PACTNIEUWS een uitgave van het Vertrouwenspact Werkgelegenheid Limburg
Structuur VWL is perfect! Laten we hem ook gebruiken! L
OZO-secretaris Esther Schoenmakers pleit voor meer bekendheid over de
uitgangspunten die het VWL en zijn afzonderlijke partners hanteren.“Als duidelijk is waar je voor staat, kun je daar gezamenlijk aan werken. Dat geldt voor de visie en werkwijze van het VWL als geheel, maar ook voor het arbeidsmarktbeleid van de partners. In het Vertrouwenspact Werkgelegenheid Limburg (VWL) is een uitstekend model afgesproken om beleid te ontwikkelen en het te vertalen naar concrete projecten.We kunnen alle projecten consequent plaatsen in het model van rayons en sectoren, als schering en inslag.Voorwaarde daarvoor is echter dat ook het uitvoeringsapparaat van de deelnemende partijen het model kent en toepast.”
De Limburgse Organisatie van Zelfstandige Ondernemers (LOZO) concentreert haar eigen arbeidsmarktbeleid op professioneel personeelsbeleid bij het MKB en het toeleiden van voldoende en gekwalificeerd personeel voor het MKB. Daar hoort verdere professionalisering bij, aandacht voor de aantrekkelijkheid van een baan bij het MKB en aandacht voor vraaggericht regulier onderwijs. Het beleid is gebaseerd op de behoefte van de achterban van de LOZO, die bestaat uit ondernemers in industrie (25,2%), detailhandel (32,9%), recreatie horeca en toerisme (6,7%), en zakelijke dienstverlening (30,3%). Op haar beurt zoekt de LOZO aansluiting bij de ideeën en oplossingen die in het Vertrouwenspact worden bedacht. VWL en LOZO
Hoe ziet Esther Schoenmakers de relatie tussen LOZO en VWL? “Het VWL is gericht op belangen van burgers én bedrijfsleven. De partners zoeken vanuit één van die twee invalshoeken beleidsmatige
lees verder op pagina 2 Pactnieuws Uitgave maart 2002 jaargang 5 nummer 12
•
1
PACTNIEUWS PACT •
vervolg:“Structuur VWL is perfect! Laten we hem…”
antwoorden op arbeidsmarktvraagstukken. Dat is een kwestie van brengen en halen. Onze inbreng is allereerst de aanwezigheid van het bedrijfsleven.Wij vertegenwoordigen het Midden- en Kleinbedrijf als carrier van de economie. 90% van de werkgelegenheid in Limburg wordt in het MKB gegenereerd en het MKB heeft dus veel banen te bieden met de bijbehorende stimuleringsmiddelen. Die stimuleringsregelingen zijn er trouwens niet voor niks. Beleidsontwikkeling en structuurversterking zijn namelijk niet de eerste prioriteit van de ondernemers.We nemen dat als vereniging voor een deel over. Mijn achterban bestaat uit hardwerkende ondernemers die praktisch zijn ingesteld en gewend zijn om aan te pakken. Om te overleven moeten zij voortdurend aandacht houden voor hun omzet. Dan blijft er weinig tijd over voor arbeidsmarktbeleid en dan is er al helemaal weinig behoefte aan projecten die niets opleveren.” Kapstok
De doelgerichtheid van de LOZO-achterban blijkt voor andere partners in het VWL niet altijd even gemakkelijk te bevatten. Esther Schoenmakers: “Er is een verschil in attitude, die je als realiteit moet accepteren. Ik probeer daar ook aandacht voor te krijgen, want de benadering van ondernemers kan ook heel verrijkend en verfrissend zijn. Dat geldt trouwens voor elke partner.Als je ieders invalshoek leert kennen en waarderen, kun je samen gemakkelijker iets nieuws ontwikkelen. Dat is wat ik bij het VWL zoek: nieuwe inzichten en oplossingen voor arbeidsmarktvraagstukken. Dat het werkt, is al bewezen.We hebben immers op het grensvlak van economische en sociale belangen beleid ontwikkeld waardoor gekwalificeerd personeel voor het bedrijfsleven beschikbaar komt en tegelijk het aantal
Hobbels op de weg
Dat klinkt eenvoudiger dan het is.“Het blijkt dat partners de afgesproken structuur loslaten en hun projecten niet altijd volgens de rayon- en sectorstructuur definiëren. Het wordt tijd dat elke partner in de eigen organisatie vertelt hoe het VWL werkt. Dat zal de inbedding van het arbeidsmarktbeleid zeker ten goede komen”, vindt Schoenmakers, die in één adem een andere belemmering noemt: de moeizame financiering van sectorplannen. “De LOZO kan door haar know how inhoudelijk een belangrijke bijdrage leveren aan de sectorplannen en wil dat ook graag doen.Wij hebben als vereniging echter geen budget om cofinanciering te bieden”, aldus Esther Schoenmakers,“wel zetten we onze netwerken in om via MKB-Nederland en brancheorganisaties landelijke sectorfondsen naar Limburg te krijgen. Dat geld komt er echter niet zonder een goed sectorplan. Dat soort kip-en-ei verhalen zijn lastig. Hier ligt echter ook de kracht van het VWL: kennisuitwisseling en gezamenlijk naar oplossingen zoeken voor de Limburgse arbeidsmarktproblematiek!”
