Studentenhuisvesting Feiten en trends 2010

Studentenhuisvesting Feiten en trends 2010

Studentenhuisvesting - Feiten en trends 2010

-1-

Studenten Aantal ingeschreven voltijd studenten in bekostigde HBO- en WO-instellingen in Nederland

2009-2010

Universiteit Hogeschool Totaal Hoger Onderwijs

227.100 331.100 558.200

2008-2009

2007-2008

214.000 314.500 528.500

206.800 306.000 512.800 (7)

Aantal eerstejaars studenten in bekostigde HBO- en WO-instellingen in Nederland studiejaar 2009-2010 Universiteit Hogeschool Totaal Hoger Onderwijs

53.600 100.400 154.000 (3)

Aantal ingeschreven studenten in bekostigde MBO-, HBO- en WO-instellingen in Nederland met studiefinanciering studiejaar 2009-2010 Beroepsonderwijs (uitwonend) Beroepsonderwijs (thuiswonend)

58.400 161.000 219.400

Hogeschool (uitwonend) Hogeschool (thuiswonend)

138.600 159.100 297.700

Universiteit (uitwonend) Universiteit (thuiswonend)

131.300 48.400 179.700

Totaal uitwonend

328.300

Totaal thuiswonend

368.500

Totaal aantal studenten met studiefinanciering

696.800 (3)

Aantal kandidaten eindexamen voortgezet onderwijs 2009-2010 VWO Havo Vmbo Totaal

38.900 56.900 108.100 203.900 (3)

Aantal Nederlandse jongeren per 1 januari 2010 0 - 19 jarigen 3.927.975 20 - 39 jarigen 4.195.201 (2)

Postbus 85085 · 3508 AB Utrecht · 030 - 25 25 777 · www.kences.nl

-2-


Wonen Aantal deelnemers Kences 8 Aantal studentenwoningen Kences-deelnemers 60.000* * (waarvan 50.000 in bezit en het restant in beheer)

Marktaandeel deelnemers Kences Aantal studenten dat woont in deze stad Amsterdam

Aantal studenten dat in deze stad huurt van een sociale huisvester

43643

%

7252

17%

Delft

11875

5117

43%

Den Haag

19784

1333

7% 23%

Eindhoven

12010

2763

Enschede

11073

3270

30%

Groningen

31789

4579

14%

Leiden

11592

5663

49%

Maastricht

10965

2754

25% 31%

Nijmegen

16306

5046

Rotterdam

27539

6611

24%

Tilburg

13342

2563

19%

Utrecht

31916

10009

31%

4809

4025

84%

246643

60985

25%

Wageningen TOTAAL

Bron: TNO onderzoek op basis van CBS/LISA/Kences 2007

Kale huurprijzen studentenkamers sociale voorraad (Kences) gemiddeld particuliere markt gemiddeld

€ 209 € 339 (12)

Wachttijden studentenkamers in maanden sociale voorraad (Kences) gemiddeld Onzelfstandige kamer

Zelfstandige kamer

Gunstige locatie

Minder gunstige locatie

Utrecht

15

18

18

15

Amsterdam

12

18

18

12

Leiden

18

20

20

18

Delft

18

18

20

20

Wageningen

7

24

12

7

Nijmegen

6

10

7

6

Rotterdam 2

12

10

2


-3-

Studentenmobiliteit In het hoger onderwijs is sprake van drie soorten mobiliteit. Bij diplomamobiliteit richt de student zich op het voltooien van een studie in het buitenland en op het behalen van een diploma of graad. Bij studiepuntmobiliteit gaat het erom in het kader van de studie thuis studiepunten te behalen in het buitenland. Dit gebeurt meestal door het volgen van een deelstudie of door het doen van een stage. Daarnaast hebben de overheid, de Europese Commissie, de Verenigde Naties, buitenlandse overheden, hogeronderwijsinstellingen en tal van particuliere organisaties programma’s gestart om internationale mobiliteit van studenten en staf te stimuleren en te ondersteunen. De resulterende mobiliteit wordt ook wel programmamobiliteit genoemd. (5)

Nederland uit Studiepuntmobiliteit van Nederlandse hoger onderwijs studenten 2009 - 2010 (in percentages van de totale inschrijving in Nederland) 2009 - 2010

19% (5)

Nederlandse studenten in het buitenland, 2002 - 2007 22.000 20.000 18.000 16.000

2002-2003 2003-2004 2004-2005 2005-2006 2006-2007 17.500 18.150 19.150 19.900 20.400 (5)

Nederlandse studenten in het buitenland, 2002-2007

Nederlandse studenten in het buitenland, per land, 2006 - 2007 Verenigd Koninkrijk België Duitsland Verenigde Staten Zweden Frankrijk Spanje Italië Finland Denemarken Zwitserland Canada Noorwegen Oostenrijk Australië Ierland Portugal Turkije Totaal

5000 3.650 1.950 1.600 1.150 1.100 1.100 400 400 350 350 300 300 250 250 200 150 150 20.400 (5)


