door het gebruik van webconferencing moet de kandidaat zich deze technologie eigen maken
Afhaken kandidaat
De drempel voor buitenlandse studenten om te deel
Buitenlandse kandidaten
Praktijkbeschr ijving : MU-SBE: We blijven op de kleintjes letten
20
te nemen aan het project neemt af.
participeren
DEEL 3: OPERATIONALISERING VAN HET GEKOZEN ARRANGEMENT STUDIEKEUZEGESPREKKEN. Bij de opzet van de studiekeuzegesprekken wordt rekening gehouden met het aanzienlijk aantal buitenlandse studenten dat zich aanmeldt. Een fenomeen dat, gezien de toenemende mobiliteit van studenten, ook voor hogescholen en andere universiteiten kan gaan gelden. Voor buitenlandse studenten gelden aanzienlijke reistijden en reiskosten. Daarom gaan we de studiekeuzegesprekken door middel van webconferencing op afstand voeren. De benodigde expertise hiervoor is reeds beschikbaar bij de projectgroep die zich bezighoudt met een online Summercourse, genaamd Webspijkeren. Ook wordt bij de invulling van het instrument “studiekeuzegesprekken” rekening gehouden met het feit dat het Probleem Gestuurd Onderwijs (PGO) specifieke vaardigheden van de student vraagt. Om te ervaren wat het inhoudt om in een PGO-groep te functioneren, bieden we kandidaten de mogelijkheid om te participeren in een virtuele onderwijsgroep, onder leiding van een ouderejaarsstudent. Op deze wijze worden drie doelen bereikt. Kandidaten kunnen: 1) hierdoor kennis-maken met het PGO, 2) ervaringen horen van een ouderejaars, 3) ervaringen uitwisselen over hun studiekeuze. We kiezen ervoor om álle kandidaten van de bacheloropleidingen Fiscale Economie (60 studenten) en Econometrie (55 studenten) studiekeuzegesprekken aan te bieden. De studiekeuzegesprekken bestaan uit vier onderdelen, waarvoor wij bewust onderstaande volgorde hebben gekozen. 1.
2.
3.
4.
We beginnen met een individueel keuzegesprek. Op basis van de aanmeldingen voor de bacheloropleidingen Econometrie en Fiscale Economie nodigen we alle studenten uit voor een studiekeuzegesprek, met een staflid of studieadviseur. Deelname kan op verschillende momenten omdat niet alle studenten zich gelijktijdig aanmelden. We voeren dit gesprek via een webverbinding (bijv. MSN of Skype). Voor deze gesprekken wordt een protocol ontwikkeld, gebruikmakend van de ervaringen bij het University College Maastricht. In deze gesprekken zullen specifieke aandachts-punten zijn: de keuze voor de betreffende opleiding; de motivatie en verwachtingen van de student (met aandacht voor het onderscheid tussen opleidings- en beroepsgerichte motivatie); hoe realistisch deze verwachtingen zijn; een reflectie op het eigen keuzeproces en attentiepunten voor de studie/studiesucces zelf. Het komt er dus op neer om elkaars verwachtingen uit te spreken (zie. o.a. presentatie dhr. Van Horssen, (ISO) conferentie STUDIEKEUZE, Utrecht). Daarnaast formuleren studenten aandachts-punten voor de andere onderdelen van de studiekeuzegesprekken. Na het gesprek met het staflid worden de studiekiezers door middel van webconferencing in contact gebracht met elkaar en een ouderejaarsstudent waarbij ze de opdracht krijgen een antwoord te formuleren op hun individuele aandachtspunten. De setting is van dien aard dat zij hiermee een simulatie van een onderwijsgroep ervaren. De ouderejaarsstudent zal als moderator/tutor optreden en er voor zorgen dat alle studenten aan bod komen en kan ook antwoorden geven op vragen. Om deze doelstellingen te bereiken zullen de groepen uit niet meer dan 8 abituriënten bestaan. Kortom, zij ervaren hoe het is om in een onderwijsgroep te functioneren én kunnen tevens onderling en met ouderejaarsstudenten sparren ten einde een realistischer beeld te krijgen van de opleiding en hun zelfbeeld aan te scherpen. Na de webconferentie met de onderwijsgroep leggen de aankomend studenten een self-assessment af, met daarin de relevante competenties voor de opleiding, bijv. werken in groepen en zelfstandig leren, hun motivatie en verwachtingen van het beroep en de opleiding. Er is bewust voor gekozen om dit instrument pas na het online groepsgesprek in te zetten. Dit om ervoor te zorgen dat kandidaten blanco het groepsgesprek ingaan en expliciet zelf een eerste beeld vormen van de match tussen hun persoonlijkheid en verwachtingen met de inhoud en vorm van de opleiding, zonder dat assessment- resultaten hierop van invloed zijn. Voor de self-assessment kunnen we gebruik maken van de ervaringen en expertise van de NHTV Internationale hogeschool Breda. Deze organisatie voert reeds een project uit dat in de eerste tender is goedgekeurd. Ten slotte hebben de studenten een tweede gesprek met een studieadviseur, waarin de geformuleerde aandachtspunten van het eerste gesprek, de ervaringen met de virtuele onderwijsgroep en de selfassessment worden besproken. De uitkomst van dit gesprek en/of dit assessment kan zijn dat de studenten geadviseerd wordt om gebruik te maken van aanvullende activiteiten, bijvoorbeeld Webspijkeren, of Student
Praktijkbeschr ijving : MU-SBE: We blijven op de kleintjes letten
21
for a day’, of zich te oriënteren op een andere opleiding. Wat vooral van belang is, is dat de student helder krijgt welke knelpunten hij/zij kan verwachten, zodat daarop eventuele actie kan worden ondernomen.
Overzicht Met wie gesprek?
Soort kandidaat/student
Kandidaten ingeschreven bij Studielink
Alle kandidaten, alleen risicogroepen, anders
Gesprekken met alle kandidaten
Maken risicoprofielen
Wanneer vindt gesprek plaats?
Op basis van interviews met huidige studenten en opleidingscoördinator hebben we een lijst van benodigde competenties gemaakt en deze verwerkt in een self assessment (zie bijlage). De resultaten worden besproken in het afsluitend gesprek.
Initiatief voor gesprek
Kandidaten worden uitgenodigd. De deelname is vrijwillig.
Voor/na start studie
Voor start studie
Welke instroom
september instroom
Welke maand(en)
april - augustus
Spreiding
Het begingesprek en groepsgesprek vinden voor de student op één dag plaats en worden gevolgd van een afsluitend gesprek 1 week later.
Individueel begingesprek / groepsgesprek / individueel afsluitend gesprek De gespreken worden door middel van webconferencing gerealiseerd, voor de reden dat zich een grote aantal buitenlandse studenten aanmeldt voor die aanzienlijke reistijden en reiskosten gelden. De voertaal van alle gesprekken is Engels.
Praktijkbeschr ijving : MU-SBE: We blijven op de kleintjes letten
22
Waartoe?
Doel
Beter match tussen student en opleiding en daardoor minder studie-uitval (Zie ook deel 2: Redeneerketen) Meetbare doelen: 75% tevreden over keuze 10% minder uitval Als indicatie over de tevredenheid van de keuze kunnen we gebruik maken van gegevens uit onze cursusevaluaties Als indicatie voor de uitval nemen we de cijfers voor twee cursussen in de eerste periode. De cijfers voor het cohort 2010/11 vergelijken we met het cohort 2009/10. Deze gegevens zijn beschik-baar op korte termijn, gebruikmakend van bestaande contacten.
Wat?
Inhoud
Individueel begingesprek: motivatie en verwachtingen van de student (met onderscheid tussen opleidings- en beroepsgerichte motivatie), hoe realistisch deze verwachtingen zijn, reflectie op het eigen keuzeproces en attentiepunten voor studiesucces. Groepsgesprek: individuele aandachtspunten van de studenten, discussie, alle studenten vragen en antwoorden Individueel afsluitend gesprek: geformuleerde aandachtspunten van het eerste gesprek, ervaringen met de virtuele onderwijsgroep (groepsgesprek) en de selfassessment
Door wie?
Wordt gebruik gemaakt van een gespreksprotocol?
Ja
Gespreksvoerder
Begingesprek: staflid van de desbetreffende opleiding of studieadviseur Groepsgesprek: ouderejaars student Afsluitend gesprek: staflid of studieadviseur vanuit het eerste gesprek
Voorafgegaan door?
In samenhang met?
Methode van uitnodigen
Brief
Inbedding in overige voorlichting
activiteit wordt aangekondigd op de website
Voorlichtingsdagen
nee (gespreken worden door middel van webconferencing gerealiseerd)
Introductieweek
nee (gespreken worden door middel van webconferencing gerealiseerd)
Breder specifiek voorlichtingsprogram
nvt
Praktijkbeschr ijving : MU-SBE: We blijven op de kleintjes letten
23
ma voor kandidaten
Gevolgd door?
Wat kost dat?
Organisatie?
Onderwijs
Door de groeps webconference onder leiding van een oudere jaarsstudent ontstaat het idee van samen leren in een onderwijsgroep.
Vindt arrangement plaats in relatie met selectie?
nee
Summerschool / bijscholing
De uitkomst van de gespreken kan zijn dat de studenten geadviseerd wordt om gebruik te maken van aanvullende activiteiten, bijvoorbeeld Webspijkeren, of ‘Student for a day’, of zich te oriënteren op een andere opleiding.
Studie loopbaanbegeleiding
• Worden door opleiding gegevens vastgelegd voor slb? nee • Wordt door student een reflectiedossier aangelegd dat wordt ingebracht in de opleiding? nee
Preadvies en bindend studieadvies
Worden gegevens vastgelegd voor preadvies en/of bindend studieadvies? nee
Kosten (in euro)
• Zie hiervoor de bijlage bij hoofdstuk 5.
Kosten per eenheid (in euro)
• Zie hiervoor de bijlage bij hoofdstuk 5.
Werkproces
Zie bijlage
Wie heeft de lead in het proces?
