1
STU TSBL4II VAN HET
KONINGRIJK DER NEflERLANDEN. f-o
• ‘IÖ)
BESLUIT van den lîden Februar 1875, bepalende de J)laatsiflg in ket Staatsbiad van de tussciLen
Nederlad en DaJtsch1ad up
13 November 1871 te Berlijn gesloten over—
eenkomst tot ree1ing der aansluiting aan dt Nederlandscli— Duitsclie grens vc
een en spoor
—
weg van Anwerpen naar Gladbach.
W13
W1LLEM Il[,
)rJ oE GRATIE GODS,
KONING
DER
NID’-n LANDEN, PRINS V ‘ ORANJE-NASSAu, GRooT-lTEk1oo VAN LUXEM3UJ, E?1, ENZ., ENE.
Gezien de overeenkomst
den l3den November 1874 tusscli’n Nedcrland en Duitscitland door de wederzijdsehe gevolmagtigdtH te Berlfn gesloten, tot regeling der aanslufting aan de Nedet ,
-
van eenen spoorweg van A.ntwerpen naar Gladbach, van welke overeenkomst de inhoud en de verta1iu
landsch-Duitsche grens
luiden als volgt:
2
18
0 VERTALING.
Zijne Majesteit de Koning der Nederlanden en Zijne Majesteit de Keizer van Duitschiand, Koning van Pruissen, in den naam van het Duitsche Keizerrijk, wenschende de spoorwegverbinding tusschen de beide Rijken uit te breiden, hebben gevolmagtigden benoemd, om tot dat einde eene overeenkomst te sluiten, te weten:. Zijne Majesteit de Koning der Nederlanden, den .heer jonkheer
den
heer jonkheer
WILLFLM JAN GERARD KLERCK,
EDMOND
adviseur, en
WILLEM ANDRÉ KERENS DE WOLF—
TL’TH, lid der Gedeputeerde Staten van het hertogdom Limburg:. Zijne Maj esteit de Keizer van Duitschiand, Konivg van Pruissen den
heer
PAUL AMEDEUS (JUSTAAF
REICHARDT,
Hoogstdeszelfs.
raad van legatie in werkelijke dienst, en den heer
F RÖLICH,
Hoogstdeszelfs geheimen regeringsraad;
die, na hunne volmagten uitgewisseld en in goeden en behoor lijken vorm bevonden te hebben, omtrent de navolgende artikde» zijn overeengekomen: Artikel 1. De beide Regeringen 7.ijfl wederzijds gezind om den aanleg van een’ spoorweg te begunstgen in verlenging van dien van Antwerpen naar de Nederlandsche grens bij Hamont, waarvoor door de Belgische Regering concessie is verleend, van daar dt rigting volgende langs Weert en Roermond naar Munchen— Glad bach.
3
18
Sa Majesté le Roi des Pays-Bas et Sa Majesté l’Ernpereur d’.Ailemagne, Roi de Prusse, au nom de l’Empire Germanique, animés du dsir d’tendre les communications par voies ferres entre les deux Pays, out nornm des plénipotentiaires pour con dure une convention cet effet, savoir: Sa Majest le Roi des Pays-Bas, monsieur le jonkheer GUILLAUME JEAN G1RARD KLERcK, con
seiller, et monsieuf le jonkheer EDMOND GUILLAUME ANDRÉ KERENS DE WOLFRATH,
membre des États Députs du duché de Limbourg;
Sa Majesté 1’ Empereur d’Allemagne, Roi de Prusse, monsieur
PAUL
AMDÉE
GUSTAVE
REICHARDT,
Son conseiller
actuel de légation, et
c
monsieur FROELICH, Son consiller intime de rdgence;
lesquels, après avoir chang leurs pleins pouvoirs, trouvs en bonne et due forme, sont convenus des articles suivants: Article 1. Les deux Gouvernetneuts sont mutuellement disposs favo riser ltablissement d’un chemin de fer, en prolongement de celni d’Anvers la frontière Néerlandaise près de Hamont, conces sionné par le Gouvernement Beige. et 80 dirigeant de l par Weert et Ruremonde . München—Gladbach.