Om alvast te noteren: Maandagmiddag 3 juni vindt het minisymposium ‘Onderwijs en arbeidsmarkt’ plaats. Met dit symposium neemt het VWL afscheid van voorzitter Jan Tindemans.
2
Horeca biedt meer dan een goed salaris
langdurig werkzoekenden vermindert. Ik heb gemerkt dat voor een goede doorvertaling van dat beleid het model van sectoren en rayons heel handig is. Het rayonale en gemeentelijke beleid wordt gekoppeld aan de sectorale behoeften. De plannen worden in het VWL afgestemd, gekoppeld en vervlochten en vervolgens vertaald in uitvoeringsprogramma’s.Via die weg zijn inmiddels sectorstichtingen voor industrie (MIT) en detailhandel en horeca-recreatie-toerisme (SAM) tot stand gekomen.”
Colofon Pactnieuws geeft vier keer per jaar informatie over oplossingen voor problemen op de Limburgse arbeidsmarkt. De informatie is afkomstig van de partners van het Vertrouwenspact Werkgelegenheid Limburg. Voor meer informatie of suggesties voor projecten die aansluiten bij de doelstellingen van het Vertrouwenspact Werkgelegenheid Limburg kunt u contact opnemen met: Dhr. R. Bosma, Provincie Limburg, Postbus 5700, 6202 MA Maastricht. tel. 043 389 74 94 fax 043 389 71 07 e-mail
[email protected] www.vertrouwenspact.nl Tekst: karin dormans bureau voor tekst en communicatie, Geleen Fotografie: Bert Janssen, Maastricht Ontwerp: Mediaan Communicatie Projecten bv, Heerlen Druk:Van Hooren Drukkerij en Repro, Heerlen Oplage: 1.500
B
ert Nelissen is ‘markante horeca-ondernemer Noord- en MiddenLimburg’. Deze eretitel kreeg hij van Koninklijk Horeca Nederland
vanwege zijn personeelsbeleid bij Stadscafé Het Bruine Paard. Bert
bijvoorbeeld alleen overdag willen werken in de tijd dat hun kinderen naar school zijn, of ‘s avonds als hun partner thuis is, dan kan dat ingevuld worden.”
Nelissen heeft aan de Korenmarkt in Weert nog twee andere horecagelegenheden, elk met een eigen sfeer, maar met hetzelfde beleid.
Bert Nelissen vertelt hoe hij probeert zijn medewerkers perspectief te bieden:“Werken in de horeca is zwaar. Je hebt weinig vrij en werkt vooral in de weekends en ‘s avonds. Dat betekent dat je sociale leven op een laag pitje staat. Niet iedereen kan daar tegen.Als werkgever moet je dan meer bieden dan een goed salaris. In onze cafés doen we dat door de baan aantrekkelijk te houden. Mensen werken op een plek die bij hen past, hebben verantwoordelijkheden en kunnen intern doorgroeien.Via het wekelijkse werkoverleg wordt iedereen betrokken bij de gang van zaken én bij de resultaten.We doen aan teambuilding en bieden opleidingsmogelijkheden.” Rooster
Een ander belangrijk thema is flexibiliteit. Nelissen: “We hebben 70 mensen in dienst. Daardoor kunnen we de roosters zó maken dat iedereen af en toe weekends en avonden vrij heeft. Ook werken hier verschillende parttimers.Wanneer vrouwen
Leerbedrijf
Nelissen stelt zijn cafés bewust open als leerbedrijf. “De stage is vaak de eerste echte kennismaking van jonge mensen met de horeca. Opleidingen zouden daar veel bewuster mee moeten omgaan, zodat leerlingen die de opleiding na een goede stage afmaken, behouden blijven voor de horeca. Ik betrek de stagiairs volledig bij het bedrijf. Dan weten ze waar ze aan beginnen en welke mogelijkheden de horeca biedt.” Bijblijven
Als is bestuurslid van Koninklijk Horeca Nederland afdeling Weert én regio Noord- en Midden-Limburg beheert Bert Nelissen de portefeuille personeelsbeleid. Hij participeert in de Stichting Arbeidsmarkt Midden- en Kleinbedrijf (SAM).“Het is voor een horeca-ondernemer essentieel om nieuwe ontwikkelingen te volgen. Van mijn bestuurswerk word ik wijzer en ik hoor meteen wanneer er nieuwe ontwikkelingen zijn. Er komen bijvoorbeeld pilots om de toetreding van personeel in de horeca te stimuleren. Daar wil ik graag bij betrokken zijn!”
