STUDIEGIDS 2014-2015 Academische Opleiding Interne Begeleiding en Schoolontwikkeling
Inhoudsopgave
1
INLEIDING ACADEMISCHE IB-OPLEIDING ................ 5
1.1
Geschiedenis .............................................................................................6
1.2
De SPO .....................................................................................................6
1.3
Nadere informatie....................................................................................7
2
ALGEMENE INFORMATIE ................................................ 8
2.1 Studeren aan een avondopleiding. .........................................................8 2.1.1 Een avondopleiding ...........................................................................8 2.1.2 Didactisch concept ............................................................................8 2.1.3 Studentenpopulatie ............................................................................8 2.1.4 Examens in de vorm van tentamens ..................................................8 2.1.5 Status .................................................................................................9 2.2 Inschrijving ..............................................................................................9 2.2.1 Vereiste vooropleiding ......................................................................9 2.2.2 De inschrijving ..................................................................................9 2.2.3 Kosten..............................................................................................10 2.2.4 Website en digitale leeromgeving (DLO)........................................10 2.2.5 Beëindiging van de studie ...............................................................10 2.2.6 De diploma-uitreiking .....................................................................11 2.2.7 Studiefinanciering ...........................................................................11 2.3 De organisatie ........................................................................................13 2.3.1 Het bevoegde gezag.........................................................................13 2.3.2 De studieleiding en studiecoördinatie..............................................13 2.3.3 Het studiesecretariaat/ Onderwijsbureau .........................................13 2.3.4 Docenten Academische IB-opleiding ..............................................15 2.3.5 Studieondersteuning ........................................................................16 2.3.6 Studeren met een functiebeperking .................................................16 2.3.7 Klachtenprocedure...........................................................................17 2.3.8 De opleidingscommissie ..................................................................17 2.3.9 De onderwijsorganisatie ..................................................................18 2.4
Bibliotheken ...........................................................................................18
2.5
ACLO .....................................................................................................19
2.6
REPRO ...................................................................................................19
3
OPZET ACADEMISCHE IB-OPLEIDING ...................... 20
3.1
Visie van de opleiding............................................................................20
3.2
Opzet van de opleiding ..........................................................................20
3.3
Studielast ................................................................................................20
3.4 Het programma .....................................................................................21 3.4.1 De beroepscompetenties ..................................................................21 3.4.2 De vakken ........................................................................................22 3.4.3 De vakken afgezet tegen de competenties .......................................23 3.5 Examens en tentamens ..........................................................................24 3.5.1 De examenregeling ..........................................................................24 3.5.2 Toetsing door een werkstuk.............................................................25 3.6
De kwaliteitsbewaking ..........................................................................25
4 HET STUDIEPROGRAMMA ACADEMISCHE IBOPLEIDING ................................................................................. 27 4.1 Het eerste studiejaar .............................................................................27 Wiskunde……………………………………………………………………..27 Inleiding Onderzoek……………………………………………………….....28 Andragogiek ....................................................................................................29 Onderwijskunde ..............................................................................................31 Advisering en begeleiding ...............................................................................33 Visie en profilering..........................................................................................35 Filosofie 2: wetenschapsfilosfie ......................................................................37 Methodologie/onderzoekspracticum ...............................................................38 IB in praktijk 1 ................................................................................................39 4.2 Het tweede studiejaar…………………………………………………. 40 Onderwijsbegeleiding ......................................................................................40 Leren op de werkplek………………………………………………………...42 Effectiviteit van Onderwijs en Levenslang Leren……………………………43 Ontwikkelings- en onderwijspsychologie .......................................................44 Statistische modellen 1 ....................................................................................45 M&T II: Grondslagen van onderzoek………………………………….........46 Statistiek 3……...…………………………………………………………….47 Testtheorie………………………………………………………………….. .48 M&T II: Methoden en technieken van onderzoek…………………………...49 IB in praktijk 2 ................................................................................................50 Afstudeerwerkstuk Interne Begeleiding ..........................................................51
5
BIJLAGEN ............................................................................ 52
5.1
De scriptie...............................................................................................53
5.2
Literatuurverwijzingen, literatuurlijst en tabellen in een werkstuk 55
5.3
Protocol voor het beoordelen van een scriptie ....................................56
5.4
PLATTEGROND ..................................................................................58
INLEIDING ACADEMISCHE IB-OPLEIDING
1
INLEIDING ACADEMISCHE IB-OPLEIDING
De SPO is in september 2010 gestart met een IB-opleiding bedoeld voor leerkrachten basisonderwijs: de Academische Opleiding Interne Begeleiding en Schoolontwikkeling. Het betreft een tweejarig avondprogramma (120 ECTS) en leidt tot een HBO-bachelordiploma Pedagogiek. Bovendien bereidt deze opleiding rechtstreeks op voor de master Algemeen Pedagogische Wetenschappen en de master Onderwijskunde van de Rijksuniversiteit Groningen. De opleiding onderscheidt zich van andere IB-opleidingen door een relatief sterk op theoretische reflectie en empirisch onderzoek gericht profiel. Door deze wetenschappelijke invalshoek en door ruime aandacht voor schoolontwikkeling en verandermanagement biedt de opleiding ook een goede basis voor een coördinerende en beleidsontwikkelende functie op bovenschools niveau. De vakken van de IB-opleiding maken deel uit van de HBO-opleiding Pedagogiek van de SPO. Studenten volgen de colleges samen met deze HBOstudenten en met studenten van het schakelprogramma Pedagogiek en Onderwijskunde. Voor de studenten van de IB-opleiding is er daarnaast een begeleidingslijn IB (IB in praktijk). In deze begeleidingslijn koppelen studenten onder leiding van een IB-coach theoretische noties aan de IB-praktijk door het voeren van discussies en het maken van opdrachten. De resultaten van deze begeleidingslijn vinden hun neerslag in een portfolio. Omdat de opleiding niet door de overheid wordt bekostigd, zijn overheidsmaatregelen inzake tweede bacheloropleiding en tweede masteropleiding en de langstudeerders maatregel niet van toepassing. Studenten kunnen de hierboven geboden bachelor + HBO-opleiding zonder extra kosten volgen na hun reeds behaalde HBO-diploma en zij kunnen na deze opleiding, mits ze niet elders een bekostigde masteropleiding hebben gevolgd, tegen een regulier collegegeldtarief een universitaire masteropleiding afronden.
5
INLEIDING ACADEMISCHE IB-OPLEIDING
1.1
Geschiedenis
De Academische Opleiding Interne Begeleiding en Schoolontwikkeling (Academische IB-opleiding) maakt deel uit van de geaccrediteerde opleiding HBO-pedagogiek van de Stichting Pedagogisch Onderwijs aan de Rijksuniversiteit Groningen (SPO). De Stichting kent een lange geschiedenis. In 1918 is de ‘Vereniging voor Pedagogisch Onderwijs aan de Rijksuniversiteit te Groningen’ opgericht. Deze vereniging verzorgde theoretische en praktische cursussen in de didactiek voor aanstaande leraren en voordrachten over pedagogische onderwerpen voor belangstellenden in het algemeen. In 1954 nam deze vereniging de verantwoordelijkheid op zich voor het geven van de reeds bestaande opleiding voor de Middelbare Akte Pedagogiek A. Tevens is toen besloten een opleiding voor de Middelbare Akte Pedagogiek B te beginnen. Deze opleidingen zijn bekend geworden als de MO-A en MO-B Pedagogiek. De ‘Vereniging’ is in 1965 omgezet in een ‘Stichting Pedagogisch Onderwijs aan de Rijksuniversiteit te Groningen’ (SPO). De opleiding MO-A Pedagogiek is in 1987 verbreed met een algemene pedagogisch-agogische beroepsvoorbereiding en wordt sindsdien tot het Hoger Pedagogisch en Sociaal-Agogisch Onderwijs gerekend. De opleiding MO-B Pedagogiek wordt in 1990 opgevolgd door een cursusaanbod gericht op doorstroming naar de afstudeerrichtingen Pedagogiek en de studierichting Onderwijskunde van de Rijksuniversiteit Groningen. Als reactie op de invoering van het bachelor-master systeem in het hoger onderwijs is dit cursusaanbod vanaf 2003 vervangen door schakelprogramma’s die eveneens gericht zijn op doorstroom naar de afstudeerrichtingen Pedagogiek en de studierichting Onderwijskunde. Deze schakelprogramma’s zijn bedoeld voor studenten die al beschikken over een (verwante) afgeronde HBO-opleiding. Per 1 september 1997 valt de opleiding HBO-pedagogiek onder de door de SPO in stand te houden Hogeschool voor Hoger Pedagogisch en Sociaal-Agogisch Onderwijs. De Hogeschool is als zodanig aangewezen door de Minister. Nadere informatie over de geschiedenis van de SPO is te vinden in het Gedenkboek SPO “75 jaar Vereniging/Stichting voor Pedagogisch Onderwijs” uit 1994 van J. Vermoolen (verkrijgbaar bij de SPO à € 7,-).
1.2
De SPO
De SPO treedt op als bevoegd gezag van de opleiding HBO-pedagogiek. De opleidingen van de SPO worden niet door de overheid gesubsidieerd. De SPO kan hierdoor de cursusgelden voor haar opleidingen vaststellen onafhankelijk van het landelijk beleid. De SPO is lid van de landelijke Vereniging ter Bevordering van de Studie der Pedagogiek (VBSP).
6
INLEIDING ACADEMISCHE IB-OPLEIDING
1.3
Nadere informatie
In deze studiegids staat de informatie over de Academische IB-opleiding. Voor de opleiding HBO-pedagogiek en de schakelprogramma’s bestaan aparte studiegidsen. Als u na het lezen van de studiegids nader wil worden geïnformeerd over de opleiding, dan kunt u zich wenden tot de studiecoördinator mevr. A. Slijkhuis, tel. 050 – 363 7893, e-mail:
[email protected]. Voor meer administratieve zaken (zoals vereiste vooropleiding, inschrijving, studiefinanciering) kan men terecht bij het studiesecretariaat. Het secretariaat is te bereiken op telefoonnummer 050 - 363 6525, e-mail:
[email protected].
7
ALGEMENE INFORMATIE
2
ALGEMENE INFORMATIE
2.1
Studeren aan een avondopleiding.
2.1.1
Een avondopleiding
De Academische IB-opleiding is een avondopleiding. De colleges worden gevolgd samen met studenten van de opleiding HBO-pedagogiek en met studenten van het schakelprogramma Pedagogiek en Onderwijskunde. Een avondopleiding houdt in dat de studie kan worden gevolgd naast de dagelijkse werkzaamheden. Het houdt ook in dat het aantal contacturen beperkt is en dat dus een groot beroep wordt gedaan op zelfstudie. Studenten moeten veel lezen, meestal in het Nederlands, maar er staan ook Engelstalige boeken op de lijst. Een avondopleiding is aantrekkelijk voor degenen die overdag niet in de gelegenheid zijn een opleiding te volgen. Een avondopleiding is bovendien aantrekkelijk voor werkzoekenden. Bij het volgen van een avondstudie komt in principe een werkloosheidsuitkering niet in gevaar (op mogelijk de stageperiode na), omdat men overdag beschikbaar blijft voor de arbeidsmarkt. Nadere informatie hierover kunt u verkrijgen bij het UWV-werkbedrijf in uw gemeente. 2.1.2
Didactisch concept
Het didactisch concept van de opleiding is samen te vatten met de termen afstand nemen en reflecteren. Veel van onze studenten participeren in pedagogische praktijken en oefenen daarin pedagogisch handelen en samenwerken. In onze opleiding krijgen de studenten veel theoretische kennis en worden ze uitgenodigd de kennis te relateren aan deze praktijken. Hiervoor is het van groot belang dat studenten afstand leren nemen van die pedagogische praktijken. Door inzet van de kennis en door met elkaar in gesprek te gaan, kunnen dan verschillende perspectieven verkend worden en kunnen studenten komen tot voldoende diepgaande en systematische reflectie. 2.1.3
Studentenpopulatie
Aan de opleidingen van de SPO studeren volwassenen. De leeftijd van de studenten loopt uiteen. Docenten gaan uit van de principes van volwasseneneducatie. Er wordt bijvoorbeeld regelmatig een beroep gedaan op wat de student zelf reeds aan ervaringen, inzichten en vaardigheden heeft opgedaan. Tevens wordt rekening gehouden met persoonlijke omstandigheden. Het aanbod van studieonderdelen is zodanig dat studenten zelf hun studietempo kunnen bepalen. 2.1.4
Examens in de vorm van tentamens
De examens hebben de vorm van een dossierexamen. Over de verschillende examenvakken worden tentamens afgenomen (door de eigen docenten). Op die manier wordt een dossier van tentamenresultaten opgebouwd. Men is geslaagd voor een examen zodra voor alle examenvakken een voldoende is behaald.
