studenteninformatie
i
Operatiekwartier cpMM
Onthaalbrochure
GezondheidsZorg met een Ziel
Beste student Welkom op onze afdeling. Met deze brochure willen we je wegwijs maken op onze afdeling. Het is een handleiding over het reilen en zeilen op de dienst, uitleg over pathologie, onderzoeken en behandelingen. Wij hopen dat je je vlug thuis voelt bij ons. Wij verzekeren onze goede wil en samenwerking om van jouw stage een leerrijk moment te maken. Vergeet echter onze belangrijkste doelstelling niet, namelijk een kwaliteitsvolle, professionele en patiëntgerichte zorg verzekeren aan de zieken. Tijdens deze stage maak je steeds deel uit van ons team en vragen wij jouw hulp om onze doelstelling te realiseren. Deze brochure kwam tot stand door het toedoen van enkele toegewijde medewerkers die het tot hun opdracht nemen jullie op een professionele wijze te begeleiden. Wij wensen je alvast een leerrijke stage waar je met veel voldoening op kan terugblikken. Verpleegkundig team Mentoren Adjunct-hoofdverpleegkundige Hoofdverpleegkundige
3
4
Inhoud
1
Voorstelling van afdeling: algemene gegevens ............................... 6
2
Verwachtingen ten aanzien van studenten ..................................... 7
3
Verpleegkundige dagindeling op de verpleegeenheid .................. 10
4
Meest voorkomende verpleegkundige technieken ....................... 11
5
Pathologieën, onderzoeken en behandelingen in een overzichtstabel ............................................................................. 16
6
Procedures ................................................................................... 17
7
Mentorschap op de afdeling: de 5 krachtlijnen van mentorschap ................................................................................ 18
8
Bijkomende informatie ................................................................. 19
5
1
Voorstelling van de afdeling: algemene gegevens
Hoofdverpleegkundige:
Edith Haemers
Adjunct-hoofdverpleegkundige: Roos Nieuwland Mentoren:
Carine Boetens
Telefoon:
09 260 67 06 (secretariaat)
Specialismen:
Chirurgische ingrepen
Aantal operatiezalen:
10 + 2 zalen voor lokale ingrepen
Bezoekuren:
Na afspraak
6
2 •
•
•
• •
Verwachtingen ten aanzien van studenten
We verwachten allereerst van je dat je zeker om 8 uur op dienst bent of volgens afspraak. Wij vatten de activiteiten aan om 07.45 uur, zodat je zeker de totaliteit van de handelingen per ingreep zult kunnen inschatten. Je zult de gehele dag begeleid worden door operatieverpleegkundigen. Zij zullen je begeleiden, vragen beantwoorden, raad geven en ondersteunen. Zij gaan je leiden bij de uitvoering van de handelingen die je op een operatiekwartier mag uitvoeren. In het verloop van de dag zul je attent gemaakt worden op allerlei aandachtspunten. Kortom, je zal uitvoerig kennis kunnen maken met de werkzaamheden in het praktijkveld van een operatiekwartier. Bij de introductie zal er gepeild worden naar jouw verwachtingen, wensen,... Het belangrijkste voor ons is, dat je je eigen leerproces in handen neemt! Dit ligt natuurlijk geheel bij jezelf, we kunnen je er enkel bij begeleiden. Toon interesse, neem initiatief, maar blijf je vooral verantwoordelijk gedragen. Stel je leergierig op, stel vragen, vraag gerust eens om feed-back, ... . Dan zul je kennis opdoen, waar velen je enkel maar om kunnen benijden. En wie weet, heb je al een mooie achtergrond als je in de toekomst start als onze nieuwe collega. Wij peilen op het einde van je stageperiode naar jouw beleving als student. Tijdens het verloop van je stage trachten we je laten proeven van al de medische specialiteiten aanwezig op ons operatiekwartier. Dit maakt wel dat we je niet zullen koppelen aan een vaste verpleegkundige, maar dat je iedere dag in een ander team verpleegkundigen terecht komt.