3
PACTNIEUWS PACT De Europese Unie heeft een aantal stimuleringsprogramma’s die voor Limburgse
Uniek in Nederland
ondernemingen en organisaties interessant kunnen zijn. In deze en de komende uitgaven
Mobilisatie Arbeidsgehandicapten: de vele facetten van sluitende aanpak
van Pactnieuws wordt een aantal van deze programma’s besproken.
CERES-programma H
D
et platteland in Noord- en Midden-
e behoefte om meer arbeidskrachten beschikbaar te krijgen voor de krappe arbeidsmarkt heeft de aandacht onder meer geleid naar de
WAO’ers. Er wordt namelijk aangenomen dat er onder de arbeids-
Limburg heeft te maken met een reeks
van problemen die een algemene en
gehandicapten heel wat mensen zijn die op één of andere manier aan de
ingrijpende heroriëntatie en een vernieuwde
slag willen en kunnen. Om te onderzoeken of dat inderdaad zo is, werd het
Nieuwe stap
sturing nodig maken. Op die manier kunnen
project Mobilisatie Arbeidsgehandicapten geadopteerd door het VWL.
de kwaliteiten van het platteland zo goed
Omdat een analyse van een zo breed mogelijk bestand nodig is, zijn
mogelijk ontwikkeld worden, ondanks
behalve UVI’s (uitvoeringsinstanties) ook gemeenten en CWI in het project
problemen als een dalend voorzieningen-
betrokken. Bovendien is het beter om meteen uit te zoeken welk traject
niveau, afnemende werkgelegenheid in de
individuele arbeidsgehandicapten nodig hebben op weg naar een passende
agrarische sector en een verslechterende
baan. Beleidsmedewerker van de provincie Limburg Ruud Joosten en Inge
sociale cohesie.
Willems van adviesbureau Wise Up vertellen hoe zij dat alles in het vat
Inmiddels zijn de dossieranalyses en intakes in volle gang. Ook krijgen de arbeidsgehandicapten een enquête. De informatie uit dossiers en enquêtes is nodig in het vervolg van het reïntegratietraject. De privacywetgeving maakt met name de dossieranalyse tot een ingewikkelde oefening. Ook blijkt dat de voormalige uitvoeringsinstanties hun systemen meer hebben ingericht op de verzekeringstechnische claimbeoordeling en minder op reïntegratie. Inge Willems:“We maken in feite een tussenstap in het gebruikelijke traject: tussen de administratieve verzekeringsprocessen en de inkoop van een reïntegratietraject voegen wij een bestandsanalyse en een gesprek om meer te weten over de mogelijkheden van de arbeidsgehandicapte die meestal al langere tijd een uitkering heeft.”
gieten in het project Mobilisatie Arbeidsgehandicapten (MAG).
Het CERES-programma voor het Noord- en Midden-Limburgse platteland is bedoeld om duurzame economische ontwikkelingen te stimuleren in combinatie met het versterken van natuur, landschap en milieu. Op middellange termijn moet de economische structuur van Noord- en Midden-Limburg gezond worden en blijven. De provincie Limburg gaat ervan uit dat een dergelijke doelstelling alleen haalbaar is als de problemen gezamenlijk en integraal worden aangepakt. Daarom zijn diverse partners in het gebied betrokken bij het CERES-programma: de ministeries van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij en van Economische Zaken, het gewest Noord- en MiddenLimburg, de Kamer van Koophandel Noord- en Midden-Limburg, LLTB, de Milieufederatie Limburg en het Vertrouwenspact Werkgelegenheid Limburg. Gezamenlijk is gekozen voor een meersporenbeleid, waarin een duurzame economische ontwikkeling gecombineerd wordt met het behoud en de versterking van natuurlijke, landschappelijke en milieuwaarden. In het CERES-programma zijn prioriteiten en maatregelen benoemd: • Ruimtelijke ontwikkeling door herschikking van functies in het buitengebied, door natuur-, water en milieuontwikkeling, door het ontwikkelen en revitaliseren van bedrijventerreinen en bedrijfsverzamelgebouwen, door versterking van de fysieke kennisinfrastructuur en versterking van
4
nu nieuw perspectief en zij hebben zelf de vrijheid om die kans te grijpen.Vrijwilligheid is namelijk één van de principes in dit project.”
MAG beslaat het complete traject van dossieranalyse, intake, het opstellen van een reïntegratietraject tot plaatsing in een baan. Zes zeer uiteenlopende partners gaan deze sluitende aanpak samen realiseren in zes parallelle deelprojecten. Ruud Joosten verklaart waarom gekozen is om naast dossieranalyse en intake het totale traject op te zetten:“Als je in de WAO zit en je krijgt een oproep voor een gesprek over je mogelijkheden om weer aan het werk te gaan, levert dat de nodige stress op.Als dan blijkt dat ‘ze’ alleen maar voor de zoveelste keer je verhaal willen horen en verder niets voor je doen, voel je je waarschijnlijk bekocht.We bieden mensen
Waar?
