STUDEREN
Stapstenen voor een succesvolle studieloopbaan
binnenboekje_slagen.indd 1
04-06-2008 10:13:26
2
binnenboekje_slagen.indd 2
K a r e l d e G r o t e - H o g e s c h o o l > STA P STE N E N V OOR EE N S U CCES V OLLE ST U D I ELOO P B AA N
04-06-2008 10:13:26
K a r e l d e G r o t e - H o g e s c h o o l > STA P STE N E N V OOR EE N S U CCES V OLLE ST U D I ELOO P B AA N
3
inhoudstafel
binnenboekje_slagen.indd 3
Voorwoord
5
Wat is studeren
6
Misvattingen
6
Studeertypes en leerstijlen
7
Werkruimte, planning en concentratie
8
Studeerproces: 3 fasen
13
Studiemethodes
16
Bevragend structurerende methode
16
19
Skapa-methode
Onderlijnmethode
20
21
Samenvattingsmethode
Schematiseermethode
22
Mindmap
22
Examen afleggen
26
Bibliografie
27
Bijlagen
29
04-06-2008 10:13:27
4
binnenboekje_slagen.indd 4
K a r e l d e G r o t e - H o g e s c h o o l > STA P STE N E N V OOR EE N S U CCES V OLLE ST U D I ELOO P B AA N
04-06-2008 10:13:27
K a r e l d e G r o t e - H o g e s c h o o l > STA P STE N E N V OOR EE N S U CCES V OLLE ST U D I ELOO P B AA N
5
Voorwoord Tijdens één van mijn eerste lessen poneerde een docent de stelling ‘Slagen in je studies is een kwestie van 25 % inspiratie en 75 % transpiratie’. Hier moest ik het als beginnende student hoger onderwijs mee doen. Verdere uitleg over de juiste invulling van deze ‘transpiratie’ kregen we niet. Zweten deden we er des te meer door. Maar dan van onzekerheid. Gelukkig is er op het gebied van studie(methode)begeleiding ondertussen heel wat veranderd. Je kan als KdG-student in elk departement terecht bij een hele schare mensen. Zowel docenten als leertrajectbegeleiders, studiemethodebegeleiders of studieloopbaancoördinatoren zullen je met raad en daad bijstaan bij het nemen van mogelijke hindernissen in je studieproces. Ook deze brochure helpt je hierbij. Ze geeft je een beter zicht op je eigen studeergedrag doordat er dieper wordt ingegaan op vragen als ‘Wat is studeren (en wat is het niet)’ en ‘Hoe organiseer ik mezelf en m’n studieruimte optimaal’. Ook de verschillende studiemethodes worden besproken met hun voor- en nadelen en hun relatie tot de verschillende examenvormen. Kortom de brochure helpt je de sterktes en zwaktes in je huidige manier van studeren te ontdekken en vormt daarmee een goed vertrekpunt om je studiegedrag waar nodig aan te passen. Ik hoop dat de ‘inspiratie’ die je uit deze brochure haalt, je daadwerkelijk helpt. Goede moed en veel succes!
Bart Janssens Hoofd Studentenzaken Karel de Grote-Hogeschool
binnenboekje_slagen.indd 5
04-06-2008 10:13:27
6
K a r e l d e G r o t e - H o g e s c h o o l > STA P STE N E N V OOR EE N S U CCES V OLLE ST U D I ELOO P B AA N
Wat is studeren? Studeren betekent dat je leerstof bewerkt, er inzicht in verwerft en ze kan toepassen. Studeren gebeurt dus niet automatisch of onbewust. Het is een doelgerichte activiteit van heel je persoonlijkheid. Studeren is een activiteit die plaatsgrijpt binnen je totale leef- en denkwereld. Meermaals gebeurt het dat problemen die eigenlijk buiten de studie liggen (bv. aanpassingsmoeilijkheden, zich eenzaam voelen, problemen thuis...) zo’n vorm aannemen dat ze de studie wel degelijk beïnvloeden. Daaruit ontstaan dan weer studieproblemen en zo is het cirkeltje rond. Het onderkennen van problemen en hun oorzaken moet je dus vooral tijdig doen. Dan kan je nog met anderen praten en naar oplossingen zoeken.
Misvattingen rond studiemethode Elk jaar weer vragen studenten naar dé goede studiemethode. Spijtig genoeg bestaat die niet. Studiemethode is geen magie en geen universeel middel om elk probleem aan te pakken. Studiemethode bestaat er wel in dat je heel wat verschillende studievaardigheden en -technieken beheerst. Je kan ze gebruiken om naargelang je persoonlijke aanleg, de beschikbare tijd en de te bestuderen materie, tot het beoogde resultaat te komen, nl. een cursus verwerken en kennen op basis van inzicht. Vergeet vooral ook niet dat je reeds een bepaalde studiehouding hanteert, ook al heb je juist het gevoel helemaal geen studiemethode te hebben. Toch heb je in het secundair onderwijs je studie reeds volgens een welbepaalde manier aangepakt, misschien niet zo efficiënt, maar het is een gewoonte geworden en daar kom je ook niet zo dadelijk vanaf. Studievaardigheden aanleren vraagt tijd, het moet een routine, een automatisme worden en dat kan niet op één dag of na één oefening. Geef jezelf de tijd, wees geduldig en laat ook toe dat het kan mislukken, maar vat dan wel de moed om te herbeginnen.