8
ALGEMENE INFORMATIE 2.1.5
Status
De opleiding HBO-pedagogiek, waaronder de Academische IB-opleiding ressorteert, is een onbekostigde, door de overheid aangewezen opleiding. Deze opleiding wordt verzorgd door de Hogeschool voor Pedagogisch Onderwijs aan de Rijksuniversiteit Groningen. De opleiding is geregistreerd onder het CROHO nummer: 35158 (Pedagogiek). De opleiding is geaccrediteerd tot 31 december 2018. Het visitatie rapport staat integraal op de website: www.spo-groningen.nl. De opleiding valt onder het toezicht van de Inspectie van het onderwijs, gevestigd in Utrecht. Adres: Rijksinspectiekantoor Utrecht, Postbus 2730, 3500 GS Utrecht.
2.2 2.2.1
Inschrijving Vereiste vooropleiding
Om tot de Academische IB-opleiding te worden toegelaten moet men in het bezit zijn van een PABO of PA diploma. Het hebben van een baan is niet verplicht. 2.2.2
De inschrijving
De inschrijving wordt verricht door de onderwijsinstelling en geldt telkens voor één cursusjaar van tien maanden, namelijk: de periode september t/m juni van het daaropvolgende jaar. Aan de inschrijving zijn rechten verbonden. Alleen de inschrijving verleent deze rechten. Als men de studie wil voortzetten, dient men zich ieder jaar opnieuw in te schrijven. Personen die zich niet inschrijven, mogen geen onderwijs volgen of examens afleggen. Indien men zich voor het cursusjaar 2014-2015 wenst in te schrijven, dient men zich digitaal en schriftelijk aan te melden door middel van een volledig ingevuld en ondertekend aanmeldingsformulier. Inschrijving gaat via de website: www.spo-groningen.nl. Voor de eigen administratie dient u een kopie van de overeenkomst te maken en te bewaren. Bij een eerste aanmelding dient men tevens mee te zenden: fotokopie(ën) van diploma’s en/of cijferlijst(en), waaruit blijkt dat men over de vereiste vooropleiding beschikt; een kopie van uw identiteitsbewijs. Een student heeft gedurende het cursusjaar van inschrijving het recht: aan het onderwijs deel te nemen (colleges te volgen enz.) en tentamens af te leggen; van toegang tot en gebruik van de lesgebouwen en de daarin aanwezige voorzieningen (bibliotheek e.d.). Pas nadat men is ingeschreven mogen in het cursusjaar van inschrijving colleges worden gevolgd en tentamens of examens worden afgelegd.
9
ALGEMENE INFORMATIE Een docent kan een student de toegang tot een tentamen weigeren indien hij/zij geen geldige collegekaart kan tonen. De collegekaart wordt eenmalig verstrekt. Bij verlies of diefstal wordt een vervangende pas toegestuurd. Deze moet handmatig worden voorzien van een hard copy pasfoto. 2.2.3
Kosten
Het cursusgeld moet elk jaar opnieuw worden voldaan. Pas na ontvangst van het cursusgeld door de opleiding is de student officieel ingeschreven. De hoogte van het bedrag wordt jaarlijks vastgesteld door het bevoegde gezag van de opleiding, het bestuur van de Stichting voor Pedagogisch Onderwijs (SPO). Voor het studiejaar 2014-2015 is de hoogte van het cursusgeld € 1620,-. Het is mogelijk het cursusgeld in één termijn te betalen of gespreid, in vier of tien termijnen. Bij gespreide betaling betaalt u € 15,- administratiekosten. De kosten voor literatuur variëren per jaar. Dit jaar bedragen de kosten voor literatuur uit het eerste jaar ongeveer € 500, -. Houd er rekening mee dat er gedurende het studiejaar kleine wijzigingen in de literatuur kunnen plaatsvinden. Het is verstandig om de literatuur niet te ver van te voren aan te schaffen. De literatuur kan ook geleend worden bij de bibliotheek, van de Rijksuniversiteit Groningen. Aangezien het voor de IB-opleiding niet mogelijk is om de roosters optimaal te maken (omdat studenten aanschuiven bij vakken in het HBO- en schakelprogramma), mogen studenten na het 2e jaar nog maximaal 2 onderdelen gratis volgen om de opleiding af te ronden. 2.2.4
Website en digitale leeromgeving (DLO)
Op de website www.spo-groningen.nl vindt u de roosters, de studiegids, informatie over extra onderwijsaanbod (actualiteitencolleges, excursies, etc.) en actuele mededelingen. Op de digitale leeromgeving (DLO) https://dlo.spo-groningen.nl/student krijgt u na inloggen, een persoonlijke pagina. Op deze pagina vindt u o.a. het overzicht van uw resultaten. Op de DLO worden mededelingen voor docenten en studenten vermeld, kunt u zich inschrijven voor vakken en tentamens en kunt u via het prikbord een bericht achterlaten. De eerste keer bij het raadplegen van DLO kunt u een inlognaam aanmaken. Een wachtwoord ontvangt u via uw email. Voor een aantal vakken moet de SPO student de Digitale Leeromgeving van de RuG (Nestor) raadplegen. De docent geeft dit aan. De inloggegevens voor Nestor zijn te vinden op de DLO onder de knop Documenten. 2.2.5
Beëindiging van de studie
Als u in de loop van het cursusjaar de studie beëindigt, is in een aantal gevallen terugbetaling van een deel van het cursusgeld mogelijk. De restitutieregeling staat hieronder. 10
ALGEMENE INFORMATIE Beëindiging van de studie dient u per aangetekend schrijven mee te delen aan het studiesecretariaat. Hierbij geldt een opzegtermijn van twee maanden. De opzegtermijn gaat in op de datum van poststempeling van het aangetekend schrijven. Voor elke maand na het einde van de opzegtermijn wordt een evenredig deel van het cursusgeld terugbetaald. Voor 1 oktober 2014 kunt u kosteloos opzeggen. Betalingsregeling in geval van opzegging:
Uiterlijke opzegdatum: 30 september 2014 31 oktober 2014 30 november 2014 31december 2014 31 januari 2015 28 februari 2015 31 maart 2015
Maanden te betalen: geen september t/m december september t/m januari september t/m februari september t/m maart september t/m april september t/m mei
U betaalt in 2014-2015: kosteloos € 648,00 € 810,00 € 972,00 € 1134,00 € 1296,00 € 1458,00
In geval van opzegging na 31 maart vindt geen teruggave meer plaats. Na het behalen van het diploma wordt restitutie verleend vanaf de datum waarop het laatste resultaat is behaald. 2.2.6
De diploma-uitreiking
Op drie momenten in het studiejaar vindt het bachelorexamen plaats. Het examen bestaat uit de uitreiking en ondertekening van de getuigschriften. Studenten krijgen tijdens de plechtigheid de gelegenheid om in maximaal tien minuten terug te blikken op hun studie of om iets over hun afstudeerproject te vertellen. Wanneer studenten hiervan gebruik willen maken, dienen zij dit van te voren te melden bij het secretariaat. De uitreiking van de getuigschriften bachelor HBO-pedagogiek (inclusief Academische opleiding Interne Begeleiding en Schoolontwikkeling) vindt in 2014-2015 plaats op: woensdag 28 januari 2015, woensdag 24 juni 2015 en woensdag 30 september 2015 om 16.00 uur. De uitreiking is openbaar, d.w.z. dat familieleden, vrienden en medestudenten aanwezig mogen zijn. De examenkandidaten en de scriptiebegeleiders worden veertien dagen voorafgaand aan de uitreiking, schriftelijk uitgenodigd. Studenten die in aanmerking willen komen voor de uitreiking van het getuigschrift op één van bovengenoemde data, dienen vier weken daaraan voorafgaand de volgende bescheiden in te leveren bij het studiesecretariaat: de scriptie in tweevoud en digitaal. De student dient tijdig een afspraak te maken met de studiecoördinator om samen te controleren of aan de eisen voor afstuderen is voldaan. 2.2.7
Studiefinanciering
De opleiding HBO-pedagogiek wordt niet door de overheid gesubsidieerd. Studenten hebben geen recht op een studiebeurs of -lening op grond van de Wet op de Studiefinanciering. Wel bestaat er een regeling tegemoetkoming lerarenopleidingen. Leraren die de opleiding volgen ter verhoging van hun 11
ALGEMENE INFORMATIE professionaliteit komen in aanmerking voor een lerarenbeurs. Informatie is te verkrijgen bij de Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO). Omdat studenten geen recht kunnen doen gelden op studiefinanciering vermindert de studietijd, doorgebracht bij de opleiding HBO-pedagogiek, niet het recht op studiefinanciering voor een vervolgopleiding. Bovendien is de regeling omtrent verschuldigd instellingscollegegeld voor een tweede bacheloropleiding (stapelregeling) niet van toepassing. Ook de langstudeerregeling geldt niet voor SPO-studenten. Wie zich na de opleiding laat inschrijven bij een door de overheid gesubsidieerde universiteit of hogeschool, en op dat moment voldoet aan de in de wet gestelde eisen, kan alsnog in aanmerking komen voor studiefinanciering en kan in principe tegen het wettelijk vastgesteld collegegeld ingeschreven worden.
12
ALGEMENE INFORMATIE
2.3 2.3.1
De organisatie Het bevoegde gezag
Het bevoegde gezag van de Academische Opleiding Interne Begeleiding en Schoolontwikkeling berust bij de Stichting voor Pedagogisch Onderwijs (SPO) aan de Rijksuniversiteit Groningen. Het bestuur van de SPO is samengesteld uit de volgende personen: Voorzitter: Prof.dr. J.J.H. Dekker Secretaris: Dr. H.T.A. Amsing Penningmeester: J.G. van der Veen Leden: J. Kappen Prof.dr. A.E.M.G. Minnaert Drs. A. Spreen Prof.dr. M.P.C. van der Werf De bestuursleden zijn via het secretariaat te bereiken. 2.3.2
De studieleiding en studiecoördinatie
De dagelijkse leiding van de opleiding berust bij de studieleider mevr. dr. H.T.A. Amsing en bij de studiecoördinator mevr. A.A. Slijkhuis. Mevr. Amsing is te bereiken via het studiesecretariaat, tel. 050 - 363 6525, mevr. Slijkhuis op tel. 050 - 363 7893 / 6525. 2.3.3
Het studiesecretariaat/ Onderwijsbureau
Het studiesecretariaat en het onderwijsbureau van de HBO-pedagogiek te Groningen, waaronder de Academische IB-opleiding ressorteert, is gevestigd in de Grote Rozenstraat 38 (kamer 054), 9712 TJ Groningen, tel. 050 – 363 6525. Het secretariaat wordt verzorgd door mevr. M. Froma en mevr. E. Strating, mevr. M. Scheltens is verantwoordelijk voor de kwaliteitszorg en de PR van de opleiding. Het e-mailadres van het secretariaat is:
[email protected]. Het secretariaat en het onderwijsbureau is geopend op maandag, dinsdag, woensdag en donderdag. Voor de openingstijden van het secretariaat en het onderwijsbureau zie: www.spo-groningen.nl en/of op de DLO. Het studiesecretariaat is verantwoordelijk voor de studentenadministratie. De administratie bevat de studiegegevens van elke student (dossier met naam, adres, studieresultaten.). Tevens worden hier de gegevens van oud-studenten (geslaagden/gestopten) en het archief van de scripties en stageverslagen van de opleiding beheerd. Doorgaans zijn de medewerkers van het secretariaat het eerste aanspreekpunt voor informatie over de studie en onderwijsorganisatorische aangelegenheden. Zij kunnen voor een vlotte doorgang zorgen in het overleg tussen studenten, docenten, coach en studieleiding. Studenten kunnen schriftelijk/telefonisch contact met hen opnemen of tijdens de openingsuren langskomen. Voor elk tentamen en hertentamen dient een student zich in te schrijven. De deadline voor inschrijving is een week voor de (her)tentamendatum. Studenten die zich daarna willen inschrijven moeten hiervoor langskomen op het 13
ALGEMENE INFORMATIE studiesecretariaat. Tegen contante betaling van € 5,- administratiekosten zal de student worden ingeschreven.