(z’
IS
0
Te Roermond zal de spoorweg aansl&ten aan de Nederlandsche Staatsspoorwegen en te G-ladbach aan het net van de Bergisch— Mirkische spoorwegrnaatschappij, zoo, dat de locomotieven, de rijtuigen en de wagons der beide landen zonder belemmering op d verschillende lijnen kunnen overgaan. Het verbindingspunt en de aansluiting aan de grens zL!lIen door tot dat einde van wege de besturen van beide landen aangewezen commissarissen bepaald en door de zorg van die commissarissen afgebakend worden. Artikel 2. De Koninklijke Regering van Pruissen heeft, onder dagtee— keniog van 23 Mei 1874 aan de Bergisch—Mirkische spoor— wegmaatschappij concessie verleend voor den aanleg en de exploi taie van den spoorweg van Giadbach tot aan de grens van het Rijk. De Koninklijke Regering der Nederlanden heeft onder dag— teekening van 6 December 1873 aan de maatschappij du Nord de la Belgiquc de concessie verleend voor den spoorweg te maken van de grens van het Duitsche Keizerrijk, langs Roerond en Weert tot ‘aan de Belgische grens nabij Hamorit. De beide Regeringen zullen de middelen beramen om te ver krijgen, dat de gedeelten van de op wederzijdsch gtondgebied te maker spon’wegen binnen den kortst mogelijken tijd voltooid en iU exploitatie gebragt zijn. Artikel 3. E!k der beiie Regeringen zal de ontwerpen voor den aanleg van den spoorweg op haar grondgebied goedkeuren en vaststellen. De spoorbreedte. gemeten tusscheu de spoorstaven. zal zijn een. rnter en drie en ‘ecrtig en een halve centimeter. Artikel 4. De beide Regeringen komen overeen , dat de exploitatie van dozen spoorweg op beider grondgebiel aan geenerloi bezwarender
0
13 Ce chemin de for sera raccord Ruremonde aux cbernin de for de l’Êtat Ncerlandais et Gladbach au rean de la soc du chemin de fer de Berg et Marche, de rnanière que leç loco motives, les voitures et les wagons des deux ptys puisent circuler sans entraves sur les diffrentes lignes. Le point de jonction et le raccordement la frontière seront dtermins par des commissaires désignés cet effet de la part des administrations des deux pays, et seront jalonns par les soms de ces commissaires. .
Article 2. Le Gouvernement Royal de Prusse a concédé en date du 23 Mai 1874 la société dii chemin de fer de Berg et Marche la construction et l’expliitation du chemin de fer de Gladbach jusqu’ la frontière dii pays. Le Gouvernement Royal des Pays Bas a accord en date du 0 D&embre 173 la compagnie dU Nord de la Belgique la con cession pour le chemin de for £ con struire de la frontière de l’Empire Allemand par Ruremonde et Weert jusqu’ la frontière de la Belgique près de Hamont. Les deux Gouvernements aviseront aux mesures prendre, afin d’obtenir que les parties dii chemin de fer constrttire -ur leur territoire respectif solent achevées et mises en exploitation dans 1 plus bref d1ai possible. ) Article 3. Chacun des deux Gouvernemeuts approuvera et arrêtera le projets pour la construetion du chemin de fèr sur son territoire. La largeur de la voic mesurée entre les rails sera dun mètr quarante trois centimètres et demi. Article 4. Les deux Gouvernements conviennent que l’exploitation de ce chemin de fer sur les deux territoires no doit être assujettie i
18
6
of moeijelijker voorwaarde moet onderworpen zijn, dan die, welke in ‘t algemeen in bare respectieve Staten opgelegd zijn aan maatschappijen, die aldaar spoorwegen exploiteren. Voor het geval te eeniger tijd en voor eenig gedeelte van dezen spoorweg het regt van exploitatie mogt overgaan van de maatschappij, aan welke het door de beide Regeringen, ieder voor haar grondgebied, verleend is, hetzij aan de Regering van dat grGndgebied, hetzij aan eenen nieuwen concessionaris, be houden de beide Regeringen zich voor, om zich nader te ver staan om te verkrijgen, dat de exploitatie in overeenstemming met de belangen van den handel geregeld worde. Artikel 5. De dienstwissellng zal aan de grens geschieden. Te dien einde zullen de Bergisch—Markische maatschappij en de maatschappij da Nord de la Belgique, elk van hare zijde, bij de grens een station vestigen, het eene zoo digt nabij het andere als mogbljk is. De dienst tusschen de grensstations zal geregeld worden in gemeen overleg tusschen de besturen der beide bovengenoemde maatschappijen. Artikel 6. De beide Regeringen zullen in gemeen overleg te rade gaan, om aan de verschillende stations van dozen spoorweg zooveel mogelijk overeenstemming te verkrijgen tusscben de aankomst en het vertrek der treinen met het vertrek en de aankomst der meest regtstreeks doorloopende treinen op de lijnen in de beide landen, waaraan hij zal verbonden worden. Zij behouden zich voor, om het minimum te bepalen der voor reizigers geschikte treinen en zijn overeengekomen, dat dit mini mum in geen geval minder zal kunnen zijn dan van drie treinen daags in elke rigting. Artikel 7. De Flooge contracterende Partijen zullen iare zorgen aan-
Q
7
18
-ancune condition pins onreuse ou plus dif6dlle que celles im— poses généraiement dans les États respectifs aux socités qui y- oxploitent des chemins de fer. une €poqne qnelconque et pour mie partio Pour le cas ot’i -quelconque de ce chemin de fer le droit d’exploitation passerait laquelle ii a été conctdS par chacun des deux de la sociét Gouvernements pour son territoire respectif, soft au Gouverne qnelque nouveau concessionaire, ment de ce territoire, soit les deux G-ouvernements se réserveot de s’entendre ultrieure— ment, afin d’obtenir que l’exploitation soft rgMe conftrmaient •aux intrêts comnierciaux. Article 5.
