Structuurvisie Breda 2020 Stad in evenwicht
december 2007
voorwoord >>> 2
Structuurvisie Breda 2020
Voorwoord Breda, stad in evenwicht Woningbouw in Teteringen, Lijndonk/Tervoort en Bavel. De nieuwe OVterminal. De HSL-shuttle. Het water terug in de binnenstad. Zo maar een greep uit alle ontwikkelingen die op ons afkomen in Breda. De visie die voor u ligt, is de voorbereiding van de stad op haar toekomst. Een evenwichtige stad, die groeit naar 185.000 Bredanaars, die samen werken, samen wonen en samen recreëren. Al die 185.000 Bredanaars, met hun specifieke kenmerken, vormen het kloppend hart van dit programma. We werken aan een stad in evenwicht, met een evenwichtige bevolkingsopbouw. Een stad waar het goed toeven is voor oud én jong. Een duurzame stad in Europa, die jongeren aan zich weet te binden. Voor hen zijn goed onderwijs en aantrekkelijke banen van levensbelang. En een complete stad. Met duurzame, veilige en toegankelijke woningen, zodat ouderen zo lang mogelijk zelfstandig kunnen blijven wonen. Als wethouder Ruimtelijke Ontwikkeling van de gemeente Breda ben ik trots op deze visie. In dit document zijn de ruimtelijke kansen van de stad tot 2020 vastgelegd. En om die kansen te benutten zijn keuzes nodig. Het college van burgemeester en wethouders geeft aan waar Breda de komende jaren in investeert. Zo sturen we bij in ontwikkelingen die wenselijk zijn en ontstaat een stad in evenwicht. Met ruimte voor stad én natuur, traditie én innovatie, oud én nieuw, inspanning én ontspanning. Altijd weer vanuit een menselijk perspectief. Uw stem is bij de totstandkoming nadrukkelijk gehoord. Ook bij de uitvoering rekenen we op uw inspanning. Daar zet dit college hoog op in. Om te vormen, te sturen, te meten en te delen. Janus Oomen Wethouder Ruimtelijke Ontwikkeling en Ontwerp en Beheer Buitenruimte van gemeente Breda. 20 december 2007
Structuurvisie Breda 2020
3
SAMENVA SAMENVA SAMENVATTIN VAT ATTING A
samenvatting >>> 4
Structuurvisie Breda 2020
Samenvatting Algemene beleid en toetsingskader De Structuurvisie vormt het algemene beleids- en toetsingskader voor de ruimtelijke ontwikkelingen op de lange termijn (2020). De beleidsbeslissingen hebben betrekking op de ambities van de stad, het te realiseren ruimtelijke
• Breda, een complete en duurzame stad voor haar inwoners, op het gebied van wonen, werken, zorg en cultuur; • Breda, een regionale, Brabantse en Europese stad, met een externe oriëntatie.
programma, de ruimtelijke structuur en de ruimtelijke planning en uitwerkin gen.
Programmadoelen De Structuurvisie gaat uit van programmadoelen voor:
Evenwichtige ruimtelijke ontwikkeling Breda zal zich de komende jaren ontwikkelen tot een dynamische stad, een euregionaal centrum en een vitale stad. Deze kent een harmonieuze bevol kingsopbouw, waarin elke groep burgers evenredig vertegenwoordigd is. Daarbij gaat de stad voor een evenwichtige ruimtelijke ontwikkeling waarbij stad en land, wonen en werken, bereikbaarheid en leisure/recreatie, oud en modern, natuur en water in samenhang met elkaar ontwikkeld worden.
• wonen: circa 185.000 inwoners in 2020, 15.000 nieuwe wooneenheden, woonkansen voor oudere en jonge mensen; • werken: circa 110.000 arbeidsplaatsen in 2020, 250 ha nieuwe bedrijven terreinen, arbeidsplaatsen voor hoog- en lageropgeleiden; • een goede spreiding van kwalitatieve maatschappelijke voorzieningen voor levensloopbestendige wijken in de stad; • een infrastructuur die de bereikbaarheid van de stad in stand houdt; • een karakteristieke groen- en waterstructuur in en om de stad.
Toekomstperspectief De stad geniet van haar historisch centrum en complementair daaraan een
Stedelijke structuren
moderne extra stad met zakencentrum nabij het nieuwe station. De stad en
Voor een duurzame ruimtelijke ontwikkeling van Breda wordt gewerkt aan het
haar omgeving is toeristisch aantrekkelijk en biedt ruimte voor leisure en
ontwikkelen en uitbouwen van de grote stedelijke structuren die randvoor
cultuur. Ze kent gedifferentieerde hoogwaardige woongebieden inclusief
waardelijk zijn voor een kwalitatieve en kwantitatieve ruimtelijke ontwikkeling.
maatschappelijke voorzieningen en werkgebieden met twee economische
• de hoofdwegenstructuur van de stad wordt aangevuld met de
ontwikkelingszones langs met name de A16, maar ook de A27. Deze zijn onderling verbonden door een netwerk van infrastructuur en uitstekend aangehaakt aan regionale en (inter)nationale stedelijke netwerken. Naast de ontwikkeling en vernieuwing van de stad middels transformatie en wijkontwik keling zet Breda zich in voor de te herstructureren werkgebieden en de
snelwegenruit om Breda; • de bundeling van het groen en watersysteem in en om de stad vormt het stadslandschap, de groene mal van de stad; • de stedelijke entrees van de stad zijn en blijven de economische ontwikkelingszones c.q. assen.
instandhouding van de kwalitatief goede woon- en werkgebieden. Transformatie en herstructurering Drie stedelijke ontwikkelingsambities
Prioriteit op de middellange termijn (2015) krijgen lopende transformatiepro
Op basis van de Stadsvisie Breda (1999-2005) zijn voor de Structuurvisie Breda
gramma’s voor wonen en werken, zoals Teteringen, Bavel-Zuid en Bavel
2020 de volgende drie stedelijke ontwikkelingsambities geformuleerd:
Lijndonk/Tervoort, en de Spoorzone Via Breda (Stationsgebied en Drie
• Breda, een stad waar het goed toeven is, met aantrekkingskracht op
Hoefijzers). Ook de complementaire vrijetijdscentra van de binnenstad, de
mensen van binnen en zeker ook van buiten de stad, zowel sociaal
Bavelse Berg en het NAC-stadion krijgen prioriteit, net als de lopende
cultureel als zakelijk-economisch;
wijkontwikkeling in de Hoge Vucht, Linie, Doornbos, Heuvel en Driesprong.
Structuurvisie Breda 2020
5
5 hoofdkeuzen 1 versterken stedelijke structuur stadslandschap ruit van Breda stedelijke zone
2 transformatie: intensivering
3 transformatie: uitbreiding
4 herstructurering werkgebied woongebied
6
5 consolidatie
Structuurvisie Breda 2020
Aandacht blijft ook voor de lopende herstructurering van Krogten/Emer/
Samenhang met de regio
Hintelaken, Hazeldonk en het buitengebied van Breda, de Baronie.
De visie vormt de basis voor de Bredase inzet op de overige planningsniveaus in de regio zoals West-Brabant, het Uitwerkingsplan Breda-Tilburg, Brabant
In de potentiële transformatieruimte ten noordwesten van Breda worden de
stad enzovoort, waarbij samenwerking en partnership de bindende thema’s
ruimtelijke mogelijkheden verkend voor 50 ha bedrijventerrein. Daarnaast
zijn, gericht op het realiseren van de gemeentelijke doelen. De visie wordt
worden voor de toekomst de woningbouwmogelijkheden ten zuiden van
ingebracht als bouwsteen voor de nieuwe structuurvisie Noord-Brabant en de
Prinsenbeek en ten noorden van de Bredestraat onderzocht.
visievorming op de ontwikkeling van West-Brabant.
Consolidatie
Actualiseren
In consolidatiegebieden wordt geen prioriteit gegeven aan grootschalige
De Structuurvisie is de basis voor samenwerking met partijen die de visie mee
integrale ontwikkelingen en wordt terughoudend en kritisch gekeken met
willen ontwikkelen en wordt vierjaarlijks geactualiseerd.
inachtneming van het bestaande ruimtegebruik en ruimtelijke kwaliteit. Ruimtelijke initiatieven krijgen prioriteit op basis van de gemeentelijke woonen GWI-doelen met name in die gebieden waar de actualisatie van het bestemmingsplan aan de orde is. Inhoudelijke accenten De Structuurvisie legt verder inhoudelijke accenten op de volgende thema’s: • de historische herkenbaarheid van de stad met het beschermen, zichtbaar maken en integreren van deze waarden bij de verdere ontwikkeling van de stad; • het creëren van nieuwe vrijetijdscentra in en rond de stad; • de stedelijke allure en intensivering van de ruimte met selectieve hoog bouw. Realisatie De realisatie van de Structuurvisie loopt via: • de gebiedsgerichte aanpak van de transformatie, wijkontwikkeling, herstructurering en consolidatiegebieden. Deze is gebaseerd op de stedelijke planning, waarbij per deelgebied doelgerichte integrale visies worden opgesteld. Bij deze integrale visies gaat het eveneens om een integrale gebiedsfinanciering; • een planmatige aanpak van de grootschalige stedelijke structuren (stadslandschap, hoofdinfrastructuur) die is gekoppeld aan de gebiedsgerichte aanpak en financiering; • een beleidsmatige uitwerking van de inhoudelijke accenten, de vierjaarscyclus, een stedelijk planningsinstrument en de monitoring smart-maken.
Structuurvisie Breda 2020
7
INHOUDS INHO OUDSOPGA O UD DSO SOPGAVE OPGAV AVE A
inhoudsopgave >>> 8
Structuurvisie Breda 2020
>
Inhoud Voorwoord
3
Bijlage 1: begrippenlijst
51
Samenvatting
5
Bijlage 2: geraadpleegde beleidsdocumenten en studies
52
1 Inleiding
11
2 Stedelijke ambities
15
2.1 Evenwichtige ruimtelijke ontwikkeling
15
2.2 Strategie
17
3 Programma
19
3.1 Wonen
19
3.2 Werken
20
3.3 Verkeer en vervoer
21
3.4 Milieu
22
3.5 Welzijn, zorg en onderwijs
22
3.6 Vrijetijdseconomie en sport
23
3.7 Cultuur
24
3.8 Externe oriëntatie
24
4 Ontwikkelingsruimte
27
4.1 Stedelijke hoofdstructuur als basis
27
4.2 Stadslandschap
29
4.3 Hoofdinfrastructuur
29
4.4 Stedelijke zones
31
4.5 Stedelijke thema’s
37
5 Realisatie
41
5.1 Realisatiefilosofie: regie voeren binnen kaders
41
5.2 Het uitvoeringsprogramma
43
5.3 Planningskader
45
5.4 Monitoring op de doelen
46
5.5 De sociale en fysieke beheersopgave
47
Structuurvisie Breda 2020
9
INLEID INLEIDING DING
hoofdstuk 1 >>> 10
Structuurvisie Breda 2020
1
Inleiding Nieuwe ruimtelijke opgave
Nieuwe Structuurvisie
Breda staat voor een vernieuwde ruimtelijke opgave. De Stadsvisie uit 1999
Deze vraagstukken maken een nieuwe ruimtelijke structuurvisie bestuurlijk
bevat een integrale visie op de ontwikkeling van de stad op het terrein van
gewenst én noodzakelijk. Deze visie geeft beleidsmatig integraal - program
wonen, werken, voorzieningen en cultuur. Maar de ontwikkeling van de stad
matisch, ruimtelijk, planmatig en financieel - richting aan de verdere ontwikke
is een permanente opgave. De planhorizon verschuift met de tijd. De Stadsvisie
ling van de stad. Het geeft de gemeente een actueel strategisch beleidskader
zet in op 2010. De Nota Ruimte en het Uitwerkingsplan van het Streekplan
voor de ruimtelijke ontwikkeling van de stad tot 2020. Het is de basis en
voor de stedelijke regio Breda-Tilburg vragen echter om een ruimtelijke visie
tegelijk een juridisch toetskader voor ruimtelijke initiatieven, mede in het licht
tot 2020. De opgave waar de stad voor staat, komt neer op het analyseren van
van de nieuwe Wet ruimtelijke ordening en de Grondexploitatiewet.
de ruimteclaims voor die periode en het onderbrengen van deze claims in de structuur van de stad en regio op diverse schaalniveaus. De ontwikkelingen op
Programma-ruimte-realisatie
euregionaal en nationaal niveau zijn immers niet meer los te zien van de
De visie spreekt zich uit over het kwantitatieve en kwalitatieve gebruik van de
ontwikkelingen op regionale en lokale schaal. Daarbij moet Breda aan de
ruimte in de tijd. Uitgangspunten daarbij zijn de voortdurende interactie tussen
regio, de provincie en het rijk duidelijk maken waar zij de komende vijftien jaar
de ambitie en de ruimtelijke doelen van de stad, het daarop afgestemde
voor staat en gaat.
functionele programma, de beschikbare ruimte en de benodigde haalbare realisatiestrategie. Bij de uitwerking van de Structuurvisie in de ontwikke
Hoe zal de stad verder groeien?
lingslocaties vormen integrale programma’s het uitgangspunt voor de plannen,
Nieuwe (ruimtelijke) ontwikkelingen en kaders van de afgelopen jaren, zoals
naast een integrale realisatiestrategie en een strategie op het toekomstige
de vergrijzing en ontgroening van de bevolking, de luchtkwaliteit, de verder
beheer.
gaande regionalisering, de netwerkstad, de economische kansen van de HSLshuttle, de strategische ligging van de stad en het wegvallen van nationale
Drie ruimtelijke beleidsstrategieën
grenzen, hebben kwantitatief en kwalitatief invloed op het toekomstige
Rode draad in de visie vormen de drie ruimtelijke beleidsstrategieën:
ruimtegebruik en de ruimtebeleving. Er blijft behoefte aan woningen,
• het raamwerk van de stad;
bedrijven, cultuur, vrijetijdsbesteding, infrastructuur en maatschappelijke
• de ontwikkelingsprogramma’s transformatie, herstructurering en consoli
voorzieningen. Maar de aard van die behoefte verschuift. Hoe groot de concrete ruimtebehoefte is, en of het alleen gaat om gebiedsuitbreiding of ook om ruimtelijke intensivering, daaraan geeft deze Structuurvisie richting. De
datie; • de uit te werken ruimtelijke thema’s: historische structuur, vrijetijdscentra en stedelijke allure c.q. hoogbouw.
centrale vraag is: hoe zal de stad verder groeien? De ruimtelijke hoofdstructuur is het raamwerk van de stad en vormt de basis Kernvraagstukken
voor de verdere ontwikkelingsmogelijkheden van Breda. De ontwikkelingspro
De komende vijftien jaar staat Breda voor de volgende kernvraagstukken:
gramma’s richten zich op het realiseren van de woningbouw, bedrijventer
• voor welke kwalitatieve en kwantitatieve opgave staat de stad, gezien haar
reinen en kantorenbehoeftes, inclusief maatschappelijk fysieke voorzieningen.
ambities en de keuze voor een evenwichtige ruimtelijke ontwikkeling; • wat kan, mag of is gewenst op het gebied van onder andere groen, water,
Bij consolidatie gaat het om het behoud, de versterking en het beheer van het ruimtegebruik en de kwaliteit. Herstructurering draait om het verbeteren en
infrastructuur, stedenbouw, historisch erfgoed, economie en wonen, mede
vernieuwen van de kwaliteit van het huidige ruimtegebruik. Bij transformatie
in het licht van de groeiende regio?
wijzigen het ruimtegebruik en de ruimtelijke kwaliteit.
