U2015/03192
Structuurrapport Hoogleraar Onderwijswetenschappen (Educational Sciences) Faculteit Psychologie en Onderwijswetenschappen Welten‐instituut, Onderzoekscentrum voor leren, doceren en technologie Vakgroep Fostering Effective, Efficient and Enjoyable Learning (FEEEL)
1. Taakstelling Open Universiteit De Open Universiteit (OU) is de universiteit waar studenten online studeren. Studenten van de OU combineren hun studie met andere activiteiten, veelal werk. Kenmerken van het onderwijs zijn openheid, flexibiliteit en kwaliteit. Studenten kunnen in deeltijd bachelor‐ en masteropleidingen in zeven vakgebieden doorlopen. Aan de OU studeren ruim 17.000 studenten en werken 650 medewerkers. De OU heeft zestien vestigingen in Nederland, in elke provincie minstens één, en zes in België. De hoofdvestiging bevindt zich in Heerlen. De nieuwste technologieën en onderwijskundige inzichten worden toegepast, zowel in de bachelor‐ en masteropleidingen en cursussen, als in projecten en programmaʹs met partners. Nationaal en internationaal speelt de OU een belangrijke rol in de innovatie van het hoger onderwijs. Het onderwijs is verweven met het onderzoek en zo wordt gegarandeerd dat de actuele stand van de wetenschap wordt verwerkt. De OU investeert niet alleen in onderzoek in de vakgebieden van de opleidingen, maar ook in profielonderzoek op het gebied van onderwijskunde en onderwijstechnologie. Tevreden studenten en medewerkers In de Nationale Studenten Enquête (NSE) scoort de OU al vijf jaren op rij de hoogste plaats van alle Nederlandse universiteiten: studenten van de OU zijn het meest tevreden over hun studie vergeleken met de studenten van de overige dertien universiteiten. Ook in de keuzegidsen worden de opleidingen hoog gewaardeerd. In de ranglijst van Topwerkgevers van 500+ organisaties voor jongeren tot 35 jaar staat de OU bovendien op de tweede plaats. Uit de Monitor@Work index blijkt dat jongere medewerkers positief zijn over de uitstekende hulpbronnen van de OU: afwisseling en variatie in het werk, regelmogelijkheden (autonomie) in het werk, leermogelijkheden en een goede werksfeer. 2. Faculteit PenOW 1
U2015/03192 De faculteit Psychologie en onderwijswetenschappen (PenOW) is sterk in onderwijs en onderzoek. Het Welten‐instituut, onderdeel van de faculteit PenOW, speelt nationaal en internationaal een belangrijke rol in onderzoek naar de innovatie van onderwijs en de professionalisering van docenten. Het onderzoeksprogramma psychologie is gericht op ‘The interaction between implicit and explicit strategies for behaviour’. De faculteit PenOW heeft programma’s voor de wetenschappelijke bachelor en master Psychologie en master Onderwijswetenschappen. Hoog op de agenda staat de verdere ontwikkeling van een competentiegericht curriculum, waarbij veelvuldig maar niet uitsluitend gebruik wordt gemaakt van een digitale leeromgeving. In de Nationale Studenten Enquête 2014 kregen de bachelor en master Psychologie de eerste plaats en heeft de master Onderwijswetenschappen een hoge tevredenheidscore. 3. Het Welten‐instituut Het Welten‐instituut, onderzoekscentrum voor leren, doceren en technology is op 1 januari 2014 van start gegaan door de samenvoeging van het Centre for Learning Sciences and Technologies (CELSTEC), het Wetenschappelijk centrum leraren onderzoek (LOOK) en het onderzoek van de Lerarenuniversiteit. Het Welten‐instituut onderzoekt op een geïntegreerde wijze complexe praktijkrelevante vraagstukken in de ecologie van het onderwijs. Door een geïntegreerde aanpak van actuele vraagstukken, die benaderd worden vanuit onder meer theorieën over leren en cognitie, technologie, nieuwe media, netwerken en lerarengedrag, levert het onderzoek ecologisch valide en hoogkwalitatieve resultaten. Het doel daarvan is om samen met het werkveld (i.e., (hoger)onderwijsinstellingen inclusief de OU, docenten, opleidingscentra, enzovoorts) te