( •
la frontière. Le changement de service se fera Dans ce but la soeit de Berg et Marche et La compagnie dii Nord de la Belgique tabIiront, chacune de leur côt, près de la frontière me station, i’une de l’autre aussi rapproche que possi bie. Le service entre ces stations frontières sera rcgl de cmmun accord entre les adtninistratjons des deux socitcs susnotnmées.
Articie 6. Les deux Gouvernements aviseront de commun aceord d’obtenir autant que possibie aux diffrentes stations de ce chernin de for -une coincidence des arrives et des dparts des convois avec les d4arts et les arrives les plus direets des lignes auxquelles ii sera raccord dans les deux pays. 110 ee rservent de dterminer Ie minimum de trams conve— IlabI3s pour voyageurs et ils sont tombs d’accord que ce mini— naum ne pourra en aucun cas être de moins de trois convois par jour dans chaque direction. Article 7. Les Hautes Partjes contractantes donneront leur soms,
(J
ce
18
8
wenden, opdat op dezen spoorr’eg voor elk vervoer, ‘t welk de grenzen overschrijdt, een tarief worde aangenomen zoo matig en zoo eenvormig mogelijk. Op dezen ganschen spoorweg zal ten aanzien van de wijze en den prijs van het vervoer en den tijd der verzending geen onder scheid gemaakt worden tusschen de ornierdanen der beide Staten. Zoowel ten aanzien der kosten van vervoer, als van den tijd van verzending zullen de reizigers en de goeleren, die van een der beide Staten in den anderen overgaan, niet minder gunstig behandeld worden op deze lijn dan op de andere internationale of binnenlandsche spoorwegen der beide Rijken. Artikel 8. De beide Regeringen komen overeen, dat de formaliteiten, te vervullen voor het nazien der paspoorten en in het algemeen voor het politietoezigt op de reizigers, zuIlen geregeld worden op de meest gunstige wijze in beide Staten toegestaan. Artikel 9. Om de exploitatie van dezen spoorweg zooveel mogelijk te begunstigen, zullen de beide Regeringen aan de reizigers, aanhunne goederen en aan de koopwaren, die langs dezen spoorweg vervoerd worden, alle gemak, met betrekking tot de formaliteiten der douane-expeditie, toestaan, ‘t welk met de douanewetten en algemeene verordeningen der beide Staten vereenigbaar is, daaronder in het bijzonder begrepen alle gemak, ‘t welk ten aanzien der formaliteiten van de douane-expeditie reeds toegestaan is,. of in het vervolg toegestaan zal worden aan eiken anderen spoor weg • die de grenzen van een der beide Staten overschrijdt. De koopwa ren en goederen, die van het eene der beide landen in het andere vervoerd worden en bestemd zijn voor andere dan greusstations, zullen mogen doorgaan tot aan hunne bestemmings— plaats, zonder onderworpen te zijn aan de visitatie der douane aan de grnskantoren, mits zich op de bestemmingsplaats een douanekantoor bevinde en aan de wetten en algemeene veror 1eningen voldaan worde, en behoudens het wettelijk regt der
C
(DI
IS que sur ce chemin de fer, pour tout transport dpassant la fron tière, ii soit adopt un tarif aussi modique et aussi uniforme que possible. Sur tout le parcours de ce chernin de fer ii ne sera pas fait de diffrence entre les suj ets des deux Etats, quant au mode et aux prix du transport et au telups de l’expédition. Les voyageurs et les marcbandises, passant de l’uu des deux Etats dans l’autre, ne seront pas trait moins favorablement sur cette ligne que sur les autres chemins de fer internationaux ou a l’intrieur des deux pays, tant en ce qui concerne les prix de transport que le torups de l’expédition.