binnenboekje_slagen.indd 6
04-06-2008 10:13:27
K a r e l d e G r o t e - H o g e s c h o o l > STA P STE N E N V OOR EE N S U CCES V OLLE ST U D I ELOO P B AA N
7
Studeertypes en leerstijlen Je ontwikkelt snel een houding tegenover het studeren: een studeergedrag. Ook al lijkt het je misschien gek, toch vinden we het zinvol de verschillende types(1) van studenten en hoe ze zich gedragen naarmate het jaar vordert eens op een rijtje te zetten. Ongetwijfeld vind je jezelf hier ergens terug en natuurlijk is het de bedoeling dat je over jezelf en je studeergedrag eens nadenkt en mogelijk er ook iets aan verandert. De standvastige Bij aanvang pak je de zaak aan zoals je dat deed in het secundair onderwijs: je leest dagelijks je lessen na, houdt je notities bij, probeert te studeren wat die dag gedoceerd werd en tracht zelfs de lessen voor de volgende dag voor te bereiden. De afwachter Je vindt de eerste weken die pakketten echt te klein om je er eens goed voor in te zetten. “Als je verder studeert wordt er immers van je verwacht dat je grote gehelen studeert”. Dus voorlopig nog tijd genoeg en druk bezig met zaken, vreemd aan de studie. Misschien realiseer je je nog net op tijd dat het de hoogste tijd is en schiet je dan verwoed aan het werk. Anderen realiseren zich hetzelfde en beginnen zeer uitgebreid te plannen. Die prachtige planning blijkt dan weer niet haalbaar en de berg wordt altijd maar groter. Paniek blijft vaak niet uit. De ontspanner Je vindt het een beetje (veel) idioot om onmiddellijk met studeren te beginnen. Dus nu nog maar ontspannen er zal nog hard genoeg gewerkt moeten worden. Tenslotte, student - zijn vraagt ook een engagement buiten de studies! Velen uit deze groep zitten zo vast in het engagement buiten de studie dat hen ontgaat hoe de stof zich opstapelt, of zij zien het wel, maar kunnen de “sociale” kring niet snel genoeg meer doorbreken. Enkelen onder hen lukken hierin nog wel, maar vaak tengevolge van zeer zware inspanningen en een “a-socialere” opstelling. (1)
binnenboekje_slagen.indd 7
Benaming van de types overgenomen uit: Studiemethode -Ieidraad bij de universitaire studies”. .K.U.Leuven
04-06-2008 10:13:27
8
K a r e l d e G r o t e - H o g e s c h o o l > STA P STE N E N V OOR EE N S U CCES V OLLE ST U D I ELOO P B AA N
De stoomtrein Je werkt vanaf de eerste week “full-speed” en bent doordrongen van de ernst van je opdracht. Sommige studenten van dit type zullen dan ook maar één uitweg zien, nl. steeds meer uren studeren en zich volledig afzonderen. Anderen kunnen het gewoonweg niet meer aan om nog meer te blokken en gaan zeer verschillend reageren: overspanning, opgeven, afzwakken van studierichting, misschien ook nog een andere studeerwijze zoeken. Iedereen heeft ook een persoonlijke leerstijl, een persoonlijke manier van omgaan met leerstof en leeractiviteiten. Wil jij weten of je een doener, denker, beslisser of bezinner bent, doe dan even de test (Leerstijlentest van Kolb) http://www.thesis.nl/kolb; het kan je helpen om bewuster met je studeergedrag om te gaan.
Werkruimte, planning en concentratie Zowel je werkruimte, je time-management vaardigheid en je concentratievermogen spelen een belangrijke rol bij het succesvol doorlopen van een academiejaar. Werkruimte Studeer bij voorkeur op een vaste plaats, indien mogelijk je studeerkamer (de sfeer is immers sterk meebepalend voor je prestatie). Zorg dat je daar je studeermateriaal (geen hobbymateriaal) binnen handbereik hebt, bv. syllabussen, naslagwerk, pc, kladpapier... Als je voortdurend van studeerplaats verandert, moet je elke keer opnieuw alles verslepen en opnieuw tot een overzichtelijk geheel organiseren ( = tijdverlies en biedt geen houvast).