Department of Educational Research and Development/ SBE Projectleider Jan Nijhuis (Onderzoeker, Department of Educational Research and Development, Maastricht University School of Business and Economics)
Training
Docenten, studieadviseurs en oudejaarsstudenten die bij de gesprekken betrokken zijn worden door een test sessie in webconferencing getraind en met het gespreksprotocol vertrouwd gemaakt.
Praktijkbeschr ijving : MU-SBE: We blijven op de kleintjes letten
24
Bijlage Werkproces – Studiekeuzegesprekken
Kandidaat – uitnodiging per brief
Kandidaat – uitnodiging per email voor aanmelding bij surfgroepen
Kandidaat meldt zich aan bij surfgroepen
Contacteren voor inplanning
Intake gesprek door staf lid
Groepsgesprek met senior student
Self-assessment door kandidaat
Afsluitend gesprek door staf lid
Praktijkbeschr ijving : MU-SBE: We blijven op de kleintjes letten
25
DEEL 4: EFFECTMETING 4.1 Inleiding De effectmeting van het project richt zich op de verwachte mechanismen en uitkomsten. Voor een goed inzicht in de uitkomsten is het zinvol om eerst een beschrijving te geven van de kandidatenstromen aan de hand van verschillende overzichten (§4.2). Vervolgens analyseren we de effecten (§4.3) en geven we het oordeel over de verschillende mechanismen (§ 4.4). Ten slotte volgt in § 4.5 de conclusie. 4.2 Beschrijving van kandidatenstromen Tot het moment van uitnodigen in juni 2010 hebben zich 119 kandidaten aangemeld via Studielink, waarvan 85 voor Econometrie en 34 voor Fiscale economie. Figuur 4.1 geeft een overzicht van de herkomst van de kandidaten. Figuur 4.1 Aanmeldingen naar geografisch gebied (n = 119)
Het grootste gedeelte van de kandidaten (49%) komt uit Nederland, ongeveer een kwart uit Duitsland en nog een kwart uit overige landen, verspreid over schillende geografische gebieden. Het grote aandeel Nederlanders is te verklaren door de instroom voor Fiscale Economie, waarvoor kennis van het Nederlands gevraagd wordt.
Uiteindelijk is er in september 2010 een instroom van 105 nieuwe studenten geweest voor Econometrie en Fiscale Economie (zie figuur 4.2). Uit de figuur blijkt dat niet alle kandidaten participeerden in SCAP (Study Choice Awareness Programme) en dat niet alle kandidaten, die zich hadden aangemeld via Studielink, ook daadwerkelijk zijn komen studeren aan de Universiteit Maastricht.
Praktijkbeschr ijving : MU-SBE: We blijven op de kleintjes letten
26
Figuur 4.2 Overzicht van de studentenstromen en participatie in het project
Uitgenodigd voor de gesprekken (119)
Niet gereageerd 79
Alleen aangemeld bij Surf 18
Deelname project 22
Instroom FE / Ectrie (50)
29
5
16
9
7
3
41
6
3
Instroom naar andere opleidingen SBE (19) Niet gestart (50)
Later aangemeld voor de opleiding
55
Van de 119 aangeschreven kandidaten hebben er zich 40 aangemeld bij SURFGROEPEN. De geografische verdeling van de 40 geïnteresseerden in het project is als volgt. Voor Fiscale Economie waren alle 12 kandidaten Nederlands. Voor Econometrie kwamen 7 studenten uit Nederland, 18 uit Duitsland + Oost Europa, en 3 uit overige landen. Hiervan hebben er 22 geheel of gedeeltelijk geparticipeerd in de gesprekken. De deelname was als volgt:: Entree gesprek 18, groepsgesprek 14, self-assessment 16 en eindgesprek 14. Alle kandidaten die meegedaan hebben aan de gesprekken kregen een positief advies met betrekking tot de opleiding. Opvallend is de wisseling in de samenstelling van het cohort. Van de 119 kandidaten die zich hadden aangemeld, 11
zijn er 69 (119-29-5-16) niet naar de opleiding gekomen . Een beperkt gedeelte daarvan (19) volgt Economie of Internationale Bedrijfskunde aan de Universiteit Maastricht. Nadat we besloten hadden geen kandidaten meer uit te nodigen voor de gesprekken, hebben alsnog 55 kandidaten zich aangemeld bij Studielink. De geografische spreiding van de 69 kandidaten die niet zijn komen opdagen is als volgt Nederland 28%, Duitsland 33% en de rest van de wereld 39%. Om meer inzicht te krijgen in de redenen voor niet participeren en/of niet komen studeren aan de School of Business and Economics hebben we een beperkte telefonische enquête gehouden in oktober 2010. We hebben 15 personen gesproken. Twee kandidaten hebben niet gereageerd, maar zijn ingeloot voor Economie of Internationale Bedrijfskunde; Vier kandidaten hadden zich wel aangemeld bij het project, maar zijn ingeloot voor Economie of Internationale Bedrijfskunde; Vier kandidaten hebben geparticipeerd in de studiekeuze-gesprekken, maar zijn eveneens ingeloot; Drie kandidaten doen een soortelijke studie aan een andere universiteit; Een kandidaat werkt, een kandidaat is gezakt. Uit de evaluaties van de stafmedewerkers blijkt verder dat na aanmelding bij SURFGROEPEN het niet altijd mogelijk was om een afspraak te maken, ivm slechte bereikbaarheid van de kandidaat, niet reageren van de
11
Studiekiezers kunnen zich bij Studielink voor twee opleidingen inschrijven. Een aanmelding bij Studielink geeft de instelling geen garantie dat de kandidaat komt. Verder kunnen kandidaten zich tot 1 september inschrijven bij een van de opleidingen in ons project.
Praktijkbeschr ijving : MU-SBE: We blijven op de kleintjes letten
27
kandidaat, vakantie, vakantiewerk en andere verplichtingen. Ook hier geldt dat er kandidaten zijn die ingeloot zijn voor Economie of Internationale bedrijfskunde en niet meer tot de doelgroep behoren. Verder beschikten twee studenten niet over een webcam. Redenen voor het niet volgen van de opleiding aan de UM zijn bijv. het late moment van bevestiging, dit is belangrijk vanwege het op tijd aanvragen van een Visum en financiële problemen. In september 2010 hebben we de eerstejaars Fiscale Economie en Econometrie een vragenlijst afgenomen met betrekking tot hun studiekeuze. Studenten die niet participeerden in de studiekeuzegesprekken gaven hiervoor verschillende redenen aan, zie figuur 4.3 Figuur 4.3
Redenen voor non participatie aan de studiekeuzegesprekken (71 vermeldingen, meerdere antwoorden mogelijk)
Er zijn twee groepen van non participatie te onderscheiden. De eerste groep (69%) heeft betrekking op het voldoende geïnformeerd zijn (keuze zeker, goed geïnformeerd, geen behoefte aan andere studenten). Deze studenten hebben hun keuze al gemaakt en hebben geen behoefte aan verdere informatie. Blijkbaar weegt dit niet op tegen de voordelen van een gesprek met een staflid of ouderejaarsstudent of mede kandidaat. De tweede groep (31%) heeft betrekking op de procedure of de techniek. Er moet een behoefte ontstaan om te participeren. Wellicht dat participatie aantrekkelijker gemaakt moet worden, bijv. door te wijzen op de toegevoegde waarde van een gesprek in termen van een vergrote kans op slagen. 4.3 Effectmeting Met betrekking tot de effectmeting hebben we ons gericht op de cijfers voor 4 cursussen in het eerste semester. Om tot groepen van voldoende omvang te komen hebben we de studenten die zich hebben aangemeld en/of mee hebben gedaan aan het project samengevoegd tot één groep. Verder zijn er nog studenten ingestroomd na afsluiting van het project. Hierdoor is het mogelijk om 3 groepen van studenten te vergelijken, zie tabel 4.1. De belangrijkste vergelijking betreft de vergelijking tussen de kandidaten die wel zijn uitgenodigd maar niet participeerden (benchmark groep) en de kandidaten die niet participeerden. Daarnaast hebben we de benchmarkgroep vergeleken met de late inschrijvers. Tabel 4.1 Studieresultaten en uitval per studentengroep Variabele
Operationalisatie
Benchmark
Uitkomst
Oordeel
(1)Kandidaten die wel waren uitgenodigd, maar
Praktijkbeschr ijving : MU-SBE: We blijven op de kleintjes letten
28
niet participeerden. (2) Kandidaten die later instroomden Effect van studiekeuze-gesprekken op studiesucces.
Gemiddelde behaalde punten
aantal studie-
1
FE: 11
21,7
++
Ectrie: 11
16,3
+
FE 13,7
21,7
++
Ectrie 18,1
16,3
-/+
1
33%
20%
++
2
14%
20%
-
50%
+
2
Percentage uitvallers en omzwaaiers
Effect van studiekeuze gesprekken op de instroom
Percentage starters
niet 40%
Tabel 4.1a Studieresultaten en uitval per studentengroep Uitgenodigd voor Ingeschreven SURF en /of gesprekken, niet deelgenomen aan gesprekken geparticipeerd
Later ingestroomd
Significantie (t-score)
(29) (21) (5+ 16)
(55)
Cijfers Organisatie & Marketing
5,0
6,2
6,1
0,09
Kwantitatieve methoden FE
4,5
7,9
5,3
0,04
Analyse Ectrie
3,8
4,2
4,8
0,39
Micro economie
3,6
5,2
5,0
0,05
Accounting
4,3
6,8
4,1
0,11
FE (n = 47)
11,0
21,7
13,7
0,08
Ectrie (n = 58)
11,0
16,3
18,1
0,10
10 (33%)
4 (20%)
8 (14%)
Aantal ECT
Uitvallers
Van de 22 studenten die uitvielen, deden er 8 Fiscale Economie (17%), en 14 Econometrie (24%). Dit sluit aan bij het algemene beeld dat Econometristen vooral aan het begin van de studie uitvallen. Uit een ANOVA blijkt dat over het algemeen dat studenten die wel waren uitgenodigd, maar niet participeerden in het project, lager scoren dan de andere twee groepen. Voor Fiscale Economie scoren de studenten die wel
Praktijkbeschr ijving : MU-SBE: We blijven op de kleintjes letten
29
deelnamen aan het project hoger op Kwantitatieve methoden, Accounting en behaalden meer ECT. Voor Econometrie is er weinig verschil tussen de deelnemers aan het project en de late aanmeldingen. Het percentage niet starters is zoals verwacht relatief hoog. Dit komt omdat de opleidingen Fiscale Economie en Econometrie als tweede optie worden gekozen, met als eerste optie Internationale Bedrijfskunde of Economie. Verder kunnen studenten zich voor twee studies inschrijven bij Studielink. Studenten kunnen zich ook voor Econometrie in Tilburg inschrijven. Eén student heeft voor Tilburg gekozen ivm een vlottere administratieve afhandeling. Het niet starten was dus niet het gevolg van de studiekeuzegesprekken. Verder heeft één student afgehaakt ivm het niet behalen van het diploma. 4.4 Oordeel over de verschillende onderdelen 4.4.1 Oordeel van de kandidaten In september hebben we alle nieuwe studenten benaderd en ondervraagd over hun studiekeuze proces. De 15 studenten die participeerden in het project hebben we ondervraagd over hun ervaringen met de verschillende onderdelen. Voor een overzicht van de gesprekken, zie tabel 4.2. Tabel 4.2 Percepties van de verschillende gesprekken (schaal 1: oneens-5: eens) Onderdeel van het gesprek
Entree gesprek
Groeps
Afsluitend gesprek
Gesprek n=15
n =10 n =11
a
Het gesprek zorgde ervoor dat ik mijn studie meer bewust kies.