14
ALGEMENE INFORMATIE 2.3.4
Docenten Academische IB-opleiding
Docent Vak mevr. dr. L.W.H. Bakker Advisering en begeleiding dhr. dr. Th. Van Dellen Leren op de werkplek PABA3209 (voorheen: Lifelong Learning in context: inhoud en professionaliteit PABA3202 ) mevr. dr. N. Ding Methoden en technieken van onderzoek PABA2062A dhr. E.H. von Dülmen Wiskunde Krumpelmann BSc dhr. drs. S.R. Fleurke Testtheorie PABA2064A dhr. drs. A.L. Heinink Onderwijskunde
dhr. dr. R. Hoekstra D.J. Jansma, Msc.
dhr. dr. D.D.N.M. Kostons dhr. drs. J. Kramer
dhr. drs. J. Lensen dhr. dr. P. A. van der Ploeg
Statistiek 3 PABA3065 Effectiviteit van onderwijs en Levenslang leren PABA3304 Ontwikkelings- en onderwijspsychologie Ineliding onderzoek PABAP035 (voorheen Statistiek 1 PABAP028) Statistische modellen 1 PABAP036 (voorheen Statistiek 2 PABAP029) Andragogiek Filosofie 2
Contactgegevens
[email protected] 06 20213126
[email protected] 050 3636636
[email protected] ningding0610 @gmail.com
[email protected] 06 24289075
[email protected] 06 25093749
[email protected] 0481 465139 06 24363814
[email protected] [email protected]
[email protected]
[email protected] 050 5799675 06 41322554
[email protected] 0599 212267
[email protected] [email protected] 06 46745501
15
ALGEMENE INFORMATIE mevr. drs. A.C.M. van Roy
mevr. drs. M.L. Schuur
Onderwijsbegeleiding Methodologie / onderzoekspracticum M&T II: Grondslagen van onderzoek PABA2061A Visie en profilering
mevr. C. Tulleken MSc
IB in praktijk 1 en 2
dhr. dr. J.J.M. Zeelen
Effectiviteit van onderwijs en Levenslang leren PABA3304
2.3.5
[email protected]
[email protected] 050 3184055
[email protected] 06 24590760
Studieondersteuning
Voor vragen over de opleiding kunnen studenten zich wenden tot de studiecoördinator Ans Slijkhuis of de studiecoach IB-opleiding C. Tulleken. 2.3.6
Studeren met een functiebeperking
Studenten van de SPO die een functiebeperking hebben, kunnen in aanmerking komen voor ondersteunende onderwijsvoorzieningen wanneer zij door deze beperking niet optimaal het onderwijs kunnen volgen of tentamens kunnen afleggen. De SPO volgt in de procedure inzake studenten met een functiebeperking het beleid van de Rijksuniversiteit Groningen. Procedure Een student die een beroep wil doen op ondersteunende onderwijsvoorzieningen dient dit zelf, middels een schriftelijk verzoek, bij de studiecoördinator van de SPO aan te vragen. In dit verzoek moet de student aangeven om welke beperking het gaat en welke voorzieningen hij/zij noodzakelijk acht voor het goed kunnen volgen van het onderwijs en het afleggen van tentamens. Afhankelijk van de functiebeperking en gewenste voorziening dient de student de aanvraag van bewijsstukken te voorzien. Bewijsstukken zijn doorgaans een verklaring van een (huis)arts, specialist, therapeut, psycholoog, etc. Het moet duidelijk zijn of het een chronische dan wel tijdelijke functiebeperking betreft. Desgewenst kan de studiecoördinator een persoonlijk gesprek met de student aangaan voor het verkrijgen van extra informatie omtrent de functiebeperking en wensen voor onderwijsvoorzieningen. De studiecoördinator beoordeelt de aanvraag op basis van het verzoek, de bewijsstukken en het eventuele gesprek met de student. De studiecoördinator stelt een advies op en maakt een voorstel voor de te nemen onderwijsvoorzieningen en legt deze ter beoordeling en goedkeuring voor aan de examencommissie. Wanneer nodig wint de studiecoördinator voor een zo goed mogelijk advies informatie in bij derden/deskundigen. 16
ALGEMENE INFORMATIE Wanneer de examencommissie akkoord is, wordt de uitslag schriftelijk of via de mail medegedeeld aan de student. Een kopie hiervan wordt toegevoegd aan het dossier van de student. De student moet, elk jaar van inschrijving, opnieuw een verzoek indienen voor studie ondersteunende voorzieningen. De praktische afhandeling voor invoering van de voorzieningen en communicatie naar student en docenten vindt plaats via de studiecoördinator en het studiesecretariaat van de SPO. De SPO kan alleen voorzieningen beiden die praktisch en financieel realistisch en haalbaar zijn. In alle andere gevallen moet in goed overleg met de student gezocht worden naar alternatieve mogelijkheden. Dyslexie (en dyscalculie) Aparte aandacht, wat betreft studeren met een functiebeperking, behoeft dyslexie (waaronder ook dyscalculie). Wanneer een student ondersteunende voorzieningen aanvraagt vanwege dyslexie dient hij/zij altijd een dyslexieverklaring en de rapportage behorende bij de dyslexieverklaring te overleggen. Een dyslexieverklaring mag niet ouder dan 6 jaar zijn. Wanneer nodig kan de studiecoördinator vragen om extra informatie zoals de rapportage behorende bij de dyslexieverklaring. De studiecoördinator wint, bij enige twijfel, altijd advies in bij een deskundige. 2.3.7
Klachtenprocedure
Studenten met een klacht betreffende een docent of een vak dienen zich allereerst tot de betreffende docent te wenden. In tweede instantie kunnen zij met hun klacht naar de coach of de studiecoördinator. Wanneer studenten een klacht hebben op het niveau van de organisatie dienen zij zich direct tot de studiecoördinator te wenden. Indien nodig leggen de coach of de studiecoördinator de klacht voor aan de studieleider. Studenten hebben bovendien collectief recht van beklag. Als tenminste vier studenten vinden dat de opleiding in een bepaald opzicht tekort schiet, kunnen zij rechtstreeks schriftelijk een klacht indienen bij de studieleider. Vaak is het echter verstandig om de klacht eerst via de docent, coach of studiecoördinator aan te kaarten. In laatste instantie kunnen studenten zich wenden tot het bestuur van de opleiding. Zie paragraaf 2.3.1. 2.3.8
De opleidingscommissie
De opleiding HBO-pedagogiek heeft een opleidingscommissie (OLC). De OLC bestaat uit drie docentleden en drie studentleden. De studentleden fungeren als aanspreekpunt voor de studenten. De namen van de leden van de OLC staan vermeld op de website: www.spo-groningen.nl. De OLC komt drie keer per cursusjaar bijeen. Tijdens deze bijeenkomsten wordt het onderwijs geëvalueerd en worden vernieuwingen in de opleiding voorgesteld en besproken. Studenten die contact willen opnemen met één van de commissieleden kunnen zich wenden tot het studiesecretariaat. 17
ALGEMENE INFORMATIE 2.3.9
De onderwijsorganisatie
De gebouwen waar de colleges worden gegeven zijn: Muntinggebouw, Grote Kruisstraat 2 (Ingang: Grote Kruisstraat 2/1) Heymansgebouw, Grote Kruisstraat 2/1 Boumangebouw, Grote Rozenstraat 31 Academiegebouw, Broerstraat 5 Zie plattegrond achter in de studiegids. De colleges, werkgroepen e.d. worden op woensdag- en donderdagavond aangeboden. In geval van overmacht kan worden uitgeweken naar de dinsdagavond. Vakken uit de Academische route worden op dinsdag-, woensdag- en donderdagavond geroosterd, bij overmacht ook op de maandagavond. Voor een aantal vakken uit de academische route geldt dat het tentamen overdag plaatsvindt, gelijktijdig met het tentamen van de bacheloropleiding Pedagogiek en Onderwijskunde van de Rijksuniversiteit Groningen. De lestijden zijn tussen 17.00/17.15 en 21.00/21.15 uur. De opening van het studiejaar 2014-2015 is op woensdag 27 augustus 2014. Het les-, tentamen- en vakantierooster voor het gehele jaar wordt geplaatst op de website. De lokalen en tijden staan vermeld op het lesrooster. Tijdens het studiejaar kunnen wijzigingen optreden. Eventuele roosterwijzigingen worden tijdig vermeld op de DLO. In geval van absentie van een docent zal worden getracht deze te vervangen. Wanneer ten gevolge van afwezigheid van een docent lessen uitvallen, dan zal hiervan mededeling worden gedaan via de website. Wanneer een les op het laatste moment uitvalt krijgen studenten hierover een sms-bericht. !!! Raadpleeg voor vertrek naar college de DLO van de opleiding !!!
2.4
Bibliotheken
Aan de inschrijving is het recht verbonden gebruik te maken van de faciliteiten van de universitaire bibliotheken. Hiertoe dient men in het bezit te zijn van een lenerspas. Deze pas kan bij het uitleenbureau van de Universiteitsbibliotheek worden verkregen. Op de website staat nadere informatie over hoe deze pas aangevraagd kan worden. Adreswijzigingen moeten worden doorgegeven aan het uitleenbureau van de Universiteitsbibliotheek. Voor studenten van de opleiding HBOpedagogiek zullen vooral de volgende bibliotheken van belang zijn: Bibliotheek Gedrags- en Maatschappijwetenschappen: De bibliotheek is gehuisvest op de eerste verdieping van het Heymansgebouw. Naast een grote collectie boeken en gedrukte tijdschriften biedt de bibliotheek toegang tot veel elektronische tijdschriften en literatuurbestanden. In de bibliotheek kan men ook terecht om te studeren. Er zijn zo’n 130 studieplekken en 24 studentcomputers. Voor het lenen van materialen is een
18
ALGEMENE INFORMATIE geldige studentenkaart nodig. Studenten mogen ook gebruik maken van andere RuG bibliotheken. Het adres is: Grote Kruisstraat 2/1 9712 TS Groningen Tel. 050 - 363 6555 E-mail:
[email protected] Internet: www.rug.nl/gmw/bibliotheek De openingstijden van de Bibliotheek Gedrags- en Maatschappijwetenschappen zijn: maandag t/m donderdag van 9.00 - 21.30 uur en vrijdag van 9.00 - 17.00 uur. Universiteitsbibliotheek (UB): Broerstraat 4 (tegenover Academiegebouw), Groningen, tel. 050 – 363 5000. Openingstijden: ma t/m vrij 8.30 - 22.00 uur za en zo 10.00 - 17.00 uur* Het Uitleenbureau: ma t/m vrij 8.30 - 17.30 uur * In tentamentijd van de RUG van 10.00 - 0.00 uur. Zie website www.rug.nl/bibliotheek.
2.5
ACLO
SPO studenten mogen sporten bij de ACLO, tegen het gereduceerde tarief van € 52,- per jaar. De ACLO is de studentsportorganisatie van de Rijksuniversiteit Groningen en de Hanzehogeschool. Bij de ACLO kunnen tal van sporten worden beoefend en nadere informatie daarover is te vinden op www.aclosport.nl. Wanneer u een ACLO-kaart wilt aanschaffen, dient u rechtstreeks contact op te nemen met de ACLO. De informatiebalie van de ACLO bevindt zich op de locatie Zernike, Blauwborgje 16, 9747 AC, Groningen. Voor informatie kunt u van 8.30 -19.00 uur bellen naar de infobalie van de ACLO (050 – 363 8063).
2.6
REPRO
Sinds 1 januari 2012 is het niet meer mogelijk om aan de faculteit te kopiëren of te printen, ook niet in de bibliotheek. Dit is alleen mogelijk voor studenten aan de universiteit. De kopieerapparaten hebben de mogelijkheid om te scannen en de scans naar een e-mailadres te sturen zodat documenten elders uitgeprint kunnen worden. Voor het kopen van readers en kantoorartikelen kunnen studenten terecht bij de reproshop. Deze bevindt zich aan de Grote Rozenstraat 3 (gebouw 2221, ruimte 0069). Openingstijden zijn dagelijks van 8.15 – 12.30 uur en van 13.15 – 16.30 uur. Telefoonnummer 050 – 363 6228, e-mail:
[email protected].
19
OPZET ACADEMISCHE IB-OPLEIDING
3
OPZET ACADEMISCHE IB-OPLEIDING
3.1
Visie van de opleiding
De Academische IB-opleiding heeft als doel zodanige kennis, vaardigheid en inzicht bij te brengen op het gebied van de pedagogiek, onderwijskunde en de schoolorganisatie, dat de afgestudeerde in staat is tot een zelfstandige beroepsuitoefening als IB-er en toegerust is voor een coördinerende en beleidsontwikkelende functie op bovenschools niveau. De opleiding gaat ervan uit dat de student werkzaam is in de onderwijspraktijk en daagt studenten voortdurend uit praktijkkennis te relateren aan theoretische inzichten. De opleiding heeft een nadrukkelijke academische oriëntatie. Dit houdt in dat de student op academisch niveau ingeleid wordt op het gebied van onderwijseffectiviteit en dat de student kennis en vaardigheden opdoet op het gebied van wetenschappelijke methoden en technieken. Hierdoor is de afgestudeerde in staat wetenschappelijke literatuur op zijn vakgebied te begrijpen en kritisch te bevragen. Op deze manier kan de afgestudeerde zijn kennis over het vakgebied actueel houden en de schoolorganisatie waarbinnen hij werkzaam is op de hoogte houden van ontwikkelingen. Bovendien bereidt de opleiding voor op drempelloze instroom in de eenjarige universitaire masterstudies Algemeen Pedagogische Wetenschappen en Onderwijskunde van de Rijksuniversiteit Groningen. Wanneer een student wil doorstromen naar de master Orthopedagogiek is alsnog een schakelprogramma vereist. De student komt dan in aanmerking voor vrijstellingen.