binnenboekje_slagen.indd 8
04-06-2008 10:13:27
K a r e l d e G r o t e - H o g e s c h o o l > STA P STE N E N V OOR EE N S U CCES V OLLE ST U D I ELOO P B AA N
9
Heb je geen aparte studeerruimte ter beschikking, kies dan zodanig een plek uit, waar je het TV- toestel niet kan zien en liefst ook niet kan horen. Tracht dat plaatsje toch nog zo studiegericht mogelijk te maken. Enkele (technische) tips: • verluchting: om echt goed te kunnen studeren moet je de studieruimte kunnen verwarmen tot ongeveer 20° C en af en toe een raam kunnen openzetten • verlichting: bij voorkeur een algemene verlichting + een studeerlamp van 60 Watt. De werktafel wordt zodanig geplaatst dat het licht van de linkerzijde komt (voor linkshandigen omgekeerd). De afstand van ogen tot papier moet ongeveer 30 cm zijn. Er zijn ook speciale ‘daggloeilampen’ in de handel verkrijgbaar, die de eigenschap hebben het daglicht het best te benaderen. Ze zijn blauw en geven blauw-wit licht. Studeren bij dit licht is opvallend minder vermoeiend dan studeren bij geel licht. Gebruik in geen geval neonlampen; het helle witte licht en het bijna onmerkbaar voortdurend trillen is bijzonder vermoeiend. Planning De meeste studenten staan negatief tegenover “plannen” omdat ze er vaak negatieve ervaringen mee hebben. Voor hen komt die planning toch nooit uit. Dus hebben ze die methode afgeschaft. Te weinig beseffen ze dat kunnen plannen een vaardigheid is die je moet oefenen. Het mislukken van een planning is meestal te wijten aan een slecht opgebouwd of niet realistisch plan, of aan de student, die bang is voor een harde confrontatie met de eigen situatie en dus liever zijn hoofd in het zand steekt. Voordelen van plannen: plannen leidt tot het maximaal benutten van de beschikbare tijd (dan alleen weet je welke tijd je effectief beschikbaar hebt) en tot een verstandige verdeling studietijd-vrije tijd. Plannen betekent dat grote pakketten verdeeld en gespreid worden over langere termijn. Te oppervlakkige verwerking en te snel vergeten worden tegengegaan. Hoeveel tijd moet je eigenlijk besteden aan studeren? Per week moet je ongeveer 45 à 60 uren met studeren bezig zijn (lessen volgen inbegrepen) . Om een idee te krijgen van je tijdsbesteding registreer je deze gedurende een week. Op basis hiervan kan je de beschikbare studietijd berekenen.
binnenboekje_slagen.indd 9
04-06-2008 10:13:27
10
K a r e l d e G r o t e - H o g e s c h o o l > STA P STE N E N V OOR EE N S U CCES V OLLE ST U D I ELOO P B AA N
Voorbeeld 7 d x 24 u = 168u Slapen 9u/dag 63 u Eten 4u/dag 28 u Vervoer 3u/dag 15 u Lessen 27 u Varia 3u 136 u 168u – 136u = 32 uren per week voor studie en ontspanning/sport
Deze informatie kan je gebruiken om je week-en dagplanning op te stellen (zie verder). Om een efficiënte planning op te stellen vertrek je vanuit de jaarplanning ( = academische kalender) Hier krijg je een overzicht (van 18 september tot 10 juli) van de lesweken, vakantieperiodes, stageperiodes en examenreeksen. Bij het begin van elke periode (er zijn er 4 per academiejaar) maak je een periodeplanning. Je markeert vakantie-en examenperiodes. In deze planning zet je de deadlines voor projecten, presentaties, evaluaties…Dit schema vul je aan naarmate de opdrachten binnenlopen. Vanuit de periodeplanning stel je een weekschema op. Hierin plaats je eerst lesmomenten en andere vaste activiteiten (geen details: arceren of inkleuren is voldoende). In de beschikbare studietijd vul je in aan welk vak je wanneer gaat werken. Hou zoveel mogelijk dezelfde weekplanning aan. Start tijdig met de voorbereiding van de examens: een onverwachte gebeurtenis is dan geen ramp. In de dagplanning noteer je in detail wat je wanneer gaat doen: welke hoofdstukken, welke oefeningen, welke taak, welk onderdeel van een project enz. Nog enkele tips: • Voorzie in je week-of dagplanning een kolommetje om de geplande activiteiten af te vinken. Zo kan je snel zien of je je doelstellingen hebt bereikt en kan je zo nodig bijsturen.
binnenboekje_slagen.indd 10
04-06-2008 10:13:27
K a r e l d e G r o t e - H o g e s c h o o l > STA P STE N E N V OOR EE N S U CCES V OLLE ST U D I ELOO P B AA N
11
• Zorg voor afwisseling: een moeilijke cursus laten volgen door een lichtere, filosofische leerstof afwisselen met positief-wetenschappelijke, nooit twee sterk op elkaar lijkende vakken na elkaar… • Zorg ervoor dat je zo nodig kan “schuiven” met een taak om onverwachte (leuke of minder leuke) gebeurtenissen op te vangen. Tijdschrijf-en planningformulieren vind je op pag. 29-31 en op http://www.leidenuniv.nl/ics/sz/so/index.html
binnenboekje_slagen.indd 11
04-06-2008 10:13:27
12
K a r e l d e G r o t e - H o g e s c h o o l > STA P STE N E N V OOR EE N S U CCES V OLLE ST U D I ELOO P B AA N
Concentratie Vaak horen we de vraag: ”Ik kan me niet concentreren, wat moet ik doen?” Meestal stelt het probleem van de concentratie zich op het ogenblik dat er gememoriseerd moet worden. Je leest, herleest, studeert, herhaalt... het nieuwe is er af en de aandacht verzwakt. Enkele tips: • als je wordt afgeleid, onderzoek dan voor jezelf waardoor: is het door inwendige factoren, bv. moeilijkheden thuis of is het door uitwendige factoren, bv. te veel lawaai... Pak de oorzaken van de afleiding aan, duw ze niet weg, praat er misschien eens met een buitenstaander over, de visie van een niet-betrokkene kan vaak verhelderend werken. • eis niet te veel van jezelf, m.a. w. pauzeer regelmatig (bv. na 1 uur ongeveer 5 min. en na 2 uur onafgebroken studeren ongeveer 20 min.). Pauzeer na 2 uur altijd, dat is zowat het maximum dat iemand geconcentreerd kan werken. Na 4 uur las je best een pauze in van ongeveer 1 u. 30 min. (Tracht dit te combineren met een maaltijd). • doe iets terwijl je studeert, stel jezelf vragen, onderlijn, maak samenvattingen. Maak een schets, een grafiek, het zal je een duidelijker zicht op de zaak geven dan de verwoording alleen. Hoe meer je je activiteiten richt op de studie waarmee je bezig bent, hoe meer kans je maakt je aandacht erbij te houden. • zoek ook naar die uiterlijke omstandigheden die je het meest stimuleren en beloon jezelf als je een tussendoel hebt bereikt bv. een praatje slaan, een echt ontspannend tijdschrift lezen (bij voorkeur geen boek, dat vraagt dan weer te veel tijd), een wandeling maken, een eindje lopen...