“Wat we verder uitzoeken is hoe we mensen die te mobiliseren zijn voor de arbeidsmarkt kunnen ‘ontsluiten’. Er schijnen in Nederland 1 miljoen arbeidsgehandicapten te zijn. Maar hoe vind je in die massa juist de mensen die willen en kunnen
de toeristische infrastructuur en voorzieningen. • Economische stimulering door versterking van de concurrentiepositie van MKB en toeristisch bedrijfsleven. • Sociale cohesie door human resources, het versterken van de sociale cohesie en de culturele identiteit. Wilt u meer weten over de mogelijkheden van het CERES-programma, neem dan contact op met het programmamanagement, tel. 043-389 72 47 of 043-389 72 48.
Ruud Joosten en Inge Willems: “Partners ontwikkelen een compleet sluitende aanpak van intake tot baan,”
5
PACTNIEUWS PACT werken?”, vraagt Ruud Joosten zich af.“Bovendien zitten in de bestanden van gemeenten en CWI zeker ook nog mensen met een problematiek als die van de WAO’ers. In Maastricht kunnen zulke mensen zich via MTB Phoenix melden in hun wijk. Een interessante ontwikkeling, maar je hebt meer instrumenten nodig.” Selectie
Het MAG-project ontwikkelt dan ook een methode om de gemotiveerde mensen te ‘ontsluiten’. Inge Willems:“De eerste methode die we toepassen gaat uit van het matchen van opleidingsprofielen, beroepservaring en mate van arbeidsongeschiktheid met eisen van veel voorkomende beroepsprofielen. Dat doen we met het systeem Arbeidsmaat. De tweede methode, die we zelf ontwikkelen, gaat uit van de motivatieprofielen van WAO’ers, zodat we in het traject een baan kunnen zoeken die bij de mensen en hun wensen en mogelijkheden past.” Pas na die matching gaan de reïntegratiebedrijven aan de slag om de arbeidsongeschikten met potentie ook daadwerkelijk naar vacatures te leiden.
Investeren in mensen maakt hen waardevol
Uitwisseling
Inge Willems:“We stellen de mogelijkheden en de eigen motivatie van de arbeidsongeschikten voorop, maar dan loop je meteen aan tegen de onbekendheid van die motivatie-vraagstukken. Bovendien vrezen mensen voor hun recht op uitkering en aarzelen ze alleen al daarom om mee te doen.We werken nu aan oplossingen daarvoor.” Ruud Joosten:“Er is in Nederland nooit eerder op deze manier en in deze omvang gekeken naar arbeidsongeschikten. De samenwerking tussen de partners vroeg aanvankelijk veel tijd en aandacht. Dat had te maken met de vele organisatieveranderingen in de afgelopen jaren, waarbij UVI’s fuseerden tot het Uitvoeringsorgaan Werkgeversverzekeringen,Arbeidsvoorziening en gemeenten een andere rol kregen en mensen van functie veranderden. De participanten in het project willen nu echter gezamenlijk uitzoeken hoe een compleet sluitende aanpak kan werken.Via de parallelle deelprojecten leren zij veel van elkaar. De methodiek die we zo ontwikkelen, willen we in de regio implementeren.Allemaal heel ambitieus, maar daar zijn we niet bang voor.Al beseffen we dat we nog heel wat moeten leren!”
project Mobilisatie Arbeidsgehandicapten Looptijd: 2001 – oktober 2003 Doelstelling:
Het creëren van een handreiking sluitende aanpak door inzicht te krijgen in de groep arbeidsgehandicapten, methodieken en mogelijkheden de uitstroom uit arbeidsongeschiktheidsregelingen naar de arbeidsmarkt te bevorderen de instroom in arbeidsongeschiktheidsregelingen te verminderen integrale samenwerking op gang te brengen tussen de deelnemende partijen.
• • • •
Aanpak:
Er wordt een aanbodanalyse uitgevoerd en een aantal deelprojecten. De aanbodanalyse betreft 1710 dossiers, verdeeld over de verschillende partners. De analyse betreft enerzijds informatie over aantallen, opleidingsniveau en mate van arbeidsongeschiktheid en anderzijds informatie die gebruikt kan worden om motivatie- en beroepsprofielen te definiëren. De deelprojecten zijn gericht op reïntegratietrajecten voor 290 arbeidsgehandicapten. Zij worden geselecteerd via 960 intakegesprekken en van hen worden 145 mensen aan een baan geholpen. Er wordt een deelproject voorbereid gericht op het voorkomen van instroom in de WAO. In nauwe samenwerking ontwikkelen de Limburgse Werkgeversvereniging, reïntegratiebedrijf Topcare, papierfabrikant Sappi en KLIQ een methodiek om werknemers die risico lopen op arbeidsongeschiktheid vroegtijdig te begeleiden. Het MAG-project tekent de methodieken en ervaringen op door middel van een monitor.
B
erden Mode & Wonen wil zich de komende jaren ontwikkelen tot Limburgs marktleider in mode, wonen en sport. Momenteel werken
er verspreid over de twee warenhuizen, vier meubelzaken en de damesmodezaak zo’n 350 medewerkers. Hun opleiding is voor Berden speerpunt van beleid.