(
Article 8. Les deux G-ouvernements conviennent que les formalits remplir pour la rvision des passeports et en gnral pour la police concernant les voyageurs seront rgIes de la mauière la plus favorable admise dans les deux Etats. Artiele 9.
(
c
Pour favoriser autant que possible l’exploitatiou de ce chemin de fer, les deux Gouvernements accorderont aux voyageurs, £ leurs bagages et aux marcbandises transportdes sur ce chemin de fer, en ce qui concerne les formalités d’expédition en douane, toutes les fiIités compatibles avec les bis douanières et le rSglements généraux des deux Etats, et spécialement celles qui bont déj. on qui seront accordées par la suite par rapport atix formalités de l’expédition en douane pour tout autre chemin de Ier traversarit Ja frontière de Uun des deux États. Les marchandises et bagages transportés de run dans l’autre des deux pays, en destination de stations autres que celles situéds â Ja frontière, seront admis â passer outre jusqu’au lieu de leur destination, sans être soamis aux visites de la douane dans les bureaux de. Ja frontière, pourvu qu’. ce lieu de destination ii e trouve établi un bureau de douane et qu’il sok satisfait aux bis et aux règlements généraux et sauf le droit légal de Ja douane
18
10
douanen van beide Staten om in buitengewone gevallen de koopwaren en de goederen zoo noodig elders te visiteren dan op de plaats hunner bestemming. Artikel 10. De administratien, belast met de exploitatie van dezen spoor weg, zullen gehouden zijn, ten aanzien van de postdienst tus schen en op de grensstations, te voldoen aan de volgende be dingen: 1°. om met iederen personentrein kosteloos te vervoeren de tij tuigen van het postwezen der beide Regeringen met hun dienstmaterieel, de brieven en de ambtenaren, die met de dienst belast zijn; 2°. om, zoolang de beide Regeringen geen gebruik maken van de onder het voorgaand nummer van dit artikel voorbe houden bevoegdheid, kosteloos te vervoeren do postpakketten en de koeriers, welke die pakketten vergezellen, in een goed ge sloten gedeelte van een gewoon rijtng van den spoorweg, tot dat einde ingerigt volgens de bevelen der Regering, die het ver voer eischt; 3°. om aan de ambtenaren van het postwezen vrijen toegang te verleenen tot de voor de postdienst bestemde rijtuigen en de bevoegdheid te laten om de brieven en pakketten af te halen -en te bezorgen; 4. om tegen een nader overeen te komen huur een geschikt lokaal voor de postdienst ter beschikking te stellen van het postwezen der beide Staten; 5° om, zooveel mogelijk, overeenstemming tusschen de exploi tatie van den spoorwe; en de dienst van het brievenvervoer tot stand te brengen, op zoodanige wUze, als door de beide Rege
C
11
18
des deux États de visiter au besoin, dans des cas exceptionn eis, les marchandises et bagages ailleurs qu’au hou de leur desti ination. irticle tO. Le administrations charges de l’exploitation de ce chemin de fer seront tenues, en ce qui concerne le service des postes entre -et dans les stations frontières, de satisfaire aux stipulations suivantes:
(
1. de transporter gratuitement par chaque convoi pour voya geurs les voitures de la poste des deux Gouvernements avec leur matériel de service, les lettres et les employs chargs du service;
2°. de transporter gratuitement, tant que les deux G-ouver riements ne font pas usage de la facnlt rdserve par le préc& dent numéro de cet article, les mailes de la poste et les courriers. qui convoient les mahles, dans un compartiment bien ferm d’une voiture ordinaire du chernin de fer arrangé â eet effet d’après les ordres du Gouvernement qui requiert le transport;
(
3o•
d’accorder aux employs de radministration postale la libre entrée des voitures destines au service de la poste, et de leur laisser la facult de prendre et de remettre les lettres et ies paquets; 4. de mettre la disposition des administrations postales -des deux États, raison duri loyer convenir, un local con venable pour le service de La pote; 5°. d’tablir, autant qtie fire se pourra, la conformit entre L’exploitation da chemin de fer et le service du transport des lettres, telle qu’elIe sera juge ncessaire par les deux G-Du
-
IS
12
C
ringen noodig zal goordee1d worden, om een zoo geregeld en zoo snel mogelijk vervoer te vestigen. Voor het overige: a. zullen de verpligtingen, welke de wetten van het Duitsche Keizerrijk of van het Koningrijk Pruissen aan de spoorwegmaatschappijen opleggen, en die, welke de later t maken wetten,. hetzij voor het Duitsche Keizerrijk, hetzij voor Pruissen, haar zullen opleggen, in stand gehouden en in toepassing gebragt worden voor het gedeelte van dIen spoorweg, dat gelegen is op het Duit— sche grondgebied; b. zullen de verpligtingen, welke de wetten van het Koning— rijk der Nederlanden aan de spoorwegmaatschappijen opleggen, en die, welke later voor de Nederlatden te maken wetten haar zullen oplegggen, in stand gehouden en in toepassing gebragt worden voor het gedeelte van dien spoorweg, dat gelegen is op liet Nederlaudsch grondgebied. De postadministratien der beide Staten zullen zich met elkander verstaan ten aanzien van het gebruik van dezen spoorweg voor de postdienst tusschen de grensstations.