komen tot kwaliteitsverbetering van het onderwijs, het verbeteren van de professionaliteit van docenten, en de groei van kennis en expertise op onderwijswetenschappelijk en onderwijstechnologisch gebied. Het onderzoek richt zich in eerste instantie op de innovatie van het hoger onderwijs, maar heeft betrekking op alle onderwijssectoren en meer generiek op leren en doceren, gekoppeld aan het leren in de professie en in de kennissamenleving, op onderwijs‐ en leerarrangementen en op leertechnologie. De output bestaat zowel uit wetenschappelijke kennis als uit bruikbare, gevalideerde methodische en technologische oplossingen voor en in het onderwijs. Het Welten‐instituut kent drie onderzoek vakgroepen te weten: Fostering Effective, Efficient and Enjoyable Learning (FEEEL) Teacher and Teacher Professionalisation (T2) 2
U2015/03192 Technology Enhanced Learning and Innovation (TELI) De faculteit Psychologie en onderwijswetenschappen (PenOW) is op zoek naar een hoogleraar voor de vakgroep FEEEL. Het onderzoek van deze vakgroep richt zich op leren, vanuit een cognitieve, sociale en domeinspecifieke invalshoek, waarbij de in interactie van de lerende met haar/zijn leeromgeving (docent/leerkracht/begeleider, mede‐lerenden, media) centraal staat. Leidende vragen zijn: 1. Hoe kan een leeromgeving zo worden ontworpen en ingericht dat het leren wordt bevorderd, rekening houdend met de kenmerken van de lerende in de ecologie van het onderwijs? 2. Hoe wordt een lerende positief beïnvloed door haar of zijn omgeving (didactiek, de docent, leermaterialen, fysieke en virtuele omgeving, sociale omgeving, enzovoorts) om optimaal te kunnen leren, dat wil zeggen: op een doelmatige, doeltreffende en bevredigende wijze. 4. Taken Voor de vakgroep FEEEL zoeken wij een hoogleraar die de leiding van de Vakgroep kan overnemen (i.e., vakgroepvoorzitter) en daarbij ook lid kan worden van het Managementteam van het Welten‐instituut. De taken van de hoogleraar zijn: het leiding geven aan en coördineren van de onderzoeks‐ en valorisatieprojecten in het programma; het entameren van nieuwe onderzoekthema’s en het ontwikkelen van nieuwe expertise op basis van een actieve exploratie van onderwijswetenschappelijke en ‐technologische disciplines en gegeven de vraagstukken die van belang zijn voor effectief, efficiënt en bevredigend leren op alle niveaus; het zorg dragen voor het ontwikkelen van nieuwe kennis en instrumenten op voor effectief, efficiënt en bevredigend leren relevante gebieden; het valoriseren van de kennis van medewerkers vergaard uit Research (onderzoek) en verwante activiteiten binnen de OU in de vorm van oplossingen voor binnen en buiten de OU; het mede leiding geven aan het Welten‐instituut als lid van een collegiaal managementteam; het representeren van het programma binnen en buiten de OU (e.g., OU Graduate School, onderzoeksschool ICO, NWO/NRO, enzovoorts) 3
U2015/03192 het zorg dragen voor een adequaat management, waarbij met name planning, coaching en kwaliteitszorg van belang zijn; het begeleiden van promovendi, het toezien op de begeleiding van junior onderzoekers en het bevorderen van hun onderzoeksvaardigheden; en het nader positioneren van het onderwijswetenschappelijke onderzoek, onder meer door het aantrekken van projecten die in het kader van de tweede en derde geldstroom worden gefinancierd. het zorg dragen en borgen van de kwaliteit voor de afstudeervariant ʹOntwerpen van onderwijsʹ van de masteropleiding Onderwijswetenschappen. 