2014-2015
Studiegids
Post-hbo-opleiding Humanistisch Vormingsonderwijs voor groepsleerkrachten in het openbaar po
COLOFON Uitgave van:
Stichting HVO
Titel:
Studiegids 2014-2015
Post-hbo-opleiding Humanistisch Vormingsonderwijs
voor groepsleerkrachten in het openbaar primair onderwijs
Vormgeving:
MOOZ grafisch ontwerp
Fotografie:
U-See, Zoetermeer
Print:
ZetPrint, Naarden
© 2014, Stichting HVO, Utrecht
Inhoud Ten geleide
5
1. Algemene informatie
7
1.1 Doelstelling van het vak Humanistisch Vormingsonderwijs
(HVO)
7
1.2 Programma HVO voor de basisschool
7
1.3 Stichting HVO, Centrum voor Humanistische Vorming
9
1.4 Stichting HVO Primair
10
1.5 Schematische weergave
10
2. Opleiding
12
2.1 Algemene doelstelling van de opleiding
12
2.2 Visie op opleiden
12
2.3 Competenties
13
2.4 Studiebelasting
14
2.5 Karakter van de opleiding
14
2.6 Inhoud van de opleiding
15
2.7 Structuur van de opleiding
18
3. Stage
19
3.1 Algemeen
19
3.2 Procedure binnen de stage
19
4. Toetsing en beoordeling
21
4.1 Algemeen
21
4.2 Eindgesprek
21
4.3 Beoordelingscriteria
22
4.4 Herkansingen
22
inhoud
3
5. Praktische informatie
23
23
5.1 Elektronische leeromgeving (ELO)
5.2 Beroepscode
23
23
5.3 Opleidingslocatie en docenten
Bijlagen 25
1.
Verdeling aantal EC’s en contactdagen
2. Studieprogramma
28
35
3.
Competenties van vakdocenten HVO
4
27
Studiegids post-hbo-opleiding hvo 2014-2015
Ten geleide
HVO wordt als keuzevak verzorgd op een groeiend aantal openbare scholen voor primair onderwijs. Stichting HVO is namens de zendende organisatie (Humanistisch Verbond) verantwoordelijk voor de inhoud van de vorming, stelt daartoe de bekwaamheidseisen vast en verleent de bevoegdheid om HVO te verzorgen. Stichting HVO Primair is de werkgever van de HVO-docenten. Vakdocenten HVO begeleiden leerlingen bij het bewust zin en vormgeven aan hun eigen leven in relatie tot anderen. Anders gezegd: vakdocenten HVO zetten leerlingen op het spoor van de sociale levenskunst en het betrokken wereldburgerschap. Door het reflecteren daarop ontwikkelen leerlingen hun persoonlijke levensbeschouwing die als leidraad kan dienen voor hun verdere levenspad. Centrum voor Humanistische Vorming van Stichting HVO verzorgt vanaf het studiejaar 2010-2011 de post-hbo-opleiding Humanistisch Vormingsonderwijs, speciaal toegespitst op groepsleerkrachten in het openbaar basisonderwijs. Na afronding van deze opleiding verkrijgen de deelnemers een certificaat om HVO te geven in het basisonderwijs. Deze gids biedt informatie over doel, vorm, inhoud, procedure en afronding van de studieopdrachten binnen deze opleiding. Ik wens je een prettig en leerzaam jaar toe!
Nico Stuij, directeur Stichting HVO
Ten geleide
5
1. Algemene informatie
1.1 Doelstelling van het vak Humanistisch Vormingsonderwijs (HVO) Zowel in het basis- als in het voortgezet onderwijs kent het vak HVO in Nederland twee algemene doelstellingen: 1. Vanuit humanistische uitgangspunten leerlingen op een kritische en creatieve manier leren omgaan met vragen die betrekking hebben op waarden en normen, en ze stimuleren tot zelfstandig oordelen en handelen, waardoor zij in toenemende mate in staat zullen zijn om zin en vorm te geven aan hun eigen leven en dat van anderen (sociale levenskunst). 2. Vanuit humanistische uitgangspunten leerlingen op een kritische en creatieve manier leren een persoonlijke levens- en wereldbeschouwing te vormen, waarmee zij als betrokken wereldburgers een bewuste bijdrage kunnen leveren aan het duurzaam (samen)leven op aarde (sociaal en ecologisch wereldburgerschap).
1.2 Programma HVO voor de basisschool 1 HVO in de openbare school kent twee streefdoelen die in het opleidings programma en in de beroepscode voor de vakdocent HVO in essentie als volgt zijn verwoord: Vanuit humanistische uitgangspunten: 1. leerlingen leren om aan hun eigen leven (en dat van anderen) zin en vorm te geven (sociale levenskunde); 2. leerlingen leren een persoonlijke levensbeschouwing te vormen, waarmee zij als betrokken burgers een bewuste bijdrage kunnen leveren aan het duurzaam (samen)leven op aarde (sociaal en ecologisch wereldburgerschap). 1 Uit: Competente vakdocenten GVO en HVO voor de openbare basisschool. Utrecht, 17 mei 2010.
1. algemene informatie
7
In de lessen wordt gewerkt volgens een voor en door HVO ontworpen methodiek: Herkennen, Onderzoeken, Kiezen en Evalueren, de zogenoemde HOKE-methodiek. De thema’s waaraan gewerkt wordt zijn geordend in drie hoofdrubrieken. De thema’s kennen een oplopende moeilijkheidsgraad, zodat deze in meerdere leeftijdsgroepen aan de orde kunnen worden gesteld. Welke thema’s aan de orde komen, bepaalt de vakdocent op grond van wat er bij de leerlingen leeft en/of wat maatschappelijk actueel is. De drie hoofdrubrieken zijn: 1. Sociale levenskunde (doelstelling 1) Onderwerpen: • wie ben ik?; • erbij horen; • ik en de ander; • anders zijn; • gezin en familie; • vriendschap; • dieren in mijn leven; • mijn leven op internet; • relaties en seksualiteit (Zo zit dat dus met 10+); • kunst (Zin in kunst); • leven en dood (Een mens voorbij); • mijn persoonlijke levenskunst; • filosoferen met kinderen (ScherpZinnig). 2. Sociaal en ecologisch wereldburgerschap (doelstelling 2) Onderwerpen: • democratische levenshouding (Democratie van binnenuit); • sociaal wereldburgerschap (De wereld is van iedereen); • kinderrechten (RECHTvaardig); • arm en rijk; • vreedzaam samenleven met andersdenkenden en andersgelovigen (Wegwijs in Levoland); • ecologische levenshouding (Groen van binnenuit); • ecologisch wereldburgerschap (De wereld is van iedereen); • wereldverhalen; • mijn persoonlijke wereldbeschouwing.