Structuurvisie Breda 2020
11
12
Structuurvisie Breda 2020
De ontwikkeling van de ruimtelijke accenten binnen de Structuurvisie richt zich op actuele thema’s zoals het cultureel erfgoed, die voor de toekomst van de stad ruimtelijk bepalend kunnen zijn. Rol gemeente De opgave vraagt ook om een definitie van de rol van de gemeente in dit brede ontwikkelingsperspectief. Op welke wijze en met inzet van welk instrumentarium gaat de gemeente het ontwikkelingsproces in? Voert zij regie op afstand, is zij de arrangeur die partijen bijeen brengt of is zijzelf de hoofdrolspeelster? En wie zijn haar medespelers? Dat komt in het hoofdstuk Realisatie aan bod. Samenhang Met de Structuurvisie wordt het toekomstige integrale ruimtelijk ontwik kelingsbeleid bepaald. De visie is ontwikkeld in samenhang met de visie op de sociaal economische structuur en de visie op het fysieke beheer van de stad. Aanpassingen in de visies hebben over en weer consequenties. Er is een permanente interactie tussen de ontwikkelingen op deze terreinen. Bij de uitwerking en implementatie van de visie krijgt deze interactie verder inhoud. Streekplan Deze visie geeft ook antwoord op de strategische opgave vanuit het Uitwer kingsplan van het Streekplan voor de stedelijke regio Breda-Tilburg. Daarnaast is het de basis voor gemeentelijke inbreng in ruimtelijke ontwikkelingsproces sen op elk schaalniveau. Zo is de visie weer een bouwsteen voor de Structuur visie West-Brabant (de actualisering van de rolbeschrijving) en de nieuwe Structuurvisie Noord-Brabant.
Structuurvisie Breda 2020
13
STEDELIJKE S TED DELIJKE A AMB AMBITIES MB BITIES
hoofdstuk 2 >>> 14
Structuurvisie Breda 2020
2
Stedelijke ambities 2.1
Evenwichtige ruimtelijke ontwikkeling
1. Goed toeven De inwoners en bezoekers van Breda moeten zich
Breda zal zich de komende jaren ontwikkelen tot een dynamische stad, een
thuis voelen in een prettige, goed beheerde stad
euregionaal centrum en een vitale stad. Deze kent een harmonieuze bevol
met een grote ruimtelijke variëteit en een sterke
kingsopbouw, waarin elke groep burgers evenredig vertegenwoordigd is.
(historische) identiteit. De stad gaat dan ook
Daarbij gaat de stad voor een evenwichtige ruimtelijke ontwikkeling waarbij
zorgvuldig en duurzaam om met de schaarse ruimte.
stad en land, wonen en werken, bereikbaarheid en leisure/recreatie, oud en
Behoud van de huidige kwaliteit is daarbij de norm.
modern, natuur en water in samenhang met elkaar ontwikkeld worden.
Nieuwe ruimteclaims worden zoveel mogelijk ingepast in huidige structuren. De stad wil een Goed toeven
voedingsbodem zijn voor het ontstaan van een cultureel klimaat (sociaal en economisch) om de
Stedelijke ambities en doelen
stedelijkheid meer inhoud te geven.
Op basis van de Stadsvisie Breda zijn voor de Structuurvisie Breda 2020 de
Een van de meest gewaardeerde en herkenbare kenmerken van Breda is het
volgende drie stedelijke ontwikkelingsambities geformuleerd:
goede toeven. Zowel op het gebied van wonen en recreëren als op het gebied
•
Breda, een stad waar het goed toeven is, met aantrekkingskracht op
van werk en zakelijkheid straalt Breda ‘hospitality’ uit. Daarmee heeft de stad
mensen van binnen en zeker ook van buiten de stad, zowel sociaal-
één van de belangrijkste kenmerken in handen voor de ontwikkeling van
cultureel als zakelijk-economisch;
prettige woon-, werk- en leefmilieus, die sociaal aangenaam, schoon, heel en
Breda, een complete duurzame stad voor haar inwoners, op het gebied
veilig zijn. Dit uitnodigende karakter heeft twee kanten: een sociaal-culturele
van wonen, werken, zorg en cultuur;
(complete duurzame stad) en een zakelijk-economische (regionaal, Brabants
Breda, een regionale, Brabantse en Europese stad, met een externe
en Europees). Het waarderen en toevoegen van ruimtelijke en omgevingskwa
oriëntatie.
liteit en van culturele, recreatieve en zorgfuncties zorgt ervoor dat deze twee
• •
kanten elkaar versterken. Dit leidt tot de volgende doelen: • instandhouden van een prettige woon- en werkstad: schoon, heel en veilig met ruimte voor bereikbare en kwalitatieve maatschappelijke voorzieningen; • streven naar grote ruimtelijke diversiteit: woon- en werkmilieus, diverse recreatieve belevingscentra, landschap, natuur en openbare ruimte; • kiezen voor zorgvuldig en duurzaam ruimtegebruik; • behouden en versterken van een herkenbare historische structuur; • verbreden van de culturele identiteit.
Structuurvisie Breda 2020
15
2. Compleet en duurzaam Breda wil voor haar bewoners en bezoekers een
Dit leidt tot de volgende doelen: • vergroten van de woningvoorraad met voldoende en geschikte
complete en duurzame stad zijn op het gebied van
woningen voor ouderen én jongeren met een specifieke aandacht
wonen, werken, zorg en cultuur. Compleet in de
voor bereikbaarheid (30%) en gericht op een evenwichtige bevol kingsopbouw;
vorm van aanwezig, bereikbaar en goed. Duur zaam in de zin van kwaliteit, toekomstvast met een
• bieden van voldoende, gevarieerde werkgelegenheid, afgestemd op de behoeften van de arbeidsmarkt;
goede leefomgeving, waarbij een actieve inbreng van de bewoners voorop staat. Daarbij is het van
• versterken van de economische structuur en ruimte bieden voor nieuwe economische ontwikkelingen in de stad en het buitengebied,
belang om de vergrijzing en de vergroening van de Compleet en duurzaam
onder andere op het gebied van cultuur/belevingseconomie;
bevolking actief in een goed evenwicht te houden. Een gezonde bevolkingsopbouw is daarbij het
• differentiëren en versterken sociaal-culturele maatschappelijke voorzieningenstructuur verder op het juiste niveau en voor iedereen;
uitgangspunt.
• versterken van de buurt-/wijkfuncties van de stad; Groei huisvesting en werkgelegenheid
• verbeteren van de luchtkwaliteit;
Vanuit de demografische behoefte is een groei van de stad wenselijk met
•
accommoderen van langzaam verkeer en openbaar vervoer;
huisvesting en werkgelegenheid. De gemiddelde woningbezetting neemt
•
ontwikkelen van een duurzaam water en energiesysteem;
immers nog steeds af, terwijl de wens om de woonkwaliteit te vergroten,
• kwalitatief versterken en uitbouwen van bestaande groenstructuren.
wachtlijsten te beperken en vergroening te activeren, juist groeit. Afstemmen op verscheidenheid
3. Regionale, Brabantse en Europese stad
De stad moet aandacht besteden aan het vasthouden, aantrekken en ruimte
Om haar ruimtelijk-economische doelstellingen te
bieden aan oudere én jonge mensen. Breda heeft behoefte aan voldoende,
realiseren, moet de stad in de huidige netwerksa
kwalitatieve huisvesting en geschikte woonmilieus voor iedereen. Met een
menleving een rol spelen op diverse schaalniveaus:
groei van de Bredase bevolking de komende vijftien jaar stijgt het aantal
regionaal (inclusief Zuidwest Nederland), provinciaal,
jongeren tot dertig jaar, net als het aantal 45-plussers. De kleine huishoudens
nationaal en internationaal. Door de strategische
en het aantal allochtonen nemen eveneens toe. Breda wordt ook steeds meer
ligging en goede bereikbaarheid heeft Breda al in
een stad van diensten, onderwijs en creatieve industrie. Hoe de ruimte ook
het verleden een meer of mindere dominante rol
wordt gebruikt, afstemming op die grote verscheidenheid aan bewoners en belevingen blijft de opgave.
(Inter)nationaal Europees
gespeeld op de diverse schaalniveaus. Breda kiest ervoor om, naast die bestaande regionale rol, de externe oriëntatie ook te richten op Europa.
Duurzame kwaliteit waarborgen
16
Door het toenemend aantal inwoners en bezoekers/toeristen neemt ook de
Strategisch economische ligging verder benutten
behoefte toe aan een compleet, gedifferentieerd en bereikbaar voorzienin
Het wegvallen van grenzen en de aansluiting op het Europese netwerk van
genaanbod (wijk/buurt en/of stedelijk). Kwaliteit en locatie moeten gewaar
hoge snelheidstreinen leidt ertoe dat Breda steeds meer een sleutelpositie
borgd zijn. Daarbij hoort een goede en gezonde leefomgeving met een goede
inneemt in een (Europees) netwerk van steden en regio’s. Breda wil haar
luchtkwaliteit, duurzame energievoorziening en een duurzame water- en
strategisch economische ligging verder benutten en haar positie als een van
groenstructuur, die de stad verweeft met het landschap en die ruimte biedt
de tien grote steden van Nederland versterken. De stad heeft al regionale
aan onder andere natuur, ecologie, groenrecreatie, waterberging, en
betekenis en aantrekkingskracht op regionale en internationale bedrijvigheid.
innovatieve vervoerwijzen.
Met het vertrek van een groot aantal productiebedrijven uit de stad zijn
Structuurvisie Breda 2020
meer internationale bedrijven en hoogopgeleiden aan te trekken. Oude en nieuwe bewoners en bezoekers willen 24 uur per dag kunnen genieten van het stedelijke leven in en om de stad. Dit leidt tot de volgende doelen:
2.2
•
optimaliseren van de bereikbaarheid in en van de stad;
•
versterken van de (inter)nationale/regionale/stedelijke functies;
•
vergroten van de stedelijke allure;
•
versterken van de regionale centrumfunctie van Breda.
Ì«ÊÛiÀ
}i
beleving, kenniseconomie en handel de centrale economische thema’s om nog
ÌiÀ>Ì>>
ÃÌi`iÊÉÊ Ài}>>
>>
Strategie In de realisatie van deze drie ambities werkt Breda aan een tweesporenstrate
gie:
•
de basis van de stad verbreden, zodat er een stevig fundament is voor:
•
het toevoegen van een onderscheidende kwaliteit: een internationale top.
L>ÃÃÊÛiÀLÀi`i
Met de verbreding van de basis gaat het om het kwalitatief in stand houden
van het sociale en culturele voorzieningenniveau, het woonbestand, het
werkmilieu, enzovoort. Daardoor ontstaat draagvlak voor het toevoegen van
meer internationaal georiënteerde woon-, werk- en voorzieningenniveaus. De
stad blijft met beide benen stevig op de grond staan en werkt ondertussen aan
haar kwalitatieve groei.
Structuurvisie Breda 2020
17
PROGR PROGRA PROGRAMMA RAMMA A
hoofdstuk 3 >>> 18
Structuurvisie Breda 2020
3
Programma Welke functies wil Breda de komende jaren ruimtelijk inpassen? En welke eisen
Ontgroening en vergrijzing
stellen deze functies aan hun vestigingsplek? Deze vragen vormen de basis
De gemiddelde leeftijd in Breda stijgt de komende jaren sterk. Woningen,
voor het programma. Het programma vormt op zijn beurt de basis voor de
voorzieningen en openbare ruimte moeten hierop zijn toegesneden. Om de
ruimtelijke opgave.
ontgroening tegen te gaan, moet tegelijk het woningaanbod voor starters en
Het programma is niet nieuw. Wat in dit hoofdstuk is opgenomen, komt in
jonge gezinnen aandacht krijgen.
belangrijke mate voort uit sectorale beleidsnota’s, waaronder het Uitwerkings plan Breda-Tilburg en het Convenant Woningbouwafspraken 2005-2010
Jonge huishoudens
provincie Noord-Brabant.
De woningvoorraad van Breda biedt huishoudens, ook die met lage inkomens, voldoende kansen om een wooncarrière te maken en te kiezen uit verschil
Programmavisie
lende woonmilieus en locaties. Breda wordt aantrekkelijker voor studenten en
Met dit programma groeit Breda tot 2020 naar een stad met een gezonde
andere jonge starters. Voor deze groepen beschikt Breda nog onvoldoende
demografische ontwikkeling, een stad die vergrijst, maar waar ook de ont
over in prijs en kwaliteit passende woningen. Jonge huishoudens kunnen een
groening een halt is toegeroepen. Een stad die mensen weet te binden voor
wooncarrière maken en worden aan de wijken en de stad gebonden door een
de sociaal-economische ontwikkeling. Een stad met een groen karakter,
substantiële toevoeging van grondgebonden woningen.
waar het goed toeven is, met een diversiteit aan woonmogelijkheden, eco nomische functies en voorzieningen. Een stad ook met een sterke externe
Nieuwbouwprogramma
oriëntatie, zowel op regionaal, nationaal als internationaal niveau.
Voor de periode tot 2020 wordt uitgegaan van een ruime planologische opgave van circa 15.000 nieuwe woningen, verdeeld over drie categorieën:
3.1
Wonen
•
centrumstedelijke/hoogstedelijke;
•
stedelijke woonmilieus;
• de groenstedelijke en dorpse woonmilieus.
Circa 30% van de te realiseren woningen behoren tot de bereikbare koop- of
huursector.