7
2.1 • • • • • • •
Wat wij verwachten van een student Haalbare en aangepaste leerdoelstellingen. Een ingevulde feedbackkaart. Een ingevulde studentenenquête op het einde van de stage (voor de eindevaluatie). Vriendelijkheid, stiptheid, inzet, initiatiefname, motivatie en enthousiasme. Respect voor privacy en beroepsgeheim. Medewerking aan een goede sfeer op de afdeling. Bij ziekte: steeds de afdeling verwittigen.
Ook nog belangrijk op een operatiekwartier… • • • • • • •
• • •
• 8
Let op een verzorgd voorkomen maar draag geen juwelen in het operatiekwartier. Werk altijd onder toezicht van een verpleegkundige. ‘s Morgens eerst het operatieprogramma bekijken, en na overleg met je mentor of een andere verpleegkundige, naar je zaal gaan. Stel je even voor in de zaal, aan de andere verpleegkundigen, en aan de chirurgen. Blijf in de zaal tot aan het einde van de ingreep, en loop niet steeds van de ene zaal naar de andere. Zorg ervoor dat de deuren van de zalen steeds gesloten zijn tijdens de ingreep. Laat een patiënt nooit alleen. Ga gerust een gesprek aan met de patiënt. Wees vriendelijk, maar zeker voorzichtig en tactvol met de uitleg die je geeft aan patiënten. Eerbiedig het beroepsgeheim! Licht alle handelingen naar de patiënt toe, op een eenvoudige en duidelijke manier. Indien je ergens over twijfelt, vraag steeds en tijdig uitleg! Heb er wel begrip voor dat dit in crisissituaties niet onmiddellijk zal kunnen gebeuren! Bescherm jezelf tegen bloed, weefselresten, ... en gebruik wegwerphandschoenen.
•
•
•
2.2 • • •
• • • • • • •
Let op een goede handhygiëne: was je handen steeds na fysiek contact met de patiënt, na contact met bloed of weefselresten, indien je naar een andere zaal of patiënt gaat, na elk toiletgebruik, voor je gaat eten, ... Aandachtig zijn voor de steriliteit: - loop niet tussen steriele zones, - afblijven van alles wat steriel is afgedekt, - bij het aangeven van steriele materialen, bewaar steeds 50 cm afstand met het steriele veld. Indien je iets onsteriel maakt, hoeft dit geen ramp te zijn! Draag je verantwoordelijkheid naar de patiënt toe, en rapporteer dit onmiddellijk. Studenten moeten bij aanvang van hun stage een medisch onderzoek doorlopen hebben. Dit attest dient op de 1e stagedag afgegeven te worden. Wat een student van ons kan verwachten Vriendelijke en behulpzame verpleegkundigen. Ingevulde feedback. Mogelijkheid tot inzage van literatuur (bijvoorbeeld het intranet en internet raadplegen) in onderlinge afspraak met de hoofdverpleegkundige. Bijwonen van onderzoeken in onderlinge afspraak met de hoofdverpleegkundige. Tussentijdse feedback en een eindevaluatie. Mogelijkheid tot bijschaven van aangeleerde technieken. Bijwonen van overdrachten en patiëntenbesprekingen. Goede multidisciplinaire samenwerking. Informatiebrochures. 3° jaarstudenten kunnen kennis maken met het dagziekenhuis oncologie.
9
3
Verpleegkundige dagindeling op de verpleegeenheid
De eerste stagedag • •
Aanbieden begeleidingsformulier, en je verwachtingen, doelstellingen meedelen aan je stagebegeleidster, mentor, diensthoofd. Introductiedag en kijkdag, met weinig verwachtingen naar initiatiefname.