8
Studiegids post-hbo-opleiding hvo 2014-2015
3. Humanistische uitgangspunten (doelstelling 1 en 2) a. Onderwerpen m.b.t. oorsprong en ontwikkeling: • evolutie en humaniteit (over de oorsprong en ontwikkeling van de mens, de mensheid en medemenselijkheid); • humanistische canon (capita selecta: Socrates, Aristoteles, de Stoa, Erasmus, Spinoza, Darwin e.a.). b. Onderwerpen m.b.t. waarden en deugden: • autonomie en authenticiteit (over vrijheid, verbondenheid en individualiteit); • eigentijds klassieke deugden (over wijsheid, moed, rechtvaardigheid en zelfbeheersing); • mijn persoonlijke levensbeschouwing.
1.3 Stichting HVO, Centrum voor Humanistische Vorming De opleiding wordt georganiseerd en gecoördineerd namens het Humanistisch Verbond door Centrum voor Humanistische Vorming van Stichting HVO in Utrecht. Het centrum heeft tot doel de duurzame bevordering van onderwijs en opvoeding in humanistisch perspectief, in het bijzonder van levensen wereldbeschouwelijke vorming. Na het met goed gevolg afronden van de opleiding ontvang je een certificaat om HVO te verzorgen in het basisonderwijs. Voor het behalen van een masterdiploma kun je de masteropleiding HL volgen van twee jaar, die in samenwerking met de Universiteit voor Humanistiek (UvH) wordt verzorgd. Centrum HVO zorgt ook na de opleiding voor inhoudelijke ondersteuning en professionalisering van de vakdocent HVO door middel van: • het organiseren van nascholingsactiviteiten, gericht op competentieontwikkeling; • het organiseren van symposia. Van vakdocenten HVO wordt verwacht dat ze zich verdiepen in actuele ontwikkelingen ten aanzien van het humanistische gedachtegoed. Als je deze ontwikkelingen wilt volgen, is het zinvol om lid te worden van het Humanistisch Verbond.
1. algemene informatie
9
1.4 Stichting HVO Primair Stichting HVO Primair is de landelijke werkgever van alle vakdocenten HVO in het openbaar primair onderwijs. HVO Primair is daarmee ook verantwoordelijk voor de jaarlijkse toewijzing van lesuren aan haar vakdocenten.
1.5 Schematische weergave Stichting HVO
s namen
leidt o p
Humanistisch Verbond
HVOvakdocenten nam
ens
kt
a ma
de
Dienstencentrum GVO en HVO
an
it v
u el
HVO Primair
in treden an v t diens
wi j va st HV aa kdoc On s en ch ten ole n toe
regelt aanvragen van scholen
openbaar basisonderwijs
Legenda Stichting HVO: Centrum voor Humanistische Vorming Website: www.hvo.nl E-mail:
[email protected] Stichting HVO Primair: werkgeversorganisatie voor vakdocenten HVO in het openbaar basisonderwijs Website: www.hvo.nl E-mail:
[email protected]
10
Studiegids post-hbo-opleiding hvo 2014-2015
GVO en HVO: dienstencentrum voor Godsdienstig en Humanistisch Vormingsonderwijs op openbare basisscholen Website: www.gvoenhvo.nl E-mail:
[email protected] HV: Humanistisch Verbond Website: www.humanistischverbond.nl E-mail:
[email protected]
1. algemene informatie
11
2. Opleiding 2.1 Algemene doelstelling van de opleiding De opleiding is gericht op het startbekwaam maken van studenten voor het beroep van een docent HVO en Levensbeschouwing die leerlingen: • begeleidt bij het ontwikkelen van een eigen levensovertuiging; • stimuleert bij het vormen van een eigen oriëntatie op waarden en normen; • stimuleert tot het maken van zelfstandige keuzes en oordelen en die in dialoog met anderen te toetsen en te evalueren; • wegwijs maakt in de belangrijkste humanistische uitgangspunten en ze uitnodigt hun eigen keuzes hieraan te toetsen; • laat kennismaken met ideeën van enkele humanistische denkers.
2.2 Visie op opleiden Centrum HVO heeft een specifieke visie op opleiden. De opleiding is gebaseerd op het leerconcept dat aangeduid wordt met sociaal-constructivisme. Dit houdt in dat het leren vooral als een sociaal proces wordt gezien. De methodiek en de werkvormen die zowel in de opleiding als in de vormingspraktijk in de school gebruikt worden, zijn hiervan afgeleid en komen tot uiting in het ervaringsleren en de HOKE-methodiek (herkennen, onderzoeken, kiezen en evalueren). In de opleiding liggen humanistische waarden ten grondslag aan de vormgeving van het onderwijs. Dit houdt onder andere in dat het onderwijs zich richt op de student als betekenisgever. Jij bent zelf dus een belangrijke actor in het onderwijsleerproces. Dit vraagt van jou het vermogen om van perspectief te wisselen, open te staan voor nieuwe en afwijkende inzichten, en tot een eigen inzicht, oplossing of standpunt te komen. Het leren en doceren is een betekenisvolle activiteit die plaatsvindt in een interactie tussen studenten en docenten. Er is aandacht voor je persoonlijke ontwikkeling, in het bijzonder voor de ontwikkeling van jouw reflectieve en argumentatieve vermogens en van sensibiliteit voor verschillen, en voor je vermogen tot dialoog en open communicatie. Je persoonlijke ontwikkeling wordt gekoppeld aan je professionele ontwikkeling. Zo leer je betekenis te geven aan je eigen handelen en denken en aan dat van de omgeving.
12
Studiegids post-hbo-opleiding hvo 2014-2015
Daarbij verwerk je de leerstof op een actieve wijze. Activerende werkvormen, zoals dialogen, trainingen en debatten, zijn hierbij behulpzaam. Vanuit het eigen denken, voelen en willen leg je tijdens de contactdagen en tijdens het maken van opdrachten verbinding met de theorie. Een belangrijke waarde van de opleiding is de eigen verantwoordelijkheid van jou als student. Tijdens de opleiding is veel ruimte ingebouwd voor zelfreflectie en interactie. De visie van de opleiding is dat door de wijze van werken tijdens de contactdagen, jij ook HVO krijgt en groepsdynamische processen ervaart. Je ervaart werkvormen die je in de klas op een ander niveau ook met kinderen kunt doen. Het leren van en met elkaar staat tijdens de opleiding centraal. Daarbij loopt persoonsvorming in relatie tot de rol van vakdocent als een rode draad door alle vakken heen.