Lange termijn Voor de lange termijn wordt periodiek het gewenste programma voor wonen via de beleidscyclus wonen bepaald. De volgende factoren spelen daarin een hoofdrol: demografische ontwikkelingen, verdergaande daling van de Een vitale stad kenmerkt zich door een grote variëteit aan woonmilieus op
woningbezetting door kleinere huishoudens, de inkomensontwikkelingen,
diverse locaties. Breda heeft deze variëteit, wil die behouden en waar gewenst
betere bereikbaarheid, vestiging van werkfuncties met vraag naar personeel én
en noodzakelijk vergroten. Dit vraagt om een actieve aanpak vanuit de
de ambities van de stad.
gemeente. Naast het gewenste stedelijke programma moeten ook gebiedsge richte programma’s worden ingezet.
Structuurvisie Breda 2020
19
Wijkontwikkelingsgebieden
kracht. Het uiteindelijke doel is om meer en nieuwe werkgelegenheid te
In de wijkontwikkelingsgebieden wordt de woningvoorraad aangepast door
creëren. Daarbij wordt uitgegaan van een groei van circa 15.000 arbeidsplaat
verbetering, sloop, vervanging en verkoop. De integrale aanpak in deze
sen naar een totaal van 110.000 arbeidsplaatsen in 2020.
gebieden is gericht op de thema’s:
•
onbekommerd wonen (bijvoorbeeld veilig, dienstverlening en recreatie);
De ontwikkeling van de economie is afgestemd op de diversiteit van de
•
zicht op vooruitkomen (bijvoorbeeld onderwijs, werk en wonen);
doelgroepen die past bij Breda als centrumstad van West-Brabant: internatio
•
het verbeteren van de concurrentiepositie van deze gebieden.
nale handel en logistiek, kennisindustrie en hospitality. Op de reguliere bedrijventerreinen ligt het ruimtelijk accent op de vestiging van internationale
Consolidatiegebieden
handel en logistiek en op kennisindustrie. Bij de binnenstedelijke terreinen ligt
In consolidatiegebieden, zoals de kleine kernen, staat het behoud van de
de nadruk meer op kleinschalig, ambachtelijk en innovatief.
identiteit en kwaliteit centraal. Toevoeging en aanpassing van de woningvoor
Als onderdeel van hospitality moet nadrukkelijk de zorgeconomie worden
raad is gericht op het vergroten van kansen voor huishoudens met lage(re)
benoemd, als belangrijke groeisector met een flinke dynamiek. Breda zal
inkomens, jonge huishoudens én het meer geschikt maken om ook op hoge
hierop inspelen door het ruimtelijk accommoderen van nieuwe ontwikkelin
leeftijd in het gebied te blijven wonen.
gen, waarbij clustering de voorkeur heeft.
Duurzaam, veilig en toegankelijk
Bedrijventerreinen
In het licht van ‘prettige woonstad’ heeft Breda niet alleen aandacht voor
De voorraad bedrijventerreinen in Breda moet ruimte bieden aan zowel de
ruimtelijke kwaliteiten, maar ook voor de kwaliteit van de woning, de
ruimtevraag vanuit het zittende bedrijfsleven, als aan de noodzakelijke vernieu
woonomgeving en de stad als totaal. Richtlijnen zijn opgesteld voor een
wing door het toevoegen van nieuwe economische activiteiten. Dit vraagt om
duurzame, veilige en toegankelijke woning en woonomgeving.
samenhang tussen de bestaande voorraad en nieuw te ontwikkelen bedrijven terreinen. Een doelgroepgerichte aanpak en kwaliteit staan daarbij voorop.
3.2
Samenwerking gemeenten
Voor bestaande terreinen wordt de revitalisering krachtig voortgezet. Nieuwe
Tot slot: een woningmarkt heeft regionale betekenis. De samenwerking met
terreinen worden ontwikkeld volgens de nieuwste inzichten, met aandacht
gemeenten uit verschillende regio’s wordt gezocht om te komen tot goede
voor duurzame ruimtelijke kwaliteit, functiemenging, voorzieningen en
afspraken voor een ongedeelde regio.
veiligheid.
Werken
Kwantitatief is de behoefte aan bedrijventerreinen voor Breda geraamd op 20 hectare per jaar. Dit is de planningsopgave. De behoefte aan bedrijventerreinen hoeft niet volledig te worden gerealiseerd op nieuwe terreinen. Naar schatting kan jaarlijks vier hectare van de ruimtebehoefte worden ingevuld op bestaande locaties. Om te voorkomen dat bestaande terreinen leeglopen en gaandeweg verpauperen, wil de gemeente hervestiging op bestaande terreinen actief stimuleren en zo bijdragen aan duurzaam ruimtegebruik. De laatste jaren is veel binnenstedelijk getransformeerd in woon- of gemengde woon - werkge bieden. Veelal kleinschalige bedrijven, maar ook bijvoorbeeld delen van het
20
Een dynamische en innovatieve economie is een basisvoorwaarde voor een
Hero-terrein en Grada de Molen. Dit geeft een extra claim op nieuwe
vitale stad. Breda wil actief werken aan een duurzame economische structuur
bedrijventerreinen. Naast de lokale behoefte is samenwerking op regionale
door mensen te binden aan de stad, goede onderwijsvoorzieningen te bieden
schaal van groot belang. Zeker waar het gaat om het accommoderen van de
en het bedrijfsleven te ondersteunen bij het versterken van haar concurrentie
regionale en bovenregionale ruimtevraag.
Structuurvisie Breda 2020
Ontwikkeling dienstensector Via Breda
3.3
Verkeer en vervoer
Breda heeft de ambitie zich verder te ontwikkelen als internationale diensten stad. Zakelijke dienstverlening, hoofdkantoren en handelsfuncties hebben meer en meer een internationaal karakter. Deze internationale ambitie is vooral zichtbaar in het Spoorzonegebied, volgens de vastgestelde Structuurvisie Via Breda. Deze focus vraagt om terughoudendheid bij het gelijktijdig op de markt brengen van concurrerende locaties voor deze doelgroep. Niet dat de stad op slot gaat: Breda moet nadrukkelijk ruimte kunnen bieden aan meer lokaal en regionaal georiënteerde kantoorgebruikers. Kwantitatief gaan we uit van een marktvraag van gemiddeld 30.000 m2 bruto vloer oppervlak per jaar.
De mobiliteit blijft groeien. Om de ontwikkelingsopgave van de stad te borgen moeten we die groei ondersteunen, binnen de randvoorwaarden voor
Detailhandel
leefbaarheid, de verscherpte Europese normen op het gebied van milieu en
Breda is op het gebied van detailhandel dé centrumstad van Zuidwest
veiligheid, en de beperkte ruimtelijke mogelijkheden in de regio en stad.
Nederland. Om deze positie te versterken moeten we de regionale consument blijven boeien en verrassen. Dat kan door ruimte te bieden aan innovatieve
Autoverkeer in de stad
ontwikkelingen. Belangrijk daarbij is een zorgvuldig evenwicht tussen
De reistijden en files nemen vooral in de spits toe. Het fysieke hoofdsysteem
bestaande structuren en de dynamiek in de detailhandelsmarkt. Wil Breda een
voor het autoverkeer is vrijwel compleet. Uitbreidingen van infrastructuur in de
compleet pakket kunnen bieden op deze snel veranderende markt, dan moet
bestaande stad zijn zeer beperkt. De grenzen van het faciliteren van het
de stad zich ontwikkelen als een netwerk met de binnenstad en daaraan
autoverkeer komen dan ook in zicht. Het accent voor de toekomst ligt daarom
gekoppeld een aantal aanvullende subcentra. De onderlinge relaties in dit
op het maximaal benutten van de bestaande infrastructuur en inzetten op
netwerk zijn essentieel. Eventueel te ontwikkelen subcentra dienen over
andere vervoerswijzen en technieken. Dynamisch verkeersmanagement,
voldoende trekkracht te beschikken om de (regionale) consument te binden.
carpoolplaatsen en transferia voor de toekomst kunnen helpen het huidige
Hierbij heeft een thematische invulling de voorkeur.
netwerk/systeem maximaal te benutten.
Ook het voorzieningenniveau in buurten en wijken vraagt om versterking.
Fiets en openbaar vervoer
Bewoners moeten in hun directe woonomgeving hun dagelijkse boodschap
Om de bereikbaarheid voor de toekomst te borgen, moeten zowel het
pen kunnen (blijven) doen. Het uitgangspunt is dat deze voorzieningen zoveel
langzaam verkeer als het openbaar vervoer een grotere rol krijgen. De
mogelijk worden geconcentreerd in buurt- en wijkwinkelcentra.
compactheid van Breda geeft kansen voor een fietsvriendelijke stad. Dit sluit aan bij het gezondheidsbeleid. De ambitie is om het fietsgebruik vooral voor
Duurzame en economische toekomst buitengebied
de kortere afstanden binnen de stad te stimuleren en te vergroten.
In het reconstructieplan de Baronie en de gebiedsplannen voor de Biesbosch
Hoogwaardig Openbaar Vervoer (HOV) is de drager voor het toekomstig
en de Brabantse Delta zijn de kaders bepaald voor een duurzame en econo
openbaar vervoer-netwerk. Het langzaam verkeer en het openbaar vervoer
mische toekomst van het Bredase buitengebied. Centraal staat een goede
moeten een duidelijke plek krijgen in een “van deur tot deur” concept. Om de
mix van landbouw, natuur, water, landschap en recreatie. Voor nieuwe eco
stad in de nabije toekomst bereikbaar te houden zijn innovatieve maatregelen
nomische dragers voor het buitengebied werkt de gemeente aan verruiming
wenselijk, zoals prijsbeleid, doelgroepenbeleid en dynamisch verkeersmanage
van de mogelijkheden, onder andere door de nota functieveruiming buiten
ment (sturen op afstand/beheersen van verkeersstromen). Het ruimtelijk
gebied.
ordeningsbeleid geeft ook een oplossing voor het mobiliteitsvraagstuk (complete stad).
Structuurvisie Breda 2020
21
Ruit van rijkswegen
Aanpak bij de bron
Voor het autoverkeer van en naar de stad moet de ruit van rijkswegen (A16/
Breda voorkomt liever knelpunten door aanpak bij de bron, dan dat zij achteraf
A27/A58 en A59) rondom Breda maximaal worden benut, met gebruikmaking
ongewenste milieuaspecten ongedaan moet maken. Voor de Structuurvisie wil
van dynamisch verkeersmanagement. Hiervoor is voor de A27 en A58 een
de gemeente resultaat boeken via zoneren, afschermen (ecotech / ecotouch)
capaciteitsuitbreiding in de toekomst noodzakelijk.
en het nemen van bron- en proceduremaatregelen. Die leiden tot verbeterin
Binnen de stad moeten de oplossingen worden gezocht in het uitbouwen van
gen van het watersysteem, ecologische waarden, lucht- en bodemkwaliteit en
bestaande infrastructuur, nieuwe infrastructuur bij uitbreidingen of intensive
reductie van geluid en geuroverlast. Ook schone energie door het maximaal
ring van het stedelijke gebied. Het accent ligt bij het beter benutten en beheer
toepassen van windenergie, biomassa, en koude/ warmteopslag is een
sen van het bestaande wegennet. Capaciteitsmaximalisatie is voor de langere
belangrijk beleidsthema.
termijn een belangrijk ontwikkelingsvraagstuk. De stad Breda heeft een jarenlange traditie opgebouwd, waarbij het landschap 3.4
sturend was voor de verstedelijking; stad en landschap zijn met elkaar
Milieu
vervlochten geraakt. Met name de bossen en de beekdalen zijn van belang geweest voor de opbouw van de stad. De hoger gelegen bossen zijn tevens de infiltratiegebieden voor hemelwater. In de beeksystemen moet retentie (vertraging van afvoer) gestimuleerd worden. In de ruimtelijke ordeningsop gave heeft deze sturing vanuit het watersysteem meer en meer een plek gekregen. 3.5
Welzijn, zorg en onderwijs
Maatregelen op het gebied van milieu zijn niet los te zien van de ontwikkelin gen in Breda en in de maatschappij. In de Milieuvisie 2000 – 2015 zijn de hoofddoelen vastgelegd om de leefomgeving te verbeteren. Een leefomgeving die rust, veiligheid en vertier biedt en geen zware belasting vormt voor onze gezondheid. Wanneer milieuaspecten integraal deel uit maken van geplande ontwikkelingen in de stad en bij het realiseren en verbeteren van woonwijken en bedrijventerreinen, komt dit de kwaliteit van onze leefomgeving ten goede. De ontwikkelingen op het gebied van nieuwe wetgeving (bv. luchtkwaliteit) en
Op het terrein van welzijn en zorg wil de gemeente een aanbod van basisvoor
van verhoogde ambities (bv. energie en water) leiden er toe dat er ruimte
zieningen creëren, met mogelijkheden voor maatschappelijke participatie en
gecreëerd moet worden voor deze thema’s. Dit roept spanningen op in het
vergroting van zelfredzaamheid. De voorzieningen zijn bestemd voor burgers
ruimtegebruik met de groei en verdichtingswensen van de stad. In het
in het algemeen en mensen met beperkingen in het bijzonder.
ontwerp van de stad zullen daarom deze ontwikkelingen vanaf de start van het planproces meegenomen moeten worden, zodat een multifunctioneel
Geschikt Wonen voor Iedereen
ontwerp met een zo klein mogelijk ruimtebeslag oplossingen biedt aan het
Een belangrijk ruimtelijk uitgangspunt is vastgelegd in de normen voor
steeds intensiever wordende karakter van Breda.
Geschikt Wonen voor Iedereen (GWI). Hierbij wordt uitgegaan van een evenwichtige spreiding van zorg- en welzijnsvoorzieningen, met voldoende aangepaste en geschikte woningen, in een wijk die een geschikte, levensloop-
22
Structuurvisie Breda 2020
bestendige woonomgeving kan bieden en waar ontmoeting mogelijk is
3.6
Vrijetijdseconomie en sport
gemaakt. Een aantal functies wordt steeds vaker aangeboden via multifunctio nele accommodaties. Onderwijs Primair onderwijs Onderwijs in eigen wijk/buurt met vrije schoolkeuze is het uitgangspunt voor het basisonderwijs. Vanuit maatschappelijke ontwikkelingen zoekt Breda steeds vaker naar het combineren van primair onderwijs met andere functies in bijvoorbeeld brede scholen of multifunctionele accommodaties.