Vanaf de tweede dag • • • • • •
Hulp bieden bij het verbedden van patiënten. Hulp bieden bij de basisinstallatie in de zaal van de patiënten. Hulp bieden bij het aanbieden van de steriele materialen. Hulp bieden bij de voorbereiding van medicatie. Hulp bieden bij het aankleden van het chirurgisch team. Hulp bieden bij het beëindigen van de ingreep: opruimen, verband maken, biopsies wegbrengen, ...
Na de tweede week • • • • • • • •
10
Zelfstandig verbedden van patiënten. Zelfstandig de basisinstallatie in de zaal van de patiënten uitvoeren. Zelfstandig aanbieden van de steriele materialen. Zelfstandig voorbereiden van medicatie. Op eigen initiatief hulp bieden bij het aankleden van het chirurgisch team. Op eigen initiatief medicatie aanrekenen. Op eigen initiatief op het operatieprogramma inspelen: patiënten vragen, voorbereidingen volgende ingreep, ... Op eigen initiatief hulp bieden bij het beëindigen van de ingreep: opruimen, verband maken, biopsies wegbrengen, ...
4
Meest voorkomende verpleegkundige technieken
4.1 Anesthesieverpleegkundige: hulp bij alle vormen van narcose. Pre-operatief • • • • • • • • • • • •
Informeren naar aard van ingreep en narcose. Controle en observatie van de patiënt. Installatie van de patiënt op de operatietafel. Assisteren van de anesthesist met het plaatsen van een perifeer infuus. Nodige bewakingsapparatuur aanschakelen. Voorbereiden en aangeven van de medicatie aan de anesthesist. Aangeven van materialen voor intubatie: vb. laryngoscoop, tube, ... Patiënt gewenste houding geven. Decubitus- en plexuspreventie aan armen en benen, door het aanbrengen van een zachte ondergrond. Kocherboog plaatsen. Afkoeling van de patiënt voorkomen : verwarmingsmatras, ... Administratie: aanrekenen van de gebruikte materialen.
Peroperatief • • •
Observatie van de patiënt. Klaarmaken en toedienen van de nodige medicatie in opdracht van de anesthesist. Noteren van gebruikte materialen, bv. medicatie, infusen, prothesemateriaal.
Postoperatief • •
Bewakingsapparatuur ontkoppelen. Controle en observatie patiënt. 11
• • 4.2
Vervoer van patiënt naar recovery of IZ, en overdracht. Patiënt in bed installeren. Omloopverpleegkundige
Pre-operatief • • • • • • • • •
Benodigdheden voor de operaties verzamelen. Orde en hygiëne in de zaal. Hulp bij installatie van de patiënt op de operatietafel. Coagulatieplaat kleven. Eventueel sonderen, pneumatische knelband aanleggen, ... Openleggen van set met afdekmaterialen. Aanbieden van de nodige steriele materialen. Hulp bieden aan het chirurgisch team bij het steriel aankleden. Administratie: aanrekenen van de gebruikte materialen.
Peroperatief • • • • • • •
Aanschakelen van leidingen, kabels van vacuüm, diathermie, camera’s, boren, ... Zorgen voor een gepaste verlichting. Toezicht houden op het steriel verloop van de operatie. Bevelen van het chirurgisch team uitvoeren. Zorgen voor eventuele biopsies. Tellen en eventueel wegen van gebruikte deppers en compressen. Voor algemene orde zorgen.
Postoperatief • • • • 12
Het chirurgisch team helpen bij het uitkleden van de steriele operatiekledij. Apparatuur uitschakelen. De instrumenterende helpen bij het wegnemen van de steriele doeken. Hulp bij het wakker worden van onrustige patiënten.