2.3 Competenties Een goede vakdocent HVO dient te beschikken over bekwaamheden, die uitgewerkt zijn in de volgende zeven competenties: 1. Interpersoonlijke competentie De vakdocent kan de interactie met de individuele leerling, de leerlingen onderling en de groep als geheel zodanig beïnvloeden dat er een positieve sfeer van omgaan met elkaar en van goede samenwerking ontstaat. 2. Pedagogische competentie De vakdocent kan, mede op grond van kennis van de levens beschouwelijke en morele ontwikkeling van leerlingen, een veilige leeromgeving creëren, die uitnodigt tot persoonlijke groei. 3. Vakinhoudelijke en didactische competentie De vakdocent kan op basis van kennis van humanistische uitgangspunten en mensenrechten vormingsprocessen organiseren, die leerlingen in staat stellen op eigen en bewuste wijze vorm te geven aan ‘sociale levenskunst’ en ‘sociaal en ecologisch wereldburgerschap’. Deze begripsinhouden kunnen richting geven aan een zingevende invulling van een persoonlijke levens- en wereldbeschouwing. 4. Organisatorische competentie De vakdocent kan voorzien in de structuurbehoefte van leerlingen, zodat het leef- en werkklimaat voor leerlingen afdoende overzichtelijk, ordelijk en taakgericht is.
2. Opleiding
13
5. Competentie
samenwerking met collega’s De vakdocent kan constructief bijdragen aan het levensbeschouwelijke, pedagogische en didactische klimaat, de organisatie en de persoonlijke verhoudingen binnen de school. 6. Competentie samenwerking met omgeving De vakdocent is in staat een goede relatie te onderhouden met de ouders van de leerlingen en met instellingen die (kunnen) bijdragen aan verdieping van de inhoud van de lessen. 7. Competentie reflectie en ontwikkeling De vakdocent is in staat zelf zorg te dragen voor de eigen professionele ontwikkeling en de kwaliteit van de beroepsuitoefening. Deze competenties vormen de rode draad door de opleiding en staan in bijlage 3 beschreven.
2.4 Studiebelasting De opleiding beslaat in totaal 23 EC’s (1EC=1 credit volgens het European Credit Transfer System=28 studiebelastinguren).
2.5 Karakter van de opleiding Gedurende het studiejaar maak je kennis met vier vakgebieden: humanistiek, pedagogiek en psychologie, didactiek en praktische vorming. De ervaringen en ideeën van jou als student met betrekking tot de vakgebieden vormen het vertrekpunt van de lessen (ervaringsleren). Naast het volgen van de theoretische vakken doe je praktijkervaring op: • Je observeert bij drie ervaren HVO-docenten minimaal één HVO-les. • Je geeft dertig stagelessen HVO op je eigen basisschool of op een school naar keuze in overleg met je studiecoördinator, in minimaal twee verschillende groepen (midden- en bovenbouw). Vanuit jouw praktijkervaring (stagelessen HVO) maak je een eindwerkstuk, waarin je naar keuze een reeds zelf uitgevoerde lessenserie onderbouwt vanuit de theorie of een nieuwe lessenserie ontwerpt die je onderbouwt vanuit de theorie.
14
Studiegids post-hbo-opleiding hvo 2014-2015
2.6 Inhoud van de opleiding Onderstaand figuur maakt inzichtelijk hoe de inhouden van de opleiding zijn opgebouwd. De onderste laag, het fundament, wordt gevormd door het humanistische gedachtegoed. Daarin is de grondhouding te vinden; gewerkt wordt vanuit de waarden die het humanistische mens- en wereldbeeld kleuren. Humanistische waarden bepalen mede je normatieve professionaliteit als vakdocent HVO, namelijk de visie op hoe je wenst om te gaan met mensen en dus ook met kinderen en de daaruitvloeiende keuzes die je maakt met betrekking tot het professionele handelen. Welke pedagogische bedoelingen heb jij als vakdocent? Hoe ziet jouw relatie met de leerlingen eruit? Wat verwacht de jij van de leerlingen en viceversa? Welke leerstof bied je aan? Waar zit je aansluiting bij de belevingswereld van de kinderen? Wat beleven de leerlingen aan de leerstof? Die relatie leerstof-leerling-leerkracht wordt de pedagogische driehoek genoemd, weergegeven in de tweede laag van het figuur. Vanuit die humanistische grondhouding ontwikkel je een pedagogische werkhouding, die de voorwaarden moet scheppen om het uiteindelijke doel te bereiken: een les geven over een bepaald thema, die de leerlingen uitnodigt om kritisch en creatief eigen waarden te onderzoeken. Dit leer je in het vakgebied Didactiek en in de stage als onderdeel van Praktische vorming. Praktijk
werkhouding
Didactische vormgeving Didactische principes
Pedagogische bedoelingen werkhouding
leerling leerstof
leerkracht
Humanistische principes Mensbeeld
grondhouding
Wereldbeeld 2. Opleiding
2. Opleiding
15
Je bent zelf een belangrijke actor in het onderwijsleerproces. Dit vraagt van jou het vermogen om van perspectief te wisselen, open te staan voor nieuwe en afwijkende inzichten en tot een eigen inzicht, oplossing of standpunt te komen. Deze vaardigheden en houding worden in het vakgebied Onderzoeksvaardigheden door het hele curriculum heen expliciet gestimuleerd. De opleiding hecht er waarde aan dat je een positief-kritische onderzoekshouding ontwikkelt.
Humanistiek en levensbeschouwing Het vakgebied humanistiek is gericht op bewustwording van de persoonlijke levensvisie en humanistische aspecten daarvan. Binnen humanistiek worden drie thema’s onderscheiden: 1. Levensbeschouwing • Zingeving, levensvragen, humanistische uitgangspunten, humanistische beginselen, postulaten en kennis van grote wereldreligies. 2. Humanisme • Verdieping in historische humanistiek en humanistische uitgangspunten. 3. Ethiek • Kennismaking met de filosofie van de levenskunst.
Pedagogiek en psychologie In het vakgebied pedagogiek en psychologie wordt aandacht besteed aan de leerkrachthouding en de vertaling van de pedagogische intenties naar de praktijk. Daarnaast komt het thema levensbeschouwelijke vorming aan bod: • Kennismaking met de fasen in levensbeschouwelijke en morele ontwikkeling van het basisschoolkind. • Ontwikkelingsgebieden van het HVO.
Didactiek Bij didactiek ligt het accent op het je eigen maken van de methodiek van het HVO. Je leert zelf lessen HVO en Levensbeschouwing in het basisonderwijs te ontwerpen, uit te voeren en te evalueren. Daarnaast leer je groepsdynamische processen binnen onderwijssituaties te herkennen en hanteren.