De vrijetijdseconomie (belevingseconomie) biedt Breda grote kansen. Kenmer kende thema’s als uitgaan & vermaak, recreatief winkelen, evenementen &
Voortgezet onderwijs
congressen, natuur- & waterrecreatie, cultuur & historie en sportieve recreatie
De diversiteit en bereikbaarheid van eerste en tweede fase voortgezet
& multimedia, bepalen in belangrijke mate de kwaliteit en identiteit van de
onderwijs zijn van groot belang voor Breda. Het voortgezet onderwijs wordt
stad. De sector kent een toenemend economisch belang, ook voor de
op stedelijk niveau georganiseerd, met een evenwichtige spreiding van
werkgelegenheid.
onderwijsvoorzieningen over de stad. De bestaande situatie vormt daarbij het vertrekpunt. Speciale aandacht krijgt het verder consolideren van de positie
Vrijetijdsclusters
van het beroepsonderwijs.
Onder de noemer ‘hospitality’ wil Breda haar vrijetijdseconomie op een breed vlak versterken door onder andere het ondersteunen of realiseren van
Speciaal onderwijs
meerdere stedelijke vrijetijdsclusters. Dit zijn clusters van functies op het gebied
Speciaal onderwijs vraagt in veel gevallen specifieke voorzieningen en
van toerisme, detailhandel, sport, cultuur en zorg. De clusters kennen een
aanpassingen. Hoewel het streven is om dicht bij huis onderwijs te bieden,
onderscheidende thematische invulling, zijn multifunctioneel, hoogwaardig en
heeft speciaal onderwijs een regionale functie. Dit vraagt om een bundeling
variëren in omvang en intensiteit van gebruik. De Bredase binnenstad is een
van voorzieningen. De bereikbaarheid krijgt veel aandacht.
goed voorbeeld van zo’n vrijetijdscluster, net als de concentratie Woonboule vard/IKEA, de Bavelse Berg, NAC-locatie, sportboulevard Terheijdense weg, het
Hoger onderwijs
Mastbos, de Galderse meren en het Ginneken/Markdal. Van belang is
Het behoud en faciliteren van het hoger onderwijs (Instituut Defensie Leergan
erkenning van de specifieke functie om van daaruit actief te zoeken naar
gen voorheen de KMA, Avans Hogeschool en NHTV) is voor Breda essentieel
versterking en optimalisering, ook waar het gaat om de onderlinge relatie. In
voor de levendigheid van de stad en vanwege de vestiging van bedrijven die
dit kader is de vrijetijdseconomie benoemd tot een van de uitwerkingsthema’s
een hoger opleidingsniveau vereisen (kennisindustrie). Deze onderwijsinstel
van deze Structuurvisie.
lingen hebben locaties nodig om de benodigde voorzieningen te kunnen optimaliseren. Vooral vanwege de concurrentiestrijd om de student worden de
Sportaccommodaties
eisen op het gebied van vestigingslocatie en voorzieningen steeds hoger.
Het is de taak van de gemeente om te voorzien in genoeg goed toegeruste sportaccommodaties in de stad. De beschikbaarheid van goede sportvoorzie ningen oefent aantrekkingskracht uit op de vestiging van bijvoorbeeld internationale studenten in Breda. De vraag bepaalt hierbij de capaciteit. De inspanningen zijn er op zijn gericht om bestaande sportcomplexen in de wijken te handhaven. De nabijheid van deze voorzieningen zorgt bovendien voor
Structuurvisie Breda 2020
23
groene ruimte in stedelijke gebieden en dragen bij aan de leefbaarheid in
3.8
Externe oriëntatie
wijken. Op stedelijk niveau wordt, gekoppeld aan de stedelijke ontwikkelingsas Claudius Prinsenlaan, de locatie van een nieuw sportcentrum onderzocht.
De ontwikkeling van Breda speelt zich niet alleen af binnen de stadsgrenzen. De (invloed van de) ontwikkeling van de stad strekt zich uit tot ver over de
3.7
Cultuur
stadsgrenzen. Omgekeerd bepalen regionale ontwikkelingen en verdelingsaf spraken over wonen en werken mede de ontwikkeling van de stad. De woningmarkt of de bedrijventerreinenmarkt beperken zich al lang niet meer tot de stad. Dit maakt de regionale positie van Breda tot een natuurlijk gegeven dat zich op allerlei manieren openbaart en waar actief op wordt ingespeeld met het programma regio. Sleutelpositie Om de ambitie van Breda als regionale, Brabantse en Europese stad waar te
Er is steeds nadrukkelijker behoefte aan cultureel onderscheidend aanbod en
maken, moet Breda op alle schaalniveaus actief op zoek naar relevante
de mogelijkheid om buiten de infrastructuur om een breder en ander aanbod
afstemming en samenwerking. Door haar strategische ligging positioneert
aan evenementen en activiteiten te laten plaatsvinden en zo nieuw publiek te
Breda zich als Poort van BrabantStad op het kruispunt van noord-zuid (tussen
trekken. Om het culturele klimaat te versterken en de kwaliteit te vergroten,
zuidvleugel Randstad en Vlaamse Ruit) en oost-west (tussen West-Brabant en
spelen cultuurtoerisme (belevingseconomie), evenementen (ACCU, actieplan
BrabantStad) relaties. Deze sleutelpositie biedt de stad kansen voor het
cultuurbereik), marketing & promotie en cultureel ondernemerschap een
uitbouwen van de externe oriëntatie.
steeds grotere rol in het gemeentelijk cultuurbeleid. In het zoeken naar andere vormen van bedrijvigheid is de ontwikkeling van de creatieve industrie van belang. De gemeente wil ongebruikte ruimten, zoals oude panden, omvormen tot clusters van creatieve bedrijvigheid. Uniciteit en onderscheidend vermogen zijn sleutelwoorden. Cultureel erfgoed Archeologisch en cultuurhistorisch onderzoek als inspiratiebron voor steden bouwkundige ontwikkelingen en infrastructurele plannen krijgt in de komende jaren een steeds zwaarder accent. Ook wil de gemeente teruggrijpen op verloren gewaande waarden die de identiteit van Breda als cultuurhistorische stad versterken, zoals de stedelijke historische opbouw. Wanneer cultureel erfgoed een automatisch en integraal deel uitmaakt van de ruimtelijke ontwikkeling, ontstaat een meerwaarde.
24
Structuurvisie Breda 2020
Structuurvisie Breda 2020
25
ONTWIKKELINGS ONTWIKKELINGS SRUIMTE RUIMTE
hoofdstuk 4 >>> 26
Structuurvisie Breda 2020
4
Ontwikkelingsruimte Hoe gaat Breda haar groei ruimtelijk accommoderen, zodanig dat sprake blijft
De ontwikkelingsprogramma’s richten zich op het realiseren van woningbouw,
van een vitale stad. Waar gaan we wonen, werken, waar liggen de voorzienin
bedrijventerreinen en kantoorbehoeftes, inclusief maatschappelijk fysieke
gen en hoe blijft de stad bereikbaar? Kunnen we groeien met behoud en
voorzieningen.
versterking van het groene karakter van de stad en haar rijke cultuurhistorie?
In de hoofdstructuur en de tussengelegen gebieden moeten de programma’s
Waar kunnen we gaan intensiveren en hoogbouw plegen, zodanig dat het
een plek krijgen volgens één van de drie ruimtelijke strategieën: consolideren,
leidt tot verhoging van de ruimtelijke kwaliteit en bijdraagt aan de gewenste
herstructureren en transformeren.
allure van de stad? Deze vragen en andere aspecten van ruimtelijke ontwikke ling komen in dit hoofdstuk aan de orde.
Vijf hoofdkeuzen Om richting te geven aan de ontwikkelpotentie van Breda zijn vijf beleidskeu
Milieustudie
zen sturend voor het ruimtelijk beeld, het programma en de te volgen
De visie is niet Mer-plichtig, een separate milieustudie heeft milieuaspecten in
ruimtelijke strategie:
beeld gebracht. De uitkomsten van deze milieustudie worden, voorzover van
1. benutten en versterken van de stedelijke hoofdstructuur: Ruit Breda,
belang, meegenomen in de gebiedsgerichte uitwerkingen. Voor de gebiedsge
Stadslandschap en Stedelijke zones;
richte ruimtelijke uitwerkingen zijn of worden wel Mer-procedures doorlopen
2. aangeven van Transformatiegebieden, intensiveren;
(Teteringen, Via Breda, Breda-Oost, Bavelse Berg en Steenakker-zuid).
3. aangeven van Transformatiegebieden, stedelijke uitbreiding; 4. aangeven van Herstructureringsgebieden;
4.1
Stedelijke hoofdstructuur als basis
5. aangeven van Consolidatiegebieden.
Voor een duurzame ruimtelijke ontwikkeling van Breda wordt continu gewerkt
Bij de uitwerking van alle hoofdkeuzen, de stedelijke structuur en de ruimte
aan het versterken en uitbouwen van het raamwerk van de stad: de stedelijke
lijke strategieën, zijn diverse vervolgkeuzes te maken.
hoofdstructuur. Die bestaat uit: • Stadslandschap (groen- en waterstructuur);
Drie stedelijke thema’s
• Hoofdinfrastructuur (verkeer- en vervoerssysteem);
Daarnaast moeten drie stedelijke thema’s verder worden onderzocht:
• Stedelijke zones (de HSL-A16 zone, de Spoorzone en de assen naar de binnenstad).
• historische structuur; • hoogbouw;
Deze stedelijke hoofdstructuur vormt de basis voor de verdere ontwikkelings
• vrijetijdsclusters. Deze thema’s zijn geselecteerd op basis van ruimtelijke doelen (historische
mogelijkheden van Breda.
kwaliteit), lopende ontwikkelingen (gebiedsontwikkeling NAC, evenementen complex Bavelse Berg) en de actualiteit (hoogbouw) waarbij behoefte is aan aanvullend ruimtelijk beleid.
Structuurvisie Breda 2020
27
hoofdinfrastructuur snelwegennetwerk ‘buiten ruit’
stadslandschap
stadsontsluitingswegen ‘binnen ruit’
verbindingszone knooppunt stadslandschap voorstel: ontsluitingsweg beschermd kleilandschap spoorlijn
28
beschermd zandlandschap
Structuurvisie Breda 2020 beeklopen
voorstel: HOV
4.2
plaatsen, landgoederen en “wonen aan linten”. Dit laatste volgt uit het beleid
Stadslandschap
Groen en Rood, waarbij het selectief bouwen van woningen in het buitenge bied, ten behoeve van landschapsontwikkeling, wordt onderzocht.
Het buitengebied van Breda biedt ruimte voor verdere verstedelijking. Om deze transformatieruimte te bepalen, zijn in eerste instantie de meest waardevolle delen van het landschap in beeld gebracht: • delen van de provinciale agrarische hoofdstructuur; • de groene hoofdstructuur inclusief de waterstructuren; • beleidsmatig gewenste ecologische verbindingszones.
4.3 Hoofdinfrastructuur Een gelede stad is goed ontsloten en verbonden met de centra en het buitengebied via historische linten en een samenhangend verkeersnetwerk van (snel)wegen, openbaar vervoer en fietspaden.
Geen grootschalige verstedelijking Recreatief belangrijke delen van deze grotere landschappelijke eenheden
Autoverkeersysteem
vormen, aangevuld met andere groenzones en waterstructuren in en direct om
De ontwikkeling van de stad hangt samen met die van het autoverkeers
de stad, samen het Stadslandschap. Hierin mag geen grootschalige verstedelij
systeem in en om Breda. Om als stad internationaal bereikbaar te blijven, moet
king worden gepland. Zo kan de ruimtelijke ontwikkeling van Breda verder
de ruit onderdeel worden van het stedelijke ontsluitingsnetwerk. Zowel verkeer
worden ingebed in de totale landschapsstructuur. De belangrijke kwaliteit van
naar Breda, als binnenstedelijk verkeer kunnen (delen van) de snelweg
een organisch gegroeide stad, verweven met het landschap, blijft zo behouden
gebruiken.
en wordt verder uitgebouwd. Andere belangrijke onderzoeksvraagstukken van het autoverkeersysteem tot Samenhangende groene zone
2020 zijn:
Het Stadslandschap is een samenhangende groene zone die de stad verknoopt
• carpoolplaatsen (als voorloper van mogelijke transferia) bij knooppunten
met het landschap. Het terugbrengen van water en groen in de stad is eveneens onderdeel van het Stadslandschap. Het Stadslandschap moet op een logische manier worden gekoppeld aan de hoofd-waterstructuur, met beken en singels, en aan de hoofd-groenstructuur, met lanen en bermen.
en afslagen van snelwegen aan de rand van de stad en de verbetering van stadsentrees; • de verlengde Stationslaan en uitbreidingen van infrastructuur voor BredaOost en later voor Breda-West; • verbeteren van het stadsontsluitingssysteem, maximalisatie van capaciteit is
De landschapsecologische zones
voor de langere termijn een belangrijk ontwikkelingsvraagstuk, maar ook
De landschapsecologische zones (LEZ’s) hebben een bovenlokale betekenis
een betere verdeling van de verkeersdruk.
voor een duurzame ruimtelijke structuur. Met deze structuurvisie wordt de bufferfunctie van de LEZ’s duurzaam verankerd en wordt de verbindingsfunctie
HSL-shuttle
tussen buiten de stad gelegen gebieden met ecologische waarden vorm
Met de komst van de HSL-shuttle groeit de (inter)nationale bereikbaarheid van
gegeven. Waar dit niet in strijd is met aanwezige ecologische waarden, kan de
de stad. De verdere ontwikkeling van het Hoogwaardig Openbaar Vervoer
toegankelijkheid van deze zones voor de recreanten worden verbeterd. De
(HOV) tussen Etten-Leur - Breda - Oosterhout completeert het openbaar
ruimtelijke samenhang met het stadslandschap zal worden versterkt.
vervoerssysteem en zorgt voor een optimale regionale aansluiting.
Functies in het Stadslandschap Diverse groene, blauwe, recreatieve en op kleine schaal stedelijke functies kunnen deel uitmaken van het Stadslandschap, op voorwaarde dat het groene beeld en landschapsontwikkeling voorop staan. Mogelijkheden zijn: woon zorgcomplexen, maneges, sport- en wellnesvoorzieningen, golfcourses, buiten
Structuurvisie Breda 2020
29
transformatie intensivering HSL - A16-zone + knooppunt Spoorzone: Steenakker Spoorzone: Via Breda
30
Spoorzone: Doornbos-oost - Moleneind stedelijke assen
Structuurvisie Breda 2020
4.4
Stedelijke zones
Spoorzone De Spoorzone valt uiteen in drie gebieden:
• In de HSL-A16 zone is de afgelopen jaren de hoge snelheidslijn ingepast.