3.2
Opzet van de opleiding
Het programma van de Academische Opleiding Interne Begeleiding en Schoolontwikkeling heeft een omvang van 120 ECTS. De opleiding wordt uitsluitend in de avonduren verzorgd. Het programma wordt in twee jaar aangeboden. Er zijn echter, afgezien van de geldigheidsduur van (deel)tentamens, geen beperkingen verbonden aan de studieduur van de opleiding. Het staat de student vrij om studievoortgang en studietempo binnen het kader van het aangeboden programma zoveel mogelijk aan te passen aan eigen mogelijkheden en wensen. Het is in principe dus mogelijk om studieonderdelen uit de twee jaren naast elkaar te volgen, als niet alle onderdelen uit het eerste studiejaar zijn afgerond.
3.3
Studielast
De opleiding hanteert voor de berekening van de studielast het European Credit Transfer System (ECTS). De opleiding kent in totaal; 1 ECTS is 28 uur. Als men de opleiding verlaat voordat deze geheel is afgerond, kan men verzoeken om een verklaring (certificaat) waarin staat vermeld welke onderdelen met goed gevolg zijn afgelegd. De studielast is per vak verantwoord door een expliciete toewijzing van uren over de onderdelen contacturen, zelfstudie en practicum. Voor het onderdeel zelfstudie geldt als norm dat studenten vijf pagina’s per uur kunnen bestuderen. 20
OPZET ACADEMISCHE IB-OPLEIDING Voor vakken die ook binnen het schakelprogramma Pedagogiek en Onderwijskunde worden aangeboden is de norm vastgesteld op zes pagina’s per uur.
3.4
Het programma
3.4.1
De beroepscompetenties
Het programma is gebaseerd op de beroepscompetenties die zijn vastgesteld door de Landelijke Beroepsgroep voor intern begeleiders (LBib) en de eisen die gesteld worden aan toelating tot de universitaire masteropleidingen Algemeen Pedagogische Wetenschappen en Onderwijskunde van de Rijksuniversiteit Groningen. Een IB-er is volgens ons (in navolging van de LBib): 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8.
1
Andragogisch competent (competent in het begeleiden van volwassenen) Methodologisch competent (competent in onderzoek) Beheersmatig competent (competent in het beheer van middelen en data) Organisatorisch competent Innovatief competent (competent in het begeleiden bij vernieuwingen) Competent in het samenwerken met externen Competent in zelfreflectie en ontwikkeling Competent in reflecteren op pedagogische en onderwijskundige praktijken en ontwikkelingen1
Deze competentie is door de opleiding toegevoegd aan de zeven competenties van de LBib 21
OPZET ACADEMISCHE IB-OPLEIDING
3.4.2
De vakken
Om deze competenties te ontwikkelen bieden we een tweejarig programma. Studenten hebben echter de mogelijkheid om een eigen studieplanning te maken en vakken naar eigen inzicht en draagkracht over een langer traject te verdelen. Het tweejarige programma biedt in het eerste jaar de volgende onderdelen: Vak Wiskunde Inleiding Onderzoek Andragogiek Onderwijskunde Advisering en begeleiding Visie en profilering Filosofie 2: Wetenschapsfilosofie Methodologie en onderzoekspracticum IB in praktijk 1 Totaal:
ECTS 4 8 10 10 4 4 5 10 5 --60
In het tweede jaar worden de volgende vakken aangeboden Vak Onderwijsbegeleiding Leren op de werkplek PABA3209 Effectiviteit van onderwijs en Levenslang leren PABA3304 Ontwikkelings- en onderwijspsychologie Statistische modellen 1 PABAP036 M&T II: Grondslagen van onderzoek PABA2061A Statistiek 3 PABA3065 Testtheorie PABA2064A M&T II: Methoden en technieken PABA2062A IB in praktijk 2 Afstudeerwerkstuk IB Totaal:
22
ECTS 9 7 7 7 6 3 4 4 3 1 9 ---60
OPZET ACADEMISCHE IB-OPLEIDING 3.4.3
De vakken afgezet tegen de competenties
In tabel 1 staan de bovengenoemde acht competenties afgezet tegen de verschillende vakken. Competenties zijn alleen aangekruist, wanneer ze expliciet en nadrukkelijk aan bod komen.
x x x x x
x x
x
x x
x x
x
x x
x
x x
x
x
x
x
x x x
x
x
x
x
x
x
x
x x
x
8 extern reflecteren
x
7 zelfreflectie
x
6 samenwerken
5 innovatief
3 beheersmatig
x
4 organisatorisch
Andragogiek Onderwijskunde Psychologie Visie en profilering Advisering en begeleiding Onderwijsbegeleiding Leren op de Werkplek Effectiviteit van onderwijs en levenslang leren IB in praktijk Wetenschapsfilosofie Statistiek en methodologie Afstudeerwerkstuk IB
2 methodologisch
1 andragogiek
Tabel 1. Competenties in het programma
x x x x x x
x x x
x
x
x
x
x x
23
OPZET ACADEMISCHE IB-OPLEIDING
3.5 3.5.1
Examens en tentamens De examenregeling
De Academische Opleiding Interne Begeleiding en Schoolontwikkeling maakt deel uit van de opleiding HBO-pedagogiek van de SPO. De examenregeling voor de opleiding HBO-pedagogiek is neergelegd in een Onderwijs- en Examenreglement (OER). Een exemplaar van het OER is opgenomen in de studiegids van de opleiding HBO-pedagogiek. Het examen van de Academische IB-opleiding is een dossierexamen, dat wordt afgenomen in de vorm van tentamens. Daarbij zijn in ieder geval de volgende regelingen van toepassing: -
-
-
-
24
een examenvak wordt afgesloten met een tentamen, een werkstuk of een opdracht. Een werkstuk kan de vorm hebben van een opgave over de literatuur (take-home), het schrijven van een betoog of verslag of het schrijven van een plan voor diagnose, behandeling, voorlichting of opleiding. Een opdracht kan de vorm hebben van een presentatie, maar kan ook een andere opdracht zijn, bijv. het uitvoeren van een dataanalyse. Men is geslaagd voor een examenvak indien op het tentamen, het werkstuk en/of de opdracht een cijfer 5,5 of hoger is behaald. Het cijfer wordt afgerond op maximaal 1 één decimaal. Voor vakken uit de academische routes die zijn getentamineerd met een RuG tentamen geldt doorgaans dat er geen cijfers tussen de 5,0 en 6,0 worden gegeven; als een (deel)tentamen meer dan eenmaal wordt afgelegd, geldt het hoogste cijfer; er wordt tenminste tweemaal per studiejaar de gelegenheid geboden (deel)tentamens af te leggen; de examinator stelt de uitslag van een tentamen vast binnen twee weken nadat het is afgelegd en verschaft de administratie van de opleiding de nodige gegevens ten behoeve van de uitslag aan de student. Gedurende tenminste zes weken na bekendmaking van de uitslag van een schriftelijk tentamen heeft een student recht op inzage van het beoordeelde werk. Een afspraak voor inzage van het tentamen kan worden gemaakt bij het studiesecretariaat; de examinator stelt de uitslag van de beoordeling van een werkstuk vast binnen zes weken na de dag waarop de inlevertermijn is verstreken; tegen beslissingen van de examencommissie, respectievelijk een examinator kunt u schriftelijk en gemotiveerd beroep aantekenen bij het bestuur van de Stichting Pedagogisch Onderwijs; een student ontvangt tenminste eenmaal per jaar een overzicht van de behaalde studieresultaten.
OPZET ACADEMISCHE IB-OPLEIDING 3.5.2
Toetsing door een werkstuk
Sommige onderdelen worden getoetst met een werkstuk. In het geval van een schriftelijk betoog (essay) dient de student een tekst te schrijven over een door de docent aangedragen probleem. Zowel de inhoud als de opzet wordt beoordeeld. Ten aanzien van de inhoud geldt dat het betoog blijk moet geven van theoretisch inzicht. Ten aanzien van de opzet geldt dat het betoog een inleiding heeft waarin de (maatschappelijke) relevantie van het centrale probleem uiteengezet wordt. De inleiding bevat een vraagstelling/these en kan al (een aanzet tot) de beantwoording van het probleem bevatten. De inleiding wordt gevolgd door een gedeelte waarin de argumentatie aan bod komt en waarin de conclusie van het betoog wordt geformuleerd. Het stuk kan eindigen met een resumé, een evaluatie van het geheel, vraagstukken die nader onderzoek behoeven of ander commentaar. Het betoog is een samenhangend adequaat geordende tekst, waarin goed gebruik wordt gemaakt van titels en kopjes en kent een correcte bronvermelding (APA richtlijnen, zie bijlage studiegids HBO-pedagogiek). Er moet sprake zijn van een juiste woordkeuze en een vloeiende zinsopbouw.
3.6
De kwaliteitsbewaking
Het bewaken van de kwaliteit van de opleiding geschiedt door: -
toezicht op de voortgang van de opleiding door de studieleiding; een periodiek overzicht per student en per examenvak van de studieresultaten; schriftelijke evaluatie van de studieonderdelen. In het kader van de kwaliteitszorg wordt aan studenten de mogelijkheid gegeven om bij elk vak een evaluatieformulier in te vullen, waarbij anoniem feedback kan worden gegeven over alle aspecten van het vak, de colleges en de toetsing. Doorgaans worden de evaluatieformulieren direct na afloop van het tentamen ingevuld, maar evaluatieformulieren mogen ook naar huis worden meegenomen en worden opgestuurd. Deze evaluaties worden gebruikt om de kwaliteit van het onderwijs in de gaten te houden en waar nodig te verbeteren. De gang van zaken is als volgt: de ingevulde evaluatieformulieren worden verwerkt tot een verslag waarin een samenvatting wordt gegeven van alle scores en opmerkingen. Dit verslag wordt naar de betreffende docent(en) gestuurd en in het geval van een RUG-tentamen ook naar de docent(en) van het vak bij de RUG. In het verslag worden opvallend slecht scorende items nadrukkelijk bij de docent onder de aandacht gebracht, wanneer de evaluatie over de hele linie slecht uitpakt neemt de studieleider contact op met de docent. Verdere procedure t.a.v. HBO vakken: Alle verslagen van de HBO-vakken worden bovendien jaarlijks besproken in de Opleidingscommissie van de HBO-pedagogiek, waarin behalve docenten ook studenten zitting hebben en waarbij de 25
OPZET ACADEMISCHE IB-OPLEIDING studieleiding aanwezig is als toehoorder. Tijdens deze vergaderingen kan besloten worden dat er actie ondernomen moet worden. Soms gaat het om zaken die moeten worden voorgelegd aan de docent, soms zijn het meer organisatorische zaken en wordt het behandeld binnen het bureau van de SPO, en soms wordt het doorgespeeld aan andere organen binnen de SPO zoals de Examencommissie.
-
26
Verdere procedure t.a.v. vakken uit het schakelprogramma: De verslagen worden behandeld in de Kwaliteitszorgcommissie van het schakelprogramma, te beschouwen als een werkgroep die opereert onder verantwoordelijkheid van de Opleidingscommissie. De leden van de Kwaliteitszorgcommissie (bestaande uit een docent en studenten) bekijken alle verslagen, en verslagen die aanleiding geven tot nadere bespreking worden in overleg met de verschillende geledingen geselecteerd en besproken ter vergadering. Ook hier geldt dat tijdens de vergaderingen besloten kan worden dat er actie ondernomen moet worden richting docent, bureau van de SPO of andere geledingen, zoals de Examencommissie. De notulen van de Kwaliteitszorgcommissie worden beschikbaar gesteld aan de Opleidingscommissie en daar als vast agendapunt besproken. De notulen van de Kwaliteitszorgcommissie en een overzicht van de evaluatieverslagen van de schakelprogramma’s worden bovendien ter beschikking gesteld aan de onderwijsdirecteur van Pedagogische wetenschappen aan de Rijksuniversiteit Groningen; periodiek overleg van de opleidingscommissie; periodiek overleg tussen docenten en studieleiding; overleg binnen examencommissie; een interne programma-evaluatie, waarbij het werkveld wordt betrokken; toezicht door de inspectie; visitatie in het kader van accreditatie.