In januari begon bij Berden een intern opleidingstraject van twee jaar voor 95 medewerkers die mode en modeaccessoires verkopen. In 22 cursusbijeenkomsten halen zij een landelijk erkend MBOdiploma verkoopmedewerker én een diploma mode-adviseur. De Berden-academie is tot stand gekomen in samenwerking met Gilde Opleidingen, Gilde BT Contracting en het KennisCentrum Handel. Het is de bedoeling om ook opleidingstrajecten op te zetten voor de meubelafdelingen en de niet verkoopafdelingen. KennisCentrum Handel beschouwt de Berden-academie als een pilot en wil de opleidingsinhoud op den duur landelijk inzetten. Identiteit
Directielid Mark Berden legt uit waarom Berden heeft gekozen voor een eigen academie.“De groei die wij nastreven, willen we bereiken door kwaliteit, kennis en kunde en klantvriendelijkheid. Opleiding is een goed instrument om dat voor elkaar te krijgen, als je zelf tenminste nauw betrokken bent bij de inhoud en het niveau.Aan de ene kant krijgen onze medewerkers door de opleiding een goed kennisniveau en leren zij om op een herkenbare manier met de klanten om te gaan, aan de andere kant raken zij door de opleiding beter gemotiveerd en groeit het enthousiasme voor hun werk.” Zorgvuldige voorbereiding
“We hebben ons ten doel gesteld om elke medewerker elk jaar opleiding in enigerlei vorm te bieden”, vertelt personeelsfunctionaris Yvonne Kluijtmans.“Daarmee vergroten we het carrièreperspectief en dat maakt ons tot een aantrekkelijk werkgever.Toch komt de motivatie voor de opleiding niet vanzelf.We besteden veel aandacht aan communicatie en overleg met de medewerkers. Die inspanning heeft zich geloond. De belangstelling onder medewerkers is groot.Van de 105 medewerkers die in aanmerking kwamen, hebben er 95 besloten om mee te doen. Zij zijn zelfs bereid om zelf tijd te investeren in de opleiding.”
Deelnemende partijen:
De uitvoeringsinstanties GAK, USZO en SFB, de gemeente Venlo en Maastricht en CWI.
6
Financiering:
UWV, CWI, de provincie Limburg, de gemeenten Maastricht en Venlo
7
PACTNIEUWS PACT Hoe houden we medewerkers bij ons? O
nder druk van de krappe arbeidsmarkt groeit de belangstelling voor projecten
die zich richten op de zittende bezetting. Vooral voor kleine organisaties is het moeilijk om medewerkers aan zich te binden én te bereiken dat zij toegevoegde waarde houden
Werknemers zullen in het verlengde daarvan behoefte hebben aan scholing die precies bij hun past. Momenteel kan het reguliere onderwijs die vorm van maatwerk nog niet leveren. Dan kun je wel een beroep doen op commerciële opleiders, maar uiteindelijk raakt de reguliere onderwijsstructuur daarmee niet afgestemd op de behoeften van het bedrijfsleven.Wij zullen dan ook zeker in gesprek moeten met de scholen én met de sectoren om te bekijken hoe we dit probleem kunnen oplossen.”
“De instrumenten om employability waar te maken zijn voor individuele ondernemers vaak onbereikbaar. In samenwerking met de sectororganisaties gaan SAM en MIT nu sturing geven aan het proces om te zorgen dat die instrumenten er komen én dat de ondernemers ze benutten.”
voor de onderneming zelf of de sector. De Stichting arbeidsmarkt MKB (SAM) en máák
Basis
het in de Techniek (MIT) gaan voor kleine
Het employability-project duurt 2 jaar en wordt behalve uit de ruim 1 miljoen Euro die de provincie en het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid subsidiëren, betaald uit een bijdrage van 600.000 Euro van het bedrijfsleven. In het programma voor de industrie zullen 30 à 50 kleinere bedrijven in de techniek tot 2004 stappen zetten richting employabilitybeleid. Bedrijven zullen benaderd worden en krijgen daarna een quickscan om de stand van zaken wat betreft employabilitybeleid in kaart te brengen. Dat mondt uit in een advies, waar bedrijven mee aan de slag kunnen. MIT zal na afloop van het project de resultaten van de quickscan aangrijpen om met onderwerpen die voor meer bedrijven van belang zijn, in een netwerkstructuur aan de slag te gaan.
industriële bedrijven en voor bedrijven in de detailhandel employabilityprojecten ontwikkelen en uitvoeren, waarmee bedrijven geholpen worden om medewerkers te binden en te boeien door hun talenten maximaal te benutten.