3,0 (0,8)
b
Het gesprek gaf me een beter idee van de opleiding.
3,2 (0,9)
2,9 (1,2)
3,4 (0,8)
c
Het gesprek veranderde mijn studiekeuze.
1,5 (0,6)
1,5 (0,7)
3,0 (1,4)
d
Na het gesprek ben ik er helemaal zeker van dat de opleiding bij me past.
3,4 (1,1)
3,0 (1,0)
3,9 (0,7)
e
Na het gesprek, was ik zeker van plan om met de opleiding te starten.
3,3 (1,3)
3,1 (1,3)
4,1 (1,3)
2,6 (0,9)
Het afsluitend interview gaf me waardevolle informatie hoe ik me het beste kon voorbereiden op de studie.
3,0 (1,2)
3,1 (1,2)
Door het groepsgesprek leerde ik meer over hoe ik in een groep functioneer.
3,3 (0,9)
f
De sfeer gedurende het gesprek was positief.
4,2 (0,9)
3,9 (0,9)
4,4 (0,7)
g
Het gesprek was nuttig voor mij.
3,0 (0,8)
2,8 (1,1)
3,3 (0,5)
De kandidaten zijn het in het algemeen eens met de stellingen voor de verschillende gesprekken. Hierbij heeft het afsluitend gesprek de hoogste scores; dit gesprek gaf een beter idee van de opleiding en kandidaten waren meer overtuigd van hun keuze. Opvallend is de hoge score van het afsluitend gesprek op het onderdeel “veranderde keuze”. Blijkbaar betekende dit gesprek de keuze voor Maastricht. In alle gesprekken was de sfeer goed. Verder was er in het groepsgesprek een leereffect met betrekking tot het functioneren in groepen.
Praktijkbeschr ijving : MU-SBE: We blijven op de kleintjes letten
30
De oordelen met betrekking tot de self assessment zijn weergegeven in tabel 4.3. Uit de resultaten blijkt dat de kandidaten een beter inzicht hadden in de gevraagde vaardigheden en meer vertrouwen hadden in hun keuze door de self assessment. De 25 studenten die wel waren uitgenodigd maar niet hebben meegedaan, hebben we gevraagd of ze behoefte hadden aan een self assesment. Zij scoorden een 2,8 op een schaal van 1-5, dit betekent dat zij relatief weinig behoefte hadden aan de self assessment. Tabel 4.3. Evaluatie van de self-assessment (schaal 1: oneens – 5:eens) n = 13 Self-assessment
Gemiddelde (sd)
1
Door de self-assessment kies ik mijn opleiding meer bewust.
3,0 (0.9)
2
De self-assessment gaf me een beter inzicht in de benodigde vaardigheden voor de opleiding.
3,5 (0.5)
3
De self-assessment veranderde mijn studiekeuze.
1,4 (0,7)
4
Na de self-assessment, ben ik ervan overtuigd dat de opleiding bij me past.
3,5 (0,9)
5
Na de self-assessment, ben ik zeker van plan om met de opleiding te starten.
3,7 (0,9)
6
De self-assessment was nuttig voor mij.
2,8 (0,9)
4.4.2 Oordeel gesprekvoerders Er hebben 8 gesprekvoerders in het project geparticipeerd. Daarvan waar er 4 oudere-jaarsstudenten (1 econometrie, 3 fiscale economie) en 4 stafmedewerkers (2 studie-adviseurs, 1 econometrie, 1 fiscale economie). De vier oudere jaarstudenten hebben we in juli 2010 een vragenlijst voorgelegd om het groepsgesprek te evalueren. De resultaten staan in tabel 4.4 De ouderejaars vonden het gesprek in het algemeen goed gaan. Ze vonden het een nuttige manier om gegevens uit te wisselen, waardoor de kandidaten meer inzicht in de opleiding kregen en het gesprek verliep in een positieve sfeer. Het gesprek leidde volgens hen niet tot een wijziging van de keuze, voor zover dat in het gesprek tot uitdrukking kwam. Dit gesprek is te beperkt om een indruk van een echte onderwijsgroep te krijgen. Dat is ook te verwachten, gezien de beperkte duur van het gesprek, het feit dat dit het eerste gesprek is met elkaar en dat er geen gemeenschappelijke opdracht is.
12
Tabel 4.4 Evaluatie van het groepsgesprek
12
In verband met het lage aantal waarnemingen, geven we de frequentie voor elke score.
Praktijkbeschr ijving : MU-SBE: We blijven op de kleintjes letten
31
Onderdeel 1 2
Na het groepsgesprek hebben de kandidaten een beter idee van wat de bedreigingen zijn voor het afronden van de studie.
4
Na het groepsgesprek hebben de kandidaten een beter inzicht in de vereiste kennis en vaardigheden voor de opleiding. Het groepsinterview veranderde de studiekeuze van de kandidaten. Het groepsinterview is een nuttig instrument.
6
oneens
Het groepsgesprek leidde tot reflectie bij de kandidaten. Het groepsgesprek gaf de kandidaten een beter idee van de inhoud van de opleiding.
3
5
Totaal oneens
neutraal
eens
Totaal eens
3
1
1
2
2
2
1
4
4 1
2
3
1
7
De sfeer gedurende het gesprek was positief.
8
Het groepsgesprek introduceerde de kandidaten in groepswerk vergelijkbaar met een onderwijsgroep.
9
In het groepsinterview maakten de kandidaten kennis met elkaar.
10
In het groepsinterview de kandidaten wisselden informatie uit.
11
In het groepsgesprek wisselden de kandidaten informatie met me uit.
12
Na het groepsgesprek voelden de kandidaten zich meer thuis in de opleiding.
13
Het contact met de andere kandidaten voor de opleiding gaf de kandidaten meer inzicht.
14
Het groepsinterview gaf me inzicht in de motivatie en studiekeuze van de kandidaten.
15
Het groepsgesprek gave me inzicht in de kennis en vaardigheden van de kandidaten.
1
16
Het groepsinterview gaf me inzicht in de vragen en twijfels van de kandidaten.
1
17
Het groepsgesprek gaf me inzicht in de het beeld dat de kandidaten van de opleiding hebben.
1
Praktijkbeschr ijving : MU-SBE: We blijven op de kleintjes letten
1
4
4 3 3
1
1 4
2
1
1
1
3
3 3 1
2
32
De vier stafmedewerkers zijn in juli gevraagd naar hun oordeel over het introductie-gesprek en het afsluitend gesprek aan de hand van de standaardvragenlijst. Voor een oordeel over de self-assessment hebben we een open vraag gesteld. De oordelen over het introductie gesprek zijn terug te vinden in tabel 4.5 Tabel 4. 5 Stafmedewerkers: Perceptie van het introductie interview Introductie gesprek
Totaal oneens
13
Oneens
Het introductiegesprek leidde tot reflectie bij de kandidaten.
neutral
1
Het introductie gesprek gaf de kandidaten een beter indruk van de inhoud van het programma.
1
3
4
Na het introductie gesprek had de kandidaat een beter inzicht in de kennis en vaardigheden voor de opleiding.
Het introductie gesprek is een nuttig instrument.
1
2
2
1
3 3
De kandidaten waren geïnteresseerd in het introductie gesprek.
1
3
De kandidaten namen actief deel aan het introductie gesprek.
1
3
Het introductie gesprek gaf me inzicht in de studiekeuze en motivatie van de kandidaten.
1
4
2
Het introductie gesprek gaf me inzicht in de vragen en twijfels van de kandidaten. Het introductie gesprek gaf me inzicht in het beeld van wat de kandidaat had van de opleiding.
1
2
De sfeer gedurende het introductie gesprek was positief.
Het introductie gesprek gaf me inzicht in de vaardigheden en kennis van de kandidaten.
Totaal eens
3
Na het introductie gesprek had de kandidaat een beter idee wat de bedreigingen zijn voor het succesvol afronden van de studie.
Het introductie gesprek veranderde de studiekeuze van de kandidaat.
Eens
1
1
1
2
2
1
1
1
Het introductiegesprek wordt door de 4 stafmedewerkers als zeer positief beoordeeld: er is inzicht in de studiekeuze en motivatie van de kandidaat. De kandidaten hebben een beter inzicht in het programma en reflecteren over hun studiekeuze.
13
In verband met het lage aantal waarnemingen, geven we de frequentie voor elke score.