• Via Breda: een mix van functies complementair aan de binnenstad en het
Vanuit het oogpunt van zuinig ruimtegebruik is de autosnelweg verscho
ontwikkelen van nieuwe, hoogwaardige vormen van stedelijkheid. De
ven en gekoppeld aan de bogen van de HSL. Hierdoor is een zeer
komende jaren wordt het Stationskwartier, het gebied direct rondom de
grootschalige infrabundel ontstaan, als onderdeel van de internationale
nieuwe OV-terminal, vormgegeven. Daarna zal de focus komen te liggen
corridor tussen Rotterdam en Antwerpen. Een hoogwaardige ontsluiting
op de Markoevers en de overige gebieden van VIA Breda, waaronder het
die in de verdere toekomst meer en meer wordt gebruik;
CSM-terrein. Het Stationskwartier vormt de schakel tussen het grotere
• De Spoorzone is de gehele oost-westzone tussen de noordelijke rondweg
gebied Via Breda en de Binnenstad, waarbij het realiseren van goede
en de spoorlijn, van A16 tot A27. Hierbinnen vindt grote stedelijke
verbindingen en openbare ruimtes met kwaliteit belangrijk zijn. De route
dynamiek plaats. De noordelijke rondweg vormt onder andere met de
Speelhuislaan - OV-terminal - Willemsstraat - Valkenberg is hierbij van
nieuwe Stationslaan, de Tilburgseweg en diverse dwarsverbindingen een
groot belang, maar even zozeer de verder te ontwikkelen routes langs de
sterk raamwerk, waarbinnen stedelijke ontwikkelingen een plek vinden, met als speerpunt Via Breda met de nieuwe OV-terminal; • Door hun ruimte, de bereikbaarheid met auto, openbaar vervoer en fiets,
(Nieuwe) Mark als belangrijke structuurdrager; • het gebied Steenakker: concentratie van bedrijvigheid en grootschalige detailhandel en sport. Met name rond en in relatie tot NAC wordt integrale
hun functie, en de radiale ligging naar de binnenstad vormen de vier
gebiedsontwikkeling ter hand genomen, waarbij de Lunetstraat als
stedelijke assen Lunetstraat, Ettensebaan, Claudius Prinsenlaan en
stedelijke as naar de binnenstad wordt ondersteund;
Terheijdenseweg de ingangen van de stad. Elke entree heeft door zijn specifieke ligging een eigen identiteit en potentie.
• het gebied Doornbos-oost - Moleneind: meer samenhangende woon- en werkgebieden in een groene omgeving, zoals het zogenaamde “Digit parc”, een gebied voor bedrijvigheid in een parkachtige setting.
Transformatiegebieden: intensivering De uitstekende internationale bereikbaarheid en transferiumkwaliteiten, de
Stedelijke assen
aantrekkelijkheid van de (groene, gelede, historische) stad en de vrijetijdspro
De stedelijke assen Claudius Prinsenlaan, Lunetstraat, Ettensebaan en
gramma voor zowel de Bredanaars als hun (zaken)gasten, maken het voor
Terheijdenseweg als stadsentrees vanaf A27, A16 en A59 ondergaan transfor
Breda mogelijk zich te manifesteren als centrum van West-Brabant, poort van
maties gericht op intensivering van ruimtegebruik. De eigen identiteit van de
BrabantStad en als stad in Europa.
assen wordt versterkt, dat geldt voor het functieprofiel, de ontwikkelingssnel
De ambitie om de zichtbaarheid van de stad kwalitatief te versterken, moet
heid en het ruimtelijk beeld.
vooral vorm krijgen in de A16 zone en in de ontwikkeling van VIA Breda. Het
• De Claudius Prinsenlaan moet als stijlvolle ‘Parkway’ de noordelijke begren
voorstel voor de stedelijke zones is intensivering van ruimtegebruik, met
zing vormen van een gebiedsontwikkeling met als belangrijke functies
multimodale bereikbaarheid, meervoudig ruimtegebruik, themagerichtheid en
opleiding en zorg en daaraan gerelateerde woonvormen. Bij de verdere
vormen van compacte stedelijkheid. Ontwikkeling van hoogwaardige architec
ontwikkeling van deze as is het beeld van de groene parkway met allure
tuur en openbare ruimtes wordt hier gestimuleerd, onder andere bij hoog
uitgangspunt. Hoogbouw wordt toegestaan bij de entree van het gebied,
bouw.
als middel om de ruimte intensiever te benutten; • De Lunetstraat is een stedelijke as, die via de Backer en Ruebweg verbon
HSL-A16 zone
den is met de A-16. Aan deze weg is grootschalige detailhandel gesitueerd
Vanuit het respect voor landschappelijke structuren, zoals vastgelegd in het
in het gebied Steenakker, met aan de noordzijde een toekomstige
Stadslandschap, zal Breda niet zomaar de noord-zuid gerichte infrabundel
reservering voor een hoogwaardig bedrijventerrein (Steenakker Noord). Dit
verstedelijken. In eerste instantie richt de intensivering zich op drie knoop
entreegebied vanaf de A-16 kan gemarkeerd worden met hoogbouw,
punten: Prinsenbeek, Princeville en Graaf Engelbertlaan.
evenals het scharnierpunt naar de Lunetstraat. De Lunetstraat krijgt met de
Structuurvisie Breda 2020
31
transformatie uitbreiding wonen werken
32
wonen/groen
Structuurvisie Breda 2020 onderzoeksgebied
ontwikkeling van de omgeving van het NAC-stadion tot stedelijke vrije
In Breda–Oost wordt het landschap ontwikkeld in de vorm van beekdalen met
tijdscluster, met onder andere een megabioscoop en hoogwaardige
waterretentie, diverse recreatievormen, natuur en landgoedwonen. Samen met
openbare ruimtes, een grote kwaliteitsimpuls;
de Bavelse Berg met een (buiten)evenemententerrein betekent dit een
• De Ettensebaan wordt geflankeerd door laanbeplanting en bebouwing die
duurzame versterking van het Stadslandschap.
vanaf de A16 in schaal verkleint, met naar de binnenstad perifere
In de geluidszones van A58 en vliegveld Gilze Rijen is bedrijfsbebouwing
detailhandel, kantoren en woonfuncties. De woonboulevard vormt een
gesitueerd. De nieuwe ontsluiting ontlast bestaande wegen en sluit aan op de
tweede stedelijk centrum van Breda en een belangrijke vrijetijdscluster;
autosnelwegen A27 en A58.
• De Terheijdenseweg wordt aan de westzijde geflankeerd door het bedrijventerrein de Krogten en aan de oostzijde door losse bebouwings
3. Breda-West
clusters in het groen (scholen en sportvoorzieningen). Het functieprofiel
In het Uitwerkingsplan Breda-Tilburg van de provincie Noord-Brabant zijn
bestaat uit sport-en onderwijsvoorzieningen en bedrijvigheid. De sportbou
zowel aan de oostzijde als aan de westzijde van de stad gebieden aangegeven
levard vormt aan deze as een stedelijke vrijetijdscenter. De herstructurering
waar op termijn transformatie afweegbaar is van landelijk gebied naar stedelijk
van de Krogten en de Hoge Vucht kan op termijn een impuls geven voor
grondgebruik. Voor Breda-West geldt vanuit het Uitwerkingsplan Breda-Tilburg
mogelijke transformaties en kwaliteitsverbetering aan de Terheijdenseweg.
al een zoekopgave voor 50 hectare bedrijventerrein. Deze mogelijke transfor matiezones liggen in de provinciale visie ten zuiden van de A58 (langs de A16),
Transformatiegebieden: uitbreiding
ten noorden van de A58 tussen het Liesbos en de A16, ten zuidwesten en ten
Voor VINEX-locatie Breda Teteringen en in de toekomstige stadsdelen Breda-
noorden van Prinsenbeek en ten noorden van de Haagse Beemden (boven de
Oost en Breda-West verandert het ruimtegebruik en staat hoogwaardige
Bredestraat).
stedelijke uitbreiding voorop, inclusief de aanleg van nieuwe water-, groen- en
Ten zuiden van de A58, in een strook langs de A16, is in het Uitwerkingsplan
infrastructuur.
de aanduiding “integratie stad-land” aangegeven. Een in omvang beperkte stedelijke ontwikkeling moet daar samengaan met landschapsontwikkeling,
1. Breda Teteringen
vanwege de hoge landschappelijke waarde. In dit gebied (grotendeels bekend
Deze VINEX-locatie kent een woningbouwopgave van circa 2.850 woningen,
als De Rith) wordt, juist vanwege deze waarde, in deze Structuurvisie geen
verdeeld over meerdere locaties. Teteringen ligt op fietsafstand van het
verstedelijking gepland.
centrum van Breda en aan het toekomstige HOV-tracé Etten-Leur - Breda Oosterhout. Voor ontsluiting door de auto wordt optimaal gebruik gemaakt
Programma Breda-West
van het bestaande verkeersstelsel, met voor de regionale verkeersstromen de
Het programma Breda-West, met wonen en 50 hectare werkgebied, kan voor
A27. Een golfbaan (oostzijde), een geledingszone (noordzijde) en een
de toekomst in het transformatiegebied worden verkend. Een integrale
‘watermachine’ (westzijde) maken als duurzame invullingen van het stadsland
realisatiestrategie is gewensd om een koppeling te leggen tussen de ontslui
schap deel uit van de stedelijke ontwikkeling.
ting van de afzonderlijke gebieden, de aansluiting op en integratie van het landschap, de financiering van de benodigde infrastructuur en koppeling aan
2. Breda-Oost
Provinciale regelingen (zoals ruimte voor ruimte). Binnen de integrale realisatie
Vanaf 2005 worden in Breda-Oost maximaal 3.000 tot 4.000 woningen en
strategie kunnen voor de deelgebieden (Bredestraat, Prinsenbeek en Liesbos/
maximaal 90 hectare bedrijventerrein in Breda-Zuid en 10 hectare bedrijventer
A16) afzonderlijke studies worden verricht.
rein bij de Bavelseberg gerealiseerd. De genoemde hectares zijn bruto oppervlaktes (zie paragraaf 5.3). Bavel en het te herstellen oorspronkelijke
De huidige infrastructuur zit aan haar maximale capaciteit. Aanvullende
beekdalenlandschap leveren aanknopingspunten voor de uitbreiding van
stedelijke ontwikkelingen vragen om nieuwe infrastructuur die ook in
wonen en werken. De uitbreiding past in de verstedelijkingstraditie van de stad
regionaal verband (Etten-Leur) moet worden bekeken.
(groen en groei gecombineerd) en voegt bovendien nieuwe groenstedelijke en dorpse woonmilieus toe aan de stad. Structuurvisie Breda 2020
33
herstructurering herstructurering wonen herstructurering werken
consolidatie
herstructurering buitengebied
34
mogelijke transformatie buitengebied grens reconstructieplan buitengebied
consolidatie wonen
Structuurvisie Breda 2020 consolidatie werken
Herstructureringsgebieden: wonen, werken en buitengebied
Consolidatiegebieden: wonen en werken
Bij herstructureringsgebieden gaat het om kwaliteitsverbetering van het
Bij consolidatie staan de instandhouding en het beheren van de grote
huidige ruimtegebruik.
ruimtelijke en functionele diversiteit en de huidige kwaliteit van woonmilieus voorop. Dit betekent dat kritisch wordt gekeken naar ontwikkelingen die een
Hoge Vucht, Driesprong en binnenstad
inbreuk plegen op deze kwaliteit, zoals ruimtelijke verdichting en hogere
Elk gebied krijgt een aanpak die past bij de problematiek:
parkeerdruk. Voor de kwaliteit van het wonen worden woonprogramma’s en
• Hoge Vucht en de Heuvel behoren tot de 56 aandachtswijken van het rijk.
basispakketten voor voorzieningen opgesteld, volgens Geschikt Wonen voor
Deze herstructureringsprogramma’s worden al uitgevoerd;
Iedereen (centrale cirkels GWI-beleid).
• de herstructurering van Driesprong tot een meer samenhangend woonge bied is gestart; • de herstructurering van de binnenstad is een permanente opgave, gericht
Kwaliteiten koesteren In consolidatiegebieden zijn ontwikkellocaties niet uitgesloten, maar worden
op de kwalitatieve ontwikkeling van de verschillende functies, de diversiteit
zeer bewust gekozen, bijvoorbeeld intensivering van ruimtegebruik rond
en het historisch erfgoed. Bij nieuwe ontwikkelingen, als het gebied Achter
(winkel)voorzieningen en bij gewenste functieveranderingen. Inrichting en
de Lange Stallen, wordt gekeken of de routing en de onderlinge relaties
beheer van de openbare ruimte op intensiveringsplekken verdienten extra
tussen diverse functies kan worden verbeterd, met blijvende aandacht voor
aandacht. Historische linten met ruimtelijke variatie en groene verbindingen
de kwaliteit van de openbare ruimte. Dit geldt zeker ook voor de relatie
(lanen, bosstroken, ecologische bermen en zones en dergelijke) worden
tussen de binnenstad en het nieuwe Stationskwartier.
gekoesterd. Verder wordt de ruimtelijke kwaliteit van veel consolidatiegebie den bepaald door diverse onbebouwde (groene) ruimtes, zowel openbaar als
Bedrijventerreinen
privaat. Ook deze kwaliteit wordt gekoesterd en afgewogen bij voorstellen die
De gemeente wil ook de kwaliteit van bestaande bedrijventerreinen verbete
tot ruimtelijke verdichting leiden. Kortom, een kleine of grotere ruimtelijke
ren:
ontwikkeling moet altijd tot een functionele en \ of ruimtelijke verbetering van
• de Krogten/Emer-Hintelaken (is aangewezen als landelijk Topproject);
een plek en haar omgeving leiden.