Employability is het vermogen van medewerkers om werk te krijgen en te houden.Voor dat laatste faciliteert de moderne werkgever zijn medewerkers, iets wat ook in CAO-afspraken is vastgelegd. Er bestaat binnen human resource management een reeks van middelen die ingezet kunnen worden om medewerkers geschikt te houden voor hun werk: scholing, beleid voor oudere werknemers, beleid om arbeidsongeschiktheid te voorkomen, mogelijkheden voor werknemers om werk en privé beter op elkaar af te stemmen, mogelijkheden voor persoonlijke ontwikkeling en doorstroom naar andere functies, enzovoort.Ans Lamberts van de Stichting arbeidsmarkt MKB (SAM) vertelt welke rol SAM gaat vervullen met betrekking tot employability:
Kwaliteitsslag
Voor de detailhandel wordt in het project een employabilityscan ontwikkeld en toegepast, waaruit blijkt wat bedrijven willen en kunnen aanvullen in hun beleid voor human talent management Daarnaast wordt middels een scan bekeken wat de wensen en mogelijkheden zijn van individuele werknemers.Ans Lamberts:“We werken in dit project nauw samen met KC Handel, de eigen organisatie van de detailhandel. KC Handel heeft een aantal ondernemers geselecteerd voor deelname aan het project en wil straks de employabilityscan landelijk gaan toepassen. Dat past in het beleid van KC Handel om een kwaliteitsslag te maken voor de factor arbeid in de detailhandel.Tot nu toe focust
Scholing
Daarbij zullen nog heel wat weerstanden te overwinnen zijn, verwacht Leo Zeegers van máák het in de Techniek. Hij noemt scholing als voorbeeld:“Om de concurrentie aan te kunnen moeten bedrijven kunnen beschikken over gekwalificeerd personeel.
Afschrijven op arbeid
Ans Lamberts vindt dat employabilitybeleid eigenlijk onmisbaar is voor elk bedrijf:“Rond de factor arbeid wordt niet logisch doorgedacht”, zegt zij.“Arbeid geldt als een belangrijke productiefactor. Dan moet je ook consequent zijn en de positie van die productiefactor in je beleid en bedrijfsprocessen benoemen én er op ‘afschrijven’. Die ‘afschrijving’ zou elke ondernemer in de branche in een potje moeten stoppen. Dat geld kun je gebruiken om al die dingen die je rond de factor arbeid nog kunt verbeteren te organiseren.” Leo Zeegers onderschrijft de gedachte, maar verwacht dat er nog een lange weg te gaan is voor die breed gedragen wordt: “We hebben al veel bereikt nu duidelijk is dat je arbeidsmarktbeleid regionaal moet aanpakken. Dat de sociale partners ook de bijbehorende verantwoordelijkheden neerleggen in de regio en de rayons zal nog wel even tijd kosten. Maar die kant gaat het zeker uit!”
Het Centrum voor Werk en Inkomen M
et de grootste reorganisatie op het terrein van de sociale zekerheid. kwam een einde aan 100 jaar Arbeidsvoorziening. De Arbeidsbureaus
zijn opgeheven en vervangen door de Centra voor Werk en Inkomen.Taken van deze voormalige Arbeidsbureaus, maar ook van uitvoeringsinstellingen en gemeentelijke sociale diensten zijn gebundeld. In Nederland zijn er in Ans Lamberts en Leo Zeegers
totaal 130 CWI’s. In het district CWI Zuidoost-Nederland zijn in 20 CWI’s,
ontwikkelen instrumenten voor
vaak op de plaatsen waar vroeger het Arbeidsbureau was gevestigd.
‘binden en boeien’ in het MKB.
Het CWI heeft vier hoofddoelstellingen. Op de eerste plaats staat het bevorderen van de instroom naar (ander) werk. Dat kan vanuit een situatie van werkloosheid, maar ook werkveranderaars zijn bij het CWI op het juiste adres. Op de tweede plaats
8
KC Handel daarbij op scholing, terwijl er natuurlijk een keten van instrumenten is die ingezet kan worden om werknemers te binden en te boeien.”
staat het vervullen van vacatures. Dat gebeurt onder andere middels de Nationale Vacature- en Sollicitantenbank, waarbij het gebruik van moderne mediatechnieken zoals vacaturezuilen, klantpc’s en internet een steeds prominentere plaats inneemt. Als derde hoofddoelstelling geldt het transparant maken van de arbeidsmarkt.Werkgevers, werkzoekenden en ook partijen als brancheorganisaties, gemeenten en uitvoeringsinstellingen hebben belang bij een zo goed mogelijk inzicht in de arbeidsmarktontwikkelingen. Begrippen als beursvloer, arbeidsmarktkennis en advies, en internet zijn hierbij van toepassing. Tenslotte kan worden genoemd het faciliteren van
9
PACTNIEUWS PACT Het is de verantwoordelijkheid van de uitvoeringsinstellingen en van de gemeentelijke sociale diensten hoe vervolgens met dit advies wordt omgegaan. uitkerende instanties.Werkzoekenden komen bij het CWI voor werk, maar ook voor het aanvragen van een uitkering. Deze aanvragen worden vervolgens doorgeleid naar de betreffende uitkerende instantie waar uiteindelijk wordt vastgesteld of iemand recht heeft op een uitkering. Hoofdlijnen van het dienstverleningsconcept
Belangrijk uitgangspunt is werk boven inkomen. De klant komt voor een baan, en pas op de tweede plaats voor een uitkering. De dienstverlening van het CWI is er dan ook op gericht de werkzoekende zo snel mogelijk aan een nieuwe baan te helpen. Dan is de klant de maat der dingen. De wensen en mogelijkheden van de klant vormen het uitgangspunt van de vorm en de inhoud van de dienstverlening. Het CWI gaat uit van de eigen verantwoordelijkheid van de klant. Zelfredzaamheid en zelfwerkzaamheid zijn de sleutelbegrippen. De dienstverlening is dan ook ingedeeld in drie niveaus. Er zijn klanten die de weg terug naar de arbeidsmarkt zelf kunnen vinden. Zij maken hierbij gebruik van alles wat het CWI te bieden heeft aan informatie en advies. Een tweede categorie heeft een lichte mate van begeleiding nodig en dan is er ook nog een groep werkzoekenden die aangewezen is op intensieve begeleiding. Het CWI is er niet voor het uitvoeren van reïntegratietrajecten, waarbij werkzoekenden met een grote afstand tot de arbeidsmarkt door middel van bijvoorbeeld scholing weer geschikt gemaakt worden voor een nieuwe baan.Wel geeft het CWI een reïntegratie-advies.