16
Studiegids post-hbo-opleiding hvo 2014-2015
Binnen didactiek worden drie thema’s onderscheiden: 1. Onderwijsvormingsproces • Bestaans- en morele vragen, themaopbouw en didactische principes. 2. Groepsdynamica • Gespreksvormen als de dialoog en communiceren over waarden en breed leren denken. De groep als middel komt hierbij aan bod. 3. Werkvormen • Kringgesprek en creatieve werkvormen.
Praktische vorming Dit vakgebied is gericht op kennismaking met het werkveld en het opdoen van en het reflecteren op praktijkervaringen. Binnen praktische vorming worden drie thema’s onderscheiden: 1. Praktijk • Dertig lessen HVO en Levensbeschouwing verzorgen. 2. Maatschappelijk kader • Kennis van mensenrechten. • Actieve pluriformiteit in het openbaar basisonderwijs. • Feestvieren op de openbare basisschool. 3. Reflectie • Kernreflectie.
Schematische weergave vakgebieden en afrondende activiteiten
Vakgebied
Activiteiten
Humanistiek
Huiswerkopdracht Presentatie filosoof
Pedagogiek en
Huiswerkopdracht
psychologie
Essay
Didactiek
Huiswerkopdrachten Presentatie metafoor onderwijsvormingsproces
Praktische vorming
Huiswerkopdrachten Stageverslag Eindwerkstuk
2. Opleiding
17
2.7 Structuur van de opleiding Aantal contactdagen
Stage
Type onderwijs
Twintig woensdagen
Stage in het primair
Contactonderwijs
van 15.00 - 21.00 uur
onderwijs:
Zelfstudie
• minimaal drie lessen
Stage
observeren bij drie vakdocenten HVO; • zelfstandig verzorgen van dertig lessen HVO.
18
Studiegids post-hbo-opleiding hvo 2014-2015
3. Stage 3.1 Algemeen De stage is een onderdeel van praktische vorming. Tijdens de stage pas je de opgedane kennis toe en oefen je vaardigheden die nodig zijn om HVO te geven. Je observeert minimaal drie HVO-lessen bij drie vakdocenten HVO. Vanaf januari 2015 tot eind mei geef je in totaal dertig stagelessen HVO in minimaal twee verschillende groepen (midden- en bovenbouw). Schematische weergave stageonderdelen
Stageonderdeel
Activiteiten
Observatiestage
Bij drie verschillende vakdocenten één of meerdere lessen kijken en hierover een verslag inclusief reflectie schrijven.
Dertig lesuren
Dertig HVO-lessen verzorgen.
zelfstandig lesgeven (onder supervisie opleiding) Praktijkbezoek vanuit
Een verslag maken naar aanleiding van het praktijk
de opleiding
bezoek. Het praktijkbezoek wordt beoordeeld door de stagedocent van het HVO.
3.2 Procedure binnen de stage Voorafgaand aan de stage – die kan starten na de afronding van de observatiestage en na voldoende kennis van de methodiek van het HVO te hebben opgedaan tijdens de opleidingsdagen – maak je met de stageschool afspraken over lestijden en groepen waarbinnen de lessen verzorgd kunnen worden. Je dient bij je studiecoördinator een voorstel voor de stage in ter goedkeuring. Na fiattering door directie van de school, ouders van de betreffende leerlingen en je coördinator HVO die je stagewerkplan heeft goedgekeurd, kun je starten met de lessen HVO.
3. stage
19
Schematische weergave stageprocedure
Chrono-
Activiteiten
Maand
Contact opnemen met de school met
November - december
betrekking tot afspraken rondom stage
2014
logisch 1.
en goedkeuring ouders. In samenwerking met de school een brief opstellen voor de ouders die goedkeuring dienen te verlenen voor het volgen van de lessen door hun kinderen. 2.
Stagevoorstel laten accorderen door
December 2014
studiecoördinator HL en directeur school. 3.
Stagewerkplan opstellen en bespreken
December 2014
met stagecoördinator. 4.
Dertig stagelessen geven.
Januari - eind mei 2015
5.
Praktijkbezoek vanuit opleiding.
Praktijkbezoek (halverwege de stage): Maart - april 2015 Verslag inleveren: een week na het praktijkbezoek
6.
Stageverslag.
Inleveren uiterlijk twee weken na afronding stage.
20
Studiegids post-hbo-opleiding hvo 2014-2015
4. Toetsing en beoordeling 4.1 Algemeen In grote lijnen gelden de volgende uitgangspunten: de vakgebieden worden afgerond door middel van het maken van opdrachten die grotendeels via de elektronische leeromgeving van Centrum HVO ingeleverd kunnen worden. De opleiding kan afgerond worden, indien alle opdrachten minimaal met een voldoende zijn beoordeeld. Opdracht
Maand
aantal EC’s
Humanistiek: Denkprikkels
Oktober 2014
1
Historisch humanist
Oktober 2014
2
Pedagogiek:
November 2014
2
November 2014,
1
essay ‘mijn opvoedingsideaal’ Observerende stage
voorafgaand aan de stagelessen HVO Stagewerkplan
December 2014
1
Diverse huiswerkopdrachten
Januari 2015
2
Metafoor onderwijsvormingsproces
Februari 2015
2
Verslag naar aanleiding van
Maart - april 2015
½
praktijkbezoek Stageverslag
Eind mei 2015
6½
Eindwerkstuk: lessenserie
Eind mei 2015
5
4.2 Eindgesprek Aan het eind van het studiejaar vindt een eindgesprek plaats. Het eindgesprek kan plaatsvinden indien alle opdrachten minimaal met een voldoende zijn beoordeeld. Tijdens het eindgesprek staat het eindwerkstuk (de les-
4. Toetsing en beoordeling
21
senserie) centraal. Van jou wordt verwacht dat je ter voorbereiding op het eindgesprek de gemaakte opdrachten inclusief de feedback van de docent nogmaals bestudeert.
4.3 Beoordelingscriteria Je dient minimaal 80% van de contactdagen aanwezig te zijn. Tijdens de opleidingsdagen wordt van jou een actieve en constructieve participatie gevraagd. De beoordelingscriteria van de opdrachten worden grotendeels per opdracht aangegeven op de e-learningsite (http://elearning.hvo.nl/).
4.4 Herkansingen Bij onvoldoende beoordeling van de verplichte opdrachten bestaat de mogelijkheid tot herkansing. Dit gebeurt in overleg met de studiecoördinator. Indien na afloop van het praktijkbezoek en de nabespreking hiervan blijkt dat je nog niet voldoet aan de gestelde beoordelingscriteria, dan krijg je een verlengde stage. In deze stage werk je specifiek aan de competentie(s), waarin je je nog onvoldoende ontwikkeld hebt.