-4-


Nederland in Aantal buitenlandse studenten hoger onderwijs in Nederland studiejaren, 2005 - 2010 60.000 40.000 20.000 0

(5)

2005-2006 2006-2007 2007-2008 2008-2009 2009-2010 43.200

46.250

50.500

55.100

59.300

Totaal aantal buitenlandse studenten HO in Nederland

Aantal buitenlandse studenten hoger onderwijs in Nederland naar land van herkomst studiejaar 2009-2010 Duitsland China België Spanje Frankrijk Indonesië Italië Polen VS UK Turkije Bulgarije Griekenland Roemenië India Suriname Hongarije Finland Oostenrijk Overige landen met < 500

19.750 5.000 2.500 1.950 1.650 1.350 1.350 1.300 1.300 1.150 1.100 1.050 900 750 650 550 550 500 500 15.450

Totaal

59.300 (5)

Buitenlandse studenten in het bekostigde Nederlandse hoger onderwijs, 2005 -2010 60.000 40.000 20.000 0

(5)

2005-2006 2006-2007 2007-2008 2008-2009 2009-2010 33.384

35.952

39.795

44.430

47.226

6.0%

6.3%

6.8%

7.4%

7.4%

Aantal buitenlandse studenten Als % van totale inschrijving in Nederland


-5-

Inkomen Gemiddelde inkomsten en uitgaven voltijd ho student per maand in 2009 Thuiswonend- Inkomsten Basisbeurs Gemiddelde ouderlijke bijdrage Gemiddeld netto inkomen uit arbeid Gemiddeld inkomen

€ 96* € 148 € 418 € 662

of Basisbeurs Gemiddelde ouderlijke bijdrage Gemiddeld leenbedrag bij IBG Gemiddeld inkomen Thuiswonend - Uitgaven Collegegeld en boeken Kostgeld en kleding Verzekeringen, reiskosten en overige kosten levensonderhoud Ontspanning, sport, uitgaan en overige uitgaven Uitwonend- Inkomsten Basisbeurs Gemiddelde ouderlijke bijdrage Gemiddeld netto inkomen uit arbeid Gemiddeld inkomen

€ 96* € 148 € 349 € 593 € 164 € 184 € 108 € 228 € 684 € 257* € 259 € 403 € 919

of Basisbeurs Gemiddelde ouderlijke bijdrage Gemiddeld leenbedrag bij IBG Gemiddeld inkomen Uitwonend - Uitgaven Collegegeld en boeken Huisvesting, kleding en levensmiddelen Verzekeringen, reiskosten en overige kosten levensonderhoud Ontspanning, sport, uitgaan en overige uitgaven

€ 257* € 259 € 408 € 924 € 159 € 675 € 139 € 235 €1.208

* De bedragen van de basisbeurs 2010: Thuiswonend € 95,61 Uitwonend € 266,23


-6-


Varia Aantal studenten in het hoger onderwijs in de leeftijdscategorie van 18-25 jaar In 1950 studeerden bijna driemaal zoveel mannen als vrouwen in het hoger onderwijs. In 1999 waren er voor het eerst meer vrouwelijke studenten dan mannelijke. Dit verschil is sindsdien steeds groter geworden. In 2008 waren er 312.625 vrouwelijke studenten en 289.258 mannelijke, een verschil van bijna 23.400. Wanneer de aantallen worden gerelateerd aan de omvang van de bevolking van 18-25 jaar blijkt dat er ook naar verhouding meer vrouwen naar het hoger onderwijs gaan dan mannen (41% versus 36%). Het percentage studenten (beide geslachten samen) is sinds 1950 gestegen van 5% naar 38% van de bevolking, bijna acht keer zo veel. (6) Percentage studenten met een handicap/beperking Universiteit Hogeschool

14,7% 17,4%

Gemiddeld percentage studenten met een handicap in het Hoger Onderwijs

16,05% (6)

Internetgebruik in Nederland Bijna 90 procent van de jongeren gebruikt dagelijks internet. In 2009 had 99 procent van de jongeren van 12 tot 25 jaar toegang tot internet. Negen op de tien jongeren brachten ook dagelijks tijd door op het web. In 2005 lag dit aandeel veel lager, namelijk op 76 procent. Jongeren internetten vooral om te communiceren, zoals e-mailen en chatten, en voor het spelen van games en downloaden van films en muziek. Jongeren van 12 tot 25 jaar bestellen en kopen ook steeds meer goederen, zoals kleding, sportartikelen en kaartjes voor evenementen, via het web. Dit aandeel is toegenomen van 46 procent in 2005 tot 70 procent in 2009. (2)

Bron Kences, Kences-deelnemers Overige bronnen 1 Eurostat 2009 2 CBS 2009 3 OCW-DUO 2010 4 Studentenmonitor 2009 5 Mobiliteit in beeld 2010, Nuffic 6 Ministerie van OCW 2009 Kennis in Kaart 7 Ministerie van OCW Referentieraming 2010 (lector)

Studentenhuisvesting Feiten en trends 2010

Recommend Documents