binnenboekje_slagen.indd 12
04-06-2008 10:13:27
K a r e l d e G r o t e - H o g e s c h o o l > STA P STE N E N V OOR EE N S U CCES V OLLE ST U D I ELOO P B AA N
13
Studeerproces: 3 fasen Studeren verloopt stapsgewijs, je zet stappen vooruit, je keert soms op je stappen terug, je jogt of wandelt door de leerstof, je zwoegt en loopt soms vast in de modder…We verdelen het parcours in 3 fasen: Fase 1: informatie opnemen Fase 2: informatie verwerken Fase 3: voorbereiden op weergeven van informatie Deze fasen zijn niet strikt van elkaar te scheiden en lopen in de praktijk door elkaar. Fase 2 en 3 vind je terug bij de studiemethodes. De eerste fase (opnemen van informatie – noteren) speelt zich af tijdens de lessen.
binnenboekje_slagen.indd 13
04-06-2008 10:13:27
14
K a r e l d e G r o t e - H o g e s c h o o l > STA P STE N E N V OOR EE N S U CCES V OLLE ST U D I ELOO P B AA N
FASE 1: informatie opnemen Noteren in het Hoger Onderwijs is een noodzakelijke, maar inspannende activiteit. In de eerste plaats moet je luisteren en terwijl je Iuistert, denk je mee. Niet alles wat er gezegd wordt, kan en moet je optekenen. Het gesprokene wordt dus niet woordelijk opgetekend. Enkele tips bij het noteren: • bij aanvang van het schooljaar zal de lector vaak toelichten wat hij van je verwacht. Noteer deze signaalboodschappen zeker, het zal je helpen bij het studeren. Bijvoorbeeld: deze hoofdstukken zijn zeer belangrijk, die minder voorbeelden hoef je niet te kennen, tenzij je ze zelf gevonden hebt je mag voorbeelden uit de les op het examen gebruiken ik verwacht een grondige en zoveel mogelijk letterlijke kennis van de cursus ik verwacht een geïntegreerde en geïnterpreteerde versie van de stof. Denk erom: als je deze signalen niet onmiddellijk noteert, ben je ze tegen de examens zeker vergeten. Het is belangrijk dat je weet waar elke lector accenten legt en wat zijn verwachtingen zijn. Het helpt je om je tijd efficiënt te gebruiken. • Gebruik losse A4-bladen. Dit is een handig en overzichtelijk formaat en je kan er gemakkelijk een blad met aanvullingen tussensteken. • Nummer je bladen! Dit vermijdt puzzelwerk, wanneer je bladen niet meer op volgorde liggen. • Schrijf slechts op één zijde van het blad. De andere zijde kan je best gebruiken om schema ‘s, aanvullingen en persoonlijke bedenkingen bij de leerstof te noteren. • Schrijf je notities niet systematisch over in het net. Dat is tijdverlies. Oefen je liever in het ordelijk noteren. • Werk je notities zo snel mogelijk bij na de les, dan zit alles nog fris in je geheugen.
binnenboekje_slagen.indd 14
04-06-2008 10:13:27
K a r e l d e G r o t e - H o g e s c h o o l > STA P STE N E N V OOR EE N S U CCES V OLLE ST U D I ELOO P B AA N
15
• Onderstreep met kleuren, maar hou het overzichtelijk. Dit kan je ook ‘s avonds doen als je je notities bijwerkt, dan heb je misschien meer zicht op de structuur van de voorbije les. • Schrijf niet te groot, dit heeft invloed op je noteertempo. • De manier waarop je notities dient te nemen wordt mee bepaald door het feit of er al dan niet gedrukte syllabussen voorhanden zijn. Indien er gedrukte syllabussen zijn, lees dan vooraf grondig de tekst en duid de moeilijke delen aan. Wat er gezegd wordt in de les is dan niet meer nieuw en je kan zeer gericht vragen stellen. Je notities zullen vooral aanvullend en verduidelijkend moeten zijn (voorbeelden geven, figuren toevoegen, belangrijkheid van bepaalde delen aangeven). Wanneer je om financiële redenen tweedehands syllabussen koopt, zorg er dan voor dat er zo weinig mogelijk aantekeningen in staan. Anders wordt het onoverzichtelijk. • De structuur en aanvullende notities bij een gedrukte syllabus zijn zeer persoonlijk, denk niet dat je het wel zal redden met het schema dat vorig jaar door iemand anders genoteerd werd. Bekijk tweedehands syllabussen dus zeer goed alvorens je ze koopt. • Als er geen gedrukte syllabussen voorhanden zijn, dan wordt het noteren een zware opgave. Tracht voor alles de structuur van de cursus uit de inleidende les te distilleren en maak daarvan een schema. (Je kan dan op gelijk welk moment van het academiejaar situeren waar je in de cursus bent.) • Denk aan de structuur van elke afzonderlijke les en maak in functie daarvan een onderscheid tussen hoofd- en bijzaken. Noteer zeker, liefst schematisch, alle hoofdzaken indien mogelijk aangevuld met voorbeelden... (bijzaken). • Over welk soort van syllabus het ook gaat: tracht zoveel mogelijk te synthetiseren, gebruik afkortingen (liefst altijd dezelfde) en hanteer schema’s. Denk eraan: alleen goede notities maken efficiënt studeren mogelijk. Hopelijk heb je dan ook begrepen waarom regelmatig brossen (hoewel leuk) niet zo verstandig is!!