• • • • 4.3
Hulp bij het vervoer van de patiënt naar de recovery, en helpen verbedden. Informatie doorgeven in verband met postoperatieve verzorging aan recoveryverpleegkundige. Nazorg materialen. Zaal klaarmaken voor volgende ingreep. Instrumenterende verpleegkundige
Pre-operatief • • • • • • •
Klaarzetten van instrumenten en eventuele specifieke materialen voor de desbetreffende ingreep. Chirurgisch reinigen van de handen. Steriel aankleden met schort en handschoenen. Opdekken instrumententafels. Assisteren van chirurgisch team bij het steriel aankleden. Ontsmetten en afdekken van het operatieveld. Aanbieden aan omloop van hulpstukken: vb. diathermie, aspiratie, ...
Peroperatief “Instrumenteren is het lezen van de gedachten van de chirurg, en hierop proberen te anticiperen” • Controle steriliteit. • Aspireren, deppen. • Aangeven van de chirurgische instrumenten. • Hechtingen klaarmaken. • Informatie doorgeven aan de omloopverpleegkundige. Postoperatief • •
verwijderen afdekdoeken, aanbrengen verband. controle en nazorg van instrumentarium.
13
4.4 •
4.5
Recovery verpleegkundige Directe postoperatieve zorgen en observaties van de patiënt in de directe postoperatieve periode. Student op het OK
Al je taken voer je steeds uit onder begeleiding van een verpleegkundige. • • •
• • • • • • • • • • • • • • • 14
patiënt binnenrijden in de operatiezaal na controle van juiste patiënt, juiste zaal, ... Installeren van de patiënt op de operatietafel, rekening houdend met comfort en de algemene toestand van de patiënt. Operatiehemdje losmaken, en armen comfortabel op de armsteunen installeren, zodat de patiënt achteraf geen nadelige gevolgen ondervindt van een slechte installatie. Aanleggen van bloeddrukmeter, E.C.G.-electroden, en pulsoxymeter. Aanschakelen van electrodenkabels. Hulp bij het plaatsen van een perifeer infuus. Fixeren van de armen op de armsteunen. Installeren van patiënt onder narcose: aangepast aan aard van ingreep en narcose. Eventueel verblijfsonde plaatsen, of éénmalige sondage uitvoeren. Voorbereiding operatiestreek: scheren, eventueel ontvetten met ether. Navel of huidplooien extra controleren. Openen van het tafelpak, zodat de verpakking een steriele afdek vormt voor de instrumententafel. Helpen met steriel aankleden zonder aan de buitenkant te komen. Steriele materialen aangeven aan het chirurgisch team. Gevallen instrumenten reinigen en later hersteriliseren. Apparatuur voorbereiden om de ingreep te starten. Leidingen en kabels aannemen en aanschakelen. Tijdens de ingreep letten op steriliteit, operatie volgen, infusen vervangen. Vragen van het chirurgisch team uitvoeren: hechtingen of steriel materiaal aangeven, coagulatie verhogen, ...
• • • • • •
Bepalen van bloedgaswaarden. Doorgeven van informatie. Medicatie voorbereiden en toedienen. Bij het einde van de ingreep, wegnemen van steriele afdekdoeken en eventuele hulp bij het verband. Patiënt met dossier en administratie, vervoeren naar de recovery. Patiënt verbedden.