HET STUDIEPROGRAMMA ACADEMISCHE IB-OPLEIDING
4
HET STUDIEPROGRAMMA ACADEMISCHE IBOPLEIDING
4.1
Het eerste studiejaar
Wiskunde Docent:
E.H. von Dülmen Krumpelmann BSc
Inhoud:
Voorbereiding op het gebruik van wiskunde zoals dat bij de voortgezette studie aan de orde komt, voornamelijk in de vakken Statistiek en Methodologie. De algebrastof voor HAVO/VWO staat hierbij centraal. Behandeld zullen onder meer worden: verzamelingen, getallen, bewerkingen, vergelijkingen, functies en grafieken, sommeren en kansberekening. Er ligt een groot accent op zelfstudie. In de colleges worden de gemaakte opgaven plenair besproken. schriftelijk tentamen Franken, W.M. & Bouts, R.A. (2002). Wiskunde voor statistiek. ISBN 9789062833177. (€ 16,50) N.B. Voor het eerste college dient het eerste hoofdstuk te worden bestudeerd.
ECTS: Onderwijsvorm: Toetsvorm: Literatuur:
27
HET STUDIEPROGRAMMA ACADEMISCHE IB-OPLEIDING
Inleiding Onderzoek Docenten:
Drs. J. Kramer
Doel:
· ·
Inhoud:
PABAP035
Kennis nemen van de empirische cyclus Bekend zijn met vraagstelling en probleemstelling, en het belang daarvan voor het doen van onderzoek · Bekend zijn met verschillende soorten onderzoek · Kennis nemen en het kunnen toepassen van de basis van beschrijvende statistiek Inleiding methodologie en statistiek heeft als doel de studenten kennis te laten maken met hoe en waarom onderzoek wordt uitgevoerd, en welke aspecten daarbij komen kijken. Dit zal in vrij algemene termen zijn, en worden opgehangen aan de empirische cyclus. Later in de cursus zal worden uitgelegd hoe statistiek een rol kan spelen bij het evalueren van de onderzoeksuitkomsten. Hierbij zal met name worden ingegaan op beschrijvende statistiek. 5 hoorcollege, werkcollege Variabel tentamen, werkstuk
ECTS: Onderwijsvorm: Uren per week: Toetsvorm: Literatuur: · Baarda, D.B., & De Goede, M.P.M, Basisboek Methoden en Technieken. Kwantitatief praktijkgericht onderzoek op wetenschappelijke basis (5e druk). Groningen: Noordhoff. (ISBN: 978-90-01-80771-9), € 50,00 · Moore, D.S., McCabe, G.P., & Craig, B.A. (2014), Introduction to the practice of statistics (8th Edition), New York: W.H. Freeman and Company.
28
HET STUDIEPROGRAMMA ACADEMISCHE IB-OPLEIDING
Andragogiek Docent:
drs. J. Lensen
Doelstelling:
Kennis nemen en leren hanteren van veranderkundige begrippen en modellen ten dienste van het ontwikkelen en verbeteren van eigen professioneel methodisch handelen als (ped)agoog. De student is in staat om bij een sociaal probleem een adequate interventie te kiezen en deze interventie te verantwoorden.
Vakinhoud:
- Andragogiek gaat over hoe volwassen mensen leren. Leren kun je zien als veranderen van gedrag. De wijze waarop mensen veranderingen vormgeven, zich daarbij laten beïnvloeden, maar ook zelf beïnvloeden is daarbij het onderwerp van de lessen. Life long learning en de rol van de (andr)agoog in wisselende contexten is daarbij voortdurend het aandachtspunt. - Theoretische oriëntaties op en opvattingen over andrago(lo)gie worden onder de loep genomen. Dat gaat over het denken over verander- en beïnvloedingsprocessen in de diverse werkterreinen. Daarbij kijken we naar de ethische kant (de normatieve andragogie), maar vooral ook naar de praktische andragogiek, waarin het handelen van de agoog centraal staat. Methodiek en systematiek om te komen tot probleemoplossingen. Zelfregulatie als begrip en methodiek wordt verkend. - Communicatie is het voertuig van verandering en beïnvloeding in leerprocessen. Communicatieve vaardigheden, reflecteren, presenteren, werken met groepen zijn onderdelen die aan de orde komen.
ECTS:
10 Onderverdeling en studiebelasting in uren: - contacturen - practicum - zelfstudie
Onderwijsvorm:
26 uur 122 uur 132 uur
Bij dit vak wordt een grote diversiteit aan werkvormen gebruikt. Van hoorcolleges tot rollenspel; van theoretische beschouwing tot praktische probleemanalyse. Bij de laatste drie (dubbele) contacturen is participatie verplicht.
29
HET STUDIEPROGRAMMA ACADEMISCHE IB-OPLEIDING Literatuur:
1.
2.
3.
Donkers, G. (2012). Veranderkundige modellen. – (vanaf 9e herz. dr.) Baarn: H. Nelissen. - 295 p. - ISBN 9789024414826. (€ 38,00) Wiekens, C.J. (2012). Beïnvloeden en veranderen van gedrag. – Pearson. – 280 p. – ISBN 978-90-430-1805-0. (€ 39,95) Brakkee, S. (2003). Zelfmanagement. - Groningen: Wolters Noordhoff. - 139 p. - ISBN 9789001167103. ( € 27,50)
Toetsvorm:
Werkstuk over de literatuur (take-home), methodiektoepassing en presentaties. Maken en werken aan een Persoonlijk Ontwikkelings Plan; POP.
Opmerkingen:
Participatie bij de laatste drie colleges (het practicum) en presentatie zijn voorwaarden voor het met succes afronden van het vak. Gelieve ingevulde checklist(s) presentaties bewaren in portfolio. Deze zullen besproken worden bij het vak Lerarenvariant en één van de Terugkombijeenkomsten.
30
HET STUDIEPROGRAMMA ACADEMISCHE IB-OPLEIDING
Onderwijskunde Docent:
drs. A.L. Heinink
Doelstelling:
Algemene introductie op de wetenschappelijke grondslagen en de geschiedenis van de onderwijskunde; Oriëntatie op centrale vraagstellingen en probleemstellingen in het onderwijs en van het hedendaagse onderwijsonderzoek; Kennismaking met de belangrijkste deelgebieden en thema’s binnen de onderwijskunde; Het vermogen om vanuit theoretische inzichten te reflecteren op actuele thema’s van de onderwijskunde; Oriëntatie op mogelijke beroepenvelden van de onderwijskunde.
Vakinhoud:
In dit studieonderdeel wordt ingegaan op de interdisciplinaire fundamenten van de onderwijskunde en in dat verband op enkele centrale thema's: onderwijs, samenleving en zeggenschapsverhoudingen; onderwijswet- en regelgeving, onderwijsbestel en onderwijsbeleid, de interne vormgeving van het schoolonderwijs; de relatie tussen leren, ontwikkeling en onderwijzen, etc.
ECTS:
10 Onderverdeling en studiebelasting in uren: - contacturen - zelfstudie
Onderwijsvorm:
Hoor- en werkcolleges (discussie).
Literatuur:
1. 2.
3.
4.
5.
40 uur 240 uur
Klapper Onderwijskunde en (Onderwijs)wetenschap (pen) Circa 100 p. (± € 5,00). Te bestellen bij docent. Klapper Het Nederlandse Onderwijsbestel. Circa 200 p. (± € 10,00). Komt digitaal beschikbaar via DLO. Desgewenst is papieren versie te bestellen bij docent. Bronneman, R. Overheid & Onderwijsbestel, diss. 2011. Samenvatting. 44 p. Komt digitaal beschikbaar via DLO. Standaert, R. (2007) Vergelijken van onderwijssystemen. – 2e dr. - Leuven: Acco. - 243 p. -. ISBN 9789033464867. (€ 34,00) Lowyck, J. & Verloop, N. (red.) (2003). Onderwijskunde: een kennisbasis voor professionals. Groningen: Noordhoff. 474 p. 31
HET STUDIEPROGRAMMA ACADEMISCHE IB-OPLEIDING
6.
ISBN 9789001545338. (€ 59,95) Parreren, C.F. van (2001) Ontwikkelend onderwijs. Amersfoort: Acco. - 170 p. - ISBN 9789033417139. (€ 18,50)
Niet alle hoofdstukken behoeven te worden bestudeerd van Het onderwijssysteem in Nederland Vergelijken van onderwijssystemen Onderwijskunde: een kennisbasis voor professionals De docent specificeert de Capita Selecta aan het begin van de collegereeks en zet de specificatie op de digitale leeromgeving. Toetsvorm:
32
Schriftelijk tentamen met open vragen.
HET STUDIEPROGRAMMA ACADEMISCHE IB-OPLEIDING
Advisering en begeleiding Docent:
dr. L.W.H. Bakker
Doelstelling:
Advisering en begeleiding spelen een belangrijke rol als taakvelden binnen de jeugdzorg en het onderwijs. Derhalve is dit vak onderdeel van de Academische IB-opleiding en draagt het vak bij aan het profiel van de jeugdzorgwerker. De doelstelling van dit college is een beeld krijgen van deze taakvelden in de jeugdzorg (waaronder ook de jeugdbescherming en de geestelijke gezondheidszorg) en (de samenwerking met) het (speciaal) onderwijs en de relatie. Daarnaast zullen aan de hand van praktijkvoorbeelden 7 theoretische begeleidingsinvalshoeken worden behandeld, waaronder de medische (waarbij expliciet aandacht is voor kinderen jeugdpsychiatrische problematiek), de leertheoretische, de psychodynamische, de cliëntgerichte, de systeemtheoretische invalshoek, de pedagogische en de oplossingsgerichte invalshoek. Het begeleiden van opvoeders vertoont raakvlakken met het inhoudelijk ondersteunen van beroepsopvoeders, waaronder leerkrachten. Deze raakvlakken zijn o.a. gelegen in de houding en bejegening van de professional en worden derhalve behandeld tijdens de colleges.
Vakinhoud:
• een korte inleiding over de fase van aanmelding en
•
• • • •
onderzoek en daarmee samenhangend de relatie van adviseren en begeleiden met handelingsgerichte (ortho)pedagogische diagnostiek; bespreken van het thema veiligheid in gezinnen, zorg en onderwijs met ouders/jeugdigen en beroepsopvoeders waarin de Rechten van het Kind centraal staan; bespreken van de betekenis van advisering en begeleiding ten aanzien van kinderen/jeugdigen en volwassenen in de jeugdzorg en het onderwijs; zicht krijgen op evidence en practice based interventies gericht op het versterken van de eigen kracht van ouders en jeugdigen; begeleiden en adviseren van (gezins)hulpverleners/leerkrachten (teambegeleiding); door middel van casuïstiek oefenen in 33
HET STUDIEPROGRAMMA ACADEMISCHE IB-OPLEIDING
•
• • ECTS:
Onderwijsvorm: Literatuur:
Toetsvorm:
Opmerking:
34
gesprekstechnieken toegespitst op advisering- en begeleidingsaspecten waarbij houdingsen bejegeningsaspecten expliciet van aandacht worden voorzien; bespreken van de meldcode kindermishandeling en het juridisch kader waarbinnen de professional dient te handelen wanneer sprake is van vermoedens van kindermishandeling en huiselijk geweld; bespreken van meldplicht grensoverschrijdend gedrag en seksueel misbruik in semi-residentiële settingen en onderwijsorganisaties; signaleren van weerstanden in gezinnen en signaleren van weerstanden bij de professional zelf.
4 Onderverdeling en studiebelasting in uren: - contacturen - practicum - zelfstudie
14 uur 34 uur 64 uur
Hoor- en eventueel discussiecolleges, casuïstiek aan de hand van dvd-materialen en inbreng van de groep en docent. 7. Bakker, L.W.H. (2001). De Pedagogische Variabelen Lijst (PVL) : de ontwikkeling van een pedagogisch diagnostisch instrument voor de gezinsvoogden van de Ambulante Jeugdhulpverlening en Jeugdbescherming van het Leger des Heils (AJL). Apeldoorn/Leuven: Garant. Bestuderen hfdst. 1 t/m 3. 81 p. (Niet geheel tentamenstof). 8. Pas, A. van der (2013). Opvoedproblemen nader verklaard. Handboek Methodische Ouderbegeleiding 3. Complete herziening van Eert uw Vaders en uw Moeders. ISBN: 9789088503979. SWP: Amsterdam Prijs: € 24.90 (200 p.) 9. Winkelaar, P. (2001 of later). Methodisch werken: inleiding tot methodisch handelen met en voor mensen. - 4e dr. Utrecht: De Tijdstroom. – 235 p . ISBN 9789058980144 ingenaaid. (€ 34, -). Hfdst. 13. 10 p. Blokland, G. (2010) 8e druk. Over opvoeden gesproken. SWP: Amsterdam. Bestuderen hfdst. 2 en 3. 91 p. (€ 29,50 Werkstuk over collegestof en literatuur (take-home). Er is een apart take-home tentamen voor degene die de Academische IB-opleiding volgt. Deelname aan het practicum is voorwaarde voor het succesvol kunnen afronden van deze cursus.