Praktijkbeschr ijving : MU-SBE: We blijven op de kleintjes letten
33
Met betrekking tot de self assessment geven de stafmedewerkers aan dat het een goed instrument is om de gevraagde competenties te bespreken. Het instrument biedt een handvat om de competenties ter sprake te brengen. De stafmedewerkers geven echter ook aan dat hun waarneming niet altijd overeenstemt met de scores van de self assessment.
De oordelen over het afsluitend gesprek zijn terug te vinden in tabel 4.6
14
Tabel 4.6 Evaluatie van het afsluitend gesprek Afsluitend gesprek
Totaal oneens
Het afsluitend gesprek leidde tot reflectie bij de kandidaten. Het afsluitend gesprek gaf de kandidaten een beter idee van de inhoud van het programma.
oneens
1
1
neutral
1
1
eens
2
2
Na het afsluitend gesprek hadden de kandidaten een beter idee wat een bedreiging kon zijn voor het succesvol afronden van de studie.
1
1
2
Na het afsluitend gesprek hebben de kandidaten een beter inzicht in de vereiste kennis en vaardigheden voor de opleiding.
1
1
2
1
2
De sfeer gedurende het eind gesprek was positief.
1
2
De informatie beschikbaar uit de vorige gesprekken was voldoende om feedback en advies te geven.
2
2
De kandidaten waren geïnteresseerd in het afsluitend gesprek.
3
1
De kandidaten participeerden actief in het afsluitend gesprek.
3
1
De kandidaten stonden open voor de feedback.
2
2
Het afsluitend gesprek veranderde de studiekeuze van de kandidaat. Het afsluitend gesprek is een nuttig instrument.
1
Totaal eens
3
1
Het afsluitend gesprek wordt over het algemeen als nuttig ervaren: er was voldoende informatie aanwezig; de kandidaten waren geïnteresseerd en de sfeer was positief. De meningen zijn verdeeld of de gesprekken een beter inzicht met betrekking tot de opleiding en de gevraagde vaardigheden geeft. De gesprekken geven volgens de gespreksleiders geen aanleiding voor de kandidaten om hun studiekeuze te wijzigen.
14
In verband met het lage aantal waarnemingen, geven we de frequentie voor elke score.
Praktijkbeschr ijving : MU-SBE: We blijven op de kleintjes letten
34
4.5
Conclusie
Met betrekking tot de populatie van kandidaten valt het op dat het begin cohort sterk afwijkt van de daadwerkelijke instroom. Van de 119 aangeschreven kandidaten, op de peildatum juni 2010, zijn er 50 naar de opleiding gekomen. Er zijn 55 studenten later ingestroomd. Er hebben zich 40 kandidaten bij het project aangemeld / of geparticipeerd. De geografische verdeling van de kandidaten is als volgt, 50% Nederlands, 35 Duits, 15% overige landen. Kandidaten die niet participeerden gaven als belangrijkste reden hiervoor dat zij al over voldoende informatie beschikten. De procedure en technologie zelf werden in mindere mate genoemd als reden voor niet participeren. Het effect van de studiekeuzegesprekken is geanalyseerd door 3 groepen te vergelijken: 1) studenten die wel uitgenodigd waren maar niet participeerden, 2) studenten die zich hebben aangemeld en/of hebben geparticipeerd en 3) studenten die later zijn ingestroomd en dus ook niet participeerden. Studenten die wel waren uitgenodigd, maar niet participeerden scoorden lager dan de twee andere groepen van studenten. Ook het aantal uitvallers is hoger. Studenten die participeerden of zich aanmelden behaalden in het algemeen hogere cijfers en meer ECTs. Kandidaten scoorden een 3,0 (schaal van 1 oneens tot 5 eens) met betrekking tot het bewuster kiezen van een opleiding en dat de gesprekken een beter idee van de opleiding gaven. Wel hebben de kandidaten het gevoel dat de opleiding bij hen past. Vooral na het afsluitend gesprek was men er zeker van om met de opleiding te starten. Ouderejaars geven aan dat door het groepsgesprek de kandidaten een beter inzicht in de studie hebben en weten wat er gevraagd wordt. Daarnaast gaf het groepsgesprek de mogelijkheid om met elkaar kennis te maken. Het gesprek veranderde keuze van de kandidaten niet. De stafmedewerkers zijn van mening dat na de gesprekken de kandidaten een beter idee van de studie hebben en dat de gesprekken inzicht geven in de motivatie van de kandidaten.
Praktijkbeschr ijving : MU-SBE: We blijven op de kleintjes letten
35
DEEL 5. PROCES EVALUATIE 5.1 Inleiding Naast de uitkomsten van het project, zoals beschreven in deel 4, is het ook zinvol het proces te evalueren. Daartoe zullen we in § 5.2 de verschillende processen van het project bespreken. In § 5.3 geven we een eindoordeel over de verschillende redeneerketens zoals besproken in ons arrangement (deel 3). In § 5.4 richten we de blik op de toekomst waarbij we aandacht besteden aan hetgeen we geleerd hebben en in hoeverre onze aanpak over-draagbaar is binnen onze eigen instelling en naar andere instellingen. 15
5.2 Reflectie terug
In deze paragraaf evalueren we de verschillende onderdelen van het studiekeuze-project, zijnde: 1) uitnodigen van de kandidaten, 2) planning van de gesprekken, 3) self–assessment, 4) gespreksprotocollen en 5) de technologie. Hierbij baseren we ons op het oordeel van de 4 ouderejaarsstudenten, de 4 gesprekleiders, de planner van de gesprekken, de ontwerper van SURFGROEPEN site en de indrukken van de projectcoördinator. Daarnaast maken we gebruik van de resultaten van een vragenlijst die we in september bij de nieuwe studenten hebben afgenomen.
5.2.1 Uitnodigen van de kandidaten Het uitnodigen van de kandidaten gebeurde na de aanmelding van de kandidaat bij Studielink en de gewenste opleiding. In april is er een brief naar het huisadres van de aankomend studenten gestuurd om het studiekeuzeproject aan te kondigen, zie bijlage 1. Dit heeft meer impact dan alleen een e-mail. Vervolgens is er in mei via SURFGROEPEN een uitnodiging gestuurd voor aanmelding bij de teamsite, bijlage 2. Twee weken later is er is een herinnering via e-mail gestuurd met een toelichting van het project, zie bijlage 3. Uitvoeringsproblemen: Bij de uitvoering liepen we tegen de volgende problemen aan: 1) niet alle adresgegevens zijn juist ingevuld op Studielink. 2) Slechts een beperkt gedeelte van aangeschreven studenten meldde zich aan bij SURF-GROEPEN aan. In de vragenlijst van september 2011 hebben we de studenten die we wel uitgenodigd hadden voor het project, maar niet participeerden, gevraagd naar de redenen hiervoor. Zie hiervoor ook de toelichting in deel 4 van de praktijkbeschrijving. De volgende redenen werden genoemd: zeker van de keuze (31%), goed geïnformeerd (21%), geen behoefte om met studenten te spreken (17%), technische problemen (16%), procedure onduidelijk (15%). Verder hebben we een gedeelte van de kandidaten die niet zijn gekomen, telefonisch benaderd om na te gaan voor het niet deelnemen. De volgende redenen werden genoemd: ingeloot voor andere opleiding, Fiscale Economie, of Econometrie was reserve, niet behalen examen, andere plaats gaan studeren. 3) De door SURFGROEPEN gegeneerde e-mail is afstandelijk en bevat geen herkenbare afzender. Vandaar dat we later de aangepaste herinnering hebben gestuurd via e-mail. Uitvoeringsucces: De gewenste adresgegevens werden in het gewenste format aangeleverd en deze konden vlot aan de uitnodigingsbrief gekoppeld worden. Ook SURF-GROEPEN heeft goede faciliteiten om uitnodiging zonder teveel handwerk te versturen. Het is zinvol geweest om een aankondigingsbrief te sturen, waardoor de kandidaten op de hoogte waren van de te verwachten e-mail. Sommige kandidaten vroegen al wanneer de
15
De proces evaluatie in het format van SURF staat in bijlage 2 van dit hoofdstuk.
Praktijkbeschr ijving : MU-SBE: We blijven op de kleintjes letten
36
gesprekken zouden plaatsvinden. Het versturen van een herinnering zorgde voor extra inschrijvingen op SURFGROEPEN. We hebben geen vragen gekregen over problemen met inloggen. Bijeffecten: Geen.
5.2.2 Planning van de gesprekken De interne planning van de gesprekken gebeurde op twee niveaus. Ten eerste het weekniveau. Rekeninghoudend met verschillende externe factoren, zoals data voor selectie en loting van Internationale Bedrijfskunde en Economie, examenperioden, en de vakantieperiode planden we de weken waarin we de gesprekken gingen voeren. Op het tweede niveau keken we naar de dagen voor het voeren van de gesprekken. Op basis hiervan is een spreadsheet opgesteld met daarin dagen en tijdstippen voor mogelijke gesprekken. Vervolgens werden de kandidaten, die zich hadden aangemeld bij SURFGROEPEN, telefonisch benaderd voor het maken van een afspraak. Indien geen contact gelegd kon worden, werd er een bericht ingesproken of e-mail gestuurd. Uitvoeringsproblemen: Bij de uitvoering liepen we tegen de volgende problemen aan: Er waren belemmerende factoren om met de kandidaten in contact te komen:1) het telefoonnummer klopte niet, 2) voor buitenlandse studenten waren er taalproblemen met ouders die de telefoon opnamen, 3) vakantie van de kandidaten. Indien er wel contact is, dan moeten er drie gesprekken gepland moeten worden. Voor het teamgesprek is het noodzakelijk dat meerdere personen op hetzelfde tijdstip beschikbaar moeten zijn. Door vakantie of vakantiewerk en andere verplichtingen van de kandidaten maakt dit de planning tot een tijdrovende bezigheid. Ondanks het meerdere malen benaderen van studenten lukte het niet altijd om studenten in te plannen, vanwege vakantie of vakantiewerk. Uitvoeringssucces: door gebruik te maken van een spreadsheet eveneens op de teamsite is er een overzicht van wanneer de gesprekken zijn en met wie. Bijeffecten: Bij het telefonisch contact kon de procedure worden uitgelegd en kregen we inzicht in de redenen voor eventueel afhaken. 5.2.3 Self assessment De self assessment gaf inzicht in de mate van aansluiting tussen de competenties van de kandidaat en de gewenste competenties. Op basis van een idee van de NHvT hebben we een vragenlijst opgesteld (zie bijlage 4). Voor de vragen hebben we overleg gehad met de opleidingsdirecteuren (profiel van de student) en gekeken naar de eisen vanuit het onderwijs. Op grond hiervan onderscheiden we twee soorten competenties, generieke en vakspecifieke competenties. De vragenlijst is in februari 2010 bij de zittende eerstejaars afgenomen voor de bepaling van de normwaarden. Het gaat hierbij om de scores van studenten die na het eerste semester nog aan de opleiding studeren. Vervolgens is er een online versie van de vragenlijst gemaakt. Op basis van de antwoorden van de kandidaat berekent het programma voor elke competentie een score. De student krijgt daarna een overzicht van zijn scores op de verschillende competenties met daarbij een toelichting en hoe de gemiddelde student op deze competenties scoort. Dit is het feedback gedeelte. De staf heeft ook toegang tot deze scores en kan deze gebruiken in de interviews.