RAIL Euregionaal A
l doet de berichtgeving in de media anders vermoeden, de krappe arbeidsmarkt bestaat nog steeds. In kwantitatief en kwalitatief
waaronder vervoer, fiscaliteit en arbeidsvoorwaarden. De krappe arbeidsmarktsituatie nodigt echter uit tot nieuwe initiatieven.
En dan nu de praktijk
opzicht sluiten vraag naar en aanbod van arbeidskrachten zeker in
Werkgevers kunnen bij het CWI terecht voor advies bij het vinden van werkzoekenden. Het CWI kan inhoudelijk adviseren over de positie van de werkgever op de arbeidsmarkt, over specifieke doelgroepen, mogelijke wervingsmethoden en het profiel van mogelijk interessante kandidaten. Het CWI verzorgt ook werving en voorselectie van geschikte kandidaten en biedt ondersteuning bij het invullen van vacatures.Werkgevers kunnen ook informatie krijgen over personeelsbeleid en arbeidsrechtelijke zaken en voor de uitvoering van enkele wettelijke regelingen zoals ontslagvergunningen en tewerkstellingsvergunningen. Én het CWI biedt informatie over de regionale, landelijke en internationale arbeidsmarkt. Het CWI heeft ook een belangrijke informatie- en adviesfunctie ten behoeve van allerlei partijen op de arbeidsmarkt. Zowel de CWI’s als de afdeling arbeidsmarktkennis en advies van het districtskantoor in Eindhoven kennen de lokale, regionale en landelijke arbeidsmarkt en stellen hun kennis (ook digitaal) ter beschikking van derden.
Limburg slecht op elkaar aan. Het blijft dus actueel om oplossingen te
Cijfers
vinden en ze te onderzoeken op hun effect en haalbaarheid. Een
Het doel van het tweede deel van het onderzoek is om een bruikbare systematiek te ontwikkelen voor de Euregionale arbeidsmarkt.Vertrekpunt is de systematiek van RAIL, waarmee in Limburg sinds 1998 onder andere cijfers en categorieën werkzoekenden en arbeidsplaatsen in kaart worden gebracht.“Aanvankelijk werd dit project met enige argwaan bekeken, omdat niet duidelijk was met welk doel de arbeidsmarktinformatie werd verzameld”, vertelt Widdershoven.“Langzamerhand raken partners ervan overtuigd dat de grensregio’s elkaar inderdaad kunnen aanvullen. Het eerste onderzoeksjaar heeft dat ook getalsmatig onderbouwd. Om die complementariteit echter optimaal in te vullen heb je cijfermateriaal nodig. Het zal niet gemakkelijk zijn om de juiste cijfers boven tafel te krijgen en bovendien zul je de systematiek telkens weer moeten aanpassen aan de vragen die je hebt over de situatie op de arbeidsmarkt.Wat mij betreft moet je goed afwegen of de investering die nodig is voor het systeem uiteindelijk voldoende zal opleveren aan beschikbaar arbeidspotentieel. Het onderzoek zal dat in de komende jaren duidelijk moeten maken.”
oplossingsrichting die momenteel op initiatief van het VWL onderzocht wordt, is de mogelijkheid van uitwisseling van arbeidspotentieel in de hele Euregio.