• het transport- en distributieterrein Hazeldonk (70 hectare). Werkgebieden Buitengebied
Naast de aandacht voor nieuwe en te herstructureren werkmilieus zijn er ook
Voor de plattelandsvernieuwing van het buitengebied van Breda (Baronie,
bestaande werkmilieus die geconsolideerd moeten worden. Dit zijn vooral de
Wijde Biesbosch en Brabantse Delta) vormen het reconstructieplan en de
(woon-)werkterreinen in de stad nabij woonwijken/buurten. Deze vaak
gebiedsplannen de basis. De herstructurering richt zich op het waarborgen van
kleinschalige terreinen leveren relatief veel werkgelegenheid en zorgen voor de
de kwaliteit van natuur en landschap, in samenhang met de agrarische functie.
gewenste differentiatie en diversiteit in de stad. Het handhaven van de functie
In dat kader is de nota Functieveruiming vastgesteld. In de komende jaren
en kwaliteit is daarvoor van groot belang. De kwaliteit van de werkgebieden
staat de uitvoering centraal. In de eerste vier jaar liggen de accenten op natuur
blijft belangrijk voor de toekomstwaarde van de bedrijventerreinen. Om de
en water (tegengaan van wateroverlast en overstromingsschade in de stad).
differentiatie en bezetting te waarborgen, moet de stad zorgen voor een tijdig
Voor verdere ontwikkeling van het landschap wordt gewerkt aan ‘Groen en
en gedifferentieerd aanbod aan bedrijventerreinen met een kwalitatieve
Rood beleid’: het op gepaste wijze toevoegen van bebouwing in daarvoor
typering.
aangewezen gebieden, als financiële dragers voor landschapsontwikkeling. Herbestemming van instellingen (bijvoorbeeld de Klokkenberg) en kloosters (bijvoorbeeld klooster IJpelaar in de Landschappelijke Driehoek) is mogelijk, eveneens samen met landschapsherinrichting.
Structuurvisie Breda 2020
35
hoogbouw historie en vrijetijd
HSL - A16 zone stadsontsluitingsweg
landschappelijke centra
Spoorzone stedelijke assen
stedelijke centra wijkwinkelcentra
36
beschermd stadsgezicht
Structuurvisie Breda 2020 historische structuur
bestaande kerken zichtlijnen
4.5
Stedelijke thema’s
3. Hoogbouw Op plekken die goed bereikbaar zijn met verschillende vervoerswijzen (HSL,
Bij de verdere ontwikkeling van de stedelijke structuur en de ruimtelijke
reguliere treinen, HOV, auto en fiets) kan hoogbouw bijdragen aan de
strategieën voor de diverse gebieden, worden drie stedelijke thema’s voorge
stedelijke allure en aan intensief ruimtegebruik. Tot hoogbouw wordt gerekend
steld, die verder moeten worden onderzocht en in beleid vastgelegd: histori
de bebouwing van meer dan 25 meter hoog (vanaf acht bouwlagen). De
sche structuur, vrijetijdsclusters en hoogbouw.
mogelijkheden voor hoogbouw worden gekoppeld aan de ruimtelijke opbouw van de stad. Hoogbouw wordt daarmee een middel om de structuur van de
1. Historische stedelijke structuur
stad beter zichtbaar te maken. Dit geldt vooral voor de ontwikkelzones van
Met zijn culturele erfgoed van historische lintbebouwingen, gebouwde en
Breda, de HSL-A16 zone, de Spoorzone en de stedelijke assen met daarbinnen
archeologische monumenten, stad- en dorpsgezichten, zichtlijnen naar de
entree- en knooppunten. Bij de stadsentrees vanaf de A16 zijn architectoni
Grote Kerk en historische buitenplaatsen, waterlopen, landschappen en
sche accenten mogelijk tot 100 meter of hoger. Bij de stadsentree van de
bossen, bepaalt de historische stad de identiteit, de diversiteit en het goede
Claudius Prinsenlaan en op knooppunten in het stadsontsluitingssysteem zijn
toeven in Breda. Het beschermen, zichtbaar maken en integreren van deze
accenten mogelijk tot 70 meter.
waarden is een belangrijke opgave bij de verdere ontwikkeling van de stad. Dit geldt voor het behoud van waardevolle bebouwing en structuurlijnen en voor
Hoogbouw in Via Breda
een kenmerkende inrichting van de openbare ruimte.
Binnen de Spoorzone in het Via Breda-gebied, is de ontwikkeling van stedelijke allure uitgangspunt. Hier verrijst geleidelijk aan een nieuw stadsdeel, waar
2. Vrije tijd: stedelijke en landschappelijke centra
hoogbouw vooral aan de met een groenzone verbrede Mark kan leiden tot
Ruimte bieden aan vrijetijdsbeleving is economisch van belang én geeft de stad
een contrastrijk milieu. De vorm waarin - hoogteaccent, een cluster of reeks
een kans om te groeien tot een volwaardige en complete stad op niveau.
van torens, enzovoort - moet nader worden onderzocht. Daarbij is vooral de
Breda kent al diverse vrijetijdscentra. Tot de stedelijke centra behoren de
impact op de historische binnenstad met de Grote Kerk van groot belang. Met
binnenstad, de NAC-locatie, de sportboulevard Terheijdenseweg, het Ginneken
het ontwikkelen van stedelijke allure binnen Via Breda moet ook aansprekende
en omstreken en de Woonboulevard. De bereikbaarheid, toegankelijkheid en
hoogwaardige architectuur worden gestimuleerd. Juist hier moet worden
ontwikkelingsmogelijkheden van de stedelijke centra, elk met zijn eigen
gezocht naar nieuwe combinaties van functies als wonen, werken, recreatieve
identiteit, moeten worden gewaarborgd. Hierbij spelen de stedelijke assen een
en winkelvoorzieningen. Bij hoogbouw aan de rand van de stad is dit om
belangrijke rol.
milieutechnische redenen minder gewenst en mogelijk. Inmiddels is begonnen
De landschappelijke centra betreffen het Mastbos, de Bavelseberg en de
met de eerste schakel in de hoogwaardige gebiedsontwikkeling van Via Breda:
Galderse meren. Bij de Galderse meren is de vestiging van een specifieke,
het Stationskwartier, direct grenzend aan de OV-terminal en de nieuwe
watergebonden recreatieve trekker denkbaar, als positieve impuls voor het
Stationslaan.
gehele gebied. De Bavelse Berg vormt een bijzonder vrijetijdscentrum, door de combinatie van stedelijke en landschappelijke sferen: centraal de evenemen
Geen hoogbouw in de kernen
tenhal en het buitenterrein voor nationale en internationale ‘events’ met
Binnen de bestaande stad is hoogbouw toegestaan tot maximaal 40 meter,
rondom nieuwe commerciële vrijetijdsvoorzieningen en een robuust recreatief
met ruimtelijke accenten tot 70 meter ter plaatse van de grote stedelijke
landschapspark. Bereikbaarheid, toegankelijkheid en verdere ontwikkelingsmo
winkelcentra. Uitzonderingen zijn de kernen en de beschermde dorps- en
gelijkheden zijn ook hier van belang, net als een landschappelijke setting,
stadsgezichten. Met uitzondering van bestaande kerken komt hier geen
waarin onder andere Breda Hippique een duurzame locatie kan krijgen.
hoogbouw voor. De historische zichtlijnen naar de Grote Kerk op de Markt (97 meter hoog) moeten in alle gevallen gerespecteerd blijven. Hoogbouw moet uiteraard voldoen aan hoge architectonische kwaliteitseisen en meervoudig ruimtegebruik, met parkeren onder de gebouwen, zodat de openbare ruimte extra visuele en verblijfskwaliteit krijgt.
Structuurvisie Breda 2020
37
38
Structuurvisie Breda 2020
uitsnede integratiekaart hoofdinfrastructuur
transformatiegebied
snelwegennetwerk ‘buiten ruit’
voorstel: woongebied
stadsontsluitingswegen ‘binnenruit’
voorstel: werkgebied
knooppunt
voorstel: gemengd groen-, woongebied
voorstel: ontsluitingsweg
onderzoeksgebied transformatie
spoorlijn
HSL-A16 + knooppunt
NS-station
Spoorzone: Steenakker
voorstadshalte Prinsenbeek
Spoorzone: VIA-Breda
voorstel: HOV
Spoorzone: Doornbos Moleneind
herstructureringsgebied
stedelijke assen
centrum
groen-blauw netwerk
wijkontwikkeling woongebieden
verbindingszone
revitalisering werkgebieden
stadslandschap
vrije tijd
beschermd kleilandschap
landschappelijke centra
beschermd zandlandschap
stedelijke centra
EHS
hoogbouw 100-140m
beeklopen
tot 70m
Structuurvisie Breda 2020
39
wijkwinkelcentra tot 70m
REA REALISA REALIS ALISAT SATIE ATIE A
hoofdstuk 5 >>> 40
Structuurvisie Breda 2020
5
Realisatie Het programma en het ruimtelijk beeld, beschreven in hoofdstuk 3 en 4, zijn
Structuurvisie uitgangspunt voor regievoering
het vertrekpunt van de realisatiestrategie. Die bepaalt de kaders waarbinnen
De Structuurvisie is het uitgangspunt voor de regievoering met het programma
de gemeente de Structuurvisie wil uitvoeren. Op hoofdlijnen beschrijft de
voor de korte en lange termijn (kwantitatief en kwalitatief), de gewenste
realisatiestrategie hoe de gemeente haar rol als regisseur/arrangeur van de
ordening van de ruimte en de planning, en de prioritering van projecten
ruimtelijke ontwikkeling wil vormgeven. De daadwerkelijke uitvoering moet
(beleid, ontwikkeling en uitvoering) voor de ruimtelijke ontwikkeling van de
een juridische en financiële status krijgen in gebiedsgerichte integrale
stad. De ruimtelijke ontwikkelingen moeten daarnaast afgestemd zijn op het
ontwikkeling en uiteindelijk in bestemmingsplannen, bouwplannen en
gemeentelijke financiële kader.
inrichtingsplannen. De nieuwe nota Grondbeleid is hiervoor het voertuig. Integrale benadering De realisatiestrategie gaat uit van een integrale benadering: alle relevante aspecten voor de ruimtelijke kwaliteit van de stad zijn meegenomen. Naast wonen en werken gaat het ook om maatschappelijke voorzieningen, infra structuur, groen en water, en beheer in context met de omgeving. Niet alleen ruimtelijk worden alle aspecten meegenomen, ook in financiële zin is sprake van een integrale gebiedsbenadering: de grondexploitatie is onderdeel van een totale gebiedsexploitatie. Grootschalige ontwikkelingen De realisatiestrategie richt zich op de grootschalige ontwikkelingen. In de consolidatiegebieden zijn die niet aan de orde. Die vallen daarom ook buiten de realisatiestrategie. 5.1
Realisatiefilosofie: regie voeren binnen kaders Onder regie wordt verstaan: de wijze waarop de gemeente sturing geeft aan de realisatie van de programmatische en ruimtelijke doelen van de Structuurvi sie. Dit is een dynamisch ontwikkelingsproces met een permanente interactie tussen het stedelijke gedefinieerde programma, de ruimtelijke mogelijkheden/ kansen en de financiële haalbaarheid. In zo’n proces moet een regisseur kunnen sturen op het programma, de ruimte en/of de financiën en de mate van samenwerking met de realisatiepartners, in de vorm van coproductie. Daarbij is het van belang verschillende arrangementen te kunnen bieden. De diversiteit vergroot de slaagkans.
Structuurvisie Breda 2020
41
Dynamiek en flexibiliteit
meer passieve rol. Duidelijk is dat de gemeente haar verantwoordelijkheid
De dynamiek en gewenste flexibiliteit vragen om sturing of regie die past
neemt in de realisatie van het programma infrastructuur, groen en water en
binnen de uitgangspunten van de Structuurvisie:
stedelijke assen. Tot slot moet beleid worden ontwikkeld op intensief ruimte
• de gemeentelijke regie moet inspelen op nieuwe mogelijkheden of
gebruik, stedelijke vrijetijdscentra en de historische structuur van de stad met
invalshoeken die zich gaandeweg ontwikkelen;
het doel hiervoor programma’s te definiëren.
• er is continue afstemming nodig met hogere en lagere schaalniveaus van ruimtelijke ontwikkeling of planning.
Actief in de ruimte
Consequenties van nieuwe keuzen moeten integraal worden onderzocht en
Een gemeentelijk belangrijke traditionele regievorm is de regie op ruimte.
verwerkt in de totale ruimtelijk ontwikkelingsstrategie.
Daarbij kan het gehele RO-instrumentarium worden ingezet. Twee gangbare regievormen zijn toelatingsplanologie en ontwikkelingsplanologie. Voor de
Gebiedsgerichte integrale opgaven
gekozen ruimtelijke beleidsstrategieën zijn beide inzetbaar, maar op verschil
De Structuurvisie geeft ruimte aan diverse functionele programma’s. Er wordt
lende wijze. Bij het stimuleren van ruimtelijke ontwikkelingen, zoals in transfor
geordend en ‘bestemd’ met het oog op de toekomst. De planhorizion van
matie- en herstructureringsgebieden, domineert de ontwikkelingsplanologie
deze Structuurvisie ligt op 2020. Zowel de functionele programma’s als de
met een actieve inzet van gemeentelijke instrumenten voor het gemeenschap
daarvoor benodigde ruimte zijn voor de langere termijn op elkaar afgestemd.
pelijk stedelijke doel. In consolidatiegebieden, waar bescherming van waarden
De totale planologische ruimte biedt voldoende kansen en mogelijkheden,
en kwaliteiten van belang is, wordt regie gevoerd met de traditionele toela
maar vraagt vanuit integrale opgaven om een gebiedsgewijze benadering en
tingsplanologie. Het raamwerk moet planologisch worden vertaald in
planning.
bestemmingsplannen. Met de toekomstige verstedelijkingsruimte – volgens het Provinciale Streekplan - beschikt de gemeente over een planologische
Maatwerk
ruimtevoorraad die afhankelijk van de vraag kan worden ontwikkeld (aantoon
Regie voeren op de ontwikkeling van de stad betekent dat er continu moet
bare nut en noodzaak).
worden geschakeld tussen de diverse aspecten. Voortdurend moeten afgewo gen sturingsbeslissingen worden genomen, inhoudelijk beargumenteerd en
Zakelijk samenwerken
verifieerbaar. De wijze waarop regie wordt gevoerd, hangt af van verschillende
Met het grondbeleid en het daarbij horende juridisch instrumentarium kan
factoren, maar heeft vooral te maken met de positie die de gemeente heeft of
Breda regie voeren op de realisatie. De inzet kan verschillen per beleidsstrate
wil hebben: van initiatiefnemer tot randvoorwaardensteller in ontwikkelings
gie: actievere vormen van grondbeleid bij transformaties en passievere vormen
processen. Dit is vaak afhankelijk van de wil om bepaalde functionele
bij consolidatie. Het gemeentelijk grondbeleid ondersteunt de realisatie van de
gemeentelijke beleidsprogramma’s te realiseren. Naast de gemeentelijke
gemeentelijke doelen op een zakelijke wijze. Dit is maatwerk en varieert van
competenties zijn grondbezit, risicoposities en complexiteit bepalende factoren
traditionele ontwikkeling tot een private ontwikkeling met realisatie door
voor de regierol. Het is maatwerk per ontwikkeling.