22
Studiegids post-hbo-opleiding hvo 2014-2015
5. Praktische informatie
5.1 Elektronische leeromgeving (ELO) HVO maakt gebruik van een elektronische leeromgeving (ELO) waarop je praktische en actuele informatie kunt vinden over het curriculum, zoals het lesrooster, adressen, inhoud van de lesdagen en opdrachten (zie http://elearning.hvo.nl/).
5.2 Beroepscode Voor de vakdocent HVO geldt een beroepscode. Hierin staat een omschrijving van de normen waaraan vakdocenten HVO zich dienen te houden. De beroepscode dient als leidraad voor een goede beroepsuitoefening. Van vakdocenten HVO wordt verwacht dat ze de beroepscode onderschrijven. Het onderschrijven van deze beroepscode heeft tot doel het borgen van het humanistische gedachtegoed in de lessen HVO. Stichting HVO Primair ziet er als werkgever op toe, dat het humanisme duurzaam als inspiratiebron werkzaam is bij de vakdocent HVO en dat de wettelijk vereiste competenties duurzaam onderhouden worden. De beroepscode kan opgevraagd worden bij het secretariaat via
[email protected] en is tevens beschikbaar via de ELO.
5.3 Opleidingslocatie en docenten Algemeen Plaats van de opleiding
Utrecht
Locatie
UvH, Kromme Nieuwegracht 29 3524 SJ Utrecht
Tijden lesdag
15.00 uur - 21.00 uur
Start opleiding
Utrecht: 10 september 2014
Contactdag
Woensdag
5. praktische informatie
23
Studie- en stage-
Marijke van Meenen
coördinator Contactgegevens
[email protected], 06 26174454
Docenten Humanistiek
Saskia Heusèrr s.heusè
[email protected], 06 16700626
Pedagogiek en
Marijke van Meenen
psychologie
[email protected], 06 26174454
Didactiek
Ibeline Polak
[email protected], 06 20244674
Praktische vorming
Annemarie Geelhoed
[email protected], 06 53198270 en gastdocenten
24
Studiegids post-hbo-opleiding hvo 2014-2015
Bijlagen
BIJLAGEN
25
Bijlage 1
Verdeling aantal EC’s en contactdagen
1 EC (1 credit volgens het European Credit Transfer System) staat voor 28 studiebelastinguren.
Vakgebied
Aantal contactdagen
EC’s
Humanistiek en levensbeschouwing
4
3
Pedagogiek en psychologie
2
2
Didactiek
8
4
Praktische vorming
6
9
20
18
TOTAAL
Aantal EC’s eindwerkstuk: 5.
Verdeling aantal EC’s en contactdagen
27
Bijlage 2
Studieprogramma Humanistiek en levensbeschouwing Algemeen Aantal EC’s: 3 Dag en tijdstip: woensdag 15.00 uur - 21.00 uur Docenten: Saskia Heusèrr en gastdocenten Aantal contactdagen: 4 Doelstellingen • Het kunnen verwoorden van de eigen levensfilosofie. • Het kunnen onderzoeken en presenteren van een historisch humanist. • Het kennen van humanistische uitgangspunten. • Het kunnen communiceren over en reflecteren op literatuur over humanistische thema’s. • Het kunnen verwoorden van de eigen visie op de humanistische uitgangspunten vrijheid en autonomie binnen de filosofie van de levenskunst. • Kennis over levensbeschouwing en aanverwante begrippen. Inhoud Tijdens de contactdagen en de zelfstudie richt je je op de bewustwording van de persoonlijke levensvisie en humanistische aspecten daarvan. Je maakt kennis met en krijgt inzicht in: • de begrippen levensbeschouwing(en), zingeving, levensvragen, humanistische uitgangspunten, humanistische beginselen en postulaten; • historisch humanisme; • de begrippen waarden en normen en morele dilemma’s; • enkele geïnstitutionaliseerde levensbeschouwingen; • de filosofie van de levenskunst; • twee belangrijke humanistische uitgangspunten: vrijheid en autonomie. Beoordelingsvormen Presentatie, schriftelijk werkstuk en thuisopdracht.
28
Studiegids post-hbo-opleiding hvo 2014-2015
Verplichte literatuur • Gaasenbeek, B. en Winkelaar, P. (2007). Humanisme, serie Wegwijs stromingen. Uitgeverij Kok, Kampen. • Savater, F. (1996). Het goede leven, ethiek voor mensen van morgen. Bijleveld, Utrecht. • Schepper, J. de (2004). Levensbeschouwing ontwikkelen, didactiek voor godsdienst/levensbeschouwing in het primair onderwijs. Kwintessens, Hilversum. • Reader Humanistiek.
Pedagogiek en psychologie Algemeen Aantal EC’s: 2 Dag en tijdstip: woensdag 15.00 uur - 21.00 uur Docent: Marijke van Meenen Aantal contactdagen: 2 Doelstellingen • Het kunnen weergeven van humanistische visies op opvoeding. • Het kunnen verwoorden en beargumenteren van een eigen visie op opvoeden. • Het kunnen vertalen van de eigen pedagogische visie naar houding en leerkrachtgedrag. • Het kunnen benoemen van de centrale doelstelling van het HVO en daarin de verschillende ontwikkelingsgebieden kunnen onderscheiden. • Het kunnen aangeven van verschillende fasen van levensbeschouwelijke en morele ontwikkeling. Inhoud De inhoud is gericht op het ontwikkelen van een persoonlijke visie op opvoeden, die onderbouwd wordt met kennis van en inzicht in de ontwikkelingsgebieden waaraan in HVO-lessen gewerkt wordt. Je maakt kennis met humanistische visies op opvoeding, de centrale doelstelling van het HVO en de verschillende fasen in levensbeschouwelijke en morele ontwikkeling van basisschoolleerlingen.
Studieprogramma
29
Beoordelingsvorm Huiswerkopdracht en essay. Verplichte literatuur • Beuling, M. (2010). Tot bloei komen: van idee naar concrete lessen. Stichting HVO, Utrecht (wordt tijdens de startdag van de opleiding verstrekt). • Geelhoed, A. e.a. (2007) Kinderen en eigen wijsheid. Stichting HVO, Utrecht. • Schepper, J. de (2004). Levensbeschouwing ontwikkelen, didactiek voor godsdienst/levensbeschouwing in het primair onderwijs. Kwintessens, Hilversum. • Stevens, L. & Bors, G. (2013) Pedagogische tact. Garant, AntwerpenApeldoorn. • Reader Pedagogiek en psychologie. Aanbevolen literatuur Winter, M. de (2011). Verbeter de wereld, begin bij de opvoeding. Vanachter de voordeur naar democratie en verbinding. SWP, Amsterdam.