HET STUDIEPROGRAMMA ACADEMISCHE IB-OPLEIDING
Visie en profilering Docent:
drs. M.L. Schuur
Doelstelling:
Doel van de cursus is dat de student: • kennismaakt met het proces van visie- en identiteitsontwikkeling; • deze visie en identiteit kan vertalen naar profileringsitems en een profiel; • inzicht krijgt in het belang van interne communicatie voor draagvlakontwikkeling; • handvatten krijgt voor het voorbereiden en houden van een gedegen interview. De student kiest een school of (zorg)instelling. De student houdt samen met een medestudent een diepte-interview met de directeur van de school of instelling. In dit interview achterhalen de studenten o.a. het antwoord op de volgende vragen: • Wat zijn de missie, visie en identiteit van de organisatie? • Hoe zijn deze tot stand gekomen? • Op welke wijze is draagvlak voor visie gecreëerd? • Wat is het doel van de positionering? • Wat is het imago van de organisatie? • Wat zijn de sterke en zwakke punten van de organisatie? • Wat is de concurrentiepositie van de organisatie? Op basis van de uitkomsten van het interview, ontwikkelen de studenten een profiel van de organisatie. De studenten presenteren het profiel aan medestudenten (‘de medewerkers’ van de organisatie) met als doel draagvlak voor het profiel te creëren bij de ‘medewerkers’. Medestudenten moeten mede op basis van de literatuur een kritisch oordeel vormen over het welslagen van het profiel. 4 Onderverdeling en studiebelasting in uren: - contacturen 24 uur - practicum 47 uur - zelfstudie 41 uur
Vakinhoud:
ECTS:
Onderwijsvorm:
Hoor- en werkcolleges: studenten werken samen in groepjes. Presenteren en discussiëren: studenten presenteren het profiel 35
HET STUDIEPROGRAMMA ACADEMISCHE IB-OPLEIDING
Literatuur: Toetsvorm: Opmerking:
36
aan de groep; de groep vormt een kritisch oordeel over het welslagen van het profiel. Een door de docent samengestelde reader. Opdracht, presentatie en tentamen (take-home). Gelieve ingevulde checklist(s) presentaties bewaren in portfolio. Deze zullen besproken worden bij het vak Lerarenvariant en één van de Terugkombijeenkomsten.
HET STUDIEPROGRAMMA ACADEMISCHE IB-OPLEIDING
Filosofie 2: wetenschapsfilosofie Docent:
dr. P.A. van der Ploeg
Doelstelling:
Kennismaken met wetenschapsfilosofie.
Vakinhoud:
De aard en de problemen van wetenschappelijk onderzoek en wetenschappelijke theorievorming, met name die van gedrags- en maatschappijwetenschappelijk(e) onderzoek en theorievorming.
ECTS:
7 (5 theorie + 2 opdracht) Onderverdeling en studiebelasting in uren: - contacturen - practicum - zelfstudie
22 uur 60 uur 114 uur
Onderwijsvorm:Hoorcolleges Literatuur:
10. 11.
12.
Digitale reader (online beschikbaar) ± 170 p. Philips, D.C. & Burbules, N.C. (2000). Postpositivism and educational research. - Lanham/ Oxford: Rowman & Littlefield. - 112 p. - ISBN 9780847691227. (€ 22,99) Koningsveld, H. (2006). Het verschijnsel wetenschap. Amsterdam: Boom. - 286 p. -. ISBN 9789085061373. (€ 30,-)
Toetsvorm:
Theoriegedeelte: Schriftelijk tentamen: essayvragen, ‘open boek’ over collegestof en literatuur Opdrachtgedeelte: opdracht.
Opmerking:
Het 5 ECTS gedeelte wordt aangeboden aan studenten van de Academische IB-opleiding, studenten van de facultaire minor en aan studenten van het schakelprogramma Pedagogiek en Onderwijskunde.
37
HET STUDIEPROGRAMMA ACADEMISCHE IB-OPLEIDING
Methodologie/onderzoekspracticum Docent:
drs. A.C.M. van Roy
Doelstelling:
In dit studieonderdeel staat het verkrijgen en toepassen van inzicht in de methoden van het sociaalwetenschappelijk onderzoek centraal.
Vakinhoud:
In de cursus komt een verscheidenheid aan onderwerpen aan de orde, waaronder: het onderzoeksproces, probleemstelling, theorie en conceptueel model, onderzoekselementen (steekproeftrekking), dataverzamelingsmethoden (experiment, interviews en observaties), validiteit en betrouwbaarheid, verwerking van gegevens, soorten onderzoek etc. In het onderdeel Onderzoekspracticum voeren studenten een onderzoekje uit, in het kader waarvan ook aandacht zal worden besteed aan (automatische) literatuur-ontsluiting. 10 Onderverdeling en studiebelasting in uren: - contacturen 34 uur - practicum 171 uur - zelfstudie 75 uur Hooren werkcolleges, het schrijven van onderzoeksvoorstellen, het opzetten en uitvoeren van kleinschalig onderzoek (in groepen), het mondeling presenteren van resultaten, schriftelijke rapportage. Verder wordt aandacht geschonken aan het invoeren en verwerken van onderzoeksgegevens met behulp van SPSS en aan het ontsluiten van literatuur.
ECTS:
Onderwijsvorm:
Literatuur:
Baarda, D.B., & Goede, M.P.M. de (2012). Basisboek methoden en technieken. –5e dr. Groningen: Noordhoff. 376 p. - ISBN 9789001807719. (€ 52,50)
Toetsvorm:
Schriftelijk tentamen. Het voldoende afronden van het Onderzoekspracticum (groeps- presentatie en -verslag) is een voorwaarde voor de afronding van dit onderdeel. Bij het vak methodologie is kennis van Statistiek 1 vereist.
Opmerkingen:
Studenten dienen zich op de DLO in te schrijven voor het vak Methodologie èn het vak Onderzoekspracticum. Gelieve ingevulde checklist(s) presentaties bewaren in portfolio. Deze zullen besproken worden bij het vak Lerarenvariant en één van de Terugkombijeenkomsten.
38
HET STUDIEPROGRAMMA ACADEMISCHE IB-OPLEIDING
IB in praktijk 1 Docent:
C. Tulleken MSc
Doelstelling:
De student vertaalt de opgedane kennis uit de verschillende thema’s naar de praktijk van de intern begeleider.
Vakinhoud:
De bijeenkomsten worden thematisch ingevuld en gekoppeld aan de competenties van de IB-er en de praktijk van het onderwijs. Thema’s zijn: leerproblemen, gedragsproblemen, passend onderwijs, onderwijsinspectie, effectiviteit van onderwijs en school&ouders . Deze bijeenkomsten staan ook open voor leerkrachten uit het basisonderwijs die gebruik maken van het vrije keuzemodel van het professionaliseringsaanbod van SPO.
ECTS:
5
Onderwijsvorm:
Naast kennisoverdracht is er ruimte voor intervisie, waarbij de student casuïstiek vanuit de eigen praktijk kan inbrengen. Bij elk thema hoort een praktijkopdracht.
Literatuur:
Bij elk thema zal literatuur geadviseerd of uitgereikt worden die gebruikt kan worden in het werkveld en bij het maken van de praktijkopdracht.
Toetsvorm:
Portfolio (praktijkopdrachten)
Opmerking:
Let op: de studiegidstekst kan nog gewijzigd worden.
140 uur
39
HET STUDIEPROGRAMMA ACADEMISCHE IB-OPLEIDING
4.2
Het tweede studiejaar
Onderwijsbegeleiding Docent:
drs. A.C.M. van Roy
Doelstelling:
Kennis van de verschillende probleemgebieden waarin een onderwijsbegeleider functioneert en inzicht in handelingsopties die hij heeft. Inzicht in de actuele ontwikkeling en vraagstukken met betrekking tot begeleiding van het onderwijs. Oriëntatie op het werkveld.
Vakinhoud:
• Korte schets van veranderingen in het onderwijs en het ontstaan van de onderwijsbegeleiding.
• Schets van de Nederlandse onderwijsverzorgings• •
ECTS:
structuur op vier niveaus (landelijk-, school-, klas- en kindniveau). Onderwijsondersteuning bij primaire processen in de school. Hierbij zijn (ortho)didactische en pedagogische kennis en vaardigheden onontbeerlijk. Interne begeleiding, coaching/consultatie en evaluatie binnen de eenzorgroute zijn belangrijke componenten van het vak.
9 Onderverdeling en studiebelasting in uren: - contacturen - practicum - zelfstudie
20 uur 101 uur 131 uur
Onderwijsvorm: In de colleges wordt getracht via afwisselende werkvormen kennis en vaardigheden uit te wisselen. Het analyseren van gesprekken (m.b.v. videofragmenten) en het oefenen van gespreksvaardigheden (o.a. middels de methodiek CLB) zijn belangrijk onderdelen van de cursus. Ieder college van 2 uur bestaat uit een gedeelte hoorcollege (verzorgd door de docent) en een gedeelte werkcollege, grotendeels verzorgd door interactieve presentaties van studenten. Aanwezigheid is verplicht i.v.m. presentaties. Literatuur:
13.
14. 40
Meijer, W. (2009). Leerkrachten begeleiden bij passend onderwijs. - Amersfoort: CPS. - 180 p. - ISBN 9789065086068. (€ 29,90) Lagerweij & Voogt-Lagerweij. (2004). Anders kijken. De dynamiek van een eeuw onderwijsverandering.
HET STUDIEPROGRAMMA ACADEMISCHE IB-OPLEIDING
15.
16.
Antwerpen: Garant -. 410 p. – ISBN 9789044114577. (€ 29,95) Landelijke beroepsgroep voor intern begeleiders. (2010). De beroepsstandaard voor de intern begeleider. - Huizen: Pica. - 68 p. - ISBN 9789077671436 (€ 12,50). Winkelaar, P. (2001 of later). Methodisch werken : inleiding tot methodisch handelen met en voor mensen. - 4e dr. Utrecht: De Tijdstroom. - 235 p. - ISBN 9789058980144 ingenaaid). (€ 34,-). Hfdst. 2.2. en hfdst. 3 (14 p.).
Toetsvorm:
Naast drie tentamenvragen bestaat de eindopdracht uit het opstellen van een ‘begeleidingsplan’ voor een school (reële casus) waarbij gebruik gemaakt wordt van zowel de literatuur als de collegestof (take-home).
Opmerking:
Gelieve ingevulde checklist(s) presentaties bewaren in portfolio. Deze zullen besproken worden bij het vak Lerarenvariant en één van de Terugkombijeenkomsten.