15
5
Pathologieën, onderzoeken en behandelingen in een overzichtstabel
Medisch Anesthesie team Dr Van Overschelde, diensthoofd Dr Ongenae, medisch coördinator Dr Meirlaen, dr. De Niel, dr. Donadoni, dr. Castille, dr. De Baere, dr. Pilar, dr. Heerman, dr. Van De Velde, dr. Vandormael, dr. Decaigny, dr. Nollet Dr Castille en Dr Decaigny zij ook verantwoordelijk voor de pijnkliniek in het ziekenhuis Chirurgische Disciplines Algemene chirurgie Dr. Claeys, dr. Muysoms, dr. Vergucht, dr. Pletinckx Cardio- en thoraxchirurgie Dr. Hamerlijnck, dr. Goossens, dr. Ballaux Orthopedie Dr. Troch, dr. De Witte, dr. Lootens, dr. Byn, dr. De Vil,dr. Van Houteghem, dr. Goossens, dr. Vanoverschelde Ph. Vaatchirurgie Dr. Flamme, dr. Jacobs Gynaecologie Dr. Goethals, dr. Van Ginderachter, dr. Casteels, dr. Billiet, dr. De Craene, dr. Van Den Broecke, dr. Podevyn, dr. Van Gaever, dr. Daels Neurochirurgie Dr. Vandekerckhove, dr. Bleyen 16
Plastische chirurgie Dr. Hooft, dr. De Cordier, dr. Vertriest, dr. Rogge ORL Dr. Boedts, dr. Vermeiren, dr. Dierick, dr. Verschueren, dr. Moerman Urologie Dr. Ameye, dr. Dekuyper Stomatologie Dr. Borghgraef, dr. De Grauwe
6
Procedures
Er zijn heel wat verpleegkundige procedures uitgewerkt om de uniformiteit en kwaliteit van zorg te garanderen. Je vindt deze terug op intranet onder de rubriek “verpleegkundigparamedisch departement\procedures”.
17
7
Mentorschap op de afdeling: de 5 krachtlijnen van het mentorschap
Binnen het verpleegkundig-paramedisch departement heeft de Werkgroep “Mentorschap Beleidslijnen” een visie met betrekking tot “mentorschap” uitgeschreven. Deze visie kan samengevat worden in 5 krachtlijnen. • De mentor is een aanspreekpunt, contactpersoon voor de student op de eenheid; • Iedere verpleegkundige wordt beschouwd te kunnen functioneren als begeleidende verpleegkundige voor de student verpleegkunde; • De taak van de hoofdverpleegkundige in studentenbegeleiding wordt beperkt tot het uit werken van een organisatorisch kader; • De student is verantwoordelijk voor zijn eigen leerproces, de verpleegeenheid is medeverantwoordelijk voor het creëren van een boeiende leeromgeving; • De stagebegeleider en het opleidingsinstituut participeren daadwerkelijk in het mentorschapproject. De volledig uitgewerkte visietekst kan je terugvinden op intranet.
18
8
Bijkomende informatie
8.1 Profiel operatieverpleegkundige 8.1.1 Motivatie De persoon moet geschikt en gemotiveerd zijn. 8.1.2 Verantwoordelijkheidszin De OK-verpleegkundige heeft niet enkel een helpende taak, maar moet ook een reeks zelfstandige taken volbrengen. Hiervoor draagt men een verantwoordelijkheid, bv. steriliteit, bedrijfsklaar maken van een operatiekamer, verrichten van administratieve taken, etc. ... 8.1.3 Eerlijkheid Fouten maken is menselijk, maar ze moeten toegegeven kunnen worden en zodoende kan men fouten herstellen. Verantwoordelijkheid en eerlijkheid vullen mekaar aan. 8.1.4 Zelfdiscipline-arbeidsdiscipline Ook dit sluit aan bij 2 en 3. Bijscholing, opleiding van, nieuwe elementen en begeleiding van de collega’s en leerlingen. 8.1.5 Collegiaal In een operatiekwartier waar men veel onder druk staat, is een goede teamgeest een must. Het bevordert het arbeidsklimaat. 8.1.6 Goede gezondheid Het is iemand die zowel fysisch als psychisch gezond is, en over voldoende incasseringsvermogen beschikt. 8.1.7 Organisatietalent Inzicht in de werkzaamheden is nog altijd nodig. Hij weet bijzaken van hoofdzaken te onderscheiden, weet prioriteiten te stellen. Kan snel de 19