binnenboekje_slagen.indd 15
04-06-2008 10:13:27
16
K a r e l d e G r o t e - H o g e s c h o o l > STA P STE N E N V OOR EE N S U CCES V OLLE ST U D I ELOO P B AA N
FASE 2: informatie verwerken
Studiemethodes Je kan terugvallen op verschillende studiemethodes om informatie te verwerken (fase 2 van het studieproces) en om je voor te bereiden op het weergeven van informatie (fase 3 van het studieproces). Elke methode heeft voor- en nadelen. Je zal na verloop van tijd een compilatie maken van die elementen die voor jou het meest effectief zijn.
1. Bevragende-structurerende methode Deze methode vertrekt van de kern, gaat dan naar de hoofdzaken, vervolgens naar de bijzaken en details. Lezen en vragen stellen wisselen elkaar af. Voor de meeste studenten is deze methode het minst gekend en het minst vertrouwd. Het schrikt een beetje af omdat ze op het eerste zicht omslachtig lijkt. Toch stellen we voor eerst deze methode te oefenen vooraleer over te stappen naar een andere. Voordelen van deze methode: je bent actief bezig, zowel inzichtelijk als met je geheugen is vooral goed toepasbaar voor materiaal dat reeds een zekere structuur heeft je werkt echt je syllabus door en komt tot een zeer persoonlijk overzicht (is meer renderend voor een examen) verworven inzicht blijft lang bij (omdat deze methode stelselmatig opbouwt) Nadelen van deze methode: strikte toepassing van deze methode kan zeer tijdrovend zijn (nadelig tijdens blok) je moet vrij schematisch ingesteld zijn, zoniet kan deze methode (vooral bij aanvang) ontmoedigend werken.
binnenboekje_slagen.indd 16
04-06-2008 10:13:28
K a r e l d e G r o t e - H o g e s c h o o l > STA P STE N E N V OOR EE N S U CCES V OLLE ST U D I ELOO P B AA N
17
Werkwijze (1) Leesfase Lees de titel van het hoofdstuk. Sta even stil bij die titel en bedenk welke verwachtingen dit bij je oproept omtrent de inhoud van de tekst die nog moet volgen. (2) Vraagfase Stel jezelf een aantal vragen, uitgaande van deze titel. Voorbeeld: titel hoofdstuk: ‘macro-economische grootheden.’ Vragen b.v..: - Gaat het over grootheden zoals in fysica? - Is er een verband met micro-economie? (3) Skimmend lezen Skim (=het belangrijkste proberen te lezen, zonder alles te willen lezen) de tekst met als hoofddoel (leerdoel) het ontdekken van de kern en de hoofdgedachten die in dit hoofdstuk behandeld worden (maximum 15 minuten). Tracht tegelijkertijd na te gaan of de vragen die al in de tweede fase gesteld worden, beantwoord worden en in welke mate ze beantwoord worden. (4) Structuurschema Maak op basis van (2) en (3) een voorlopig schema (structuurschema). Houd daarbij steeds voor ogen: - Wat is de kern van dit hoofdstuk (essentie)? - Welke hoofdzaken worden er daarin behandeld? - Eventueel, welke bijzaken zitten er in? (5) Intensief lezen Lees de tekst nu grondiger en minder snel door (intensief lezen). Stel jezelf gedurende het lezen al een aantal vragen, terwijl je vordert in de tekst.
binnenboekje_slagen.indd 17
04-06-2008 10:13:28
18
K a r e l d e G r o t e - H o g e s c h o o l > STA P STE N E N V OOR EE N S U CCES V OLLE ST U D I ELOO P B AA N
Controleer tegelijkertijd of je schema juist is: - op de vormgeving - op de structuur - op de inhoud (vooral de details) (6) Vraagfase Stel jezelf nu zoveel mogelijk vragen omtrent datgene wat je nu reeds gelezen hebt. Maak daarbij gebruik van het schema dat je reeds gemaakt hebt. Soorten vragen: - geheugenvragen: wie, wat, wanneer, som op enz - denkvragen: waarom, bespreek, interpreteer, leg uit, beoordeel, vergelijk, geef de essentie, wat als, een voorbeeld, is er een verband tussen, hoe... (7) Leesfase Lees nu opnieuw de tekst met als leerdoelen: a) Het controleren van antwoorden op die vragen waarop je dacht te kunnen antwoorden; controleer ze op volledigheid en juistheid. b) Het zoeken van antwoorden op die vragen waarvan je het antwoord nog niet kende. (8) Definitief schema Leg de laatste hand aan je schema (dus definitief schema). In de laatste twee fases bereid je je voor op het weergeven van de informatie. (9) Herhaalfase Bedek je aantekeningen en herhaal in gedachten nog eens het belangrijkste (kern- en hoofdzaken). (10) Memoriseerfase Prent het volledige schema in, vooral wat betreft de details. Houd daarbij rekening met de aard van de vragen die de docent gewoonlijk stelt.