C
Artikel 11. De beide Regeringen staan toe, dat er van Roermond naar Gladbach een electro-magnetische telegraaf worde opgerigt voor de dienst van den spoorweg. Even zoo zal door de zorg der beide Regeringen, ieder op haar grondgebied, een electro-magnetische telegraaf langs dezen spoorweg kunnen worden opgerigt voor de internationale en publieke dienst. Artikel 12. Deze overeenkomst zal bekrachtigd en de akten van bekrach— tiging daarvan zullen te Berlijn zoo spoedig mogelijk uitgewisseld worden.
(
C
is vernements, ponr obtenr tin tratsport aussi rgulier et aussi prompt que possible. Pour le rest e:
/N ‘-
a. les obligations, que les bis de l’Empire Allemand ou dii Royaume de Prusse imposent et que les bis qui pourront être tablies plus tard, soit pour l’Empire Ablemand, soit pour la Prusse, imposeront aux soeits de chemins de for, seront main tenues et mises en vigueur pour la partie de ce chemia de fr qtii est situc u sur le territoire Allemand; 4 b. les obligations, que les bis du Royaume des Pys-Bas imposent et que les bis, qui pourront être tablios plus tard pour les Pays-Bas, imposeront au socits de chemins de for, seront maintenues et mises en vigueur pour la partie de ce chemin e for qui est situe sur le territoire Ner1andais. Les administrations des postes des deux États s’entendront relativement l’empboi de ce chemin de fer pour le service :postal entre les stations frontières. Articbe 11. Les deux Gonvernements consentent i. ce u’i1 soit taMi de Ruremonde i. Gladbach un tdlégraphe 1ectro-magntiqu liotir le service du chemin de fer. Un tégraphe 1ectro-rnagntique pour le ser dce international et public pourra galement trc taIi le long de ce chernin de for par les soms des deux Gouvernerneuts, chacun sur son territoire.
Article 12.
La prsente convention sera rtiflSe et les ratifications en seront changds ‘i Berilu ie ii1ustt posible.
14
iS
In oorkonde waarvan de gevolmagtigden deze overeenkomst hebben onderteekend en er hunne zegels an hebben gehechL Gedaan te Berlijn, den l3den November 1874.
(Get.)
G. J. G. KLERCK.
(L. S.) “
EDM. KERENS DE WOLFRATH.
(L. S.) REICJEIARDT.
(L. S.) »
dr.
FRÖLICH.
(L. S.)
(
—
c 18
15
En foi de quoi les plénipotentiaires out sigud la prsente convention et y out appos le sceau de leurs arines. Fait
,
Berlin, le 13 Novembre 1874. (Signe’)
0.
.
0. KLERCK.
(L. S.) :
EDM. KERENS DE WOLFRTJI.
(L. S.) REICIIARDT.
(L. S.) dr.
FRoLICH.
(L. S.)
c
18
16
Gelet dat de akten van bekrachtging der genoemde over eenkomst, door Ons den l8den December 1874 en door Zijne Majesteit den Keizer van Duitschiand, Koning van Pruissen , den 30sten November 1874 onderteekend, den 22sten Janu arij 1875 te BerlÇjn zijn uitgewisseld geworden; Op de voordragt van Onzen Minister van Buitenlandsche Zaken, van den l3den Februarij 1875, n°. 630; Hebben goedgevonden en verstaan de bovenstaande overeen komst met de vertaling bekend te maken door plaatsing van dit besluit in het Staatsbiad.
C
Onze Ministers, Hoofden der Departementen van Algemeen Bestuur, worden belast, ieder voor zooveel hem betreft, met de uitvoering der bepalingen in voorschreven overeenkomst vervat. ‘s Gravenhage, don i7den Februarij 1875. WILLEM. iie Mini$ter van Buitenlandsche Zaken, VAN
DER
DOES
DE
WILLEBOIS.
Uitgegeven den twaaifden Maart 1875. De Minister van Justitie, V AN LYNDEN VAN SANDENDURG.
(Z_