juiste maatregelen treffen (= flexibiliteit). Moet een zekere rust uitstralen, zeker in levensbedreigende situaties. 8.1.8 Vakkennis Door een basisopleiding van ziekenhuisverpleegkundige, en daarna een opleiding als OK-verpleegkundige te volgen, zal hij, of zij deze vakkennis opdoen. Hier zijn onder meer anatomie, fysiologie, sterilisatietechniek en steriliteit, instrumentenkennis, technische kennis van apparatuur en technische vaardigheid vereist. 8.2 Hygiëne op het operatiekwartier 8.2.1 Psychische hygiëne De doelstelling van de hygiëne in het operatiecomplex kunnen we omschrijven als het behoud van de gezondheid van de patiënten, die in het operatiecomplex worden verzorgd. Er worden zulke omstandigheden geschapen, dat de patiënt geen bijkomende hinder voor zijn gezondheid ondervindt (steriel werken, elektrische veiligheid, positionering,...). Wanneer we spreken over gezondheid in een ziekenhuis, en dus ook in het operatiekwartier, gaan onze gedachten bijna automatisch uit naar de lichamelijke gezondheid (besmetting- en infectiegevaar vermijden ...). Door zijn verzorging in het operatiekwartier kan de patiënt echter ook gevaar lopen voor psychosociale schade aan zijn gezondheid. Denken we maar aan de betekenis voor een patiënt om een beenamputatie te ondergaan, voor een vrouw die een borstamputatie krijgt, of voor een kindje dat zijn moeder moet verlaten en in een totaal vreemde omgeving terechtkomt. Binnen dit onbekende geheel van nieuwe mensen, nl. operatieverpleegkundigen, chirurgen, anesthesisten, .. wordt de patiënt nochtans geconfronteerd met heel wat moeilijk te verwerken ervaringen, nl. angst voor het onbekende, angst voor de diagnose, angst niet meer wakker te worden, ... .
20
Deze achtergrond moet er ons van bewust maken dat “de mens” in het operatiekwartier ondanks de sterke vertechnisering een belangrijke plaats moet blijven innemen in het operatiegebeuren. Het moet dan ook een doelstelling zijn voor het personeel in het operatiekwartier, om begrip op te brengen voor de angst, twijfel en de onmacht van de patiënt. 8.2.2 Kledij in het operatiekwartier Iedere persoon in het operatiekwartier is een besmettingsbron voor de lucht. Micro-organismen uit neus-, keel- en mondholte, van de huid en van het haar worden verspreid. De afgifte van deze boosdoeners tracht men te beperken door het dragen van speciale kledij. •
• • • •
Dragen van een broekpak (T shirt met korte mouwen toegestaan gezien temperatuur op een OK). Er zijn ook thermische overjasjes beschikbaar). Mutsen: alle haren moeten bedekt zijn bij het binnenkomen van het operatiekwartier. Masker: moet gedragen worden over mond en neus. In de zalen steeds het masker dragen. Schoeisel: enkel gedragen in het operatiekwartier, of anders gebruik maken van overschoenen. Deze kledij wordt elke dag, of indien nodig meerdere malen per dag ververst.
Alle benodigdheden vindt men in de kleedkamers. •
Bij het verlaten van het operatiekwartier steeds omkleden of een overschort dragen. Muts en mondmasker worden dan wel afgezet.
8.2.3 Handhygiëne • Juwelen en (zichtbare) piercings zijn niet toegelaten op het operatiekwartier. • Bij aanvang en na ieder patiëntencontact reinig je je handen. (zie Intranet: Handhygiëne). • Gelnagels en nagellak zijn niet toegestaan. 21
22
Augustus 2012 - 1291
AZ Maria Middelares vzw en haar artsen hebben deze informatiefolder met de grootste zorg opgemaakt. De inhoud ervan is echter algemeen en indicatief. De folder omvat niet alle medische aspecten. Mocht deze folder vergissingen, tekortkomingen of onvolledigheden bevatten dan zijn AZ Maria Middelares, haar personeel en haar artsen hiervoor niet aansprakelijk.
Tel. 09 260 60 60 - www.azmmsj.be -
[email protected] campus Maria Middelares: Kortrijksesteenweg 1026 - 9000 Gent campus Sint-Jozef: Kliniekstraat 27 - 9050 Gentbrugge