41
HET STUDIEPROGRAMMA ACADEMISCHE IB-OPLEIDING
Leren op de werkplek
PABA3209
Docenten:
Gastdocent(en), dr. T. van Dellen
Doel:
Het vak ‘Leren op de werkplek’ richt zich op het werkveld en de professionaliteit van degenen die het ‘leren van volwassenen’ in het bijzonder op de werkplek maar eveneens in andere contexten faciliteren. Het brede maatschappelijke thema Lifelong Learning kent een versplinterd werkveld waarin het aanzetten en faciliteren van leren van volwassenen de kern van de professionaliteit vormt. Het vak ‘Leren op de werkplek’ kent twee belangrijke uitgangsvragen: 1. welke barrières of blokkades ervaren volwassenen om eigenstandig en gemotiveerd te (gaan) leren in, op het rond werken, of anderszins burgerschap of persoonlijke ontwikkeling en 2. wat is de professionele rol van de docent, trainer en coach of counselor in dit verband? Theoretische concepten die daarbij een rol spelen aan de kant van de individuele lerende volwassene zijn: motivatie en emotie, zelfvertrouwen, betrokkenheid op de omgeving (management en organisatie), arbeidsvoldoening, eerdere leerervaringen, persoonlijkheid en overtuigingen en waardesystemen. Aan de andere kant is er aandacht voor ‘de professionaliteit’ van de docent, trainer, counselor of consultant. Hoe ziet deze professionaliteit eruit? Welke benaderingen hanteren professionals en waarom werken deze wel of niet in verschillende contexten? 7 hoorcollege schriftelijk tentamen (essay), schriftelijk tentamen (meerkeuze)
Inhoud:
ECTS: Onderwijsvorm: Toetsvorm: Literatuur: · Malloch, M., Cairns, L., Evans, K. & O?Connor, B.N. (2011), Aanvullende artikelen voornamelijk uit The SAGE Handbook of Workplace Learning (ISBN: 978-1-84787589-1) · Illeris, K. (2007), How We Learn. Learning and non-learning in school and beyond. (ISBN: 0415438470 ), € 60,00
42
HET STUDIEPROGRAMMA ACADEMISCHE IB-OPLEIDING
Effectiviteit van onderwijs en Levenslang leren Docenten: Doel:
Inhoud:
PABA3304
D.J. Jansma Msc., dr. T. van Dellen, prof. dr. J.J.M. Zeelen Van de studenten wordt verwacht dat zij inzicht hebben in de wijze waarop onderwijs en educatie kan worden geëvalueerd en de effectiviteit ervan kan worden vastgesteld. Ook wordt beoogd dat studenten kennis hebben van factoren die relevant zijn ter bevordering van de effectiviteit van educatie en onderwijs. Modellen over en onderzoek naar (onderwijs)effectiviteit benadrukken de opbrengsten die onderwijs en educatie kan (en moet) hebben. Bij die opbrengsten gaat het om de cognitieve en niet-cognitieve resultaten van lerenden: wat leren zij op school of in de opleiding? Naast deze vraag komt ook aan de orde wat scholen, programma’s en leerkrachten kunnen doen om betere resultaten bij lerenden te bereiken. Wat lerenden moeten leren is geen vaststaand gegeven maar is voortdurend onderwerp van discussies in ieder land. Naast leerprestaties streven scholen en opleidingen ook naar andere opbrengsten, zoals metacognitieve of sociale vaardigheden. Ook deze opbrengsten horen thuis binnen het onderzoek naar effectiviteit. De school of het programma is niet de enige plaats waar lerenden leren. Als het gaat om effecten van scholen en leerkrachten, is het belangrijk om alle invloeden van buiten de school of programma ‘uit te zuiveren’, om de echte (netto) school- of programma-effecten zo nauwkeurig mogelijk te schatten. In onderzoekstermen gaat het er om de betekenis van de school of programma ofwel de toegevoegde waarde vast te stellen die de school of het programma voor volwasseneneducatie realiseert. Wat lerenden aan kennis, vaardigheden en attituden verwerven wordt bepaald door factoren op verschillende niveaus in het onderwijs: de leerkracht, de klascontext, de school en de schoolcontext. In de cursus wordt dieper ingegaan op effecten van factoren op deze niveaus en worden mogelijk effectiviteitsbevorderende factoren op het niveau van de klas, de leerkracht en de school behandeld. Daarnaast wordt in de cursus aandacht besteed aan historische ontwikkelingen binnen onderwijseffectiviteitsonderzoek en onderzoek naar de effectiviteit van volwasseneneducatie en komt de methodologie om onderwijseffecten en effectiviteit vast te stellen aan bod. 7 hoorcollege, practicum Variabel schriftelijk tentamen (essay)
ECTS: Onderwijsvorm: Uren per week: Toetsvorm: Literatuur: · Geselecteerde artikelen beschikbaar via Reader, Nestor en internet
43
HET STUDIEPROGRAMMA ACADEMISCHE IB-OPLEIDING
Ontwikkelings- en onderwijspsychologie Docent: Doel:
Inhoud:
ECTS: Onderwijsvorm: Toetsvorm: Literatuur:
44
dr. D.D.N.M. Kostons De cursus richt zich op onderwijspsychologie, dat wil zeggen, de tak van psychologie die zich bezig houdt met de instructie en de karakteristieken van leerlingen die invloed hebben op de cognitieve groei van de lerende. In de cursus wordt aandacht besteed aan leerprocessen, hoe instructie effect heeft op het leren en hoe leerprocessen gebruikt kunnen worden als input voor effectieve instructie. Ontwikkelings- en onderwijspsychologie bestaat uit: - Globaal overzicht van de ontwikkeling vanaf de geboorte tot de adolescentie vooral vanuit cognitief oogpunt. - Specifieke aandacht 1 voor relevante ontwikkelingsstadia van het schoolkind en vroege adolescent, vooral de cognitieve en sociaal-emotionele ontwikkeling (vanaf groep 4). De mechanismen die deze ontwikkeling beïnvloeden komen hier aan bod evenals de invloed van school, ouders en leeftijdgenoten. - Specifiek aandacht 2 voor de ontwikkeling van kinderen op het gebied van schoolse domeinen zoals taal, lezen en rekenen. Het gaat niet om leerlijnen, maar om taken die kinderen eerst niet en later wel kunnen en de grote verschillen tussen kinderen. - Specifieke aandacht 3 voor het beïnvloeden van deze ontwikkeling door het onderwijs door middel van instructie. Aan bod komen instructieprincipes die van belang zijn voor effectief onderwijs zoals het maken van uitgewerkte voorbeelden en het aanleren van leerstrategieën. 7 Hoorcolleges Tentamen met open en gesloten vragen Woolfolk, A. (2013). Educational Psychology (12th edition). Pearson int. publishing.
HET STUDIEPROGRAMMA ACADEMISCHE IB-OPLEIDING
Statistische modellen 1
PABAP036
Docent:
Drs. J. Kramer
Doel:
· Kennis opdoen van veelgebruikte inferentiële methodes (met name betrouwbaarheidsintervallen en significantietoetsen) · In staat zijn deze inferentiële methoden toe te passen en te interpreteren voor gemiddeldes, proporties, standaarddeviaties en kruistabellen Statistiek sluit aan op Inleiding Onderzoek en behandelt een aantal onderwerpen uit de inferentiële statistiek. De volgende onderwerpen komen aan de orde: kansverdelingen, steekproefverdelingen, schatten, betrouwbaarheidsintervallen en toetsen. Ook wordt de F-procedure en de Chi-kwadraatprocedure behandeld. 5 computerpracticum, hoorcollege Variabel practicum, schriftelijk tentamen (meerkeuze) De stof voor het tentamen beslaat de hoofdstukken 5, 6, 7, 8 en 9 van “Introduction to the practice of statistics”. De opdrachten voor de practica worden via Nestor beschikbaar gesteld
Inhoud:
ECTS: Onderwijsvorm: Uren per week: Toetsvorm: Opmerkingen:
Literatuur: · Moore, D.S., McCabe, G.P., & Craig, B.A. (2014), Introduction to the practice of statistics (8th Edition), New York: W.H. Freeman and Company. (al in bezit)
45
HET STUDIEPROGRAMMA ACADEMISCHE IB-OPLEIDING
M&T II: Grondslagen van onderzoek
PABA2061A
Docent:
Drs. A.C.M. van Roy
Doel:
Behalen van kennis en inzicht in de grondslagen van empirisch wetenschappelijk (interventie)onderzoek. In de colleges worden de belangrijkste termen en ideeën van de empirische methodologie behandeld aan de hand van de empirische cyclus van A.D. de Groot. Vervolgens worden – op inleidend niveau – methoden en technieken van (ortho)pedagogisch en onderwijskundig interventieonderzoek behandeld. Aandacht wordt besteed aan praktische belemmeringen en problemen bij het uitvoeren van effectstudies. Daarbij is uitvoerig aandacht voor oplossingen, die een compromis vormen tussen methodologische eisen en praktische beperkingen. 3 hoorcollege, responsiecollege, zelfstudie 7 colleges van 2 uur inclusief responsiecollege / zelftoetsingen via website behorende bij het boek Variabel schriftelijk tentamen (essay), schriftelijk tentamen (meerkeuze)
Inhoud:
ECTS: Onderwijsvorm:
Uren per week: Toetsvorm: Literatuur: · Van Loon, D., Van der Meulen, B.F., & Minnaert, A.E.M.G. (2011), Effectonderzoek in de gedragswetenschappen. Methodologische moeilijkheden en mogelijkheden. Den Haag: Boom Lemma. (ISBN: 9789059316607), € 37,00
46
HET STUDIEPROGRAMMA ACADEMISCHE IB-OPLEIDING
Statistiek 3
PABA3065
Docenten:
dr. R. Hoekstra
Inhoud:
In de colleges worden gangbare statistische modellen & technieken behandeld, die voor het lezen van sociaal wetenschappelijke onderzoeksliteratuur en voor het zelfstandig uitvoeren van wetenschappelijk onderzoek van belang zijn. Aan de orde komen • Enkelvoudige & multiple lineaire regressieanalyse. • Een- en tweeweg ANOVA, en ANCOVA • Logistische regressie analyse • Nonparametrische toetsen Daarnaast zijn er verplichte practica waarin de behandelde methoden worden toegepast. Hierbij zal gebruik gemaakt worden van het statistisch computerprogramma SPSS. 4 computerpracticum, hoorcollege Colleges: 20 uur, practicum: 14 uur, zelfstudie: 78 uur Variabel tentamen Schriftelijk tentamen (deels multiple choice en deels open vragen)
ECTS: Onderwijsvorm: Uren per week: Toetsvorm:
Literatuur: · Moore, D.S., McCabe, G.P., & Craig, B.A. (2011), Introduction to the practice of statistics (7th Edition), New York: W.H. Freeman and Company. Hoofdstukken 10 t/m 15. (al in bezit) , € 75,00 ·
Syllabus met o.a. opdrachten & collegestof (beschikbaar via Nestor)
47
HET STUDIEPROGRAMMA ACADEMISCHE IB-OPLEIDING
Testtheorie
PABA2064A
Docenten:
Drs. S.R. Fleurke
Doel:
Het doel is studenten kennis en vaardigheiden op het terrein van testconstructie en -gebruik te leren. De cursus gaat in op het maken van een test, het met behulp van SPSS analyseren van een test en de situatie waarin een test ingezet kan worden. Centrale begrippen zijn testkenmerken, betrouwbaarheid, validiteit, en beslissen. 4 hoorcollege, praktische oefening Hoorcollege 12 uur, Responsiecollege 2 uur, Practicum 20 uur, Zelfstudie 75 uur opdracht Schriftelijke groepsopdracht Het eindcijfer is gebaseerd op het gewogen gemiddelde van het tentamencijfer (2x) en het cijfer voor de groepsopdracht (1x).De groepsopdracht moet voor het eerste tentamen worden ingeleverd.
Inhoud: ECTS: Onderwijsvorm:
Toetsvorm: Opmerkingen:
Literatuur: · Klapper en power point. · Drenth, P.J.D. & Sijtsma, K. (2006), Testtheorie: inleiding in de theorie van de psychologische test en zijn toepassingen (Vierde druk). Houten: Bohn Stafleu Van Loghum. Hieruit hoofdstukken 2 t/m 9. p. 435. (ISBN: 90 313 4747 7), € 67,00
48
HET STUDIEPROGRAMMA ACADEMISCHE IB-OPLEIDING
M&T II: Methoden en technieken van onderzoek
PABA2062A
Docenten:
Dr. N. Ding
Doel:
Verdiepen van kennis en inzicht in methoden en technieken van empirisch onderzoek. In dit onderdeel wordt gestreefd naar verdieping van de kennis van en het verwerven van basisvaardigheden in belangrijke onderzoeksstrategieën, waarbij onderscheid kan worden gemaakt in experimenteel- en niet-experimenteel onderzoek en onderscheid naar setting. De navolgende onderwerpen zullen aan bod komen: -Waarnemen van gedrag: naturalistische observatie, case studies en systematische observatie. -Surveyonderzoek: opstellen van vragenlijsten & interviews, steekproeftechnieken, nonresponse. - Experimenteel en quasi-experimenteel onderzoek: voor- en nadelen; opzet & uitvoering. 3 hoorcollege Variabel schriftelijk tentamen (essay), schriftelijk tentamen (meerkeuze) en een voortgangstoets (meerkeuze)
Inhoud:
ECTS: Onderwijsvorm: Uren per week: Toetsvorm:
Literatuur: · Jack R. Fraenkel & Norman E. Wallen, Helen H. Hunn (2012), How to design and evaluate research in education - International edition. (8th edition).
49
HET STUDIEPROGRAMMA ACADEMISCHE IB-OPLEIDING
IB in praktijk 2 Docent:
C. Tulleken MSc
Doel:
Vergroten van de kennis over algemene en actuele ontwikkelingen op het terrein van de interne begeleiding, het onderzoeken van een intern begeleidingsvraagstuk en het lerenschrijven van een goede onderzoeksrapportage met toepassing van bronvermelding.
Vakinhoud:
Studenten werken aan hun afstudeeronderzoek en ontvangen tijdens het proces hierop feedback. Naast kennisoverdracht is er ruimte voor intervisie, waarbij de student ook casuïstiek vanuit de eigen praktijk kan inbrengen die niet onmiddellijk gerelateerd is aan het afstudeeronderzoek.