•
Didactiek Algemeen Aantal EC’s: 4 Dag en tijdstip: woensdag 15.00 uur - 21.00 uur Docenten: Ibeline Polak en gastdocenten Aantal contactdagen: 8 Doelstellingen • Kennis over en inzicht in de verschillende onderdelen van het onderwijsvormingsproces (OVP) en deze kunnen vertalen naar lessituaties. • Het kunnen ontwerpen van een thema en bijbehorende lessen op basis van het OVP. • Het kunnen herkennen van fasen in groepsprocessen. • Weten hoe groepsprocessen het leren van de leerlingen kunnen beïnvloeden. • Weten hoe groepsprocessen op een positieve manier beïnvloed kunnen worden. • Kennen van het belang van een waardenvolle communicatie. • Het kunnen toepassen van kennis over en inzicht in verschillende levensbeschouwingen in een les waar iets te beleven en te ontdekken is voor kinderen in het po.
30
Studiegids post-hbo-opleiding hvo 2014-2015
• • •
Het kennen van de HVO-vaardigheden van de leerling. Een relatie kunnen leggen tussen de leerling- en leerkrachtvaardigheden. Kennis van de grote wereldreligies.
Inhoud De inhoud is gericht op het kunnen ontwerpen, uitvoeren en evalueren van lessen HVO en Levensbeschouwing in het basisonderwijs, kennis over en het kunnen herkennen van groepsdynamische processen binnen onderwijssituaties en het gebruikmaken van een diversiteit aan werkvormen. Hierbij komen aan de orde: • met betrekking tot het onderwijsvormingsproces: - bestaansvragen/morele vragen; - beginsituatie; - themaopbouw (HOKE); - didactische principes; • met betrekking tot de groepsdynamica: - waardenvolle communicatie; - de groep als middel. Beoordelingsvormen Thuisopdrachten en presentatie metafoor onderwijsvormingsproces. Verplichte literatuur • Beuling, M. (2010). Tot bloei komen: van idee naar concrete lessen. Stichting HVO, Utrecht. • Blaazer, H. en Dusch, K. (2013). De H-factor. Over humanistische levenskunst. Stichting HVO, Utrecht (wordt tijdens de startdag van de opleiding verstrekt). • Brouwer, H. (2005). Wegwijs in Levoland. Levensbeschouwelijke vorming vanuit een humanistische ontdekkingstocht. Stichting HVO, Utrecht (wordt tijdens de startdag van de opleiding verstrekt). • Engelen, R. van (2007). Grip op de groep. Bekadidact, Baarn. • Groot, T. de (2008). Praktijkboek Zin in spel!? Spelvormen en reflectie voor humanistisch vormingsonderwijs en levensbeschouwing. Stichting HVO, Utrecht (wordt tijdens de startdag van de opleiding verstrekt). • Hogerhuis, M. en Oorschot, M. van (2007). Alle gedrag is communicatie. SWP, Amsterdam. • Schaik, P. (red.) (2008). Nederland Wereldland 10 jaar verder. Feesten, rituelen en gebruiken van culturen in Nederland. PlanPlan kleurrijke uitgeverij, Rotterdam. Studieprogramma
31
•
• •
Schepper, J. de ( 2004). Levensbeschouwing ontwikkelen, didactiek voor godsdienst/levensbeschouwing in het primair onderwijs. Kwintessens, Hilversum. Reader Didactiek. Zonneveld, J. (2006). Democratie van binnenuit. Samenleven in humanistisch perspectief. Stichting HVO, Utrecht (wordt tijdens de startdag van de opleiding verstrekt).
Praktische vorming Algemeen Aantal EC’s: 9 Dag en tijdstip: woensdag 15.00 uur - 21.00 uur Docenten: Annemarie Geelhoed en gastdocenten Aantal contactdagen: 6
Doelstellingen per onderdeel 1. De reflectie • Kennis van het maatschappelijk kader, de kernwaarden van het openbaar basisonderwijs en de humanistische visie op openbaar onderwijs. • Kunnen verwoorden van de humanistische visie op pluriformiteit en kennis van mensen- en kinderrechten. • Kennis van de competenties en deze kunnen relateren aan de eigen vaardigheden. • Kunnen werken met eigen leerdoelen. • Kunnen verwoorden van de (eigen) competenties. • Kunnen werken met de reflectiecirkel. • Kennis van de kernreflectiemethode van Korthagen. • Kunnen toepassen van intervisievaardigheden. • Ideeën kunnen formuleren over de vormgeving van feesten op een actief pluriforme school. • Enkele dramawerkvormen als doel en als middel kunnen toepassen in de HVO-lessen.
32
Studiegids post-hbo-opleiding hvo 2014-2015
2. De praktijk • Kennismaking met verschillende manieren van HVO geven. • Kunnen vergelijken van de vakinhouden en wijze van lesgeven van de groepsleerkracht en de vakdocent HVO. • Een eigen sterkte-zwakteanalyse kunnen maken. • Eigen leerdoelen voor de uitvoerende stage kunnen opstellen. • Zelfontworpen lessenseries kunnen geven in minimaal twee HVOgroepen. Inhoud per onderdeel 1. De reflectie Gedurende de opleiding is er ruimte om stage-ervaringen uit te wisselen middels intervisie. We maken gebruik van een handleiding waarin zeven verschillende methodieken beschreven worden en passen deze toe. Tevens vindt er een koppeling plaats tussen praktijkervaringen en theorie. Een voorbeeld hiervan is het eindwerkstuk - de lessenserie - waarin de lessen theoretisch onderbouwd worden vanuit de vakgebieden. De kernwaarden van het openbaar onderwijs en de humanistische visie op pluriformiteit komen aan bod. Daarnaast is er aandacht voor twee specifieke thema’s: 1. feestvieren op de openbare school en de plaats van HVO hierin; 2. mensen- en kinderrechten en hoe deze behandeld kunnen worden in de lessen HVO. Bij het verlenen van betekenis aan gedrag en het onderzoeken van eigen kracht wordt gebruik gemaakt van dramawerkvormen. 2. De praktijk Het stagetraject bestaat uit: • een oriënterende stage met oriëntatie op inhoud en stijl van lesgeven bij ten minste drie vakdocenten HVO, waarin vooral gekeken wordt naar de houding van de leerkracht, leerlinggedrag, groepsdynamiek en de humanistische invalshoek; • een uitvoerende stage van dertig lesuren in minimaal twee HVO-groepen. Beoordelingsvormen Stageverslag, praktijkbezoek.