Praktijkbeschr ijving : MU-SBE: We blijven op de kleintjes letten
37
Uitvoeringsproblemen: De meeste vragen van de vragenlijst van NHvT waren ook relevant voor de situatie bij SBE. De vragenlijst bij NHvT was echter gericht op de keuze tussen twee opleidingen en het beroepsprofiel was duidelijk. Voor de opleidingen in ons project was het beroepsprofiel minder duidelijk. Daarnaast kostte het soms moeite om vragen te formuleren zonder direct terug te vallen op de naam van de opleiding. Uitvoeringsuccessen: Nadat de vragen geformuleerd waren, was het eenvoudig om hier een online versie van te maken. Dit sloot namelijk aan bij de structuur van reeds bestaande assessments die aan de SBE ontwikkeld worden. Bijeffecten: Door de ontwikkeling en het testen van de self assessment kregen we ook beter inzicht in het belang van de verschillende competenties voor studiesucces.
5.2.4 Gespreksprotocollen Het studiekeuzeproject omvatte drie gesprekken elk met een eigen protocol: 1) introductie gesprek met een staflid. De focus van dit gesprek lag op uitleggen van de procedure, het achterhalen van de motivatie van de kandidaat, beantwoording van de vragen van de kandidaat en informatieverstrekking. 2) groepsgesprek met een ouderejaars. De aandacht ging hierbij naar het beantwoorden van vragen van de kandidaten en dat de kandidaten onderling vragen konden stellen en al vast met elkaar kennis konden maken. 3) afsluitend gesprek met staflid. Op basis van alle voorgaande informatie werd bekeken of de overstap van de middelbare school naar de opleiding eventueel problemen zou kunnen opleveren voor de kandidaat en werd een bijpassend advies gegeven. De voertaal tijdens de gesprekken was Engels. Dit is de officiële communicatietaal taal aan de faculteit en kan de kandidaat vast kennismaken met de toekomstige leeromgeving. De bijbehorende protocollen zijn bijgevoegd in bijlage 6 en bijlage 7. Uitvoeringsproblemen: De afzonderlijke protocollen worden door de gespreksleiders als nuttig beoordeeld. De integratie van de verschillende onderdelen in het afsluitend gesprek verliep niet geheel optimaal. Het doorgeven van informatie van over de groepsbijeenkomst liep over teveel schijven. De kandidaten hadden de self assessment niet ingevuld of de stafleden hadden de scores voor de self assessment niet beschikbaar. We hebben hiervoor een extra bijeenkomst georganiseerd met de gespreksleiders om de procedure door te spreken. In een herziene versie van het formulier voor de staf hebben expliciet ruimte gereserveerd om alle gegevens in te vullen (bijlage 8) Het was de bedoeling dat de kandidaten na het groepsgesprek de self-assessment zouden invullen dit is niet altijd gebeurd. Vandaar dat we besloten om de self assessment eerder aan te bieden. Dit was mede bedoeld om de respons te vergroten, omdat we de dan de kandidaat stof tot nadenken gaven. Uitvoeringsuccessen: Door de ervaringen van de studie-adviseurs en opleidings-coördinatoren was het mogelijk om relevante vragen op te stellen. De gesprekleiders vonden de protocollen een nuttig instrument. Bijeffecten: Door de protocollen is het mogelijk geweest om ervaringen van de verschillende stafmedewerkers uit te wisselen en samen te brengen. Tijdens de gesprekken kan de kandidaat ervaren dat iedereen in het begin moet wennen aan het Engels. Verder kunnen we toelichten dat het Engels door learning bij doing vlug onder de knie te krijgen is. Een van de Chinese seniorstudenten gaf aan dat voor Chinese studenten een uur Engels spreken belemmerend kan werken voor de participatie en het beter is om een half uur voor een interview in te plannen.
Praktijkbeschr ijving : MU-SBE: We blijven op de kleintjes letten
38
5.2.5 Technologie Als technologie voor de communicatie maakten we gebruik van SURFGROEPEN. Dit platform biedt de benodigde functionaliteiten van webconferencing en het aanmaken van een profiel. Een profiel houdt in dat de gebruiker de mogelijkheid krijgt om zichzelf voor te stellen aan de overige gebruikers van de teamsite. Onze verwachting was dat dit zou bijdragen aan de sociale binding van de kandidaat. Verder was SURFGROEPEN op het moment van de uitvoering de enige optie om met meerdere personen een webconferentie te organiseren. Daarvoor maakt SURF-GROEPEN gebruikt van Adobe Connect. Dit programma omvat de volgende functies: video, audio en chat. Als er een functie wegvalt, bijv. het beeld, dan is er een alternatief achter de hand. Met SURFGROEPEN hadden we goede ervaringen bij de School of Business and Economics, o.a. bij verschillende summercourses. Het voordeel van SURFGROEPEN is dat er geen uitgebreide software geïnstalleerd hoeft te worden. Wel wordt er bij het eerste gebruik van Adobe connect een hulpprogramma geïnstalleerd (adobe flashplayer). Via de teamsite is het mogelijk om de kandidaten uit te nodigen. Vervolgens melden de kandidaten zich aan bij SURFGROEPEN en komen uit bij de teamsite (zie figuur 5.1) Figuur 5.1 Teamsite op Surfgroepen
Op de teamsite vinden de studenten nadere instructies om te werken met webconferencing. Na een aantal stappen krijgt een deelnemer het volgende scherm voor zich, zie figuur 5.2
Figuur 5.2 Voorbeeldscherm webconference
Praktijkbeschr ijving : MU-SBE: We blijven op de kleintjes letten
39
Uitvoeringsproblemen: Alle communicatie loopt via de teamsite op SURFGROEPEN. Om daar toegang tot te krijgen is er een inlogprocedure en als dat niet lukt dan blijft de kandidaat van alle informatie verstoken. Verder was de eerste handleiding voor webconferencing erg uitgebreid. Vandaar dat we in de uitnodiging via e-mail, een herziene kortere versie samen met een toelichting op de procedure hebben bijgevoegd. In enkele gevallen werkte aanvankelijk de webcam of microfoon niet, dit was na enige instructies verholpen. Door het gebruik van een headset kon het zijn dat er een echo in het geluid ontstond. Zoals reeds beschreven, haakten enkele kandidaten af in verband met het ontbreken van een headset. Uitvoeringsuccessen: Met betrekking tot het platform ging de opbouw van de teamsite voortvarend. Hiervoor kon gebruik gemaakt worden van bestaande ervaringen bij de summercourses die de SBE aanbiedt. Het was gemakkelijk de teamsite in te richten en om een profiel aan te maken met een pasfoto. De gesprekleiders hadden de technologie snel onder de knie. Zij beschouwen webconferencing als een geschikt middel om te communiceren met de kandidaten. Door de kandidaten werd de technologie niet beschouwd als een belemmering voor deelname aan het studiekeuzeproject.. Uit latere evaluaties blijkt dat het merendeel van de kandidaten beschikte over de benodigde hardware om te kunnen participeren in het project. Bijeffecten: Door de beperkte deelname en daardoor kleine groepen bij de webconferencing bleek dat het beter is om kleine groepen te maken. Dit vergemakkelijkt zowel de planning als de discussie tijdens de bijeenkomst. Tijdens het eerste gesprek was het mogelijk om de instellingen voor webconferencing op de computer van de kandidaat te controleren en de knoppen uit te leggen, waardoor de vervolggesprekken meteen opgestart konden worden. 5.2 EINDOORDEEL OVER DE VERSCHILLENDE MECHANISMEN
In dit gedeelte geven we per interventie, zoals beschreven in ons arrangement, een oordeel. Daarbij besteden we aandacht aan het mechanisme en de uitkomsten. Tabel 5.1 Oordeel Introductie gesprek
Praktijkbeschr ijving : MU-SBE: We blijven op de kleintjes letten
40
Tabel 5.2 Oordeel groepsgesprek met ouderejaars
Praktijkbeschr ijving : MU-SBE: We blijven op de kleintjes letten
41
Kandidaat heeft een beter beeld van de opleiding
Vergroting zelfinzicht kandidaat
Interventie leidt bij de kandidaat tot meer informatie over de eisen, leerdoelen en methodische uit-voering van de opleiding waar-door hij zijn initiële beeld van de opleiding completer kan maken
Interventie leidt bij de kandidaat tot inzicht in verwachtingen van de opleiding aan hem waardoor hij een beter beeld krijgt of de opleiding bij hem past Interventie leidt tot meer inzicht in de motivatie, studiekeuze, en competenties van de kandidaat waardoor hij zelfinzicht krijgt en ook de opleiding uitgebreider informatie over de genoemden aspecten krijgt en aan hand van dit een advies kan vormen
Entree gesprek tussen de kandidaat en een staflid of een studie- adviseur houden
Outcomes I
Mechanismen
Interventie
Instelling heeft minder studie uitval
Instelling heeft een beter match tussen student en opleiding
Kandidaat denkt over studiekeuze na
Outcomes II
Hierover kunnen we geen oordeel vellen., omdat er niet alle instromers participeerden. Uit deel 4 blijkt dat studenten die participeerden hogere cijfers en meer ECT behaalden dan studenten die niet participeerden. Het aantal uitvallers is lager.