RAIL is een samenwerkingsverband tussen de Provincie Limburg, de Regionale Opleidingencentra,Arbeidsvoorziening Limburg, de
Barrières
Limburgse Werkgevers
Het onderzoek bestaat uit twee delen, waarvan er één al is afgerond. Het was gericht op de arbeidsmobiliteit zelf: willen mensen wel pendelen en wat belet hen om dat te doen? Met de gegevens uit dit onderzoek kan in de komende maanden een pilot worden opgezet om de pendel daadwerkelijk te bevorderen. Dat zal nog een hele klus zijn, want er zijn belemmeringen op tal van essentiële punten,
Vereniging, de Federatie Nederlandse Vakbeweging en Limburgse gemeenten. Om de arbeidsmarkt in Limburg op de voet te kunnen volgen,
Meer informatie over de vestiging in de eigen omgeving is te vinden op pagina 700 van teletekst van de regionale omroepen of op de website www.cwinet.nl
“Voordat je mensen uit de grensregio gaat motiveren om de grens over te steken voor een baan, moet je weten of er mensen beschikbaar zijn en hoe dat eventuele potentieel is samengesteld”, daarmee omschrijft projectcoördinator Rob Widdershoven de basis voor een drie jaar durend onderzoek dat in 2001 op initiatief van het VWL is ingesteld.
is een aantal jaren geleden de arbeidsmarktmonitor in het leven geroepen. www.railsite.nl
Eind februari kwamen vertegenwoordigers van diverse instanties die zich in de Euregio bezighouden met de arbeidsmarkt bijeen in het provinciehuis in Maastricht. De onderzoeksbureaus ETIL en ROA gaven een toelichting op hun onderzoek en er werd gediscussieerd over het lopende onderzoek.Verder werden suggesties gedaan om het onderzoek te verbeteren, voor een vervolgtraject van het onderzoek en voor het bevorderen van arbeidsmobiliteit waar dat momenteel wenselijk is. De projectgroep gaat aan de slag om
10
ideeën uit te werken en te concretiseren. In juni is een volgende bijeenkomst gepland.
11
PACTNIEUWS PACT VWL gaat Europees: uitnodiging aan de partners! De Europese Commissie nodigde in 1997 de regio’s in Europa uit om hun arbeidsmarktvraagstukken op te lossen. Limburg en een aantal andere regio’s in Europa zijn daar enthousiast op ingegaan en hebben een pact ingericht als platform voor partijen op de arbeidsmarkt. Vorig jaar heeft de Europese Commissie het initiatief genomen voor een volgende fase: de platforms moeten zelfstandig hun bestaansrecht bewijzen én zij moeten de onderlinge samenwerking intensiveren. Het is de bedoeling dat in twee jaar een netwerk ontstaat van arbeidsmarktpartners die van elkaar willen leren. De samenwerking moet in eerste instantie een handboek opleveren voor iedereen die oplossingen zoekt voor arbeidsmarktproblematiek. In het handboek zullen praktische beschrijvingen staan van succesvolle projecten, geordend rond de verschillende arbeidsmarktvraagstukken. De verwachting is dat het bespreken van de arbeidsmarktproblematiek een aanzet kan zijn voor innovatief, zichzelf vernieuwend arbeidsmarktbeleid in Limburg. De Europese Commissie heeft de verschillende pacten uitgenodigd om in te schrijven met voorstellen.Van de 150 ingediende voorstellen zijn er 15 gehonoreerd. In 2 van deze voorstellen participeert het VWL. Opnieuw een erkenning van de voorbeeldfunctie die Limburg in Europa vervult, maar ook een uitdaging voor de partners in het VWL om bij te dragen aan projectbeschrijvingen die voor andere regio’s waardevol kunnen zijn. Bij deze uitgave van Pactnieuws is de nieuwsbrief gevoegd van het project Euleap.
Vertrouwenspact Werkgelegenheid Limburg Werkgelegenheids- en arbeidsmarktproblemen kunnen volgens de Europese Commissie het meest effectief op regionaal niveau aangepakt worden. Dat was de aanleiding voor de oprichting van het Vertrouwenspact Werkgelegenheid Limburg (VWL) in 1997. De partners onderschreven in een convenant in 1999 de doelstellingen en het samenwerkingsverband. Sinds 2002 houden de partners het VWL zelf in stand en richten zij zich op verzoek van de Europese Commissie ook op internationale samenwerking met andere pacten. De partners hanteren de volgende programmalijnen als basis voor rayonaal en sectoraal beleid: inschakelen stille reserves; optimaliseren inzet werkenden (employability); versterken van het onderwijs; verbeteren bedrijfsvoering; optimaliseren beleidsafstemming, middelencoördinatie.
• • • • •
In het Vertrouwenspact Werkgelegenheid Limburg zijn vertegenwoordigd:
Centrum voor Werk en Inkomen Limburgse gemeenten: Maastricht, Roermond,Weert,Venray,Venlo, Heerlen, Sittard Onderwijs:Agrarisch Opleidings Centrum Limburg, Gilde Opleidingen, ROC Arcus Heerlen, Leeuwenborgh Opleidingen, Hogeschool Zuyd Provincie Limburg Sociale partners: Limburgse Werkgevers Vereniging, Limburgse Organisatie van Zelfstandige Ondernemers, FNV Regiowerk, de Limburgse Land- en Tuinbouw Bond, CNV Sittard, De Unie Uitvoeringsorgaan Werknemersverzekeringen
12
Op www.vertrouwenspact.nl vindt u meer informatie over het VWL én de eerdere uitgaves van Pactnieuws.