binnenboekje_slagen.indd 18
04-06-2008 10:13:28
19
K a r e l d e G r o t e - H o g e s c h o o l > STA P STE N E N V OOR EE N S U CCES V OLLE ST U D I ELOO P B AA N
2. Skapa-methode Deze methode bestaat er eigenlijk in een structuur te scheppen. Voordelen van deze methode: Je bent onmiddellijk met de details bezig en hebt het gevoel niets te verwaarlozen. Geeft gerustellend gevoel. Zeker aan te bevelen voor erg moeilijke en weinig gestructureerde delen van de syllabus Door actief en concreet bezig te zijn, verhoogt de concentratie en dus ook het rendement. Nadelen van deze metbode: Als je met deze methode werkt, stap je niet gemakkelijk over naar een andere methode juist omdat deze methode je schijnt te liggen. Werkwijze: Korte typering van de alinea 1. 2. 3. 4. 5. 6.
essentie vd verschillende alinea’s
essentie vh hoofdstuk
Neem een tekst en onderstaande instructies. Werk elke kolom volledig af vooraleer aan de volgende te beginnen.
binnenboekje_slagen.indd 19
04-06-2008 10:13:28
20
K a r e l d e G r o t e - H o g e s c h o o l > STA P STE N E N V OOR EE N S U CCES V OLLE ST U D I ELOO P B AA N
Kolom 1: Schrijf per alinea de trefwoorden in de kolom. Kolom 2: Lees de trefwoorden van de verschillende alinea’s en groepeer tot een essentiële gedachte. Kolom 3: Lees de samenvattingen van kolom 2 en breng zo de kern van het hoofdstuk samen in kolom 3. Lees de structuur nu van rechts naar links (kern-detail). is voor gemakkelijke stukken te tijdrovend.
3. Onderlijnmethode Deze methode wordt door studenten erg veel gebruikt, zij het niet altijd op de meest efficiënte manier. Voordelen: is erg bruikbare methode als je weinig tijd hebt. Nadelen: De verleiding bij het gebruik van deze methode is groot om te vlug te onderlijnen. Je onderlijnt het kernwoord zonder de rest aandachtig te lezen. Als je nadien echter je werk bekijkt dan ziet het er goed uit. Je hebt de indruk ernstig gewerkt te hebben maar in feite heb je weinig ‘gestudeerd’. Werkwijze: neem eerst heel de tekst door. Bepaal wat je wil onderlijnen (nl. de structuur, voorbeelden...) en onderlijn dan bij een tweede of zelfs derde lezing. wees consequent in het gebruik van kleuren (eenzelfde gebruik voor alle syllabussen) gebruik niet te veel kleuren (stoort overzicht) onderlijn zeker niet te veel.
binnenboekje_slagen.indd 20
04-06-2008 10:13:28
K a r e l d e G r o t e - H o g e s c h o o l > STA P STE N E N V OOR EE N S U CCES V OLLE ST U D I ELOO P B AA N
21
4. Samenvattingsmethode Deze methode sluit zeer nauw aan bij de skapa- en de onderlijnmethode. Voordelen: gaat sneller dan skapamethode werkt afwisselend en is concentratiebevorderend. Nadelen: voor erg moeilijke stukken is deze methode minder geschikt omdat je met grotere delen werkt het gevaar zit erin dat je na de samenvatting de details helemaal niet meer bekijkt. Ze ontgaan je totaal. Je zal op het examen waarschijnlijk wel geslaagd zijn maar het gevaar bestaat dat je de indruk geeft oppervlakkig en onpersoonlijk gestudeerd te hebben, omdat je alleen de hoofdlijn hebt, maar die nergens kan stofferen met een voorbeeld (een detail). Werkwijze: lees een paragraaf of een deel ervan (in alle geval iets wat een geheel vormt en niet te lang is) doorstreep de stukken die je belangrijk vindt (gebruik gele viltstift, dit irriteert bij lezing het minst en de tekst blijft goed leesbaar) herlees de gele stukken en vat ze samen maak eindsamenvattingen op basis van de eerste samenvattingen.
binnenboekje_slagen.indd 21
04-06-2008 10:13:28
22
K a r e l d e G r o t e - H o g e s c h o o l > STA P STE N E N V OOR EE N S U CCES V OLLE ST U D I ELOO P B AA N
5. Schematiseermethode is vooral geschikt voor het oefenen in het onderscheiden van hoofd en bijzaken is eigenlijk een oefenmethode waar je zin per zin werkt (dus geen gehelen overschouwt). Werkwijze: lees een zin en omkader het onderwerp onderlijn wat er over het onderwerp gezegd wordt bij een volgende zin omkader je alleen het onderwerp als het nieuw is, zoniet laat je die zin met rust onderlijn opnieuw als iets nieuw gezegd wordt over het onderwerp zoek een samenhang tussen de verschillende onderwerpen.