Outcome gerealiseerd.
Kandidaten geven aan dat de opleiding bij hen past.
Outcome gerealiseerd.
Outcome gerealiseerd.
Outcome gerealiseerd.
Oordeel
Tabel 5.3 Oordeel Self assessment
Praktijkbeschr ijving : MU-SBE: We blijven op de kleintjes letten
42
Groepsgesprek tussen kandidaten en een ouderejaarsstudent via webconferentie voeren
Interventie Kandidaat heeft een beter beeld van de opleiding
Kandidaat heeft zelfinzicht in competenties
Kandidaat ervaart binding met de opleiding
Instelling heeft inzicht in vragen, motivatie, problemen, competenties van de kandidaten en hun beeld van de opleiding
Interventie leidt tot een uitwisselen van vragen en informatie met andere kandidaten waardoor de kandidaat zelfinzicht in zijn verwachtingen verkrijgt en de opleiding inzicht in vragen, motivatie de en daardoor resulterende eventuele problemen van de kandidaat krijgt
Interventie leidt tot een vroeg contact met andere kandidaten waardoor kandidaat zich sneller in de instelling en opleiding thuis voelt
Interventie leidt tot het sparren met een oudejaarsstudent waardoor de kandidaat en de opleiding een beter beeld van de competenties van de kandidaat krijgen
Outcomes I
Interventie leidt tot het kennismaken met groepswerk, waardoor de kandidaat inzicht krijgt hoe het is om in een onderwijsgroep te functioneren.
Mechanismen
Instelling gebruikt zijn inzichten om de kwaliteit van toekomstige voorlichting te verbeteren
Instelling heeft minder studie uitval
Instelling heeft een beter match tussen student en opleiding
Kandidaat denkt over studiekeuze na
Outcomes II
Waarschijnlijk waren de vragen zo divers dat er geen patroon te herkennen was.
Dit effect is beperkt gebleven.
Gedeeltelijk gerealiseerd. Wel is er inzicht in de vragen en twijfels van de kandidaten.
Zie opmerkingen tabel 5.1
Gedeeltelijk gerealiseerd. De groepjes waren erg klein en er was maar één contactmoment met de andere kandidaten.
Gerealiseerd.
Wel meer zelfinzicht in het functioneren in een onderwijsgroep
Waarschijnlijk is er meer informatie uitwisseling dan reflectie. Gedeeltelijk gerealiseerd.
Gedeeltelijk gerealiseerd.
Daarnaast is er wellicht één richtingsverkeer van seniorstudent
Gedeeltelijk gerealiseerd. Duidelijk is dat het niet mogelijk is om binnen 1 uur een groep te creëren. Wel voldoende om groepswerk te ervaren en kennis te maken.
Oordeel
Praktijkbeschr ijving : MU-SBE: We blijven op de kleintjes letten
43
Instelling heeft inzicht in vragen, motivatie, problemen, competenties van de kandidaten en hun beeld van de opleiding
Interventie leidt tot reflectie bij de kandidaat over zijn match met de opleiding waardoor hij nadenkt of zijn studiekeuze juist was
Kandidaat denkt over studiekeuze na
Kandidaat heeft zelfinzicht in competenties
Interventie leidt tot inzicht over hoe de kandidaat zijn competenties inschat waardoor het inzicht van de kandidaat groeit en de instelling verder informatie over de kandidaat krijgt.
Afleggen van een self-assessment door de kandidaat
Outcomes I
Mechanismen
Interventie
Instelling heeft minder studie uitval
Instelling gebruikt inzichten om de kwaliteit van toekomstige voorlichting te verbeteren
Instelling heeft een beter match tussen student en opleiding
Outcomes II
Zie tabel 5.1
Outcome gerealiseerd. Inzicht in competenties.
Nog niet gerealiseerd. Eerst rapportage opstellen.
Outcome gerealiseerd. De self assessment beperkt zicht tot motivatie en competenties.
Outcome gerealiseerd
Outcome gerealiseerd
Oordeel
Mechanismen
Interventie leidt tot het informeren over match met opleiding en het geven van een dienover-eenkomstig advies aan de kandidaat waardoor hij actie kan ondernemen om zijn competenties te verbeteren
Interventie
Afsluitend gesprek met kandidaat een studieadviseur houden
Kandidaat denkt over studiekeuze na
Kandidaat heeft advies hoe hij zijn competenties kan verbeteren
Outcomes I
Outcome gerealiseerd.
Zie tabel 5.1
Zie tabel 5.1
Instelling heeft een kwalitatief betere instroom
Instelling heeft minder studie uitval
Door de selecte groep was bijscholing niet noodzakelijk. Geen extreme score. Sluit aan bij overige onderdelen.
Gerealiseerd
Alle kandidaten positief advies. Er heeft een selecte groep van kandidaten geparticipeerd.
Oordeel
Instelling heeft een beter match tussen student en opleiding
Kandidaat heeft verbeterde competenties om succesvol met de opleiding te beginnen
Outcomes II
Tabel 5.4 Oordeel Afsluitend gesprek
Praktijkbeschr ijving : MU-SBE: We blijven op de kleintjes letten
44
Kandidaten moeten zich de technologie eigen maken.
Gebruik vdeoconferencing .
Kandidaten uit het buitenland gaan participeren.
Mechanismen
Interventie
Sommige studenten vonden de procedure onoverzichtelijk. Voor Econometrie kwam 75& van de deelnemers uit het buitenland. Daarnaast namen zelfs ook Nederlanders aan het project deel.
Een klein gedeelte van de kandidaten heeft niet de beschikking over een webcam.
Outcomes
Gezien het feit dat er zelfs Nederlanders mee hebben gedaan meer dan gerealiseerd.
Het verwachte nadelige effect is gedeeltelijk uitgekomen.
Oordeel
Tabel 5.5: Oordeel over de technologie
Praktijkbeschr ijving : MU-SBE: We blijven op de kleintjes letten
45
5.3 De toekomst 5.3.1 Lessons learned en verbetersuggesties In een vervolgonderzoek zullen we een gedeelte van de verbetersuggesties uittesten en deze aan SURF beschikbaar stellen. 1. Het eerste contact met de kandidaat is belangrijk. Verbeteringen a.
Voor een herkenbare communicatie met de kandidaten is het goed om een eigen e-mail account aan te maken. De afzender van de uitnodiging via SURFGROEPEN is abstract. Voor ons project is het volgende account aangemaakt: [email protected]. SCAP (study choice awareness programme).
b.
We hebben de uitnodiging om deel te nemen aan SCAP aangepast, daarbij is de nadruk gelegd op hulp bij de overstap van middelbare school naar hoger onderwijs, in plaats van: “Is het de goede keuze geweest? “
c.
Het is belangrijk dat de instelling een reactie terug krijgt van de kandidaat, dan is namelijk bekend of de uitnodiging aangekomen is. Verder kunnen gegevens gecontroleerd worden. Is er geen reactie terug, dan is het raadzaam de reden hiervoor te achterhalen.
2. 2 De informatie moet vrij toegankelijk zijn voor de kandidaten. De procedure om toegang te krijgen bij SURFGROEPEN werpt een extra drempel op. Aangezien SURFGROEPEN maar kort gebruikt wordt, is het niet uitnodigend voor de kandidaat om hier veel tijd in te investeren. Verbeteringen:
Een meer toegankelijke manier van informatieverstrekking is aan te raden, bijv. door middel van een website. In het vervolgonderzoek gebruiken we de volgende website: www.scap-sbe.nl 3.
Webconferencing Het merendeel van de kandidaten beschikt over de benodigde technische vereisten voor het gesprek: Internetverbinding, camera en microfoon. Verbeteringen De manier van webconferencing, via adobe connect, is erg uitgebreid. Door de vele mogelijkheden op het scherm, dat na het inloggen verschijnt, ontstaat er verwarring. Er zijn eenvoudigere systemen of systemen die al in gebruik zijn bij de kandidaten.
4.
Planning kost veel tijd Verbetering De planning gebeurde in ons project telefonisch. Het blijkt dat kandidaten ondanks de mobiele telefoon moeilijk te bereiken zijn. Kandidaten nemen niet altijd de telefoon op, er is soms een tijdsverschil of er is een taalprobleem. Complicerende factoren zijn dat er meerdere gesprekken gepland moeten worden en dat er
Praktijkbeschr ijving : MU-SBE: We blijven op de kleintjes letten
46
een groepsgesprek is. Dit maakt het geheel complex. Een mogelijke oplossing is het gebruik van elektronische planners, bijv. doodle of buzybees, of elektronische werkruimtes op het Internet (google docs, dropbox). Kandidaten kunnen dan het tijdstip, dat hen uitkomt, aangeven. Verder is het mogelijk om zelf een eenvoudig systeem te bouwen voor afspraken. Dit laatste sluit aan bij de mogelijkheid van verschillende organisaties, bijv. garages, kappers en ziekenhuizen om via Internet een afspraak te maken. Het protocol vereiste veel combinatie van informatiebronnen.
5.
Verbetering In afsluitend gesprek moest informatie van verschillende bronnen gecombineerd worden. We hebben het formulier zodanig aangepast dat alle informatie ingevuld moet worden. Oftewel er zijn aparte vakjes gereserveerd voor informatie van andere gesprekken. We gebruiken nu een dubbel gevouwen blad A3 in plaats van losse blaadjes A4.
Het arrangement is complex Het arrangement omvatte 4 onderdelen. Dit is achterafgezien wat teveel
6.
van het goede; Het vergt veel coördinatie en een tijdsinvestering van de kandidaat. Verbeteringen a. b.