marktpartijen maar ook belangenorganisaties, terreinbeherende instanties/ stichtingen en/of overige overheden. Daartussenin bevinden zich vele vormen
Scherpe regie op programma
waarbij de gemeente met publiek-private samenwerkingsvormen (PPS
Met een scherpere regie op het programma kan de gemeente meer zekerheid
constructies) afspraken maakt met partijen over de verantwoordelijkheden
krijgen over het te realiseren beleidsprogramma. De stad kan daarin zelf
voor het openbaar gebied, de infrastructuur (grondexploitatie) en het vastgoed
initiatief nemen, het initiatief overlaten aan derden of kiezen voor samenwer
(maatschappelijke voorzieningen, woningen en kantoren). Elke vorm komt
king. In alle gevallen zijn goede afspraken nodig. Programma’s kunnen
voor in Breda en wordt ook in de toekomst niet uitgesloten.
daarnaast worden ‘vermarkt’ door marketing en public relations. Welke rol de stad wil oppakken, kan ook worden gerelateerd aan de beleidsstrategie. Ook hier spelen transformatieprocessen actieve rol en consolidatieprocessen een
42
Structuurvisie Breda 2020
Invloed van de markt Vraag en aanbod naar woningen moeten vanzelfsprekend goed op elkaar worden afgestemd. Onverkoopbaarheid en leegstand van bestaande en nieuwbouwwoningen en –appartementen moet dan ook worden voorkomen. Onverkoopbaarheid en leegstand kunnen tenslotte het beeld oproepen dat Breda geen aantrekkelijke stad is om in te wonen. En het tegengestelde is waar! Zorg voor differentiatie Het uitvoeringsprogramma maakt duidelijk dat in de nabije toekomst veel woningen en appartementen worden gebouwd. Bovendien zijn de nodige plannen in voorbereiding voor de bouw van appartementen in de bestaande stad. Daarnaast is er een toenemende vraag naar starterswoningen en patiowoningen voor senioren met een volledig woonprogramma op de begane grond. Naast de bouw van dergelijke woningen, is het belangrijk het totale Het beschikbare instrumentarium wordt ingezet met als doel:
woonaanbod sterk te differentiëren en te voorkomen dat in een beperkte tijd
•
actief ontwikkelingen mogelijk maken;
veel appartementen worden gerealiseerd. Voor de komende jaren is het de
•
ontwikkelingen beheersen/stimuleren;
kunst om het aanbod van woningen af te stemmen op de consumptieve vraag
•
waar nodig kunnen handelen als private partij.
en op de opnamecapaciteit in de markt. Een te groot totaal aanbod van woningen/appartementen of een te groot aanbod in hetzelfde marktsegment
Gecoördineerde inzet
heeft tenslotte vergaande consequenties. Om de markt goed te reguleren en
Een overzicht van alle instrumenten maakt duidelijk dat een samenhangende
te doseren, verdient het aanbeveling vraag en aanbod in de komende jaren te
en gecoördineerde inzet van het instrumentarium van grote waarde kan zijn
monitoren.
voor de regievoering. Bij de uiteindelijke uitwerking van de Structuurvisie wordt gebiedsgericht per programma/projectonderdeel aangegeven hoe de gemeente haar instrumentarium inzet en bundelt. 5.2
Het uitvoeringsprogramma Het uitvoeringsprogramma van de Structuurvisie geeft in hoofdlijnen de planning aan van de ruimtelijke ontwikkeling en de ruimtelijke samenhang van de stad in zijn omgeving voor de komende twintig jaar. Een dergelijke visie heeft een brede werking. Het gaat tenslotte niet alleen om wonen, werken en/ of maatschappelijke voorzieningen in transformatie en/of herstructureringsge bieden, maar ook om groen, water, infrastructuur en maatschappelijke stedelijke/regionale voorzieningen. Het is een integraal ruimtelijk fysiek beeld van de stad. Kwantitatief en kwalitatief. Vanwege de planhorizon kan en mag de Structuurvisie geen planologisch keurslijf zijn, maar moet ruimte bieden voor dynamiek.
Structuurvisie Breda 2020
43
VIP-kaart
Zeer belangrijke plannen 1
VIA Breda
2
Claudius Prinsenlaan
3
Binnenstad
4
wijkontwikkeling wonen: Driesprong, Hoge Vucht, Doornbos, Linie en Heuvel
5
revitalisering werken: Emer, Krogten en Hazeldonk
6
Teteringen
7
Bavelse Berg
8
Breda Oost: Lijndonk Tervoort
9
Bavel zuid
10
De Wig
11
Steenakker - NAC
12
Prinsenbeek
13
44
uitvoering ecologische verbindingszone herstructurering werken/wonen transformatie werken/wonen
Structuurvisie Breda 2020
5.3
gerealiseerd. De ervaring leert ook dat in de komende periode binnenstedelijk
Planningskader
nieuwe ruimtelijke initiatieven worden ontwikkeld (herbestemmingen). De
Zonder een duidelijke planning geen regie. De planning van de ontwikkelingen
dynamiek vraagt om het permanent monitoren van de planningen en het
bepaalt tenslotte wat, waar, onder welke condities en wanneer kan worden
verder vooruit kijken. Om in de toekomst planologische ruimte in reserve te
gerealiseerd. Het wanneer is daarbij maatgevend en juridisch van belang. Met
willen hebben, is het zinvol de zoekruimte van Breda-West nader te verken
een heldere en inzichtelijke planning heeft de stad een stuurinstrument in
nen.
handen om te faseren en te prioriteren. Dit schept ook duidelijkheid voor de overige realisatiepartners. De planning is gebaseerd op de lopende basisplan ning en ziet er als volgt uit: Woningbouw planning 2007-2019 naam plan/locatie Woningbouw (opleveringen)
2007-2009
2010-2019
Teteringen *
500
1900
Via Breda **
500
4300
Binnenstad ***
280
100
Wijkontwikkeling Hoge Vucht, Linie,
660
1310
Bavel (Zuid, Lijndonk/Tervoort) **
130
3500
Prinsenbeek
230
200
50
550
950
1800
3300
13660
(Stationsgebied, Drie Hoefijzers)
Doornbos, Heuvel en Driesprong
Overig buitenstedelijk Overig binnenstedelijk **
Bedrijventerreinen planning 2007-2019* naam plan/locatie bedrijventerreinen
2007-2009
2010-2019
Bavel-Zuid
0 ha
90 ha
Bavelse Berg
0 ha
10 ha
de Wig
27 ha
0 ha
Hazeldonk
4 ha
0 ha
Spoorzone
14 ha
44 ha
Breda-West (zoekruimte)
0 ha
50 ha
Totaal
45 ha
194 ha
* De in de tabel genoemde hectares zijn bruto oppervlaktes, inclusief groen-, water- en infrastructuur. Acties op basis van de huidige basisplanning: • Op de middellange termijn (2015) prioriteit geven aan lopende transforma
Totaal
tieprogramma’s voor wonen en werken, zoals Teteringen, Bavel-Zuid en Bavel Lijndonk/Tervoort, en de Spoorzone Via Breda (het Stationsgebied en
* Teteringen gebaseerd op stand van zaken afgegeven bouwvergunningen ** Loopt door na 2020 *** Voornamelijk Oost-West flank
Drie Hoefijzers); • Prioriteit geven aan de complementaire vrijetijdscentra van de binnenstad, de Bavelse Berg en het NAC-stadion; • Prioriteit geven aan de lopende wijkontwikkeling de Hoge Vucht, Linie,
Woningbouw
Doornbos, Heuvel en Driesprong, en afmaken van het programma van de
De woningbouwopgave omvat een ambitieus kwalitatief en kwantitatief programma. Het programma is toereikend voor de gestelde opgave. Bij de planologische opgave van circa 13.000 woningen van 2010 tot 2019 moet rekening worden gehouden met de doorloop van de planningen van Via Breda en Bavel Lijndonk/Tervoort tussen 2020 en 2025. Ook binnenstedelijk is een
binnenstad; • Op de middellange termijn (2015) prioriteit geven aan lopende herstructu rering van Krogten/Emer/Hintelaken, Hazeldonk en buitengebied van de Breda, de Baronie; • In de potentiële transformatieruimte ten noordwesten van Breda worden
doorloop aan de orde. De ervaring leert dat door marktinvloeden, planproce
de ruimtelijke mogelijkheden verkend voor 50 ha bedrijventerrein.
dures en realisatievraagstukken ongeveer 60 tot 70% in de planperiode tot
Daarnaast worden voor de toekomst de woningbouwmogelijkheden ten
realisatie komt. Het resterende programma wordt in de periode daarna
zuiden van Prinsenbeek en ten noorden van de Bredestraat onderzocht.
Structuurvisie Breda 2020
45
In consolidatiegebieden (binnenstedelijke opgaven) wordt geen prioriteit
afgedekt binnen de diverse grondexploitaties, moeten ook de indirect aan de
gegeven aan grootschalige integrale ontwikkelingen en wordt terughoudend
ontwikkeling gerelateerde kosten van bijvoorbeeld hoofdinfrastructuur,
en kritisch gekeken met inachtneming van het bestaande ruimtegebruik en
scholen, sport en culturele voorzieningen tijdig beschikbaar zijn. Deze kosten
ruimtelijke kwaliteit. Ruimtelijke initiatieven krijgen prioriteit wanneer zij in
komen voor een belangrijk deel ten laste van het gemeentelijk investerings
wijkontwikkeling, transformatie en/of GWI-gebieden liggen en wanneer het
plan, externe subsidies en in ontwikkeling zijnde fondsen, zoals de Rood-voor
gaat om grondgebonden inbreidingen, 30% bereikbaar en specifieke
groenconstructies. Deze constructies kunnen bijdragen aan de ontwikkeling
doelgroepen bedienen (ouderen/jongere starters/groepen).
van het Stadslandschap en de kwaliteitsverbetering van het buitengebied.
Dynamisch planningsinstrument
Inspelen op nieuwe subsidiestromen
De functionele programma’s uit de Structuurvisie vormen het programmatische
Met een duidelijk vastgesteld planningskader voor ruimtelijke ontwikkelingen
kader voor de concrete uitwerking in de programma’s en projecten. Binnen het
kan goed worden ingespeeld op nieuwe subsidiestromen vanuit de rijksover
programmatische kader kan worden geschoven in de planning, mits het totale
heid. Zonder deze subsidies is het realiseren van vooral grote infrastructurele
programma niet uit het oog wordt verloren. Het kwalitatief en/of kwantitatief
werken die samenhangen met grote ontwikkelingen, voor de gemeente
veranderen van onderdelen van het programma op locaties heeft immers
nauwelijks financieel behapbaar.
consequenties voor programma’s op andere locaties. Dit vergt een dynamisch Kostenaspect nieuwe grondexploitatiewet
stedelijk planningsinstrument.
Het kostenaspect in de komende nieuwe grondexploitatiewet biedt ruimere Vasthouden aan uitgangspunten
verhaalsmogelijkheden naar private ontwikkelaars. Maar dan moeten wel de
Bij het vaststellen van het planningskader voor de Structuurvisie moet rekening
programmatische en financiële uitgangspunten vooraf beleidsmatig zijn
worden gehouden met eerder vastgelegde uitgangspunten. Het doorbreken
verankerd. Onder strikte voorwaarden is ook voorzien in een bijdrage in de
van die uitgangspunten leidt tot vertraging van al in gang gezette ontwik
zogenaamde bovenwijkse voorzieningen gerelateerd aan ruimtelijke ontwik
kelingen en tot toenemende renteverliezen op gedane investeringen.
kelingen zoals hoofdinfrastructuur en groencompensatie. Voor een optimaal financieel resultaat geldt ook hierbij dat een beleidsmatig onderbouwd
Het financiële kader: integrale meerjarenfinanciering
uitvoeringskader vereist is. De Structuurvisie biedt het ruimtelijke kader, de
De financiële middelen bepalend de realisatiestrategie. Zicht krijgen op de
nieuwe nota Grondbeleid het realisatiekader.
benodigde financiële middelen op korte termijn en lange termijn, de hardheid van de cijfers en de beslissingsvrijheid daarvan, horen bij de financiële
5.4
Monitoring op de doelen
realisatiestrategie. De uiteindelijke financiële beslissingen worden niet in deze
46
Structuurvisie genomen, maar bij de uiteindelijke uitwerking van de Structuur
Om de ruimtelijke ontwikkelingen goed te kunnen regisseren is monitoring
visie in concrete integrale gebiedsplannen.
nodig. De Structuurvisie-monitor is vooral beschrijvend. De resultaten hebben
Een belangrijk deel van de ontwikkelingen op middellange termijn zijn al
een signaalfunctie. De monitor ondersteunt daarmee het beleid, maar doet
financieel en programmatisch vastgelegd over meerdere jaren. Voorbeelden
zelf geen beleidsuitspraken. Wel geeft de monitor antwoord op de vraag:
hiervan zijn de ontwikkelingen in Teteringen, Via Breda met het stationsgebied
wordt/blijft Breda een stad waar het goed toeven is, een stad die compleet en
en Drie Hoefijzers, en de wijkontwikkelingsgebieden Heuvel en Breda Noord.
duurzaam is en een stad met bovenregionale uitstraling?