6. Mindmap Mindmap over regels van het mindmappen (uit http://purplemonkey.nl) “Een mindmap is een grafisch schema dat vertrekt van een centraal onderwerp en daaraan bijzaken en verwante concepten linkt. Een mindmap kan bij het studeren helpen details van hoofdzaken te onderscheiden en informatie logisch te ordenen in het geheugen. Er zijn geen beperkingen voor het soort linken dat men gebruikt, maar vaak hanteert men kleuren, woorden en lijnen. Men noteert bij een mindmap het centrale onderwerp in het midden en worden daar omheen verbindingen toegevoegd.” http://nl.wikipedia.org/wiki/Mindmap In het boekje “Leuker leren - Een nieuw praktijkboek voor breinvriendelijke studie” van Bernard Lernout en Inge Provost vind je een handleiding voor het studeren aan de hand van deze methode. Er zijn nog andere manieren om visuele schema’s te maken: op leren.nl vind je heel wat informatie over mindmap en andere visuele schema’s (http://www.leren.nl/cursus/leren/leren_en _studeren/actief_leren/visueel_schema.nl)
binnenboekje_slagen.indd 22
04-06-2008 10:13:28
K a r e l d e G r o t e - H o g e s c h o o l > STA P STE N E N V OOR EE N S U CCES V OLLE ST U D I ELOO P B AA N
binnenboekje_slagen.indd 23
23
04-06-2008 10:13:28
24
K a r e l d e G r o t e - H o g e s c h o o l > STA P STE N E N V OOR EE N S U CCES V OLLE ST U D I ELOO P B AA N
Mindmapping is evenmin dé studiemethode, dit in tegenstelling tot wat sommige verkopers van Mindmap-softwareprogramma’s soms beweren. Het is wel een handig hulpmiddel. Het bevordert het actief met de leerstof bezig zijn. Werkwijze horizontaal: neem een blanco vel papier (horizontaal geplaatst – en bij voorkeur niet gelijnd of geruit), en noteer in het midden een beeld of een letterwoord dat het gewenste onderwerp voorstelt. Gebruik meerdere kleuren sleutel-symbolen: gebruik sleutelwoorden, beelden, symbolen, codes en verschillende dimensies of lettertypen en lettergrootten in de hele MM. Wees uiterst zuinig op wat je noteert: alles wat je al ‘weet’ hoef je niet opnieuw op te schrijven duidelijk: selecteer zorgvuldig de sleutelwoorden en schrijf rustig en duidelijk, in hoofdletters voor de centrale ideeën en in kleine letters voor de daaruit voortvloeiende begrippen. Gebruik bij voorkeur korte woorden, symbolen of afkortingen, telkens bovenop een kort lijntje. takken-netwerk: ieder beeld, symbool of woord moet apart staan, telkens bovenop een lijntje van dezelfde lengte. Als controle moet je alle woorden, beelden of symbolen kunnen wegdenken met als resultaat een volledig aaneengeschakeld netwerk van lijnen of takken. En als je alle takken en lijntjes wegdenkt, moeten de sleutelwoorden logisch geordend dicht bij elkaar ‘hangen’. vloeiende lijnen: alle vertakkingen zijn aan elkaar verbonden, en vormen vanuit het centrum een waaier die vanuit het centrale beeld in alle richtingen uitstraalt. De lijnen zijn dikker getekend en dunner verder van het centrum verwijderd, en vormen een vloeiende aaneenschakeling (gebogen lijnen liever dan strakke rechte lijntjes). Het zijn eigenlijk bomen van informatie en logica, met een stam in het midden tegen het centrale thema, en een uitwaaierende kruin naar de randen van het vel papier. horizontaal leesbaar: de woorden zijn horizontaal of schuin naar benden genoteerd, en zijn allemaal leesbaar zonder het blad te draaien. Lijnen die vanuit het centrum verticaal vertrekken, worden daartoe naar links of rechts afgebogen, volgens een zichzelf schikkende netwerk-lay-out. kleuren: gebruik zoveel mogelijk enkele, verschillende maar goed herkenbare kleuren. Teken iedere hoofdtak en zijn
binnenboekje_slagen.indd 24
04-06-2008 10:13:29
K a r e l d e G r o t e - H o g e s c h o o l > STA P STE N E N V OOR EE N S U CCES V OLLE ST U D I ELOO P B AA N
25
vertakkingen in een bepaalde kleur, of gebruik een andere kleur voor latere toevoegingen of om bepaalde aspecten letterlijk ‘in de verf te zetten’. kriskras: volg je eigen brein of dat van de lector door letterlijk ‘van de hak op de tak’ te springen. Verbanden tussen de takken onderling kun je markeren met pijlen of merktekens. rangschikken: breng een lineaire of logische volgorde aan door het plaatsen van rangcijfers, kleurencombinaties, of het ‘inkapselen’ van logisch gegroepeerde elementen. Op die manier blijft de MM overzichtelijk zonder te moeten hertekenen. rustig creatief: beleef vooral plezier en laat je creativiteit de vrije loop , gecombineerd met een vorm van innerlijke rust. Immers na enig wennen biedt het mindmappen het onschatbare voordeel van gefocusseerde aandacht en beheerste informatie, ondanks de vaak chaotische omstandigheden van je eigen brein of van de omgeving. Algemeen: studeren zal altijd een inspanning vragen, een goede studiemethode en planning helpt je om de tijd die je aan studeren besteedt zo efficiënt mogelijk te gebruiken. Tip Controleer jezelf ook op het verschil tussen het “HERKENNEN” en het “KENNEN” van de stof. Dit is vooral belangrijk bij materie die je reeds eerder bestudeerde. Als je de cursus overloopt is de kans groot op herkennen (0 ja, dat was zo, daar stond dat...). Het kennen wordt dan niet meer getoetst want de syllabus gaat als ‘herkend’ opzij. Denk erom: herkennen is daarom nog niet kennen! Controleer jezelf door te vertrekken van een leeg blad, reconstrueer vanuit de kern de hoofd-en bijzaken en stoffeer verder met details. Dan controleren of wat je meende nog te kennen ook klopt met de syllabus.