Minder stappen De volgorde van de activiteiten willen we veranderen. De self assessment hadden we na het groepsgesprek gepland, omdat de kandidaten een betere inschatting van hun situatie konden maken. Het is wellicht beter om hier mee te beginnen, dan krijgt de kandidaat al iets terug voor zijn inspanningen, is er een handvat voor het gesprek met het staflid en dit is administratief makkelijker te plannen.
Do’s: • Kandidaten, die de open dag niet kunnen bezoeken, de gelegenheid bieden om kennis te maken met de opleiding en vragen te stellen. • Maak de procedure laagdrempelig, simpel. Don’ts: • De studiekeuzegesprekken uit teveel onderdelen laten bestaan. • Participatie op vrijwillige basis. 5.3.2 Schaalbaarheid De SBE is sterk geïnteresseerd in verbetering van de studierendementen in het eerste jaar. De studie-keuzegesprekken kunnen onderdeel worden van de staande organisatie. Er zijn echter wel enkele aanpassingen nodig, zoals beschreven bij het gedeelte “lessons learned”. Door problemen met de gebruikte technologie is er enige scepsis, verder blijkt uit de evaluatie dat de gesprekleiders niet het gevoel hebben dat er een betere instroom is.
Praktijkbeschr ijving : MU-SBE: We blijven op de kleintjes letten
47
Een mogelijke verklaring hiervoor is dat alleen gemotiveerde studenten hebben deelgenomen en zij scoren juist hogere cijfers. Wil men alle kandidaten bereiken dan zullen de gesprekken verplicht gesteld moeten worden. Gezien de beperkte instroom van de opleidingen is het de vraag of het management extra toetredingsdrempels wil op werpen. Hierover moet het bestuur nog een uitspraak doen. 5.3.3 Overdraagbaarheid De mate van overdraagbaarheid van de elementen van het arrangement varieert. 1. De self-assessment is goed overdraagbaar. De software om een vragenlijst online aan te bieden en feedback te geven is vrij beschikbaar. De kritische competenties per opleiding en de daarbij behorende vragen zijn verschillend per opleiding. Tevens zal de opleiding per competentie een benchmark moeten vaststellen. 2. Het idee van de individuele gesprekken is zonder meer over te dragen. 3. Het idee van het groepsgesprek met een ouderejaars omvat twee aspecten. Ten eerste is het gesprek met een ouderejaarsstudent. Dit is over te dragen. Kandidaten stellen de ervaringen van de huidige studenten op prijs. Wel moet rekening gehouden worden met de beschikbaarheid die studenten. Momenteel gebruikt de afdeling studentenwerving van de Universiteit Maastricht Skype om met buitenlandse studenten te communiceren over de inschrijving bij Studielink. Daarnaast kunnen studiekiezers via e-mail vragen stellen aan ouderejaars over de inhoud van de opleiding. Bij de School of Business and Economics wordt geëxperimenteerd met een spreekuur voor aankomend studenten. De aankomend studenten kunnen in dit project spreken met een landgenoot over het studeren aan de SBE via Skype. Ten tweede is het een groepsgesprek met andere kandidaten. Wij hebben voor dit element gekozen omdat aan de Universiteit Maastricht Probleem Gestuurd Onderwijs de gangbare onderwijsmethode is. Hierin is samen leren erg belangrijk. Verder wilden we op deze manier de onderlinge binding tussen de kandidaten versterken. Het is de vraag of deze doelstelling bij grote opleidingen en met een ander onderwijssysteem gehaald zal worden. Een summer-course via webconferencing met meerdere bijeenkomsten heeft wellicht meer effect. 4. De gebruikte technologie is eveneens overdraagbaar. Hoewel SURF-GROEPEN binnenkort zal stoppen, komen er binnen andere bestaande e-learning omgevingen, bijv. Blackboard, ook mogelijkheden tot samenwerking. Anderzijds blijft de techno-logie van webconferencing via adobe connect bestaan en kan separaat gebruikt worden. 5. De aanpak als geheel is overdraagbaar, maar gezien onze ervaringen niet aan te raden. Het gaat daarbij vooral om de complexiteit. Zie voor eventuele aanpassingen het gedeelte “lessons learned”.
Praktijkbeschr ijving : MU-SBE: We blijven op de kleintjes letten
48
Bijlage 1: Kostenoverzicht Dit kostenoverzicht is gebaseerd op een voorcalculatie, met de volgende aannames. Geplande gesprekken: 115. We trainen daarvoor 4 stafmedewerkers en 4 oudere jaarstudenten. Kostensoort Eenma lige kosten
Toelichting
Uren
€
Eenmalige kosten voor de ontwikkeling van SKG Uren
Ontwikkelen aanpak en materialen
Aantal uren dat is besteed voor het maken van vragenlijsten, draaiboeken, protocollen etc.
Out-ofpocket
Aanschaf van ICT en tools
Kosten van aanschaf van software, assessments etc.
Vaste kosten
15016
700
Jaarlijkse kosten die niet afhankelijk zijn van het aantal gesprekken of kandidaten Uren
Organisatie
Uren voor projectmanagement, overleg, administratieve ondersteuning, management rapportages etc.
Out-ofpocket
Kantoorkosten e.d.
Huur van ruimtes, apparatuur e.d.
Variab ele kosten Uren
400
pm
Kosten die wel afhankelijk zijn van het aantal gesprekken of kandidaten
Totaal aantal uren
Uren per kandidaa
Trainen gespreksvoerder s
Aantal uren dat besteed is voor het trainen van docenten,SLB-ers, studenten, alumni en andere gespreksvoerders
24
Voorbereiding per gesprek/kandida at
Tijd voor inplannen, opbellen, invoeren gegevens, voorbereiden
58
Gesprek zelf
Tijd voor gesprek
Begin 86
45 min.
(115 * 45 m.)
12. min
Total e€
17
t
€ per kandida at
15 min.
(8* 3 uur)
30 min.
(115 *30 m.)
Group 23 (115/5* 60 m.)
30 min.
Afsluitend 58 (115* 30 m.) Afronding
Tijd voor invoeren gegevens
58
30 min.
16
Dit is een onderschatting. We konden aansluiten bij bestaande vragenlijsten/systemen van de SBE.
17
bij groepsgesprekken gedeeld door het # deelnemers
Praktijkbeschr ijving : MU-SBE: We blijven op de kleintjes letten
49
Out-ofpocket
en nabereiding
(115 * 30 m.)
Totaal
Totale tijd besteed aan gesprekken
307 uur
Licentiekosten en catering
Kosten per kandidaat voor licenties/ catering etc.
2 uur, 42 min. ----
------
De werkelijke uren per student wijken als volgt af: De trainingsuren voor gespreksvoerder per student zijn hoger, omdat we minder gesprekken dan gepland hebben gevoerd.
Praktijkbeschr ijving : MU-SBE: We blijven op de kleintjes letten
50
BIJLAGE 2 PROCES EVALUATIE Reflectie terug Gerealiseerd ontwerp
Uitnodigen van kandidaten De uitnodiging via Surfgroepen is erg afstandelijk. We hebben een aangepaste versie van uitnodiging gemaakt.
Uitvoeringsproblemen
Niet alle adresgegevens staan juist in Studielink Studenten te motiveren om te participeren. De late inschrijvingsdatum maakt het nog mogelijk voor de studenten om zich in de zomer in te schrijven. Daardoor wordt het doorlopen van alle stappen van SCAP bemoeilijkt.
Uitvoeringsuccessen
Van de groep die wel aan SBE is komen studeren heef 57% zich aangemeld bij surfgroepen en/of geparticipeerd in scap.
Risico profiel
Niet van toepassing
Kosten
Zie bijlage 1
Bijeffecten
Geen
Reflectie terug
Planning van de gesprekken
Gerealiseerd ontwerp
Geen wijzigingen in ontwerp
Uitvoeringsproblemen
Het in contact komen met kandidaten kost veel tijd.
Uitvoeringsuccessen
Een spreadsheet op de surfgroepen site, gaf inzicht in de geplande gesprekken.
Risico profiel
Niet van toepassing
Kosten
Zie bijlage 1
Bijeffecten
Door het telefonische contact met de kandidaat kon de procedure worden uitgelegd.
Reflectie terug
Self assessment
Gerealiseerd ontwerp
Geen wijzigingen
Uitvoeringsproblemen
Geen
Uitvoeringsuccessen
De online versie werkte perfect en was begrijpelijk.
Risico profiel
Door gebruik te maken van competentiesscores van de huidige eerste jaars, kon een goede inschatting gemaakt worden van de gemiddelde student.
Kosten
Zie bijlage 1
Bijeffecten
Door het ontwikkelen van de self-assessment kregen we meer inzicht in het belang van de verschillende competenties voor de studie.
Praktijkbeschr ijving : MU-SBE: We blijven op de kleintjes letten
51
Reflectie terug
Gesprekprotocollen
Gerealiseerd ontwerp
We hebben de self-assessment naar voren gehaald om het aantal administratieve handelingen te realiseren.
Uitvoeringsproblemen
Afstemming tussen de protocollen
Uitvoeringsuccessen
De gesprekken worden als positief ervaren.
Risico profiel
Ja
Kosten
Zie bijlage 1
Bijeffecten
Door uitwisseling van kennis van de verschillende stafmedewerkers heeft er werkplekleren plaatsgevonden.
Reflectie terug
Technologie
Gerealiseerd ontwerp
Geen wijzigingen. Wel de handleiding aangepast.
Uitvoeringsproblemen
Een beperkt aantal kandidaten had geen headset.
Uitvoeringsuccessen
Inrichten surfgroepen ging voortvarend. Er is een verbinding tot standgekomen voor de gesprekken.
Risico profiel Kosten Bijeffecten
Zie bijlage 1 Door beperkte deelname konden de groepjes klein worden gehouden, dit vergemakkelijkte de communicatie. Het eerste gesprek kon gebruikt worden om de technologie uit te testen. Dit bespaarde tijd.