Integrale financieel economische uitvoerbaarheid
Volgen en inventariseren
De integrale financieel economische uitvoerbaarheid is van belang bij de
De Structuurvisie-monitor maakt het mogelijk de voortgang in de realisatie van
keuzes voor het planningskader van ruimtelijke ontwikkelingen. Naast de
ruimtelijke en programmatische doelen te volgen en de effecten van maat
directe ontwikkelingskosten, zoals woonstraten en buurtgroen die worden
schappelijke ontwikkelingen op de doelen zelf te inventariseren. Bij het volgen
Structuurvisie Breda 2020
van de voortgang gaat het om de vraag of we in de goede richting gaan. Bij
Hoofdinfrastructuur, de groen/blauwe hoofdstructuur en de stedelijke assen.
het inventariseren van de effecten gaat het om de toets op de kwaliteit van de
De fysieke beheeropgave geldt specifiek langs de infralijnen, de groenstructu
doelstellingen: zijn ze nog reëel en, als ze dat zijn, welke verklaring kan er dan
ren, de verbindingszones, beken en stedelijke ontsluitingswegen. Het gaat om
worden gegeven voor eventuele afwijkingen ten opzichte van de goede
locaties die in het zicht liggen en uitstraling (nodig) hebben. Structuren die
richting? Uitgangspunt van de monitoring is het ‘SMART’ maken van doelstel
meer slijtage, vernieling, vervanging kennen en dus een snellere omloopcyclus
lingen in zinvolle indicatoren naar gebiedstype: transformatie-, herstructure
hebben. Voor het fysieke beheer heeft dat in bovengenoemde domeinen soms
rings- en consolidatiegebied. Dit moet goede kengetallen opleveren die voor
aanzienlijke gevolgen.
iedereen herkenbaar zijn (smart & simple). Uitbreiding natuurgebieden Samenhang bestaande en nieuwe monitoren
Uitbreiding van het aantal natuurgebieden en mogelijk landgoederen en
Bij de bepaling van deze indicatoren wordt maximaal gebruik gemaakt van
parken (het groen/blauwe netwerk) kan – tenzij wordt gekozen voor privatise
informatie uit de bestaande monitoren en andere onderzoeksinstrumenten,
ring – leiden tot uitbreiding van de beheeropgave. Zeker de ingrepen in de
zoals de Vastgoedmonitor. In het beleidsveld wonen wordt een jaarlijkse
hoofdinfrastructuur - met onder andere de uitbreiding van het wegenstelsel in
woonmonitor ontwikkeld. Naast de stedelijk instrumenten worden ook
en aan de oostzijde van de stad met mogelijk op de lange termijn westzijde -
instrumenten ontwikkeld op het schaalniveau van de stedelijke regio (Breda-
met nieuwe aansluitingen op het landelijke wegennet en stadsontsluitingswe
Tilburg) en het schaalniveau van het Rijk (verstedelijkingsafspraken), om de
gen leiden tot uitbreiding van de beheeropgave.
voortgang te bewaken en eventuele aanpassingen door te voeren. Waar nog geen sprake is van ruimtelijke vertaling, wordt deze in de Structuurvisie
Markanter profileren stedelijke assen
monitor aangebracht.
Ook het markanter profileren van de stedelijke assen met hun eigen identiteit, die naast bebouwing wordt ondersteund door de openbare ruimte, vergt een
Gevolgen en aanpassingen
beheersintensivering. Het beheerniveau is hier nu regulier. Als dit wordt
Bij de inventarisatie van relevante maatschappelijke ontwikkelingen wordt opti
verhoogd tot beheerniveau regulier plus heeft dat financiële consequenties.
maal gebruik gemaakt van bestaande kennis- en informatiebronnen. De resultaten daarvan worden gebruikt voor de verklaring van ruimtelijke
Koppeling stedelijke/regionale voorzieningen aan hoofdinfrastructuur
ontwikkelingen. Dit alles kan tot gevolg hebben dat aard en omvang van het
Bij de koppeling van stedelijke/regionale voorzieningen aan de hoofdinfrastruc
programma moeten worden aangepast, dat gezocht moet worden naar een of
tuur (bereikbaarheid) gaat het erom welke sociale voorzieningen voor die
meer andere vormen van ruimtelijke inbedding, dat de realisatiestrategie moet
locaties aanvullend of als voorwaarde in aanmerking komen. Dat geldt ook
worden bijgesteld of dat gezocht wordt naar andere financieringsvormen.
voor het claimen en creëren van ruimte voor sport en recreatie, zowel aan de groen/blauwe hoofdstructuur als aan de stedelijke assen. Daarbij is de
5.5
De sociale en fysieke beheersopgave
clustering en de bereikbaarheid van die voorzieningen aan de assen een belangrijk uitgangspunt.
Of nu wel of niet wordt ingegrepen in de ruimtelijke structuur, er is altijd sprake van een beheeropgave en een sociale opgave. Deze verschilt per: • domein: de hoofdinfrastructuur, de groen/blauw-structuur of de stedelijke assen; • aard van de ingreep: consolideren, herstructureren of transformeren; • thema: intensief ruimtegebruik, vrijetijdsstructuur of historische linten.
Structuurvisie Breda 2020
47
Consolideren, herstructureren of transformeren
Sociale opgave
Fysiek beheer richt zich bij consolideren en herstructureren op ‘continueren,
De sociale opgave is zowel bij herstructurering als bij transformatie onderdeel
vervangen, verbeteren’. Daarbij kan sprake zijn van areaal toename of afname
van het programma. Bij consolideren gaat de aandacht uit naar de wisselwer
(vooral bij consolideren).
king tussen sociale transformaties en de (niet meer) aanwezigheid of behoefte
• Bij consolideren gaat het vooral om ‘op eigen kracht’ en ‘met de tijd mee’;
aan maatschappelijke voorzieningen. Bij consolideren draait het om het
• Bij herstructureren gaat het om impulsen, accenten en kwaliteitsverhoging
levensloopbestendig maken of houden van wijken/buurten onder het motto
en ‘voor de tijd geschikt maken’; • Bij transformeren is sprake van areaaluitbreiding naast kwaliteit(sverhoging) voor de toekomst.
‘met de tijd mee’. Bij herstructureren gaat het om ‘voor de tijd geschikt maken’ voor zowel bestaande als nieuwe bewoners/gebruikers. Ook daarbij is het doel levensloopbestendigheid. Bij transformatie is (toekomstige) levens loopbestendigheid eveneens een belangrijk doel voor de, in dit geval, nieuwe
Nieuwe woon- en werkterreinen
bewoners/gebruikers en nieuwe structuren.
In de periode tot 2015 worden nieuwe woon- en werkterreinen ontwikkeld in de transformatiegebieden, zoals Spoorzone, Steenakker, Hoogeind, Teteringen
Intensief ruimtegebruik, vrijetijdsstructuur of historische linten
en Breda-Oost. Al die gebieden brengen nieuwe openbare ruimte met zich
Voor de sociale opgave bij intensief ruimtegebruik hebben we te maken met
mee. Sommige, zoals Spoorzone, zelfs met delen van een hoger beheerkwali
de volgende paradox: bij een verdichting van de stad wordt weliswaar het
teitsniveau (Europese allure = bijzonder plus niveau). In de periode ná 2015
draagvlak voor de maatschappelijke voorzieningen vergroot, maar het kan ook
komt er meer openbare ruimte bij aan de westkant van de stad. Dit brengt te
beteken dat voorzieningen moeten worden toegevoegd. In dat verband speelt
zijner tijd méér te beheren openbare ruimte met zich mee.
de mogelijke multifunctionaliteit van het gebouw een rol. Intensief ruimtege
De herstructurering van Heuvel, Hoge Vucht, Linie, Doornbos en Driesprong
bruik, het intensiever en multifunctioneel gebruik van de openbare ruimte, en
leidt tot beperkte oppervlakte-uitbreiding van de openbare ruimte (vooral
mogelijke vormen van parkmanagement (publiek private afspraken over het
Talmazone). De kwaliteitsverbetering in deze gebieden moet niet alleen in
beheer van de openbare ruimte) zijn belangrijke onderwerpen voor fysiek
bebouwing, maar ook in de openbare ruimte zichtbaar worden gemaakt. De
beheer. Dit geeft een zwaardere taak. Bij de uitwerking van het beleid voor
nota Fysiek beheer visie 2006-2010 gaat nader in op de beheerniveaus in de
intensief ruimtegebruik wordt onderzocht of de daarbij te creëren pleinen/
stad.
parken een hoger beheerniveau vergen.
Ook de herstructurering van bedrijventerreinen Krogten en Hazeldonk vraagt beheeraandacht. Deze gebieden worden nu beheerd op een niveau dat past
Vrijetijdsclusters
bij de typering transport/regulier. Als uiteindelijk in de herstructureringsplannen
De verdere ontwikkeling van vrijetijdsclusters leidt tot een kwaliteitstoename
wordt gekozen voor een kwaliteitsverhoging, dan vergt dat een beheerimpuls.
die vaak specifiek beheer vraagt, of een andere beheerintensiteit, bijvoorbeeld
Ook de herstructurering van het buitengebied (van landbouw naar natuur/
door seizoenspieken. Ook zijn afspraken nodig over het publiek/private
landschap) roept een beheervraagstuk op, afhankelijk van de ingrepen en de
domein. Uitbreiding van het aantal centra/vrijetijdsclusters leidt tot de
eigendomsituatie.
volgende keuze: aankleding, facilitering, bereikbaarheid en onderhoud privatiseren óf door de gemeente laten intensiveren. Afspraken over publiek/
Consolidatiegebieden
private samenwerking zijn in dit verband ook wenselijk bij sociale aspecten.
De bestaande stadsdelen – consolidatiegebieden – met een woon-, werk-,
Vrijetijdsclusters bevatten mogelijke of aanvullende locaties voor
centrum-, park- of recreatiefunctie vragen om koestering. Zij maken nu al dat
(boven)stedelijke maatschappelijke voorzieningen. Er zijn kansen voor sociaal
het in Breda goed toeven is. De openbare ruimte in deze gebieden moet in
beleid, maar dat vraagt ook om waarborgen.
goede conditie worden gehouden. Dat vergt, naast continuering van regulier beheer, ook vervanging. Die beheeropgave wordt nader beschreven in de Fysiek beheervisie 2006-2010.
48
Structuurvisie Breda 2020
Structuurvisie Breda 2020
49
BIJLA BIJLA BIJLAGEN AGEN
bijlagen >>> 50
Structuurvisie Breda 2020
B1
Bijlage 1: begrippenlijst Enkele begrippen nader verklaard:
Programma
Transformeren
De kwantitatieve en kwalitatieve opgave van functies/sectoren met een
Omvormen door middel van functieverandering. Andere/nieuwe kwaliteit
ruimtelijk beslag voor de komende periode (tot 2020). Deze opgave vormt een
introduceren. Verandering van ruimtegebruik en ruimtelijke kwaliteit. Met de
uitwerking van de stedelijke ambities en ruimtelijke doelen.
verandering van de functie verandert ook de beleving van de ruimte door de gebruikers ervan.
Ontgroening en vergrijzing
NB: In de beheervisie wordt de term ‘nieuwe stad’ gebruikt voor transformatie
Het proces waarbij de verhouding tussen het aantal jongeren en ouderen
gebieden
steeds verder verschuift in de richting van een groter aantal ouderen.
Herstructureren Woonmilieu
Opwaarderen en/of vernieuwen van bestaande functies, waarbij de functies
Woonsituatie die wordt bepaald door omgevingsfactoren (zoals hoeveelheid
zelf grotendeels ongewijzigd blijven, maar waarbij door ruimtelijke ingrepen
groen, bedrijven/kantoren in de buurt, landelijk of stedelijk, dichtheid en
wel de beleving van de ruimte verandert. Ruimtegebruik en kwaliteit verbete
hoogte van bebouwing en historiciteit) en de beleving ervan door verschillende
ren; nieuwe kwaliteit toevoegen. Bij herstructureren gaat het vooral om
groepen bewoners/woonconsumenten.
impulsen, accenten en kwaliteitsverhoging en ‘voor de tijd geschikt maken’.
Werkmilieu
Consolideren
Werksituatie die enerzijds wordt bepaald door de aard van de werkzaamhe
(Actieve) vorm van beheren, zonder dat functieverandering wordt nagestreefd.
den, de (al dan niet) menging met andere functies, een landelijke of stedelijke
Garanderen van een duurzaam kwaliteitsniveau door actief beheer. Aard van
setting, en die anderzijds wordt bepaald door de wijze waarop bedrijven/
ruimtegebruik en ruimtebeleving ondergaan geen of nauwelijks wijziging. Bij
instellingen aankijken tegen de omgeving van de vestiging.
consolideren gaat het vooral om ‘op eigen kracht’ en ‘met de tijd mee’. NB: In de beheervisie wordt de term consolideren niet gebruikt, maar wordt gesproken van beheren in de oude/bestaande stad.
Ruimte
Het begrensde gebied waarin (binnen kwaliteitsvoorwaarden) de programma’s
gerealiseerd zullen en/of kunnen worden.
Realisatie De uitvoering van het programma gekoppeld aan een gebied, met daarbij de
Ruimtelijke hoofdstructuur
ontwikkeling van ruimtelijke accenten. Dit alles binnen de beperkingen en
Het geheel van hoofdwegen, ontsluitingswegen, groene en blauwe verbin
mogelijkheden van het bestaande stedelijke raamwerk (ruit van Breda,
dingszones, woongebieden en werkgebieden, recreatiegebieden en historische
stadslandschap, stedelijke assen) en de randvoorwaarden van de drie ruimte
structuur.
lijke beleidskoersen (transformeren, herstructureren, consolideren).
Stadslandschap
Regievoering
Groenzones en waterstructuren binnen en direct om de stad. Verbinding/
Bepalen hoe processen verlopen. In dit geval de aansturing van projecten op
intermediair tussen bebouwde gebieden en het buitengebied.
het gebied van ruimtelijke ordening: welk programma wordt waar en hoe en in welk tijdsbestek gerealiseerd en door wie.
Structuurvisie Breda 2020
51
Bijlage 2: geraadpleegde beleidsdocumenten en studies -
Actieprogramma Ruimte voor Economische Activiteiten (AREA) (april 2000)
-
Beleidsnota openbaar vervoer (augustus 2001)
-
Breda dienstencentrum: economische visie (januari 1999)
-
Buitenruimteplan (juni 1998)
-
Evenementennota (april 1998)
-
Landgoed Breda; bestuurlijke visie (maart 2001)
-
Maatwerk in programmering: op zoek naar beschikbare, bereikbare en betere woningen (november 2001)
-
Milieuvisie Breda 2015 (januari 2001)
-
Ruimtelijke verkenningen Breda (februari 2002)
-
Sociale infrastructuur in Breda: de positie van sociale infrastructuur in het Bredase lokale sociale beleid (januari 2002)
-
B2
Stadsvisie Breda 1999 – 2005 en stedelijk ontwikkelingsprogramma (oktober 1999)
- -
Verkeersplan Breda (2003) Waterplan Breda: samenwerken aan water in Breda (projectdefinitie) (oktober 2000)
- -
Detailhandelsnota Gemeente Breda (februari 2002) Via Breda; Structuurvisie Spoorzone 2025 en uitwerking in deelgebieden (2005)
52
-
Streekplan Noord Brabant (2002)
-
Uitwerkingsplan Breda-Tilburg (2004)
-
Nota Pieken in de Delta (2004)
-
Nota Mobiliteit (2004)
-
Nota Ruimte (2004)
-
Planningstradities in Breda (2004)
-
Grondslagen voor de Structuurvisie 2015 (2003)
-
Milieubeoordeling Structuurvisie Breda (2005)
-
Bevolkingsprognoses gemeente Breda 2005-2020
-
Omvang en samenstelling bevolking Breda 2005
-
collegeakkoord Kiezen voor elkaar Breda (2006)
Structuurvisie Breda 2020
53
Structuurvisie Breda 2020