binnenboekje_slagen.indd 25
04-06-2008 10:13:29
26
K a r e l d e G r o t e - H o g e s c h o o l > STA P STE N E N V OOR EE N S U CCES V OLLE ST U D I ELOO P B AA N
FASE 3: Voorbereiden op weergeven van informatie
Examens afleggen Wanneer je naar een examen gaat is het belangrijk te weten welke examenvorm gebruikt wordt. Je bereidt je anders voor op een multiple-choice examen dan op een open-vraag examen. Je gebruikt ook een andere strategie bij het oplossen van dat examen. Deze informatie is voor alle studenten van belang, maar van het allergrootste belang voor studenten die faalangstig zijn. Faalangstigen presteren beter in situaties die voorspelbaar zijn. Op het examen zelf vaststellen dat je open vragen krijgt in plaats van de multiple-choice vragen die je had verwacht, kunnen ervoor zorgen dat je volledig van de kaart bent en er niet in slaagt voldoende rustig te worden. Op de website http://www.leidenuniv.nl/ics/sz/so lees je ondermeer hoe je best de verschillende soorten examens aanpakt (multiple-choice, open vragen, mondeling examen).
binnenboekje_slagen.indd 26
04-06-2008 10:13:29
K a r e l d e G r o t e - H o g e s c h o o l > STA P STE N E N V OOR EE N S U CCES V OLLE ST U D I ELOO P B AA N
27
bibliografie Studeren? Hoe pak ik het aan? SOVO Karel de Grote-Hogeschool Antwerpen Studiemethode, leidraad bij de universitaire studies. Katholieke Universiteit Leuven, Dienst voor studieadvies. Leidraad bij de sessies studiebegeleiding binnen de opleidingen graduaat orthopedagogiek en sociaal werk. Departement Sociaal-agogisch werk.Karel de Grote-Hogeschool Wegwijzer Studentenzaken 2006-2007. Studie-en studentenbegeleiding Departement Lerarenopleiding. Karel de Grote - Hogeschool E. Depreeuw, Studie-en studentenproblemen, Handboek voor gedragstherapie deel 2,1984
binnenboekje_slagen.indd 27
04-06-2008 10:13:29
28
binnenboekje_slagen.indd 28
K a r e l d e G r o t e - H o g e s c h o o l > STA P STE N E N V OOR EE N S U CCES V OLLE ST U D I ELOO P B AA N
04-06-2008 10:13:29
K a r e l d e G r o t e - H o g e s c h o o l > STA P STE N E N V OOR EE N S U CCES V OLLE ST U D I ELOO P B AA N
29
periodeplanning Week nr.
Week nr.
Week nr.
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
Week nr.
Week nr.
Week nr.
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
Week nr.
Week nr.
Week nr.
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
binnenboekje_slagen.indd 29
04-06-2008 10:13:29
30
K a r e l d e G r o t e - H o g e s c h o o l > STA P STE N E N V OOR EE N S U CCES V OLLE ST U D I ELOO P B AA N
Weekplanning Uren
MA DI
WOE DO
VRIJ
ZA
ZO
7-8 8-9 9-10 10-11 11-12 12-13 13-14 14-15 15-16 16-17 17-18 18-19 19-20 20-21 21-22 22-23 23-24
binnenboekje_slagen.indd 30
04-06-2008 10:13:29
31
K a r e l d e G r o t e - H o g e s c h o o l > STA P STE N E N V OOR EE N S U CCES V OLLE ST U D I ELOO P B AA N
dagplanning Dagplanning Datum: uren vak inhoud 8-9 9-10 10-11 11-12 12-13 13-14 14-15 15-16 17-18 18-19 19-20 20-21 21-22 22-23 23-24
binnenboekje_slagen.indd 31
uitgevoerd
04-06-2008 10:13:29
32
K a r e l d e G r o t e - H o g e s c h o o l > STA P STE N E N V OOR EE N S U CCES V OLLE ST U D I ELOO P B AA N
Colofon tekst: Annemie Van Rosendaal, met dank aan Sovo en de collega’s van DLO en SAW vorm: Erik Desombere druk: Universitas Karel de Grote-Hogeschool Antwerpen © september 2007
binnenboekje_slagen.indd 32
04-06-2008 10:13:29