Praktijkbeschr ijving : MU-SBE: We blijven op de kleintjes letten
52
BIJLAGEN BIJLAGE 1: UITNODIGINGSBRIEF BIJLAGE 2: UITNODIGING VIA SURFGROEPEN BIJLAGE 3: HERINNERING MET TOELICHTING BIJLAGE 4: SELF ASSESSMENT MET FEEDBACK BIJLAGE 5: INSTRUCTIE VOOR SURFGROEPEN BIJLAGE 6: PROTOCOL GROEPSINTERVIEW BIJLAGE 7: PROTOCOL STAF MEDEWERKERS BIJLAGE 8: HERZIEN PROTOCOL STAF MEDEWERKERS
Praktijkbeschr ijving : MU-SBE: We blijven op de kleintjes letten
53
BIJLAGE 1: INTRODUCTIE BRIEF
[Name] [Adress] "[Postal Code Town]" [Country]
Department of Educational Research and Development your reference
our reference
direct line
Maastricht
00 31 43 388
[dd-mm-yyyy]
Dear xxxx, Thank you for applying for a study programme at Maastricht University School of Business and Economics. It is important for you as well as for us to explore whether your expectations about the study programme match to what the programme can offer you and if it meets your interests and competencies. That is why we set up the SCAP (Study Choice Awareness Programme). The programme consists of four activities: • • • •
A first interview with a staff member. A group discussion with other prospective students and a senior student. A questionnaire to assess your competencies. A final interview with a staff member.
These activities will take place online so you do not need to travel. However, this requires that you have a computer with internet access, a webcam, and a headset. We will send you an invitation to your email-address, either your private address or your university account. Based on this invitation you can register for SCAP. Further information will then be given. This is a separate letter and a special service for students Fiscal Economics and Econometrics. The letter is sent irrespective of selection / acceptance to the Bachelor program. In case you have questions about this, please call Student Service Centre at +31-43-3885388.
If you have any questions concerning SCAP feel free to contact us. [email protected]
Kind regards,
Dr. Jan Nijhuis
Praktijkbeschr ijving : MU-SBE: We blijven op de kleintjes letten
54
SCAP coördinator
BIJLAGE 2 UITNODIGING VIA SURFGROEPEN
Praktijkbeschr ijving : MU-SBE: We blijven op de kleintjes letten
55
BIJLAGE 3 HERINNERING MET TOELICHTING
Dear student, You recently received an invitation to participate in the Study Choice Awareness Programme (SCAP) of the Maastricht University School of Business and Economics. As the invitation letter may have escaped your attention, we would like to offer you another opportunity to participate. You applied for the BSc Econometrics and Operations Research programme at the Maastricht University School of Business and Economics. We know that a many students made their choice for the programme conscientiously. However, our experience shows that although students made a deliberate choice they encounter problems in the first year. Therefore, we have developed an assessment tool that will help you find out if the bachelor’s programme you applied for is indeed the right choice. We are pleased to invite you to participate in this Study Choice Awareness Programme (SCAP). The programme consists of four activities: • A first interview with a staff member • A group discussion with fellow prospective students and a current student • A questionnaire to help you assess your competencies • A final interview with a staff member The SCAP is completely online, allowing you to communicate with staff members and students via an online community and webconferencing. Enclosed you will find a short explanation of the steps you need to take in order to participate in the programme.
Please note that participation in the SCAP is open to all applicants to the BSc Econometrics and Operations Research programme at the Maastricht University School of Business and Economics, irrespective of whether you have already been admitted to the programme. Participation is on a voluntary basis. There is no charge for this service. Do not hesitate to contact us if you have any questions: • About the SCAP: [email protected] or +31 43 388 3760 • About the BSc Econometrics and Operations Research: [email protected] or +31 43 388 2055 • About your application: [email protected] or +31 43 388 5388 We hope that your SCAP participation will help you find out if the BSc Econometrics and Operations Research programme is indeed the right choice for you. Of course, we would very much like to welcome you to Maastricht in September!
Kind regards, On behalf of the SCAP Project Team,
Jan Nijhuis
Praktijkbeschr ijving : MU-SBE: We blijven op de kleintjes letten
56
Study Choice Awareness Programme (SCAP) Below is a short explanation of the steps to take in order to participate in the Study Choice Awareness Programme (SCAP) of the Maastricht University School of Business and Economics. In case you experience any difficulties while following these steps, please contact us via [email protected] or +31 43 388 3760. Participate in the SCAP The SCAP is completely online, allowing you to communicate with staff members and students via an online community and webconferencing. You will need a functioning computer with Internet access, a webcam and a headset. If you do not have access to any of these, please contact us. We will make sure that you can participate in another way, for instance by phone. Activate your account You will receive an email invitation to sign up for the online community. This email is entitled “SURFgroepen Account Activation”. Please click on the link to activate your account. A registration form appears. Please answer the questions, create a username and password, accept the “Terms of service” and click on the OK button. You will now receive an email entitled “SURFgroepen Account Activated”. One of the members of the SCAP project team will contact you shortly to schedule the interviews and group discussion. Log on to the online community Please visit www.surfgroepen.nl and click on “Sign in” in the blue bar on the top right side of the web page. Then enter your login information and click on UM Econometrics in the “My Teamsites” menu on the right side of the page. You are now in the SCAP environment. Access the web conference room
Please click on the “Webconferencing” button. A “Connect™ Pro Meeting” screen appears. Enter your login information and click on the “Enter room” button. You are now in the web conference room. In the “Camera and Voice” menu, click on the sound. In the grey bar below, click on the
button to start your camera and button to activate your microphone. That
way, you won’t need to continuously click on the a web conference.
button. You are now ready for
Please make sure you access the web conference environment 10 minutes before your appointment starts to check whether you microphone and webcam work correctly. A detailed manual for the web conference room will be sent to you once you register for the SCAP programme.
Praktijkbeschr ijving : MU-SBE: We blijven op de kleintjes letten
57
BIJLAGE 4: SELF ASSESSMENT MET FEEDBACK
Praktijkbeschr ijving : MU-SBE: We blijven op de kleintjes letten
58
Praktijkbeschr ijving : MU-SBE: We blijven op de kleintjes letten
59
SCAP Self-assessment The questions you have answered can be grouped into several aspects. Below you find the results of your answer. For each aspect we give your score, a description of the aspect, and how first year students of Fiscal Economics and Econometrics score on these aspects. In this way you can position yourself to the current students. By clicking on your score, more detailed information about the answers you gave is given. Please scroll down. Questions indicated with **** are negatively formulated. In order to calculate the final score we have recoded your answer. This means a 1 has been changed in a 5, and a 2 has been changed in a 4, etc.
ASPECT English
Educ
YOUR SCORE
CLARIFICATION
15
This scale assesses your attitude to speaking English. SBE students score on average between 23 and 27. If your score is lower, this aspect is a point for attention.
8
This scale assesses your fit with group work. SBE students score on average between 17 and 19. If your score is lower, this aspect is a point for attention.
Study skill
13
This scale assesses your study skills in terms like time management and preparation. SBE students score on average between 23,5 and 29. If your score is lower, this aspect is a point for attention.
Analyse
10
This scale assesses your analytical readiness. SBE students score on average between 12 and 16. If your score is lower, this aspect is a point for attention.
Fiscal
18
This scale assesses your fit with the study you have chosen. SBE students score on average between 27 and 32. If your score is lower, this aspect is a point for attention.
Ectrie
This scale assesses your fit with the study you have chosen. SBE students score on average between 18 and 23.5. If your score is lower, this aspect is a point for attention.
Inter
8
This scale assesses your readiness for an international environment. SBE students score on average between 19 and 22.5. If your score is lower, this aspect is a point for attention.
Mgt Eco
7
This scale is about your interest for management and economic problems. SBE students score on average between 15 and 18. If your score is lower, this aspect is a point for attention.
If you have several low scores this is a point for attention. Your scores can be discussed in the follow-up interview with staff of SBE and advice is given how to work on the aspects. This is the end of the self-assessment, you can print your scores or close this window.
Praktijkbeschr ijving : MU-SBE: We blijven op de kleintjes letten
60
BIJLAGE 5: INSTRUCTIE VOOR SURFGROEPEN
SCAP – Student Choice Awareness Programme Webconference Manual (m. gerken, j. nijhuis) Introduction Reading this manual means you have managed to assess surfgroepen. GREAT! Now we go to the next step, how to join a webconference meeting. This project uses the online collaboration environment offered by SURFgroepen called a Surfgroep (Surfgroup in English). Each Surfgroep is linked to one webconference room based on a system called Adobe Connect. Enrollment to a conference room is separated from enrolment to a Surfgroep. In this manual you will find the technical instruction for joining a webconference. Entering the webconference To enter the meeting room you can log into the Surfgroep and use the webconference logo:
Always allow pop-ups for the website. LOG IN Because it is a separate system, you have to separately log into the conference room. You can use the same login information as you use for entering the Surfgroep and click <Enter Room>.
If all things get the layout.
Praktijkbeschr ijving : MU-SBE: We blijven op de kleintjes letten
work out, you will following screen
61
SCREEN LAYOUT As you see, the screen is divided into parts called ‘pods’. Each pod has its own function such as chat, attendee list, note, camera and voice etc. Note that it is a collaborative environment in which all changes you make to the screen will also affect the screen of others!!
On this screen there are four important parts, which will be discussed below.
1. Meeting, Manage My Setting, Audio Setup Wizard Use this setting to test your audio settings. Do this as a preparation for the meeting. Camera and voice To start your camera and voice please use this button:
. Now, some icons appear in the bottom of
the pod: = 'Stop my camera and voice': is used to disconnect the camera and headset. (active) or
(not active) = 'Pause camera': is used to freeze the image of your camera. A 'talk' symbol appears next to your name if your mic is activated.
Test your webcam (if available) using the 'Camera and Voice' pod. If necessary, you can select a camera via <Meeting><Manage My Settings><Select Camera>.
Praktijkbeschr ijving : MU-SBE: We blijven op de kleintjes letten
62
2. VOICE and TALK
(active) or
(not active) = Hold to talk': is used to activate your mic. When
released, the mic will turn off again.
(active) or
(not active) = 'Hands-free': is used to (de)activate the microphone permanently
so you do not need to push the talk button all the time.
The audio level bar under the Talk button lights green if your sound is active. Go to <Meeting><Manage My Settings>