Studieprogramma
33
Verplichte literatuur • Geel, V. van (2005). Lichaamstaal. Praktijkboek voor de leraar. HB uitgevers, Baarn. • Korthagen, F. en Lagerwerf, B. (2011). Leren van binnenuit. Boom Lemma uitgevers, Den Haag. • Melief, K. (2002 ). Leren van lesgeven. Uitgeverij Nelissen, Soest. • Ofman, D. (herziene druk 2008), Kernkwaliteiten en het kernkwadrant. Core Quality, Bussum (wordt via opleiding verstrekt). • Reader Praktische vorming.
34
Studiegids post-hbo-opleiding hvo 2014-2015
Bijlage 3
Competenties van vakdocenten HVO Een competentie is een samenhangend geheel van kennis, inzichten, vaardigheden en houdingen. Elke vakdocent wordt geacht over voor het beroep noodzakelijke competenties te beschikken en deze ook te onderhouden (Wet op de beroepen in het onderwijs). Voordat ingegaan wordt op de competentiebeschrijvingen, worden eerst de begrippen handelingsdimensies, bekwaamheidseisen en kennis toegelicht. • Bij handelingsdimensies gaat het om het gebied waarbinnen de vakdocent het vak HVO uitoefent. • Bij bekwaamheidseisen gaat het om specifieke vaardigheden waarover de vakdocent dient te beschikken. • Bij kennis gaat het om theoretische en praktische kennis. Kennis wordt gezien als het fundament onder de vaardigheden. Hieronder volgt een uitwerking op hoofdlijnen van de vereiste competenties ten behoeve van het basisonderwijs.
1. Interpersoonlijk competent De vakdocent kan de interactie met de individuele leerling, de leerlingen onderling en de groep als geheel zodanig beïnvloeden dat een positieve sfeer van omgaan met elkaar en van goede samenwerking ontstaat. Handelingsdimensies: a. (Bege)leiding. b. Communicatie met leerlingen. c. Omgangsvormen. Bekwaamheidseisen: a. De vakdocent is in staat te motiveren en te enthousiasmeren. b. De vakdocent kan ‘waardenvol communiceren’ met de leerlingen. c. De vakdocent is in staat leerlingen ‘waardenvol communiceren’ te leren.
competenties van vakdocenten hVO
35
d. De vakdocent is in staat ‘op democratische wijze’ omgangsregels met de groep vast te stellen. e. De vakdocent weet ontspannen de leiding te nemen. f. De vakdocent kan op een professionele wijze omgaan met eigen emoties en met die van de leerlingen. g. De vakdocent kan groepsdynamische processen hanteren. h. De vakdocent kan een gespannen sfeer doorbreken door te relativeren op een positieve manier. i. De vakdocent heeft gevoel voor nabijheid en distantie. j. De vakdocent kan actief luisteren. Relatie met kennis: a. De vakdocent kent de effecten op leerlingen van verschillende vormen van leidinggeven (autoritair, democratisch of laissez-faire). b. De vakdocent kent de uitgangspunten van ‘waardenvol’ communiceren. c. De vakdocent kent de dynamiek die zich in groepen kan voordoen.
2.
Pedagogisch competent
De vakdocent kan, mede op grond van kennis van de levensbeschouwelijke en morele ontwikkeling van leerlingen, een veilige leeromgeving creëren, die uitnodigt tot persoonlijke groei. Handelingsdimensies: a. Bevordering van zelfvertrouwen. b. Uitnodiging tot zelfstandig denken en (zo nodig uitgesteld) oordelen. c. Waardering van creativiteit. d. Bevordering van respectvolle onderlinge relaties. Bekwaamheidseisen: a. De vakdocent is in staat de uniciteit van elke leerling te waarderen. b. De vakdocent is in staat tot open levensbeschouwelijke communicatie. c. De vakdocent is in staat de leerlingen te stimuleren om op een positieve wijze betrokken bij elkaar te zijn. d. De vakdocent is in staat het pluriforme karakter van de samenleving te waarderen en dit tot uiting te laten komen in de lessen. e. De vakdocent kan de onderlinge afhankelijkheid van mensen en van mens en natuur naar de leerlingen toe communiceren.
36
Studiegids post-hbo-opleiding hvo 2014-2015
f. De vakdocent kan een prettige sfeer creëren in de klas. g. De vakdocent is meer gericht op belonen dan op straffen. Relatie met kennis: a. De vakdocent heeft kennis van en inzicht in handelen dat zelfvertrouwen, groei en onderling respect bevordert. b. De vakdocent heeft kennis van en inzicht in de ontwikkelingspsychologie van leerlingen in de leeftijd van 4-12 jaar in het algemeen en de levensbeschouwelijke en morele ontwikkeling in het bijzonder. c. De vakdocent kent pedagogische opvattingen die inherent zijn aan een humanistische levensbeschouwing. d. De vakdocent heeft algemene kennis van pedagogische opvattingen die inherent zijn aan de grote wereldreligies en (enkele) seculiere levensbeschouwingen.
3.
Vakinhoudelijk en didactisch competent
De vakdocent kan op basis van kennis van humanistische uitgangspunten en mensenrechten vormingsprocessen organiseren die leerlingen in staat stellen op eigen en bewuste wijze vorm te geven aan ‘sociale levenskunst’ en ‘sociaal en ecologisch wereldburgerschap’. Deze begripsinhouden kunnen richting geven aan een zingevende invulling van een persoonlijke levens- en wereldbeschouwing. Handelingsdimensies: a. Leerstofkeuze. b. Omgaan met verschillen. c. Organisatie van het onderwijsvormingsproces in de fasen: herkennen, onderzoeken, kiezen en evalueren. Bekwaamheidseisen: a. De vakdocent kan zelfstandig lessen ontwerpen, uitvoeren en evalueren. b. De vakdocent kan afwisselende werkvormen en media toepassen in de lessen. c. De vakdocent kan aansprekende thema’s of aansprekende lesstof in wisselende werkvormen behandelen. d. De vakdocent kan levensvragen behandelen op een manier die de leerlingen aanspreekt.