5. Leerstoel De leerstoel van de vakgroepvoorzitter zal zich richten op onderzoek naar het ontwerpen van leeromgevingen die effectief, efficiënt en bevredigend/plezierig leren bevorderen / mogelijk maken, met als doel bij te dragen aan de transformatie van de huidige maatschappij naar een kennissamenleving. Centraal staat de ontwikkeling van leer‐ en ontwerptheorieën en modellen op cognitieve grondslag met als kernbegrippen: ontwikkeling van complexe vaardigheden, waaronder het vermogen om eigen leerprocessen te reguleren, door onder andere gepersonaliseerde en adaptieve instructie; samenwerkend leren, multimediale individuele en groep leeromgevingen, non‐formeel informeel leren, en leren van ouderen. Een belangrijk op te lossen probleem is te bepalen hoe technologische en organisatorische vernieuwingen ‐ rekening houdend met de werking van het menselijke cognitieve systeem ‐ op een effectieve en efficiënte manier tot ontwikkeling kunnen worden gebracht in bestaande contexten. Daarbij wordt niet alleen aan het onderwijs gedacht, maar ook aan werk en vrije tijd. Voor het aandragen van oplossingen voor deze problematiek wordt het belangrijk geacht om verkenningen uit te voeren van wat andere disciplines, zoals de cognitieve neurowetenschappen, het onderwijsveld te bieden hebben. Als proefgebied kan het onderwijs van de OU worden gebruikt, maar uitdrukkelijk ook externe contexten. 6. Profiel De hoogleraar: is een zeer ervaren onderzoeker blijkend uit een promotie en hooggewaardeerde internationale publicaties op onderwijswetenschappelijk en/of onderwijstechnologisch gebied; is op dat terrein een internationaal erkend en gereputeerd deskundige en heeft overzicht over de ontwikkelingen; beschikt over aantoonbare ervaring en kwaliteiten in onderzoekmanagement, met 4
U2015/03192 name ook het management van grote onderzoeksprojecten, dan wel onderzoeksprogrammaʹs heeft ervaring in het begeleiden van onderzoekers; heeft een gedegen onderwijswetenschappelijke en/of onderwijstechnologische expertise; beschikt over een up‐to‐date nationaal en internationaal netwerk; is succesvol gebleken in het aantrekken van tweede en derde geldstroom; beschikt over goede communicatieve en sociale vaardigheden. heeft gevoel voor de valorisatieaspecten van het onderzoek heeft affiniteit met het verzorgen van wetenschappelijk onderwijs 7. Voorwaarden De Hoogleraar Onderwijswetenschappen (Educational Sciences) wordt ingeschaald als hoogleraar 2. Voorts gelden de bij de OU gebruikelijke arbeidsvoorwaarden.
5
U2015/03192
Benoemingsprocedure Hoogleraar Onderwijswetenschappen (Educational Sciences) voor het Welten‐instituut Voor kandidaten wordt de volgende procedure gevolgd: Eerst wordt een benoemingsadviescommissie (BAC) ingesteld conform bijgaand voorstel die uitspraak moet doen aan de voorzitter van de BAC alsmede aan het Cvb van de OU over de benoembaarheid van de betrokken persoon als hoogleraar. Na een positief advies van de BAC legt de voorzitter een concept voordracht voor aan het Cvb. Indien het Cvb akkoord is met de concept voordracht worden zusterfaculteiten geraadpleegd. (Zie stap 18 notitie). Naar aanleiding van de uitkomst van de consultatie van de zusterfaculteiten dient de voorzitter een definitieve benoemingsvoordracht in bij het Cvb. Het College van Bestuur van de OU legt de benoemingsvoordracht voor advies voor aan het Cvp en neem vervolgens een besluit over de benoeming van de hoogleraar. Binnen de faculteit Psychologie en Onderwijswetenschappen wordt de hoogleraar benoemd als opvolger van de huidige vakgroepvoorzitter FEEEL. Beoogde samenstelling BAC:
Prof. dr. Saskia Brand‐Gruwel: Voorzitter (Decaan van de faculteit Psychologie en Onderwijswetenschappen (OU/PenOW))
Prof. dr. Marcus Specht (Vakgroepvoorzitter Technologie Verrijkte Omgevingen voor Doceren en Leren (OU/PenOW/Welten‐instituut))
Prof. dr. Rob Martens (Vakgroepvoorzitter Doceren en docentprofessionalisering (OU/PenOW/Welten‐instituut))
Prof. dr. Lilian Lechner (Vakgroepvoorzitter Gezondheidspsychologie (PU/PenOW))
Prof. dr. Jeroen van Merriënboer – Maastricht University
Prof. dr. Tamara van Gog – Universiteit Utrecht
Prof. dr . Jos Beishuizen – Vrije Universiteit Amsterdam (reserve)
Prof. dr. Monique Volman – Universiteit van Amsterdam (reserve)
6