ECTS:
1
Onderwijsvorm:
Intervisie/coaching
Literatuur:
Studenten dienen voor hun onderzoek zelf literatuur te verzamelen, maar zo nodig zal literatuur geadviseerd of uitgereikt worden afgestemd op de vraagstukken die besproken worden.
28 uur
Dijkstra, A. J. (2012). Verwijswijzer. – 1e dr. Groningen: Antharis ISBN 978 90 81883801 Toetsvorm:
Portfolio met neerslag van verwerkingsopdrachten, waaronder het reflectieverslag
Opmerking:
Let op: de studiegidstekst kan nog gewijzigd worden.
50
HET STUDIEPROGRAMMA ACADEMISCHE IB-OPLEIDING
Afstudeerwerkstuk Interne Begeleiding Docent:
Eén van de docenten uit de IB-opleiding
Doelstelling:
Naar aanleiding van een praktijkprobleem zelfstandig een onderzoek verrichten en daarover schriftelijk rapporteren. De student dient een situatie uit de praktijk van een IB-er te analyseren in relatie tot relevante theoretische uitgangspunten, de school als organisatie en de samenleving en dient het vraagstuk ook vanuit een ethisch perspectief te kunnen benaderen.
Vakinhoud:
ECTS:
Scholen beschikken over veel data en de Intern Begeleider moet in staat zijn met behulp van deze data vragen kunnen beantwoorden op het niveau van de individuele leerling, het niveau van een bepaalde groep leerlingen, het niveau van een curriculumonderdeel en op het niveau van de school als organisatie. In het kader van het afstudeerwerkstuk dient de student aan de slag te gaan met een vraag die met behulp van reeds op school beschikbare data (bijvoorbeeld in leerlingvolgsystemen) kan worden beantwoord. De student analyseert de data met behulp van technieken die aan bod zijn gekomen in het statistiek en methodologieonderwijs, vergelijkt ze indien nodig met gegevens van buiten de school, plaatst ze in een theoretisch perspectief en doet aanbevelingen voor de praktijk. In overleg met de docent kan van deze opzet worden afgeweken en kan de student een vraag centraal stellen waarbij data zelf worden verzameld (observaties, survey-onderzoek, (quasi) experimenteel onderzoek). Voordat de student met het onderzoek aanvangt vindt overleg met de docent plaats over de probleemstelling, het theoretisch kader, de data-analyse en, zo nodig, de onderzoeksopzet. De De student schrijft het afstudeerwerkstuk op basis van de richtlijnen die als bijlage in de studiegids zijn opgenomen. 9
252 uur
Onderwijsvorm:
Individuele begeleiding en groepsoverleg onder leiding van de IB coach
Literatuur:
zelf in te vullen
Toetsvorm:
schriftelijk werkstuk 51
BIJLAGEN
5
BIJLAGEN
5.1 5.2
De scriptie Literatuurverwijzingen, literatuurlijst en tabellen in een werkstuk Protocol voor het beoordelen van een scriptie Plattegrond SPO/ GMW
5.3 5.4
52
53 55 56 58
BIJLAGEN
5.1
De scriptie
De begeleiders van de scriptie De student dient zelf een docent van de opleiding te benaderen als begeleider van de scriptie. Elke docent van de IB-opleiding kan hiervoor worden benaderd. Wanneer de student begeleiding van buiten de opleiding wenst, dient eerst te worden overlegd met de studiecoördinator. De docent benadert in samenspraak met de student de tweede beoordelaar. Deze tweede beoordelaar mag een deskundige van buiten de opleiding zijn. Hij wordt op twee momenten bij het proces betrokken. Ten eerste moet hij goedkeuring geven aan de scriptieopzet, ten tweede moet hij zich buigen over de concepteindversie. Eventueel commentaar van de tweede beoordelaar dient door de student te worden verwerkt. De beoordeling van de scriptie komt tot stand op basis van onderling overleg tussen eerste en tweede beoordelaar (consensus principe). Voor de begeleiding van de scriptie geldt als richtlijn dat de docent de student drie keer persoonlijk spreekt en dat de hoofstukken in de loop van het proces naar de docent worden gestuurd en van commentaar worden voorzien. Aan het eind van het proces wordt dan het gehele werk van commentaar voorzien. Als de student vastloopt in het proces dan wordt de begeleidend docent geconsulteerd. Scriptievoorbereiding Het resultaat van de scriptievoorbereiding dient te zijn: scriptieovereenkomst. Deze is te vinden op de DLO, onder de knop documenten; het onderzoeksvoorstel. Het onderzoeksvoorstel omvat de afbakening van het probleemgebied, de keuze voor een bepaalde vraagstelling (of probleemstelling, doelstelling), een verantwoording van de wijze waarop deze vraagstelling wordt onderzocht, een globale aanduiding van de hoofdstukindeling, en een globale tijdsplanning. De student overlegt hierover met de beoogde begeleider. Deze opzet dient voorgelegd te worden aan de tweede beoordelaar. Pas wanneer deze opzet door beide beoordelaars is goedgekeurd, een goedkeuring die wordt bekrachtigd in de scriptieovereenkomst, kan daadwerkelijk met het onderzoek worden begonnen. Literatuurvereisten en eigen onderzoek Voor elke scriptie geldt dat er ter verdieping van de vraagstelling literatuur wordt bestudeerd. Hiervoor geldt een minimum van tien titels, waarvan er tenminste drie als wetenschappelijk te kwalificeren zijn. Daarnaast omvatten werkstukken in het algemeen een empirisch deel. Voor de IB-opleiding geldt dat studenten gebruik maken van beschikbare data op school. In overleg met de begeleidend docent kan hier van afgeweken worden. 53
BIJLAGEN
Inhoud van de scriptie De scriptie bevat in ieder geval het volgende: de gekozen vraagstelling voor de scriptie en een verantwoording ervan (theoretische en/of praktische aanleiding voor deze vraagstelling en afbakening in de zin van wat wel en wat niet zal worden behandeld), alsmede daaruit voortvloeiende deelvragen; een verantwoording van de methoden en bronnen waarmee de vraagstelling wordt onderzocht (d.w.z. een nadere specificatie van de literatuurstudie en het empirisch deel, de stage of een onderzoek); de inhoudelijke resultaten van de theoretische literatuurstudie, met conclusies die zijn gerelateerd aan de vraagstelling; een weergave van het empirische gedeelte (eigen onderzoek) met conclusies die aan de vraagstelling zijn gerelateerd; een nabeschouwing waarin aan de hand van de resultaten van het theoretische en het praktische deel van het project de vraagstelling opnieuw wordt besproken (conclusies, eventuele aanbevelingen of vragen voor vervolgonderzoek, kritische reflectie op de praktijk); een lijst van gebruikte literatuur met per boek een vermelding van: auteur, titel, jaar, uitgever en plaats, of per tijdschrift: de titel van het tijdschrift, de jaargang, jaar en nummer; In geval van artikelen uit een boek of tijdschrift: eerst de auteur en titel van het artikel vermelden en na vermelding van de hoofdbron, de pagina's. Het werkstuk dient in de tekst een goede bronvermelding -overeenkomstig de APA-regels- te bevatten. Raadpleeg hiervoor het door de opleiding opgestelde document over literatuurverwijzingen (digitale leeromgeving, website). De scriptie dient een titelblad te bevatten, waarop behalve de titel van de scriptie, de aanduiding ‘scriptie’, het jaartal, de naam van de student en de naam van de opleiding, ook de namen van de begeleider en tweede beoordelaar worden vermeld. In het verslag moet de privacy van betrokkenen worden gewaarborgd door anonimisering. Bij het studiesecretariaat zijn op afspraak voorbeelden in te zien van scripties uit voorgaande jaren. Nadere informatie Voor vragen van algemene aard kunt u zich wenden tot de studiecoördinator Ans Slijkhuis, tel. 363 7893. Voor vragen van administratieve aard (bijv. m.b.t. de diploma-uitreiking) kunt u zich wenden tot het studiesecretariaat, kamer 054, Grote Rozenstraat 38, tel. 050363 6525.
54
BIJLAGEN
5.2
Literatuurverwijzingen, literatuurlijst en tabellen in een werkstuk
Elk wetenschapsgebied heeft regels voor het verwijzen naar literatuur en het opstellen van tabellen en grafieken. In de sociale wetenschappen gelden de regels van de American Psychological Association (APA) als internationale standaard. Bij de SPO sluiten we aan bij deze standaard. Dat betekent dat in alle schrijfopdrachten en in het afstudeerwerkstuk van de SPO volgens de APAregels moet worden verwezen naar literatuur. Ook de literatuurlijst moet volgens de APA-regels worden opgesteld (zie hiervoor: Dijkstra, A.J. (2012). Verwijswijzer: onderzoeksrapportage en bronvermelding volgens de APArichtlijnen. Groningen: Antharis. 134 p. ISBN 978 90 818838 01). Wanneer je in een werkstuk verslag doet van empirisch onderzoek kan het zinvol zijn bepaalde gegevens in een tabel of grafiek te presenteren, naast of in plaats van een weergave in de tekst. De tabellen en grafieken die je invoegt mag je niet rechtstreeks knippen en plakken vanuit SPSS; je moet ze opzetten en vormgeven op een manier die past bij jouw onderzoeksverslag (dus b.v. geen Engelse benamingen in een grafiek, terwijl je hele onderzoeksverslag in het Nederlands is). Voor het gebruik en de lay-out van tabellen gelden ook APA-regels. Je vindt deze in de algemene handleiding.
55
BIJLAGEN
5.3
Protocol voor het beoordelen van een scriptie
Het protocol bestaat uit zeven categorieën, geordend van meest naar minder belangrijk. Per categorie is een nadere operationalisatie gemaakt. Deze lijst ligt aan de basis voor het beoordelen van de scriptie, maar biedt tevens houvast voor studenten bij het schrijven. 1. Argumentatielijn -
Is het verhaal overzichtelijk en adequaat opgebouwd (vraagstelling, theoretisch kader, resultaten, conclusie, nabeschouwing)? Is de vraagstelling op een zinvolle wijze gelegitimeerd/ingekaderd? Wordt er een aan de vraagstelling gerelateerde conclusie gegeven? Worden voldoende argumenten aangedragen voor de argumentatie en is deze consistent? Worden de eigen onderzoeksresultaten duidelijk voor het voetlicht gebracht?
2. Theorie -
-
Is het werkstuk voldoende theoretisch onderbouwd? De literatuurlijst dient tenminste tien relevante titels te bevatten, waarvan tenminste drie als wetenschappelijk te kwalificeren zijn. Voor een scriptie in de academische route geldt een minimum van 15 titels, waarvan tenminste acht wetenschappelijk. Geeft de scriptie blijk van goed begrip van de gebruikte literatuur? Wordt goed gebruik gemaakt van de literatuur (bijvoorbeeld in het instrument)? Bevat de scriptie literatuurverwijzingen in de tekst?
3. Reflectie -
56
Kan de student met afstand -vanuit de onderzoeksresultaten/literatuur naar de praktijk kijken? Geeft de student heldere en logisch uit de resultaten voortvloeiende aanbevelingen? Schat de student vanuit zijn methodologische kennis, z’n eigen onderzoek op waarde (maakt de student bijvoorbeeld kritische kanttekeningen bij het eigen onderzoek indien nodig)?
BIJLAGEN 4. Methodologie -
-
Wordt de methode helder uiteengezet? Past de gekozen methode bij de vraag? Is de kwaliteit van het instrument in orde? Academische route: is het gehanteerde onderzoeksinstrument geborgd in theoretisch kader en worden resultaten in de conclusie afgezet tegen dit kader? Academische route: worden methodologische keuzen verantwoord? Academische route: is de onderzoeksopzet toetsend van aard?
5. Proces -
Heeft de student zelf voldoende initiatieven genomen? Heeft de student goed in kunnen schatten wanneer hij een beroep moest doen op zijn begeleider? Heeft de student optimaal gebruik gemaakt van aanwijzingen van de begeleider? Heeft de student goed gecommuniceerd met alle betrokkenen? Heeft de student het project naar behoren georganiseerd?
6. Taal/stijl -
Is de scriptie geschreven in een adequate, dat wil zeggen vrij zakelijke en vlotte stijl? Is de scriptie wat spelling en grammatica betreft (nagenoeg) foutloos?
7. Lay-out -
57
Is de lay-out adequaat? Heeft de literatuurlijst een consistente standaardvorm (APA)? Zijn de verwijzingen in de tekst opgesteld volgens een standaard format (APA)?
PLATTEGRONDEN
5.4
PLATTEGROND
Plattegrond SPO / GMW
58