competenties van vakdocenten hVO
37
e. De vakdocent kan werkvormen gebruiken die aansluiten bij verschillende leerstijlen van leerlingen. f. De vakdocent kan lesinhouden ontwerpen die aansluiten op meervoudige intelligenties. g. De vakdocent kan begrip en respect voor andere levensbeschouwelijke of religieuze opvattingen stimuleren bij de leerlingen. h. De vakdocent kan verschillen en overeenkomsten tussen verschillende levensbeschouwingen en religies laten ontdekken en bespreken. i. De vakdocent kan aansluiten bij en inspelen op aan de schoolidentiteit gerelateerde inhouden en werkwijzen. j. De vakdocent kan de dialoog stimuleren en waarderen. k. De vakdocent kan werkvormen kiezen die passen bij de leerlingen en bij het doel van het lesonderdeel (bijvoorbeeld filosoferen, kringgesprek, drama). l. De vakdocent kan op kritische en creatieve wijze verschillende werkvormen toepassen (onder meer filosoferen met leerlingen, kringgesprek, drama). m. De vakdocent is in staat en bereid te handelen in overeenstemming met de beroepscode van Stichting HVO (namens het HV), of bij het ongebonden vak met de richtlijnen van het schoolbestuur. n. De vakdocent kan de eigen levensvisie verwoorden en daarop reflecteren. o. De vakdocent kan de waarde van levensbeschouwelijke vorming benoemen. p. De vakdocent kan de HVO-vaardigheden 2 aan leerlingen leren. Relatie met kennis: a. De vakdocent heeft kennis van de humanistische traditie. b. De vakdocent heeft kennis van de mensenrechten. c. De vakdocent heeft algemene kennis van enkele seculiere levensbeschouwingen, waaronder boeddhisme. d. De vakdocent heeft algemene kennis van de grote wereldreligies jodendom, christendom, islam en hindoeïsme. e. De vakdocent heeft kennis van ethiek. f. De vakdocent kent afwisselende werkvormen en media, en hun toepasbaarheid. g. De vakdocent heeft kennis van verschillende leerstijlen. h. De vakdocent kent de visie achter de verschillende werkvormen. i. De vakdocent heeft kennis van de (levensbeschouwelijke, pedagogische en didactische) identiteit van de school, waarop zij of hij werkzaam is. 2 Ontwikkeld door J. Zonneveld 38
Studiegids post-hbo-opleiding hvo 2014-2015
j. De vakdocent kent de methodiek van HVO. k. De vakdocent kent de doelstellingen van HVO.
4.
Organisatorisch competent
De vakdocent kan voorzien in de structuurbehoefte van leerlingen, zodat het leef- en werkklimaat voor leerlingen afdoende overzichtelijk, ordelijk en taakgericht is. Handelingsdimensies: a. Doel, inhoud en organisatie van de lessen. b. Verwachtingen naar de leerlingen toe. c. Groeperingsvormen. Bekwaamheidseisen: a. De vakdocent kan heldere instructies en uitleg geven. b. De vakdocent kan eigen verwachtingen naar de leerlingen toe helder uiteenzetten. c. De vakdocent kan groeperingsvormen kiezen die aansluiten bij het beoogde onderwijsdoel. Relatie met kennis: a. De vakdocent heeft kennis van de structuurbehoefte(n) van haar of zijn (individuele) leerlingen. b. De vakdocent heeft kennis van wijzen van instructie geven. c. De vakdocent heeft kennis van verschillende groeperingsvormen en hun toepassingen.
5.
Competent in het samenwerken met collega’s
De vakdocent kan constructief bijdragen aan het levensbeschouwelijke, pedagogische en didactische klimaat, de organisatie en de persoonlijke verhoudingen van en binnen de school. Handelingsdimensies: a. Delen van kennis, inzichten en vaardigheden vanuit het eigen vakgebied met collega’s.
competenties van vakdocenten hVO
39
b. Participatie in schoolbrede thema’s die een relatie hebben met een levensbeschouwelijke dimensie. c. Klimaatverbeterende voorstellen. Bekwaamheidseisen: a. De vakdocent is bereid kennis te delen. b. De vakdocent is in staat constructief samen te werken. c. De vakdocent is in staat conflicten vreedzaam op te lossen. Relatie met kennis: a. De vakdocent kent de kerndoelen van het primair onderwijs. b. De vakdocent kent het schoolwerkplan van de school. c. De vakdocent kent de identiteit van de school. d. De vakdocent heeft kennis van technieken voor conflictoplossing.
6.
Competent in het samenwerken met de omgeving
De vakdocent is in staat een goede relatie te onderhouden met de ouders van de leerlingen en met instellingen die (kunnen) bijdragen aan verdieping van de inhoud van de lessen. Handelingsdimensies: a. Voorlichting van ouders over de inhoud van de lessen. b. Bespreking van ‘levensbeschouwelijke ontwikkeling’ van de leerlingen met de ouders, in algemene zin of desgevraagd individueel. c. Opbouwen van een netwerk van gastdocenten. d. Bezoek aan bijeenkomsten van humanistische organisaties die als inspiratiebronnen kunnen dienen. e. Bezoek aan een museum, moskee of kerk met leerlingen. Bekwaamheidseisen: a. De vakdocent is in staat individuele ouders of een groep ouders voor te lichten over de inhoud van het vak HVO. b. De vakdocent is in staat de levensbeschouwelijke ontwikkeling van leerlingen te volgen en te verwoorden. c. De vakdocent is in staat een goede relatie te onderhouden met personen en instellingen die een bijdrage kunnen leveren aan de lessen.
40
Studiegids post-hbo-opleiding hvo 2014-2015
d. De vakdocent kan constructieve contacten leggen/onderhouden met de ouders/verzorgers van de leerlingen. Relatie met kennis: a. De vakdocent kent personen en instellingen uit de omgeving van de school, die inhoudelijke bijdragen aan de lessen kunnen leveren. b. De vakdocent heeft kennis van de professionele infrastructuur van de school.
7.
Competent in reflectie en ontwikkeling
De vakdocent is in staat zelf zorg te dragen voor de eigen professionele ontwikkeling en de kwaliteit van de beroepsuitoefening. Handelingsdimensies: a. Evaluatie van eigen lessen, individueel en samen met de leerlingen. b. Reflectie op de verbinding tussen eigen persoonlijke levensbeschouwing, levenshouding en normatieve professionaliteit. c. Deelname aan (intervisie)bijeenkomsten van de beroepsgroep. d. De vakdocent beschikt over onderzoeksvaardigheden, oordeelsvermogen, communicatieve en reflectieve vaardigheden. Bekwaamheidseisen: a. De vakdocent is in staat te reflecteren op de eigen professionele ontwikkeling. b. De vakdocent kan een constructieve bijdrage leveren aan intervisiebijeenkomsten. c. De vakdocent kan een persoonlijke competentiebalans opmaken. d. De vakdocent is in staat te beoordelen welke bijscholing voor zichzelf het meest relevant is op basis van de persoonlijke competentiebalans. Relatie met kennis: a. De vakdocent heeft kennis van reflectiemethoden. b. De vakdocent heeft kennis van intervisiemethoden en bijbehorende spelregels. c. De vakdocent heeft kennis van maatschappelijke ontwikkelingen in het algemeen en die in het onderwijs in het bijzonder. d. De vakdocent heeft kennis van inhoudelijke ontwikkelingen binnen het georganiseerde humanisme in Nederland.
competenties van vakdocenten hVO
41